150 100 25 DINSDAG 14 FEBRUARI Vreemd van de wereld 60e Jaargang! lllgns: lm f. UI 8i VELBI ir lieiss M\ 58, ïlissinpa. leietoon Into. Mijnt dagelijks, oitfiBzonderd op Zondag so aigemseti erknds Cbristsüjks Feestdap cnn^'^nn GEMEENTEBESTUUR BINNENLAND FEUILLETON 3® VLISSINGSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Watchef en 12.20 per drie maanden. Franco door het geheele rijk f2.50 Voor België f4.15. Voor overige landen der Post-Unie f 4.70. Afzonderlijke nummers 5 cent. ADVERTENTIEPRIJS: Van 1—4 regels f!.19; voor iedere regel meer 28 ct. Familieberichten van 1—6 regels f 1.70. Bij abonnement speciale prijs. Reclames 52 ct. per regel. Dienstaanbiedingen en -aanvragen 13 ct. per regel. 'jt abonné's, in 't bezit eenetgt f» f| Polis, zijn GRATIS verze-S1111 fcerd tegen ongelukken voor - S %Jf gulden bij levens- iasge ongeschikt heid tot werken. wLIU» een ongeluk. gulden bij verlies van een hand, voet of oog. gulden bij verlies van een duim. gulden bij verlies van een wijsvinger. gulden bij verlies van eiken anderen vinger. GRONDBELASTING. Afkondiging van het kohier der Grond belasting, dienst 1922. De Burgemeester van Vlissingen maakt bekend, dat het op heden bij hem ontvan gen kohier der grondbelasting, dienst 1922 ter invordering aan den Rijksontvanger is verzonden en noodigt mitsdien de daarop voorko mende belastingschuldigen uit, om hunne aanslagen op de bepaalde termijnen aan te zuiveren. En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort, den 13 Februari 1922.* De Burgemeester voornoemd, VAN WOELDEREN. DRANKWET. Burg. en Weth. van Vlissingen, gelet op art. 37 der Drankwet, doen te weten, dat bij hen is ingekomen een verzoek van de Christelijke Vereeniging voor Jonge Man nen alhier, om verlof tot den verkoop van uitsluitend alcoholvrijen drank voor perceel Noordstraat 34 dat vanaf heden gedurende veertien da gen tegen het verleenen van het gevraag de verlof schriftelijke bezwaren kunnen worden ingebracht bij Burg. en Weth. voornoemd. Vlissingen, 13 Februari 1922. Burg. en Weth. voornoemd, VAN WOELDEREN. De Secretaris, F. BISSCHOP. ONVEILIGHEID VAARWATER. Schietoefeningen. De Burgemeester van Vlissingen maakt aan zeevarenden bekend, dat op 15 zoo- noodig op 16 en 19 Februari a.s. van het fort Harsens (Marsdiep) op 15 zoonoodig op 16 en 22 Februari a.s. van het fort IJmuiden en op 15 zoonoodig op 16 en 22 Februari a.s. van het fort Hoek van Hol land schietoefeningen zullen worden ge houden. De voor de veiligheid te nemen voor zorgsmaatregelen liggen voor belangheb benden ter Secretarie dezer gemeente ter inzage. Vlissingen, 14 Februari 1922. De Burgemeester voornoemd, VAN WOELDEREN. Heeft Poincaré ons in 1914 gewaarschuwd dat de oorlog op komst was In- een Parijsche correspondentie in de „Ned."- wordt gezegd, dat wij Ne derlanders Poincaré misschien meer dank zijn verschuldigd, dan wij wanen. Want zijn we al totaal vergeten, hoe h ij het was, die, door zijn vonk- telegram uit zee aan Hare Majesteit op Het Loo verzonden, ons in staat stelde vóór alle andere neutralen te mobiii- seeren: 't Heeft maar weinig uren gescheeld, of de Duitsehe legers hadden onze grens onverhinderd kunnen overschrij den. Zoo dit ons bespaard bleef, mag ze ker, naast onze hooge en boven allen 55) Voor 'Leontine had het verblijf in de residentie veel nieuws en bekoorlijks. Zij moest, zooals de arts gezegd had, dien zij consulteerde, veel afleiding zoeken. Hare zenuwen waren door de vele aandoeningen van de laatste tijden aangegrepen, en hij verlangde, dat zij prettige indrukken in zich zou opnemen. Dat luitenant von Wilken veel met Irene samenkwam, beviel Leontine best. Zij hoopte, dat de beminnelijke jonge man toch nog Irene's liefde zou winnen. Dat de jonge man zich tamelijk ver ran Falkenau hield en ook deze geen sympathie voor Wilken koesterde, was de barones reeds lang opgevallen, maar dat hinderde niet, daar hij, zooals gra vin Wulfner vertelde, van zijn oom een mooi landgoed geërfd had, waarheen hij zijn vrouw wijde brengen, zoodra hij er een gevonden had. Om grondbezitter te worden, wilde hij er dan den dienst aan geven. Falkenau had tot heden nog geen onaangename ontmoetingen gehad. Het geluk liep hem beslist mee. Hij had zich trouwens, zeer verstan dig, sterk op den achtergrond gehou den hoe brandend ook soms de wensch m hem opkwam, toch eens eenmaal ™eer zich zelf te kunnen wezen en zijn vi renden te kunnen toeroepen Ziet, lof verheven leiding, ook Poincaré een plaats in onze erkentelijkheid gegund worden. Ongevallenwet 1921. Volgens de bepalingen der Ongeval lenwet 1921 zijn alle bedrijven verze- keringsplichtig, uitgezonderd enkele met name genoemd. Ten aanzien van werkzaamheden, in dienst van een gemeente of ander pu bliekrechtelijk lichaam bestaat veelal de meening, dat nu alle bedrijven verzekeringsplichtig zijn ook alle werkzaamheden, verricht in dienst van een publiekrechtelijk lichaam, onder de Ongevallenwet vallen. Dit is echter geenszins het geval. Evenals bij de wet 1901 zijn niet- verzekeringsplichtig de werkzaamhe den, die niet vatbaar zijn om in dienst van een privaat persoon als bedrijf te worden uitgeoefend. Niet verzekerd blijven de leden van het gemeentebe stuur, de ambtenaren van den burger lijken stand, de gemeente-secretaris, de gemeente-ontvanger, ambtenaren en beambten ter secretarie, belastingamb tenaren, ambtenaren, verbonden aan het bouw- en woningtoezicht, den keurings dienst (behalve laboratoriumwerk zaamheden) de politie, de huurcominis- sie enz. enz. Alleen de personen, die in dienst van een publiekrechtelijk lichaam werkzaamheden verrichten, welke vroe ger niet verzekeringsplichtig waren, omdat zij niet vielen onder de in art. 10 der Ongevallenwet 1901 genoemde verzekeringsplichtige bedrijven, welke ook door particuliere werkgevers als „bedrijf" in een onderneming kunnen worden verricht, zullen door de uit breiding van den verzekeringsplicht tot alle bedrijven van 1 April 1922 af even eens verzekerd zijn. Dit is bijv. het ge val ten aanzien van personen, verbon den aan rijks- en gemeenteinrichtingen van onderwijs, gemeentelijke arbeids beurzen, badinrichtingen en voor deze bedrijven zal derhalve een aangiftefor mulier moeten worden ingezonden. Waar de Ongevallenwet 1921 spreekt van verzekeringsplichtige bedrijven, zullen personen, welke geen bedrijf uit oefenen, doch een beroep bekleeden, zooals b.v. doktoren (tenzij deze dokto ren personeel in dienst hebben voor werkzaamheden in hunne apotheek), advocaten en notarissen hun personeel niet tegen ongevallen bij de Rijksverze keringsbank kunnen verzekeren. Voor enkele personen, welke bepaal de werkzaamheden, opgenomen in een Kon. besluit, verrichten, als b.v. het be dienen van paard en rijtuig, automo biel, enz. bestaat een uitzondering en moet aangifte geschieden. Het ontwerp-Vlootwet. Het oordeel van kolonel Van Rossum over het ontwerp-Vlootwet, dat deze hoofdofficier in een „Gids"-artikel heeft uiteengezet, hebben wij reeds aange haald. Het „Volk" haalt dit oordeel ook aan wat van mij geworden is. Een man, die zijn fortuin heeft gemaakt. Jullie zult er ook wat van hebben. Komt, laat ons uit den schuimenden beker des levens, van het genot drinken. Laat ons genie ten, wat het opgenblik geeft, zonder aani de toekomst te denken. .Maar het gold thans zich te bedwin gen ook tegenover Irene, die hem nu nog duizendmaal begeerenswaardiger scheen dan vroeger thans, waar hij haar naar het scheen voorgoed verloren had. Tot nu toe had de geschokte gezond heid van Leontine niet veroorloofd haar vrienden bij zich te ontvangen. Op haar huwelijksdag echter wilde zij hen een feest geven en trof opgewekf'daarvoor alle voorbereidingen. Grönnings, Wulfners, Wilken en een paar intieme vrienden van de Wulfners wilde zij ontvangen. Reeds des voormiddags van den ge- wichtigen dag werden de familie en Wilken aan een dejeuner verwacht. Rijke bloemstukken kwamen reeds in alle vroegte bij het jonge echtpaar aan, dat zich heden, vooral Leontine, in bij zonder feestelijke stemming bevond. Een jaar Het iiad menige bittere, harde erva- ring gebracht, maar alles was thans goed en mooi. En als straks nog bij het geluk, dat zij als echtgenoote had ge vonden, zich ook nog de moederweelde kwam voegen, dan zou zij den dag ze genen, waarop zij zich aan hem had verbonden, en eveneens dat van de Engelsche des kundigen over de duikbooten en zegt dan Dit is over de duikbooten een ver nietigend oordeel, niet alleen uit ethisch oogpunt, dat toch, naar men zou den ken bij een „christelijke" regeering wel in de eerste plaats zou geiden, maar tevens ook van zuiver practisch-milltair gezichtspunt. Het is ondenkbaar, dat waar de vertegenwoordigers van de eerste zeemacht ter wereld over de duikboot zoo denken, aan dit wapen nog eenigszins langer leven beschoren zou zijn, nu eenmaal de samenstelling der zeemachten tot een onderwerp van internationale onderhandeling gewor den is. Men bedenke, dat te Washing ton van Amerikaansche zijde vrijwel met dit Engelsche oordeel werd ingestemd. En op ditzelfde oogenblik stelt de Nederlandsche regeering voor, defini tief naar het duikboot-standpunt over te gaan en de Indische zeemacht hoofd zakelijk uit onderzeeërs samen te stel len. Iemand die buiten alle politiek stond, zou zeggen dat voorstel is nu onmogelijk meer te handhaven dat wetsontwerp, op dezen grondslag be rustende, moet aanstonds ingetrokken worden 't is nu louter geldwegsmijte- rij geworden, twee honderd millioen voor een vloot, die op een internationaal veroordeeld wapen berust. Maar de door-en-door verpolitiekte en vermilitariseerde coalitie-regeerders en coalitie-parlementariërs zulten voor zulke overwegingen geen oor hebben, daar kan men van op aan. Zij zullen ook dit ontwerp trots alles er door zien te jagen. Maar het volk zal oordeelen. De geschillen in den vrijz. dem. bond. Aan den beschrijvingsbrief voor de buitengewone algeméene vergadering van den vrijz. dem. bond, 18 en 19 dezer te Amsterdam te houden, is het volgen de ontleend Na de bespreking van de jongste partijgebeurtenissen komt een voorstel van het hoofdbestuur aan de orde om de vijfde en zesde plaatsen der candidatenlijst niet aan te vullen door opschuiving der lager geplaatste candidaten, doch voor de vijfde plaats een referendum uit te schrijven onder alle leden der partij, en de zesde plaats toe te voegen aan de plaatsen, waar omtrent in de verschillende groepen van kieskringen door groepsreferendum zal worden beslist. Het hoofdbestuur zal daarbij aan de algemeens vergadering voorstellen de leden te adviseeren voor de vijfde plaats een deskundige uit Iandbouw- kringen aan te wijzen. Wat de zesde plaats betreft merkt het hoofdbestuur op, dat een goede be zetting der plaatsen 710 van de lijst in sommige groepen moeilijkheden op levert, omdat een aantal van vier plaat sen te gering is. In het bijzonder ont breekt daardoor de zoo. gewenschte gelegenheid om een van deze plaatsen te doen innemen door een vertegen woordiger uit de vakbeweging, alsme de door een vrouwelijke candidaat. Hij was haar den laatsten tijd zoo veel nader gekomen hij omgaf haar met roerende teederheid heelemaal liefde, heelemaal dankbaarheid, trachtte hij haar te doen vergeten, dat zij recht had, boos op hem te zijn, aan hem te twijfelen. O, als het zoo bleef, als het thans was I Als zij hem, zooais zij hem opnieuw had leeren liefhebben, ook zonder eeni- ge beperking kon achten, dan was haar leven gelukkig, de aarde haar een para dijs, want ook Irene scheen geheel her steld te zijn en vreugde te vinden tn het leven. De mooie kamers, die Falkenau in de Behrenstrasse, dicht bij de familie, die in de~Wilhelmstrasse woonde, gehuurd had, waren met bloemen en guir landes versierd, toen Leontine gearmd met haar echtgenoot de ontbijtkamer betrad. Irene had sierlijke handwerkjes en het haar noodlottig geworden portret gegeven, dat thans afgewerkt in gouden lijst pronkte. Zij zelve wilde eerst met de anderen komen^ daar zij vreesde voor zichzelve, ais zij getuige van het stille geluk van het paar zou moeten zijn. De zachte aandoening, die uit de trekken sprak, de vochtige glans der oogen, die vol teederheid op Falkenau's gelaat rustten, bewezen, dat de dag van heden haar gelukkig maakte en dat de toekomst haar tegenlachte vol innige liefde sloot zij de zuster in haar Teneinde aan deze bezwaren tegemoet te komen, stelt het hoofdbestuur daar om voor, den zgir. kop in te krimpen tot 5 personen en de bezetting der zesde plaats aan het groepsreferendum over te laten, maar daarbij de algemecne vergadering te doen adviseeren, dat voor de zesde plaats in alle groepen wordt aangewezen een zelfde persoon uit de vakbeweging, die door de groepscommissie in onderling overleg als zoodanig wordt aanbevolen. De anti-rev, partij. De voorzitter van het Centraal Comi té meende onlangs op ernstige ziekte verschijnselen in de anti-rev. partij te moeten wijzen. Er is weifeling, waar eertijds zekerheid was en neiging tot toegeven aan tegenstanders, met veria ten van den vasten grondslag. Voor een staatkundige partij is zoo danige toestand een groot gevaar, en wel dat van ontbinding. Ook ontstaat dergelijke toestand niet ploseling, maar is hij gevolg van een langer proces wijst hij op ziektekie men, die reeds geruimen tijd hunne sloopende werking hebben geoefend aanvankelijk meer verborgen allengs zich duidelijker openbarende. De heer Colijn is niet de eerste, die op dit verval de aandacht vestigt. Tot dusver echter vonden de stemmen, die denzelfden toon deden hooren, weinig weerklank. Veeleer scheen, alsof velen bang waren, dat haar geluid doordrong, en de breedere kringen zich daardoor van het gevaar bewust zouden worden alsof men niet beter kon doen dan in die kringen de hoerahstemming te on derhouden. Bij andere partijen mocht verval zich vertoonen het leven der anti-revolutionnaire partij was kern gezond hoefah 1 Zal nu de waarschuwende stem van .den voorzitter van het Centraat Comité enz. wellicht invloed hebben Nog bleek daarvan weinig, zoo schrijft mr. Fabius in zijn „Studiën en Schetsen". Hij betoogt dat het anti-revolution- naire spoor al te klaarblijkelijk verlaten werd. Men deed mee aan uitbreiding van de openbare armenzorg, aan staatspen sioen, algemeen stemrecht, mogelijk heid van vrouwenstemrecht, evenredige vertegenwoordiging, wettelijke regeling van den arbeidstijd. Niet onwaarschijnlijk is, dat het ja renlang door de schoolkwestie schier laten beheerschen van de politiek aan het gezonde leven weinig bevorderlijk is geweest. Veel kwaad heeft ook de leus van 1894 gedaan „tegen het conservatisme van alle gading" een zuiver 'radicale of socialistische leus evenals omge keerd de leus tegen het radicalisme van alle gading, een zuiver conserva tieve zoude zijn. Welhaast scheen het na 1894, met volkomen miskenning van den tijdgeest, alsof voor velen het anti-revolutionnair armen, toen deze, haar geluk wen- schend, met de vrienden binnentrad. Men stond op het punt, onder vroo- lijk gebabbel in de rijk versierde eet kamer te gaan, toen een rijtuig voor de deur stil hield. Terstond daarna meldde de bediende Signora Franchini en zoon, en nog voordat iemand verlof gegeven had om haar binnen te laten of te weigeren, schreed een slanke, diepgesluierde da me den drempel over, een in blauw fluweel gekleeden, nauwelijks driejari- gen knaap aan de hand houdend, wien zij met de woordenHier, feliciteer je lieven papa met zijn huwelijksdag, dicht bij Falkenau bracht, die, als door een bliksemstraal getroffen, onbewegelijk stond, als een steenen beeld. Het kind greep zijn hand, terwijl het als een papagaai de van buiten ge leerde woorden Ik feliciteer u, lieve papa, en vraag u mij lief te hebben, uitsprak. Niet in staat" wat te zeggen of zich te bewegen, keek de barones naar de vreemde. Het was een schoone verschij ning. Een witte, ronde vilthoed, over laden met witte en zwarte struisveeren, zat iets scheef op het hooggefrisseerde hoofd een dichte, witte kanten sluier liet de trekken van het gelaat niet dui delijk onderscheiden. Onwillekeurig waren de drie heeren, Grönning, Wulf ner en Wilken dichter bij Leontine ge komen-, die doodsbleek, de oogen wijd open, haar echtgenoot aanstaarde, die de kinderhand van zich slingerde en zijn zich schier uitsluitend kenmerkte door bestrijding van conservatisme, ter wijl deze laatste term, naar den trant van radicalen en socialisten, zoo wijd van beteekenis werd, dat straks daar onder ook een goed deel der anti-revo lutionnaire staatkunde viel. Men was tegen het conservatisme voorts belij der van het Christendom, wat wilde men meer En in vaak hartstochtelijke bestrijding van wat men conservatisme geliefde te beeten, werd men ongemerkt hoe langer hoe meer weggezogen in ra dicale en socialistische bedding. Voorts heeft tot het onhelder maken van de lijnen niet weinig bijgedragen het opsteken van de chrisfeiijk-demo- cratische banier. De groote uitbreiding van het kie zerspersoneel was verder voor de anti- rev. partij van zeer ongunstigen invloed. En ten slotte zwichtte men voor den van vrijzinnig-democratische zijde hier ingevoerden verzekeringsdwang, die velen heeft rijp gemaakt voor een mee gaan met staatspensioen. Evenzeer heeft men zich laten verlei den door de bedriegelijke leuze, die ook van vrijzinnig-dmocratische zijde af komstig was bescherming van den economisch-zwakke. Terwijl in waar heid niemand daaraan dacht. Geen koopman, die op het punt van failleeren stond, heeft ooit bijzonderen steun ge noten. Veeleer beoogde men met die leus geldelijke voordeelen aan de arbei ders, onverschillig of zij al dan niet wa ren economisch-zwak. „Het Vaderland" heeft gewezen op den kloekeren toon, dien het concept- verkiezingsprogram der anti-revolutio naire partij doet hooren, en die voor haar een beter verschiet opent, indien dan ook waarlijk aan de weinig begin selvaste houding van de laatstverloopen 20 jaar een einde komt, men breekt met een „verwaterd Calvinisme, dat libera len en sociaai-democrafen den wind uit de zeilen trachtte te vangen door te doen als zij", en hef Calvinisme weer wordt „wat Groen van Prinsterer zich daarvan gedacht heefi", enz. Inderdaad is voor de anti-revolution naire partij geen toekomst dan in de lijnen van Groen van Prinsterer. Ook hebben dit geleerd de ervaringen, ver kregen na zijnen dood. Zelfs de uitne- mendsfe talenten hebben niet kunnen verhoeden dat bij het kiezen van andere wegen, men óf vastliep in hopelooze verwarring, óf al-meer afdoolde naar vrijzinnige paden. Beslag gelegd op het Theater Carré. Naar „de Tel." verneemt is er een ernstig conflict gerezen tusschen den heer H. Koopman en de N. V. The ater Carré, met het gevolg, dat de heer G. H. Koopman Zondagavond om kwart over acht door bemiddeling van deurwaarder Schmidt beslag heeft doen leggen op de recette van Zaterdag avond, Zondagmiddag en Zondagavond terwijl Maandagochtend beslag is ge legd op het Theater Carré en verdere roerende en onroerende goederen. De beslaglegging waartoe toestem- uitriep Wat beteekent die komedie Ik ken geen Signora Franchini, noch den knaap, dus de deur uit met die twee. Een hoonend lachen, dat Leontine verschrikt deed ineenkrimpen, klonk uit den mond der vrouw, die, den sluier snel terugslaand, vlak voor den baron kwam staan. MaarLisi Frank is den baron en zeker ook wel mevrouw de barones bekend, enhahahadat de jon gen hier met den hooggeboren ex-lui- tenant baron von Falkenau nauw ver want is, ziet ieder. Ga, Guido, mijn schat, kus de dame de hand, het is een goede, barmhartige vrouw, o, zoo goe digscherp als staal klonk het lachen, dat de woorden vergezelde net als haar gemaal, jouw vader, kind Lisi Frank Een kreet, als de laatste zucht van een doodelijk getroffen ree, klonk uit Leontine's mond, terwijl zij zich haas tig losmaakte uit de armen van gravin Wulfner en met moeite opstond. Zij liegt, zij liegt, kreet zij wild-, de handen op het hart drukkend, zij liegt om zich op mij te wreken, de brandstichtster. Een kreet van schrik wrong zich uit Lisi s borst. Als een wild dier, tot den sprong gereed, stond zij met van toorn fonkelende oogen doodsbleek voor Leontine. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1922 | | pagina 1