VRIJDAO 8 SEPTEMBER gg0 ai a ij—6Qe l^Sfg GEMEENTEBESTUUR FEUILLETON DE GESTOLEN BROCHE, BINNENLAND VLISSLNCSCHE COURANT ABONNEMENTS-PRIJS Voor Vlissingen en gemeenten op Wal cheren 2.20 per drie maanden. Franco door het geheele rijk 2.50. Week-abon- nementen 17 cert, alles bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent. ADVERTENTIE-PRIJS. Van 14 regels 1.10 voor iedere regel meer 26 centbij abonnement spe ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel Dienstaanbiedingen en dienstaanvragen van 1—5 regels 65 centiedere regel meer 13 cent, bij contante betaling. Familieberichten van 16 regels: ƒ1.70, iedere regel meer 26 cent. DIENSTPLICHT. Opleiding tot ziekenverpleger of tot ziekendrager. Ingeschrevenen voor de lichting 1923, die niet in het bezit zijn van het bewijs van voorgeoefendheid, kunnen, als zij iri geval van bestemming tot gewoon dienstplichtige in aanmerking wenschen te komen voor opleiding tot ziekenverpleger of tot zieken drager, en dezen wensch niet reeds bij de keuring en ook niet rechtstreeks aan den Districtscommandant hebben te kennen ge geven, zich daarvoor alsnog vóór 5 October a.s. opgeven bij den Burgemeester der ge meente, voor welke zij hebben geloot. Opleiding tot ziekenverpleger. Hiervoor kunnen in aanmerking komen zij, die een krachtig lichaamsgestel hebben, voldoende bedreven zijn in lezen en schrij ven, kennis bezitten van de hoofdregels van het rekenen met geheele en gebroken getallen en de toepassing daarvan en te vens voldoende bekend zijn met het me trieke stelsel van maten en gewichten. De voorkeur genieten zij, die reeds als burger voor ziekenverpleger in opleiding zijn voorts apothekers-assistenten en zij, djo uitgebreid lager onderwijs en tevens onderwijs in de genees- of heelkunde heb ben genoten of genieten. Opleiding tot ziekendrager. Hiervoor kunnen in aanmerking komen zij. die een krachtig lichaamsgestel heb ben, voldoende bedreven zijn in lezen en schrijven en in de eerste beginselen van het rekenen, alsmede eenige kennis bezit ten van het metrieke stelsel van maten en gewichten. De voorkeur genieten zij, die in het bezit zijn van een diploma voor eerste hulp bij ongevallen, alsmede zij, die lid zijn van een transport-colonne van het Nederlandsche Roode Kruis en het bewijs van geoeiend- heid als zoodanig bezitten. Duur van den werkelijken dienst. De duur der eerste oefening bedraagt voor de ziekendragers 5'A maand. De ziekenverplegers zijn vrij van herha lingsoefeningen. Vlissingen, 7 September 1922. De Burgemeester voornoemd, VAN WOELDEREN. DIENSTPLICHT. Wenschen omtrent inlijving. Zij, die voor de lichting van het volgend jaar zijn ingeschreven en hun wensch om trent de inlijving in geval van bestemming tot gewoon dienstplichtige niet reeds bij de keuring en ook, niet rechtstreeks aan den Districtscommandant hebben opgegeven of wel een bijzondere reden hebben, waar om hun wensch veranderd is, kunnen vóór 5 October a.s. hun verlangen ter gemeen te-secretarie opgeven. Er kan evenwel geen zekerheid worden gegeven, dat met hun verlangen rekening kan worden gehouden. Vlissingen, 7 September 1922. De Burgemeester van Vlissingen, VAN WOELDEREN. O i. Het bureau van den pandjeshuis houder August lmlberg lag in een van die stille zijstraatjes, waar gedurende den avond het verkeer bijna geheel ophield, en waar de spaarzame ver lichting de weinige voorbijgangers nauwelijks in staat stelde, elkander te herkennen. Dit bureau 'bevond zich daar reeds meer dan 30 jaren. In de buurt ging het gerucht, dat de oude Imberg 'door zijn zaak een welge steld man was geworden. In ieder geval was zijn clientele zeer talrijk en wan neer een nauwkeurig opmerker zich de moeite igetroost had in het halfdonker onder de poort van het oude huis een ■paar uur tang op de loer te staan, dan had hij stellig zeer veel personen van iederen stand en leeftijd voorbij zien gaan. Zij wierpen meestal schuwe blik ken om zich heen, alsof zij zich op ver boden paden .bevonden om dan vlug door de op een binnenplaats gelegen ingang van den winkel van Imberg te verdwijnen. Vooral Zaterdagavonds, of wanneer de eerste van de maand voor de deur stond, was er een groote toeloop van menschen, en August lmlberg, die nog altijd net als 30 jaar geleden alle voor komende werkzaamheden van zijn be- Koninklijk bezoek aan Denemarken. De 'bijzondere correspondent van „het Hfol'd." te Kopenhagen meldt van ■gisteren Het programma 'begon Woensdag met 'de voorstelling in het paleis van liet korps diplomatique aan de Konin gin. De Nederlandsche legatie was ver tegenwoordigd dioor gezant ridder Van Rappard en gezantschapsraad jhr. Ha'ersma de Wifh. De vreemde diplo maten werden aan de Koningin door onzen gezant en den gezantschapsraad voorgesteld. Na alfoop der receptie, die 'drie kwartier duurde, werd een 'bezoek gebracht aan het kunstmuseum. De hooge gasten bekeken de verzame ling schilderijen, met de grootste be langstelling. In 'het Museum is veel oude Nederlandsche kunst, die onze Koningin natuurlijk bijzonder aantrok. H. M. kon den museumdirecteur in lichtingen over enkele schilderijen geven. Na her dejeuner gingen de Koningin, cie Prins, Koninig Christiaan, Koningin Alexandra en kroonprins Frederik in auto's naar Frederiksborg, een slot bij Hilleroed, een uur sporen van Kopen hagen. Het prachtig kasteel, in. Gothi- sche renaissance, ligt in, een heerlijke omgeving. Het slot is bekend om de sc'hoone 'kunstverzameling van. histori sche 'waarde. Bij hun aankomst vonden de vorstelijke personen, veel belang stelling. Er waren veel persfotografen, die prins Hendrik wilden kieken. Deze protesteerde en weigerde zich te laten fotografeeren. De Koningin was zeer belangstellend vooral in de schilderij van Van Was senaar van Obdam en voor een portret van koningin Sophie, de moeder van koning Christiaan, die het slot bouwde. Dit portret is door de Nederlandsche regeering aan het slot geschonken. Na het bezoek, dat een uur duurde, ging men terug 'naar Kopenhagen. Des avon'ds was er galavoorstelling in het Koninklijk Theater. De zaal was vol genoodigden in kleurige uniformen en gaf daardoor een schitterenden aanblik. Het geheele korps diplomatique was aanwezig, en vele hoogwaardigheids- bekleeders met hu;n dames. Klokslag acht uur traden het Nederlandsche en Deensche Koningspaar in de koninklij ke loge, onze Koningin in wit avond toilet. De muziek speelde het Wilhel mus en het Deensche volkslied. Voor de pauze werd het eerste deel van „Tosca", voorafgegaan door Beet- hovens Leonore-Otiverture nummer 3 gegeven. In de pauze wemelde het in de re ceptiezaal van schitterende uniformen. Koning Christiaan, joviaal, liep opge wekt heen en weer en knoopte met ve len eem gesprek aan. Na de pauze 'werd a'ls 'ballet gegeven „Bloemenfeêst in Genzano" dat na af loop daverend applaus uitlokte. Een der Deensche aanwezigen stelde voor een 'driewerf „hoera" op de Koningin der Nederlanden, die minzaam buigt. Buiten 'hadden zich vele toeschouwers verzameld op het groote plein om de hooge personen te zien vertrekken. Bij het be'zoek aan Kopenhagen heb ben Hare Majestiet de Koningin en Z. K. H. Prins Hendrik gisteren aan boord van Hr. Ms. „Zeeland" voor de Nederlandsche kolonie in Denemarken receptie gehouden. Des middags werd een bezoek door de vorstelijke personen gebracht aan 't eiland Amager. roep alleen voor zijn rekening nam, wist ondanks zijn wonderbaarlijke be weeglijkheid soms de overstelpende 'drukte nauwelijks te overwinnen. Zulk een urukike dag was het ook thans. Het was de laatste van de maand en sedert cie schemering was ingeval len, had de deurbel, welker helder ge luid telkens de komst van een nieuwen bezoeker aankondigde, nauwelijks een minuut lang stilgestaan. De kleine ruimte voor de toonbank, die het kan toortje in tweeën verdeelde, was van tijd tot tijd geheel gevuld met bezoe kers van beiderlei kunne. Het kostte den pandjesbaas, een klein manneke met een goedmoedig gelaat en lichte, verstandige oogen, dan ook dikwijls geen geringe moeite de ongeduldigen te bevredigen, van wie een ieder het eerst geholpen wilde worden. Een ander in zijn plaats zou bij al die dingen van allerlei aard, die 'hem als pand werden aangeboden en die toch alle onderzocht en naar waarde ge schat moesten worden, bij zulk een drukte h'et hoofd kwijt raken. Maar August Imberg had in zijn lange prak tijk zooveel ondervinding opgedaan, om meestal met een enkelen blik te 'kunnen taxeeren hoeveel hij zonder schade te lijden op een onderpand kon uitleenen en bovendien, gingen siera den, 'horloges en kieed'ingstukken im mers niet voor de eerste maal door zijn hand. Boven het bod dat bij eenmaal had gedaan, ging hij nooit en als een of andere nieuweling trachtte de afwik- Het a.s. regeeringsprogram. De „Nieuwe Ct" schrijft Zoo wij wél-ingelicht zijn en wij hebben redenen om dat te gelooven zal 'het program, waarmede het te vor men kabinet voor de Kamer zal optre den, een teleurstelling zijn voor hen, die een program hebben verwacht van groote, forsche lijn. Het schijnt dat de samenwerking van de drie rechterzijde-partijen wél met heel veel moeite is verkregen, doch de groote verschilpunten onopgelost laat. Door minder betee'kenende te laten varen, heeft men de toenadeiing tot stand doen komen. Rooken in autogarages. De minister van foinneniandsche za ken. heeft tdoor tusschenkomst van Ged. Staten tot de gemeentebesturen een circulaire 'gericht van den volgen den inhoud De minister van arbeid vestigt mijn aandacht op de gevaren., welke kunnen ontstaan bij nier-behoorlijke handha ving of bij gebreke van voorschriften, 'die ten 'doel 'hebben het rooken in auto-garages te verbieden. Dit geeft mij aanleiding u te verzoe ken tiet noodi'ge te willen verrichten om deze gevaren zooveel mogelijk tegen te gaan. Voor zoover een rookverbod in een gemeenteverordening, is vastgelegd of als voorwaarde aan een hinderwetver gunning is verbonden, 'welke voor de oprichting van auto-garages in'verband met de 'berging van benzine is ver- eischt, ware een strenge handhaving van 'dat venbod te 'bevorderen. Voor zoover eem dergelijk verbod ontbreekt, zou 'het naar mijn oordeel aanbeveling verdienen om 'bij Aan wezigheid van 'dergelijke 'brandgevaar lijke inrichtingen in uwe gemeente 'bepalingen tot beperking van de voren aangeduide gevaren in het leven te roepen. De pensioenstorting. De afdeeling Amsterdam van den Centralen Post-, Telegraaf- en Tele- foonbond nam de volgende motie aan „De afdeeling enz., verontrust door de persberichten, dat de regeering van .plan zou zijn de pensioenpremie van het rijkspersoneel te heffen overwegende, dat de regeering ten einde onverdiende achterstelling op te (heffen, de technische 'herziening der salarisregeling desondanks nu reeds meer dan een jaar op de lange baan heeft geschoven 'den reeds onbillijken standplaatsaftrek wil verergeren de werktijden wil verlengen de venloven verslechteren allerlei na moeizamen strijd duur bevochten gunstiger ar beidsvoorwaarden terugneemt overwegende, dat de regeering doof blijft voor de door de vakbeweging be pleite bezuinigingsmaatregelen als pen- sionmeering of op wachtgeld stelling van de talrijke dure overcomplete hoo- gcre ambtenaren ■protesteert met klem tegen de drei gende loonsverlaging en roept het rijks personeel op met terzijdestelling van politieke en godsdienstige inzichten tot vorming van een algemeen eenheids front om door machtsformafie het ge vaar te lceeren." Ned. Bond van Gemeente-ambtenaren. In 'de te Deventer gehouden alge- meene vergadering van 'den Ned. Bond van Gemeente-ambtenaren werd in handen van het hoofdbestuur om prae- advies gesteld, de volgende door de 'keling van een zaak door een hoogeren eisch te vertragen, dan schoof hij hem zijn eigendom stilzwijgend weer toe. Het onderzoek naar het bewijs van her komst van het pand, dat hij volgens Wettelijke voorschriften van ieder moest vorderen, ging even snel als de 'invuling van 'het .pandbriefje, dat hij m'et een 'krassende pen op een oerouden wormstekigen lessenaar in orde maak te. In de geweldige ijzeren geldkast echter schenen de uit té betalen bedra gen voor elk pand afzonderlijk reeds afgeteld klaar te liggen, want August Iinberg behoefde slechts een enkele greep te doen, om de 'benoodigde meestal vrij geringe som in de hand te nemen. Juist had hij een bleeke, ziekelijk en armoedig uitziende vrouw enkele centen uitgeteld, die de Zondagsche jas van haar man na welwillende taxatie in ieder geval nog waard kon zijn, of anderen drongen zich reeds weer in haar plaats. Imborg echter richtte zich op en keek over de hoofden ider aanwe zigen. heen naar het achterste gedeelte van het vertrek. Zijn scherpe oogen, waaraan ondanks de groote drukte, ■niets scheen te ontgaan, hadden daar een. jong meisje ontdekt, dat reeds lang met angstig gebogen hoofd dicht bij den ingang stond alsof het haar aan moed ontbrak dichter bij de toonbank te komen. „Ais u altijd achteraan blijft staan, mijn 'beste kind", sprak hij op zijn vr'rendelijk-joviaten toon, waarom zijn afdeeling Noor'd-HoWand voorgestelde motie „De ledenvergadering van den Ne- dertandschen Bond- van Gemeente- Ambtenaren, overwegende dat het gewenscht is over de aangelegenheden, 'waarbij de belangen der gemeente-ambtenaren zijn 'betrokken, geregeld overleg te plegen met andere vereenigingen, waarin, ge meente-personeel georganiseerd is, noo'digt het hoofdbestuur uit de noo- dige stappen te doen tot het in het le ven roepen, van een commissie, waarin vertegenwoordigers van die vereeni gingen zitting hebben en welke tot taak zal hebben eenheid in het optreden van die vereenigingen te bevorderen." Toenemende werkloosheid. in de metaalindustrie te Dordrecht wondt liet steeds slechter gesteld, meldt 't „Volk". Op de Lip's brandkasten- en slotenfabrieken te Dordrecht worden Zaterdag 30 arbeiders ontslagen. Een loonsverlaging van 10 pet. wordt in uitzicht van het werkende personeel gesteld. De hoefijzerfabriek „Hippos" wordt aanstaanden Maandag stop gezet, waardoor 130 arbeiders het werkloo- zenleger komen versterken. Op Zaterdag 2 September stonden er bij de arbeidsbeurs 1210 personen als werkloos ingeschreven. ■Dit is zeker een zeer groot getal. De gemeente Dordrecht telt ongeveer 53000 zielen, zoodat in vergelijking miet ande re steden, het percentage der werkloo- zen in de Merwede-stad zeer groot is. DE MIDDENSTAND IN SOVJET- RUSLAND. (Particuliere correspondentie Moskou, Augustus 1922. Ruslandgedurende twee genera ties was liet voor West-Europeesche begrippen een betooverlng, een won der, een raadsel en een verlangen. Nu is hef, nog gefhuld in den siuier der verte, een catastrophe. Morgen kan het noodlottig worden. En nog steeds heeft het niet opgehouden zoowel een raadsel als een wonder te zijn. De aanraking van Europa, nl. vragen, zwanger van noodlot, begon feitelijk al tijdens Peter 'den Groote. Toen deze geniale barbaar ■het Russische hoofd naar het Westen boog met beulsonisten, die 'het Russi sche volk bijna den nek hadden omge draaid, begon de ontwikkeling, waar van wij nu een der laatste phasen be leven. Vóór liet Rijk aan het Europeesche machtsvertoon te gronde ging onder vond Europa in zijn gemoedsleven ?n in zijn zenuwen, in zijn 'denken en in zijn willen de Russische fascinatie. De Rus sische denkers groeiden hoog boven het tot toen bekende menschenpeil, hun dichtkunst werd niet slechts schoonheid, zij werd ethische vorming. Alle onder vinding, oordeel en begrip kreeg Russi sche kleuren. Toen woelden de marte laars, die in de Peter-Pauls-vesting en in Siberië te gronde gingen, den Euro- peeschen bodem om. Alleen door 't we ten van hun smart, dat de Europeesche rnenschlheid ondraaglijk werd. Er scheen zicli een vereemiging tusschen Rusland en de fijnste geesten van het Westen te voltrekkenTot wij in dezen tijd on dervinden, dat het Europeesche medi cijn voor Rusland niet helpt en het Rus sische recept niet vaor Europa. Deze tijd moet de theorieën van een Tolstoj en een Dostojewski overwinnen, als hij klanten hem zoo graag mochten, „dan kunt ge wel den ge heel en avond wach ten, voor ge aan de beurt komt. Laat maar eens kijken, wat voor moois u voor me hebt". Het jonge meisje (want alleen zij kon naar haar slank, sierlijk figuurtje te oor'deelen de aangesprokene zijn) naderde aarzelend. Bereidwillig hadden de anderen plaats voor haar gemaakt en alle blikken waren nieuwsgierig op haar gericht. Men hield haar klaarblijkelijk voor iemand uit de betere standen, hoewel de donkere regenmantel, die het kleine figuurtje nauw omsloot, de kfeeding daaronder geheel bedekte en hoewei zij in plaats van een hoed een rooden omslagdoek van. vlokkige zijde droeg, (zooals de dames ze dragen die uit den schouwburg huiswaarts keeren. Dat zij haar gelaat met dezen doek zooveel mogelijk trachtte te bedekken, verwon derde niemand, de plaats waar men zich, bevond in aanmerking nemende. Iedereen zou immers het liefst met een tooverkap hierheen gekomen zijn, die hen behalve voor August Imberg on zichtbaar maakte. Een allerliefst recht neusje, een klein, kersrood mondje en een paar ronde, angstig rondblikkende oogen ontwaarden men echter al te goed, on danks de dichte omhulling, en vermoe delijk was niet in 'het minst aan haar aardig gezichtje toe te schrijven, dat de .pandjeshouder het jonge meisje bet aarzelend overgereikte kleine pakje bestaan wil, moet bedenken, dat onder alle volken van ons werelddeel alleen 'het Russische nog in oertoestand leeft. Het staat het dichtst bij God en bij het ■dier dat bewijzen de hoogten van zijn kunst en .de afgrond van zijn geschie denis. En daarin ligt zijn kracht en be- toovering, maar ook de onmogelijkheid, het na te volgenHet blijft een won der en een raadsel. Ofschoon de wetten van dit merk waardige land nu juist niet ter ontwik keling van de welvaart der „bourgeoi sie" zijn opgesteld, is die bourgeoisie toch als een Phoenix uit haar asch 'her rezen. Ook diit ontstaan van den nieu wen Russischen middenstand is ge schied buiten de lijnen van de geldende theorieën. Want voor haar ontwikteling gel'dt zoomin de wet van Marx betref fende de „oorspronkelijke kapitaaiop- hooping" door matelooze uitbuiting der arbeidskracht (immers, gelijk Sinowjew onlangs in een rede heeft toegegeven, de arbeiders hebben het in de particu liere fabrieken beter dan in de staars- fabrieken), noch de verklaring van Somibart, dat de bourgeoisie uit geluk kige financieele operaties is opgeko men. De oorsprong van wat thans.onder den naam „Sowfouren" (een afkorting van Sovjet-bourgeois) heeft, zijn in we zen, wat men met een variatie op O.W.'ers conjunctuur-whstmakcrs öf revolutie-winst make rs zou kunnen noe men. Deze nieuwe Russische bourgeoi sie bestaat in de eerste plaats uit com missarissen, die bij de vele requisites en nationalitaties de kans gezien en te baat genomen hebben, zicli te verrijken, welke zware straffen de sovjetregee- ri.ng ontrouwen ambtenaren ook op legt. Verder zijn de Sowburen gerecru- teerrl uit de vroegere matrozen en ar beitiers, die zicli nu oo het zqpveei lucratiever beroep van speculant heb ben geworpen ook hier tieedt de con junctuur-oorsprong duidelijk aan den dag. Bijzonder duidelijk onderscheidt men 'deze bij' de arbeiders-speculanten var. de Odkraine. Omdat de Sovjetre- geering m.eer en meer overtuigd' werd van de onmogelijkheid de arbeiders de artikelen voor levensonderhoud van staatswege te leveren, zag zij zich ten slotte gedwongen, 'de arbeiders zelf niet alleen gelegenheid te geven, zich deze artikelen aan te schaffen, maar zij stel de zelfs speciale treinen te hunner be schikking, waarin zij uit verschillende landstreken der Oekraine naar Odessa reisden om daar het ook voor den land bouw zoo 'hoog noodige zout in te koc- pen. Maar die vrijheid gaf aanleiding tot verder speculatieve operaties en thans schijnt dit deel van de vroegere arbeiders de economisch-sterkste klas se der Oekraine. Al bet goud en zilver, de pelzen, de edelsteenen en de meu belen der vroegere bourgeoisie dat alles is nu in hun handen deze nieu we klasse onderscheidt zicli door ener gie en durf en moet zonder twijfel be schouwd worden als (lief embryo van den toekomstig en handels- en indu stries-tand van 'de Oekraine. Op eigen aardige wijze zijn hier winstbejag en nationalisme dooreengewezen. Het spreekt vanzelf, dat ook speculanten uit Noord-Rusland trachten, verschillende Oekrainsche producten in te koopen, maar de Oekrainsche speculanten po gen zulks met alle mogelijke middelen te verhinderen aan het station de Kief is bet herhaaldelijk tot botsingen geko men tusschen de „Russische" 'en de „Oekrainsche" speculanten, welke de met zulk een beminnelijk lachje uit de hand nam. ■Hij- ging naar den door twee gas lampen helder verlichten lessenaar en- maakte het pakje los. Een étui van rood leer kwam er uit te voorschijn en toen hij dit losmaakte, fonkelde op een witzijden, iets geel achtig geworden kussen, een groote, ouderwetsche broche, hem tegen, die een uit briljanten en kleurige edelstee nen bestaanden vlinder voorstelde. August Imberg, wieu zulke kostbare voorwerpen, slechts zelden als onder pand werden aangeboden, liet gedu rende eenige seconden de lichtstralen op de steenen schitteren. Toen richtte hij zich weer tot het jonge meisje en vroeg „Is dit van u, 'jujffrouw „Ja", klonk het zacht terug. „Het is afkomstig uit de nalatenschap van mijn moeder". „Zoo En- hoeveel geld verlangt u daarop „Duizend gulden als het kan". „Hm Dat is een heel bedrag en ik werk niet graag met zulke groote som men. Hebt tl dan wel een voorstelling van de waarde van dit -sieraad „Neen, dat weet ik niet". „En waarom moet u juist duizend gulden hebben „Omdat ik deze som noodzakelijk noodi-g heb". (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1922 | | pagina 1