300 '150 100 ZATERDAO 28 JANUARI herschijnt dagelijks, gitgironderd op Zondag eo slpmesn eikendt Christelijke Feestdagen. GRIEVEN. Brieven uit de Hofstad BINNEN LAND Gemeenteraad. HJo« 34 60e Jaargang; 1923 VLISS1N0SCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren f 2.20 per drie maanden. Franco door het geheele rijk f 2.50 Voor België f4.15. Voor overige landen der Post-Unie f «.70. - Afzonderlijke nummers 5 cent. ligiiifirma F. Ml 01 ÏUOF Ir, lliim Marti 58, jflissingan. Teistoon latere. 10. De abonné's, in 't bezit eener a f| fj Polis, zijn GRATIS verze-I BI IS f &erd 'egen ongelukken voor gulden bij levens lange ongeschikt heid tot werken. gulden bij dood door een ongeluk. gulden bij verlies van een hand, voet of oog ADVERTENTIEPRIJS: Van 1—4 regels f 1.10 voor iedere regel meer 26 ct. Familieberichten van 1—6 regels f 1.70. Bij abonnement speciale prijs. Reclames 52 ct. per regel. Dienstaanbiedingen en -aanvragen 13 ct. per regel. gulden bij verlies gulden bij verlies van een t van eiken wiisvinger. CsfJ anderen vinger. gulden bij verlies van een duim BIJ DEZE COURANT BEHOORT EEN BIJVOEGSEL. Er zullen zoowel in het openbaar als in het particulier leven zeker weinig zaken ons telkens zoo duidelijk komen herinneren aan onaangename en blijk baar toch onvermijdelijke toestanden, als uit het hebben van grieven aan den dag treedt. Het heeft soms den schijn als een ieder tegen een ieder de een of andere grief koestert, alsof de wereld niet denkbaar is, zonder die kleinere of grootere grieven, van lang of van kort geleden, van minderen tegen meerderen, van gelijken jegens gelijken, van bur gers onderling en van hen tegen de overheid. Ook omgekeerd. Want menig lid der vroedschap, van bestuur of van regeering koestert maar al te vaak dat grievend gevoel, hetwelk nu niet bij uit stek geschikt is, om nuchter en zakelijk tegenover, en boven de partijen te staan. Ons volk is een natie van in doorsnee vredelievende, verdraagzame en aan hun vrijheid gehechte burgers maar bij al het goeds, dat men,-niet alleen vol gens eigen ervaring, maar bovenal vol gens het oordeel van vrienden, van ons volk mag aannemen, mist het toch deze en wel haast onontbeerlijke eigenschap: het weet zich zoo moeilijk over kleinig heden heen te zetten, het blijft hangen aan nietigheden, aan niet ter zake doende bijkomstigheden, aan vermeen de grieven. Er zijn zeker niet veel vol ken, die zooveel op politiek als op godsdienstig gebied zich zoo talrijk in groepen, secten, onder-onsjes gesplitst hebben, als wij. Over de kleinste klei nigheden, die maar al te vaak de groote raken, de groote beginselen waar het om gaat, uit het oog doen verliezen of verdoezelen, wordt bij ons tot in het oneindige gedebatteerd, gefilosofeerd, beraadslaagd en vergaderd, waardoor de groote, krachtige stuwing, die de maatschappij op het oogenblik voor al les behoeft, verzwakt of gansch teloor gaat. In de politiek kennen wij volgens de laatste verkiezingen niet minder dan 19 partijen en partijtjes van hen die meenen het in staatkundigen zin aan het rechte eind te hebben op gods- dienstig, beter gezegd kerkelijk gebied kent ons land tailooze groepen, zobdat in menige gemeente van nog geen 5000 inwoners niet minder dan acht of meer afzonderlijke bedehuizen te vinden zijn. En elk der staatkundige partijen, elk der religieuse groepen koestert de noo- dige grieven jegens de andersdenken den. Zij maken zich een grief van dit en van dat, pluizen uit en ziften, ana lyseeren én microscopiseeren tot in het oneindige, en zamelen aldus zulke groote voorraden op van hetgeen hen verdeelt en scheidt, dat er aan een drachtig werk, aan gemeenschappelijk zich wijden aan een grootsche taak geen denken meer is. Hoe vaak wordt hierbij een overgevoeligheid getoond ten op zichte van allerlei minder beteekenende verschillen, terwijl om hetgeen ons zou kunnen samenbinden, vereenigen en sterk maken, niet wordt gedacht. Men koestert grieven en zoekt het in bijkom stigheden, put zich in spitsvondigheden uit, speurt naar spijkers op laag water en merkt intusschen niet, dat de kracht om iets goeds tot stand te brengen, daardoor verzwakt, versnippert en ten slotte geheel verdwijnt. Tot schade van den enkeling, van de gemeenschap, van de maatschappij. Om daaraan te ontkomen om zijn le ven ten profijte van zichzelf en van de samenleving te d en strekken, om het grootst mogelijk nut te trekken, de gróótst mogelijke voldoening te smaken van hef werk onzer handen, van onzen geest en ons gemoed, is er voorzeker geen beter, geen meer afdoend middel aan te wijzen, dan ons te verheffen bo ven onze grieven, boven meer of minder kleingeestig verwijt, boven al het kleine dat ons verdeelt en deert. Wij moeten tegen een duwtje bestand zijn, moeten voor we anderen verwijten maken, voor we grieven gaan gevoelen, die zoo spoedig tot wrok aanwakkeren en ons leven verbitteren, de hand oprecht in eigen boezem steken en ons eerlijk af vragen, of er in ons eigen gedrag je gens anderen niet dikwijls veel, ja zeer veel vaak te vinden is, waardoor wij hun verwijten verdiend, hun grieven voedsel gegeven, hun wrok rechtmatig opgewekt hebben. Wie aldus doet, hetzij in de enge betrekkingen van zijn parti culiere bestaan, hetzij in de wijdere kringen van het openbaar leven, op godsdienstig of staatkundig gebied, hetzij gezeteld in het gestoelte van eer en machtj of staande op de lagere spor ten van den maatschappelijken ladder, om het even, wie eigen grieven weet te boven te komen en geen aanleiding geeft er anderen te doen koesteren, zal in dezen tijd van wederopbouw en her stel eener wankele, schier op instorten staande wereld, haar het cement hebben aangereikt, dat dienen kan om een drachtelijk, tezamen en vereend het bouwwerk der maatschappij te schra gen en te bevestigen. Halletjes. Sara Bernhardt. Oriep. Als een der laatste overblijfselen uit de crisisjaren ontsieren elf halletjes nog steeds de openbare straat van de resi dentie. Tot de bekende mislukkingen van overheidsbeheer in zake levens middelen-voorziening hebben deze hal letjes behoord. Zij zijn aanvankelijk voor den verkoop van visch gebouwd, maar een zoo teer consumptie-artikel als visch leent zich al heel slecht voor overheidsbemoeiing. Het hal-bedrijf moest visch koopen op den afslag, deze werd dan eerst naar het centrale op- slagpunt vervoerd en daar over de hal letjes verdeeld. Het gevolg was, dat de visch veel te laat ten verkoop werd aan geboden. Heel dikwijls werd er visch van den vorigen dag verkocht, terwijl men aan de deur reeds een uur na den afslag kon koopen. Het eenige goede wat de halletjes misschien hebben uitgewerkt is de prijs- drukking die ze hebben uitgeoefend. Maar van vee! beteekenis was die niet. Al lang en breed had dit hal-bedrijf, dat later ook andere levensmiddelen is gaan omvatten moeten verdwenen zijn. Echter zijn er altijd politieke heeren, die zooiets in stand willen houden en ook nu weer heeft de gemeenteraad beslo ten om de halletjes nog een half jaar in stand fe houden, als een middel tot werkverschaffing. Fraai is die methode niet, want hier is van werkverschaffing natuurlijk geen sprake. Alleen maar van werkverplaatsing, want er wordt door het bestaan van elf pruts-winkeltjes in een stad als Den Haag heusch nief meer gegeten dan zonder dat edele elftal. De werkverschaffing bestaat dan ook al leen in het in dienst houden van het per- neel dat er aan verbonden is. Het is te hopen dat dit half jaar het laatste zal zijn en dat de ontsiering van de straat zal verdwijnen. De halletjes bestaan in ouderwetsche paling- kraampjes. Op pleinen of verloren straat-hoekjes staan zij en natuurlijk zijn zij niet van zoodanige schoonheid, dat zij de straat tot eer en sieraad strekken. In de crisisjaren zijn zij ge duld, maar het gemeentebestuur had moeten begrijpen, dat ze er geen dag langer moesten staan dan strikt noodig was en zij hadden dus reeds twee jaar van het tooneel moeten zijn verdwenen. Van de halletjes naar de groote tra gedienne is een heele stap. Toch mogen we niet nalaten even het bezoek van de groote Sara te gedenken, dat zij aan haar geboortestad heeft gebracht. Het is misschien niet algemeen bekend, dat de groote Sara Bernhardt een Haagsch meisje is. In één der armste joden- buurtjes, een zijsfraatje van de Spui straat, woonde weleer een zeer eenvou dig, armelijk gezin. Bernard was de familie-naam. De vader reed met de vruchten-wagen langs de straat. Uit dat milieu stamt Sarah. Later is dé familie naar het zuiden van Frankrijk vertrok ken, waar zij een ander zaakje opzet ten. Vandaar uit heeft Saarfje Bernhard zich tot de tragedienne Sarah Bern hardt ontwikkeld. Misschien heeft zij thans voor het laatst een bezoek gebracht aan haar vaderstad. De 78-jarige actrice staat wel al heel ver in den avond van haar leven. Niettegenstaande dat heeft zij nogmaals haar triomfen gevierd en heeft zij ondervonden, dat zij nog aan bidders en vereerders bij breede scha ren heeft. Zij is in Den Haag bejubeld en bij haar aankomst zoowel als bij haar vertrek waren honderden aanwe zig om haar als een vorstelijk persona ge in- en uitgeleide te doen. Men moet tot de ouden van dagen gaan, om te vernemen, hoe haar succes sen vroeger, in haar bloeiperiode zijn geweest. Zij overleeft haar roem, al blijft het ook zijn bekoring, houden de grootste tragedienne nog te kunnen zien, al is het in het allerlaatste stadium van haar kracht en 'glorie. Het gebeurt niet vaak, dat zich een milieu, als waaruit Saartje is voortge komen, een dergelijke artist groeit én het zal wel aan zeer bizondere omstan digheden zijn te danken, dat zij op deze wijze is gestegen. Het toont in eik geval aan, dat de mogelijkheid bestaat en dat wel juist op het terrein waarop van de persoonlijke ontwikkeling en bescha ving zóó veel wordt geaischt als op dat van het tooneel. Van Sarah Bernhardt weer naar de griep is al weer een heeie stap. Over het algemeen schijnt het in de residentie nogal te schikken met de griep. Wel zijn er veel ziektegevallen, maar het jaargetijde brengt altijd een hoog ziektecijfer met zich mede en dus dient daarmede rekening te worden ge houden. Doet men dit, dan gaat stellig het ziekte-cijfer thans daarboven, maar niet zooveel als elders het geval is. Men kan wel zeer den invloed bespeuren, die de vrees voor ziekte heeft. Het is in de theaters en in de café's stiller dan an ders. Velen schuwen de opeenhooping van menschen. De tram ontsmet gere geld haar wagens. Hét riekt er in ais in een ziekenhuis. Nog steeds valt het op, dat de ziekte geringer is nabij de zee. Op de Scheve- ningsche scholen bestaat lang niet dat cijfer ais op de Haagsche scholen. Er is inmiddels een idéé fixe ont staan, nl. dat het eten van sinaasappe len en mandarijnen een voortreffelijk voorbehoedmiddel is tegen de griep en het gevolg is, dat de filiaalwinkels wor den bestormd en leeggekocht. Of het waar is, dat juist deze fruit preventief werkt, is niet te zéggen ais het iemand anders dan een dokter is, die het ver haal de wereld heeft ingestuurd, dan is het zeker een fruithandelaar. Merk waardig, dat aanstonds de prijs van deze fruit eenigermate is gestegen. De doktoren hebben het druk, maar de apothekers helpen een handje zij leveren de griep-poeders kant en klaar zonder recept en dus is het gemakkelijk zelf te dokteren. Er wordt trouwens heel wat zelf gedokterd, vooral sedert de honoraria van de medici nogal aan zienlijk zijn gestegen. Men ziet liet ziek tegeval eerst nog eens aan, alvorens den geneeskundige te roepen. Dat heeft iets voor, hoewel het gevaar kan ont staan, dat men nu de medische hulp te laat inroept. Maar die risico heeft men dan te dragen. Het is niet merkbaar, dat de overheid zich al met de epidemie bemoeit. Er is nog niet eens een staats commissie ter bestudeering van het vraagstuk ingesteld en dat is toch het allerminste wat de Staat kan doen. Ook is het nog niet te ontwaren, dat de medici er precies achter zijn, wat die ultra moderne griep is. Vroeger is de influenza uitgevonden en ook daarom trent is het licht der wetenschap niet helder gaan schijnen. Nu de griep, die wel eenigermate familie van de influen za schijnt te zijn en wiens identiteit ook nog niet vaststaat. Deze gevaarlijke va gebonden zijn nog niet achterhaald. Waarlijk, nu in ernst, een staats commissie Ten slotte eventjes aan den rand van de politiek. Het geval Van Beresteijn- Marehant is een onderwerp van den dag in de politieke kringetjes. De heer Van Beresteijn heeft heel veel vrienden in Den Haag, die hem in 1918 ook een flinken duw in de richting van het Bin nenhof gaven. Wanneer de heer Van Beresteijn thans op andere wijze toch condidaat wordt, is het lang niet onmogelijk, dat hij het weer haalt. Hij is een der ver dedigers van de kunst en dat is in de Kamer al iets bizonders. Wanneer hij dus zijn steun van 1918 weer optrom melt, maakt hij een aardig kansje. Merkwaardig overigens, hoe buiten de kleine kringen der politiek weinig aandacht aan de gansche candidaat- stelling wordt geschonken. Het laat duizenden en duizenden ijskoud. Dat is toch een verschijnsel dat aandacht ver dient. EIBER. Wijziging Arbeidswet. Het wetsontwerp tot wijziging van de Arbeidswet, waarover onlangs de Hooge Raad van Arbeid advies heeft uitgebracht, is thans naar den Raad van State verzonden. Vloot-comm Essie. Naar wordt bericht, is binnen eenige dagen de instelling van een vlootcom- missie te verwachten. De uitvaartdienst voor den Paus. Wegens het overlijden van den Paus werd gisterenochtend om (half elf in de parochiekerk van den H. Jacobus aan de Parkstraat te 's-Gravenhage een plechtige mis van requim opgedragen door den deken van 's-Gravenhage, Mgr. H. A. van Dam, met assistentie van kapelaan De Wildt als diaken en kapeiaan Filbry als sub-diaken, terwijl dT. Hamer als cerimoniarius fungeerde. Voor de catafalk had de pauselijke in ternuntius, mgr. Roberto Vicentini, plaats genomen links van de catafalk waren gezeten de vertegenwoordigers van de Koningin, de Koningin-Moeder en den Prins, graaf Dumonceau, groot meester van de Koningin, jhr. mr. A. G. Schimmelpenninck, ceremoniemeester van de Koningin-Afoeder, en jhr. Von Mühlen, adjudant van den Prins, welke vertegenwoordigers zich in galahofrij- tuigen naar de kerk hadden begeven. De plaatsen aan de rechterzijde van de catafalk waren ingenomen door mgr. Koldewey, secretaris van de internun- ciatuur, mgr. Nolens, gekleed in het gewaad van huisprelaaf van den Paus, en kolonel I. J. H. Evers, hoofdaalmoe zenier van het leger. Op de gereserveerde plaatsen voor in de kerk woonden o a. den dienst bij de Minister van Staat mr. Cort van der Linden, de minister van buitenlandsche zaken, jhr. mr. Van Karnebeek, van binnenlandsche zaken jhr. mr. Ruys de Beerenbrouck, van landbouw, de heer Van IJsseistein, van koloniën, de heer De Graaff en van waterstaat, de heer Königverschillende leden van 'het korps diplomatique en tal van autori teiten. Het zangkoor voerde de requim-mis van Perosi uit. De plechtigheid v/erd voorts bijgewoond door een geheel ge vulde kerk van belangstellenden. Bezuiniging Een ambtenaar schrijft aan „de Maas bode" Nu allerwegen wordt aangedrongen op bezuiniging in den Staat en de ge- meentehuishouding, wordt met begrij pelijke belangstelling uitgezien of wer kelijk aan dien wensch gevolg wordt gegeven en op welke wijze dit ge schiedt. Eén der instellingen, welke zijn ontstaan aan de bezuiniging te danken heeft is ongetwijfeld het rijks- inkoopbureau, gevestigd te 's-Graven hage in het pand Laan van Meerder- voort 104. Wanneer men echter op dteze wijze doorgaat met bezuinigen, dan zal hiervan niet veel terecht komen. Meent men het ernstig met de bezuini ging, dat men dan begint met de op heffing van het rijksinkoopbureau. On der het motto „Bezuiniging" is ons land weder een rijksinstelling rijker ge worden, welke nimmer tot bezuiniging kan leiden. De opzet en de geheeie papierwinkel uitgaande van dit bureau waar mede de verschillende rijksinstellingen worden overstelpt, toonen dit duidelijk aan. Is er ooit voor één der Kamerleden reden tot het stellen van vragen aan de regeering, dan zeker in dit geval. Het dure reizen. Aan de beide Kamers der Staten- Generaal heeft het comité van actie te gen duur reizen en duur vervoer, van welk comité voorzitter is mr. V. van Peski en 2e secretaris mr. J. Bentfort van Valkenburg, een adres gericht, waarin het ziin oordeel uitspreekt, dat door het opvoeren der tarieven van de spoorwegen het beoogde doel ver meerdering van inkomsten aller minst wordt bereikt, integendeel het reizigersvervoer daardoor afneemt, het goederenvervoer vermindert, ja zelfs over andere havens, als bijv. Hamburg, Bremen en Antwerpen wordt geleid. Speciaal voor dg groote havensteden, die tengevolge van den oorlog reeds met zoovele moeilijkheden hebben te kampen aldus heet het in het adres is dit allerverderfelijkst. Hierdoor neemt niet aaeen de werk loosheid toe hierop werd reeds ge wezen door mr. Smeenge in de zitting der Eerste Kamer van 29 December 1921, maar dit zal tevens tengevolge hebben, dat de gemeentefinanciën dier steden in nog ongunstiger toestand zul len komen te verkeëren, mede tot duur zaam nadeel van den Staat, wat bij de definitieve regeling van de financieele verhouding tusschen rijk eri gemeenten zal blijken. Het adres wijst er op, dat de minis ter van waterstaat, door de verhooging te hebben goedgekeurd, blijkbaar niet inziet, dat de bestendiging van de hooge tarieven strijdt met de belangen van staat en maatschappij, handel en industrie, en verzoekt de Staten-Gene- raal maatregelen te nemen, dat zoo spoedig mogelijk tot een tariefverla- ging van 10—20 worde overgegaan. Aan de leden der Kamers zal een afschrift van het request worden toe gezonden alsmede aan de Kamers van Koophandel. (Vervolg en slot van het Bijvoegsel). RONDVRAAG. Door den heer Staverman is aan Burg. en Weth. de volgende vraag ge steld Met welke bedoeling en krachtens welk raadsbesluit geschiedt de opspui ting met zand van het terrein aan den Koudekerkschen weg, voorheen bestemd voor den bouw van een gemeente-zie kenhuis, waar thans toch wel vaststaat, dat van genoemden bouw moet worden afgezien en ligt het in de bedoeling van Burg. en Weth. den opgespoten grond thans als bouwterrein beschik baar te stellen Op deze vraag antwoordde de heer Van Niftrik het volgende Wat het eerste gedeelte betreft, zij in herinnering gebracht, dat bij raadsbe sluit van 26 Maart 1920 besloten is de volgende hoeveelheden zand aan te koopen Sportterrein 40.000 kub. M. ƒ54.000 ten laste van het Rijk erfpacht Mij. „de Schelde" 67.500 kub. M. 50.000 ten laste van de Mij. „de Schelde" terrei nen Zoute Vest 95.000 kub. M. en sloo- ten Tuindorp 3000 kub. M. ƒ132.300 ten laste van het grondbedrijfophoo- gen Tuindorp 12.000 kub. M. 16.200 ten laste van „Gemeenschappelijk Be lang totaal ƒ252.500. De aanbesteding van 14 Juli 192! gaf echter geheel andere uitkomsten en wel Sportterrein, rekening Rijk 26.943 Erfpacht Mij. „de Schelde" 33.679 Terreinen Zoute Vest 69.378 Slooten Tuindorp 7.000 Ophoogen Tuindorp „Ge meenschappelijk Belang" 6 .667 Totaal ƒ143.667 Intusschen was ook de bouwvereeni- ging „Goed Wonen" zoover met hare plannen gevorderd, dat de terreinen voor die vereeniging in orde moesten worden gebracht, daartoe moest de zand-spuitleiding gelegd worden over den Watergang. De directeur der gemeentewerken stelde ons bij uitvoerig rapport, d.d. 18 Juli 1621 voor, om van deze gunstige gelegenheid te profiteeren om het ter rein hoek Kerkhoflaan en Hooge weg, dat door zijn lage ligging.voor bouw en weiland grootendeels waardeloos was en als bouwgrond geheel onge schikt, op te hoogen, waardoor de kost prijs van dien grond zou komen op ƒ3 per vierk. meter, terwijl bij verkoop een veel hoogere prijs kan worden bedon- gen. Bij raadsbesluit van 29 Juli 1921 werden wij dan ook gemachtigd niet al leen dit terrein, zijnde sectie A 127, op te hoogen, maar ook de terreinen B 774, 770, 717, 714, 716, 774, zijnde het stuk je grond tusschen Paul Krugerstraat, Singelweg en Koopmansvoetpad, en B 781, 1219, 788, 789, 1221 en 1222,. zijn de het verlengde der Lampsensstraat. Wat betreft het tweede deel der vraag zij opgemerkt, dat de ziekenhuis commissie het ziekenhuis-vraagstuk in zijn vollen omvang bekijkt en dat bin nen enkele maanden een rapport dier commissie mag worden tegemoet ge zien.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1922 | | pagina 1