r
WOENSDAG II JANUARI
IWEZONDEN.STUKKEN.
No. 9
60e Jaargang
BINNENLAND
FEUILLETON
Vreemd van de wereld
Hotel „Suisse'
COURANT
Een bezuinigingspartij.
Naar aanleidin, van het bericht van
het „Vaderland", volgens hefweljL.?,e
oud-minister mr. Van. Gijn. perCircu
laire vele gelijkgezinden aangezocht
had tot de oprichting van een bezu.nr-
gingspartij, merkt de „N. R. Crt. het
volgende op óp isver_
stand is in elk geval voorbarig aan
gezien de onderteekenaars van de cir
culaire naar ons bekend was, zich
over dén organisatie-vorm van hun ac
tie nader wenschten te beraden, zoodat
oprichting van een afzonderlijke
partij, zooals het woord bezuinigings
partij zou doen vermoeden, nog niet in
hun voornemen 'kan liggen.
De kustvecdediging.
Uit het eindverslag der Eerste Kamer
over het wetsontwerp tot vaststelling
van de begrooting van inkomsten en
uitgaven van het Fonds ter verbetering
van de kustverdediging, dienst 1922—
1923 blijkt, dat door den minister nog
werd medegedeeld, dat de vraag of bij
het ontwerpen der nieuwe voorstellen
inzake de verdere verbetering van de
kustverdediging rekening wordt ge
houden met de huidige internationale
toestanden, in algemeenen zin bevesti
gend moet worden beantwoord. Even
wel wordt opgemerkt, dat bij de in
richting van de landverdediging uit den
aard der zaak het oog niet uitsluitend
op de toestanden gedurende een be
paald tijdvak gericht mag zijn.
Vervolgingskosten directe belastingen.
Men verzoekt ons er de aandacht
op te vestigen, dat de kosten van ver
volging en rechten, van directe belas
tingen bij de wet van 24 December
1921 (Staatsblad no. 1410), in werking
tredende 26 Januari 1922, gewijzigd
zijn in dien zin, dat het laatstgenoem
den datum of, voor een waarschuwing
vijftien cents, voor een aahmaning
vijf en twintig cents in rekening wordt
gebracht.
De kosten voor de beteekening van
een -dwangbevel- zullen hedragen, v.oox
sommen beneden de 100, veertig cent
tot eén gulden vijftig cents, terwijl, in
dien de gevorderde som 100 of meer
bedraagt, verschuldigd zal zijn 2.50
benevens 1 voor elk geheel bedrag
van /"100 waarmede de som van 100
te boven gaat.
De Anti-Rev. partij.
Op Vrijdag 27 dezer zal, naar de
„Stand." meldt, te Utrecht een centra-
len-convent van de anti-rev. partij
worden gehouden.
Ten aanzien van de groepsindeeling
heeft de overweging voor hef centraal
comité van de bespekingen, door den
voorzitter van het centraal comité ge
houden met de gedelegeerden uit de
verschillende kieskringen, geleid lot
de formuleering van het volgende voor
stel aan het centralen-convent.
De eerste groep wordt gevormd door
de kieskringen Leeuwarden, Groningen
en Assen
de tweede groep door de kieskrin-
ven Zwolle, Arnhem, Nijmegen, 's Her
togenbosch en Maastricht
de derde groep door de kieskringen
Utrecht en Leiden
29
Zij knikte de andere toe en trad het
huis binnen, nadat zij Goolmann nog
een poos had nagezien, zooals hij, de
buks over den schouder, de weitasch
op zij, de pet diep over het gerimpelde
voorhoofd getrokken, met zijn beide
jachthonden zoo pas het bosch was
ingegaan.
Het was reeds flink duister gewor
den, en slechts iemand, zoo vertrouwd
met de boschpaden en schuilhoeken van
het wild als Goolmann, kon den weg
vinden.
Hij stond reeds tamelijk lang op zijn
post, toen een zacht kraken in de strui
ken hem het naderen van het wild ver
ried.
Alle spieren gespannen, luisterde hij,
het geweer tot schieten gereed, maar
met een stillen vloek liet hij het weer
zakken, ditmaal had zijn gehoor hem
toch bedrogen, het was zeker de wind
geweest, die door de takken ging en 't
geluid vooortbracht. Ontstemd ging hij
verder-de honden hadden een spoor
ontdekt. Snuffelend, den staart inge
trokken, liepen zij naast den meester
voort, tot hij opnieuw bleef staan en de
sombere oogen onderzoekend liet rond
dwalen.
Niets bewoog zich, de nacht daalde
steeds meer, de regen sijpelde door de
geelbruine bladeren, die nog aan de
de vierde groep door de kieskringen
Amsterdam en Helder
de vijfde groep door de kieskringen
Rotterdam, 's-Gravenhage en Haar
lem
de zesde groep door de kieskringen
Dordrecht, Middelburg en Tilburg.
Nadat door het centralen-convent
hieromtrent een beslissing zal zijn ge
nomen, stelt het centraal convent zich
voor, aan de gevormde groepen een
advies uit te brengen nopens enkele
te stellen candidaten.
Aan de organisaties, die voor af
vaardiging naar het centrales convent
in aanmerking komen, is voorts toege
zonden ter behandeling op genoemd
convent, een ontwerp van het program
van actie, zooals dit is gewijzigd in
verband met uit de kieskringen, ontvan
gen opmerkingen en voorstellen.
Ongewijzigd is gebleven van het
oorspronkelijk ontwerp de beginsel
verklaring, waarmede het program
opent en de verklaring over samen
werking met andere partijen, waar
mede het besluit, zoomede de para
graaf inzake justitie en koloniën, maar
overigens zijn alle pargrafen, die inza
ke finantien, binnenlandsch bestuur,
sociaal vraagstuk, oderwijs en defensie
gewijzigd en aangevuld en is er nieuw
afzonderlijk ingevoerd een landbouw-
paragraaf.
Het optreden van Duitsche grens
beambten jegens Nederlanders.
Dat in den laatsten tijd heel wal
landgenooten bij het passeeren van de
Duitsche grens onaangename ervarin
gen hebben opgedaan met Duitsche
douane-beambten, vooral bij de con
trole van te goeder trouw in Duitsch-
Iand gekochte voorwerpen, is Qnzen le
zers bekend.
Op de vragen, in verband daarmee
onlangs door het Tweede Kamerlid
Ter Hall tot de ministers van binnen-
landsche zaken en van financiën ge
richt, heeft eerst genoemde bewinds
man mede namens minister De Geer
geantwoord, dat bij de regeering inder
daad tal van klachten over dat optre
den zijn ingekomen.
Naar de juistheid van die klachten
werd, wat de feiten betreft, een onder
zoek ingesteld, dat nog niet ten volle
beëindigd is-,--
De Duitsche voorschriften en hun
uitvoering zijn den minister van finan
ciën niet bekend, Zoodat deze niet kan
beoordeelen, of de Duitsche grensbe
ambten in hun recht zijn, terwijl het
trouwens ook niet op den weg van den
Nederlandsehen minister van financiën
ligt, hierover een oordeel uit te spreken.
Aan onzen gezant te Berlijn is opge
dragen, bij de Duitsche regeering er
krachtig op aan te dringen, dat, voor
zooveel uit het onderzoek blijkt dat on
juist ol met te groote gestrengheid op
getreden wordt, daaraan paal en perk
worde gesteld en ten aanzien van te
ruggave van afgenomen gelden en
goederen billijk worde opgetreden.
De verkoop van a'e Lloydscbepen.
Onder het opschrift „Vroegere Duit
sche schepen naar Amerika" schrijft de
„Times" nog liet volgende bij het be-
richt dat de „Brabantia" en „Limbur-
gia" aan de American Ship and Com
merce Corporation zijn verkocht
Het bericht, dat de Kon. Holl. Lloyd
de twee schepen heeft verkocht, waar
over zooveel te doen is geweest, zal
boomen hingen.
De bodem werd glibberig, maar dit
verminderde Goolmann's jachtlust niet.
Het geweer in de hand girfg hij voor
zichtig, loerend verder, tot t\ij opnieuw,
door een zacht gedruisch tot voorzich
tigheid aangemaand, bleef staan, het
wapen gereed houdende om het nade
rende wild neer te leggen.
Maar met een uitroep van woede liet
hij het weer dalen, want inplaats van
het gehoopte wild, stond, dicht tegen
hem gedrongen, een forsche mannen-
gestalte voor hem, wiens omtrek hij in
de hcerschende duisternis slechts on
duidelijk kon herkennen.
Wie zijt gij en wat wilt ge riep
Goolmann hem aan, terwijl hij zijn die
venlantaarn op het gelaat van den
vreemde richtte Wat hebt ge hier op
mijn grond te maken en wie geeft u
verlof, hier rond te zwerven en het
wild te verjagen, als ge het misschien
niet zelf als goedkoopen jachtbuit be
schouwt Komaan, spreek op, of ik
beschouw u als wat ge waarschijnlijk
zijt, een wilddief, en schiet 1
Een spottend lachen klonk als ant
woord.
De vreemde had zich met een vlugge
beweging omgedraaid en stond nu, een
hoofd grooter, naast hem, zoo dicht
naast hem, dat hij elke beweging kon
waarnemen.
Kom, zet den haan van uw geweer
in rust, klonk het lachend van de ge
baarde lippen. Hier valt niets te schie
ten, hoogstens een bok, wat men daar
dan onder verstaat. Ik heb geen trek in
uw wild. Maar ik heb er lust in, een
menigeen verbazen. Beide schepen wa
ren oorspronkelijk in Duitschland ge
bouwd voor den Zuid-Amerika-dienst
van de HamburgAmerika-lijn, de
„Brabantia" als „Senator William Os
wald" en de „Limburgia" als de „Se
nator Johann Heinrich Burchard". Zij
werden in Juni 1916 aan den Kon. Holl.
Lloyd verkocht, door wijlen. Ballin, den
directeur van de HamburgAmerika-
.lijn.
Na den wapenstilstand werd deze
transactie niet officieel door de gealli
eerden erkend. Herhaalde malen ver
zocht de geallieerde maritieme wapen
stilstandscommissie de schepen uit te
leveren. Deze verzoeken werden gene
geerd, totdat op zekeren dag van Duit
sche zijde verklaard werd, dat de sche
pen, aangezien zij aan een Nederland-
sche maatschappij verkocht waren, geen
Duitsch, doch Nedcrlandsch bezit wa
ren. De Kon. Holl, Lloyd stelde zich op
het standpunt, dat zij dringend behoef
te had aan deze schepen voor haar
dienst op Zuid-Amerika, tengevolge
van het door Duitsche duikbooten tot
zinken brengen van de „Tubantia",
het grootste en snelste schip, dat zij
tusschen Amsterdam en Zuid-Amerika
in de vaart had, alsmede van andere
schepen.
De commissie van herstel scheen ten
slotte zich bij overdracht neer te leggen.
De directie van de American Ship en
Commerce berust gedeeltelijk bij den
heer W. A. Harriman, en volgens een
mededeeling van de HamburgAmeri
ka-lijn in Juni 1920. is er tusschen deze
Duitsche -maatschappij en -de maat
schappij van Harriman een overeen
komst voor twintig jaren gesloten. De
mededeeling van de HamburgAme
rika-lijn kenschetste deze overeenkomst
als een poging om „onze stoomvaart
diensten van .voor den oorlog gemeen
schappelijk te hervatten."
De jongste feiten toonen in dat ver
band aan dat de houding van de Ham-
burg-Amerika-liin tot deze beide sche
pen nauwer zal zijn dan deze maat
schappij zich voorna/n, toen zij ze tij
dens den oorlog aan de Kon. Holl.
verkocht."
HuJten 'feranlwoordelijkfltï? de? redact'*
06 copt» word# niet ieruiJ£ejJe<ror
VLISSINGEN EN DE BEZUINIGING.
Mijnheer cfe Redacteur,
Met een enkel woord wil ik even te
rugkomen op de in de „Nieuwe Rptter-
damsche Courant" gevoerde polomiek.
Gij hebt een gedeelte daarvan overge
nomen, dus wordt het me gemakkelijk
gemaakt. Toch wij ik nog een kleine
toelichting daarbij geven. De heer H.
had in meer algemeene termen in de
,.N. R. Ct." medegedeeld, dat bij het
dagelijksche bestuur van Viissin'gen de
zucht tot bezuiniging niet was doorge
drongen. Deze algemeenheid vond ik
tegenover een niet ingewijd publiek
niet voldoende, en wees toen o.a. op
het m.i. niet onbelangrijke verschil in
Hoofdelijken Omslag' voor de jaren '21
en '22 en op het feit, daf geen gelden
waren uitgetrokken voor bijzondare
maatregelen of werken. Daarna volgde
het door U overgenomen gedeelte,
waarna ik den heer H. zeide, dat hij
naar mijn meening zijn algemeene
klacht beter in de pen had kunnen
houden, tenzij h" de burgerij een wei-
woordje met u te praten. U te vragen,
waarom een man, die uwe dochter lief
heeft, cn eeriijk naar hare hand dingt,
met uwe honden door u van den hof
wordt gejaagd. Wij zijn in Gods vrije
natuur,* niet in uw heerenhuis, waar gij
uw brutalen wil zelfs tegenover zwakke
vrouwen doorzet. U moet mij te woord
staan en mij vergiffenis vragen voor
de doodelijke beleediging. Begrepen,
mijnheer Von Goolmann
Wij zijn hier op mijn eigen grond,
klonk het toornig uit den bleeken
mond van Goolmann, die zijn wapen
vaster in de hand nam, en als mij
een landlooper overvalt, dan maak ik
hier zoo goed als daar gebruik van
mijn huisrecht. Dus, gij wilt mijn
schoonzoon worden Ik geloof het, de
groote bezitting, hef mooie bosch, het
nette sommetje, dat ik eenmaal zal
nalaten, zou u en nog anderen van uw
soort verlokken. Maar ge rekent buiten
den waard, hoor en hier bén ik de
waard, en als ge niet maakt, dat ge
weg komt, en gauw ook, dan Hek
tor, Phylax, hier 1 dan zult ge ken
nis maken met die twee hier, die nog
minder gekheid verstaan dan ik en er
niets tegen opzien om je te verscheu
ren. Struikroover blijft struikroover er.
ik zie in u niets anders dus
De beide honden stonden, de tanden
toonend, gereed om toe te grijpen,
maar voor de fonkelende oogen van
den jongen man terugwijkend, waagde
Goolmann niet, de dieren béve! te ge
ven, zich op hem te werpen.
Roep de beesten tot rust, of ik sta
voor niets in, klonk het sissend van de
daad had bewezen door met gedocu
menteerde gegevens op tastbare fouten
van het gemeentebestuur te wijzen.
Indien gij Mijnheer de Redacteur dat
noemt een verdedigen van het beleid
van dat bestuur, dan is mij dat wel.
De heer H. heeft daarop in de „N.R.Ct."
weer van antwoord gediend door zijne
lezing te geven van-het voorgevallene
in den Raad. Nu wordt men het in in
gezonden stukken over het algemeen,
en in politieke zaken in het bijzonder
nimmer eens, zoodat ik de bedoeling
niet heb, en ook" nooit had, om den
heer H. te overtuigen. Alleen moge hij
bedenken, dat iedereen vrij is er een
opvatting of meening op na te houden,
en indien wij dan van meening verschil
len, dan mogen wij dat betreuren, doch
daarmee wordt niets aan de zaak ver
anderd.
Dat ik intusschen in mijne meening,
dat de afdeeling Zeeland van den Vrij
heidsbond een ongelukkige strijdwijze
heeft gekozen, niet alleen sta, kunt U
als een zekerheid aannemen, en dan wil
ik kortheidshalve als bewijs aannemen
hetredactioneel artikel in de „Midd.
Courant" van ik meen Vrijdag 1.1.
(overgenomen in dit blad). De heer H.
zt\ mij toch zeker wel willen toestem
men, dat de „Midd. Couranf' niet van
anti-Vrijheidsbondsche tendenzen mag
worden verdacht, terwijl ik in dit ver
band nog even wil wijzen op het feit,
dat dat blad de eer geniet geregeld in
de persoverzichten der groote bladen
te worden aangehaald. Er kan dus geen
twijfel bestaan of zoowel de heer H. als
ik moeten de redactie daarvan voor vol
aanzien.
Ook wil ik nog -«11x611 op het artikel
van, den heer D. L. H. van Raalte.
Nu wil ik nog even terugkomen op
enkele zinnen van den heer H. In de
eerste plaats zegt hij, dat hij er als
Viissingsch burger geen belang bij
heeft, zijn stad afbreuk te doen. Ik wil
hem graag op zijn woord gelooven,
maar ik mag dan toch vergen, dat de
heer H. mij gelooft, wanneer ik zeg, dat
het mijn overtuiging is, dat hij dat be
lang nïet heeft gediend met zijn, naar
mijn oordeel, zeer onvolledige artikel
in de „N. R. Ct." en dat juist die over
tuiging mij mijn antwoord in de pen
gaf.. D.e overweging, groot-grooter-het
grootst speelde daarbij, althans bij mij,
geen rol.
De heer H. zegt, dat ik van hem vor
der een gedocumenteerde critiek op
tastbare fouten van het gemeentebe
stuur, doch dat daarvoor de „N. R. Ct."
niet is de juiste plaats, maar dat hij
dit wel wil doen in de „Vliss. Cou
rant", wanneer ik hem daartoe uitnoo-
dig, en mij verbind in dit blad die be-
toogen te weerleggen.
In de eerste plaats is dat niét geheel
juist, en in de tweede plaats vind ik die
oplossing wel wat raar. De heer H.
vergeve mij dit misschien minder aan
genaam klinkende woord. Wat betreft
het eerste punt heb ik nooit van hem
gevorderd een gedocumenteerde critiek.
Herlees de „N. R. Ct." of wat gemak
kelijker is den in den aanhef door mij
aangehaalden zin. Ik blijf nog van mee
ning, dat hij beter had gedaan niet een
algemeene klacht in de „N. R. Ct." te
uiten, tenzij hij de burgerij een weldaad
had bewezen door enz. Ik noem dat
geen vorderen, en ik weet zeker dat de
heer H. na nauwkeurige herlezing dat
ook geen vorderen zai noemen
lippen des vreemdelings. Nog een enkel
woord, een enkele vijandige beweging,
en ge zijt een man des doods. Terug,
zeg ik u! herhaalde hij, toen hij be
merkte, dat Goolmann zijn wapen vas
ter beetpakte, en het zachte klikken van
den overgehaalden haan zijn oor trof.
Je wilt 't niet anders, goed 1
Met een geweldigen greep vatte hij
Goolmann's arm een krachtige stoot
Goolmann viel tuimelend in het natte
gras, een knal het geweer was afge
gaan en trof den schutter midden in het
hoofd.
Huilend snuffelden de honden aan de
levenlooze gestalte van hun heer.
De ander was snel in de schaduwen
van het bosch verdwenen.
Zonder zich om te wenden, snelde hij
voorwaarts, tot hij een opening^bereik-
te, waar een gezadeld paard, aan een
boomstam gebonden, liern wachtte.
Haastig maakte hij het los. Nog een
vluggen, spiedenden blik wierp hij in
het rond, vóór hij zich op het paard
slingerde, en in razende vaart den te
gengestelden weg, .die naar het naaste
stadje voerde, insloeg.
Toen den volgenden morgen de
boschwachter den rondgang maakte
door het met ijzel bedekte bosch, vond
hij het lijk van zijn meester, aan wiens
voeten de twee honden lagen, die hui
lend opsprongen, toen de bekende man
hen naderde.
Vol ontzetting onderzocht de, in
zulke dingen ervaren man de doode
lijke wonde. Het geweer lag dicht bij
den doode er was geep twijfel aan,
dat een ongelukkig toeval, zooals dik-
1NGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
AMSTERDAM.
72 kamers m. warm en koud
water.
Prima Keuken en Wijnkelder.
Telefoon 158 N.
Telegr.-adres „Suishotel".
Wat betreft het tweede verklaar ik
niet te begrijpen, waarom ik de uitnoo-
diging moet doen, en waarom ik mij
verbinden moet de betoogen te weer
leggen. Nooit heb ik beweerd, dat door
Burg. en Weth. geen fouten zijn ge
maakt en nooit heb ik beweerd dat hier
r.iet te bezuinigen is. En nooit heb ik
beweerd, dat ik in staat ben betoogen
te weerleggen. Bovendien wanneer de
heer H. werkelijk .gedocumenteerde
tastbare feiten aanwijst, dan heeft men
toch niet veel hersens noodig om te
beseffen dat er voor mij niets te weer
leggen valt. Denkt bovendien de heer
H. dat hij mij moet vereenzelvigen met
het gemeentebestuur, of dat hij in mij
moet zien den voorvechter van dat be
stuur, dan is hij bepaald aan een ver
keerd kantoor.
Verder begint de heer H. zijn pole
miek in de „N. R. Ct." en indien ik dan
opkom tegen het behandelen van een
plaatselijke aangelegenheid in de groo
te pers, antwoordt de heer H., dat hij
wel verder wil gaan, doch niet in de
„N. R. Ct.", waarmee hij zelf begon,
doch wel in het plaatselijk orgaan, wat
ik vanaf het eerste begin zou hebben
verkozén. De heer H. draait hier de
rollen lichtelijk om.
Kan de heer H. nu misschien inzien
dat ik de door hem gekozen oplossing
wel wat raar vind
Maar nu we eenmaal in dit stadium
zijn, wil ik den heer H. wel verklaren,
dat hij een uitnoodiging.van mij niet
noodig heeft, doch dat het zijn plicht
is om te doen wat hij in het belang der
gemeente acht. En ais hij dan bqpaatd
aan een belofte van mij behoefte heeft,
en hij is niet volkomen zeker van zijn
zaak, (anders is geen weerlegging mo
gelijk of noodig) dan wil ik graag
beloven, dat wanneer in zijne cijfers
door mij scheeve voorstellingen worden
gevonden, ik die zal trachten aan te
wijzen, en c. q. te weerleggen.
Meer kan en mag de heer H. niet
verlangen.
Ten slotte wil ik dan nog even terug
komen op het artikel van den heer H.
in de „Vrijheid", en dan citeer ik het
volgende
„Het adres is thans zonder eenig
„tastbaar resultaat van de baan. We
„hopen echter dat er tenminste dit door
„zal zijn bereikt, dat eenige raadsleden
„zijn wakker geschud uit hun zoeten
„slaap dat deze zullen gaan begrijpen,
„dat onder de burgetij een sterke stroo-
„ming heerscht, die bezuiniging eischt;
„dat zij zich bewust zullen gaan voelen,
„dat zij toch eigenlijk niets anders zijn
„dan de vertegenwoordigers van deze
„burgers en dat het hun plicht is met
„hen, die hen afvaardigden, voeling te
wijls op de jacht voorkomt, aan liet
leven van den heer von Goolmann een
plotseling einde had gemaakt.
Leontine, zoowel als Irene hielden er
van, de morgenkoffie in een hoekka-
mer te gebruiken, waarvan de vensters
uitzagen op het nabij liggende groote
bosch. Ook heden zaten zij daar, op
het gewone plekje.
Plotseling hief Leontine het hoofd
op, hare oogen kregen een onrustige,
verschrikte uitdrukking, toen haar blik
een troep mannen ontdekte, die lang
zaam het heerenhuis naderde.
Irene, kijk, in het bosch schijnt aen
ongeluk te zijn gebeurd. Wie wie
zou op die draagbaar liggen Irene,
schrik niet, staar niet zoo stijf voor je,
ik ben doodelijk beangst, fluisterde zij
de zuster toe, die doodsbleek, op het
punt te bezwijmen, in de in dekens
gehulde gestalte, die op de baar lag,
haar vader had herkend, die door vier
boschwachters over den hof werd ge
dragen, gevolgd door de huilende
honden en verscheiden opgewonden
mannen.
Vader Met een hartverscheuren-
den kreet had Irene dit woord uitge
roepen. Zij wilde opstaan, om Leontine
te volgen, die verschrikt de kamer was
uitgeioopen, maar zij kon niet. Met een
zucht zonk zij terug, slechts als in een
droom zag zij den bediende binnenko
men, hoorde zij de woorden Freule
een groot ongeluk mijnheer
Zij verloor het bewustzijn.
(Wordt vervolgd).