VRIJDAG 24 FEBRUARI VERBORGEN LEED. @Oe stfoocSe snsfbode ensfbode 'TMEISJE OEMEENTEBESTUUR FEUILLETON BINNENLAND 23 Februari 1922. de graanmarkt was he- 13.75 a 14.25 per loo lere artikelen was gee» d geen noteering opge- .05 per 5 ons. f 10.50 per 100 stuks. KOERSEN. eden, 23 Februari, des niet officieel) ie-koersen. ;n verkoopen. )»/2—f2.60>4 Londen Berlijn fl.20'/2— 22.67'/2—f22.75 Parijs Weenen f 0.05'/2— kpapier. f 2.61Ponden f 11.46—- .20f 1.24 Belgische 22.75 Fransche Francs' Kronen (afgest.) f0.ft E R I C H T. erstand 769.8 te Tou- LMstana 730.7 te Vest- den avond van 24 Fe- kracbtige Zuidelijke tot ind. Aleest zwaar be- Nog regenbuien. Zelfde te vl1ssingen. Nto* 4^ 1922 n.m. 12.49 12.49 •Al 1.20 v.m. 12.44 1.09 1.41 DIEF*. in 6acten. Een Wilson-Roman Febr. t/m D011- 1R. In dubbele rika's beroemd- tfEPICKFORD. buitengewone buitengewoon logelijk waar te ibele rol speelt en de Voet- CKFORD heeft haaft die repu- werkhuis is zien, want ook ook met MARY dsn waarin [wij thans leven, -AKGES zijn voordeelen geven. je met 5% korting. anbiedingen staaswracien, fstandig kunnende FirmaT.MANSE- dein gezin. Adres 44 (boven). in hoog loo.r Bankert 52. beneden de!4jaar. au Vliss. Courant" m 5öe!bBrg-RaHisrïtarp gelegen plaatsen AS PAS3A8IERS, ÏEH EK YEE. bruar! 5liJ. r.B. Ui T ge?. r.S 8 igen morgens ekomen n N.V. Transp. er, v.h. Erven G. VOS, 8te Middelhuis - JF3; *e ':de. korpsen Dordrew,< uCJl- Tel. 101. VLISSINGSCHE COURANT advertentieprijs. Van 1—4 regels 1.10 voor iedere reeel meer 26 centbij abonnement sper ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel Dienstaanbiedingen en dienstaanvragen van i_5 regels 65 centiedere regel meer 13 cent, bij contante betaling. Familieberichten van 1—6 regels 1.70, iedere regel meer 26 cent. abonnements prijs Voor Vlissingen en gemeenten op Wal keren f 2.20 per drie maanden. Franco door het geheele rijk: ƒ2.50. Week-abon- nementen 17 cent, alles bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent. Met deze kennisgeving vervalt de kennis- oeving d.d. 6 Februari 1922. HINDERWET. Kennisgeving. Burg. en Weth. van Vlissingen, gezien de artikelen 6 en 7 der Hinderwet, geven bij dezen kennis, dat bij hen is ingekomen een verzoek van de stoombierbrouwerij en mouterij „De Meiboom" alhier, om vergun ning tot uitbreiding van hare inrichting (bouwen van een brouwhuis) waarin zul len worden geplaatst 3 electro-motoren van 11 P.K., 1 van 7% P.K-. 1 van 5 P.K., 2 van 3 P.K., 1 van 11 P K., 1 van 5'/2 PK 2 van 5.44 P.K. en 1 van 1.63 P.K. in het perceel kadastraal bekend gemeente Vlissingen, sectie D nos. 1056 en 1057 aan de Hendrikstraat en het bijplaatsen van 1 electro-motor van 50 P.K., 1 van 60 P.K., 1 van 20 P.K., 1 van 5 P.K., 4 van 3 P.K. en 1 van V2 P K., '111 de bestaande brouwe rij sectie D" no. 1793 en no. 200 dat dit verzoek met de bijlagen, te be ginnen met Maandag den 27en Februari 1922 op de Gemeente-Secretarie, 3e af- deeling, ter visie zal gelegd worden en dat den veertienden dag na dien, zijnde den 13en Alaart 1922 ten raadhuize, des na middags ten 3 ure, gelegenheid zal gege ven worden om bezwaren tegen het uit breiden dier inrichting in te brengen, zul lende zij die niet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet voor het gemeentebestuur of een of meer zijner leden zijn verschenen, ten einde hunne bezwaren mondeling toe te lichten, niet tot beroep gerechtigd zijn, ter wijl gedurende drie dagen voor dat tijd stip, ter Gemeente-Secretarie, 3e afdeeling, van de ter zake ingekomen schrifturen kennis kan genomen worden. Vlissingen, den 20 Februari 1922. Burg. en -Weth. voornoemd, VAN WOELDEREN. De Secretaris, ft BISSCHOP KAMEROVERZICHT. Tweede Kamer. Vergadering van Donderdag. Interpellatie spoorwegpersoneel. Minister Könfg heeft in tiwintig minu ten tijds de interpellatie, die en een half duurde, beantwoord. Hij kon heel kort zijn, omdat hij aanving met de verkla ring, dat hij dé voorstellen van de di rectie der spoorwegen in zake de dienst en rusttijden, niet heeft goedgekeurd. De toestand is dus, dat van verande ring verslechtering nog geen sprake is. De minister heeft tal van veranderingen in de voorstellen in over weging gegeven, die alle den tendenz hebben, om de voorwaarden te verbete ren. De diensttijden op Zondag zullen niet op 16 uur worden gesteld de rust tussdien 2 dagen zal van 10 op 12 uur worden gebracht en slechts 2 maal per veertien dagen 10 uur mogen bedragen. De maximum-arbeidstijd voor het lo comotief-personeel zal niet 14 maar 12 uur zijn en slechts vier maal in de 14 dagen 14 uur, maar dan alleen voor maüliine-personeel dat groote afstan den aflegt. De maximum-diensttijd komt dan in 14 dagen op 108 dur. Roman van B. CORONY. 2) Wat zal Hans oogen opzetten, als hij mij zoo plotseling voor zich ziet. Ik heb hem altijd lief gehad als mijn eigen, zoon en wilde hem morgen ver rassen. Welnu, thans komt de verras sing een paar uren vroeger. Maar zeg eens, uit het tweede huwelijk van Udo zijn er immers ook twee zoons Zeker, Egon, de oudste is weinig jaren geleden luitenant geworden. Hij is een-en-twintig jaar, mag een beeld schoon man genoemd worden en aardt naar zijn moeder. In zijn. wezen ligt iets vrouwelijks, iets wispelturigs en onbe stendigs, maar daarbij is hij zoo bemin nelijk en gezellig in den omgang, dat z'jn ondeugden iiem haast als deugden aangerekend worden. Ge zult er zelf over kunnen oordeelen. Hij is voor een kort verblijf op het kasteel gearriveerd, hij komt heel dikwijls van B. over. Jad- wiga verafgoodt hem natuurlijk, en is rij' ialoersch op Wolf, die nu eenmaal Udo's lieveling blijff. Dientengevolge bestaat er oofc.-o'eeiw.recht innige ver- 'bvan m* haar stief" m, k" *0v/TJ Jileine zwakheid kan W r'itu rc cn goeder vergeven. Op wolfgang en Egon mogen ouders en eqverwanten tf°tsch zijn. Maar latei Voor het overige personeel blijft de toestand vrijwel gelijk die is. Ten aanzien van liet hooren der or ganisaties heeft de minister zich steeds op het standpunt gesteld, dat alle af zonderlijk worden gehoord, schriftelijk en mondeling. Er zijn vele vereenigin- igen, groote en zeer kleine. Het gaat niet aan alle kleintjes op den zelfden voet te behandelen als de groote. Het pruts- vereenigingefje, waarover de heer Wijn koop, het had, is te klein 0111 eenige be- teekenis te hebben. De regeling der arbeidstijden heeft de minister onderworpen aan het oordeel van den minister van arbeid en die heeft zijn goedkeuring er aan gehecht. Zij zal dus wel niet in strijd met den geest van de Arbeidswet zijn. Van ontslag-verleeningen zal wel niet veel sprake zijn. Er is op de 48 duizend man twee duizend man te veel, maar dit is het jaarlij.ksch verloop. Heel spoedig zal dit te veel dus zijn weggesmolten en de minister hoopt dus, dat de bezuini ging niet tot ontslag-verleeningen zal leiden. Van opheffing der sfakingswetten kan naar het oordeel der regeering geen sprake zijn. Het groote economische be lang, dat in de waagschaal wordt ge steld door het stopzetten van het spoor wegverkeer, dwingt tot liet verbod van staking. Inderdaad, de heer Wijnkoop was min of meer tevreden. Hij kon natuur lijk de mededeelingen van den minister niet aanstonds overzien, maar het leek hem nogaf. Verder munt sloeg hij er niet uit. Dat deed de heer Van Braam beek, de leider der spoorwegmannen. Die was niet zoo tevreden met de mede deelingen. De minister had niet vol doende ruggegraat tegenover de direc tie. Die ruggegraat zou de lieer Van Braambeek wel eens geven in den vorm van drie moties. In één daarvan wordt uitgesproken, dat herziening van de dienst- en rusttijden niet gewenscht is in de tweede wordt als een oordeel ge uit, dat deze regeling bij de wet dient te geschieden. In de derde wilde hij uit spreken, dat de bezuiniging niet mag leiden tot ontslag-verieeningen, maar dat niet-aanvullen der vacatures het eenige middel mag zijn. Atet de noodzakelijkheid van een wettelijke regeling der dienst- en rust tijden kon de heer Hermans zich niet vereenigen, omdat de Kamer niet in staat is deze aangelegenheid in al haar mérites te beoordeelen. Met het betoog, dat :het personeel niet ontslagen mag worden, kon hij zich vereenigen. Hij had er overigens niets tegen dat van fret personeel in deze slechte tijden wat meer wordt gevergd. Het tekort over 1921 op de spoorwegen geleden, wordt op dertig millioen geschat en de be sparing, die de directie wil bereiken met de gewijzigde regeling, bedraagt onge veer vijf millioen gulden, een niet bij zonder groot bedrag. Enkele leden lieten hun licht nog schijnen, ten einde te verklaren hoe zij over de moties dachten. Het leek wel dat de derde liet haalt, maar de beide andere niet. Eigenaardig was wel, dat de heer Schaper de partijgenoot van den heer Van Braambeek, adviseerde de motie in zake een wettelijke regeling in te trek ken, omdat de eventueele verwerping daarvan een verkeerd effect op de wij ziging der Arbeidswet zou kunnen heb ben. De heer Lely en de minister ont rieden de moties als niet verstandig en niet in het belang der zaak, ook van bet personeel. Natuurlijk trok de heer Van we nu eens over uw familie spreken. Daarover valt niet veel te vertel len. Mijne dochter leeft in de aange naamste omstandigheden en ik ben een verwende grootpapa. De jongens groei en voortreffelijk en de meisjes zijn lie ve, snoezige schepseltjes met haar als vlas en oogen als korenbloemen. Als ze om mij rondspringen, word ik zelf weer jong, lever een veldslag met looden soldaatjes, tuig het volgende oogenblik het hobbelpaard op of speel zelfs voor kindermeid als ik de wieg zachtjes met den voet in, beweging breng. Dan komt er geen einde aan het lachen en jubelen. Hoe lang zal het duren, dan zijn de meisjes jonge dames. De oudste viert eerstdaags reeds haar twaalfden ver jaardag. Maar daar schiet me te binnen, dat ge met uw verhaal nog niet aan het einde waart. Il< heb nog niets van Udo's jongsten zoon gehoord Het vriendelijke gelaat van Ernst von Fillgngen werd betrokken, toen hij aar zelend antwoordde Ja, beste majoor, dat is een on aangenaam onderwerp, daar spreek ik niet graag over. Hoe komt dat Och, Kasimir, zoo genoemd naar zijn grootvader van moederszijde, vormt het eenige donkere punt in het familieleven van mijni neef. Hij is naar lichaam en geest achter lijk gebleven en de eerste Fillunger die een zielsdefect mee ter wereld bracht Beschouwt men de krachtige gestalten Braambeek zijn motie voor de wettelij ke regeling in. Morgen stemming. Verscherpt toezicht op de Staatsuitgaven. In de toelichting op het voorstel dooi de heeren De Kan,ter, Nolens, De Monté verLoren, J. ter Laan en Oud bij de Tweede Kamer ingediend tot aanvul ling van het Reglement van. Orde der Kamer, wordt herinnerd aan hetgeen in de Memorie van Toelichting tot het sedert tot wet verheven wetsont werp betreffende de instelling van een bezuinigingsinspectie door den minister van financiën is medegedeeld. In ver band hiermede betoogde de heer De Kanter bij de mondelinge behandeling van het wetsontwerp in de vergadering van 28 April van het vorige jaar de wenschelijkheid om een afzonderlijke vaste commissie uit de Kamer te benoe- men^ welke geregeld de door de regee ring ter kennis der Kamer gebrachte feiten zou hebben te onderzoeken. Het ingediende voorste! strekt om aan dit denkbeeld uitvoering ,te geven, echter op ruimer schaal dan, in genoemde ver gadering werd aangegeven. De voorstellers zouden de commissie, behalve met het onderzoek van de af zonderlijke verslagen der Rekenkamer, ook willen belasten met het onderzoek van alle jaarlijks bij de Kamer inko mende regeeringsbescheiden op comp tabel gebied, met name de jaarversla gen der Rekenkamer, zoowel wat Ne derland als wat de, koloniën betreft, de Staatsrekening en alle andere rekenin gen, zooais die betreffende staatsbedrij ven en fondsen. Daarenboven wenschen zij de werkzaamheid der commissie verder uit te strekken dan tot het on derzoek van, deze, tot een a f g e 1 u o- p e n djenstjaar behoorende beschei den, en wel tot de controle over de uit gaven van het loopende dienstjaar. Be scheiden, die deze controle mogelijk maken,, worden tof nu toe niet aan de Kamer overgelegd. Voortaan zullen echter de in te zenden afzonderlijke verslagen der Rekenkamer en waar schijnlijk ook de uit te geven „Statistiek van de Staatsuitgaven" het loopende dienstjaar betreffen. Mei het onderzoek van deze bescheiden za] de commissie hare iaak, voor zooveel'- du dienstjaar betreft, kunnen aanvangen. Maar wit dit gedeelte van hare taak van beteeke- nis worden, dan zullen der commissie meerdere gegevens ten dienste moeten staan. Den aard dezer gegevens en de wijze, waarop zij de beschikking daar over zal erlangen, zal de commissie hebben te overwegen. Voorschriften hieromtrent te geven, achten de voor stellers niet mogelijk. Het werkplan der commissie zal zich geleidelijk moeten ontwikkelen, en het staat aan de com missie den weg te kiezen, dien zij zal volgen, ook om het noodige contact met de regeering të zoeken en te vesti gen. Alleen wenschen de voorstellers de aandacht te vestigen op het groote nut dat h. i. zou kunnen worden getrokken van een maandelijksche, twee- of drie- maandelijksche gedetailleerde opgave van de op verschillende onderdeden der begrootingen gedane uitgaven, voor zoover deze opgave zonder overwe gend bezwaar kan worden, verstrekt. Indien de commissie, door overleg met de regeering, het daarheen zou kunnen leiden dat op bepaalde tijden een op gave ter kennis der commissie wordt gebracht van alle betalingen, betaal baarstellingen en van de overige finan- cieele verplichtingen ten laste komende met den heerschersblik, welke, door meesterhand geschilderd, de wanden van de ridderzaal versieren, zoo voelt men zich onwillekeurig geneigd om aan de oude sage van hei leelijke monster, dat in een gouden wieg werd gelegd, te gaan, gelooven. Kasimir is niet alleen een leelijke knaap hij heeft ook een ieelijk karakter. Hij is boosaardig, wan trouwend en wraakzuchtig, omdat hij meent, dat men hem voortdurend ach- teruitzet. Misschien geeft men hem aaleiding om dat te denken? Och, beste majoor, werkelijk niet. Hij krijgt de beste leermeesters, maar allen verliezen spoedig het geduld. Zijn vader had hem voor den geestelijken stand bestemd, doch hij gevoelt daar voor evenmin lust als voor een andere ernstige studie. Elk familiefeest woont hij bij, maar hij verstoort steeds de vroolijkheid der kinderen door een of andere boosaardigheid. De dienstboden zijn letterlijk bang voor hem, want hij pijnigt ieder, die in zijn nabijheid komt; hij trotseert zijn vader en geeft zijn moeder geen bewijzen van liefde. De eenige, die nog macht over hem heeft, is Wolf. Maar zie, we zijn gekomen, waar we moeten zijn. Stralend van licht lag het machtige gebouw voor hen. Arm in arm stapten de twee heeren de trap van het bordes op, nadat Ernst von Fillungen een der bedienden iets in 't-oor had gefluisterd. Op de bovenste treden trad de majo- van de verschillende begrotingsartike len. zullen overschrijvingen van, be- grootingsposten misschien in vele ge vallen kunnen worden voorkomen, in allen gevalle kunnen worden geconsta teerd zeer spoedig nadat zij hebben plaats gevonden. Wat de wijze van werken der com missie betreft, meenen de voorstellers, dat volstaan kan worden met een en kele verplichting en bevoegdheid in het reglement vast te leggen, in de, eerste plaats de verplichting der commissie om omtrent de in hare handen«gestelde bescheiden binnen een bepaalden ter mijn en omtrent hare werkzaamheid in het algemeen op bepaalde tijden aan de Kanier verslag uit te brengen en in de tweede plaats de bevoegdheid om met de regeering in mondeling en schrifte lijk overleg te treden omtrent hetgeen haar, zoowel op grond van de aan haar overgelegde bescheiden als uit anderen hoofde op 's rijks uitgaven en de juiste besteding daarvan en voorts omtrent de bescheiden, die voor de vervulling harer taak te harer beschikking zullen zijn te stellen. Ter bereiking van het beoogde doel wordt voorgesteld een nieuw artikel in het reglement van orde in te voegen. Volgens dit artikel zal de commissie den naam dragen van vaste commissie voor de Staatsuitgaven, en uit zeven leden bestaan, die bij den, aanvang van elkb zitting door den voorzitter worden gekozen, tenzij de Kamer anders be sluite. De katholieke vrouw in het parlement. In verband met de elkaar tegenspre kende berichten heeft de „Maasbode" ter bevoegde plaatse geïnformeerd. Zij kan thans mededeelen, dat beslist mag worden verwacht, dat nir. P. Reijmer, nieuwbenoemd burgemeester van Hil versum, voor de nieuwe parlementaire periode geen mandaat als Kamerlid meer zal aanvaarden, zoodat de verko- zenverklaring van mevr. Bronsveld Vitringa op de Noord-Hollandsche lijst verzekerd is. Tegen de Dienstplichtwet. Onderstaande motie is aangenomen door de volgende vereenigingen Ne- derlandsche Vereeniging van Vrouwen voor Dnurzamen Vrede. Vereeniging van Staatsburgeressen, Vrijzinnig-De mocratische Vrouwenclubs, A. N. V. O., Vredeskring Rotterdam, Vrouwen Vre debond „De Vereenigingen enz., ten krachtigste protesteerend tegen de aanneming in het parlement van de gewijzigde Dienstplichtwet, die zoo sterk indruischt tegen het verlangen van alle volkeren naar vermindering van oorlogstoerustingen met als eind doel „algemeene ontwapening" van oordeel dat de wijze waarop de ze wet in de Tweede Kamer is aange nomen, de Regeering moet hebben overtuigd, dat de wet niet in overeen stemming is met den wil van de meer derheid van het Nederlandsche volk hopen en. vertrouwen dat alsnog de Tweede Kamer aanleiding moge vinden tot het weigeren'van de voor de uitvoe ring der wet benootfigde gelden". Uit het bouwbedrijf. De hoofdbesturen der samenwerken de organisaties van bouwvakarbeiders hebben besloten, den 4en Alaart een openbaar congres te houden in verband met de pogingen, om gedurende de zomermaanden den 8-urigen werkdag in het bouwbedrijf uit te schakelen. De organisaties zijn van meening, dat de 10-urige werkdag als regel voor het raatsheer hen tegemoet, 't Was een man van imposante gestalte met grijzend haar cn dichte, pikzwarte wenkbrau wen. die eikaar boven den neus raak ten en aan zijn klassiek gevormde trek ken iets sombers gaven. Daarmee was de vriendelijk glimlachende mond trou wens in tegenspraak. Je wenschte me een van je vrien den voor te stellen, Ernst, begon Udo. Ik had moeten zeggen een van „onze" vrienden. Jouw geheugen toont zich dus even trouweloos als het mijne. Je herkent dus dezen lieven gast niet, dien ik bij je breng I— Neen en, toch wacht een oogenblik is het dan werkelijk waar Heinz, mijn beste, oude kame raad, ben je het werkelijk Zeker, Udo. De oude das is weer eens uit zijn hol gekropen. Wees me duizendmaal welkom. Mijn geheele gelukkige jeugd staat mij weer voor oogen, nu ik jou zie. Jij, de tien- jaar oudere, trad altijd op als mijn mentor maar op zoo kostelijke, met onweerstaanbaren humor gekruide ma nier. Dat heb ik nooit vergeten. Het was steeds een van mijn liefste herin neringen1. Had ik geen gelijk, toen ik je liet zeggen, dat je een groote verrassing wachtte vroeg Ernst lachend. Werkelijk Een grooter genoegen had niemand mij op den feestdag kun nen bereiden. De majoraatsheer trok den arm van bouwbedrijf geen vereischte is en slechts schadelijk en storend zou wer ken voor den, woningbouw. Besloten is, 'de volgende stellingen te doen behandelen lo. Uit den chaos ten cuzichte van de arbeidsvoorwaarden in imt bouwbe drijf zijn, langzamerhand, in overleg tusschen patroons- en werklieden-or ganisaties, regelingen ontstaan, welke zeer gunstig voor het bedrijf en het bedrijfsleven bebben gewerkt. 2o. Bij pogingen, om regelend op te treden, in het bijzonder ten opzichte van den arbeidsduur, werd zeer dik wijls steun ondervonden van overheids lichamen, door het opnemen, van be steksbepalingen, die deze voorwaarden voor werken, door deze lichamen aan besteed, verplicht voorschreven. 3o. Uit plaatselijke regelingen zijn tenslotte, door meerdere centralisatie zoowel van werkgevers- en werkne mers-organisaties, regelingen voortge komen, welke voor het geheele land geldend waren. Het culminatiepunt in deze is wel geweest de reveling van de arbeids voorwaarden in 1920, waarbij voor het geheele land de 8-urige werkdag voor het bedrijf werd ingevoerd. 4o. De 'werktijdverkorting heeft in het algemeen nooit tot beperking van de productie geleid, in geen geval zoo danig. dat een tekort aan bouwvake arbeiders moest worden geconstateerd. Na verkorting van den.'werktijd kon, dikwijls nog een betrekkelijk groote werkeloosheid in het bedrijf worden waargenomen. 5o. Het tekort aan arbeiders, in som mige groepen den laatsten tijd gecon stateerd, is dan ook niet het gevolg van den verkorten arbeidsdag. Tal van andere factoren hebben hieraan mede gewerkt, hetwelk reeds blijkt uit het feit, dat in sommige streken en tal van steden in ons land geen tekort aan arbeidskrachten bestaat, doch integen deel groote werkloosheid wordt gecon stateerd. 60. De strijd tegen den 8-urendag vloeit dan ook niet^oorf uit overwegin gen, speciaal aan liet bouwbedrijf ont leend. In menig bedrijf wordt naar ar gumenten gezocht, om van deze wette lijke maatregelen, die zijn in het belang van de arbeiders, af te komen. Zoo ook in het bouwbedrijf. Doch de pogingen van den Aannemersbond moeten wor den bezien in het licht van de algemeene agitatie, welke van werkgeverszijde te gen den 8-urendag wordt gevoerd, en waarin veelal een reactionnaire stroo ming op te merken valt. Op gronden, ontleend aan het bouw bedrijf, behoeft van de algemeene wet telijke regeling niet te worden afgewe ken. 7o. Aan den wettelijk geregelden 8- uren-dag moet een zoodanige moreele beteekenis worden toegekend, dat om een niet bewezen stelling, als in het adres van den Nederlandschen Aanne mersbond neergelegd, deze niet in ge vaar mag worden gebraaht. De Ar beidswet 1919 biedt in werkelijk nood zakelijke omstandigheden voldoende gelegenheid, om werktijdverruiming mogelijk te maken. Het congres zal worden gehouden te Utrecht. Als spreker in de morgen zitting zal optreden de heer Schaafsma, ■secretaris van den Ned. Ohr. Bouwar- beidersbond, en in de middagzitting de lieer Jensch, voorzitter van den Ned. Schildersgezellenbond. In de morgen zitting zuilen de eerste drie stellingen en in de middagzitting de laatste vier stellingen nader worden toegelicht. Over de stellingen is tusschen de zijn vriend door den zijne. Kom, Heinz, hef zal Jadwiga pleizier doen. Sta me toe, dat ik mij eerst laat afborstelen, opdat ik niet al het stof van de straat in uw salon breng. Het is wel heel mooi den lieven grond van de ge boortestreek weer te kunnen begroeten, maar de omarming had minder innig kunnen zijn. Ik zie er uit, alsof 11c besui kerd ben Dat euvel zal onmiddellijk verhol pen worden, zei Ernst schertsend, ter wijl hij een bediende een teeken gaf. Nog altijd de kranige, ijdele officier Nu ja, ik wil mij tenminste niet graag ais vogelverschrikker presentee ren. Gaat achteruit, Ernestje en Udo, de weldadige streken van dezen bor stel zouden jullie anders in grijze wol ken hullen. Ziezoo, nu zie ik er ten minste weer wat menschelijk uit. En deze oleanderknop voltooit het onberispelijke beeld, voegde Ernest er aan toe, terwijl hij den. knop in het knoopsgat van den majoor stak. Jouw neef is altijd al 'n heillooze spotter geweest, Udo, zei Tattenberg, goed geluimd en wierp even een> welge- valligen blik in den spiegel. Kom nu maar, ik brand van onge duld, om jou als hoogste troef uit te spelen. Enkele minuten later was Heinz aan de aanwezigen voorgesteld en stond nu voor de meesteres van het slot. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1922 | | pagina 1