57 389i^rs 1 "t
ollo"
WOENSDAG 8 MAART
gemeentebestuur
feuilleton
VERBORGEN LEED.
binnenland-
VLISSINCSCHE COURANT
Iter
8 uur,
in zijn
Oucïe
132.
kest).
Belasting,
de zaal van
ADVERTENTIE-PRIJS.
Van 1i regels 1.10 voor iedere
fegel meer 26 centbij abonnement spe-
ciSe prijzen. Reclames 52 cent per regel
Dienstaanbiedingen en dienstaanvragen
van 15 regels 65 centiedere regel meer
13 cent, bij contante betaling.
Familieberichten van 16 regels 1.70,
iedere regel meer 26 cent.
ABONNEMENTS PRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal
cheren ƒ2.20 per drie maanden. Franco
door het geheele rijk 2.50. Week-abon-
„ementen 17 cent, alles bij vooruitbetaling,
jizonderliike nummers 5 cent
VOOR DEN NOOD IN RUSLAND.
Vorige opgave ƒ396.30
Weinig doch uit een goed hart 1.
Van N. Z1/
B. M2.—
L. E1.50
Opbrengst teekeningen Soiree
4 Maart 1.15
Van T. V8.—
Totaal ƒ410.95
VOOR DEN NOOD IN DE VENEN.
Vorige opgave 4.50
Opbrengst teekeningen Soiree
4 Maart 16.50
Totaal ƒ21.
(De tot 12 uur des middags inkomende
giften worden in het nummer van denzelf
den dag verantwoord).
VERBOD TOT UITVOER VAN
AARDAPPELEN.
Burg. en Weth. van Vlissingen maken
bekend, dat de Minister van Landbouw,
Nijverheid en Handel, gezien de wet van 1
September 1917 (Staatsblad no. 578),
/reeft goedgevonden in te trekken de bij
zijn beschikking van 9 Juli 1921, no. 11474,
directie van den Landbouw, 7e afdeeling,
verleende dispensatie van het verbod tot
uitvoer van aardappelen, laatstelijk inge
steld bij Kon. besluit van 24 Juli 1915
(Staatsblad no. 339).
Deze beschikking treedt onmiddellijk na
de afkondiging in de Nederlandsche Staats
courant in werking, met dien verstande, dat
na dien alleen nog de partijen aardappelen,
welke, blijkens de daarbij behoorende do
cumenten, zijn ingeladen in ten uitvoer be
stemde spoorwagens vóór of op den datum
van die afkondiging, zullen worden geacht
te vallen onder de bovenvermelde dispen-
safie van het uitvoerverbod. In bijzondere
gevallen kan buitendien dezerzijds onthef
fing' van dat verbod worden verleend aan
de N.V. Nederlandsche Uitvoermaatschap-
pij te 's-Gravenhage, tot welke naamlooze
vennootschap belanghebbenden zich zul
len kunnen wenden.
's-Gravanhage, 2 Maart 1922.
De Minister voornoemd,
H. A. VAN IJSSELSTEIN.
Vlissingen, 7 Maart 1922.
Burg. en Weth. voornoemd,
1 VAN WOELDEREN,
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
KAMEROVERZICHT.
Tweede Kamer.
Zomertijd.
Het vraagstuk van de al of niet hand
having van den zomertijd is volledig
afgezaagd. Het ware dus verstandiger
geweest maar aanstonds te stemmen.
Inmiddels achtte de commissie van rap
porteurs het gewenscht, dat een wets
ontwerp inzake regeling van den wet-
telijken tijd noodzakelijk is in verband
Roman van B. CORONY.
,1)
Neen, luidde het antwoord, dat
van een spottenden, boosaardigen
glimlach vergezeld ging. Je had mij
overigens ook wei eerst „goeden mor
gen" kunnen wenschen. Ik ben niet je
knecht, die je te woord moet staan, als
jij dat verlangt. Vraag Paul of Johan
toch, misschien geven zij je inlichtin
gen. Ik gevoel mij niet verplicht zulks
te doen.
Onuitstaanbare dwerg, mompelde
de officier, terwijl hij, verder ging. aan
de punten van zijn knevel draaide en
de schouders ophaalde. Waarschijnlijk
roeit de kleine op den vijver. Doch ook
daar was ze niet te vinden.
Thea en Leo von Filiungen benevens
een aantal jonge heeren en dames
schommelder? op de watervlakte en
stuurden de boot thans naar den oever,
tgon moest instappen, hoe weinig zin
bij daarin ook had. Hij nam plaats naast
een allerliefste kleine blondine, van
welke hij niet ten onrechte veronder
stelde, dat ze sedert lang met bent
dweepte.
'n de eenzame kloosterruïnen sprong
°™ertusschen een schepseltje van ver
rukkelijke exotische schoonheid vlug en
h'aaeus als een gems over de steen-
open, terwijl het wilde papavers,
rnuwe klokjesbloemen en purperen
met het internationale spoorwegver
keer. Voor die regeling bieden de ini
tiatief-voorstellen Braat en Deckers
geen gelegenheid. Alleen wanneer de
regeering een regeling ontwerpt kan de
zaak in orde komen. Namens de com
missie stelde de heer Beumer daarom
voor, de behandeling dier ontwerpen te
schorsen en de regeering te verzoeken
een ontwerp in te dienen tot regeling
van den nationalen tijd in verband met
het internationaal spoorwegverkeer.
Na eenig onbeduidend gepraat werd
deze motie aangenomen met 43 tegen
33 stemmen. Voorshands is dus deze
kwestie van de baan en het is zeer on
waarschijnlijk dat de zomertijd wordt
afgeschaft. Ware daarvoor een meer
derheid in de Kamer geweest, dan had
zij deze motie niet aangenomen, maar
wèl één der wetsontwerpen, waarna im
mers de regeering de volle vrijheid be
hield om met een andere regeling te
komen, waarbij zij dan rekening had te
houden met de wetenschap, dat de Ka
mer in meerderheid den zomertijd niet
wil.
De onderwijsbegrooting bracht weer
de bekende specialiteiten op de tribune.
Het bezuinigingsvraagstuk kwam daar
bij aan de orde. Het treft slecht, dat er
zooveel geld voor het onderwijs wordt
gevraagd, nu er. juist zoo weinig voor
handen is. De heer Otto maakte er den
minister een verwijt van, dat hij niet ge
noeg op bezuiniging bedacht is, terwijl
de heer Van Wijnbergen de duurte er
kennend, de liberale partij er de schuld
van gaf dat zij zoo'n duur stelsel heeft
ingevoerd. Met het oog op de bezuini
ging wilde hij de invoering van het
zevende leerjaar uitstellen, de opleiding
van de onderwijzers vereenvoudigen
en niet overgaan tot vermindering van
het aantal leerlingen per onderwijzer.
De opheffing van den schoolstrijd
heeft het pikante karakter aan de dis
cussie over het onderwijs ontnomen.
Alleen de heer Van Ravesteijn staat nog
op het strijd-standpunt, maar zijn par
tijtje is te zwak óm een aanval te wa
gen. De pacificatie is z.i. de dood voor
het onderwijs alleen strijd om liet on
derwijs kan redding brengen, meende
hij. De kleine schooltjes hebben het on
derwijs duur gemaakt, maar die school
tjes zijn het gevolg van de pacificatie
en daarvoor zijn alle Kamerleden aan
sprakelijk, omdat zij daar alleen aan
schuldig zijn. De stichting der ontelbare
kleine scholen is het gevolg van de pa
cificatie en heeft de kosten van het on
derwijs enorm opgedreven zonder dat
het nut er grooter van geworden is. De
afschaffing van het Fransch op de la
gere schooi achtte hij een achteruit
gang op cultureel gebied. Alleen herle
ving van den strijd om de school kon
de verbetering brengen.
De pogingen tot bezuiniging troffen
alleen het lager onderwijs en dit deed
den heer Ossendorp in toorn ontsteken.
Waarom weer het volksonderwijs aan
gegrepen als de schuldige voor de hoo-
ge kosten De achterstand bij deze
soort van onderwijs Ireeft gemaakt dat
de kosten thans zijn gestegen. Op al
lerlei belangrijke besluiten, die het ge
volg zijn geweest van de pacificatie,
komt men thans terug en dat laaide hij
zeer. Hij waarschuwde den minister,
geen gehoor te geven aan de bezuini
gingsfantasieën.
Minister De Visser heeft het bezui
nigingsdebat verschoven tot het bouw-
giftplanten plukte. De kleine handen
konden den bonten ruiker nu al nauwe-
liiks meer vasthouden. Daarbij klauter
de de kleine van het eene hooge ven
ster, waarin slechts enkele glasscherven
meer zaten, in het andere en keek met
de uitdrukking van gespannen ver
wachting naar beneden. En nu, ja,
werkelijk, 'nu verscheen daar een rijzig
man en betrad het steile bergpad. Als
de wandelaar zoo 'haastig doorliep,
moest hij in tien minuten bij haar zijn.
De eenzame'bezoekster van de meer
en meer vervallende ruïnen iiep eenige
treden van de vermolmde trap af, die
naar het platform van den als zeer ge
vaarlijk bekend staanden uitzichttoren
leidde. Ze begon vlug van de bloemen
een krans te maken en drukte zich de
zen op het in den wind fladderende
haar juist op het oogenblik, dat haas
tige voetstappen achter haar klonken.
Ze begon met een zachte, lieve stem
een Spaansch liedje te zingen, maar
draaide haar hoofd niet om.
Juffrouw d'Alvare, hoe onvoor
zichtig van u, zoo zonder geleide hier
naar boven te gaan, riep Wolf. Deze
overblijfselen van 't voormalige kloos
ter betreedt men niet zonder zich aan
gevaar bloot te stellen. Elk oogenblik
kan alles ineenstorten. Zelfs önder den
lichten voet van een kind zouden deze
vermolmde balken kunnen breken en in
de diepte storten. Sta mij toe u van hier
te voeren.
Neen, meneer de baron, antwoord
de Inez, terwijl zij overmoedig lachte.
Ik vertrouw op mijn geluk, dat mij nog
nooit in den steek heeft gelaten en het
wetje. Nopens de vereenvoudigde spel
ling hadden eenige leden de heeren
Gerhard en de Kan'ter aangedron
gen op een beslissing. De minister heeft
verklaard, dat hij zal trachten het
grammaticale gedeelte van het ontwerp
der professoren Muller en Kluijver nog
iets te verbeteren. Gelukt dat, dan is een
beperkte vereenvoudiging te wachten.
Tegen het betoog van den heer Van
Ravesteijn, dat het onderwijs in peil
daalt, verzette de minister zich zeer
sterk. Van opheffing van het zeven
de leerjaar wilde de minister niet weten.
De regeling van de Arbeidswet maakt
het noodig de kinderen van de straat te
houden en daarvoor is het 7e leerjaar
dringend noodig.
Ten aanzien van de benoeming van
gehuwde vrouwen staat de minister op
dit standpunt, dat bij gelijke capacitei
ten een man moet voorgaan. Tegen een
benoeming van een gehuwde vrouw
heeft hij niet overwegende bezwaren.
De aanstaande Kamerverkiezingen.
Naar aanleiding van het bericht van
de „Tel.", dat de candidaatstelling voor
de aanstaande algemeene Kamerver
kiezingen zou plaats hebben op 23 Mei
en de stemming hoogstwaarschijnlijk op
5 Juli d.a.v., kan, zegt het'Haagsche
Correspondentiebureau, uit zeer be
voegde bron worden medegedeeld, dat
omtrent de data van een en ander nog
niets bekend is en nog niets bepaald
kan worden zoolang de Eerste Kamer
over de wetsvoorstellen tot grondwets
herziening nog geen, beslissing heeft
genomen.
Zooals bekend is het van den be
ginne aan het plan geweest de alge
meene verkiezingen, die als gevolg van
de ontbinding der Kamer na Grond
wetsherziening moeten plaats hebben,
te doen samenvallen met de periodieke
algemeene verkiezingen.
Derde uitkeering O. W.-belasting.
In zijn memorie van antwoord aan de
Eerste Kamer betreffende de derde uit
keering aan de gemeenten uit de Oor
logswinstbelasting zet minister De Geer
uiteen, dat er z.i. niets onbillijks in is
gelegen als niet het volle, een zesde deel
der oorlogswinstbelasting wordt uitge
keerd, daar er niets daaromtrent is be
loofd. Dat het voile, een zesde, aan de
gemeenten alleen dan niet zou worden
uitgekeerd, wanneer haar schade min
der bedroeg, kan de minister van finan
ciën niet toegeven. Uit de gewisselde
stukken valt integendeel.duidelijk te la
zen, dat aan algeheele vergoeding der
crisisschade bij het totstandkomen der
wet op de oorlogswinstbelasting niet
werd gedacht.
Dat de gemeenten uit anderen hoofde
in billijkheid aanspraak zouden kunnen
maken op volledige vergoeding van
hare crisisschade, kan de minister even
min juist achten. Het is immers niet in
te zien, waarom de geheele oorlogs
schade door het Rijk zou moeten wor
den gedragen. Een deel der schade kan
ten laste der gemeenten blijven.
Men verlieze overigens niet uit het
oog, dat het rijk in ieder geval een be
langrijk kleiner deel van zijn oorlogs
schade uit de opbrengst der oorlogs
winstbelasting vergoed ziet dan ten
aanzien van de gemeenten het geval is.
Tot een verdere uitkeering aan de ge
bevalt mij hierboven uitstekend. Deze
muren schijnen mij sterk genoeg om
nog menigen storm te trotseeren. Ik ga
niet weg, voor ik nog een krans ge
wonden en dien aan de galerij van den
uitzichtstoren gehecht heb.
Dat zou waarlijk een doldriest
waagstuk zijn.
Waarom zullen we wedden, dat ik
gelukkig boven aankom en evenzoo
weer de terugreis volbreng.
Dat zou zijn een misdadige wed
denschap aangaan. Geen prijs zou zoo
hoog kunnen zijn, dat ik er op inging.
Welnu, dan zonder weddenschap.
Inez stond op, schudde de afgevallen
bloembladen van haar japon, sprong
behendig de krakende treden van de
trap op en riep plagend naar beneden
Breng uw eenigszins gewichtigen per
soon in veiligheid, baron Filiungen.
Wolf volgde haar. Nauwelijks vijf
seconden verliepen en beiden stonden
op het platform van den toren, die zoo
zwak was geworden van ouderdom.
De zwarte oogen der Creoolsche
fonkelden van overmoed, toen zij den
krans om het wormstekige en hier en
daar gebroken hek van het platform
wond en vroolijk lachende vroeg
Maar waarom waagde u zich hier ook
boven Heb ik misschien ridderdienst
gevraagd
ik trachtte u te weerhouden van
doldriestheid te doen uit vrees voor
u, niet voor mij.
Deze vrees was werkelijk over
bodig, zooals u ziet, schertste ze. Maar
nu weer naar beneden. Toen ik naar
boven ging, klopte mij 't hart toch wel
meenten uit die opbrengst bestaat dan
ook geen reden.
Zomertijd en wettelijke tijd.
De Tweede Kamer heeft gisteren
aangenomen een motie-Beumer om de
wetsvoorstellen tot afschaffing van de
wet op den zomertijd aan te houden en
de regeering te verzoeken een ontwerp
tot regeling van den wettelijken tijd in
te dienen.
Drinkwatervoorziening.
Op de vragen van den lieer De Muralt
betreffende 't verleenen van Rijkssteun
ten behoeve van de drinkwatervoorzie
ning van Schouwen en Duiveland, heeft
minister Aalberse geantwoord inder
daad aan de naamlooze vennootschap
Waterleiding Mij. Schouwen-Duiveland
in 1920 in beginsel toegezegd te hebben
te zullen 'bevorderen, dat aan haar ren
tedragende voorschotten en zoo noo
dig bijdrage in de rentebetaling zou
den worden verleend, ten einde tot de
oprichting van de waterleiding te kun
nen overgaan, doch dat hij zich het ple
gen van overleg met zijn ambtgenoot
van financiën over de vraag of te zijner
tijd de gevraagde financieeie steun zou
kunnen worden verleend, uitdrukkelijk
heeft voorbehouden.
Schouwen en Duiveland heeft in 1920
en 1921 veel bezwaar ondervonden door
gebrek aan drinkwater voor mensch en
dier, doch of deze streek in dit opzicht
erger heeft geleden dan eenige andere
zoo bewoonde streek in ons land, valt
moeilijk uit te maken.
De minister overlegt met zijn ambt
genoot van financiën welke gedragslijn
in de toekomst moet worden gevolgd
om zonder aan het beginsel van nood
zakelijke bezuiniging op 's rijks uitga
ven te kort te doen, voorshands' stop
zetting van de verbetering der drink
watervoorziening te voorkomen. Daar
bij zal het streven er op gericht zijn al
thans in de meest urgente gevallen met
de beschikbare middelen geldelijken
steun te verleenen.
De forensen.
De wettelijke voorzieningen in ver
band met deni aanslag van forensen in
de gemeentelijke inkomstenbelasting,
waaromtrent de heer Kolthek onlangs
eenige schriftelijke vragen heeft gesteld
aan den minister vara binneniandsche
zaken, zullen, naar het „Hbid." meldt,
vermoedelijk tegen hei einde dezer
maand wei bij de Staten-Generaal aan
hangig kunnen worden gemaakt. Zij
zijn op het oogenblik nog bij den Raad
van State.
De burgerlijke pensioenwetten.
Het hoofdbestuur van den Ned. Bond
van gemeente-ambtenaren heeft aan de
Tweede Kamer verzocht haar standpunt
te blijven handhaven inzake de pen
sioenwet voor burgerlijke ambte
naren.
Tevens heeft het bestuur aan de
Eerste Kamer zijn teleurstelling te ken
nen gegeven over de verwerping dier
wet en verzocht deze bij wederindiening
bij haar vergadering alsnog goed te
keuren.
De gewijzigde kieswet.
Ter kenschetsing van den invloed,
dien de laatstelijk in de Kieswet ge
brachte wijzigingen op den uitslag van
een verkiezing hebben, ging de „Msb."
eens na hoe de samenstelling der Ka
een weinig, maar nu hebben de ten
onrechte zoo gevaarlijk genoemde
ruïnes met de geheime vrees ook al
haar bekoorlijkheid voor mij verloren.
Met beide voeten tegelijk sprong ze
van trede op trede, plotseling echter
slaakte ze een gil, toen de smalle trap
begon te wankelen en naar links begon
over te hellen, terwijl een deel van de
reeds gedeeltelijk loshangende leuning
krakend in de diepte stortte.
Door een plotselinge duizeling be
vangen, zocht Inez tevergeefs een
steunpunt, maar voelde zich plotseling
door sterke armen omvat en omhoog
getild. Wolf rukte haar over de laatste,
achter haar ineenstortende treden naar
beneden en legde, nadat hij weer vas
ten grond onder de voeten voelde, de
half bewustelooze in het zachte, hoog
opgeschoten gras.
Maar nu was het ook gedaan met den
moed van het meisje. Zij sidderde van
schrik en weende als een hulpeloos
kind.
Bedaar, juffrouw Inez. Het gevaar
is immers gelukkig voorbij, trachtte
Filiungen haar te kalmeeren, terwijl hij
zijn best deed 'om de teere, machteloos
neergezonken gestalte op te richten.
Leun op mijn arm, ik zal u naar bene
den brengen.
Het lenige figuurtje was gemakkelijk
op te richten, maar Inez was nog ge
heel onder den indruk der laatste
oogenblikken. Met moeite ademhalend
en met wijd geopende, glansiooze
oogen staarde ze rond en telkens weer
rolden haar groote tranen over de
doodsbleeke wangen.
mer zou geweest zijn, indien reeds in
1918 de uitslag volgens de thans gel
dende bepalingen ware opgemaakt.
Niet gekozera zouden dan zijn de
heeren Swane (R. K.), van Doorn (U.
L.)Oud (V. D.), van Rappard en Nré-
meyer (Vrij L.), De Groot (Econ. B.),
Weitkamp (C. H.), Ter Hall (Neutrale
Partij), Van der Laar (Chr. Soc. partij),
J. W. Kruyt (Bond van Christ. Soc.),
Wijk (Verbond tot dem. van de weer
macht) en Bos (Piattelanidersbond).
Daarentegen zouden verkozen zijn
Van Sasse van Ysseit (R. K.), De Veer
(A. R.Heeres en van Hamel (U. L.),
Limburg en Koster (V. D.), Nierstrasz
en Drion (Vrij L.De Visser (Comm.),
Mesrifz em van Lynden (Econ. Bond)
er. Knoppers (C. H.)
De A. R., Unie lib., Vrijz. Dem., com
munisten en Econ. Bond zouden dus
één zetel meer bezet hebben, zoodat de
verhouding in de Kamer zou geweest
zijm 51 rechts tegen 49 links.
Ten opzichte van den heer De Veer,
A. R., val i nog te vermelden dat in diens
plaats ook gekozen had kunnen zijn de
heer De Vlugt. De heer De Wilde zou
dan ral. op twee lijsten gekozen zijn en
van het lot, voor'welke lijst zijn zetel
zou worden gerekend, zou 'het afgehan
gen hebben, wie van de twee boven
genoemde heeren zou gekozen zijn.
in de lijsten der plaatsvervangers zou
een zeer groote verandering hebben
plaats gehad, daar het zoo goed als
raiet voorgekomen is, dat een der lager
geplaatste candidaten 50 van den
lijstkiesdeeler behaalde.
Gemeente',ijke werkverschaffing.
De Nationale Bezuinigingsbond, bond
van belastingbetalers, te Groningen,
heeft zich met een adres tot den ge
meenteraad aldaar gewend, waarin be
denkingen worden geopperd tegen het
feit, dat liet werkloozenvraagstuk den
weg naar armenzorg is opgegaan en
geconstateerd dat ondanks het ver
schaffen van arbeid door het gemeente
bestuur nog honderden werkloozen gel
delijk gesteund worden. Na gewezen te
hebben op het demoraliseerende vanljet
geven van geidelijken steun zonder dat
daar arbeidsprestatie tegenover staat,
verklaart adressant, dat het aanbeve
ling verdient, dat door de gemeente
voeling wordt gehouden met werkge
vers en hen op te wekken werk te ver
schaffen, waarbij zij eventueel ter zijde
zouden kunnen worden gestaan door
suppletie op dagloonen. De bond geeft
in overweging, den sfeun aan werkloo
zen zooveel mogelijk met arbeid te ver
binden en hem daardoor productief te
maken.
Het 1 April feest te Brieile.
Bij liet gemeentebestuur van Brieile
is bericht ontvangen dat de geheele
Koninklijke familie bij de herdenking
van het- 1-Aprilfeest zal tegenwoordig
zijn. Niet alleen komen de Koningin en
de Koningin-Moeder, doch nu is ook
nog bepaald dat Prinses Juliana en
Prins Hendrik Den Briel zullen bezoe
ken. Dit maakt dat het voor allen een
onvergetelijken dag zal worden.
De voorbereidingen zijn in voiien
gang, en het programma zal weldra een
geheel overzicht geven. In de Sint-Ca-
tharina wordt een cantate door onge
veer 200 dames en heeren gezongen, en
het historisch spel „de Inneming van
Den Briel" vormen de 2 hoofdpunten
voor de duizenden bezoekers die men
verwacht.
Wat bent u ontsteld. U hebt im
mers niets meer te vreezen, stamelde
Wolf, terwijl hij haar steunde en het
hevige kloppen van haar hart tegen het
zijne voelde. Er is immers niets ge
beurd.
Haar kleine voeten trippelden zenuw
achtig rond. haar sierlijke handjes
trachtten de telkens weer voor den dag
komende tranen te drogen, toen ze met
van aandoening half verstikte stem
fluisterde Maar er had zooveel kunnen
gebeuren. Hoe zal ik mij ooit mijn trots
en mijn eigenzinnigheid kunnen verge
ven, die uw leven in gevaar brachten,
baron.
Pijnigt u deze gedachte ik volg
de u immers uit vrijen wil.
Uit vrijen wil of niet u volgde
mij. En het doet mij verschrikkelijk
leed u door mijn roekeloosheid daartoe
aanleiding gegeven te hebben. Dat zal
ik mij nooit vergeven.
Wat beefde het teere lichaam, welk
een verzengende gloed straalde er uit
de thans nog vochtige oogen. Het was
Wolf, alsof de gansche lucht in een
vlammenzee veranderd was. Het was
iets zoo onbeschrijfelijks, dat zoo ra
zend gelukkig maakte en bedwelmde,
wat zich plotseling met onweerstaan
bare macht van hem meester maakte,
dat hem dwong het jonge, schoone we
zen telkens weer tegen zich aan te
di ukken en telkens weer bijna onhoor
baar fluisterde Om mijnentwille die
tranen dit beven Mag ik het dan
gelooven Kan het mogelijk zijn Is
het werkelijk zoo
(Wordt vervolgd.)
I
I