1000
150
100
25
II NOVEMBER
Eerste Blad
UitgaveFirma F.VAN DE VELDE Irjalstraat 58, Vlissingen. Fel. Interc. 10. Postrekening 86281
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke Feestdagen
cnnud^odqnn
(|UU een ongeluk. {JwU
VOL KEN HA AT.
FPUILfcETON
De Braziliaansche
No 267
VLISSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJSVoor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren 2.20
per 3 maanden. Franco door het geheele rijk 2.50. Voor België 4.15.
Voor overige landen der Post-Unie 4.70. Afzonderlijke nummers 5 cent.
ADVERTENTIEPRIJS t^Van 1—4 regels ƒ1.10; voor iederen regel meer 26 ct.
Familieberichten van 1—6 regels ƒ1.70. Bij abonnement speciale prijs.
Reclames 52 cent per regel. Dienstaanbiedingen en -aanvragen 13 ct. per regel
De abonné's in 't bezit eener
Polis, zijn GRATIS verze
kerd tegen ongelukken voor
gulden bij levens
lange ongeschikt
heid tot werken.
gulden bij verlies
van een hand,
voet of oog.
gulden bij verlies
van
een duim.
gulden bij verlies
van een
wijsvinger.
gulden bij verlie
van eiken
anderen vinger.
Dit nummer bestaat uit 2 bladen
Een der droevigste gevolgen van den
aan droevige gevolgen toch al reeds
zoo rijken oorlog is ongetwijfeld de
nog steeds voortkankerende volken-
haat. Wie meenen mocht of ook maar
gehoopt had, dat eenmaal de strijd ge
streden en de wapenen neergelegd, ook
innerlijk een vreedzame toestand zou
gaan overheerschen in de borst derge
nen, die eenmaal van oorlogswoede
blaakte, is maar al te zeer bedrogen
uitgekomen. De vredestijd na den we-
reldkrijg heeft thans welhaast even
lang geduurd als de oorlogstijd zelf,
maar van een vermindering in den haat,
van een, oCh nog niet vergeten en ver
geven, daar kan noch ook behoeft nog
geen sprake van te zijn, maar van een
althans begrijpen van elkanders inzicht
en standpunt, van een meer objectieve
beoordeeling van elkanders gevoelens,
helaas, ook daarvan kan nog aller
minst gewaagd worden. Integendeel,
wanneer we op de feiten letten, dan
heeft het er allen schijn van alsof inste-
de van vermindering, een vermeerde
ring van den haat tusschen de eertijds
oorlogvoerende volken valt waar te
nemen. Telkenmale toch worden wij
aan dien haat herinnerd, in woord en
schrift en beeld, wanneer we vernemen
hoe nu eens ginds een gedenkteeken
aan heldenfeiten wordt opgericht, dan
weer daar een monument onthuld ter
nagedachtenis van gevallenen, of hoe
het gaandeweg een culte, een ritus
wordt voor tallooze vereenigingen en
groepen, kransen te gaan neerleggen
en betoogingen te houden bij het graf
„van den onbekenden soldaat".
O, zeker, het huldebetoon aan het
stoffelijk overschot van dien eenen
onbekende, .waarmede al de millioenen
die hun leven lieten voor hun vader
land gehuldigd en gedankt worden, het
is een treffend en hartroerend betoon,
vol van nationalen rouw en mensche-
lijke droefheid. Maar we zien dat rouw
betoon maar al te zeer de aanleiding
worden van het voeden, wakker houden
en aanvoeren van den hartstocht van
den haat we zien en hooren, hoe in
de harten der deelnemers de kiemen
gelegd worden en tot rijpheid komen
van de zaden van nieuwe volkeren-
tweedracht, verdeeldheid en haat. En
dan komen we er toe om helaas ook de
schoonste betooningen van rouw en
droefheid niet meer zoomaar te aan
vaarden als de uitingen van een begra-
naar het Fransch van A. MATTHE1J.
15)
HOOFDSTUK XIII.
Balda's geheim.
Balda was in Brazilië geboren, het
kind van een creoolsche moeder en een
Franschen vader, die een verwijderde
bloedverwant van mevrouw De Sergv
was geweest.
1 Op dertienjarigen leeftijd werd zij een
vees. De gele koorts had bijna gelijk-
%lig haar vader, haar moeder, haar
Were zuster en den man dier zuster
uit liet rijk der levenden weggerukt.
De vader van Balda was naar Bra
zilië gegaan om zijn te Parijs grooten-
deels verspild vermogen terug te ver
dienen, maar de fortuin had hem in zijn
ondernemingen slecht ter zijde gestaan
en toen, na zijn dood, den schuld-
dschers nagenoeg hetgeen hun toe
kwam, was uitbetaald geworden, bleef
't voor Balda, de eenige die van de
ontzettende ziekte was bevrijd geble-
ven, niets meer over.
Arm, zonder vooruitzichten, zelf'
tonder steun, werd zij op een onver
schillige wijze onder dak genomen door
een tante barer moeder, een oude. zelf-
tuchfige creoolsche vrouw, een slordig,
verkwistend mensch met allerlei voof-
oprdeelen, en in hooge mate bijgeioo-
V|g, een dame die alles wat zij bezat,
ven verleden, maar wel degelijk als de
kenteekenen van een naderende toe
komst een vrede-looze, onrustige,
baatvoedende toekomst tusschen de
volkeren.
Hoe die gevoelens van haat nog le
vendig zijn onder de categoriën van
burgers, die het allermeest er op zijn
aangewezen, hun sympathiën niet bij
de grenzen van hun vaderland te doen
ophouden, de mannen der wetenschap
namelijk, daarvan is dezer dagen we
der een treffend bewijs tot ons geko
men. Men bedenke wel, dat het hier een
breede schaar van zeer kundige, zeer
ontwikkelde en beschaafde menschen
betreft mensehen die hun veld van
studie over de geheele wereld uitbrei
den, die geestelijk en wetenschappelijk
contact hebben met andere mannen van
gelijken geest en wetenschap in andere
landen, en derhalve geacht mogen wor
den het minst besmet te zijn met den
bacil van eng nationalisme en mis-
plaatsten volkstrots. De mannen der
wetenschap zijn, behooren althans te
zijn, wereldburgers, leden eener we
reld-gemeenschap zij behooren Im
mers in de eerste plaats der mensch-
heid toe, om eerst daarna Duitscher,
Franschman, Engelschman, om het even
wat ook te zijn. Welnu er bestond nog
van jaren vóór den oorlog een groote
internationale vereeniging van man
nen, uitmuntende in kennis op plant
kundig gebied. De vele leden dezer
vereeniging hadden geen ander contact
met elkaar, dan door middel van hun
gemeenschappelijk orgaan van samen
komsten of vergaderen was dan ook
zoo goed als nooit sprake. Het verkeer
was uitsluitend wetenschappelijk. Wel
nu, die groote vereeniging, die jaren
lang heilzaam gewerkt heeft, is thans
ontbonden geworden, en wel door het
feit, dat de Franschen en de Belgen
weigerden in één vereeniging met de
Duitschers te zijn. Nog eens, het verec-
nigingsverkeer was in hoofdzaak een
verkeer met pen en drukpers, ten bate
der wetenschap. Hoe diep zit bij dezen
die haat er dus nog in, om wat hun
bovenal dierbaar zijn moet, de weten
schap, niet te tellen, en haar achter te
stellen bij lagere gevoelens en over
wegingen. We herinneren ons nog het
bekende manifest van de negentig
Duitsche geleerden, die in den aanvang
van den oorlog bewezen, dat ook bij
hen enghartig nationalisme ging boven
een wetenschappelijk wereldburger
schap. Maar dat was toen de oorlog
beslag -legde op den geheelen mensch.
Jk'u is dat anders, nu mag en kan de
wetenschap weer om haar zelfs wille
beoefend en vereerd worden. En ziet,
vier volle jaren nadat de wapenen zijn
neergelegd, hebben deze wetenschap
kapitaal en intrest, opmaakte en zich
met volmaakte onverschilligheid nooit
bekommerde over den dag van morgen.
Zij had geen kinderen en was ook
nooit gehuwd geweest het eenige;
wat misschien in haar te prijzen viel.
Toen zij Balda tot haar last kreeg,
\eranderde de nieuwe verantwoorde
lijkheid hoegenaamd niets aan haar
levenswijze en zij bleef voortgaan met
alleen aan het heden en aan zich ze'f
te denken.
Balda groeide op gelijk het toeval 't
wilde, zonder raad, zonder steun, aan
zich zelf overgelaten, omgaande met
wien zij verkoos en vooral met kleur
lingen, slaven en vrijen, die in menigte
het huis en het erf harer tante be
woonden, gelijk trouwens in het mee-
rendeel der huizen van de Braziliaan
sche bourgeoisie en aristocratie het
geval is.
Die slavenarbeid was zoo gering, dat
twee of drie vrije bedienden gemakke
lijk en beter het werk hadden kunnen
doen, waarvoor men nu minstens tien
negers gebruikte.
Onder tantc's kleurlingen was ook
een jonge quarteron, iemand van even
twintig jaar en bewonderenswaardig
mooi. Hij bezat tegelijk de schoonheid
van een klassiek beeld en de gepassi-
onneerde schoonheid van een ooster
ling, somtijds voortgebracht door de
kruising van het Afrikaansche ras, dat
de veerkracht, de dapperheid eri het
snel bruisende bloed en het vlugge be
grip aanbrengt.
Onder die mannen van gemengd
bloed zijn er, die u aan een Antonius en
pelijke mannen nog den haat niet uit
hun hart kunnen leggen,, en weigeren
zij saam te gaan met andere mannen
der wetenschap. Droevig verschijnsel
te droeviger naar mate het helaas nog
alom verspreid is en, gelijk we zagen,
maar al te veel nog wordt aangekweekt
en gevoed. Want niet eer dan wanneer
de wereld haar oorlogshaat zal hebben
afgelegd, kan zij tot inkeer komen, tot
besef van wat werd misdreven, tot in
zicht van wat moet worden hersteld en
weder opgebouwd
BEURSBESCHOUWINGEN.
De beurs weer onder den in
vloed van buitenlandsche facto
ren. De daling der Duitsche
en Fransche valuta hiervan de
voornaamste. Valuta-razernij
op de Berlijnsche beurs. Zal
(te Franc de Mark volgen
Nog geen botertje tot den boom
in ons tand. Een verrassende
remedie. De Amerikaansche
verkiezingen.
Over de effectenbeurs in engeren zin,
dat wil zeggen over den beurshandel,
valt er ditmaal al heel weinig te zeg
gen, omdat de handel, die eenige weken
lang een verlevendiging toonde, weer
aanmerkelijk is ingekrompen, zoodat
men vreest voor een terugkeer van de
apathische stemming, waaronder het
beursleven dit jaar en ook het vorig
jaar zoo zeer heeft geleden. Al is er
doorgaans nog een vaste ondergrond
te voelen, de politieke en [inancieele
onzekerheid schijnt op den handel op
nieuw beslag te leggen, hetgeen bij al
de verwikkelingen van dezen tijd ove
rigens geen wonder is. Ook wanneer
men aan alle gunstige factoren, welke
er om ons heen zijn t-e c mstateeren,
volle recht doet wedervaren, btijft" er
nog steeds voldoende reden voor een
minder optimistische toekomstbeschou
wing en het is zooals we de vorige
week reeds zeiden, goed dat de beurs
ook onder dat licht de koersen weer
eens bekijkt. Het is moeilijk uit te ma
ken wat thans de belangrijkste quaes-
tie is, waarmede men zich in deze da
gen bezig houdt, maar dat de beurs
zich het meest interesseert voor die van
Duitschland's en Frankrijk's financiën
staat wel buiten kijf. Voorzeker is de
provocatie der Turksche regeering te
Angora een ernstig feit, dat de ge
wraakte qualificatie, welke Lloyd
George van de Turken gaf „fighting
animals", vechtdieren en 'die naar
liet heet zooveel kwaad bloed zette, ten
volle rechtvaardigt, dat het in het Na
bije Oosten tot een oorlog zal komen,
wil er toch bij de meesten niet in en
men verwacht dat de handige John
Buil er wel weer een draal aan zal we
ten te geven. Politieke geschillen kun
nen door een verrassing worden opge
lost, financieele moeilijkheden echter
anderen die u aan Apollo doen denken.
De licht getinte, de bronsachtige huid
draagt niet weinig bij tot den wonder-
vollen glans dier weelderige schoonhe
den, waarbij men, evenals op de be
roemdste schilderijen, een harmonische
vereeniging vindt van kleur en vorm,
die gezamenlijk het geheel verheffen tot
den rang van een meesterstuk.
De door ons bedoelde jonge man
werd Morales eenoemd. Hii was een
slaat.
Als zoon van zijn eersten meester en
eener uitverkoren mulattin was hij met
zekere zorg groot gebracht en had hij,
steeds buiten allen arbeid gehouden,
een begin van opvoeding ontvangen
Zijn vader, tevens zijn meester, had
zekerlijk het plan gehad om hem eens
vrij te maken, maar de dood maakte
plotseling aan zijn bestaan een einde
zonder dat er in die richting iets was
gedaan.
De erfgenamen hij was gestorven
als weduwnaar zonder wettige nako
melingen verdeelden zijn goederen
en zijn slaven en de mooie Morales
werd door het lot aan Balda's tante met
andere slaven toebedeeld.
Die tante had spoedig genoeg de
nalatenschap opgemaakt en de slaven
weder van de hand gezet, maar zij
deed geen afstand van Morales, wiens
schoonheid en opvoeding haar ijdelheid
streelden, gelijk het menig ander het
bezit van een raspaard zou doert. Zij
vertrouwde hem de betrekking toe van
rentmeester over haar goederen en
belastte hem met het vereffenen harer
zaken, een titel en een betrekking ge
niet en waar heet het vraagstuk van
Duitschland's en Frankrijk's wissel
koersen feitelijk op niets anders berust
dan op een gapend tekort aan wat de
bevolking voor -de instandhouding van
het leven noodig heeft, kan men dit
probleem maar niet door een vernuftig
opgesteld plan uit de wereld helpen.
Vandiaar dat het in onze wereld de
„question bruiante", de brandende
quaestie blijft, waarvoor ook de beurs
het meest gevoelig is. In welk een
hoogst bedenkelijk stadium die quaes
tie gekomen is, blijkt wel uit den stand
der wisselkoersen, welke de laatste we
ken en dagen in een verontrustend tem
po gedaald zijn, hetgeen In de betrok
ken landen met een prijsstijging van
goederen en fondsen gepaard ging,
welke in Duitschiand fabelachtige ver
houdingen heeft aangenomen. De koers
van sommige aandeelen is ln Berlijn op
één dag meer dan verdubbeld, doordien
de noteeringen bij duizenden procenten
tegelijk opliepen de aandeelen der
Deutsche Kotonialges stegen bijvoor
beeld Woensdag jl. 40.000 en wie zal
zeggen -wat men er voor betalen zal,
wanneer dit artikel den lezer onder de
oogen komt. De effectenhandel aan de
Duitsche beurzen is een razernij ge
worden, een sauve qui peut, om zich
maar te ontdoen van de waardeloos
wordende Marken, waartegen geen re-
geeringsmaatregelen meer baten. Het
schrikbeeld van Oostenrijk en Rusland,
dat men eenige maanden geleden nog
verre waande, maar dat onbevooroor
deelde beschouwers met rassche schre
den zagen naderen, is bijkans werke
lijkheid geworden en wanneer de toe
stand nog niet in alles gelijk moge zijn,
dan is er tocli slechts een gradueel
verschil, welks verdwijning een quaes
tie van tijd is. De goede zijde van deze
ontmaskering van Duitschtands insol
vente positie is echter, dat ook de- Fran
sche regeering het oog er niet langer
voor kan sluiten en dat de commissie
voor het herstel thans tenminste naar
een concrete oplossing zoekt. Het was
niet te verwachten dat de neutrale des
kundigen voor de wederoprichting van
Duitsohlands geldwezen met nieuwe
fondsen zouden komen, het terrein was
daarvoor reeds te zeer van alle zijden
verkend en de voorsteilen, die thans
gedaan zijn, wijken niet noemenswaard
af van wat op vroegere financieele
conferenties in den treure als noodza
kelijk betoogd werd. De groote vraag
is ook nu echter zal de Fransche re
geering er naar willen luisteren of nog
eens -den kop in het zand steken, om
zoo den ondergang van den nabuur,
doch daarmede ook den ondergang van
eigen land af te wachten. Want dat er
een onlosmakelijk verband bestaat tus
schen het lot van Duitschiand en
Frankrijk, dat wordt uit den loop van
den Frankenkoers wel duidelijk. Een
halfjaar geleden noteerde Parijs nog 24
cent. einde October nog 18 cent, deze
heel voor de leus in een huishouding
als de hare, waar de wanorde en de
spilzucht tot een soort van eeredienst
waren verheven.
Balda was toen nog zeer jong, maar
zij bezat reeds het temperament en de
vroegrijpe hartstochten van de vrou
wen uit die landen, waar de tropische
zon de vruchten en de harten met ver
bazende snelheid doet rijpen. Zij was
alleen overgelaten aan haar lot en in
haar droefheid en de verveling van
haar afzondering vatte zij liefde op
voor Morales.
De liefde van Balda en van Morales
was oprecht en in zekeren zin naief, al
bleek ze ook niet rein. Het zedelij1'
gevoel ontbrak bij Balda nagenoeg
geheel. Wie had het ook ooit bij haar
ontwikkeld
Het begin was een droom, een roes,
een zwijmelkoorts, gepaard met verge
telheid en met minachting van de ove
rige wereld.
Maar het slot van het drama zou
vreeselijk zijn. De oude creoolsche
dame had weldra de verhouding be
grepen, die tusschen haar nicht en haar
lievelingsslaaf bestond. Op zekeren dag
was Morales verdwenen, spoorloos
verdwenen, Eerst geruimen tijd la'er
werd de sluier, die dit geheim bedekte,
gedeeltelijk opgelost. Het lijk van den
ongelukkige werd gevonden in een
rotskloof.
Ten einde een schandaal te vermij
den, had Balda's beschermster het la
ten voorkomen, of Morales door zelf
moord een einde aan zijn leven had
gemaakt. Ze had eenvoudig maar
week brokkelde de koers onder voort
durend aanbod af tot 16 cent en nu de
steen eenmaal aan 't rollen is, zal het
uiterst moeilijk vallen hem In zijn vaart
te stuiten.
Men vraagt zich thans af wat foch
wel de eigenlijke oorzaak van deze da
ling is en kan dan tot geen andere con
clusie komen dan dat zij schuilt in de
moeilijke financieele positie van het
land en in het psychologisch gevolg
van het uitblijven der Duitsche milliar-
den, waardoor het vertrouwen in het
Fransche geld ondermijnd wordt. Deze
beschouwing, die de En-gelsche Econo
mist geeft, is waarlijk geen ontdekking,
maar toch ook niet onjuist, want voor
al de phychologische factor mag in
dezen tijd niet worden onderschat. Wij
hebben reeds eenigen tijd geleden, naar
aanleiding van 'de rijzing aan de Parij-
sche beurs, de vraag gesteld of zulks
allicht niet uit „de vlucht voor de
franc" moest worden verklaard en
thans wordt het van allen kant beves
tigd, dat de Franschen hun fondsen
en hun papier, op het voorbeeld van
den Duitscher, in „goldwerte" omzet
ten. Daar komt dan bij, dat men de spe
culatie, die in Marken altijd a la hausse
was, ditmaal eens over den anderen
kant wil probeeren en nu om het hardst
a la baisse speculeert, hetgeen den
druk op den koers begrijpelijkerwijze
aanmerkelijk verzwaart, al ligt er met
een een aanwijzing in dat een redres
binnenkort niet is uitgesloten als de
contramineurs tot dekking overgaan.
Wanneer de frankenkoers 't niet houdt,
zal de Mark tinea recta naar beneden
gaan, maar de zig-zaglijn volgen en
voor de grijpvogels aan de beurs, nadat
zij zich aan Marken oververzadigd heb
ben, een aanlokkelijk aas zijn. Wanneer
er dus van een psychologische factor
gesproken wordt, als ooraak van de
daling, heeft men gelijk alleen maar,
die psychologische factor Is, evenals
de financieele positie, secundair, zij is
niet de grondoorzaak, want die ligt
dieper en meer verscholen. Die ligt in
het feit, dat we hierboven reeds noem
den, nl. dat Frankrijk een hiaat heeft
op zijn betalingsbalans, een groot te
kort op het stuk der levensmiddelen en
grondstoffenvoorziening, waardoor de
prijzen stijgen, de import wordt bevor
derd en straks noodwendig de bank-
biljettencirculatie moet worden ver
meerderd. De regeering zal dan erva
ren wat ze van Duitschiand nimmer
wilde gelooven, dat men tot inflatie
van het ruilmiddel kan worden ge
dwongen, wil men het economisch le
ven niet laten vastloopen. Maatrege
len tegen inflatie zijn belastinghef
fing tot de uiterste grens, krachtige
bezuiniging op de staatsuitgaven, uit
stel van niet dadelijk productieve wer
ken, zooals bijvoorbeeld de reconstruc
tie der verwoeste gebieden, maar wan-
schriftelijk of mondeling kennis te ge
ven, dat een slaaf zich had opgehangen
dan was zij van alle verantwoording af.
Men moet hieruit niet afleiden, dat
die tante een monster of zelts een
slechte vrouw was. Een slaaf telde
eenvoudig niet mede. Die werd, als het
zoo te pas mocht komen, met even
weinig gewetensbezwaar gedood als
een hond en de verschrikkelijkste aller
misdaden in de oogen eener Ameri
kaansche is een ongelijk huwelijk, dat
den kleurling zou kunnen verheffen tot
den rang van mensch.
De misstap van Balda bestond niet
in het feit, dat zij een minnaar had
gehad zulk een bagatel had de oude,
ongehuwde dame gemakkelijk genoeg
door de vingers kunnen zien maar
alleen hierin, dat zij een quarteron had
bemind, een slaaf Zie, dat wierp een
vlek op haar naam, op haar familie, die
tot eiken prijs moest worden uitge-
wischt.
Na verloop van acht dagen kwam
zij voor het eerst eens omzien naar
hare nicht, die al dien tijd als een ge
vangene in haar kamer was opgesloten
gebleven.
Balda begreep maar al te goed, welk
lot haar kind te wachten stond.
Zij zei niets en wist ook wel, dat
bidden en smeeken niets uitwerken zou,
evenmin als haar machtelooze woede.
Zij weende niet meer en klaagde
niemand haar nood. Maar op een goe
den dag was zij verdwenen, zonder da*
iemand wist hoe en zonder dat het
mogelijk was eenig spoor van haar te
ontdekken.
(Wordt vervolgd.)