57 389i^rs 1 "t ollo" WOENSDAG 8 MAART gemeentebestuur feuilleton VERBORGEN LEED. binnenland- VLISSINCSCHE COURANT Iter 8 uur, in zijn Oucïe 132. kest). Belasting, de zaal van ADVERTENTIE-PRIJS. Van 1i regels 1.10 voor iedere fegel meer 26 centbij abonnement spe- ciSe prijzen. Reclames 52 cent per regel Dienstaanbiedingen en dienstaanvragen van 15 regels 65 centiedere regel meer 13 cent, bij contante betaling. Familieberichten van 16 regels 1.70, iedere regel meer 26 cent. ABONNEMENTS PRIJS Voor Vlissingen en gemeenten op Wal cheren ƒ2.20 per drie maanden. Franco door het geheele rijk 2.50. Week-abon- „ementen 17 cent, alles bij vooruitbetaling, jizonderliike nummers 5 cent VOOR DEN NOOD IN RUSLAND. Vorige opgave ƒ396.30 Weinig doch uit een goed hart 1. Van N. Z1/ B. M2.— L. E1.50 Opbrengst teekeningen Soiree 4 Maart 1.15 Van T. V8.— Totaal ƒ410.95 VOOR DEN NOOD IN DE VENEN. Vorige opgave 4.50 Opbrengst teekeningen Soiree 4 Maart 16.50 Totaal ƒ21. (De tot 12 uur des middags inkomende giften worden in het nummer van denzelf den dag verantwoord). VERBOD TOT UITVOER VAN AARDAPPELEN. Burg. en Weth. van Vlissingen maken bekend, dat de Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel, gezien de wet van 1 September 1917 (Staatsblad no. 578), /reeft goedgevonden in te trekken de bij zijn beschikking van 9 Juli 1921, no. 11474, directie van den Landbouw, 7e afdeeling, verleende dispensatie van het verbod tot uitvoer van aardappelen, laatstelijk inge steld bij Kon. besluit van 24 Juli 1915 (Staatsblad no. 339). Deze beschikking treedt onmiddellijk na de afkondiging in de Nederlandsche Staats courant in werking, met dien verstande, dat na dien alleen nog de partijen aardappelen, welke, blijkens de daarbij behoorende do cumenten, zijn ingeladen in ten uitvoer be stemde spoorwagens vóór of op den datum van die afkondiging, zullen worden geacht te vallen onder de bovenvermelde dispen- safie van het uitvoerverbod. In bijzondere gevallen kan buitendien dezerzijds onthef fing' van dat verbod worden verleend aan de N.V. Nederlandsche Uitvoermaatschap- pij te 's-Gravenhage, tot welke naamlooze vennootschap belanghebbenden zich zul len kunnen wenden. 's-Gravanhage, 2 Maart 1922. De Minister voornoemd, H. A. VAN IJSSELSTEIN. Vlissingen, 7 Maart 1922. Burg. en Weth. voornoemd, 1 VAN WOELDEREN, De Secretaris, F. BISSCHOP. KAMEROVERZICHT. Tweede Kamer. Zomertijd. Het vraagstuk van de al of niet hand having van den zomertijd is volledig afgezaagd. Het ware dus verstandiger geweest maar aanstonds te stemmen. Inmiddels achtte de commissie van rap porteurs het gewenscht, dat een wets ontwerp inzake regeling van den wet- telijken tijd noodzakelijk is in verband Roman van B. CORONY. ,1) Neen, luidde het antwoord, dat van een spottenden, boosaardigen glimlach vergezeld ging. Je had mij overigens ook wei eerst „goeden mor gen" kunnen wenschen. Ik ben niet je knecht, die je te woord moet staan, als jij dat verlangt. Vraag Paul of Johan toch, misschien geven zij je inlichtin gen. Ik gevoel mij niet verplicht zulks te doen. Onuitstaanbare dwerg, mompelde de officier, terwijl hij, verder ging. aan de punten van zijn knevel draaide en de schouders ophaalde. Waarschijnlijk roeit de kleine op den vijver. Doch ook daar was ze niet te vinden. Thea en Leo von Filiungen benevens een aantal jonge heeren en dames schommelder? op de watervlakte en stuurden de boot thans naar den oever, tgon moest instappen, hoe weinig zin bij daarin ook had. Hij nam plaats naast een allerliefste kleine blondine, van welke hij niet ten onrechte veronder stelde, dat ze sedert lang met bent dweepte. 'n de eenzame kloosterruïnen sprong °™ertusschen een schepseltje van ver rukkelijke exotische schoonheid vlug en h'aaeus als een gems over de steen- open, terwijl het wilde papavers, rnuwe klokjesbloemen en purperen met het internationale spoorwegver keer. Voor die regeling bieden de ini tiatief-voorstellen Braat en Deckers geen gelegenheid. Alleen wanneer de regeering een regeling ontwerpt kan de zaak in orde komen. Namens de com missie stelde de heer Beumer daarom voor, de behandeling dier ontwerpen te schorsen en de regeering te verzoeken een ontwerp in te dienen tot regeling van den nationalen tijd in verband met het internationaal spoorwegverkeer. Na eenig onbeduidend gepraat werd deze motie aangenomen met 43 tegen 33 stemmen. Voorshands is dus deze kwestie van de baan en het is zeer on waarschijnlijk dat de zomertijd wordt afgeschaft. Ware daarvoor een meer derheid in de Kamer geweest, dan had zij deze motie niet aangenomen, maar wèl één der wetsontwerpen, waarna im mers de regeering de volle vrijheid be hield om met een andere regeling te komen, waarbij zij dan rekening had te houden met de wetenschap, dat de Ka mer in meerderheid den zomertijd niet wil. De onderwijsbegrooting bracht weer de bekende specialiteiten op de tribune. Het bezuinigingsvraagstuk kwam daar bij aan de orde. Het treft slecht, dat er zooveel geld voor het onderwijs wordt gevraagd, nu er. juist zoo weinig voor handen is. De heer Otto maakte er den minister een verwijt van, dat hij niet ge noeg op bezuiniging bedacht is, terwijl de heer Van Wijnbergen de duurte er kennend, de liberale partij er de schuld van gaf dat zij zoo'n duur stelsel heeft ingevoerd. Met het oog op de bezuini ging wilde hij de invoering van het zevende leerjaar uitstellen, de opleiding van de onderwijzers vereenvoudigen en niet overgaan tot vermindering van het aantal leerlingen per onderwijzer. De opheffing van den schoolstrijd heeft het pikante karakter aan de dis cussie over het onderwijs ontnomen. Alleen de heer Van Ravesteijn staat nog op het strijd-standpunt, maar zijn par tijtje is te zwak óm een aanval te wa gen. De pacificatie is z.i. de dood voor het onderwijs alleen strijd om liet on derwijs kan redding brengen, meende hij. De kleine schooltjes hebben het on derwijs duur gemaakt, maar die school tjes zijn het gevolg van de pacificatie en daarvoor zijn alle Kamerleden aan sprakelijk, omdat zij daar alleen aan schuldig zijn. De stichting der ontelbare kleine scholen is het gevolg van de pa cificatie en heeft de kosten van het on derwijs enorm opgedreven zonder dat het nut er grooter van geworden is. De afschaffing van het Fransch op de la gere schooi achtte hij een achteruit gang op cultureel gebied. Alleen herle ving van den strijd om de school kon de verbetering brengen. De pogingen tot bezuiniging troffen alleen het lager onderwijs en dit deed den heer Ossendorp in toorn ontsteken. Waarom weer het volksonderwijs aan gegrepen als de schuldige voor de hoo- ge kosten De achterstand bij deze soort van onderwijs Ireeft gemaakt dat de kosten thans zijn gestegen. Op al lerlei belangrijke besluiten, die het ge volg zijn geweest van de pacificatie, komt men thans terug en dat laaide hij zeer. Hij waarschuwde den minister, geen gehoor te geven aan de bezuini gingsfantasieën. Minister De Visser heeft het bezui nigingsdebat verschoven tot het bouw- giftplanten plukte. De kleine handen konden den bonten ruiker nu al nauwe- liiks meer vasthouden. Daarbij klauter de de kleine van het eene hooge ven ster, waarin slechts enkele glasscherven meer zaten, in het andere en keek met de uitdrukking van gespannen ver wachting naar beneden. En nu, ja, werkelijk, 'nu verscheen daar een rijzig man en betrad het steile bergpad. Als de wandelaar zoo 'haastig doorliep, moest hij in tien minuten bij haar zijn. De eenzame'bezoekster van de meer en meer vervallende ruïnen iiep eenige treden van de vermolmde trap af, die naar het platform van den als zeer ge vaarlijk bekend staanden uitzichttoren leidde. Ze begon vlug van de bloemen een krans te maken en drukte zich de zen op het in den wind fladderende haar juist op het oogenblik, dat haas tige voetstappen achter haar klonken. Ze begon met een zachte, lieve stem een Spaansch liedje te zingen, maar draaide haar hoofd niet om. Juffrouw d'Alvare, hoe onvoor zichtig van u, zoo zonder geleide hier naar boven te gaan, riep Wolf. Deze overblijfselen van 't voormalige kloos ter betreedt men niet zonder zich aan gevaar bloot te stellen. Elk oogenblik kan alles ineenstorten. Zelfs önder den lichten voet van een kind zouden deze vermolmde balken kunnen breken en in de diepte storten. Sta mij toe u van hier te voeren. Neen, meneer de baron, antwoord de Inez, terwijl zij overmoedig lachte. Ik vertrouw op mijn geluk, dat mij nog nooit in den steek heeft gelaten en het wetje. Nopens de vereenvoudigde spel ling hadden eenige leden de heeren Gerhard en de Kan'ter aangedron gen op een beslissing. De minister heeft verklaard, dat hij zal trachten het grammaticale gedeelte van het ontwerp der professoren Muller en Kluijver nog iets te verbeteren. Gelukt dat, dan is een beperkte vereenvoudiging te wachten. Tegen het betoog van den heer Van Ravesteijn, dat het onderwijs in peil daalt, verzette de minister zich zeer sterk. Van opheffing van het zeven de leerjaar wilde de minister niet weten. De regeling van de Arbeidswet maakt het noodig de kinderen van de straat te houden en daarvoor is het 7e leerjaar dringend noodig. Ten aanzien van de benoeming van gehuwde vrouwen staat de minister op dit standpunt, dat bij gelijke capacitei ten een man moet voorgaan. Tegen een benoeming van een gehuwde vrouw heeft hij niet overwegende bezwaren. De aanstaande Kamerverkiezingen. Naar aanleiding van het bericht van de „Tel.", dat de candidaatstelling voor de aanstaande algemeene Kamerver kiezingen zou plaats hebben op 23 Mei en de stemming hoogstwaarschijnlijk op 5 Juli d.a.v., kan, zegt het'Haagsche Correspondentiebureau, uit zeer be voegde bron worden medegedeeld, dat omtrent de data van een en ander nog niets bekend is en nog niets bepaald kan worden zoolang de Eerste Kamer over de wetsvoorstellen tot grondwets herziening nog geen, beslissing heeft genomen. Zooals bekend is het van den be ginne aan het plan geweest de alge meene verkiezingen, die als gevolg van de ontbinding der Kamer na Grond wetsherziening moeten plaats hebben, te doen samenvallen met de periodieke algemeene verkiezingen. Derde uitkeering O. W.-belasting. In zijn memorie van antwoord aan de Eerste Kamer betreffende de derde uit keering aan de gemeenten uit de Oor logswinstbelasting zet minister De Geer uiteen, dat er z.i. niets onbillijks in is gelegen als niet het volle, een zesde deel der oorlogswinstbelasting wordt uitge keerd, daar er niets daaromtrent is be loofd. Dat het voile, een zesde, aan de gemeenten alleen dan niet zou worden uitgekeerd, wanneer haar schade min der bedroeg, kan de minister van finan ciën niet toegeven. Uit de gewisselde stukken valt integendeel.duidelijk te la zen, dat aan algeheele vergoeding der crisisschade bij het totstandkomen der wet op de oorlogswinstbelasting niet werd gedacht. Dat de gemeenten uit anderen hoofde in billijkheid aanspraak zouden kunnen maken op volledige vergoeding van hare crisisschade, kan de minister even min juist achten. Het is immers niet in te zien, waarom de geheele oorlogs schade door het Rijk zou moeten wor den gedragen. Een deel der schade kan ten laste der gemeenten blijven. Men verlieze overigens niet uit het oog, dat het rijk in ieder geval een be langrijk kleiner deel van zijn oorlogs schade uit de opbrengst der oorlogs winstbelasting vergoed ziet dan ten aanzien van de gemeenten het geval is. Tot een verdere uitkeering aan de ge bevalt mij hierboven uitstekend. Deze muren schijnen mij sterk genoeg om nog menigen storm te trotseeren. Ik ga niet weg, voor ik nog een krans ge wonden en dien aan de galerij van den uitzichtstoren gehecht heb. Dat zou waarlijk een doldriest waagstuk zijn. Waarom zullen we wedden, dat ik gelukkig boven aankom en evenzoo weer de terugreis volbreng. Dat zou zijn een misdadige wed denschap aangaan. Geen prijs zou zoo hoog kunnen zijn, dat ik er op inging. Welnu, dan zonder weddenschap. Inez stond op, schudde de afgevallen bloembladen van haar japon, sprong behendig de krakende treden van de trap op en riep plagend naar beneden Breng uw eenigszins gewichtigen per soon in veiligheid, baron Filiungen. Wolf volgde haar. Nauwelijks vijf seconden verliepen en beiden stonden op het platform van den toren, die zoo zwak was geworden van ouderdom. De zwarte oogen der Creoolsche fonkelden van overmoed, toen zij den krans om het wormstekige en hier en daar gebroken hek van het platform wond en vroolijk lachende vroeg Maar waarom waagde u zich hier ook boven Heb ik misschien ridderdienst gevraagd ik trachtte u te weerhouden van doldriestheid te doen uit vrees voor u, niet voor mij. Deze vrees was werkelijk over bodig, zooals u ziet, schertste ze. Maar nu weer naar beneden. Toen ik naar boven ging, klopte mij 't hart toch wel meenten uit die opbrengst bestaat dan ook geen reden. Zomertijd en wettelijke tijd. De Tweede Kamer heeft gisteren aangenomen een motie-Beumer om de wetsvoorstellen tot afschaffing van de wet op den zomertijd aan te houden en de regeering te verzoeken een ontwerp tot regeling van den wettelijken tijd in te dienen. Drinkwatervoorziening. Op de vragen van den lieer De Muralt betreffende 't verleenen van Rijkssteun ten behoeve van de drinkwatervoorzie ning van Schouwen en Duiveland, heeft minister Aalberse geantwoord inder daad aan de naamlooze vennootschap Waterleiding Mij. Schouwen-Duiveland in 1920 in beginsel toegezegd te hebben te zullen 'bevorderen, dat aan haar ren tedragende voorschotten en zoo noo dig bijdrage in de rentebetaling zou den worden verleend, ten einde tot de oprichting van de waterleiding te kun nen overgaan, doch dat hij zich het ple gen van overleg met zijn ambtgenoot van financiën over de vraag of te zijner tijd de gevraagde financieeie steun zou kunnen worden verleend, uitdrukkelijk heeft voorbehouden. Schouwen en Duiveland heeft in 1920 en 1921 veel bezwaar ondervonden door gebrek aan drinkwater voor mensch en dier, doch of deze streek in dit opzicht erger heeft geleden dan eenige andere zoo bewoonde streek in ons land, valt moeilijk uit te maken. De minister overlegt met zijn ambt genoot van financiën welke gedragslijn in de toekomst moet worden gevolgd om zonder aan het beginsel van nood zakelijke bezuiniging op 's rijks uitga ven te kort te doen, voorshands' stop zetting van de verbetering der drink watervoorziening te voorkomen. Daar bij zal het streven er op gericht zijn al thans in de meest urgente gevallen met de beschikbare middelen geldelijken steun te verleenen. De forensen. De wettelijke voorzieningen in ver band met deni aanslag van forensen in de gemeentelijke inkomstenbelasting, waaromtrent de heer Kolthek onlangs eenige schriftelijke vragen heeft gesteld aan den minister vara binneniandsche zaken, zullen, naar het „Hbid." meldt, vermoedelijk tegen hei einde dezer maand wei bij de Staten-Generaal aan hangig kunnen worden gemaakt. Zij zijn op het oogenblik nog bij den Raad van State. De burgerlijke pensioenwetten. Het hoofdbestuur van den Ned. Bond van gemeente-ambtenaren heeft aan de Tweede Kamer verzocht haar standpunt te blijven handhaven inzake de pen sioenwet voor burgerlijke ambte naren. Tevens heeft het bestuur aan de Eerste Kamer zijn teleurstelling te ken nen gegeven over de verwerping dier wet en verzocht deze bij wederindiening bij haar vergadering alsnog goed te keuren. De gewijzigde kieswet. Ter kenschetsing van den invloed, dien de laatstelijk in de Kieswet ge brachte wijzigingen op den uitslag van een verkiezing hebben, ging de „Msb." eens na hoe de samenstelling der Ka een weinig, maar nu hebben de ten onrechte zoo gevaarlijk genoemde ruïnes met de geheime vrees ook al haar bekoorlijkheid voor mij verloren. Met beide voeten tegelijk sprong ze van trede op trede, plotseling echter slaakte ze een gil, toen de smalle trap begon te wankelen en naar links begon over te hellen, terwijl een deel van de reeds gedeeltelijk loshangende leuning krakend in de diepte stortte. Door een plotselinge duizeling be vangen, zocht Inez tevergeefs een steunpunt, maar voelde zich plotseling door sterke armen omvat en omhoog getild. Wolf rukte haar over de laatste, achter haar ineenstortende treden naar beneden en legde, nadat hij weer vas ten grond onder de voeten voelde, de half bewustelooze in het zachte, hoog opgeschoten gras. Maar nu was het ook gedaan met den moed van het meisje. Zij sidderde van schrik en weende als een hulpeloos kind. Bedaar, juffrouw Inez. Het gevaar is immers gelukkig voorbij, trachtte Filiungen haar te kalmeeren, terwijl hij zijn best deed 'om de teere, machteloos neergezonken gestalte op te richten. Leun op mijn arm, ik zal u naar bene den brengen. Het lenige figuurtje was gemakkelijk op te richten, maar Inez was nog ge heel onder den indruk der laatste oogenblikken. Met moeite ademhalend en met wijd geopende, glansiooze oogen staarde ze rond en telkens weer rolden haar groote tranen over de doodsbleeke wangen. mer zou geweest zijn, indien reeds in 1918 de uitslag volgens de thans gel dende bepalingen ware opgemaakt. Niet gekozera zouden dan zijn de heeren Swane (R. K.), van Doorn (U. L.)Oud (V. D.), van Rappard en Nré- meyer (Vrij L.), De Groot (Econ. B.), Weitkamp (C. H.), Ter Hall (Neutrale Partij), Van der Laar (Chr. Soc. partij), J. W. Kruyt (Bond van Christ. Soc.), Wijk (Verbond tot dem. van de weer macht) en Bos (Piattelanidersbond). Daarentegen zouden verkozen zijn Van Sasse van Ysseit (R. K.), De Veer (A. R.Heeres en van Hamel (U. L.), Limburg en Koster (V. D.), Nierstrasz en Drion (Vrij L.De Visser (Comm.), Mesrifz em van Lynden (Econ. Bond) er. Knoppers (C. H.) De A. R., Unie lib., Vrijz. Dem., com munisten en Econ. Bond zouden dus één zetel meer bezet hebben, zoodat de verhouding in de Kamer zou geweest zijm 51 rechts tegen 49 links. Ten opzichte van den heer De Veer, A. R., val i nog te vermelden dat in diens plaats ook gekozen had kunnen zijn de heer De Vlugt. De heer De Wilde zou dan ral. op twee lijsten gekozen zijn en van het lot, voor'welke lijst zijn zetel zou worden gerekend, zou 'het afgehan gen hebben, wie van de twee boven genoemde heeren zou gekozen zijn. in de lijsten der plaatsvervangers zou een zeer groote verandering hebben plaats gehad, daar het zoo goed als raiet voorgekomen is, dat een der lager geplaatste candidaten 50 van den lijstkiesdeeler behaalde. Gemeente',ijke werkverschaffing. De Nationale Bezuinigingsbond, bond van belastingbetalers, te Groningen, heeft zich met een adres tot den ge meenteraad aldaar gewend, waarin be denkingen worden geopperd tegen het feit, dat liet werkloozenvraagstuk den weg naar armenzorg is opgegaan en geconstateerd dat ondanks het ver schaffen van arbeid door het gemeente bestuur nog honderden werkloozen gel delijk gesteund worden. Na gewezen te hebben op het demoraliseerende vanljet geven van geidelijken steun zonder dat daar arbeidsprestatie tegenover staat, verklaart adressant, dat het aanbeve ling verdient, dat door de gemeente voeling wordt gehouden met werkge vers en hen op te wekken werk te ver schaffen, waarbij zij eventueel ter zijde zouden kunnen worden gestaan door suppletie op dagloonen. De bond geeft in overweging, den sfeun aan werkloo zen zooveel mogelijk met arbeid te ver binden en hem daardoor productief te maken. Het 1 April feest te Brieile. Bij liet gemeentebestuur van Brieile is bericht ontvangen dat de geheele Koninklijke familie bij de herdenking van het- 1-Aprilfeest zal tegenwoordig zijn. Niet alleen komen de Koningin en de Koningin-Moeder, doch nu is ook nog bepaald dat Prinses Juliana en Prins Hendrik Den Briel zullen bezoe ken. Dit maakt dat het voor allen een onvergetelijken dag zal worden. De voorbereidingen zijn in voiien gang, en het programma zal weldra een geheel overzicht geven. In de Sint-Ca- tharina wordt een cantate door onge veer 200 dames en heeren gezongen, en het historisch spel „de Inneming van Den Briel" vormen de 2 hoofdpunten voor de duizenden bezoekers die men verwacht. Wat bent u ontsteld. U hebt im mers niets meer te vreezen, stamelde Wolf, terwijl hij haar steunde en het hevige kloppen van haar hart tegen het zijne voelde. Er is immers niets ge beurd. Haar kleine voeten trippelden zenuw achtig rond. haar sierlijke handjes trachtten de telkens weer voor den dag komende tranen te drogen, toen ze met van aandoening half verstikte stem fluisterde Maar er had zooveel kunnen gebeuren. Hoe zal ik mij ooit mijn trots en mijn eigenzinnigheid kunnen verge ven, die uw leven in gevaar brachten, baron. Pijnigt u deze gedachte ik volg de u immers uit vrijen wil. Uit vrijen wil of niet u volgde mij. En het doet mij verschrikkelijk leed u door mijn roekeloosheid daartoe aanleiding gegeven te hebben. Dat zal ik mij nooit vergeven. Wat beefde het teere lichaam, welk een verzengende gloed straalde er uit de thans nog vochtige oogen. Het was Wolf, alsof de gansche lucht in een vlammenzee veranderd was. Het was iets zoo onbeschrijfelijks, dat zoo ra zend gelukkig maakte en bedwelmde, wat zich plotseling met onweerstaan bare macht van hem meester maakte, dat hem dwong het jonge, schoone we zen telkens weer tegen zich aan te di ukken en telkens weer bijna onhoor baar fluisterde Om mijnentwille die tranen dit beven Mag ik het dan gelooven Kan het mogelijk zijn Is het werkelijk zoo (Wordt vervolgd.) I I

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1922 | | pagina 1