HELS
OLAK
1000
25
NIKKEL
öRür
MEN
DINSDAG
ÏO OCTOBER
*11 lil door li III van een hand, 1K|| van
1
ZENDING
Maatschappij van
vaart
jjjl^vdirma F. VAN DE VELDE Irjalstraat 58, Vlissingen. Iel. Interc. 10. Postrekening 66287.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zendag en algemeen erkende Christelijke Feestdagen.
jÈcftNËfttAiNi)
PFUILLËTON
DE GESTOLEN BROCHE.
Stads- tv Provincienieuwg
kpapier.
■58 Ponden 11 as
/O.I2-/O.I5, BXT
IS-/ .8.25; Fransc^'g
•55 Kronen (afgest
E R i C h T.
«tand 773.1 te Wisbv
rstand 756.0 te Seyfe
■vond van 10 October
;e Oostelijke tot Zuid-
•vebg tot licht of half
'lijk droog weer. Kans
Zuiden. Zelfde tempe-
TE VLISSINGEN.
v.m.
3.30
4.—
4.38
n.m.
3.44
4.22
5.03
N D A
kelijkheden, Openbare
crgaderingen enz
O
- lederen avond bios-
aanvang 8 uur.
■rdag- en Zondagmid-
Dagelijks bioscoop-
s avonds 8 uur.
rdag- en Zondagmid-
- „De Oude Vriend-
rooneelvoorstelling
de Brand in de Jonge
ber* „De Oude
s avonds 8 uur. Ver-
nd- en zeemacht,
lag 15 October.
Soirée Prijsdansen
eigen schuld,
ed gevuld
;eld.
gaat
kasteelstraat. 1
<nop gaande van
'er steenen trap
tat, Kerkhoflaan,
ng, huize Ophir
rand Hotel (ach-
i ruimen beloo-
>ezorgen bureau
lwassenen als
verdrijft men
I met de be-
tpoeders
ïitan"
/laria Wortel-
Pekela. 85
drie doozen
jgbaar bij de
Wortelboer's
ilb. - Rotterdam
gen plaatsen-.
PASSAOIERS
1 EN VEE.
T. Vldd
t.b. uur
8
8
bekomen
Tramp. ei
G. VOS.
T. fiOIl.
f.u, nut.
12
8
Exp,
Tel.
fHOORN, Tel. 153.
2RHOOT, TeL 282
TENHEK, Tal. 10!
S1NGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJSVoor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren 2.20
per 3 maanden. Franco door het geheele rijk ƒ2.50. Voor België ƒ4.15.
Voor overige landen der Post-Unie 4.70. Afzonderlijke nummers 5 cent.
ADVERTENTIEPRIJS: Van 1—4 regels ƒ1.10; voor iederen regel meer 26 ct.
Familieberichten van 1—6 regels ƒ1.70. Bij abonnement speciale prijs.
Reclames 52 cent per regel. Dienstaanbiedingen en -aanvragen 13 ct. per regel
Deabonné's in 't bezit eener
polis, zijn GRATIS verze
kerd tegen ongelukken voor:
gulden bij levens
lange ongeschikt- I
heid tot werken.
p^DDgu'den bij doodrtftD gulden bij verlies A F* f\ gulden bij verlies 4 D D
(|UU een ongeluk. (jUU voet of oog. i(|U een duim. JLUU
gulden bij verlies
van een
wijsvinger.
gulden bij verlies
van eiken
anderen vinger.
Wijziging Huurcommissiewet.
Bij de Tweede Kamer is thans inge-
dier.d het wetsontwerp tot wijziging der
Huurcommissie-wet en der Huuropzeg-
«ingswet, zooals die reeds in ons nuni-
tner van Zaterdag werden medegedeeld.
Uit de toelichting op de artikelen
blijkt, dat art. 12 zoodanig wordt ge
wijzigd, dat op onduhbélzinnige wijze
wordt opgelost de gerezen vraag of de
gemeente betaalt met venliaal op het
Rijk of omgekeerd. Er wordt nl. be
paald, dat de kosten voldaan worden
door de gemeente, die de 'helft van den
Staat vergoed krijgt. De huurcoinmissie
en de kantonrechter kunnen intusschen
dc kosten, die noodeloos worden aan
gewend, laten voor rekening van de
partij, die ze aanwendde.
Art. 3 is zoodanig geredigeerd, dat
voortaan nieuwe buurcommissies niet
kunnen worden ingesteld zonder mede
werking van den minister van arbeid.
Het geldende tweede lid van art. 15
laat slechts algohcele opheffing der
wet toe. De Kroon kan dus geen reke
ning ihouden met plaatselijke omstan
digheden. De ontwikkeling van den
toestand is evenwel niet overal gelijk.
Vooral in de 'groote gemeenten is de
toestand nor niet van dien aard dat de
huurcommissies kunnen vervallen. Dooi
de nieuwe ontworpen redactie van art.
15 zal de wet ook plaatselijk buiten
werking kunnen worden gesteld. De in
krimping van de werking der wet kan
dan gelijken tred houden met de ont
wikkeling van de omstandigheden,
waardoor noodelooze kosten worden
bespaard.
De buitenwerkingstellirvg der Huur
commissiewet brerrgt niet van zelf met
zich niet-toepasselijkheid der Huur-
cpzeggingswet.
Het is niet buitengesloten, dat in een
gemeente dc Huurcommissiewet kan
vervallen, maar dat dc huuropzeggmss-
wet voorloopig nog moet blijven wer
ken. He: zou oneconomisch zijn dan
toch de kosten eener huuncommissie te
blijven maken. De regeering meent djt
de beslissing in zaken van huuropzeg-
ging in zulke gevallen zonder bezwaar
direct aan den kantonrechter kan wor
den toevertrouwd.
Ten einde te voorkomen, dat ge
meentebesturen, na de indiening van
dit wetsontwerp nieuwe huurcommis
sies zouden instellen welke onnoodig
te achten zijn, wordt bepaald, dat na 6
October ji. ingestelde huurcommissies
slechts gehandhaafd, blijven, indien
voor die instelling de goedkeuring van
dén minister van arbeid is of wordt
verkregen.
Het kiesreglement voor de Katholieke
Staatspartij.
Naar het „Huisgezin" verneemt, 'heeft
prof. dr. J. A. J. Barge te Leiden, het
voorzitterschap aanvaard der commis-
22)
Rudolf dacht op dit oogenblik niet
aan den valsehen naam, waarvan zij
zich bediend had, en ook niet aan de
sprekende gelijkenis met Greta Willi—
sen, die hem toch reeds opgevallen
was. Hij dacht slechts hieraan dat zij
zonder twijfel onschuldig was en dat
voor haar daarom ter wille van haar
zielsrust de waarheid verborgen moest
blijven zoolang het maar eenigszins
mogelijk was. Hij zelf daarentegen
moest de waarheid uitvorschen, de ge-
Jieeie waarheid, want het gmg hier
Immers 0111 de eer van een ander be
klagenswaardig schepsel, dat geboet en
geleden had door eens anders schuld
„Inderdaad", zei hij, zich tot de
grootste kalmte dwingend, „het schijnt
dat hier een verwisseling van feiten
plaats heeft. Antwoordt tl me echter in
's hemelshaam op een enkele vraag
kent u een zekere mevrouw Haller
in B.
„Stellig zij is mijn tante - de zus
ter van mijn overleden moeder."
„En uw vader was het, die u dc vlin
derbroche gaf, nadat nadat hij bij
deze mevrouw Halier was geweest
Thans sprong zij van haar verheven
zitplaats omlaag en werkelijke veront
waardiging lag op haar gelaat te
lezen.
„Dif verhoor is belachelijk, mijnheer
sie, die zich zal belasten met het ont
werpen van een algemeen kiesregle
ment voor de Katholieke Staatspartij.
De Democratische Partij.
De Democratische Partij zal Zater
dag 28 October in café Krasnapolsky
te Amsterdam een algemeene ledenver
gadering houden. De agenda vermeldt
o.a. een voorstel tot deelneming aan de
Staten- en Gemeenteraadsverkiezingen.
Sociaal-Anarchistisch Verbond.
Zondag werd te Utrecht een druk
bezochte vergadering gehouden van
anarchisten, teneinde te komen tot
Stichting van een organisatie.
Na uitvoerige besprekingen werd de
grondslag van de nieuwe organisatie
als volgt vastgesteld
Het sociaal-anarchistisch verbond
strijdt voor een vrije maatschappij van
vrije menschen. Zulk een maatschappij
is slechts mogelijk in een samenleving
waarin de regeering van menschen ver
vangen is door de exDioitatie van din
gen. Zij heeft tot voorwaarde anarchie
regeeringloiosheid, opheffing van eiken
staat en verdwijning van alle heer
schappij. Het S. A. V. bestrijdt onver
zoenlijk de kapitalistische maatschap
pij, danr deze berust op bevoorrech
ting van de kapitaal-bezittende klasse
en onderdrukking van de grootere, bc-
ziitfooze. Het keert zjclt tegen toonstel
sel, ondernemersdom, bureaucratie, ju
stitie, politie, gevangenissen^ militairis-
111e, onderdrukking van sekse en ras.
Het S. A. V. stelt- zich ten doel een
vrije gemeenschap, welke door federa-
tief geregelde voortbrenging en ver
deeling der goederen een menschwnar-
dig bestaan verschaft aan elk individu,
een gemeenschap waarin alle maat
schappelijke en cultureele arbeid berust
op vrijwillige samenwerking van per
soonlijkheden, die volgens vrije over
eenkomst welbewust handelen.
Besloten werd tof stichting van een
landelijke federatie onder den naam
Sociaal-Anarchistisch Verbond.
Tot leden van het uitvoerend comité
werden benoemd de heeren Albert de
Jong te Amsterdam. Jo Meyer te Oos
terbeek, B. de Ligt te 's-Gravenhage
H. Eikeboom te Amsterdam, C. Koen-
ders te Zuilen, P. van der Kraats te
Rotterdam en K. Wouda le Krommenie.
De voorgenomen pensioenaftrek.
De R. Katii. Centrale van Burgerlijk
Overheidspersoneel 'heeft Zaterdag ver
gaderd ter bespreking van 'hare hou
ding in zake medewerking met andere
Cen'tralcs bij de actie tegen den door
de regeering voorgenomen pensioen-
aftrek.
Eenparig was men van oordeel, dat
men tot bedoelde samenwerking niet
kan komen, alleen al omdat de ver
bonden Centrales als laatste middel,
het daadwerkelijk verzet tot het hunne
maken.
En ik heb geen zin 11 yerder te woord
te staan. Ik weet immers heel goed,
met welke bedoeling u plotseling deze
laffe rol van rechter van instructie be
gint te spelen".
„Hoe u weet dat, juffrouw van
Ranlen
„Natuurlijk I Het is vanwege dat on-
noozele visitekaartje van mijn vriendin
Meianie, dat ik u inplaats van het mijne
gaf. Daarom acht u zich thans ge
rechtigd, mij verschrikt en angstig te
maken, opdat ik u als een boetvaardige
zondares om vergiffenis zou smeeken.
of opdat ik misschien zelfs foei, ik
cfurf het niet eens zeggen. Maar 11 heeft
zich in mij. vergist. Ik wil niet meer met
u te maken hebben en ik verzoek u, mij
mijns weegs te laten gaan."
Zij had haar bergstou £n iiocdje
snel opgenomen en stormde Rudolf
voorbij, terwijl zij hem nog een laatsten
fonkelenden blik toewierp. Hij deed
echter geen poging haar tegen te hou
den, want het was hem alsof al ziin
ledematen verlamd waren en hij was
niet in staat een woord te uiten o( ook
maar een heldere gedachte te vormen.
Eerst na verloop van verscheidene mi
nuten kwam hij uit de rotsblokken te
voorschijn en ging het bosch in. Zijn
houding was gebogen, alsof er een
zware last op zijn schouders drukte, cn
hij daalde langzaam bergafwaarts a's
iemand, die zeker is, dat hem aan het
einddoel van zijn weg niets anders te
wachten staat dan hafteleed en bittere
ontgoocheling.
Van Lili zag hij niets meer, maar
Geldverspilling.
In het „Rotterdamsch Nieuwsblad"
komt wekelijks een gedicht voor van j.
H. Speenhoff.
Zaterdag .heeft hij het volgende ge
dicht geplaatst
Als we zien wat we verspillen
Wat er bij den afval gaat,
Wat er roekeloos verknoeid wordt
E'n maar slingert langs de straat...
Als we even op gaan tellen
Wat die massa vuilnis kost.
Vormt het bij bezuinigingen
Zeker een miHioenenpost.
Drukwerk, kranten, enveloppen,
Zakjes, doosjes, pakpapier,
Spijkers en sardineblikjes,
Afval van d'en winkelier,
Gloeilampjes en appelschillen,
Olie, suiker, koffie, vet,
Spelden en sicaren-eindjes,
Restjes van een sigaret.
Leidingwater, lucifertjes,
Sintels, emmers, potten, gas,
Hoeden, Obocolade-busjes,
Schoenen, lappen, pennen, glas,
Borstels en sigarenkistjes,
Steenen, manden, korsten brood.
Boaken, naalden, kruiken, flesschen,
Medicijnen, hout en lood.
't ls niet alles op te noemen,
Wat er maar verslingerd wordt.
Weelde-resten worden vluchtig
Op dtn vuilnishoop gestort.
Als we alles konden schatten
Wat verroest, bederft, vergaat,
Was er heel wat te besparen
In den Nederlandsehen Staat.
Voor een'dubbeltje aan af\al
Gaat per dag per hoofd er aan.
Op een dertigtal millioenen
Komt dit ons per jaar te staan.
Als een vuilnis-ministerie
Krachtig aan den arbeid ging
Kwa/.n men met een weinig moeite
Tot een pracht-bezuiniging.
MODERNE RECHTBANKSCHETSEN.
(Diverse kiekjes uit liet Anistei(toni
sche Palelis van justitie).
Voor de groene tafel op een stoel een
heer met donkerbruine gelaatskleur en
groote brillenglazen. Doet denken aan
een Oosterling, vooral als wij bij het
binnenkomen hem zangerig vreemd-
zoete leiank-combfnaties 'hooren uiten.
Maar al spoedig bemerken wij dat de
heer J. Hoekvcen een verbazend knap
pe Nederlander is, de Chineesche tolk,
die zeker menig jaar onder de ex-Iang-
staarten heeft doorgebracht. Hij is de
eenïge, die met let Tsait, ex-stoker van
de „Nederland" en moordenaar van
mr. Yung, kan spreken. En ook met een
Chineeschen getuige a charge, die tus-
schen zijn moedertaal door een soort
Engelsch brabbelt doch waaruit n'e_
mand een goede zin kan distilleeren.
Onbeweeglijk zit de jonge, tengere
doodkalme, fatsoenlijk uitziende, indruk
makende of hij geen viicg kwaad zou
doen de moordenaar in de bank der
beklaagden.
Het zal een moeilijke taak zijn voor
voor in het dorp riep iemand hem bij
den naam en doctor Siahlsehmidt hield
hem bij de slip van zijn jas vast, omdat
hij wel aan Rudolfs gezicht kon zien,
dat deze niet genegen was iemand te
woord te staan
„Nu heb ik het uitgevischt, wie zij
is", fluisterde hij hem gewichtig en ge
heimzinnig toe. „En ik acht het mijn
plicht je te waarschuwen."
„Mij te waarschuwen voor wie
„Voor de kleine tooverheks met de
prachtvolle oogen, of liever voor haar
vader, want van .het meisje kan men
tot op heden niet veel kwaads vertel
len, of het moest dan zijn de vrije op
vattingen, die zii er op nahoudt. Maar
de oude van Ranten schijnt een heel
gevaarlijke kerel te wezen een alge
meen bekende doorbrenger, die het
groote vermogen van zijn gestorven
vrouw reeds lang verkwist heeft en een
vrijgevochten leventje lijdt volgens Lili's
recept. Men beschreef hem. mij als een
beroepsspeler en avonturier ais
iemand die den eenen dag met briefjes
van honderd smijt en den anderen dag
niet meer weet hoe hij aan den kost
moet komen. Sedert twee jaar is hij
onvermoeid op jacht naar een rijken
schoonzoon, want hij beschouwt het
mooie gezichtje van zijn dochter ver
moedelijk als zijn beste troefkaart. Of
jij in zulke omstandigheden ook maar
eenigszins kans hebt en of het aanbe
velenswaardig zou zijn, nauwere fami
liebetrekkingen met den heer van Ran
ten aan te knoopen, laat ik na deze
beslist vertrouwelijke mededeelingen
den rechter een billijk vonnis te vellen,
waar hij zoo geheel staat buiten de toe
standen in die gele wereld van opium,
halt-goden en vuurwapenen, zoo moei
lijk de draagwijdte der verzachtende
omstandigheden kan beoordeelen, zich
zoo moeilijk in zijn nationale begrippen
van goed en kwaad kan indenken. Daar
verschijnt als getuige een piepjong
Hoilandsch meisje, de vrouw van een
Chinees, die bijna niet durft te spreken,
wijl dit gevaarlijk voor haar man kan
zijn. Zij, het onontwikkelde volkskind
weet waarschijnlijk van die rare Chi—
neezen méér af, dan rechters en advo
caten tesamen. 't Is of die gele men
schen thuis behooren op een andere
planeet, zoover staan ze van ons af.
Als iets heel gewoons komen ze verkla
ren dat mr. Jung geld beloofde om
moorden te plegen, doch als 't gebeurd
was zijn woord niet hield. En ik neem
aan dat 't dan lastig was voor de
sehuldeischers om via den kantonrech
ter bun geld binnen te krijgen.
Aclit jaar is de eisch. Dat komt item
toe. Maar ntr. Van Menk, let Tsait's
verdediger denkt er anders over. Wijst
er op dat ook zijn cliënt een menseh is
al is 't dan ook een ander menseh dan
wij, dat hij, daar ver weg in Kanton
een oude vader en moeder heeft zitten
en een zusje dat hij geheel onderhoudt
voor wie de 25 bestemd waren, die
men nog bij hem vond. Dat de ver
moorde hem belette door arbeid zijn
brood te verdienen. Dat toen let hem in
't huis van bewaring gevraagd had
hoeveel hij krijgen zou, hij op 't ant
woord 'k denk een jaar of vier met
zelfmoord had gedreigd. En nu acht.
Terwijl hij weet dat zij die in Kanton
bleven van ellende zullen omkomen, hij
met niemand, met geen cipier ooit een
woord zal kunnen spreken, 't Is treurig
maar de bschaafde maatschappij moet
beschermd worden tegen woestelingen
ais deze. Maar er geschieden méér
dingen, die in-treurig zijn. Bijv. dat een
andere kleurling, die er zijn beroep van
maakt medemenschen ai te ranselen,
blauwe oogen te stompen, desnoods
een arm of been stuk te slaan deze
week als een held, 'n genie hier te
lande is ontvangen, wijl hij bij zulk een
spel van woeste beesfetijkheid de ma
tador bleek te zijn Is het niet treurig,
dat tegen zulk een grandiose ontvangst
een kaakslag voor onze beschaving
geen krachtig protest is gerezen
En is het niet nog diep-treuriger, da!
een onzer groote dagbladen, dat toch
het voorbeeld moest geven om waar
achtige moraliteit, d,at ruwe kraclit-
niensch levend en terend van la béte
humaine in foto als held ot genie in
haar blad verheerlijkt. Net alsof
In de rechtszaal is het niet altijd treu
rig. Bij den politierechter vooral gai-
loppeert de volkshumor soms lustig
voort. Maandag j.l. hoorde men in de
zitting méér 'bon-mots dan in tien blij
spelen in 't Grand Theatre.
No. I. Bloemenkoopman op den
Zeedijk. 15 Maart j.l. geverbaliseerd.
Wel een bewijs dat het instituut van
den politie-rechter hoog noodig is. Had
aan je eigen oordeel over."
„Het is goed, Stahlschmidt", zei Ru-
dolf verstrooid. „Ik dank Je zeer voor
je vriendschappelijlcen raad. Maar ik
verzoek je mij te verontschuldigen,
want ik kan me thans niet langer op
houden. Een zeer gewichtige zaak. die
geen uitstel kan dulden, roept mij naar
huis".
Hij ging heen, maar de verhuurster,
wier kamer zich vlak onder de zijne
bevond en die zich tot nog toe verheugd
had over het rustige en kalme wezen
van den jongen man, wist maar geen
verklaring te vinden, waarom hij van
daag mei de rusteloosheid van een ge
vangen roofdier daar boven heen en
weer liep.
IX.
Dat het hem zóó moeilijk, zoo ont
zettend zwaar zou kunnen vallen een
besluit te nemen en zich tot een beslis
sende daad te vermannen, hoewel dat
gene, dat gebeuren moest, hem zoo
duidelijk voor den geest stond had
Rudolf nooit voor mogelijk gehouden.
De geheele samenhang der verschillen
de dingen stond hem toch volkomen
helder voor oogen.
Hij wist thans, dat hij den naam van
den heer van Ranten als dien van een
zwager van mevrouw Haller naar aan
leiding van het proces tegen Greta Wil-
liscn had hooren noemen, en het was
na Lili's mededeelingen ook aan geen
twijfel onderhevig, dat hij de dief van
de vlinderbroche geweest was. Hoe diep
moest deze dief en doorbrenger wel
een paar agenten uitgescholden be
weert dat het niet tegen hen was. O M.
vraagt 25 of tien dagen. Koopman
vraagt dringend voorwaardelijk, kan de
boete niet betalen. Rechter veroordeelt
hem tot 15 of !5 dagen. Koopman
vraagt of mijnheer het niet zoo maken
kan als die andere mijnheer gezegd
heeft. Rechter antwoordt dat het von
nis geveld is- „Nou", antwoordt bek!.,
terwijl hij zijn pet op zet, „dan wordt L'
bedankt".
Volgende zaak 'n onverschillige
jongen, had z'n vrouw 35 huishoud
geld gegeven en twee dagen later was
er al geen eten meer op tafel. Ruzie,
borreltje op, huisraad stukgeslagen,
politie, verzet. Rechter begrijpt wei
eenigszins bekl.'s ontstemming, maar
vindt het toch dom dat hij daarom de
schalen en borden heelt stuk geslagen.
„Maar mijnheer, repliceert de „onver
schillige jongen" in Hoog-Katten-
burgsch, wat heb ik nou aan die leege
schalen en borden als ik toch niets te
vreten krijg
En als ten slotte een bekend hande
laar in tweede handskleeren zijn neef
op de beklaagdenbank 'heeft gebracht
omdat deze hem in verband met een
geldkwestie voor „dief" en oplichter
heeft uitgescholden en de rechter op
merkt dat je tegen een oplichter nog
geen „oplichter" mag zeggen (Edei-
achtb. herstelde natuurlijk later d't
verspreken) dan weten we dat zelfs
hier humor niet ontbreekt.
H. H. Jr.
VLISSINGEN, 10 OCTOBER.
Tournee Henri de Vries.
Waar de naam Henri de Vries ge
noemd wordt als acteur, daar verwacht
men onmiddellijk te hooren „Brand in
ae Jonge Jan", want dit stuk van den
dezer dagen jubileerenden Herman
Heijermans heeft hem beroemd ge
maakt. Hij alleen hoe hij het doet is
Ihaast onbegrijpelijk speelt daarin
niet minder dan 7 rollen, die o zoo ver
uit elkaar loopen. Daar is hij ten eerste
de eigenaar van „de Jonge Jan", maar
cok de veldwachter daar speelt hij de
rol van den simpeldoenden broer en
die van den geslepen kruidenier hij
geeft een uitbeelding van den schoon
vader, den welgedanen herbergier en
van den verver. Door de creatie van al
deze rollen draagt hij het stuk, dat
niets meer bevat dan het vooronder
zoek door den officier van justitie ia
een branstichtingszaakje. Zoowel deze
laatste als Henri de Vries gaven heerlijk
spel te zien, hier in dit wereldbekende
stuk, maar ook in het voorstuk, dat een
uit het Engelsch vertaald blijspel in 3
bedrijven was. Hoe het komt is moeilijk
te zeggen, maar een feit is het, dat spel
van beroepsacteurs het meer „doet"
dan dat van dillettanti, zelfs bij de een
voudigste gegevens. Want wat was nu
eigenlijk de inhoud van Meneer Pint
Een vrouw, die zich weduwe acht van
iemand, die zich niet eervol heeft ge
dragen in de maatschappij, trouwt voor
de tweede maal met een heer uit den
gezonken zijn, hoe geheel en al moest
zijn smadelijke levenswijze het laatste
sprankje eer- en schaamtegevoel in hem
verstikt hebben, dat hij zich van zijn
niets vermoedend, onschuldig kind had
kunnen bedienen, 0111 de aangevangen
misdaad ten einde te brengen
En de ellendeling had bovendién nog
stilzwijgend toegezien, dat men een
ander in zijn plaats gestraft had. hij
had geen vinger uitgestoken om te ver
hinderen, dat door zijn schuld een jong
menschenleven voor altijd geknakt en
verwoest werd. Waarlijk, ten opzichte
van zulk een afschuwelijke nietswaar
digheid moest men ieder medelijdend
aarzelen als een groote zonde beschou
wen I Indien iemand anders hem de
vraag gesteld had hoe in dit geval ge
handeld moest worden, dan zou Rudolf
zonder nadenken geantwoord hebben,
dat de aanklacht bij de bevoegde auto
riteiten onmiddellijk moest worden in
gediend en dat er geen seconde meer
gewacht mocht worden om liet proces
inzake Greta Willisen te herzien.
Nu echter, nu hij niemand anders dan
zichzelf op deze vraag moest antwoor
den, nu kon hij ondanks allen strijd en
overpeinzingen maar niet tot een rede
lijk besluit komen. Hij kon immers niet
den strijd tegen den misdadiger aan
binden, zonder tevens ook diens onge
lukkig kind te treffen.
(Wordt vervolgd.)