VRIJDAG 24 NOVEMBER Gemeenteraad. No 278 60e Jaargang BINNENLAND VLISSIINGSCHE COURANT ABONNEMENTS PRIJS v^oor Vlissingen en gemeenten op Wal cheren 2.20 per drie maanden. Franco door het geheele rijk ƒ2.50. Week-abon- nementen 17 cent, alles bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent. ADVERTENTIE-PRIJS. Van 14 regels 1.10 voor iedere regel meer 26 centbij abonnement spe ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel Dienstaanbiedingen en dienstaanvragen van 15 regels 65 centiedere regel meer 13 cent, bij contante betaling. Familieberichten van l6 regels ƒ1.70, iedere regel meer 26 cent. KAMEROVERZICHT. Tweede Kamer. Vergadering van Donderdag Justitie. Minister Heemskerk beeft op aange name wijze gecauseerd over diverse onderwerpen, die bij de algemeene be schouwingen over de Justitiebegroo- ting zijn gehouden. Er zijn onderwer pen, aldus de minister, die door de be zuiniging worden gedrukt, zooals de psychopafhen-regeling en de herziening van het strafstelsel er zijn ook onder werpen die getranspireerd worden door de bezuiniging, omdat men toch be langrijk werk wil doen. Tal van verbe teringen zijn nog aan te brengen in on ze rechtspraak. Deze beide onderwer pen, de psychopathen en het strafstel sel zijn in onderhandeling. De minister wacht op het adres van het centraal college voor reclasseering. Het geval van den gevangene te Scheveningen, die op een plank werd gebonden, was den minister zeer on sympathiek. De wet verbiedt die toe passing, maar de handhaving van de orde in de gevangenissen laat andere middelen toe, waaronder dit middel zou kunnen vallen. De minister is bezig een onderzoek in te stellen naar de toepas sing van die „andere" middelen en in afwachting daarvan hoopte 'hij dat het plank-binden zou worden nagelaten of althans niet dan in het alleruiterste ge val worden toegepast. De rede van den minister over de huwelijkswetgeving voldeed niet aan onze verwachtingen, althans alleen niet wat het humoristische deel betrof. De minister staat op het standpunt, dat het huwelijk is een goddelijke instelling als fundament van de maatschappij. Het is dus niet de vraag of het huwelijk ge lukkig is of nief, want naar het oordeel moeten de echtgenooten volharden bij het huwelijk al is het niet gelukkig. De burgerlijke wetgeving regelt de verhou ding der echtgenooten onderling, hun verhouding tegenover de kinderen en hun verhouding tegenover derden. Daarin kan geen verandering worden gebracht of de band des huwelijks wordt losser. De correcties, die in de regeling gemaakt kunnen worden, moe ten met groote omzichtigheid worden toegepast. Alles wat den huwelijksband losser maakt, verzwakt de eer der vrouw en zou baar positie verslechte ren. Naar het oordeel van den minister wenschte het overgroote deel van het Nederlandsche volk geen belangrijke veranderingen in de grondslagen va:i het huwelijk. Het zal dus ailes bij het zelfde blijven, hetgeen naar het hart van velen, althans ter rechterzijde, zal zijn. Mej. Catz was zeer voldaan over de mededecling van den minister. Nog even over de kwestie van het gelukkige en het ongelukkige huwelijk sprekend, wees zij er op, dat maar steeds gespro ken wordt over het ongeiuk dat over de vrouw komt, maar dat ieder ook weet hocvele mannen zich ongelukkig gevoe len in den huwelijksband. Terecht heeft de heer Marchant er op gewezen, dat er te veel lyriek in het debat is ge bracht over gelukkige en ongelukkige huwelijken en dat men teveel in het po litieke vaarwater is verzeild geraakt. De wettelijke regeling past alleen aan bij een huwelijk dat geen regeling be hoeft-, maar ais het huwelijk mis gaat en men een beroep gaat doen op de wetgeving, dan blijkt het dat deze er niet bij aanpast. Daarin wilde deze af gevaardigde voorzien en dat heeft met de grondslagen van 'het huwelijk niets te maken. Hij riep alle vrouwen op om mede te werken om de ellende weg te flemen, die uit een onvoldoende rege ling voortkomen. Wanneer de heer Marchant dacht dat die opvatting in gang zal vinden bij de rechterzijde, ver giste hij zich. Daar blijft de meening bestaan dat liet tot de toestanden als waarvan de lieer Marchant spreekt, niet moet toe komen. Het huwelijk als sacra ment gelijk de Katholieken, liet huwelijk als goddelijke instelling gelijk de gods dienstige Protestanten liet achten, £eeft een geheel ander karakter aan liet hu welijk. Al zegt de heer Marchant dat hij van 'liet huwelijk geen firma wil maken die gemakkelijk ontbonden kan worden, hij wil toch in elk geval meer de ont- "indins an het huwelijk regelen dan het huwelijk zelf, en juist daartegen hlijft de ninister en blijft de rechter zijde zich verzetten. Die willen van twee-soorten huwelijken, gelukkige en niet-gelukkige niet weten. Resumeerende de minister doet er niets aan en welke correcties hij zal aanbrengen, zegtlhij ook niet. Hij wacht het advies der commissie-Limburg af en zal daarna beslissen. Nederland en de vredesconferentie Het departement van buitenlandsche zaken deelt mede, dat bericht werd ontvangen, dat mogendheden met ca- pitulaire verdragen, indien zij dat ver langen, in de behandeling der capitula ties ter conferentie te Lausanne"zullen worden gekend, in verband waarmede de Nederlandsche regeering werd uit- genoodigd om zich, voor zoover deze materie betreft, ter conferentie door een gedelegeerde te laten vertegenwoordi gen. De Nederlandsche regeering heeft Harer Majesteit's gezant te Bern, jhr. mr. F. O. van Panhuys, aangewezen om als zoodanig pp te treden. Mr. J. H. Kramers, gewezen drogman aan het gezantschap te Konstantinopel, thans lector in de Perzische en Turksche ta len aan de rijksuniversiteit te Leiden, die izicli daartoe beschikbaar heeft ge steld, is aan den gezant toegevoegd Dit het boekdrukkersbedrijf. De onderhandelingscommissie in het boekdrukkersbedrijf is in tweede lezing met haar taak tot het samenstellen van een ontwerp-arbeidsovereenkomst ge reed gekomen. De ailbeidsvertegen- woordigers hebben niet, zooals bij vo rige gelegenheid, toegezegd, het ont werp te zullen verdedigen, doch een voudig gezegd, dat zij het aan de le denvergaderingen ter behandeling zui len voorleggen. Zitting van Donderdag 23 November, des namiddags 2 uur. (Vervolg en slot). Gemeente-begrooting. Alvorens de discussies te openen hoopte de voorzitter dat de'leden niet in herhaling zullen vervallen. Vooral waar de gevoerde discussie in de afdee- iing-en uitvoerig zijn gepubliceerd, evenals de memorie van antwoord van Burg. en Weth. Van de gelegenheid tot het houden van algemeene beschou wingen werd het eerst gebruik ge maakt door den heer Lindeijer, die zeide dat wij leven in het teeken van de bezuiniging. Hij zeide cr zeker van te zijn -dat wij hier niet boven onzen stand leven. Ook als -wij nagaan wat in verschillende ingezonden stukken word' geschreven wat hij op prijs stelt, omdat daaruit blijkt, -dat de ingezete nen medeleven met de gemeente-poli tiek dan zien wij dat van de met zooveel ophef aangekondigde bezuini ging niets blijkt. Hij heeft met genoegen gezien dat Burg. en Weth. niet zullen voorstellen de loonen te verminderen en evenmin om de pensioens-bijdragen op de amb tenaren en beambten te verhalen. Hij wees hier met des te meer genoegen op, als hij ziet dat door een der leden in de afdedingen gezegd is of het niet mogelijk zou zijn het voorbeeld van particulieren te volgen, m a. w. om de loonen te verminderen. Hij achtte deze verlaging niet noodig, waar Vlissingen in zijn behoeften kan voorzien en de hoofdelijke omslag zelfs verminderd kan worden. Voor het vol gend jaar is 504.000 uitgetrokken, dat is nog minder dan de opbrengst over 1920. Ook op dien grond is er dus geen reden om aan te dringen op verminde ring van salaris. Bovendien zou alleen van verlaging van salaris sprake kun nen zijn, als wij hetzelfde betaalden als liet rijk deed. Wij zijn echter nog steed" aan den 'lagen kant. Een schrijver komt hier tot 1800, bij het rijk tot 1920. Voor een klerk resp. 2100 en 2214, een adjunct-commies f 2600 en 2880. commies 3200 en 3640, een hoofd commies 3700 en 4800 Hij haalde nog meer voorbeelden aan om aan te tooncn dat wij met onze salarissen bij het rijk ten achter staan. De pensioenstortingen moeten wij eveneens niet op ons personeel verha len. wat de heer Lindeijer nader uiteen zette. Zoolang het nog mogelijk is onze begrooting sluitend te ma ken en de belasting langzamerhand naar beneden gaat, is de tijd nog niet aangebroken de bezuiniging fe zoeken door op de loonen te beknibbelen. Ai- leen in de laatste plaats mag slechts een aanslag worden gedaan op de jaar wedden van de ambtenaren. Hij heeft met verbazing gezien, dat Burg. en Weth. in dezen tijd van bezui niging een voorstel hebben gedaan om 600 op de begrooting te brengen voor de burgerwacht. Met genoegen heeft hij gezien dat Burg. en Weth. nota hebben genomen van de opmerkingen over het financi eel beleid door niet het gehcefe batig saldo op den hoofdelijkcn omslag te brengen, doch een flink bedrag voor werkverschaffing hebben uitgetrokken. De heer Hensel zeide dat de begroo ting geen reden geeft om al te blij moedig te zijn. Bij de beoordeeling van den financieelen toestand mag niet uit het oog worden verloren dat een ver schil op den hoofdelijken omslag alleen is ontstaan door toevallige omstandig heden. n'l. het groote batig saldo van 1921. Hij hoopte dat de raad niet zal medegaan met het voorstel van Burg. en Weth. om den hoofdelijken omslag weder met 50.000 te verhoogen. De ingezetenen zijn overbelast. Er tnoet rekening mede worden gehouden da» liet belastbaar inkomen is verminderd. Op den publieken dienst moet bezuinigd worden. Dat zai ons gemeente-crediet helpen verhoogen. Dit is een zeer be langrijk vraagstuk. Het is noodig dat de inkomsten ook vermeerderen. Hij noemde een belasting op de vracht auto's noodig. Een dergelijke belasting is voor onze gemeente zeer op zijn plaats. De gemeente moet verder zoo spoedig mogelijk los van verschillende gemeente-woningen. Voor verschillende woningen wordt evenveel uitgegeven als de huur opbrengt. Het tarief voor straatwerk moet verhoogd worden. Het geschiedt nergens zooals hier. Of wer kelijk elke herbestrating in rekening wordt gebracht, is niet duidelijk. De boeken van de publieke werken toonen het niet aan. Om verschillende redenen lijkt hem dit zeer gewenscht. Het zou op het bureau van gemeentewerker een groote vereenvoudiging in de ge meente-administratie zijn. Hij vraagt of het belang van de gasfabriek niet zwaarder weegt dan het belang van de gemeente, omdat voor de gasfabriek veel straatwerk wordt verricht. Ook drong hij aan op edectrificatie van de straatverlichting, wat in bijna alle gemeenten geschiedt. Overleg moet worden gepleegd met den directeur der electrische centrale. Hij hoopt dat dit overleg niet zal worden vertraagd om dat de wethouder van publieke werken directeur van de gasfabriek is. Verder kwam het den heer Hensel voor dat reeds nu de tijd is aangebro ken het vraagstuk ernstig onder de oogen te zien van de herziening der jaarwedden van de ambtenaren en eveneens of ook aftrek van pensioen niet gewenscht is, vooral nu de pensi oenen ook voor de gemeente-ambtena ren veel verbeterd zijn. De gemeente moet thans 15)4 van de wedde van de ambtenaren betalen. Onder de nieu we wet ban de gemeente 8'/2 van de ambtenaren verhalen en blijft er nog 7 ten lasic van de gemeente. Waar wij 25.000 meer moeten betalen, blijkt het hem billijk deze pensioenkosten op de ambtenaren te verhalen. Dit lijkt hem evenals bij de spoorwegen, beter dan loonsverlaging. Wij zijn verplicht tot bezuiniging. Hij heeft van verschillende rijksamb tenaren vernomen dat zij de maatrege len der regeering billijken. Hij wijst op de duizenden, die in inkomsten achter uit gegaan zijn. o. a. op de werklieden van „de Schelde", loodsen, onderwijzers enz. Moeten al deze menschen met ver minderde inkomsten deze 25.000 voor pensioenstorting der gemeente-ambte naren betalen. Hij deelde mede, dat de drie reclitsche raadsfracties zijn voor stel steunen. Hij drong er op aan, dat getracht zal worden, dat Vlissingen bij de herclas sificatie in geen lagere klasse geplaatst zal worden. Bij de artikeisgewijze behandeling der begrooting zal hij nog verschillende voorstellen tot bezuiniging doen, o.a. tegen bevordering van enkele gemeen te-ambtenaren en verhooging der sub sidie voor muziek. De tijd dringt en de nood is groot. Wij moeten ons beper ken. De heer Hillinga drong aan op be zuiniging bij de politie. Er heeft reeds eenige inkrimping bij dezen dienst plaats gehad. De fracte van den Vrij heidsbond is na onderzoek tot de con clusie gekomen dat heCpolitiekorps kan worden ingekrompen tot 2 inspec teurs, 2 hoofdagenten, 1 rechercheur en 20 agenten van politie. De heer De Meij wilde enkele kant- teekeningen maken op het financieel beleid van Burg. en Weth. Hij kan niet goedkeuren de wijziging van de veror dening op den hoofdclij'ken omslag. De 'aftrek voor noodzakelijk levensonder houd is teruggebracht voor ongehuw- den van 600 op 400. Hij heeft onder zocht hoe deze nieuwe wijziging werkt. Hij haalde enkele voorbeelden aan om de onbillijke werking nader aan te toonen. Bijv. weduwnaars die een ge woon huishouden hebben en weduwen met een beperkte jaarwedde. Deze moeten nu ntecr bijdragen in den hoof delijken omslag dan vroeger. Ook is er een onbillijkheid ten op zichte van de marine. Vrouwen van marine-personeel, wier mannen in Indië zijn, mogen ook slechts 400 aftrekken Hij bejammert het dat destijds het voorstelMerekens is aangenomen. Wat nu het financieel beleid betreft, wees hij er o.p dat er op de balans van de gemeente een fictieve post van 57.000 winst voorkomt voor het grondbedrijf. Er is niets verdiend. Al leen is de grond hooger getaxeerd. De ze vraag is niet beantwoord. Echter de ingezetenen hebben ook recht op be antwoording dezer vraag. De wijze van werken wat de com mercieele boekhouding betreft, heeft dus voor hem geen groote waarde. Het heeft hem genoegen gedaan dat door Burg. en Weth. een vast en voor zichtig beleid wordt gevoerd. Hij vindt het geen voorzichtig financieel beleid dat wij een potje, dat wij heb ben, geheel opsnoepen, vooral als mis schien ook in 1923 de werklieden van „de Schelde" gesiteund zullen moeten worden. Een vast en voorzichtig beleid dient gevoerd te worden, de oorspronkelijke begrooting gaf daarvan blijk. Regeeren is vooruitzien hiermede hadden Burg en Weth. rekening moeten houden. Men ziet reeds de gevolgen. Ais de hoofde lijke omslag 50.000 verhoogd wordt, begint de heer Hensei dit reeds uit te buiten Hij zegt reeds dat het geld op andere wijze moet worden verkregen. Het is spreker echter niet duidelijk op welke wijze deze gelden gevonden moeten worden. Struisvogelpolitiek wi' hij niet voeren en voor den storm van verontwaardiging van den heer Hense' als de hoofdelijke omslag verhoogd wordt, is hij niet bang. Als de heer Hensei kan aantoonen op welke wijze bezuinigd kan worden om de inkomsten te vermeerderen, wil hij gaarne achter hem staan. Hij noemde een belasting op de vrachtauto's. Deze zaak is ech ter niet zoo eenvoudig. In verschillende steden heeft het reeds tot groote moei lijkheden aanleiding gegeven. Bijv. een vrachtauto welke Jn verschillende plaatsen komt. Er zijn dus tal van moei lijkheden om deze zaak te regelen. Al leen als het rijk deze zaak ter hand neemt, is een regeling mogelijk. Voor zoover hem bekend is er nog geen en kele gemeente waar een belasting op de vrachtauto's bestaat. In de tweede plaats den verkoop van woningen. Het is in zijn algemeenheid waar, dat de gemeentewoningen slechts weinig opbrengen. Er moet niet worden vergeten dat in deze woningen veel geld zit voor werkverschaffing. Als wij onze huizen gaan verkoopen, is er geen sprake van dat deze de rente en aflos sing van het kapitaal, weike op de wo ningen drukt, zullen betalen. Boven dien zullen de huurders dan ook meer moeten gaan verwonen. Hjj is dan ook geen voorstander van het verkoopen van woningen. Wat nu betreft het verlagen der loo nen, kwam hij er tegen op dat dit zou moeten gebeuren, omdat ook de werk lieden van ,,de Schelde" in loon naar beneden gaan. Dat de rijks-ambtena ren met de voorgestelde verlagingen tevreden zijn, kon hij niet gelooven, of als dit waar is, zijn dit slechts uitzon deringen. Het verwondert hem dat de demo craat Hensel gebruik maakt van het feit dat de reactionaire Eerste Kamer pensioen-aftrek heeft mogelijk ge maakt. Ook bij de spoorwegen is liet zoo gegaan, dat alleen van twee slecht ste 'het beste is aangenomen, dus pen sioen-aftrek. De voorzitter zeide, dat de algemee ne beschouwingen weinig nieuwe ge zichtspunten hebben gegeven. In de eerste plaats wilde de voorzitter er de heeren Hensel en De Meij op wijzen, dat regeeren vooruitzien is en dat Burg. en Weth. daarvan bij de vaststelling der begrooting blijk hebben gegeven. In liet bijzonder wilde hij den heer Hensel opmerken, dat, al mogen wij niet optimistisch zijn, wij niet al te som ber moeten zijn. Er is juist bericht ont vangen van den ontvanger der rijks belastingen dat het belastbaar inkomen voor 1921/22 is gestegen tot 12 mil- lioen tegenover 6 millioen voor 1920/ '21. Hij geeft toe dat thans een daling zal volgen. Het is echter verkeerd dat de bezui niging alleen zal moeten worden ge vonden door verlaging der loonen van de ambtenaren. Hij antwoordde den heer Hillinga, dat het in het voornemen ligt bij de politie te blijven bezuinigen, door vacatures niet aan te vullen. Ook vacatures bij het hooger personeel zul len niet worden aangevuld. De heer Van Niftrik zeide, dat over het algemeen de critiek weinig en de waardeering groot was. Het doet hem leed dat de heer De Meij weinig waarde hecht aan de gemeente-boek houding. Hij gaf een uiteenzetting van de wijze van deze boekhouding. De winst wordt geboekt zooals bij de ver ordening is voorgeschreven. In antwoord op den heer Hensel zei de de heer Van Niftrik dat de commis sie van grondbedrijf reeds lang onder zocht heeft of verkoop van een of meer der huizen der gemeente wenschelijk is. Wat de aftrek van pensioen betreft, zijn Burg. en Weth. zich zeer wel be wust, dat er een oogenblik zal komen INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. fiDjjTIQ een zakje A.J.P.'sGrenadincsaus in ieder pakje A.J.P's Aman deltjespudding. Tijdelijke Reclame. Reel. —0 - 4 dat de loonen en salarissen zullen moeten worden verminderd. B.urg. en Weth. hebben van deze zaak een be langrijke studie gemaakt. Van hen is nooit een zoo onbillijk voorstel te wachten als de heer Hensel thans voor stelt. Een vermindering ais de lieer Hensel voorstelt past niet in het system van Burg. en Weth. Verder heeft de heer Hensel het goedgevonden in deze zaal een ern stige beschuldiging te slingeren naar het hoofd van den wethouder van open bare werken. Hij zal voorstellen de be schuldiging van den heer Hensel te la ten onderzoeken door een raadscom missie, dan zal blijken dat van deze beschuldiging geen half woord waar is, zooals de heer Hensel ook reeds vroe ger beschuldigingen heeft uitgesproken, waarvan geen woord waar is. De heer Hensel zeide, in antwoord op hetgeen de heer Van Niftrik hem heeft geantwoord, dat hij reeds vroeger heeft aangedrongen op een onderzoek naar de mogelijkheid van felectrificatie van deze gemeente. Ook wat het straat- makerswerk betreft blijft hij van mee ning dat een nieuw tarief noodzakelijk is. De heer Hensel stelde het zeer op priis dat een commissie wordt ingesteld als de heer Van Niftrik heeft voorge steld. Hierna wred begonnen met de arti keisgewijze behandeling van de be- grooting. Bij hoofdstuk II, bestuur der ge meente, bleef de lieer Van de Putte de jaarwedde van den klerk A. P. Osté te verhoogen van 1200 op 1900 Hij vindt dat een promotie van ƒ700 te hoog is. De voorzitter zeide, dat er een vaca ture is. De normale weg is dat daar voor een oproeping geschiedt. Wij 'heb ben daarvoor een geschikt persoon, die geheel voldoet en het is dus billijk dat deze persoon de jaarwedde krijgt waar- on hij recht heeft. De heer Hensel ondersteunde het voorstet-Van de Putte. Hij vond het niet noodig een promotie van bijna 75 pet. toe te staan. De voorzitter zeide dat Burg. en Weth. hun voorstel handhaven. De heer Van Hal zeide, dat wat de heer Van de Putte wil. eigenlijk een indirecte loonsverlaging betreft. De heer Hillinga vond den sprong ook wei wat hoog. Hij zou de jaarwed de willen bepalen op ƒ1500, omdat bij dit een bemiddelingsvoorstel noemt. De heer De Meij zeide, dat het wer kelijk in het oog springt dat een ver- hooging van 700 wordt toegekend. Wat de voorgestelde promotie betreft, deze noemde hij alleszins billijk. De groote sprong is het gevolg van een fout in onze regeling. De betrok ken persoon mag daarvan niet de dupe worden. De heer Huson zeide, dat het alleen opvalt, dat wij thans weten dat de be trokken persoon een groote sprong maakt. Anders zou het een gewone be noeming betreffen en niemand over de jaarwedde gevallen zijn. Na nog eenige discussie werd het voorstel om den klerk 2e klasse A. P Osté te bevorderen tot de le klasse, aangenomen zonder stemming, omdat het voorstel-Hensel niet werd onder steund. De lieer Hensel wilde ook een voor stel doen tot verlaging van het presen tiegeld van 5 op ƒ3. De heer Van Oorschot wilde het voorstel eerst onder de oogen zien. Hij wees er op dat arbeiders, die in den raad zitten, veel verlet hebben. Zoo het presentiegeld verlaagd moet worden dan zouden ook geregeld avondzittin gen gehouden moeten worden. De heer Hensel nam er genoegen mede dat tegen de volgende begroo ting zal worden nagegaan of vermin dering van het presentiegeld moge lijk is. De lieer Huson vroeg eenige inlich ting over den huur van rijwielen voor de bodes ter gemeente-secretarie. De voorzitter zeide, dat de huur al leszins billijk is. De heer Hensel meende dat, als de bodes 75 per jaar vergoeding krijgen, deze zeker gaarne de rijwielen voor eigen rekening nemen. De heer Hensel zeide, dat de huur hoog is, omdat de firma Wibaut aan de andere rijwielhandelaren vergoeding moet geven, omdat zij lid zijn van een vereeniging van rijwielhandelaren. De voorzitter zeide, dat hiernaar een onderzoek wordt ingesteld, zooals reeds in de memorie van antwoord is gezegd.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1922 | | pagina 1