VRIJDAO 8 SEPTEMBER
gg0 ai a ij—6Qe l^Sfg
GEMEENTEBESTUUR
FEUILLETON
DE GESTOLEN BROCHE,
BINNENLAND
VLISSLNCSCHE COURANT
ABONNEMENTS-PRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal
cheren 2.20 per drie maanden. Franco
door het geheele rijk 2.50. Week-abon-
nementen 17 cert, alles bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers 5 cent.
ADVERTENTIE-PRIJS.
Van 14 regels 1.10 voor iedere
regel meer 26 centbij abonnement spe
ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel
Dienstaanbiedingen en dienstaanvragen
van 1—5 regels 65 centiedere regel meer
13 cent, bij contante betaling.
Familieberichten van 16 regels: ƒ1.70,
iedere regel meer 26 cent.
DIENSTPLICHT.
Opleiding tot ziekenverpleger of tot
ziekendrager.
Ingeschrevenen voor de lichting 1923, die
niet in het bezit zijn van het bewijs van
voorgeoefendheid, kunnen, als zij iri geval
van bestemming tot gewoon dienstplichtige
in aanmerking wenschen te komen voor
opleiding tot ziekenverpleger of tot zieken
drager, en dezen wensch niet reeds bij de
keuring en ook niet rechtstreeks aan den
Districtscommandant hebben te kennen ge
geven, zich daarvoor alsnog vóór 5 October
a.s. opgeven bij den Burgemeester der ge
meente, voor welke zij hebben geloot.
Opleiding tot ziekenverpleger.
Hiervoor kunnen in aanmerking komen
zij, die een krachtig lichaamsgestel hebben,
voldoende bedreven zijn in lezen en schrij
ven, kennis bezitten van de hoofdregels
van het rekenen met geheele en gebroken
getallen en de toepassing daarvan en te
vens voldoende bekend zijn met het me
trieke stelsel van maten en gewichten.
De voorkeur genieten zij, die reeds als
burger voor ziekenverpleger in opleiding
zijn voorts apothekers-assistenten en zij,
djo uitgebreid lager onderwijs en tevens
onderwijs in de genees- of heelkunde heb
ben genoten of genieten.
Opleiding tot ziekendrager.
Hiervoor kunnen in aanmerking komen
zij. die een krachtig lichaamsgestel heb
ben, voldoende bedreven zijn in lezen en
schrijven en in de eerste beginselen van
het rekenen, alsmede eenige kennis bezit
ten van het metrieke stelsel van maten en
gewichten.
De voorkeur genieten zij, die in het bezit
zijn van een diploma voor eerste hulp bij
ongevallen, alsmede zij, die lid zijn van een
transport-colonne van het Nederlandsche
Roode Kruis en het bewijs van geoeiend-
heid als zoodanig bezitten.
Duur van den werkelijken dienst.
De duur der eerste oefening bedraagt
voor de ziekendragers 5'A maand.
De ziekenverplegers zijn vrij van herha
lingsoefeningen.
Vlissingen, 7 September 1922.
De Burgemeester voornoemd,
VAN WOELDEREN.
DIENSTPLICHT.
Wenschen omtrent inlijving.
Zij, die voor de lichting van het volgend
jaar zijn ingeschreven en hun wensch om
trent de inlijving in geval van bestemming
tot gewoon dienstplichtige niet reeds bij de
keuring en ook, niet rechtstreeks aan den
Districtscommandant hebben opgegeven
of wel een bijzondere reden hebben, waar
om hun wensch veranderd is, kunnen vóór
5 October a.s. hun verlangen ter gemeen
te-secretarie opgeven.
Er kan evenwel geen zekerheid worden
gegeven, dat met hun verlangen rekening
kan worden gehouden.
Vlissingen, 7 September 1922.
De Burgemeester van Vlissingen,
VAN WOELDEREN.
O
i.
Het bureau van den pandjeshuis
houder August lmlberg lag in een van
die stille zijstraatjes, waar gedurende
den avond het verkeer bijna geheel
ophield, en waar de spaarzame ver
lichting de weinige voorbijgangers
nauwelijks in staat stelde, elkander te
herkennen. Dit bureau 'bevond zich
daar reeds meer dan 30 jaren.
In de buurt ging het gerucht, dat de
oude Imberg 'door zijn zaak een welge
steld man was geworden. In ieder geval
was zijn clientele zeer talrijk en wan
neer een nauwkeurig opmerker zich de
moeite igetroost had in het halfdonker
onder de poort van het oude huis een
■paar uur tang op de loer te staan, dan
had hij stellig zeer veel personen van
iederen stand en leeftijd voorbij zien
gaan. Zij wierpen meestal schuwe blik
ken om zich heen, alsof zij zich op ver
boden paden .bevonden om dan vlug
door de op een binnenplaats gelegen
ingang van den winkel van Imberg te
verdwijnen.
Vooral Zaterdagavonds, of wanneer
de eerste van de maand voor de deur
stond, was er een groote toeloop van
menschen, en August lmlberg, die nog
altijd net als 30 jaar geleden alle voor
komende werkzaamheden van zijn be-
Koninklijk bezoek aan Denemarken.
De 'bijzondere correspondent van
„het Hfol'd." te Kopenhagen meldt van
■gisteren
Het programma 'begon Woensdag
met 'de voorstelling in het paleis van
liet korps diplomatique aan de Konin
gin. De Nederlandsche legatie was ver
tegenwoordigd dioor gezant ridder Van
Rappard en gezantschapsraad jhr.
Ha'ersma de Wifh. De vreemde diplo
maten werden aan de Koningin door
onzen gezant en den gezantschapsraad
voorgesteld. Na alfoop der receptie,
die 'drie kwartier duurde, werd een
'bezoek gebracht aan het kunstmuseum.
De hooge gasten bekeken de verzame
ling schilderijen, met de grootste be
langstelling. In 'het Museum is veel
oude Nederlandsche kunst, die onze
Koningin natuurlijk bijzonder aantrok.
H. M. kon den museumdirecteur in
lichtingen over enkele schilderijen
geven.
Na her dejeuner gingen de Koningin,
cie Prins, Koninig Christiaan, Koningin
Alexandra en kroonprins Frederik in
auto's naar Frederiksborg, een slot bij
Hilleroed, een uur sporen van Kopen
hagen. Het prachtig kasteel, in. Gothi-
sche renaissance, ligt in, een heerlijke
omgeving. Het slot is bekend om de
sc'hoone 'kunstverzameling van. histori
sche 'waarde. Bij hun aankomst vonden
de vorstelijke personen, veel belang
stelling. Er waren veel persfotografen,
die prins Hendrik wilden kieken. Deze
protesteerde en weigerde zich te laten
fotografeeren.
De Koningin was zeer belangstellend
vooral in de schilderij van Van Was
senaar van Obdam en voor een portret
van koningin Sophie, de moeder van
koning Christiaan, die het slot bouwde.
Dit portret is door de Nederlandsche
regeering aan het slot geschonken.
Na het bezoek, dat een uur duurde,
ging men terug 'naar Kopenhagen. Des
avon'ds was er galavoorstelling in het
Koninklijk Theater. De zaal was vol
genoodigden in kleurige uniformen en
gaf daardoor een schitterenden aanblik.
Het geheele korps diplomatique was
aanwezig, en vele hoogwaardigheids-
bekleeders met hu;n dames. Klokslag
acht uur traden het Nederlandsche en
Deensche Koningspaar in de koninklij
ke loge, onze Koningin in wit avond
toilet. De muziek speelde het Wilhel
mus en het Deensche volkslied.
Voor de pauze werd het eerste deel
van „Tosca", voorafgegaan door Beet-
hovens Leonore-Otiverture nummer 3
gegeven.
In de pauze wemelde het in de re
ceptiezaal van schitterende uniformen.
Koning Christiaan, joviaal, liep opge
wekt heen en weer en knoopte met ve
len eem gesprek aan.
Na de pauze 'werd a'ls 'ballet gegeven
„Bloemenfeêst in Genzano" dat na af
loop daverend applaus uitlokte. Een
der Deensche aanwezigen stelde voor
een 'driewerf „hoera" op de Koningin
der Nederlanden, die minzaam buigt.
Buiten 'hadden zich vele toeschouwers
verzameld op het groote plein om de
hooge personen te zien vertrekken.
Bij het be'zoek aan Kopenhagen heb
ben Hare Majestiet de Koningin en
Z. K. H. Prins Hendrik gisteren aan
boord van Hr. Ms. „Zeeland" voor de
Nederlandsche kolonie in Denemarken
receptie gehouden.
Des middags werd een bezoek door
de vorstelijke personen gebracht aan 't
eiland Amager.
roep alleen voor zijn rekening nam,
wist ondanks zijn wonderbaarlijke be
weeglijkheid soms de overstelpende
'drukte nauwelijks te overwinnen.
Zulk een urukike dag was het ook
thans. Het was de laatste van de maand
en sedert cie schemering was ingeval
len, had de deurbel, welker helder ge
luid telkens de komst van een nieuwen
bezoeker aankondigde, nauwelijks een
minuut lang stilgestaan. De kleine
ruimte voor de toonbank, die het kan
toortje in tweeën verdeelde, was van
tijd tot tijd geheel gevuld met bezoe
kers van beiderlei kunne. Het kostte
den pandjesbaas, een klein manneke
met een goedmoedig gelaat en lichte,
verstandige oogen, dan ook dikwijls
geen geringe moeite de ongeduldigen
te bevredigen, van wie een ieder het
eerst geholpen wilde worden.
Een ander in zijn plaats zou bij al die
dingen van allerlei aard, die 'hem als
pand werden aangeboden en die toch
alle onderzocht en naar waarde ge
schat moesten worden, bij zulk een
drukte h'et hoofd kwijt raken. Maar
August Imberg had in zijn lange prak
tijk zooveel ondervinding opgedaan,
om meestal met een enkelen blik te
'kunnen taxeeren hoeveel hij zonder
schade te lijden op een onderpand kon
uitleenen en bovendien, gingen siera
den, 'horloges en kieed'ingstukken im
mers niet voor de eerste maal door zijn
hand. Boven het bod dat bij eenmaal
had gedaan, ging hij nooit en als een
of andere nieuweling trachtte de afwik-
Het a.s. regeeringsprogram.
De „Nieuwe Ct" schrijft
Zoo wij wél-ingelicht zijn en wij
hebben redenen om dat te gelooven
zal 'het program, waarmede het te vor
men kabinet voor de Kamer zal optre
den, een teleurstelling zijn voor hen,
die een program hebben verwacht van
groote, forsche lijn.
Het schijnt dat de samenwerking van
de drie rechterzijde-partijen wél met
heel veel moeite is verkregen, doch de
groote verschilpunten onopgelost laat.
Door minder betee'kenende te laten
varen, heeft men de toenadeiing tot
stand doen komen.
Rooken in autogarages.
De minister van foinneniandsche za
ken. heeft tdoor tusschenkomst van
Ged. Staten tot de gemeentebesturen
een circulaire 'gericht van den volgen
den inhoud
De minister van arbeid vestigt mijn
aandacht op de gevaren., welke kunnen
ontstaan bij nier-behoorlijke handha
ving of bij gebreke van voorschriften,
'die ten 'doel 'hebben het rooken in
auto-garages te verbieden.
Dit geeft mij aanleiding u te verzoe
ken tiet noodi'ge te willen verrichten om
deze gevaren zooveel mogelijk tegen te
gaan.
Voor zoover een rookverbod in een
gemeenteverordening, is vastgelegd of
als voorwaarde aan een hinderwetver
gunning is verbonden, 'welke voor de
oprichting van auto-garages in'verband
met de 'berging van benzine is ver-
eischt, ware een strenge handhaving
van 'dat venbod te 'bevorderen.
Voor zoover eem dergelijk verbod
ontbreekt, zou 'het naar mijn oordeel
aanbeveling verdienen om 'bij Aan
wezigheid van 'dergelijke 'brandgevaar
lijke inrichtingen in uwe gemeente
'bepalingen tot beperking van de voren
aangeduide gevaren in het leven te
roepen.
De pensioenstorting.
De afdeeling Amsterdam van den
Centralen Post-, Telegraaf- en Tele-
foonbond nam de volgende motie aan
„De afdeeling enz., verontrust door
de persberichten, dat de regeering van
.plan zou zijn de pensioenpremie van het
rijkspersoneel te heffen
overwegende, dat de regeering ten
einde onverdiende achterstelling op te
(heffen, de technische 'herziening der
salarisregeling desondanks nu reeds
meer dan een jaar op de lange baan
heeft geschoven 'den reeds onbillijken
standplaatsaftrek wil verergeren de
werktijden wil verlengen de venloven
verslechteren allerlei na moeizamen
strijd duur bevochten gunstiger ar
beidsvoorwaarden terugneemt
overwegende, dat de regeering doof
blijft voor de door de vakbeweging be
pleite bezuinigingsmaatregelen als pen-
sionmeering of op wachtgeld stelling
van de talrijke dure overcomplete hoo-
gcre ambtenaren
■protesteert met klem tegen de drei
gende loonsverlaging en roept het rijks
personeel op met terzijdestelling van
politieke en godsdienstige inzichten tot
vorming van een algemeen eenheids
front om door machtsformafie het ge
vaar te lceeren."
Ned. Bond van Gemeente-ambtenaren.
In 'de te Deventer gehouden alge-
meene vergadering van 'den Ned. Bond
van Gemeente-ambtenaren werd in
handen van het hoofdbestuur om prae-
advies gesteld, de volgende door de
'keling van een zaak door een hoogeren
eisch te vertragen, dan schoof hij hem
zijn eigendom stilzwijgend weer toe.
Het onderzoek naar het bewijs van her
komst van het pand, dat hij volgens
Wettelijke voorschriften van ieder
moest vorderen, ging even snel als de
'invuling van 'het .pandbriefje, dat hij
m'et een 'krassende pen op een oerouden
wormstekigen lessenaar in orde maak
te. In de geweldige ijzeren geldkast
echter schenen de uit té betalen bedra
gen voor elk pand afzonderlijk reeds
afgeteld klaar te liggen, want August
Iinberg behoefde slechts een enkele
greep te doen, om de 'benoodigde
meestal vrij geringe som in de hand te
nemen.
Juist had hij een bleeke, ziekelijk
en armoedig uitziende vrouw enkele
centen uitgeteld, die de Zondagsche jas
van haar man na welwillende taxatie
in ieder geval nog waard kon zijn, of
anderen drongen zich reeds weer in
haar plaats. Imborg echter richtte zich
op en keek over de hoofden ider aanwe
zigen. heen naar het achterste gedeelte
van het vertrek. Zijn scherpe oogen,
waaraan ondanks de groote drukte,
■niets scheen te ontgaan, hadden daar
een. jong meisje ontdekt, dat reeds lang
met angstig gebogen hoofd dicht bij
den ingang stond alsof het haar aan
moed ontbrak dichter bij de toonbank
te komen.
„Ais u altijd achteraan blijft staan,
mijn 'beste kind", sprak hij op zijn
vr'rendelijk-joviaten toon, waarom zijn
afdeeling Noor'd-HoWand voorgestelde
motie
„De ledenvergadering van den Ne-
dertandschen Bond- van Gemeente-
Ambtenaren,
overwegende dat het gewenscht is
over de aangelegenheden, 'waarbij de
belangen der gemeente-ambtenaren zijn
'betrokken, geregeld overleg te plegen
met andere vereenigingen, waarin, ge
meente-personeel georganiseerd is,
noo'digt het hoofdbestuur uit de noo-
dige stappen te doen tot het in het le
ven roepen, van een commissie, waarin
vertegenwoordigers van die vereeni
gingen zitting hebben en welke tot taak
zal hebben eenheid in het optreden van
die vereenigingen te bevorderen."
Toenemende werkloosheid.
in de metaalindustrie te Dordrecht
wondt liet steeds slechter gesteld, meldt
't „Volk". Op de Lip's brandkasten- en
slotenfabrieken te Dordrecht worden
Zaterdag 30 arbeiders ontslagen. Een
loonsverlaging van 10 pet. wordt in
uitzicht van het werkende personeel
gesteld.
De hoefijzerfabriek „Hippos" wordt
aanstaanden Maandag stop gezet,
waardoor 130 arbeiders het werkloo-
zenleger komen versterken.
Op Zaterdag 2 September stonden
er bij de arbeidsbeurs 1210 personen
als werkloos ingeschreven.
■Dit is zeker een zeer groot getal. De
gemeente Dordrecht telt ongeveer 53000
zielen, zoodat in vergelijking miet ande
re steden, het percentage der werkloo-
zen in de Merwede-stad zeer groot is.
DE MIDDENSTAND IN SOVJET-
RUSLAND.
(Particuliere correspondentie
Moskou, Augustus 1922.
Ruslandgedurende twee genera
ties was liet voor West-Europeesche
begrippen een betooverlng, een won
der, een raadsel en een verlangen. Nu
is hef, nog gefhuld in den siuier der
verte, een catastrophe. Morgen kan het
noodlottig worden. En nog steeds heeft
het niet opgehouden zoowel een raadsel
als een wonder te zijn. De aanraking
van Europa, nl. vragen, zwanger van
noodlot, begon feitelijk al tijdens Peter
'den Groote. Toen deze geniale barbaar
■het Russische hoofd naar het Westen
boog met beulsonisten, die 'het Russi
sche volk bijna den nek hadden omge
draaid, begon de ontwikkeling, waar
van wij nu een der laatste phasen be
leven.
Vóór liet Rijk aan het Europeesche
machtsvertoon te gronde ging onder
vond Europa in zijn gemoedsleven ?n in
zijn zenuwen, in zijn 'denken en in zijn
willen de Russische fascinatie. De Rus
sische denkers groeiden hoog boven het
tot toen bekende menschenpeil, hun
dichtkunst werd niet slechts schoonheid,
zij werd ethische vorming. Alle onder
vinding, oordeel en begrip kreeg Russi
sche kleuren. Toen woelden de marte
laars, die in de Peter-Pauls-vesting en
in Siberië te gronde gingen, den Euro-
peeschen bodem om. Alleen door 't we
ten van hun smart, dat de Europeesche
rnenschlheid ondraaglijk werd. Er scheen
zicli een vereemiging tusschen Rusland
en de fijnste geesten van het Westen te
voltrekkenTot wij in dezen tijd on
dervinden, dat het Europeesche medi
cijn voor Rusland niet helpt en het Rus
sische recept niet vaor Europa. Deze
tijd moet de theorieën van een Tolstoj
en een Dostojewski overwinnen, als hij
klanten hem zoo graag mochten, „dan
kunt ge wel den ge heel en avond wach
ten, voor ge aan de beurt komt. Laat
maar eens kijken, wat voor moois u
voor me hebt".
Het jonge meisje (want alleen zij
kon naar haar slank, sierlijk figuurtje
te oor'deelen de aangesprokene zijn)
naderde aarzelend. Bereidwillig hadden
de anderen plaats voor haar gemaakt
en alle blikken waren nieuwsgierig op
haar gericht.
Men hield haar klaarblijkelijk voor
iemand uit de betere standen, hoewel
de donkere regenmantel, die het kleine
figuurtje nauw omsloot, de kfeeding
daaronder geheel bedekte en hoewei
zij in plaats van een hoed een rooden
omslagdoek van. vlokkige zijde droeg,
(zooals de dames ze dragen die uit den
schouwburg huiswaarts keeren. Dat zij
haar gelaat met dezen doek zooveel
mogelijk trachtte te bedekken, verwon
derde niemand, de plaats waar men
zich, bevond in aanmerking nemende.
Iedereen zou immers het liefst met een
tooverkap hierheen gekomen zijn, die
hen behalve voor August Imberg on
zichtbaar maakte.
Een allerliefst recht neusje, een
klein, kersrood mondje en een paar
ronde, angstig rondblikkende oogen
ontwaarden men echter al te goed, on
danks de dichte omhulling, en vermoe
delijk was niet in 'het minst aan haar
aardig gezichtje toe te schrijven, dat
de .pandjeshouder het jonge meisje bet
aarzelend overgereikte kleine pakje
bestaan wil, moet bedenken, dat onder
alle volken van ons werelddeel alleen
'het Russische nog in oertoestand leeft.
Het staat het dichtst bij God en bij het
■dier dat bewijzen de hoogten van zijn
kunst en .de afgrond van zijn geschie
denis. En daarin ligt zijn kracht en be-
toovering, maar ook de onmogelijkheid,
het na te volgenHet blijft een won
der en een raadsel.
Ofschoon de wetten van dit merk
waardige land nu juist niet ter ontwik
keling van de welvaart der „bourgeoi
sie" zijn opgesteld, is die bourgeoisie
toch als een Phoenix uit haar asch 'her
rezen. Ook diit ontstaan van den nieu
wen Russischen middenstand is ge
schied buiten de lijnen van de geldende
theorieën. Want voor haar ontwikteling
gel'dt zoomin de wet van Marx betref
fende de „oorspronkelijke kapitaaiop-
hooping" door matelooze uitbuiting der
arbeidskracht (immers, gelijk Sinowjew
onlangs in een rede heeft toegegeven,
de arbeiders hebben het in de particu
liere fabrieken beter dan in de staars-
fabrieken), noch de verklaring van
Somibart, dat de bourgeoisie uit geluk
kige financieele operaties is opgeko
men.
De oorsprong van wat thans.onder
den naam „Sowfouren" (een afkorting
van Sovjet-bourgeois) heeft, zijn in we
zen, wat men met een variatie op
O.W.'ers conjunctuur-whstmakcrs öf
revolutie-winst make rs zou kunnen noe
men. Deze nieuwe Russische bourgeoi
sie bestaat in de eerste plaats uit com
missarissen, die bij de vele requisites
en nationalitaties de kans gezien en te
baat genomen hebben, zicli te verrijken,
welke zware straffen de sovjetregee-
ri.ng ontrouwen ambtenaren ook op
legt. Verder zijn de Sowburen gerecru-
teerrl uit de vroegere matrozen en ar
beitiers, die zicli nu oo het zqpveei
lucratiever beroep van speculant heb
ben geworpen ook hier tieedt de con
junctuur-oorsprong duidelijk aan den
dag. Bijzonder duidelijk onderscheidt
men 'deze bij' de arbeiders-speculanten
var. de Odkraine. Omdat de Sovjetre-
geering m.eer en meer overtuigd' werd
van de onmogelijkheid de arbeiders de
artikelen voor levensonderhoud van
staatswege te leveren, zag zij zich ten
slotte gedwongen, 'de arbeiders zelf niet
alleen gelegenheid te geven, zich deze
artikelen aan te schaffen, maar zij stel
de zelfs speciale treinen te hunner be
schikking, waarin zij uit verschillende
landstreken der Oekraine naar Odessa
reisden om daar het ook voor den land
bouw zoo 'hoog noodige zout in te koc-
pen. Maar die vrijheid gaf aanleiding
tot verder speculatieve operaties en
thans schijnt dit deel van de vroegere
arbeiders de economisch-sterkste klas
se der Oekraine. Al bet goud en zilver,
de pelzen, de edelsteenen en de meu
belen der vroegere bourgeoisie dat
alles is nu in hun handen deze nieu
we klasse onderscheidt zicli door ener
gie en durf en moet zonder twijfel be
schouwd worden als (lief embryo van
den toekomstig en handels- en indu
stries-tand van 'de Oekraine. Op eigen
aardige wijze zijn hier winstbejag en
nationalisme dooreengewezen. Het
spreekt vanzelf, dat ook speculanten uit
Noord-Rusland trachten, verschillende
Oekrainsche producten in te koopen,
maar de Oekrainsche speculanten po
gen zulks met alle mogelijke middelen
te verhinderen aan het station de Kief
is bet herhaaldelijk tot botsingen geko
men tusschen de „Russische" 'en de
„Oekrainsche" speculanten, welke de
met zulk een beminnelijk lachje uit de
hand nam.
■Hij- ging naar den door twee gas
lampen helder verlichten lessenaar en-
maakte het pakje los.
Een étui van rood leer kwam er uit
te voorschijn en toen hij dit losmaakte,
fonkelde op een witzijden, iets geel
achtig geworden kussen, een groote,
ouderwetsche broche, hem tegen, die
een uit briljanten en kleurige edelstee
nen bestaanden vlinder voorstelde.
August Imberg, wieu zulke kostbare
voorwerpen, slechts zelden als onder
pand werden aangeboden, liet gedu
rende eenige seconden de lichtstralen
op de steenen schitteren.
Toen richtte hij zich weer tot het
jonge meisje en vroeg „Is dit van u,
'jujffrouw
„Ja", klonk het zacht terug. „Het
is afkomstig uit de nalatenschap van
mijn moeder".
„Zoo En- hoeveel geld verlangt u
daarop
„Duizend gulden als het kan".
„Hm Dat is een heel bedrag en ik
werk niet graag met zulke groote som
men. Hebt tl dan wel een voorstelling
van de waarde van dit -sieraad
„Neen, dat weet ik niet".
„En waarom moet u juist duizend
gulden hebben
„Omdat ik deze som noodzakelijk
noodi-g heb".
(Wordt vervolgd.)