HELS OLAK 1000 25 NIKKEL öRür MEN DINSDAG ÏO OCTOBER *11 lil door li III van een hand, 1K|| van 1 ZENDING Maatschappij van vaart jjjl^vdirma F. VAN DE VELDE Irjalstraat 58, Vlissingen. Iel. Interc. 10. Postrekening 66287. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zendag en algemeen erkende Christelijke Feestdagen. jÈcftNËfttAiNi) PFUILLËTON DE GESTOLEN BROCHE. Stads- tv Provincienieuwg kpapier. ■58 Ponden 11 as /O.I2-/O.I5, BXT IS-/ .8.25; Fransc^'g •55 Kronen (afgest E R i C h T. «tand 773.1 te Wisbv rstand 756.0 te Seyfe ■vond van 10 October ;e Oostelijke tot Zuid- •vebg tot licht of half 'lijk droog weer. Kans Zuiden. Zelfde tempe- TE VLISSINGEN. v.m. 3.30 4.— 4.38 n.m. 3.44 4.22 5.03 N D A kelijkheden, Openbare crgaderingen enz O - lederen avond bios- aanvang 8 uur. ■rdag- en Zondagmid- Dagelijks bioscoop- s avonds 8 uur. rdag- en Zondagmid- - „De Oude Vriend- rooneelvoorstelling de Brand in de Jonge ber* „De Oude s avonds 8 uur. Ver- nd- en zeemacht, lag 15 October. Soirée Prijsdansen eigen schuld, ed gevuld ;eld. gaat kasteelstraat. 1 <nop gaande van 'er steenen trap tat, Kerkhoflaan, ng, huize Ophir rand Hotel (ach- i ruimen beloo- >ezorgen bureau lwassenen als verdrijft men I met de be- tpoeders ïitan" /laria Wortel- Pekela. 85 drie doozen jgbaar bij de Wortelboer's ilb. - Rotterdam gen plaatsen-. PASSAOIERS 1 EN VEE. T. Vldd t.b. uur 8 8 bekomen Tramp. ei G. VOS. T. fiOIl. f.u, nut. 12 8 Exp, Tel. fHOORN, Tel. 153. 2RHOOT, TeL 282 TENHEK, Tal. 10! S1NGSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJSVoor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren 2.20 per 3 maanden. Franco door het geheele rijk ƒ2.50. Voor België ƒ4.15. Voor overige landen der Post-Unie 4.70. Afzonderlijke nummers 5 cent. ADVERTENTIEPRIJS: Van 1—4 regels ƒ1.10; voor iederen regel meer 26 ct. Familieberichten van 1—6 regels ƒ1.70. Bij abonnement speciale prijs. Reclames 52 cent per regel. Dienstaanbiedingen en -aanvragen 13 ct. per regel Deabonné's in 't bezit eener polis, zijn GRATIS verze kerd tegen ongelukken voor: gulden bij levens lange ongeschikt- I heid tot werken. p^DDgu'den bij doodrtftD gulden bij verlies A F* f\ gulden bij verlies 4 D D (|UU een ongeluk. (jUU voet of oog. i(|U een duim. JLUU gulden bij verlies van een wijsvinger. gulden bij verlies van eiken anderen vinger. Wijziging Huurcommissiewet. Bij de Tweede Kamer is thans inge- dier.d het wetsontwerp tot wijziging der Huurcommissie-wet en der Huuropzeg- «ingswet, zooals die reeds in ons nuni- tner van Zaterdag werden medegedeeld. Uit de toelichting op de artikelen blijkt, dat art. 12 zoodanig wordt ge wijzigd, dat op onduhbélzinnige wijze wordt opgelost de gerezen vraag of de gemeente betaalt met venliaal op het Rijk of omgekeerd. Er wordt nl. be paald, dat de kosten voldaan worden door de gemeente, die de 'helft van den Staat vergoed krijgt. De huurcoinmissie en de kantonrechter kunnen intusschen dc kosten, die noodeloos worden aan gewend, laten voor rekening van de partij, die ze aanwendde. Art. 3 is zoodanig geredigeerd, dat voortaan nieuwe buurcommissies niet kunnen worden ingesteld zonder mede werking van den minister van arbeid. Het geldende tweede lid van art. 15 laat slechts algohcele opheffing der wet toe. De Kroon kan dus geen reke ning ihouden met plaatselijke omstan digheden. De ontwikkeling van den toestand is evenwel niet overal gelijk. Vooral in de 'groote gemeenten is de toestand nor niet van dien aard dat de huurcommissies kunnen vervallen. Dooi de nieuwe ontworpen redactie van art. 15 zal de wet ook plaatselijk buiten werking kunnen worden gesteld. De in krimping van de werking der wet kan dan gelijken tred houden met de ont wikkeling van de omstandigheden, waardoor noodelooze kosten worden bespaard. De buitenwerkingstellirvg der Huur commissiewet brerrgt niet van zelf met zich niet-toepasselijkheid der Huur- cpzeggingswet. Het is niet buitengesloten, dat in een gemeente dc Huurcommissiewet kan vervallen, maar dat dc huuropzeggmss- wet voorloopig nog moet blijven wer ken. He: zou oneconomisch zijn dan toch de kosten eener huuncommissie te blijven maken. De regeering meent djt de beslissing in zaken van huuropzeg- ging in zulke gevallen zonder bezwaar direct aan den kantonrechter kan wor den toevertrouwd. Ten einde te voorkomen, dat ge meentebesturen, na de indiening van dit wetsontwerp nieuwe huurcommis sies zouden instellen welke onnoodig te achten zijn, wordt bepaald, dat na 6 October ji. ingestelde huurcommissies slechts gehandhaafd, blijven, indien voor die instelling de goedkeuring van dén minister van arbeid is of wordt verkregen. Het kiesreglement voor de Katholieke Staatspartij. Naar het „Huisgezin" verneemt, 'heeft prof. dr. J. A. J. Barge te Leiden, het voorzitterschap aanvaard der commis- 22) Rudolf dacht op dit oogenblik niet aan den valsehen naam, waarvan zij zich bediend had, en ook niet aan de sprekende gelijkenis met Greta Willi— sen, die hem toch reeds opgevallen was. Hij dacht slechts hieraan dat zij zonder twijfel onschuldig was en dat voor haar daarom ter wille van haar zielsrust de waarheid verborgen moest blijven zoolang het maar eenigszins mogelijk was. Hij zelf daarentegen moest de waarheid uitvorschen, de ge- Jieeie waarheid, want het gmg hier Immers 0111 de eer van een ander be klagenswaardig schepsel, dat geboet en geleden had door eens anders schuld „Inderdaad", zei hij, zich tot de grootste kalmte dwingend, „het schijnt dat hier een verwisseling van feiten plaats heeft. Antwoordt tl me echter in 's hemelshaam op een enkele vraag kent u een zekere mevrouw Haller in B. „Stellig zij is mijn tante - de zus ter van mijn overleden moeder." „En uw vader was het, die u dc vlin derbroche gaf, nadat nadat hij bij deze mevrouw Halier was geweest Thans sprong zij van haar verheven zitplaats omlaag en werkelijke veront waardiging lag op haar gelaat te lezen. „Dif verhoor is belachelijk, mijnheer sie, die zich zal belasten met het ont werpen van een algemeen kiesregle ment voor de Katholieke Staatspartij. De Democratische Partij. De Democratische Partij zal Zater dag 28 October in café Krasnapolsky te Amsterdam een algemeene ledenver gadering houden. De agenda vermeldt o.a. een voorstel tot deelneming aan de Staten- en Gemeenteraadsverkiezingen. Sociaal-Anarchistisch Verbond. Zondag werd te Utrecht een druk bezochte vergadering gehouden van anarchisten, teneinde te komen tot Stichting van een organisatie. Na uitvoerige besprekingen werd de grondslag van de nieuwe organisatie als volgt vastgesteld Het sociaal-anarchistisch verbond strijdt voor een vrije maatschappij van vrije menschen. Zulk een maatschappij is slechts mogelijk in een samenleving waarin de regeering van menschen ver vangen is door de exDioitatie van din gen. Zij heeft tot voorwaarde anarchie regeeringloiosheid, opheffing van eiken staat en verdwijning van alle heer schappij. Het S. A. V. bestrijdt onver zoenlijk de kapitalistische maatschap pij, danr deze berust op bevoorrech ting van de kapitaal-bezittende klasse en onderdrukking van de grootere, bc- ziitfooze. Het keert zjclt tegen toonstel sel, ondernemersdom, bureaucratie, ju stitie, politie, gevangenissen^ militairis- 111e, onderdrukking van sekse en ras. Het S. A. V. stelt- zich ten doel een vrije gemeenschap, welke door federa- tief geregelde voortbrenging en ver deeling der goederen een menschwnar- dig bestaan verschaft aan elk individu, een gemeenschap waarin alle maat schappelijke en cultureele arbeid berust op vrijwillige samenwerking van per soonlijkheden, die volgens vrije over eenkomst welbewust handelen. Besloten werd tof stichting van een landelijke federatie onder den naam Sociaal-Anarchistisch Verbond. Tot leden van het uitvoerend comité werden benoemd de heeren Albert de Jong te Amsterdam. Jo Meyer te Oos terbeek, B. de Ligt te 's-Gravenhage H. Eikeboom te Amsterdam, C. Koen- ders te Zuilen, P. van der Kraats te Rotterdam en K. Wouda le Krommenie. De voorgenomen pensioenaftrek. De R. Katii. Centrale van Burgerlijk Overheidspersoneel 'heeft Zaterdag ver gaderd ter bespreking van 'hare hou ding in zake medewerking met andere Cen'tralcs bij de actie tegen den door de regeering voorgenomen pensioen- aftrek. Eenparig was men van oordeel, dat men tot bedoelde samenwerking niet kan komen, alleen al omdat de ver bonden Centrales als laatste middel, het daadwerkelijk verzet tot het hunne maken. En ik heb geen zin 11 yerder te woord te staan. Ik weet immers heel goed, met welke bedoeling u plotseling deze laffe rol van rechter van instructie be gint te spelen". „Hoe u weet dat, juffrouw van Ranlen „Natuurlijk I Het is vanwege dat on- noozele visitekaartje van mijn vriendin Meianie, dat ik u inplaats van het mijne gaf. Daarom acht u zich thans ge rechtigd, mij verschrikt en angstig te maken, opdat ik u als een boetvaardige zondares om vergiffenis zou smeeken. of opdat ik misschien zelfs foei, ik cfurf het niet eens zeggen. Maar 11 heeft zich in mij. vergist. Ik wil niet meer met u te maken hebben en ik verzoek u, mij mijns weegs te laten gaan." Zij had haar bergstou £n iiocdje snel opgenomen en stormde Rudolf voorbij, terwijl zij hem nog een laatsten fonkelenden blik toewierp. Hij deed echter geen poging haar tegen te hou den, want het was hem alsof al ziin ledematen verlamd waren en hij was niet in staat een woord te uiten o( ook maar een heldere gedachte te vormen. Eerst na verloop van verscheidene mi nuten kwam hij uit de rotsblokken te voorschijn en ging het bosch in. Zijn houding was gebogen, alsof er een zware last op zijn schouders drukte, cn hij daalde langzaam bergafwaarts a's iemand, die zeker is, dat hem aan het einddoel van zijn weg niets anders te wachten staat dan hafteleed en bittere ontgoocheling. Van Lili zag hij niets meer, maar Geldverspilling. In het „Rotterdamsch Nieuwsblad" komt wekelijks een gedicht voor van j. H. Speenhoff. Zaterdag .heeft hij het volgende ge dicht geplaatst Als we zien wat we verspillen Wat er bij den afval gaat, Wat er roekeloos verknoeid wordt E'n maar slingert langs de straat... Als we even op gaan tellen Wat die massa vuilnis kost. Vormt het bij bezuinigingen Zeker een miHioenenpost. Drukwerk, kranten, enveloppen, Zakjes, doosjes, pakpapier, Spijkers en sardineblikjes, Afval van d'en winkelier, Gloeilampjes en appelschillen, Olie, suiker, koffie, vet, Spelden en sicaren-eindjes, Restjes van een sigaret. Leidingwater, lucifertjes, Sintels, emmers, potten, gas, Hoeden, Obocolade-busjes, Schoenen, lappen, pennen, glas, Borstels en sigarenkistjes, Steenen, manden, korsten brood. Boaken, naalden, kruiken, flesschen, Medicijnen, hout en lood. 't ls niet alles op te noemen, Wat er maar verslingerd wordt. Weelde-resten worden vluchtig Op dtn vuilnishoop gestort. Als we alles konden schatten Wat verroest, bederft, vergaat, Was er heel wat te besparen In den Nederlandsehen Staat. Voor een'dubbeltje aan af\al Gaat per dag per hoofd er aan. Op een dertigtal millioenen Komt dit ons per jaar te staan. Als een vuilnis-ministerie Krachtig aan den arbeid ging Kwa/.n men met een weinig moeite Tot een pracht-bezuiniging. MODERNE RECHTBANKSCHETSEN. (Diverse kiekjes uit liet Anistei(toni sche Palelis van justitie). Voor de groene tafel op een stoel een heer met donkerbruine gelaatskleur en groote brillenglazen. Doet denken aan een Oosterling, vooral als wij bij het binnenkomen hem zangerig vreemd- zoete leiank-combfnaties 'hooren uiten. Maar al spoedig bemerken wij dat de heer J. Hoekvcen een verbazend knap pe Nederlander is, de Chineesche tolk, die zeker menig jaar onder de ex-Iang- staarten heeft doorgebracht. Hij is de eenïge, die met let Tsait, ex-stoker van de „Nederland" en moordenaar van mr. Yung, kan spreken. En ook met een Chineeschen getuige a charge, die tus- schen zijn moedertaal door een soort Engelsch brabbelt doch waaruit n'e_ mand een goede zin kan distilleeren. Onbeweeglijk zit de jonge, tengere doodkalme, fatsoenlijk uitziende, indruk makende of hij geen viicg kwaad zou doen de moordenaar in de bank der beklaagden. Het zal een moeilijke taak zijn voor voor in het dorp riep iemand hem bij den naam en doctor Siahlsehmidt hield hem bij de slip van zijn jas vast, omdat hij wel aan Rudolfs gezicht kon zien, dat deze niet genegen was iemand te woord te staan „Nu heb ik het uitgevischt, wie zij is", fluisterde hij hem gewichtig en ge heimzinnig toe. „En ik acht het mijn plicht je te waarschuwen." „Mij te waarschuwen voor wie „Voor de kleine tooverheks met de prachtvolle oogen, of liever voor haar vader, want van .het meisje kan men tot op heden niet veel kwaads vertel len, of het moest dan zijn de vrije op vattingen, die zii er op nahoudt. Maar de oude van Ranten schijnt een heel gevaarlijke kerel te wezen een alge meen bekende doorbrenger, die het groote vermogen van zijn gestorven vrouw reeds lang verkwist heeft en een vrijgevochten leventje lijdt volgens Lili's recept. Men beschreef hem. mij als een beroepsspeler en avonturier ais iemand die den eenen dag met briefjes van honderd smijt en den anderen dag niet meer weet hoe hij aan den kost moet komen. Sedert twee jaar is hij onvermoeid op jacht naar een rijken schoonzoon, want hij beschouwt het mooie gezichtje van zijn dochter ver moedelijk als zijn beste troefkaart. Of jij in zulke omstandigheden ook maar eenigszins kans hebt en of het aanbe velenswaardig zou zijn, nauwere fami liebetrekkingen met den heer van Ran ten aan te knoopen, laat ik na deze beslist vertrouwelijke mededeelingen den rechter een billijk vonnis te vellen, waar hij zoo geheel staat buiten de toe standen in die gele wereld van opium, halt-goden en vuurwapenen, zoo moei lijk de draagwijdte der verzachtende omstandigheden kan beoordeelen, zich zoo moeilijk in zijn nationale begrippen van goed en kwaad kan indenken. Daar verschijnt als getuige een piepjong Hoilandsch meisje, de vrouw van een Chinees, die bijna niet durft te spreken, wijl dit gevaarlijk voor haar man kan zijn. Zij, het onontwikkelde volkskind weet waarschijnlijk van die rare Chi— neezen méér af, dan rechters en advo caten tesamen. 't Is of die gele men schen thuis behooren op een andere planeet, zoover staan ze van ons af. Als iets heel gewoons komen ze verkla ren dat mr. Jung geld beloofde om moorden te plegen, doch als 't gebeurd was zijn woord niet hield. En ik neem aan dat 't dan lastig was voor de sehuldeischers om via den kantonrech ter bun geld binnen te krijgen. Aclit jaar is de eisch. Dat komt item toe. Maar ntr. Van Menk, let Tsait's verdediger denkt er anders over. Wijst er op dat ook zijn cliënt een menseh is al is 't dan ook een ander menseh dan wij, dat hij, daar ver weg in Kanton een oude vader en moeder heeft zitten en een zusje dat hij geheel onderhoudt voor wie de 25 bestemd waren, die men nog bij hem vond. Dat de ver moorde hem belette door arbeid zijn brood te verdienen. Dat toen let hem in 't huis van bewaring gevraagd had hoeveel hij krijgen zou, hij op 't ant woord 'k denk een jaar of vier met zelfmoord had gedreigd. En nu acht. Terwijl hij weet dat zij die in Kanton bleven van ellende zullen omkomen, hij met niemand, met geen cipier ooit een woord zal kunnen spreken, 't Is treurig maar de bschaafde maatschappij moet beschermd worden tegen woestelingen ais deze. Maar er geschieden méér dingen, die in-treurig zijn. Bijv. dat een andere kleurling, die er zijn beroep van maakt medemenschen ai te ranselen, blauwe oogen te stompen, desnoods een arm of been stuk te slaan deze week als een held, 'n genie hier te lande is ontvangen, wijl hij bij zulk een spel van woeste beesfetijkheid de ma tador bleek te zijn Is het niet treurig, dat tegen zulk een grandiose ontvangst een kaakslag voor onze beschaving geen krachtig protest is gerezen En is het niet nog diep-treuriger, da! een onzer groote dagbladen, dat toch het voorbeeld moest geven om waar achtige moraliteit, d,at ruwe kraclit- niensch levend en terend van la béte humaine in foto als held ot genie in haar blad verheerlijkt. Net alsof In de rechtszaal is het niet altijd treu rig. Bij den politierechter vooral gai- loppeert de volkshumor soms lustig voort. Maandag j.l. hoorde men in de zitting méér 'bon-mots dan in tien blij spelen in 't Grand Theatre. No. I. Bloemenkoopman op den Zeedijk. 15 Maart j.l. geverbaliseerd. Wel een bewijs dat het instituut van den politie-rechter hoog noodig is. Had aan je eigen oordeel over." „Het is goed, Stahlschmidt", zei Ru- dolf verstrooid. „Ik dank Je zeer voor je vriendschappelijlcen raad. Maar ik verzoek je mij te verontschuldigen, want ik kan me thans niet langer op houden. Een zeer gewichtige zaak. die geen uitstel kan dulden, roept mij naar huis". Hij ging heen, maar de verhuurster, wier kamer zich vlak onder de zijne bevond en die zich tot nog toe verheugd had over het rustige en kalme wezen van den jongen man, wist maar geen verklaring te vinden, waarom hij van daag mei de rusteloosheid van een ge vangen roofdier daar boven heen en weer liep. IX. Dat het hem zóó moeilijk, zoo ont zettend zwaar zou kunnen vallen een besluit te nemen en zich tot een beslis sende daad te vermannen, hoewel dat gene, dat gebeuren moest, hem zoo duidelijk voor den geest stond had Rudolf nooit voor mogelijk gehouden. De geheele samenhang der verschillen de dingen stond hem toch volkomen helder voor oogen. Hij wist thans, dat hij den naam van den heer van Ranten als dien van een zwager van mevrouw Haller naar aan leiding van het proces tegen Greta Wil- liscn had hooren noemen, en het was na Lili's mededeelingen ook aan geen twijfel onderhevig, dat hij de dief van de vlinderbroche geweest was. Hoe diep moest deze dief en doorbrenger wel een paar agenten uitgescholden be weert dat het niet tegen hen was. O M. vraagt 25 of tien dagen. Koopman vraagt dringend voorwaardelijk, kan de boete niet betalen. Rechter veroordeelt hem tot 15 of !5 dagen. Koopman vraagt of mijnheer het niet zoo maken kan als die andere mijnheer gezegd heeft. Rechter antwoordt dat het von nis geveld is- „Nou", antwoordt bek!., terwijl hij zijn pet op zet, „dan wordt L' bedankt". Volgende zaak 'n onverschillige jongen, had z'n vrouw 35 huishoud geld gegeven en twee dagen later was er al geen eten meer op tafel. Ruzie, borreltje op, huisraad stukgeslagen, politie, verzet. Rechter begrijpt wei eenigszins bekl.'s ontstemming, maar vindt het toch dom dat hij daarom de schalen en borden heelt stuk geslagen. „Maar mijnheer, repliceert de „onver schillige jongen" in Hoog-Katten- burgsch, wat heb ik nou aan die leege schalen en borden als ik toch niets te vreten krijg En als ten slotte een bekend hande laar in tweede handskleeren zijn neef op de beklaagdenbank 'heeft gebracht omdat deze hem in verband met een geldkwestie voor „dief" en oplichter heeft uitgescholden en de rechter op merkt dat je tegen een oplichter nog geen „oplichter" mag zeggen (Edei- achtb. herstelde natuurlijk later d't verspreken) dan weten we dat zelfs hier humor niet ontbreekt. H. H. Jr. VLISSINGEN, 10 OCTOBER. Tournee Henri de Vries. Waar de naam Henri de Vries ge noemd wordt als acteur, daar verwacht men onmiddellijk te hooren „Brand in ae Jonge Jan", want dit stuk van den dezer dagen jubileerenden Herman Heijermans heeft hem beroemd ge maakt. Hij alleen hoe hij het doet is Ihaast onbegrijpelijk speelt daarin niet minder dan 7 rollen, die o zoo ver uit elkaar loopen. Daar is hij ten eerste de eigenaar van „de Jonge Jan", maar cok de veldwachter daar speelt hij de rol van den simpeldoenden broer en die van den geslepen kruidenier hij geeft een uitbeelding van den schoon vader, den welgedanen herbergier en van den verver. Door de creatie van al deze rollen draagt hij het stuk, dat niets meer bevat dan het vooronder zoek door den officier van justitie ia een branstichtingszaakje. Zoowel deze laatste als Henri de Vries gaven heerlijk spel te zien, hier in dit wereldbekende stuk, maar ook in het voorstuk, dat een uit het Engelsch vertaald blijspel in 3 bedrijven was. Hoe het komt is moeilijk te zeggen, maar een feit is het, dat spel van beroepsacteurs het meer „doet" dan dat van dillettanti, zelfs bij de een voudigste gegevens. Want wat was nu eigenlijk de inhoud van Meneer Pint Een vrouw, die zich weduwe acht van iemand, die zich niet eervol heeft ge dragen in de maatschappij, trouwt voor de tweede maal met een heer uit den gezonken zijn, hoe geheel en al moest zijn smadelijke levenswijze het laatste sprankje eer- en schaamtegevoel in hem verstikt hebben, dat hij zich van zijn niets vermoedend, onschuldig kind had kunnen bedienen, 0111 de aangevangen misdaad ten einde te brengen En de ellendeling had bovendién nog stilzwijgend toegezien, dat men een ander in zijn plaats gestraft had. hij had geen vinger uitgestoken om te ver hinderen, dat door zijn schuld een jong menschenleven voor altijd geknakt en verwoest werd. Waarlijk, ten opzichte van zulk een afschuwelijke nietswaar digheid moest men ieder medelijdend aarzelen als een groote zonde beschou wen I Indien iemand anders hem de vraag gesteld had hoe in dit geval ge handeld moest worden, dan zou Rudolf zonder nadenken geantwoord hebben, dat de aanklacht bij de bevoegde auto riteiten onmiddellijk moest worden in gediend en dat er geen seconde meer gewacht mocht worden om liet proces inzake Greta Willisen te herzien. Nu echter, nu hij niemand anders dan zichzelf op deze vraag moest antwoor den, nu kon hij ondanks allen strijd en overpeinzingen maar niet tot een rede lijk besluit komen. Hij kon immers niet den strijd tegen den misdadiger aan binden, zonder tevens ook diens onge lukkig kind te treffen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1922 | | pagina 1