EEPEN fl. 25.. en aan huis ZATERDAG 29 APRIL. No. lo t an biedingen staanvrageiu omvaart Buitenlandsche Belangstelling FEUILLETON VERBORGEN LEED. !Fi beloerok s ban boo Zijf GIJ heesch? Abdijsiroop. 100, raag betreffende in de couranten 60e Jaargang 'ABRIEK IÏKET MET CIRKEL 'IKET MET CIRKEL /eek gepubliceerd. IDttERK le soorten na uitvoering. Binderij Y MESTDAGH HARDTX~ iW'iablettenl «si Co. vragen :en netten JOEGEN tette jonden St. Jacobstraat 18. hvrouw vraagt elaan 31. en net meisje 18 jaar. :au „Vliss. Courant" iddelb.-Rotterdam gelegen plaatsen. AN PASSAGIERS, REN EN VEE. lei r. xiti r it. nor 8 8 j Mtt. Y.l. DDI 8 ngen 's morgens ekomen i N.V. Transp. en .h Erven G. VOS. te Middelburg i, Tek 153; te N OOSTERHOUT Dordrecht Gebrs.. Tel. 101. VLISSIINGSCHE COURANT BIJ DIT NUMMER BEHOORT EEN BIJVOEGSEL. ADVERTENTIE-PRIJS. Van 4 regels 1.10 voor iedere regel meer 26 centbij abonnement spe ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel Dienstaanbiedingen en dienstaanvragen van 15 regels 65 centiedere regel meer 13 cent, bij contante betaling. Familieberichten van 16 regels 1.70, iedere, regel meer 26 cent. ABONNEMENTS-PRIJS Voor Vlissingen en gemeenten op Wal cheren ƒ2.20 per drie maanden. Franco door het geheele rijk ƒ2.50. Week-abon- cementen 17 cent, alles bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent. Neen, aan belangstelling uit den vreemde ontbreekt het ons land en volk allerminst. We worden er in de laatste jaren zelfs onder bedolven. Dat is vooral in- en na den oorlog begonnen. Tijdens den wereldkrijg genoten we het voorrecht dier buitenlandsche attenties tegelijk met de andere neutraal geble ven staten, alleen werden wij er door de beide partijen wat meer mede be stookt, omdat onze geografische lig ging een zoo bij uitstek bijzondere, we mogen wel zeggen delicate was. We tagen als het ware temidden der strij denden en het gebulder van het zee- en landgeschut der belligeranten deed de lucht boven de Nederlandsche gewesten daveren. Het ligt dus voor de hand dat men ons gaarne en zooveel mogelijk te vriend hield. Tot op zekere hoogte dan altijd. Maar vooral daarna zijn de lief lijkheden en attenties en tevredenheids- betuigingen eerst recht talrijk gewor den. We hebben ze uit Duitschland en uit Frankrijk, uit Engeland en België, uit Oostenrijk en Hongarije ontvangen, a! die betuigingen, van erkentelijkheid, vriendschap en zeifs dankbaarheid. Na tuurlijk hebben we ze met liet noodige voorbehoud aanvaard. De Nederlander heeft de gelukkige eigenschap, nogal llegmatiek aangelegd te zijn, en weet meestal drommels goed woorden van daden te onderscheiden, vooral als ze niet geheel met elkander overeenkomen. Dat dit met sommige dier landen het geval is geweest, daaraan behoeft niet nog eens speciaal herinnerd te worden. Doch hoe dan ook, verschillende landen hebben, het mag dan meer of minder oprecht en zonder bijbedoelingen ge weest zijn, ons van hun bijzondere er kentelijkheid doen blijken voor hetgeen in en na den oorlog door ons ten hun nen behoeve is gedaan. En nog wordt gedaan, getuige de offervaardigheid ook hier te lande aan den dag gelegd, om den grooten nood in Rusland zoo veel mogelijk te helpen bestrijden. lntusschen heeft het een, blijkbaar liet ander uitgelokt en eenmaal de be langstelling naar ons uitgaande, is men in tal van landen doende gebleven, dc wederzijdsche relaties te bestendigen en nauwer te maken. Dit mag zeer ze ker als een verheugend feit worden aangemerkt, waaronder we dan inzon derheid den drang in verschillende lan den rekenen om meer dan vroeger op de Roman van B. CORONY. 18) je zult het wel aan mij moeten overlaten te beslissen, wat er in deze pijnlijke aangelegenheid gedaan of niet gedaan moet worden, verklaarde Fil- lungen. De vorst bewaart het stilzwij gen hij heeft er mij zijn woord op gegeven buiten jou en oom Ernst is dus niemand in het droevige geheim ingewijd. Maar dacht je dan, dat ik lust neb om door Kanitz, jou en je oom als een schurk beschouwd te worden. Niemand van ons beschuldigt je. En niemand van jullie gelooft, dat ik geheel buiten deze zaak sta. Maar, Hans Verklaar mij op je woord van eer, dat het anders is. Als ik zeg Geen oppervlakkige verzekerin- 8en, maar je woord van eer verlang ik. En wel op zoo'n- onstuimige ma- })let, dat er voor mij in dien eisch iets denkends ligt. Ik laat mij niets af dwingen.. Tattenberg lachte luide en schril. In Ja' daar he,D ik antwoord P'fts van het kort en bondig te ge- nio t 'e met omscllrijvingen. Men in maar °P z'.in vrienden bouwen. (ie.nneer iemand hen het meest noodig verlaten ze hem op de schande- hoogte te komen van hetgeen ons volk presteert en waard is. Te dien einde worden bijvoorbeeld in Duitschland aan de hoogescholen afzonderlijke leerstoe len voor onze taal en cultuurgeschiede nis ingesteld, en vindt men in Fransche tijdschriften de raadgeving, dat Frank rijk veel meer belangstelling voor Ne derland aan den dag moet leggen, wil het niet bij andere landen, speciaal Duitschland, ten achter geraken. We zien dan ook hoe meer en meer die bui tenlandsche belangstelling hier weer klank vindt. In tal van steden van ons land zijn afdeelingen ontstaan van de verschillende genootschappen, ten doel hebbende om die buitenlandsche be- lagstelling over en weer aan te kwee ken en te onderhouden. We hebben on der meer al een Alliance Fran?aise, Deutsche Vereine, NederlandEnge land, NederlandFrankrijk, English Association, en hoe deze genootschap pen nog meer mogen heeten. Daarbij worden er zeer leerzame en veelal zeer genoeglijke avonden georganiseerd, le zingen en voorstellingen gehouden, kortom er wordt niets verzuimd het be oogde doel na te streven en te bereiken. Ere blijkens de belangstelling en het veelal druk bezoek, hetwelk deze bijeen komsten trekken, met groot succes. Nu zijn die Duitsche, Fransche, En- gelsche en andere soortgelijke avonden hoogst onderrichtend. Alleen is de vrees niet ongewettigd, dat die onder richting door te overdrijven, wel eens erg eenzijdig wordt. Het resultaat hier van is dan ook, dat men tal van land- genooten kan ontmoeten, die in den af- geloopen winter bijzonder goed op de hoogte gekomen zijn van, en in buiten gewoon bewonderende termen spreken óver al het wetenswaardige van kunst en natuur, van land en volk en gebrui ken, hetwelk ter hunner kennis is geko men. Hun bewondering strekt zich niet alleen uit tot het gehoorde of geziene, maar doet hen ook ijverig navolgen en imiteeren. Bovenden gaat dikwijls een zekere geringschatting, met wat den eigen landaard heeft, daarmede ge paard. Dit is natuurlijk niet bij allen, of zelfs ook maar bij de meesten het geval, maar niettemin zijn er velen, aan wie terecht een ongemotiveerd achteruit- zetten van het eigen land bij vrat hef buitenland biedt verweten worden mag. Gaat het met dit misbruiken van wat overigens een goede en leerzame zaak is nog eenige jaren voort, dan zullen dezulken gewis uitnemend bekend zijn met hetgeen buiten onze grenzen wordt gedacht en geleefd en gedaan, maar in het eigen land zullen zij meer of minder zich als vervreemd gaan beschouwen, en de kans is zelfs niet gering dat de zulken wellicht onberispelijk de vreem de taal zullen schrijven, maar in hun moeders taal geen tien regels zullen kunnen neerzetten of het is doorspekt met vreemde uitdrukkingen en Neder landsche taalfouten. We zijn een klein volk met een eer volle plaats in de rij der naties. En om die plaats te behouden en te bevestigen hebben we voor alles noodig onze na tionaliteit zoo goed mogelijk en zoo lijkste wijze..Je weigert dus onmiddel lijk een onderzoek in te stellen Reis morgen naar je dochter, zoo als reeds sedert weken bepaald was. Ik zal intusschen overleggen, wat er moet gedaan worden. Goeden nacht, Hans Je gaat heen, zonder mij de hand te geven Neem me niet kwalijkik ver gat Fillungen keerde bij de deur nog eens terug, maar Tattenberg raakte de hem aangeboden rechter niet aan. 't ls al goed... al goed, mompel de iiij. Laat het maar Zwijgend verwijderde zich de majo raatsheer. Den volgenden ochtend heel vroeg verliet vorst Kanitz het slot en Tatten- berg, die voor een klein eind van den zelfden trein gebruik moest maken, ver trok eveneens. De voormalige grondbezitter zag er na een slapeloos doorgebrachten nacht zeer lijdend uit. De vreeselijke ge moedsbeweging had een nieuwen aan val van zijn hartkwaal veroorzaakt. Nu had hij beslist moeten rusten, doch rust gunde de vreeselijk opgewonden man zien niet. Hij besloot, de reis zonder onderbreking voort te zetten. Duizen den angstige voorstellingen kwelden hem, terwijl de trein zich met groote snelheid voortspoedde. Vervloekt zij het uur, dat mij naar het slot FalkenStein voerde 1 dat was geruimen tijd de eenige heldere gedach te, welke hij kon vormen. Doch daarna begon bange zorg over zijn dochter, ongeschonden mogelijk hoog te houden. De strijd der volken is waarlijk niet in den jongsten wereldkrijg volstreden. Bloedig of onbloedig, vreedzaam of on vreedzaam, met wapenen van het ge weld of met die van wetenschap, kennis en kunstom het even, op welke wijze en in welken vorm die strijd be slecht zal worden, wij zullen op gevaar als volk ten onder te gaan, hem mede te strijden hebben. Met welk een onstui mige kracht hij in economisch-politieken zin reeds in vollen gang is, leeren ons de de gebeurtenissen in Genua. Daarom mogen wij niets verzuimen, hetwelk ons dienstig zijn kan om ons door de bran ding dier komende tijden veilig heen te helpen. En niets kan dit meer dan ons zoo sterk mogelijk Nederlander te ge voelen en te zijn. En wanneer we dan ook al die buitenlandsche belangstel ling jegens ons waarnemen, wanneer we die verschillende genootschappen ten dienste eener vreemde cultuur zien toenemen, dan mogen we ons gerust in de eerste verheugen en het leerzame en nuttige in de tweede waardeeren, maar daarnevens dient dan ook de belang stelling in onze eigene taai, in de schoonheid van ons eigen land, en al hetgeen er op eigen erf en grond te waardeeren valt, -niet uit het oog ver loren te worden, maar integendeel een zoo groot mogelijke behartiging te vin den. RAADSOVERZICHT. -Er wordt maar al te vaak gedacht dat in onze besloten vergaderingen tal van zaken worden behandeld welke in dc letterlijke beteekenis het daglicht niet mogen zien. Toch is niets minder waar dan dat. Gewoonlijk wordt daarin al leen datgene ter sprake gebracht wat niet voor de publieke markt bestemd is en wat beter tusschen de vier muren kan biijven. Uit een vraag van den heer Hensel bij de vaststelling'van een wij ziging der gemeente-begrooting, bleek dat in onze vorige geheime bijeenkomst opheldering is gevraagd over de onge veer 1800, welke niet verantwoord zijn voor gelden welke de burgemeester destijds ontving voor uitkeering aan ge- mobiliseerden. De heer Hensel wilde daarvoor onzen vorigen burgemeester, den heer jhr. mr. Van Doorn van Kou- dekerke, verantwoordelijk stellen en hem deze 1800 uit zijn eigen porte- monnaie laten betalen. Dit voorstel ge tuigde allesbehalve van kieschheid, zoo als de heer De Meij zeer terecht op merkte, want de heer Van Doorn kan toch niet persoonlijk voor dit tekort worden aangesproken. De heer Hensel, die als ridder van de droevige figuur voor het voetlicht kwam, vond van geen zijner collega's cenigen steun. Integen deel van alle kanten werd hij over zijn eigenaardige houding aangevallen. Om dat de burgemeester formeel verant woordelijk is meer is het toch niet gaat het toch niet aan dat dit tekort door hem betaald zou moeten worden. Het betreft een tekort van 1800 op on geveer 7 ton en loopende over 50O per sonen. Het zijn administratieve fouten en deze administratie is toch zeker niet door den burgemeester persoonlijk ge voerd. Trouwens kastekorten worden overal aangetroffen, de klerk ten kan tore van den gemeente-ontvanger ont vangt voor deze onvermijdelijke tekor- wier toekomst ernstig bedreigd scheen, zich van hem meester te maken. Wat moest er van het meisje worden Den ganschen dag had Tattenberg gereisd, zonder iets te gebruiken. Daar door was hij echter nu zoo akelig en uitgeput geworden, dat hem niets an ders overbleef, dan bij het eerstvolgen de station uit te stappen en nachtver- blijft te zoeken. Met moeite stapte Hans uit zijn coupé en stond nu bij het station van een klein vergeten plaatsje. Rijtuigen waren er natuurlijk niet, alleen stond er een om nibus, die den eenigen passagier op nam, geruimen tijd over een slechten, hobbeligen weg rolde en eindelijk voor een klein logement stil hield. Een kellner bracht den vermoeide naar de mooiste kamer en vroeg hem, of hij ook wilde eten. Ja, antwoordde Tattenberg werk tuigelijk, maar liet soep en gebraad onaangeroerd staan en liet zich op het bed vallen-. Een brandende dorst kwel de hem en verdween ook nog niet, toen hij de waterflesch reeds voor de helft geledigd had. Buiten huilde en raasde de storm, rukte aan de slecht sluitende ramen en gierde akelig om den schoorsteen. Tattenberg kon niet slapen. Hij stond weer op en keek het venster uit. In het licht van de dikwijls door wol ken verduisterde maan strekte zich een eenzaam heidelandschap vol treurige eentonigheid uit. Het was een melan choliek gezicht. Weer greep de gast naar de water- ten een vergoeding van ƒ150 per jaar. Het zal onzen vorigen burgemees ter wel aangenaam zijn te verne men dat, uitgezonderd de heer Hensel dan, geen der leden \an ons college hem maar in het minst voor dezen kwa den post verantwoordelijk wilde stel len. De heer Hensel nam den goeden raad niet aan van den heer Van de Putte, om zijn voorstel maar terug te nemen, integendeel hij trachtte zijn houding nog goed te praten. Laten wij er maar over stemmen, zeide de heer Merckens en hij wilde gaarne het voor- stel-Hensel steunen, juist om den voor steller een gevoelig echec te bezorgen. Dit deed ook de heer De Meij. Toen er gestemd werd bleef de heer Hensel al leen staan. Dat niemand van ons er zelfs niet over dacht hem te. steunen kon hij toch wel dadelijk hebben be merkt, toen hij deze quaestie van de ge heime naar de openbare zitting had overgebracht. Het was natuurlijk veel beter geweest dat deze zaak, een lou tere formaliteitsquaestie, niet aan de groote klok was gehangen. Nu dit een maal geschiedde heeft zij den voorstel ler zelf het meest geblameerd. Een ander punt betreffende een wij ziging der begrooting, nl. de kwade post van de groente- en fruitveiling, die bijna 4000 beloopt, was voor den heer Staverman aanleiding om voor te stel len de gemeentelijke groente- en fruit veiling maar op te doeken. Deze heeft ons altijd geld gekost, is oorzaak dat wij veel te dure groente eten en zal ons ook nog veel geld blijven kosten. De heer Tichelman gaf toe dat de veiling te grootsch van opzet is ge weest. Men had eenvoudiger moeten beginnen en de heer Hensel meende eveneens dat opheffing onder de gege ven omstandigheden maar het beste is. De heer Staverman had 1 Juli voorge steld, doch dit vond de heer De Meij te vlug. Wij kunnen wel tot 1 Januari wachten. De heer Van de Putte, die het gewoonlijk voor de veiling opneemt, zweeg thans, waaruit dus wel gecon cludeerd kan worden, dat hij evenmin verwacht dat de veiling ons ook in de toekomst geen geld zal kosten. Burg. en Weth. weten nu hoe over het al gemeen over de veiling gedacht wordt en zullen t.z.t. een prea-advies uitbren gen. Bij de behandeling der begrooting kunnen wij definitief besluiten of wij de zaak op denzelfden voet zullen voort zetten, dan wel dat wij ons van dezen strop zullen ontdoen. Mevrouw Engering kon zich niet ver eenigen met het afwijzend voorstel van Burg. en Weth. op het verzoek van de R. Kath. reclasseerings-vereeniging tot het toekennen van een subsidie uit de gemeentekas. Zij meende dat het juist op den weg der gemeente ligt dit nut tige werk te steunen en de heer Van Oorschot was het daarmede eens, mits de subsidie ten goede komt aan elke vereeniging die het reclasseeringswerk behartigt. De voorzitter en de heer Laernoes gaven gaarne toe dat de re- ciasseerings-vereenigingen hoogst nut tig werk verrichten, doch dat daarvoor de gemeente-financiën niet mogen wor den aangesproken. Als wij ons eenmaal op dien weg gaan begeven, dan zal het aantal om subsidie vragende vereeni- gingen kolossaal toenemen. Wij beslo ten het voorstel nog aan te houden en zullen Burg. en Weth. onderzoeken of er redenen kunnen gevonden wor den op hun afwijzend prae-advies terug te komen. Het wordt zoo karaf. Het bloed klopte hevig in zijn slapen plotseling werd hij hevig be nauwd en rukte het venster open. De aanval ging spoedig voorbij. De vlam metjes der beide kaarsen flikkerden nog even op en doofden toen uit. Hans zocht naar lucifers, maar kon er geene vinden. Bellen wilde hij zoo laat In den nacht niet. Van seconde tot seconde werd bij hem de behoefte aan rust grooter. Slapen, slapen verge ten. Maar de slaap bleef verre van den zwaar vermoeide. Nu herinnerde deze zich, dat hij de macht bezat om den slaap tot komente dwingen. Hij opende de reistasch, nam er een fleschje uit en ontkurkte het, toen de maan juist weer voor een oogenblik van achter de wol ken te voorschijn kwam. Tattenberg had zich sedert lang niet meer van dit middel bediend. Hij on derzocht, voor zoover dit in het half donker mogelijk was, den inhoud van het fleschje, goot een deel daarvan met zenuwachtig bevende handen in het drinkglas en dronk het toen ledig. Daarna wierp hij zich weer op het bed. Donkerviolet lag de heide in het zon nelicht, toen de hotelhouder zich den slaap uit de oogen wreef en naar de keuken ging, waar hij den huisknecht toeriep De heer op no. 8 wil met den eer sten trein weg. Maar dan wordt het hoog tijd. Je hebt toch niet vergeten hem te wekken Ik was al verscheidene keeren boven en heb ieder keer geklopt, ant woordde Anton knorrig. Hij geeft geen INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN. Haringplaats MIDDELBURG, I bericht dat haar nieuwe Cata logus verschenen is en op aan vraag gaarne gratis en franco gezonden wordt. Is Uw keel rood of met witte puntjes bezet? Pas dan op I Grijpt dadelijk in. Eén lepel Abdijsiroop kan voldoende zijn. Onthoud het woord goed zachtjes aan regel in elke zitting een of meer voorstellen aan te houden en het moest eigenlijk hooge uitzondering zijn. Als Burg. en Weth. eenmaal een voor stel hebben ingediend wordt dit gedaan na nauwgezette overweging en de ar gumenten zoowel vóór als tegen wor den in die voorstellen steeds gemoti veerd. Daarom moeten zij daarvan de consequentie ook aanvaarden en alleen als het per sé noodig blijkt, in aanhou ding berusten. Voorat de heer Van de Putte is een groot voorstander van aan houding van voorstellen en er gaat bijna geen zitting voorbij of hij doet een voorstel in dien geest. Het ware voor het prestige van ons college wel ge- wenscht dat wij wat 'beter blijk gaven dat wij het pro en contra van dc voor stellen welke behandeld moeten wor den, eerst behoorlijk hebben onder zocht en onze meening daarover niet direct kan worden omver gepraat. Want daarop komt het feitelijk neer. Wij hoo- ren een voorstel bestrijden en verdedi gen en weten dan niet meer hoe onze stem uit te brengen en het resultaat wordt aanhouden, om er dan nog eens over te kunnen nadenken. Het voorstel-Merckens, betreffende den belasting-aftrek voor gehuwden en ongehuwden, waarover in de vorige zit ting de stemmen staakten, werd thans met groote meerderheid aangenomen. De heer Post, die zich toen bij het uit brengen van zijn stem vergist had, heeft deze vergissing wel kunnen herstellen, doch sedert de laatste vergadering wa ren meerdere leden van opinie veran derd. Wat hen tot deze zwenking heeft doen besluiten hebben wij niet verno men, omdat alleen gestemd werd en geen discussie meer over het voorstel werd gevoerd. Breedvoerig hebben wij van gedach ten gewisseld over het vermenigvuldi- gingscijfer voor den hoofdelijken om slag voor het volgend jaar. Wij ram melen op het oogenblik in het geld. Niet minder dan ƒ118.000 houden wij over, doch dit komt dat wij de belasting schuldigen eigenlijk het vel over de ooren getrokken hebben. Dat was niet noodig geweestmet heel wat minder hadden wij kunnen volstaan. Natuurlijk hebben wij dadelijk dankbaar gebruik gemaakt van de gelegenheid om de be lastingplichtigen wat te ontlasten. Burg. en Weth. hadden eerst een ver- menigvuldigingscijfer van 1.9 voorge steld, doch dit later teruggebracht op antwoord. Klop dan nog eens. Je wordt ook eiken dag luier De knecht gehoorzaamde, maar kwam met het bericht terug, dat de gast geen feeken van leven gaf. IDan moet ik zelf maar eens gaan, zei de hotelhouder, klom de wankele trap op en begon flink te kloppen. Toen alles stil bleef, riep hij herhaal- de malen Het heeft al zes geslagen de trein gaat om zeven uur. Wilt u niet mee Geen antwoord. Hij krabde zich het hoofd onder de scheef gegleden slaapmuts en mom pelde Nu, die slaapt ook als een marmot! Maar ik kan het niet helpen. Misschien verzuimt hij ook niets dringends. Schouderophalend daalde hij de kra kende trap weer af. Zoo verliep uur na uur. Eindelijk dacht de hotelhouder weer aan den vreemdeling en vroeg Wel, heeft no. 8 eindelijk gebeld Neen I antwoordde de kellner met een onverschillig gezicht. Drommels, wat moet dat beteeke- nen Zoo lang slaapt toch niemand, riep de hotelhouder. Jullie bekommert je ook nergens om. Het is of jullie geert hersens hebben 1 Moet ik dan om alles denken Weer ging hii hijgend en blazend en met een vuurrood gezicht naar boven en klopte. Geen geluid in de kamer werd ge hoord. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1922 | | pagina 1