m.
DONDERDAG 14 SEPTEMBER
No 317
licelli
LBURG.
BINNENLAND
DE GESTOLEN BROCHE.
er pond
iscells
loeili
sicelli
iiCEN
;aete,
-let
Apo-
België,
ge-
beste
«.i uraic gc-
wgontsteking,
nfprtrnl nnrr'o
atergal,
hnkel
I, opris-
genees-
geneeswijze.
n elk
persoon
Hoofddepot
;e Delft A 94,
gisten.
EVRAAOD op
voor klein gezin
n. Brieven left.
Vliss. Courant".
ibiedingara
aanvragen.
JFFROUW.
or direct of zoo
|k een net Bur-
i Banketbakkerij
idanig werkzaam
en de voorkeur,
verlangd salaris
aties zijn te be-
No. 215, bureau
rekende Fransch
unnende machi-
en weinig Boek-
REKKBRSG»
r letters R. A.,
Courant".
AAL te Goes.
en 1 November
eokenmeid
op de hoogte,
ËÏSJËT
de morgenuren..
Vliss. Courant"
ïsart
;lb.-Rotterdam
gen plaatsen.
PASSAGIERS
i EN VEE.
T. ïiM
Y.m. uur
8
8
I -
bekomen
Transp. en Exp.
VOS, T&.
1HOOEIF, Tel. 153,
ERHODT, Tel. 282
TENHBK. Tel. 10Ï
F. Eütt.
f. ia. nar
9
9
VLISSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTS PRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal-
rfipren ƒ2.20 per drie maanden. Franco
door het geheele rijk ƒ2.50. Weekabon
nementen 17 cent, alles bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers 5 cent
ADVERTENTIE-PRIJS.
Van 14 regels 1.10 voor iedere
regel meer 26 centbij abonnement spe
ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel
Dienstaanbiedingen en dienstaanvragen
van 15 regels 65 centiedere regel meer
13 cent, bij contante betaling.
Familieberichten van 16 regels ƒ1.70,
iedere regel meer 26 cent.
CtEMEENTEBESTUUR
AANGIFTE VAN LEERLINGEN VOOR
DEN VERVOLG(HERHALINGS)CURSUS
VOOR MEISJES.
Burg. en Weth. van Vlissingen maken
bekend, dat tot het in ontvangst nemen
der aangiften van leerlingen voor den Ver
volgcursus voor Meisjes door het hoofd van
dien cursus, mejuffrouw M. C. Schuurkamp,
ten haren huize (St. Jacobstraat 21) alsnog
op Vrijdag 15 en Zaterdag 16 September
a.s. van 7 tot 8 uur 's avonds zitting zal
worden gehouden.
Zij, die in het bezit van een trouwboekje
zijn, worden verzocht dit bij de aangifte
mede te brengen.
Vlissingen, 14 September 1922.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN WOELDEREN.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
Het nieuwe ministerie.
Het „Handelsblad" zegt, dat op zich
zelf het bericht over de samenstelling
van het nieuwe kabinet niet veel be
spreking waard is. Het blad verheugt
zich niet over de stoelvastigheid van
den heer De Graaf, doch zal „waarlijk
niet onwelwillend tegenover dit minis
terie gaan staan, omdat een zoo wel
willend man als de heer Ruys premier
is gebleven."
Uit „de Maasbode" Zooals te ver
wachten was na het beklinken van het
akkoord tusschen de rechtsche partijen
nopens het regeerings-program, kon
dus worden volstaan met een recon
structie van het bestaande ministerie,
-dat ongewijzigd behoudens een paar
persoonswisselingen voor een nieuwe
parlementaire periode zij het slechts
van drie jaar in zee gaat.
Het kabinet-R-uys vangt opnieuw zijn
zorgvolle taak aan. Omtrent zijn pro
gram zal de naaste toekomst ons meer
licht brengen, als Dinsdag der volgen
de w-eek de Staten-Generaal hun werk
zaamheden hervatten. Moge het onde-
Gods zegen veel tot stand brengen voor
den vrede en de welvaart van ons volk
en er in slagen, de bedreiging va-n bei
de door de hopelooze wereld-constella
tie althans in haar meest funeste ge
volgen af te wenden.
Het „Vaderland" ziet in het optreden
van minister Westerveld „een bewijs,
dat het kabinet meer en meer met de
oude anti-these politiek breekt de heer
Westerveld is toch geen man van
rechts".
Voorts schrijft het blad De tijd,
waarin dit ministerie zijn taak moet
vervullen, is angstwekkend, nu het eco
nomische leven over gansch de wereld
een'chaos is, en zijn taak buitengewoon
zwaar, in z.ul-ke omstandigheden i-s het
de plicht van ieder, om dit ministerie
te steunen, zoolang dat mogelijk is. Wie
daartegenover kleine politiek zou drij-
FEUILLETON
5)
„Maar weest u toch rustig, beste
mijn-heer Imberg. Dat kan immers
iedereen overkomen. Niemand zal u
daarvan een verwijt maken en daar u
bij de beleening zonder twijfel volko
men correct gehandeld hebt, zult u uit
deze zaak ook geen nadeelige gevolgen
ondervinden. De zaak zelf is weliswaar
schijnbaar geheel in orde. De beschrij
ving -klopt immers in alle bijzonder
heden. Van wie hebt u het Sieraad
gekregen
De pandhouder was nog steeds ge
heel in de war en de -beambte moest
zijn vraag herhalen, alvoréns hij ant
woord kreeg.
„Van een jong meisje iemand op
wier eerlijkheid ik volkomen heb ver
trouwd."
„Nu, in iemands eerlijkheid kan men
zich anders ieelijk vergissen, vooral bij
vrouwspersonen daarvan weten- wij
mee te praten. Onder welken naam is
zij hier gekomen
„Wacht u ik zal het dadelijk na
zien. Zie, hier staat het Melanie van
Neuhoff, Parkstraat 2".
De -man van de wet lachte. „Met een
minder goed klinkenden naam kon zij
het waarschijnlijk niet doen. Mijnheer
van Neuhoff en zijn familie ken ik toe
ven, door politieke neringziekte zoo
bevangen, dat hij het gemeenschapsbe
lang niet meer ziet, bedenke, dat I ij
niet alleen de gemeenschap ten zeerste
benadeelen zal, maar ook de politiek
nog slechter naam zal geven dan ze
reeds, zij liet dan ook ten onrechte,
heeft, en het parlementair stelsel on
der-graven. Daarom zij de oppositie in
derdaad Her Majesty's loyal opposi
tion. Onze beste wenschen voor het
welslagen van het kabinet in zijn zoo
weinig benijdenswaardige taak. En
evenals in 1918 zeggen wij „Wij wach
ten op uwe daden."
„De Tijd" is van oordeel dat het
s.agen van den kabinetsformateur met
behoud van zooveel goede elementen
uit het vorige en het aanwerven van
een paar sterke krachten voor het
nieuwe ministerie een rechtmatige be
vrediging ter rechterzijde verwekken
zal.
Wij weten wat wij hebben en wij we
ten wat wij krijgen. At wat loyaal denkt
in ons land en zich niet door parti.i-
driften het politieke oordeel laat ver
bijsteren, erkent het gezonde verstand
en de voorzichtige wijsheid der staats
manskunst, welke ons uit de gevaren
van den na-ooriogstijd heeft geleid
naar een periode, waarin -het thans,
door ervaring gerijpt, de wegen zal
vinden, om ook de moeilijkheden eener
algemeene malaise, -die niet zij heeft
opgeroepen, te boven te bomen.
De „Standaard" begroet het kabinet
en elk zijner leden met vertrou
wen. De tijden zijn buitengewoon moei
lijk. Regeeren, nimmer een last, is thans
een bijna ondraaglijke last. En reeds
daarom verdienen -de opgetreden mi
nisters -den dank 'der -natie. Hun pad,
dat kan met zekerheid igezegd, -gaat
■niet -over rozen. Smaad en ondank zal
bun loon zijn. Daarom vragen wij van
ons volk dankbaarheid en.. steun.
Uit de „N. R. Ct."
Men boude het ons ten goede, maar
veel vertrouwen kunnen wij in het oude
nieuwe kabinet niet stellen. En wie zal
dat wel vermogen
Een program -had :het oude kabinet
niet, maar men moet toch aannemen,
-dat het door de onderscheidene minis
ters min of -meer op eigen hand gevoer
de beleid uitvloeisel was van een be
ginsel, van hun sociaal inzicht en hun
oeconomische overtuiging. Zal het -nieu
we oude kabinet, ter wille van het nieu
we program, de richting veranderen,
waarin het -beleid werd gevoerd, en de
oude opvattingen overboord zetten
Zal het de oude overtuiging handhaven,
doch er -plots andere conclusion ten
aanzien van het gewen-schte -beleid uit
trekken
Wij vreezen, -dat het altijd half werk
zal blijven, gelijk (het tot nu toe half
werk is geweest, dat -het kabinet ons
heeft laten zien. De onthul-Iin-g van „De
Standaard", dat liet financieele pro
gram der nieuwe regeering er een is
voor niet langer dan één jaar, zegt
hieromtrent reeds genoeg. Kracht van
regeering, wij -bedoelen hiermee opbou
wende kracht, zal er van de nieuwe
oude combinatie niet kunnen uitgaan,
omdat er in het kabinet mannen zitten
met te veel zelfrespect, om hun verle
den te verloochenen en tegen hun oude
overtuiging in van koers te veranderen.
'Dit strekt hun tot .eer, -maar zii hadden
dan ook moeten begrijpen, dat hun taak
voorloopig was ten einde gebracht. De
lieer Ruijs had dit moeten begrijpen
het gold bier geen zaak van politieke
eer of 'partijoverweging, noch van per-
vallig. Hij is een gepensionneerd gene
raal en bezit door zijn vrouw een ver
mogen' van eenige m-illioenen. Juffrouw
Melanie behoeft dus geen sieraden te
beleenen en nog minder behoeft zij deze
te stelen. Waardoor heeft de dievegge
zich dan- als mejuffrouw van Neuhoff
kunnen uitgeven
August Irnberg -hijgde van opwin
ding. Maar hij- dacht -er niet aan er
zich door een leugen uit te redden.
„Door een visitekaartje. Daar ik heb
het nog in mii-'n lessenaar liggen".
De -beambte bekeek het smalle
strookje carton en zijn tot nu toe ver
genoegd gelaat werd- ernstiger.
„Maar dat is toch geen legitimatie
bewijs, mijnheer Irnberg U zult toch
vermoedelijk wel betere bewijsstukken
van 'haar hebben verlangd, eer 11 zich
met deze zaak inliet".
"Dat is juist -mijn ongeluk, dat ik
zulks niet gedaan heb", steunde de
pandhouder. „Ik ik I-iet -me juist
bepraten".
„Dan ziet het er wel wat bedenke
lijker voor u uit. Ik wil niet zeggen, dat
men iets oneervols in uw -handelwijze
zal zien daarvoor behoedt u wel de
goede naam die uw zaak tot op lieden
had. Maar u zult er nog veel last van
ondervinden en ik geloof ook niet, dat
-mevrouw Haller onder z-uike omstan
digheden er toe verplicht is, u het geld
dat u, op het sieraad geleend hebt, te
vergoeden".
August irnberg liep in de kleine
soonlijke -gunst, maar van landsbelang.
Meer willen wij ;nu voorshands van
dit nieuwe oude kabinet maar niet zeg
gen. Zoo wij er vertrouwen in hadden
kunnen hebben, dat het opgewassen zou
zijn te-gen de groote taak, die het wacht,
hadden wij het gaarne hartelijk verwel
komd, maar dit is ons dm.ide -gegeven
omstandigheden niet mogelijk. Overi
gens willen wij 'het -program, dat Dins
dag wel zal worden blootgelegd, af
wachten.
Aan de beschouwing van het hoofd
orgaan der christelijk-historischen „de
Nederlander", is het volgende ontleend:
Wij hebben in de eerste weken, na 5
Juli, niet verheeld, dat wij niet aan
stonds verrukt waren over de opdracht
tot kabinetsformatie aan den heer Ruys
de Beerenbrouck. Ongetwijfeld behoor
de de heer Ruys tot de staatslieden die
voor een opdracht tot kabinetsformatie
in de eerste plaats in aanmerking kwa
men. Maar het feit, dat het vorig kabi
net stond onder Roomsche leiding
de gansche loop der verkiezing en- de
toestand des lands gaven ons reden tot
de verwachting, dat voor den leider van
het ministerie ditmaal de keuze zou
vallen op een -nieuw man, een protes
tant en een financier. Het liep echter
anders de heer Ruys is aftredend pre
mier, hij is Roomsen en hij is niet in de
eerste plaats een financier. Het verne
men van zijn opdracht gaf aanvankelijk
een gevoel- van teleurstelling.
Maar eenmaal opgetreden als door
de Koningin- aangewezen formateur
gelooven wij, dat de christelijk-histori-
sche Kamerclub volkomen terecht zich
in beginsel bereid verklaarde het twee
de kabinet-Ruys te steunen. Wij houden
ons overtuigd had de Koningin, een
christelijk-historisch man met de op
dracht belast dat hem van Roomsche
zijde gelijke steun ware ten deel ge
vallen.
Maar dat het nieuwe kabinet vrijwel
een copie zou zijn van het vorig minis
terie, alleen vier jaar ouder wij had
den liet niet -kunnen denken.
Tijdens de crisis verschenen vele be
richten omtrent een onfwerp-regeerings
program en de daaromtrent verkregen
■overeenstemming- Wij kunnen den in
houd van dit program niet beoordeeien,
daarvoor zullen de openingsrede van
Dinsdag a.s. en de staatsbegrooting
afgewacht moeten- worden. Maar wij
hechten aan zoodanige overeenkomsten
niet zoo heel veel. Het is nauwelijks
constitutioneel en bovendien wie telt
de onverwachte omstandigheden, die
zich in drie jaren kunnen voord-oen
Meer hechten wij aan de personen der
ministers.
Wij hadden gehoopt op meer nieuwe
frissche krachten. Daar naar vraagt een
volk in zoo zwaren tijd. De samenstel
ling van het kabinet -geeft niet datgene,
waarop ge-hoopt werd. De heer Ruys
maakte het zijnen vrienden niet gemak
kelijk.
Dit neemt niet weg, dat wij het
tweede kabinet-Ruys met vertrouwen
en vriendschap tegemoet treden. Wij
hopen oprecht, dat wij het ministerie
steeds en van ganscher harte zuilen
'kunnen steunen. Naar zijn program zijn
wij zeer benieuwd.
Sluiting der Staten-Generaal.
Bij Kon. besluit is bepaald, dat de
tegenwoordige buitengewone zitting
der Staten-Generaal zal worden geslo
ten op Zaterdag 16 September a.s., des
namiddags te 3 uren.
De minister van binnenlandsche za
ken izal, volgens machtiging, i-n naam
der Koningin de vergadering der Staten
Generaal, in vereenigde zitting bijeen,
sluiten-.
ruimte achter de toonbank rond. alsof
hij door hevige -lichamelijke smarten-
gepijnigd werd. Hij, wiens trots het
geweest was, -dat hij in deze lange pe
riode van 30 jaar met de politie nooit
in -onaangename aanraking was geko
men, hij zag zich plotseling in een ge
val gewikkeld, waarvan de minder
prettige gevolgen -nog niet te overzien
waren. De gedachte aan het dreigende
verlies van d-e aanzienlijke som gelds
ert aan al -die andere daaraan verbon
den mogelijkheden bracht hem bijna tot
wanhoop.
„Het is afschuwelijk Als ik die op-
ldchtster in handen 'krijg, geloof ik, daf
ik haar zou kunnen worgen".
„Dat zou ik nu tmaar niet doen-. Zij
krijgt h-aar straf toch wel. Thans zal
haar vermoedelijk ontkennen niet veel
meer baten."
De pandhouder hoorde verbaasd op.
„Men heeft ze dus al geknipt Zij
bevindt zich achter slot en: grendel
„Ja maar natuurlijk vooropgesteld
dat het de goede is. De -bestolene, een
?eer rijke weduwe in de Beukenlaan,
verklaarde dadelijk, dat 'naar de om
standigheden te oordeelen alleen haar
gezelschapsdame, een 'zekere Greta
Willisem, het sieraad ontvreemd kan
hebben. Ik weet nu weliswaar nog niet,
welke verdenking er tegen het meisje
bestaat, want ik heb me nog niet veel
met deze zaak ingelaten. Maar dit weet
ik wel, dat mejuffrouw WUlisen vanr
morgei
Bezuiniging.
De tijdelijk voorzitter van den minis
terraad heeft de medewerking van alle
ministers 'bij rondschrijven- ingeroepen,
om ook voor 1922 al het noodige te
doen tot bezuiniging om rechtvaardige
kritiek in dezen te voorkomen. De
minister wijst er op, dat de begrooting
voor 1922 overeenkomstig de beginse
len' van ons staatsrecht slechts credie-
ten zijn, m.a.w. maxi,ma van uitgaaf.
Waar ongetwijfeld de begrooting voor
1923 geheel andere cijfers -zal te zien
geven als die voor 1922 is het daarom
ook wensc-heiijk aile krachten in te
spannen tot de grootst mogelijke ver
sobering.
De Vlootwet.
Het „H-bld." verneemt uit de beste
bron dat de heer E. P. Westerveld, be
noemd minister van marine, zich -met
geen enkel woord heeft uitgelaten over
de Vlootwet, zoodat het bericht, vol
gens hetwelk hij een groot voorstander
van de wet zou zijn, een fantasie, mis
schien een „ballon d'essai", moet we
zen. Hij wenscht zich vooralsnog over
geen enkel onderdeel van- zijn a.s. taak
uit te laten.
Vertrek van minister van IJsselsteijn.
Gisterenochtend 'heeft de overdracht
plaats gehad van de portefeuille van
den afgetreden minister van landbouw
etc. aan den minister van binnenland
sche zaken, die, zooals bekend, ad in
terim -deze portefeuille zal beheerschen.
De heer en mevr. van IJsselsteijn ver
trokken gisterenavond per electrische
spoor uit Den Haag, ter aanvaarding
van hun reis naar Zuid-Afrika.
De winterdienst der spoorwegen.
Naar wij vernemen zal de gewijzigde
dienstregeling der spoorwegen, de zgn.
winterdienst, met 8 October, dus tege
lijk -met het eindigen van den zomertijd,
worden ingevoerd. In het algemeen is
het aantal treinen niet veranderd.
Slechts zijn- voor verschillende trei
nen de uren van aankomst en vertrek
eenigszins gewijzigd. De treinen ge
nummerd van 1 tot en met 499 worden-
ook thans in verband met het vervoer
van rijwielen, a-is sneltreinen be
schouwd de huidige uitzonderingen-
blijven van kracht.
De Pensioenwet 1922.
In onze mededeeiing betreffende de
-pensioenwet 1922 en de daarbij gebo
den gelegenheid voor ambtenaren, om
vóór 1 Juli 1922 bewezen diensten voor
-pensioen geldig te maken, wezen we op
de eigenaardige berekening der inkoop
som-, welke tot eigenaardige consequen
ties kan leiden, aldus schrijft „de
Tel.". Zoo vernam het blad van eei
hoofdambtenaar ter gemeente-secreta
rie te 's-Qjavenhage, die vroeger werk
zaam -was in een plattelandsgemeente
als ambtenaar van den burgerlijken
stand en als zoodanig een salaris ge
noot van 20 zegge twintig gulden per
jaar.
Zijn tegenwoordig salaris bedfaagt
6000 per jaar. De berekening van de
inkoopsom zal zooals gemeld geschie
den naar zijn tegenwoordige wedde en
-derhalve zal de plattelandsgemeente
voor ƒ6000 pensioen bijdrage hebben
te betalen d.w.z. de gemeente drie vier
de en de belanghebbende één vierde
van de inkoopsom. Bedraagt dit voor
ƒ6000 circa ƒ500 dan heeft de platte
landsgemeente dus ƒ375 te betalen
voor een ambtenaar die eertijds een
toelage van 20 per jaar genoot. Dat
ide betrokken openbare lichamen er
resteerd is. Zij houdt tot nu toe op de
meest besliste wijze haar onschuld vol,
innaar als u in staat bent haar te her
kennen, is het 'bewijs voor haar schuld
■natuurlijk geleverd."
„O, ik zou haar nog herkennen al
heeft zij zich nog zoo listig vermomd.
H-et is mij net alsof ik haar nog in le
vende lijve voor me zie".
,;Des te beter U 'zult vandaag of
hoogstens -morgen wel opgeroepen
worden, opdat men u -met haar kan
■comfronteeren. Het sieraad neem ik na
tuurlijk in beslag."
Hij -overreikte den -pandhouder een
ontvangstbewijs en ging heen, buiten
gewoon tevreden -niet het onverwacht
snelle en gunstiige resultaat van zijn
nasporingen.
Toen twee uur later de referendaris
Imberg thuis kwam,, vond -hij zijn vader
in zulk een neerslachtige stemming, dat
hij bezorgd -naar de oorzaak van zijn
leed informeerde. De oude zag hem
treurig aan, alsof het hem moeilijk viel
het 'hooge woord over zijn lippen te
krijgen.
„Wij beiden zijn smadelijk misleid,
mijn jon'gen I" begon hij eindelijk. „De
jonge dame, die acht dagen geleden de
'brUlanten broche bij mij beleende, was
een ge-meene dievegge."
De jonge rechtsgeleerde werd bleek
van schrik.
„Dat is niet waar, vader", verklaarde
hij toen met beslistheid. „Het kan niet
weinig idee in zullen hebben een der
gelijke regeling te aanvaarden Iaat zich
indenken.
Officieele draadlooze in dienst van de
speculatie ter beurze.
Naar „het Vad." verneemt wordt de
sergeant S., gewezen radio-telegrafist
aan liet departement van oorlog, ver
dacht van het bankiershuis G. en Co.
-geld te hebben aangenomen voor het
onder code doorseinen van koersen der
Koninklijke ter Amsterdamsche beurze,
naar de LondensChe beurs, opdat de
firma G en Co., die 'inmiddels sureéancs
van betaling heeft verkregen, daarmede
Iraar voordeel Icon doen. Deze handeling
is in art. 363 W. v. S. gequaldficeerd als
het aannemen van een gift of bedotte
door een ambtenaar, wetende dat zij
'hem gedaan wordt ten einde hem fc
bewegen om, in strijd met zijn plicht, in
zijn bediening iets fe doen of na te la
ten en wordt in dat art. strafbaar
gesteld met gevangenisstraf van ten
hoogse 4 jaar.
De sergeant S. zal voor den krijgs
raad verschijnen. Op 'het oogenblik is
de zaak nog in vooronderzoek. Wan
neer de beslissing van den Krijgsraad
is gevallen, zal de heer P. J. M. G., iid
van voornoemde firma, voor den bur
gerlijken rechter ter verantwoording
worden geroepen.
Het is onverklaarbaar, hoe een radio
telegrafist aan iliet departement van
oorlog rustig maanden lang na Ihet ge
ven van zijn officieele mededeelingen
een telegram in de lucht kan geven,
zonder dat de officieele luister- en
controlestations eens op zoek -gaan
naar dien amateur-financier.
Welke waarborgen bestaan er op-
deze wijze tegen spionnage van aller-
höch'ster Stelle?
Zeepostkantoor op de HarwichbooL
Blijkens een door de Kamer van
Koophandel te Amsterdam ontvangen
schrijven voert tie Great Eastern Rail
way te Londen met de Nederlandsclie
postadministratie besprekingen over
de inrichting van een zeepostkantoor
op de Harwichbooten.
Een film-aanslag op den ex-keizer mislukt.
Een van de redacteuren van het
„Vad.", die in Doorn vertoeft, meldt
Twee jeug-dige Amsterdamsche film
operateurs hebben een- poging gedaan
om den ex-keizer in den tuin van huize
Doorn te filmen. Zij waren niet het
toestel over het hooge hek geklommen,
dat het geheele buiten omgeeft en had
den zich verstopt onder rhododendron-
struiken in de hoop den keizer op een
wandeling te 'kunnen filmen.
Helaas Ze werden gesnapt door
rijksveldwachters, die proces-verbaal
tegen: hen opmaakten wegens het zich
bevinden op verboden terrein. Na eeni-
gen tijd te zijn vastgehouden, zijn zij
weer op vrije voeten gesteld.
Stads- e& Provincienieuws
VLISSINGEN, 14 SEPTEMBER.
Onze badplaats.
Het is met den -nazomer al even
treurig gesteld als met den zomer zei-
ven, of eigenlijk nog treuriger. Septem
ber, dat gewoonlijk zulke heerlijke da
gen heeft, doet ons nu meer denken
aan echt najaarsweer, dan: aan het
einde van den zomer.
Het is wel te begrijpen dat de bad
plaatsen de nadeelige gevolgen van dit
gure weer ondervinden. Wie denkt er
beweert, dan moet zij -het ongelukkig
slachtoffer van een vergissing of van
een persoonsverwisseling zijn".
„En waarom dan Weet jij dan meer
van haar als ik H-eeft zij jou misschien
nog iets naders verteld over haar om
standigheden Of he'b je 'haar sedert
weergezien
„Niets van dat alles. Maar ik zou ten
slotte aan niemands rechtschapenheid
meer kunnen gelooven, als dit meisje
een dievegge of ook maar een leuge
naarster was geweest".
August Imberg vertelde hem inplaats
van te antwoorden den inhoud van het
gesprek, dat 'hii met den -politie-ambte-
naar had gevoerd-.
Hoewel de referendaris ook hierdoor
klaarblijkelijk in- 't ge-heel niet overtuigd
was, dat de jonge onbekende den
diefstal had gepleegd, maakten- deze
mededeel-ing-en hem toch 'zeer terneer
geslagen en nadenkend.
Vader en zoon zaten bij het middag
maal veel ernstiger en stilzwijgender
tegenover elkaar dan anders. Zij roer
den tot groote verwondering van het
dienstmeisje het eten nauwelijks aan
en hoewel zij vooreerst niet meer over
de gestolen broche spraken, was het
aan geen twijfel onderhevig, dat beider
gedachten, zij het dan ook misschien
op geheel verschillende wijze, zich uit
sluitend tot het sieraad en tot de
brengster daarvan bepaalden.
(Wordt vervolgd.)