1000
500
150
100
25
ZATERDAG
8 APRIL#
Eerste Blad.
«sa No. 84
60e Jaargang
Uitgave: Firma F. VAH DE VELDE Jr., Kleine Markt 53, Vlissingen. - Telefoon Interc. 10.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke Feestdagen.
GEN U A.
WEUIU.ETON
VERBORGEN LEED.
Brieven uit de Hofstad
BINNENLAND
VL1SSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJSVoor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren 2.20
per 3 maanden. Franco door het geheele rijk 2.50. Voor België 4.15.
Voor overige landen der Post-Unie 4.70. Afzonderlijke nummers Scent. 1_
tw j
rje^abonné's in 't bezit eener
Polis, zijn GRATIS verze-
ADVERTENTIEPRIJS: Van 14 regels ƒ1.10; voor iederen regel meer 25 ct.
Familieberichten van 16 regels 1.70. Bij abonnement speciale prijs.
Reclames 52 cent per regel. Dienstaanbiedingen en -aanvragen 13 ct. per regel
kerd tegen ongelukken voor
gulden bij levens
lange ongeschikt
heid tot werken.
gulden bij dood
door
een ongeluk.
I gulden bij verlies
van een hand,
voet of oog.
gulden bij verlies
een duim.
gulden bij verlies
van een
wijsvinger.
gulden bij verlies
van eiken
anderen vinger.
git nummer bestaat uit 2 bladen.
Het valt moeilijk te zeggen hoevele
conferenties er sinds de laatste maan
den van 1918, sedert den aanvang dus
van den wapenstilstand en al wat daar
op is gevolgd, gehouden zijn. Ook zijn
er zelfs niet gehouden, nadat zij voor
bereid maar telkens weer uitgesteld
waren. Of de wereld aan die niet-ge-
houden internationale conferenties
misschien nog niet meer erkentelijk
heid verschuldigd is, dan aan de wel-
gehoudene, willen we maar in het mid
den laten, maar zeker is, dat ondanks
al die, in verschillende Europeesche
steden een zelfs in Amerika ge
houden bijeenkomsten, het er met den
economischen en politieken toestand in
de wereld nog recht treurig uitziet.
Men heeft dit poovere resultaat wel
eens geweten aan de omstandigheid,
dat elke volgende conferentie' het van
de vorige in allerlei onnoodige en dure,
maar voor de deelnemers zeer aange
name bijkomstigheden won. Bij mil-
lioenen is er aan weelderige ontvang
sten en verblijven uitgegeven, en het
heeft er werkelijk den schijn van, alsof
niet het zakelijke doel waarom men bij
een kwam, doch de genoegens nummer
één op het conferentie-program zijn ge
weest. Italië, die de conferentie-leden
thans te gast krijgt, heeft reeds 25 mil-
lioen lire uitgegeven voor de komst en
"KSi inrichten eener waardige verblijf
plaats, en het ligt voor de hand, dat na
afloop er allicht nog een slordige 25
millioen zullen blijken bijgekomen te
zijn. Nu belooft het aantal van de leden
der conferentie te Genua, die overmor
gen aanvangt, bijzonder groot te zijn.
De groote mogendheden sturen alleen
al 365 afgevaardigden behalve nog het
personeel, de andere staten waar
onder de Nederlandsche delegatie met
16 man ook nog een goede paar
honderd. Het is dus een geheele inter
nationale kolonie die in de Italiaansche
stad straks neergestreken is. Wanneer
nu maar het resultaat der beraadsla
gingen evenredig is aan het groote aan
tal deelnemers en de hooge kosten, die
elk land zich daarvoor getroosten moet,
dan moet de wereld ten slotte Genua
nog dankbaar zijn.
Doch dit is juist een meer of minder
rechtvaardige twijfel daaraan, die velen
al van te voren zeer pessimistisch doen
denken over wat ginds zal tot stand
Roman van B. CORONY,
Eenige dagen later stond het herto
gelijk slot weer leeg. De hofjachten
weiden thans in het nabijgelegen O.
voortgezet.
Ook de gasten van Fillungen ver
trokken, met hen graaf ert gravin van
Hartenau. Alleen Inez zou' voorloopig
nog blijven en het verlovingsfeest zou
op het slot Falkenstein worden gevierd.
De eerste Septemberdagen waren
buitengewoon prachtig. Geraniums en
asters in alle mogelijke variëteiten tooi
den het park, herfstrozen schitterden,
deels roze, deels donkerrood of prijkten
in het reinste wit, terwijl de purperen
ranken van den wilden wingerd muren
prieelen bedekten. Rijpe vruchten
hingen in buitengewone hoeveelheid
aan de takken en dreigden die te bre
ken,. Pe rijke zegen van de akkers werd
'n schooven gebonden en naar de schu
ren gevoerd op eiken volgeladen wa
ken zap men stokken met kransen en
bonte linten.
De bewoners van 't slot Falkenstein
stonden thans later op dan anders het
®Nbyt wg.^1 noojt voor n€gen uur ge-
Slechts één was er, die steeds bij 't
nerste morgenkrieken opstond of, ver-
®ept in zijn studiën en proefnemingen,
li sroaa' niet naar bed ging Kazimir.
flls hij niet sliep, waakte ook Priska en
komen. Tot op zekere hoogte kunnen
wij met deze opvatting medegaan, doch
vooral in den laatsten tijd zijn er on
miskenbare teekenen aan den dag ge
treden, die, ondanks dat het ons waar
lijk moeilijk gemaakt is om nog veel
hoop omtrent soortgelijke internationale
conferenties te kunnen koesteren, toch
er op wijzen, dat de wereld misschien
niet tevergeefs hare oogen en verwach
tingen op Genua gericht houdt. Deze
meening nu is niet zoozeer gegrond
vest op het feit, dat ditmaal voor het
eerst ook het, voor het wereldherstel
zoo belangrijke Rusland aldaar verte
genwoordigd wordt, dat Duitschland er
zijn knapste financieele specialiteiten
en staatsmannen heenzendt, dat Enge
land "meer en meer zich gaat kanten te
gen het Fransche, voor de overige we
reld zoo noodlottig egoïstisch stand
punt van vasthoudendheid aan het ver
drag van Versailles, dat zelfs de Brit-
sche premier uitgewerkte voorstellen
zal aanbieden nopens het instellen
eener internationale corporatie voor het
economisch herstel van Europa,
neen, hoe belangrijk dat alles ook op
zichzelf mag wezen, dit dunkt ons
nochtans niet zooveel meer kans op ver
wezenlijking te hebben, dan de ontel
bare andere gewichtige onderwerpen
van vorige conferenties.
Maar wat ons wel toeschijnt van
Genua uit, een nieuw tijdperk voor den
opbouw der op haar grondvesten zoo
zwaar geschokte maatschappij te belo
ven, dat is dat achter al die afgevaar
digden van een kleine dertig landen,
evenzoovele volken staan, volken, groot
en. klein, verschillend van taal en ze
den, onderscheiden van ras en geaard
heid, van leven en werken zóózeer, dat
zij veelal van elkanders aspiratiën vol
komen onkundig zijn en daarom elkan
der niet begrijpen kunnen, en instede
van elkanders vrienden te zijn, elkan
ders vijanden werden, volkeren der
halve in vele opzichten gansch en al
uiteenloopend maar nu volkeren ge
worden, die alle ééne groote bittere er
varing opgedaan hebben. Deze erva
ring, die in leed en 'kommer tot hen
gekomen is, dat ondanks alle nationaal
verschil er over de geheele wereld
thans een en dezelfde rouw is neerge
daald, een en dezelfde onrust, ellende
en jammer dat als één volk tot den
ondergang gedoemd wordt, zijn instor
ting ook andere onontkoombaar mede-
sleept en deert in hun bestaan dat zoo
het nu gegaan is en nog gaat, berg
afwaarts naar de eind-catastrophe, het
niet langer gaan mag, gaan kan, gaan
zal. Niet aldus luidt het papieren man
daat dier honderden gedelegeerden daar
bewees hem allerlei kleine diensten.
Wat haar daartoe bewoog, was enkel
en alleen de zucht haar lieveling welge
vallig te zijn. Zij hing immers alleen aan
hern en aan niets anders op de wereld.
Zij vond hem in weerwil van zijn lee-
lijkheid knap en wat hij zei of verlangde
was voor haar een- gebod, waaraan niet
te tornen viel. Had hij bevolen „Ga
heen en steek het slot in brand", Priska
zou het zonder gewetenswroeging of
zonder naar de reden en het recht om
dit bevel te geven, verder na te denken,
gedaan hebben, want haar wil ging in
den zijnen onder, zooals die van een
trouwen hond in dien. van zijn meester.
Weer was een schoone herfstnacht
met proefnemingen, welke alle misluk
ten, doorgebracht.
Priska deed de lampen uit en trok de
gordijnen open. Kazimir ging naar het
venster, in welks ruiten zich de eerste
gouden zonnestralen weerspiegelden en
keek naar buiten.
Daar wat sloop daar tusschen de
heesters door? Was het Inez niet?
Werkelijk. In weerwil van den grijzen
stofmantel en den. dichten sluier, die het
haar verborg, herkende hij haar aan
haar vlugge, lenige bewegingen en
toch durfde hij zijn eigen oogen niet
vertrouwen.
Kijk een®, Priska zei hij zoo over
zijn schouder heen. Daar is iemand
in den tuin. Wie kan dat wezen
Priska kwam bij hem staan en ant
woordde met haar barsche stem
Juffrouw d'Alvare.
Dunkt je dat werkelijk
Daar is geen twijfel aan. Zij is
op de Genuasche conferentie, maar al
dus luidt de onuitgesproken, doch niet
temin overduidelijke opdracht van al die
nriliioenen der in volkengroepen ver
deelde, maar in diepen nood thans ver
eende menschheid. En voor die roep
stem, naar wij hopen en verwachten,
zullen de mannen van Genua de ooren
niet kunnen sluiten. Zoo ooit, dan is
thans het lot der wereld in hunne han
den gelegd.
Belastingbetaleri.
Een nieuwe bepaling.
De groote vertraging die er bestaat
in de uitreiking der belastingbiljetten
over het jaar 1921 en die feitelijk reeds
in Januari van het vorig jaar bezorgd
hadden moeten zijn, maar die thans nog
niet alle zijn uitgedeeld, brengt èn voor
den fiscus èn voor zijn slachtoffers veel
moeilijkheden met zich. Het is meer dan
men van een huishoudelijk financiers
talent mag verwachten, wanneer men
wensclit, dat iedereen telkenmale dat hij
zijn inkomen ontvangt, daarvan we
kelijks, maandelijks of per kwartaal
een deel van zijn inkomen op zij legt
voor het betalen van belasting. Door
den crisistoestand zijn de meeste bud
getten zeer in de war geraakt en het
is dus voor den tragen fiscus een aller
ellendigst ding dat hij achteraan komt
sukkelen.
Nu heeft de Spaarbank hier ter stede
daarop iets bedacht. Het is mogelijk een
speciaal belastingspaarboekje te ope
nen, waarop men geregeld geld kan
storten, maar waarvan men alleen geld
kan afnemen om het te doen overschrij
ven op het belasririgDiijet.
Dat is een fraai systeem, dat helaas
in de praktijk niet heel veel nut zal
hebben. Zij die zich opgewekt gevoelen
om op deze zeer secure wijze belasting
te betalen, zullen wel de weinige zijn,
die ook zonder dit systeem er een goe
de boekhouding op na houden. Men be
hoeft niet te denken, dat hiervan veel
heil is te wachten voor de slechte en
trage betalers en juist voor hen is het
ongelukkige stelsel van belasting-beta
ling noodlottig. Weliswaar zal voor de
zen ten slotte elk stelsel falen, omdat
elk stelsel ook van den betaler iets stel
selmatigs zal vragen.
Veel beter zou het misschien zijn
indien het gansche jaar door, ook al
waren de biljetten niet uitgereikt, geld
aan den rijksontvanger kon gestuurd
worden in vooruitbetaling op het ver
schuldigde. Het lijkt ons dat dit systeem
weinig omslag'behoefde. Ten naaste bij
ziet men van het vorig jaar wel wat er
betaald moet worden en vooral nu de
betalingen per giro betaald kunnen
worden was het veel beter om alle
stortingen toe te laten, ook al was het
het
Wat zou het verwende schepseltje
zoo vroeg uit de veeren hebben ge
jaagd
Wie weet
Je zegt -dat op een toon, alsof je
iets bijzonders wist.
ik ben geen babbelaarster. Wat
mij niet raakt, daar bemoei ik mij niet
mee. Wil u koffie hebben?
Ik wenseh de waarheid te verne
men.
Die zou ik u ai lang gezegd heb
ben, ais de zaak u aanging, in plaats
van uw broer.
Wat hem aangaat, dat gaat ook
mij aan.
Dat wist ik tot' dusver niet.
Wel, dan weet je het nu. Wat
beteekende straks je schouderophalen
Niets meer dan dat de knecht van
den prins meermalen van O. naar hier
kwam, dat ik hem niet ver van de tuin
poort zag staan wachten, tot de kame
nier van de juffrouw naar buiten sloop
en iets in ontvangst nam. Eenmaal wa
ren het bloemen, den laatsten keer zal
het wei een brief geweest zijn. Het
snibbige kameniertje zal voor het werk
wel goed betaald worden. Ze loopt te
genwoordig rond, alsof ze zelf een
dame was, koopt waar ze zin in heeft
en betaalt met goudstukken. Dat kun
nen eerlijke lieden, die niets dan hur,
welverdiend loon hebben, en zich zou
den schamen de hand uit te steken, naar
iets, wat een ander toebehoort, natuur
lijk niet doen. Misschien steekt er niets
kwaads achter, maar...
Het toeslaan van de deur maakte een
biljet van den aanslag niet uitgereikt.
Het is in de belastingkantoren over het
algemeen een antieke boel. Men behoeft
er maar één voet in te zetten of men
bespeurt wel al dat 'het er een ouder-
wetsche en duffe boel is. Maar ten slot
te is het er wel te verbeteren, als het
noodig is. Men weet echter dat over het
algemeen de fiscus zich heel weinig
aantrekt van het geachte publiek. Dat
is er in de eerste plaats voor om gevild
te worden en voor het overige mag het
mopperen wat het wil.
Gelijk te verwachten was heeft de
eigenaar van 't huis, dat eenmaal door
Jan de Witt werd bewoond en dat de
Staat aanvankelijk zou koopen om er
den Raad van State in te huisvesten,
schadevergoeding gevraagd voor de
manier waarop hij aan de praat is ge
houden met den verkoop. Het lijkt ons 'n
eenigszins moeilijk geval. Misschien is
het voor den Staat het beste, wanneer
hij hier maar iets geeft, want het valt
anders te vreezen dat hij daarmede heel
wat last zal krijgen en zichzelf ook
schade zal toebrengen. Wanneer de
Staat iets wil koopen, moeten de beide
Kaniers op het Binnenhof den koop
goedkeuren. Dat duurt wel even. Zaken
zijn zaken, wanneer de verkooper er
sneller af kan, zal hij heusch niet op den
Staat wachten. Meestal zal de sluiting
van den koop wel vaststaan wanneer de
minister daartoe het initiatief neemt,
maar het geval met het huis van Jan de
Witt leert thans, dat het ook anders
kan zijn. We zijn benieuwd of hier
schadevergoeding, waartoe de Staat
zakelijk niet verplicht is, verleend zal
worden.
Het dagelijksch bestuur onzer ge
meente heeft een eigenaardige bepaling
gemaakt, die wel niet in den smaak zal
vallen. Wie gratis zijn huwelijk ten
stadhuize wil sluiten, krijgt daarvoor
Woensdagmorgen gelegenheid. Het is
op dat uur altijd een vermakelijke
drukte nabij het stadhuis. De straat is
er nauw en dus verstoppen de rijtuigen
spoedig het verkeer. Het is een opmer
kelijk verschijnsel, dat de minder gegoe
den het meest van den bruilofststoet
blijven houden. Niet zelden ziet men er
Scheveningsche families naar het stad
huis gaan in vier, vijf rijtuigen. Men
behoeft niet te vragen wat die aardig
heid kost. Voor de moeite die men ten
stadhuize heeft, betaalt de stoet geen
cent. De overheid moet maar zien dat
zij elders de duiten vandaan haait.
Burg. en Weth. hebben thans be
paald, dat de gratis-trouwers niet meer
met de rijtuigen vlak voor den stoep
van het stadhuis mogen komen, maar op
eenigen afstand daarvan uitstappen en
de rest van den weg te voet afleggen,
zoodat de verstopping van het verkeer
zal ophouden. Wie echter betaalt voor
de huwelijksvoltrekking mag tot den
stoep rijden.
Dit alles lijkt een beetje klein, maar
eind aan Priska's rede. Kazimir had zijn
kamerjapon tegen een, bruin jaquet ver
wisseld en hinkte de smalle achtertrap
af naar een deur, welke dicht bij den
uitgang van den tuin lag en naar een
smal pad leidde, dat bijna geheel on
zichtbaar was door de struiken, die
aan weerskanten groeiden.
Aarzelend, als niet wetende, wat hij
zou doen, leunde Kazimir tegen den
stam van een oerouden, eik, toen hij
luchtige stappen hoorde op het kieze!
van een pad, dat dicht bij hem langs
liep. Vlug en snel als een gazelle sloop
Inez hem voorbij. Zij had de zon achter
zich. Plotseling bemerkte ze een tweede
schaduw naast de hare, wendde het
hoofd om, en slaakte onwillekeurig een
zachten kreet van schrik.
Heb ik reeds weer het ongeluk je
vrees aan te jagen spotte Kazimir.
Vrees antwoordde ze schouder
ophalend. Neen, waarlijk niet. ik vrees
niemand op de wereld en jou het aller
minst Dat meen ik je onlangs ook al
gezegd te hebben.
Een hoogmoedige, uitdagende blik
was voor een enkel oogenblik op zijn
vergroeid lichaam gericht.
Mij het allerminst zei hij met
bitter sarcasme. En, als ik nu eens meer
van je wist dan, jij wenschelijk acht
Meer
Ze bleef staan, maar trippelde onge
duldig met haar voeten ais een stout
kind. Wat kun je weten? Ik doe niets,
dat ik niet elk oogenblik bereid ben te
verantwoorden'.
Heel fier gezegdHet zou echter
kunnen zijn, dat niet allen zoo vrij in
het is begrijpelijk dat men tot dezen
maatregel is gekomen. De gansche
week bestaat de gelegenheid om tegen
betaling te trouwen, maar zij, die mis
schien wel honderd gulden uitgeven
voor de rijtuigen, zijn niet van plan
twintig gulden aan de gemeente te be
talen. Er zijn bovendien nog eenige po-
litie-agenten noodig om de orde te
handhaven. De methode die het gemeen
tebestuur gaat volgen is niet bizonder
galant tegenover de bruidsparen en
misschien was het mogelijk geweest een
andere oplossing te vinden, maar be
grijpelijk is ze wei. We weten maar al
te goed, dat in de kringen, waar men
gratis trouwt, dikwijls niet onaanzien
lijke bedragen op den trouwdag worden
„stukgeslagen" en het is dus begrij
pelijk dat het gemeentebestuur naar
een middel zoekt om er ook wat van te
krijgen. Misschien ware een wijziging
van de wet, die een gratis-gelegenheid
tot trouwen voorschrijft, in overweging
te nemen.
Het is tegenwoordig heel voornaam
om niet per rijtuig of per auto naar het
stadhuis te gaan voor de huwelijksvol
trekking. Herhaaldelijk zagen we
„bruidsstoeten" die uit niet meer dan
vier personen bestonden. De diverse
ouders hebben van te voren hun toe
stemming gegeven hetgeen niet meer
bij notarieele akte behoeft te geschie
den en het aantal getuigen is al tot
een minimum van twee gedaald. Na
tuurlijk doet hier de geest van den tijd
zijn invloed gelden. Trouwens het cere
monieel ten stadhuize is zoo onver
kwikkelijk onbeduidend, dat men daar
waar de poëzie van het oogenblik
niet behoeft te zoeken. In een groote
stad gaat een huwelijksplechtigheid zoo
in het algemeen geroezemoes vérloren,
dat er van het nlechtige karakter al zeer
weinig overblijft.
Het wordt misschien tijd dat de wet
gever eens tot andere methodes over
gaat en de gelegenheid opent om het
huwelijk ten huize van de ouders in in-
tiemen kring te doen sluiten, 't Mag
dan gerust wat meer kosten, want
men spaart de kosten van de rijtuigen
of auto's uit. EIBER.
Nederlandsch-Belgiscli telefoonverkeer.
De directeur-generaal der posterijen
en telegrafie maakt bekend dat, met
ingang van i Mei in, het Nederlandsch-
Belgische telefoonverkeer de volgende
tarieven- zullen gelden
lo. voor een gewoon gesprek van 3
minuten of minder in, het grensverkeer
tusschen plaatsen, niet meer dan 30
K.M. hemelsbreed van elkander gelegen
0.75
2o. voor een gewoon gesprek van 3
minuten, of minder in. het verkeer met
a. de telefoonnetten in de Belgische
hun opvattingen waren als jij, kind van
de zuiderzon.
Dat kan ieder doen, zooals het
hem belieft.
Eenige oogenblikken liepen de twee
zwijgend naast elkaar, maar eindelijk
vroeg Kazimir, toen ze de tuinpoort
opende
Je schijnt een lange morgenwan
deling te willen maken. Mag ik je ver
gezellen
Neem me niet "kwalijk, dat ik
„neen" zeg. Het uur, hetwelk ik koos,
zegt je reeds, dat ik alleen wensch te
blijven.
Dat is iets anders. Dan zou het
onvergeeflijk zijn mij te willen opdrin
gen. Ik hoop maar, dat geen onverwach
te ontmoeting je eenzaamheid stoort.
Ze verwaardigde deze woorden met
geen antwoord, maar stapte het bosch
in, waar op elk blad de dauwdroppels
parelden, en nam den weg, die naar de
half vervallen kapel leidde.
Op hetzelfde oogenblik, dat zij tus
schen de dennen verdween, kwam Wolf
uit een der boschjes voor den dag. Hij
hield eenige heerlijke pas geplukte ro
zen in de hand en scheen verbaasd zijn
jongsten broer hier te vinden.
Ha, riep Kazimir. Zoo juist dacht
ik over een raadsel na en thans wordt
het op de onschuldigste manier van de
wereld opgelost. Wat ben jullie toch
verliefde luidjes Je kunt den heelen
dag bij elkaar zijn en spreekt toóh hei
melijk tète-a-tètes af in het bosch, dat
door den morgendauw gedrenkt wordt.
Inez zal het trouwens ongalant vinden,