VRIJDAG 24 FEBRUARI
VERBORGEN LEED.
@Oe
stfoocSe
snsfbode
ensfbode
'TMEISJE
OEMEENTEBESTUUR
FEUILLETON
BINNENLAND
23 Februari 1922.
de graanmarkt was he-
13.75 a 14.25 per loo
lere artikelen was gee»
d geen noteering opge-
.05 per 5 ons.
f 10.50 per 100 stuks.
KOERSEN.
eden, 23 Februari, des
niet officieel)
ie-koersen.
;n verkoopen.
)»/2—f2.60>4 Londen
Berlijn fl.20'/2—
22.67'/2—f22.75 Parijs
Weenen f 0.05'/2—
kpapier.
f 2.61Ponden f 11.46—-
.20f 1.24 Belgische
22.75 Fransche Francs'
Kronen (afgest.) f0.ft
E R I C H T.
erstand 769.8 te Tou-
LMstana 730.7 te Vest-
den avond van 24 Fe-
kracbtige Zuidelijke tot
ind. Aleest zwaar be-
Nog regenbuien. Zelfde
te vl1ssingen.
Nto* 4^
1922
n.m.
12.49
12.49
•Al 1.20
v.m.
12.44
1.09
1.41
DIEF*.
in 6acten. Een
Wilson-Roman
Febr. t/m D011-
1R. In dubbele
rika's beroemd-
tfEPICKFORD.
buitengewone
buitengewoon
logelijk waar te
ibele rol speelt
en de Voet-
CKFORD heeft
haaft die repu-
werkhuis is
zien, want ook
ook met MARY
dsn waarin
[wij thans leven,
-AKGES zijn
voordeelen geven.
je met 5% korting.
anbiedingen
staaswracien,
fstandig kunnende
FirmaT.MANSE-
dein gezin. Adres
44 (boven).
in hoog loo.r
Bankert 52.
beneden de!4jaar.
au Vliss. Courant"
m
5öe!bBrg-RaHisrïtarp
gelegen plaatsen
AS PAS3A8IERS,
ÏEH EK YEE.
bruar!
5liJ.
r.B. Ui
T ge?.
r.S
8
igen morgens
ekomen
n N.V. Transp. er,
v.h. Erven G. VOS,
8te Middelhuis
- JF3; *e
':de. korpsen
Dordrew,< uCJl-
Tel. 101.
VLISSINGSCHE COURANT
advertentieprijs.
Van 1—4 regels 1.10 voor iedere
reeel meer 26 centbij abonnement sper
ciale prijzen. Reclames 52 cent per regel
Dienstaanbiedingen en dienstaanvragen
van i_5 regels 65 centiedere regel meer
13 cent, bij contante betaling.
Familieberichten van 1—6 regels 1.70,
iedere regel meer 26 cent.
abonnements prijs
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal
keren f 2.20 per drie maanden. Franco
door het geheele rijk: ƒ2.50. Week-abon-
nementen 17 cent, alles bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers 5 cent.
Met deze kennisgeving vervalt de kennis-
oeving d.d. 6 Februari 1922.
HINDERWET.
Kennisgeving.
Burg. en Weth. van Vlissingen, gezien
de artikelen 6 en 7 der Hinderwet, geven
bij dezen kennis, dat bij hen is ingekomen
een verzoek van de stoombierbrouwerij en
mouterij „De Meiboom" alhier, om vergun
ning tot uitbreiding van hare inrichting
(bouwen van een brouwhuis) waarin zul
len worden geplaatst 3 electro-motoren
van 11 P.K., 1 van 7% P.K-. 1 van 5 P.K.,
2 van 3 P.K., 1 van 11 P K., 1 van 5'/2
PK 2 van 5.44 P.K. en 1 van 1.63 P.K. in
het perceel kadastraal bekend gemeente
Vlissingen, sectie D nos. 1056 en 1057 aan
de Hendrikstraat en het bijplaatsen van 1
electro-motor van 50 P.K., 1 van 60 P.K.,
1 van 20 P.K., 1 van 5 P.K., 4 van 3 P.K.
en 1 van V2 P K., '111 de bestaande brouwe
rij sectie D" no. 1793 en no. 200
dat dit verzoek met de bijlagen, te be
ginnen met Maandag den 27en Februari
1922 op de Gemeente-Secretarie, 3e af-
deeling, ter visie zal gelegd worden en dat
den veertienden dag na dien, zijnde den
13en Alaart 1922 ten raadhuize, des na
middags ten 3 ure, gelegenheid zal gege
ven worden om bezwaren tegen het uit
breiden dier inrichting in te brengen, zul
lende zij die niet overeenkomstig art. 7 der
Hinderwet voor het gemeentebestuur of een
of meer zijner leden zijn verschenen, ten
einde hunne bezwaren mondeling toe te
lichten, niet tot beroep gerechtigd zijn, ter
wijl gedurende drie dagen voor dat tijd
stip, ter Gemeente-Secretarie, 3e afdeeling,
van de ter zake ingekomen schrifturen
kennis kan genomen worden.
Vlissingen, den 20 Februari 1922.
Burg. en -Weth. voornoemd,
VAN WOELDEREN.
De Secretaris,
ft BISSCHOP
KAMEROVERZICHT.
Tweede Kamer.
Vergadering van Donderdag.
Interpellatie spoorwegpersoneel.
Minister Könfg heeft in tiwintig minu
ten tijds de interpellatie, die en een half
duurde, beantwoord. Hij kon heel kort
zijn, omdat hij aanving met de verkla
ring, dat hij dé voorstellen van de di
rectie der spoorwegen in zake de dienst
en rusttijden, niet heeft goedgekeurd.
De toestand is dus, dat van verande
ring verslechtering nog geen
sprake is. De minister heeft tal van
veranderingen in de voorstellen in over
weging gegeven, die alle den tendenz
hebben, om de voorwaarden te verbete
ren. De diensttijden op Zondag zullen
niet op 16 uur worden gesteld de rust
tussdien 2 dagen zal van 10 op 12 uur
worden gebracht en slechts 2 maal per
veertien dagen 10 uur mogen bedragen.
De maximum-arbeidstijd voor het lo
comotief-personeel zal niet 14 maar 12
uur zijn en slechts vier maal in de 14
dagen 14 uur, maar dan alleen voor
maüliine-personeel dat groote afstan
den aflegt. De maximum-diensttijd
komt dan in 14 dagen op 108 dur.
Roman van B. CORONY.
2)
Wat zal Hans oogen opzetten, als
hij mij zoo plotseling voor zich ziet. Ik
heb hem altijd lief gehad als mijn
eigen, zoon en wilde hem morgen ver
rassen. Welnu, thans komt de verras
sing een paar uren vroeger. Maar zeg
eens, uit het tweede huwelijk van Udo
zijn er immers ook twee zoons
Zeker, Egon, de oudste is weinig
jaren geleden luitenant geworden. Hij is
een-en-twintig jaar, mag een beeld
schoon man genoemd worden en aardt
naar zijn moeder. In zijn. wezen ligt iets
vrouwelijks, iets wispelturigs en onbe
stendigs, maar daarbij is hij zoo bemin
nelijk en gezellig in den omgang, dat
z'jn ondeugden iiem haast als deugden
aangerekend worden. Ge zult er zelf
over kunnen oordeelen. Hij is voor een
kort verblijf op het kasteel gearriveerd,
hij komt heel dikwijls van B. over. Jad-
wiga verafgoodt hem natuurlijk, en is
rij' ialoersch op Wolf, die nu eenmaal
Udo's lieveling blijff. Dientengevolge
bestaat er oofc.-o'eeiw.recht innige ver-
'bvan m* haar stief"
m, k" *0v/TJ Jileine zwakheid kan
W r'itu rc cn goeder vergeven. Op
wolfgang en Egon mogen ouders en
eqverwanten tf°tsch zijn. Maar latei
Voor het overige personeel blijft de
toestand vrijwel gelijk die is.
Ten aanzien van liet hooren der or
ganisaties heeft de minister zich steeds
op het standpunt gesteld, dat alle af
zonderlijk worden gehoord, schriftelijk
en mondeling. Er zijn vele vereenigin-
igen, groote en zeer kleine. Het gaat niet
aan alle kleintjes op den zelfden voet
te behandelen als de groote. Het pruts-
vereenigingefje, waarover de heer Wijn
koop, het had, is te klein 0111 eenige be-
teekenis te hebben.
De regeling der arbeidstijden heeft de
minister onderworpen aan het oordeel
van den minister van arbeid en die heeft
zijn goedkeuring er aan gehecht. Zij zal
dus wel niet in strijd met den geest van
de Arbeidswet zijn.
Van ontslag-verleeningen zal wel niet
veel sprake zijn. Er is op de 48 duizend
man twee duizend man te veel, maar dit
is het jaarlij.ksch verloop. Heel spoedig
zal dit te veel dus zijn weggesmolten en
de minister hoopt dus, dat de bezuini
ging niet tot ontslag-verleeningen zal
leiden.
Van opheffing der sfakingswetten
kan naar het oordeel der regeering geen
sprake zijn. Het groote economische be
lang, dat in de waagschaal wordt ge
steld door het stopzetten van het spoor
wegverkeer, dwingt tot liet verbod van
staking.
Inderdaad, de heer Wijnkoop was
min of meer tevreden. Hij kon natuur
lijk de mededeelingen van den minister
niet aanstonds overzien, maar het leek
hem nogaf. Verder munt sloeg hij er
niet uit. Dat deed de heer Van Braam
beek, de leider der spoorwegmannen.
Die was niet zoo tevreden met de mede
deelingen. De minister had niet vol
doende ruggegraat tegenover de direc
tie. Die ruggegraat zou de lieer Van
Braambeek wel eens geven in den vorm
van drie moties. In één daarvan wordt
uitgesproken, dat herziening van de
dienst- en rusttijden niet gewenscht is
in de tweede wordt als een oordeel ge
uit, dat deze regeling bij de wet dient
te geschieden. In de derde wilde hij uit
spreken, dat de bezuiniging niet mag
leiden tot ontslag-verieeningen, maar
dat niet-aanvullen der vacatures het
eenige middel mag zijn.
Atet de noodzakelijkheid van een
wettelijke regeling der dienst- en rust
tijden kon de heer Hermans zich niet
vereenigen, omdat de Kamer niet in
staat is deze aangelegenheid in al haar
mérites te beoordeelen. Met het betoog,
dat :het personeel niet ontslagen mag
worden, kon hij zich vereenigen. Hij had
er overigens niets tegen dat van fret
personeel in deze slechte tijden wat
meer wordt gevergd. Het tekort over
1921 op de spoorwegen geleden, wordt
op dertig millioen geschat en de be
sparing, die de directie wil bereiken met
de gewijzigde regeling, bedraagt onge
veer vijf millioen gulden, een niet bij
zonder groot bedrag.
Enkele leden lieten hun licht nog
schijnen, ten einde te verklaren hoe zij
over de moties dachten. Het leek wel
dat de derde liet haalt, maar de beide
andere niet.
Eigenaardig was wel, dat de heer
Schaper de partijgenoot van den heer
Van Braambeek, adviseerde de motie in
zake een wettelijke regeling in te trek
ken, omdat de eventueele verwerping
daarvan een verkeerd effect op de wij
ziging der Arbeidswet zou kunnen heb
ben. De heer Lely en de minister ont
rieden de moties als niet verstandig en
niet in het belang der zaak, ook van bet
personeel. Natuurlijk trok de heer Van
we nu eens over uw familie spreken.
Daarover valt niet veel te vertel
len. Mijne dochter leeft in de aange
naamste omstandigheden en ik ben een
verwende grootpapa. De jongens groei
en voortreffelijk en de meisjes zijn lie
ve, snoezige schepseltjes met haar als
vlas en oogen als korenbloemen. Als ze
om mij rondspringen, word ik zelf weer
jong, lever een veldslag met looden
soldaatjes, tuig het volgende oogenblik
het hobbelpaard op of speel zelfs voor
kindermeid als ik de wieg zachtjes met
den voet in, beweging breng. Dan komt
er geen einde aan het lachen en jubelen.
Hoe lang zal het duren, dan zijn de
meisjes jonge dames. De oudste viert
eerstdaags reeds haar twaalfden ver
jaardag. Maar daar schiet me te binnen,
dat ge met uw verhaal nog niet aan het
einde waart. Il< heb nog niets van Udo's
jongsten zoon gehoord
Het vriendelijke gelaat van Ernst von
Fillgngen werd betrokken, toen hij aar
zelend antwoordde
Ja, beste majoor, dat is een on
aangenaam onderwerp, daar spreek ik
niet graag over.
Hoe komt dat
Och, Kasimir, zoo genoemd naar
zijn grootvader van moederszijde,
vormt het eenige donkere punt in het
familieleven van mijni neef.
Hij is naar lichaam en geest achter
lijk gebleven en de eerste Fillunger die
een zielsdefect mee ter wereld bracht
Beschouwt men de krachtige gestalten
Braambeek zijn motie voor de wettelij
ke regeling in.
Morgen stemming.
Verscherpt toezicht op de
Staatsuitgaven.
In de toelichting op het voorstel dooi
de heeren De Kan,ter, Nolens, De Monté
verLoren, J. ter Laan en Oud bij de
Tweede Kamer ingediend tot aanvul
ling van het Reglement van. Orde der
Kamer, wordt herinnerd aan hetgeen
in de Memorie van Toelichting tot het
sedert tot wet verheven wetsont
werp betreffende de instelling van een
bezuinigingsinspectie door den minister
van financiën is medegedeeld. In ver
band hiermede betoogde de heer De
Kanter bij de mondelinge behandeling
van het wetsontwerp in de vergadering
van 28 April van het vorige jaar de
wenschelijkheid om een afzonderlijke
vaste commissie uit de Kamer te benoe-
men^ welke geregeld de door de regee
ring ter kennis der Kamer gebrachte
feiten zou hebben te onderzoeken. Het
ingediende voorste! strekt om aan dit
denkbeeld uitvoering ,te geven, echter
op ruimer schaal dan, in genoemde ver
gadering werd aangegeven.
De voorstellers zouden de commissie,
behalve met het onderzoek van de af
zonderlijke verslagen der Rekenkamer,
ook willen belasten met het onderzoek
van alle jaarlijks bij de Kamer inko
mende regeeringsbescheiden op comp
tabel gebied, met name de jaarversla
gen der Rekenkamer, zoowel wat Ne
derland als wat de, koloniën betreft, de
Staatsrekening en alle andere rekenin
gen, zooais die betreffende staatsbedrij
ven en fondsen. Daarenboven wenschen
zij de werkzaamheid der commissie
verder uit te strekken dan tot het on
derzoek van, deze, tot een a f g e 1 u o-
p e n djenstjaar behoorende beschei
den, en wel tot de controle over de uit
gaven van het loopende dienstjaar. Be
scheiden, die deze controle mogelijk
maken,, worden tof nu toe niet aan de
Kamer overgelegd. Voortaan zullen
echter de in te zenden afzonderlijke
verslagen der Rekenkamer en waar
schijnlijk ook de uit te geven „Statistiek
van de Staatsuitgaven" het loopende
dienstjaar betreffen. Mei het onderzoek
van deze bescheiden za] de commissie
hare iaak, voor zooveel'- du dienstjaar
betreft, kunnen aanvangen. Maar wit
dit gedeelte van hare taak van beteeke-
nis worden, dan zullen der commissie
meerdere gegevens ten dienste moeten
staan. Den aard dezer gegevens en de
wijze, waarop zij de beschikking daar
over zal erlangen, zal de commissie
hebben te overwegen. Voorschriften
hieromtrent te geven, achten de voor
stellers niet mogelijk. Het werkplan der
commissie zal zich geleidelijk moeten
ontwikkelen, en het staat aan de com
missie den weg te kiezen, dien zij zal
volgen, ook om het noodige contact
met de regeering të zoeken en te vesti
gen. Alleen wenschen de voorstellers de
aandacht te vestigen op het groote nut
dat h. i. zou kunnen worden getrokken
van een maandelijksche, twee- of drie-
maandelijksche gedetailleerde opgave
van de op verschillende onderdeden
der begrootingen gedane uitgaven, voor
zoover deze opgave zonder overwe
gend bezwaar kan worden, verstrekt.
Indien de commissie, door overleg met
de regeering, het daarheen zou kunnen
leiden dat op bepaalde tijden een op
gave ter kennis der commissie wordt
gebracht van alle betalingen, betaal
baarstellingen en van de overige finan-
cieele verplichtingen ten laste komende
met den heerschersblik, welke, door
meesterhand geschilderd, de wanden
van de ridderzaal versieren, zoo voelt
men zich onwillekeurig geneigd om aan
de oude sage van hei leelijke monster,
dat in een gouden wieg werd gelegd,
te gaan, gelooven. Kasimir is niet alleen
een leelijke knaap hij heeft ook een
ieelijk karakter. Hij is boosaardig, wan
trouwend en wraakzuchtig, omdat hij
meent, dat men hem voortdurend ach-
teruitzet.
Misschien geeft men hem aaleiding
om dat te denken?
Och, beste majoor, werkelijk niet.
Hij krijgt de beste leermeesters, maar
allen verliezen spoedig het geduld. Zijn
vader had hem voor den geestelijken
stand bestemd, doch hij gevoelt daar
voor evenmin lust als voor een andere
ernstige studie. Elk familiefeest woont
hij bij, maar hij verstoort steeds de
vroolijkheid der kinderen door een of
andere boosaardigheid. De dienstboden
zijn letterlijk bang voor hem, want hij
pijnigt ieder, die in zijn nabijheid komt;
hij trotseert zijn vader en geeft zijn
moeder geen bewijzen van liefde. De
eenige, die nog macht over hem heeft,
is Wolf. Maar zie, we zijn gekomen,
waar we moeten zijn.
Stralend van licht lag het machtige
gebouw voor hen. Arm in arm stapten
de twee heeren de trap van het bordes
op, nadat Ernst von Fillungen een der
bedienden iets in 't-oor had gefluisterd.
Op de bovenste treden trad de majo-
van de verschillende begrotingsartike
len. zullen overschrijvingen van, be-
grootingsposten misschien in vele ge
vallen kunnen worden voorkomen, in
allen gevalle kunnen worden geconsta
teerd zeer spoedig nadat zij hebben
plaats gevonden.
Wat de wijze van werken der com
missie betreft, meenen de voorstellers,
dat volstaan kan worden met een en
kele verplichting en bevoegdheid in het
reglement vast te leggen, in de, eerste
plaats de verplichting der commissie
om omtrent de in hare handen«gestelde
bescheiden binnen een bepaalden ter
mijn en omtrent hare werkzaamheid in
het algemeen op bepaalde tijden aan de
Kanier verslag uit te brengen en in de
tweede plaats de bevoegdheid om met
de regeering in mondeling en schrifte
lijk overleg te treden omtrent hetgeen
haar, zoowel op grond van de aan haar
overgelegde bescheiden als uit anderen
hoofde op 's rijks uitgaven en de juiste
besteding daarvan en voorts omtrent de
bescheiden, die voor de vervulling harer
taak te harer beschikking zullen zijn te
stellen.
Ter bereiking van het beoogde doel
wordt voorgesteld een nieuw artikel in
het reglement van orde in te voegen.
Volgens dit artikel zal de commissie
den naam dragen van vaste commissie
voor de Staatsuitgaven, en uit zeven
leden bestaan, die bij den, aanvang van
elkb zitting door den voorzitter worden
gekozen, tenzij de Kamer anders be
sluite.
De katholieke vrouw in het parlement.
In verband met de elkaar tegenspre
kende berichten heeft de „Maasbode"
ter bevoegde plaatse geïnformeerd. Zij
kan thans mededeelen, dat beslist mag
worden verwacht, dat nir. P. Reijmer,
nieuwbenoemd burgemeester van Hil
versum, voor de nieuwe parlementaire
periode geen mandaat als Kamerlid
meer zal aanvaarden, zoodat de verko-
zenverklaring van mevr. Bronsveld
Vitringa op de Noord-Hollandsche lijst
verzekerd is.
Tegen de Dienstplichtwet.
Onderstaande motie is aangenomen
door de volgende vereenigingen Ne-
derlandsche Vereeniging van Vrouwen
voor Dnurzamen Vrede. Vereeniging
van Staatsburgeressen, Vrijzinnig-De
mocratische Vrouwenclubs, A. N. V. O.,
Vredeskring Rotterdam, Vrouwen Vre
debond
„De Vereenigingen enz.,
ten krachtigste protesteerend tegen
de aanneming in het parlement van de
gewijzigde Dienstplichtwet, die zoo
sterk indruischt tegen het verlangen
van alle volkeren naar vermindering
van oorlogstoerustingen met als eind
doel „algemeene ontwapening"
van oordeel dat de wijze waarop de
ze wet in de Tweede Kamer is aange
nomen, de Regeering moet hebben
overtuigd, dat de wet niet in overeen
stemming is met den wil van de meer
derheid van het Nederlandsche volk
hopen en. vertrouwen dat alsnog de
Tweede Kamer aanleiding moge vinden
tot het weigeren'van de voor de uitvoe
ring der wet benootfigde gelden".
Uit het bouwbedrijf.
De hoofdbesturen der samenwerken
de organisaties van bouwvakarbeiders
hebben besloten, den 4en Alaart een
openbaar congres te houden in verband
met de pogingen, om gedurende de
zomermaanden den 8-urigen werkdag
in het bouwbedrijf uit te schakelen. De
organisaties zijn van meening, dat de
10-urige werkdag als regel voor het
raatsheer hen tegemoet, 't Was een man
van imposante gestalte met grijzend
haar cn dichte, pikzwarte wenkbrau
wen. die eikaar boven den neus raak
ten en aan zijn klassiek gevormde trek
ken iets sombers gaven. Daarmee was
de vriendelijk glimlachende mond trou
wens in tegenspraak.
Je wenschte me een van je vrien
den voor te stellen, Ernst, begon Udo.
Ik had moeten zeggen een van
„onze" vrienden. Jouw geheugen toont
zich dus even trouweloos als het mijne.
Je herkent dus dezen lieven gast niet,
dien ik bij je breng
I— Neen en, toch wacht een
oogenblik is het dan werkelijk
waar Heinz, mijn beste, oude kame
raad, ben je het werkelijk
Zeker, Udo. De oude das is weer
eens uit zijn hol gekropen.
Wees me duizendmaal welkom.
Mijn geheele gelukkige jeugd staat mij
weer voor oogen, nu ik jou zie. Jij, de
tien- jaar oudere, trad altijd op als mijn
mentor maar op zoo kostelijke, met
onweerstaanbaren humor gekruide ma
nier. Dat heb ik nooit vergeten. Het
was steeds een van mijn liefste herin
neringen1.
Had ik geen gelijk, toen ik je liet
zeggen, dat je een groote verrassing
wachtte vroeg Ernst lachend.
Werkelijk Een grooter genoegen
had niemand mij op den feestdag kun
nen bereiden.
De majoraatsheer trok den arm van
bouwbedrijf geen vereischte is en
slechts schadelijk en storend zou wer
ken voor den, woningbouw.
Besloten is, 'de volgende stellingen
te doen behandelen
lo. Uit den chaos ten cuzichte van
de arbeidsvoorwaarden in imt bouwbe
drijf zijn, langzamerhand, in overleg
tusschen patroons- en werklieden-or
ganisaties, regelingen ontstaan, welke
zeer gunstig voor het bedrijf en het
bedrijfsleven bebben gewerkt.
2o. Bij pogingen, om regelend op te
treden, in het bijzonder ten opzichte
van den arbeidsduur, werd zeer dik
wijls steun ondervonden van overheids
lichamen, door het opnemen, van be
steksbepalingen, die deze voorwaarden
voor werken, door deze lichamen aan
besteed, verplicht voorschreven.
3o. Uit plaatselijke regelingen zijn
tenslotte, door meerdere centralisatie
zoowel van werkgevers- en werkne
mers-organisaties, regelingen voortge
komen, welke voor het geheele land
geldend waren.
Het culminatiepunt in deze is wel
geweest de reveling van de arbeids
voorwaarden in 1920, waarbij voor het
geheele land de 8-urige werkdag voor
het bedrijf werd ingevoerd.
4o. De 'werktijdverkorting heeft in
het algemeen nooit tot beperking van
de productie geleid, in geen geval zoo
danig. dat een tekort aan bouwvake
arbeiders moest worden geconstateerd.
Na verkorting van den.'werktijd kon,
dikwijls nog een betrekkelijk groote
werkeloosheid in het bedrijf worden
waargenomen.
5o. Het tekort aan arbeiders, in som
mige groepen den laatsten tijd gecon
stateerd, is dan ook niet het gevolg
van den verkorten arbeidsdag. Tal van
andere factoren hebben hieraan mede
gewerkt, hetwelk reeds blijkt uit het
feit, dat in sommige streken en tal van
steden in ons land geen tekort aan
arbeidskrachten bestaat, doch integen
deel groote werkloosheid wordt gecon
stateerd.
60. De strijd tegen den 8-urendag
vloeit dan ook niet^oorf uit overwegin
gen, speciaal aan liet bouwbedrijf ont
leend. In menig bedrijf wordt naar ar
gumenten gezocht, om van deze wette
lijke maatregelen, die zijn in het belang
van de arbeiders, af te komen. Zoo ook
in het bouwbedrijf. Doch de pogingen
van den Aannemersbond moeten wor
den bezien in het licht van de algemeene
agitatie, welke van werkgeverszijde te
gen den 8-urendag wordt gevoerd, en
waarin veelal een reactionnaire stroo
ming op te merken valt.
Op gronden, ontleend aan het bouw
bedrijf, behoeft van de algemeene wet
telijke regeling niet te worden afgewe
ken.
7o. Aan den wettelijk geregelden 8-
uren-dag moet een zoodanige moreele
beteekenis worden toegekend, dat om
een niet bewezen stelling, als in het
adres van den Nederlandschen Aanne
mersbond neergelegd, deze niet in ge
vaar mag worden gebraaht. De Ar
beidswet 1919 biedt in werkelijk nood
zakelijke omstandigheden voldoende
gelegenheid, om werktijdverruiming
mogelijk te maken.
Het congres zal worden gehouden
te Utrecht. Als spreker in de morgen
zitting zal optreden de heer Schaafsma,
■secretaris van den Ned. Ohr. Bouwar-
beidersbond, en in de middagzitting de
lieer Jensch, voorzitter van den Ned.
Schildersgezellenbond. In de morgen
zitting zuilen de eerste drie stellingen
en in de middagzitting de laatste vier
stellingen nader worden toegelicht.
Over de stellingen is tusschen de
zijn vriend door den zijne. Kom, Heinz,
hef zal Jadwiga pleizier doen.
Sta me toe, dat ik mij eerst laat
afborstelen, opdat ik niet al het stof van
de straat in uw salon breng. Het is wel
heel mooi den lieven grond van de ge
boortestreek weer te kunnen begroeten,
maar de omarming had minder innig
kunnen zijn. Ik zie er uit, alsof 11c besui
kerd ben
Dat euvel zal onmiddellijk verhol
pen worden, zei Ernst schertsend, ter
wijl hij een bediende een teeken gaf.
Nog altijd de kranige, ijdele officier
Nu ja, ik wil mij tenminste niet
graag ais vogelverschrikker presentee
ren. Gaat achteruit, Ernestje en Udo,
de weldadige streken van dezen bor
stel zouden jullie anders in grijze wol
ken hullen. Ziezoo, nu zie ik er ten
minste weer wat menschelijk uit.
En deze oleanderknop voltooit het
onberispelijke beeld, voegde Ernest er
aan toe, terwijl hij den. knop in het
knoopsgat van den majoor stak.
Jouw neef is altijd al 'n heillooze
spotter geweest, Udo, zei Tattenberg,
goed geluimd en wierp even een> welge-
valligen blik in den spiegel.
Kom nu maar, ik brand van onge
duld, om jou als hoogste troef uit te
spelen.
Enkele minuten later was Heinz aan
de aanwezigen voorgesteld en stond nu
voor de meesteres van het slot.
(Wordt vervolgd.)