EISIE. :isje kameroverzicht. itbode WOENSDAG SS december. —-No» 296 58e Jaargang I0U0ER. lediende Schilder GEMEENTEBESTUUR BINNENLAND S jende novelle I Vogelsang) Beten. zaak in fijne hgen, Apeldoorn laris Fl. 35. 1 Borgstorting ftanten. Bureau „VJis- indiensttreding Izaamheden. pschreven 'brie- Bureau Vlis— n een len de stad te Irt van werk te (n onder No. K Courant". |tte B IV. It 55. gevraagd een Inder kinderen. Ier maand. Te liss. Courant" IIJTER, Nieu- gen net Imorgenuren. Vliss Court.*' li fif rg-Rotterdair plaatsen. PASSAGIERS, VEE. dut. s. nr 8 an, <»r 8 bidt Woenn It? uur V ie; plburg Tvanso en len G VOS, Middelburg II. Ï53te BTERHOUT, eebt Gebrs, II novelle Eelsanq) VL1SSINGSCHE UNGIFTE TER INSCHRIJVING VOOR DE MILITIE. ])e Bmgfemeeester der Gemeente Vliusingen faengt ter kennis van wie het aangaat, inzon derheid van dè in het jaar 1902 geboren man nelijke personen, dat bij de Militiewet (Staats blad 1912, No. 21) het. volgende is bepaald: Wie moeten worden ingeschreven. trtikel 12. 1. Behoudens het bepaalde in art. ]S wordt voor do militie ingeschreven lo. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, die 0p 1 Januari van het jaar, volgende op dat, waarin bjj het 18de levonsjaar heeft volbracht, binnen bet Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Konink lijk België woonplaats heeft, of wiens vader, moedor of voogd op genoemd tijdstip in een dier Rijken woonplaats lieeft 2o. ieder meerderjarig mannelijk Nederlander, I die op genoemd tijdstip in oen der genoemde Rijken woonplaats heeft 3o. ieder mannelijk niefc-Nederlander, die op genoemd tijdstip ingezetene van het Rijk is. 2. Voor ingezetene in den zin dezer wet wordt A. de minderjarige niefc-Nederlander, die bin nen het Rijk woonplaats heeft: ]o. indien zijn vader, moeder of voogd binnen bet Rijk woonplaats heeft on gedurende de voor afgaande achttien maanden in het Rijk of in de I koloniën of bezittingen des Rijks in andere wo- 1 jdddeelen woonplaats gehad beeft I 2o. indien hij zelf gedurende do voorafgaande I achttien maanden in net Rijk of in de koloniën of bezittingen des Rijks in andere werelddeelen toonplaats gehad beeft, tenzij hij in den zin dezer een vader of moeder heeft en deze elders to binnen het Rijk woonplaats heeft l. de meerderjarige niet-Nederlander, die bin- I m het Riik woonplaats heeft en gedurende de I roorafgaande achttien maanden in het Rijk of F ;n de koloniën of bezittingen des Rijks in andere f werelddeelen woonplaats gehad heeft. 3. "Voor de toepassing van het bepaalde in hot vorig lid wordt gehouden I voor minderjarig hij, die minderjarig is in don I sin der Nederlandsche wet; voor meerderjarig hij, die woerderjarig is in len zin der Nenerlandeche wet. Wie niet inschrijvingsplichtig zijn. Art. 13. Voor de militie wordt niet inge- schreven-. lo. de ingezetene niet-Nederlander, die blijkt te bebooren tot een Staat, waar dc Nederlanders l niet aan den verplichten krijgsdienst zijn onder- l worpen of waar ten aanzien van den dienstplicht I het beginsel van wederkeerigheid is aangenomen J 2o. hij, die blijkt in do koloniën of bezittingen 1 des Rijks in andere werelddeelen woonplaats te I hébben, mits dit niet zij ter- zake van krijgsdienst. In welke gemeente de inschrijving moet geschieden. Art. 11. 1. Do inschrijving geschiedt: \o. van hem, bedoeld in art. 12, eerste lid, enkx lo. a zoo zijn vader, moeder of voogd biDnen het Rijs woonplaats heeft, in de gemeente der woon- jïiita van vader, moeder of voogd b. zoo hij binnen het Rijk woonplaats heeft, m de gemeente zijner woonplaats, tenzij bij in I <Jen zin dezer wet een vader, moeder of voogd beeft- en deze in eene andere gemeente binnen I het Rijk woonplaats heeft <s. zoo zijn vader, moeder of voogd in het I Duitsche Rijk en hij niet binnen bet Rijk woon- I plaats beeft, in de gemeente Amsterdam I d. zoo zijn vader, moeder of voogd inhefcKo- I ninknjk België en hij niet binnen het Rijk woon- I plaats heeft, in' de gemeente Rotterdam 1 e. zoo hij in hot Duitsche Rijk en zijn vader, Imoeder of voogd niet binnen het Rijk of in het 1 Koninkrijk België woonplaats heeft, in de ge- 1 neon te Amsterdam; f. zoo hij in het Koninkrijk België en zijn v&- de, moedor of voogd niet binnen hot Rijk of in I btt Duitsche Rijk woonplaatè heeft, in de ge- I meent© Botterdam I 2o. van hem, bedoeld in art. 12, eerste lid louder 2o.: a. zoo hij woonplaats heeft binnen het Rijk, lm do gemeente zijner woonplaats; n b. zoo hij woonplaats heeft m het Dnitscne wijk, in de gemeente Amsterdam I c. zoo hij woonplaats heeft in het Koninkrijk |Mk», in de gemeente Rotterdam; So. A. van hem, bedoeld in art. 12, eerst© lid, «ter 3o., indien bij minderjarig is a. too zijn vader, moeder of voogd binnen het I Rijk woonplaats heeft, in de gemeente der woon- Iflaas van vader, moeder of voogd; 1 I). zoo hij in den 2in dezer wet geen vader Aeder of voogd heeft of zoo zijn voogd niet I bien bet Rijk woonplaats heeft, in de gemeente, |*aar hij zelf woonplaats hoeft; I R.' van hem, bedoeld in art. 12, eerste lid, Wier 3o., indien hij meerderjarig is 1 ia de gemeente, waar hij woonplaats heeft. 1,2. De in bet vorig lid als plaats van inschrij- aangewezen gemeente is dte, waar de woon- lts gftvestigd is of was op 1 Januari, van het tor, volgende op dat, waarin de in te schrijven ■persoon het 18de levensjaar volbracht. Ten aan- van hem, wiens inschrijving te Amsterdam V te Rotterdam ffioet geschieden wegens woon- ■ftote onderscheidenlijk in bet Duitsche Rijk of het Koninkrijk België, wordt de gemeente, I1" r de inschrijving moet plaatshebben, bepaald het Rijk, waar de woonplaats geveBt-ed is ■J was op 1 Januari van het jaar volgenae op F. waarin de in te schrijven persoon het 18de fttosjaar- volbracht. Aangifte ter inschrijving. L hrt. 1". i. Hij, die volgens art. 12mootwor- 'Ca ingeschreven, is verplicht zich daartoe aan toeven bij den burgemeester der gemeente, waar "'•inschrijving moet geschieden. -■ Indien hij ongestold of afwezig is, rust de ^lichting tot het doen van de aangiftea. ïn- P® het oen minderjarige betreft, of) zijn vader, Pwer of voogd, mits de vader, moeder of voogd P«ton het Rijk, in het Duitsche Rijk of in hot PODinkrijk België woonplaats heeft, of indien T,y°peaij is opgedragen aan eeno rechtspersoon - R ei(* bezittende vereeniging, aan eene stichting eeno instelling van weldadigheid op de f^uorders b. indien het een meerderjarige bo. |3 n curateolo staat, op zijn curator- ten j min^orjariK°. die 'n den dezer wet r Vtwer, moeder of voogd heeft, of wiens va- Moeder of voogd niet binnen het Rijk, in Ho.n j'^Bche Rijk of in het Koninkrijk België ■tU i8 i8- behoudens het bepaalde in lid, steeds zelf tot het doen van do 14 S®. VerPli°ht. IJ. vji» die is opgenomen in een der in art. 16 It j Slichten en inrichtingen of behoort pijoel!) 1Q het tweede lid van genoemd artikel ,e Pteionen, dan wel in dienst is bij de "ij ket leger hier tc lande of bij de koloniale troepen, behoeft niet ter inschrijving te worden aangegeven. 5. Do aangifte geschiedt in de maand Jannari van het jaar, volgende op dat, waarin de in te schrijven 'persoon het 18e levensjaar volbracht. 6. Voor hem of baar, die tot het doen van de aangifte verplicht is, kan de aangifte geschieden door een ander, daartoe schriftéïijk gemachtigd. Opgave ter inschrijving. Art 16. 1. De bestuurders vunkrankzinnigen-, idioten-, doofstommen- en blivAengeBtichtenvan gevangenissen, van rijkswerkinrichtingen,van rijks opvoedingsgestichten en va,n tuchtscholen, zenden jaarlijks vóór 10 Januari eene opgave, ingericht in den door Ons te bepalen vorm, van de daarin opgonomeu mannelijke personen, die alsdan voor de militie moeten worden ingeschreven, aan Onzou commissaris in do provincie, binnen welke dc in schrijving iroet plaats hebben. 2. Ten aanzien van dc mannelijke personen, die ingevolge art. 39 van het Wetboek van Straf recht ter beschikking van de Regeerm? zijn ge steld cn niet in een Rijksopvoedingsgesticht zijn opgenomen, geschiedt gelijke opgave vanwege Onzen Minister van Justitie. 3. De inschrijving van de in het eerste en het tweede lid bedoelde personen, zoomede van die, welke in dienst zijn bij de zeemacht, bij het leger hier te lande of bij de koloniale troepen, geschiedt overeenkomstig door Ons tc geven voorschriften. Inschrijving na den gewonen tijd. Art. 17. 1. Voor do ruilifcio wordt ook inge schreven of wordt opnieuw ingeschreven lo. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, die na 1 Januari van het jaar, volgende op dat, waarin bii bet 18de levenejaar volbracht, en vóór het intreden van het 21ste levensjaar zijne woon plaats binnon het Riik, in hot Duitsche Rijk of in het Koninkrijk België gevostigdheeft en wiens vader, moeder of voogd niet re<xje in een dier. Rijken woonplaats had 2o. ïoder minderjarig mannelijk Nederlander, dio niet in een der genoemde Rijken woonplaats heeft, doen wiens vader, moeder of voogd na 1 Jannari van het jaar, volgendo op dat, waarin de minderjarige het Dde levensjaar volbracht, en vóór het intreden van dienB 21ste levensjaar, zijne of haro woonplaats binnen een dier Rijken ge vestigd heeft; 3o. ieder mannelijk minderjarige, dio na Ja nuari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en vóór hot intre den van het 1ste levensjaar Nederlander of op nieuw Nederlander is geworden, zoo hij of zijn vader, moeder of voogd binnen het Rijk, in hot Duitsebe Rijk of in het Koninkrijk België woon plaats heeft; 4o. ieder meerderjarig mannelijk Nederlander, die na 1 Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 8de levensjaar volbracht, en vóór het introden van het 2lstc levensjaar zijne woon plaats binnen bet rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koninkrijk België gevestigd hoeft 5o. ieder mannelijk meerderjarige, die na 1 Januari van bet jaar, volgende op dat, waarin hij hot 18de* levensjaar volbracht, en vóór het intreden van het lste levensjaar Nederlander of opnieuw Nederlander is geworden, zo'> hij binnen het Rijk. in het Duitsche Rijk of in het Konink rijk België woonplaats heeft"; 6o. ieaer mannelijk niet-Nederlander, dio na 1 Januari van hot jaar, volgende op dot, waarip hij het 8de levensjaar volbracht., en vóór het intreden van het lste levensjaar ingezetene of opnieuw ingezetene is geworden in den zin van axt. 12, tweede lid 7o. hij, die vóór het intreden van het '21 ate levensjaar ophoudt te verhoeren in een der ge vallen, bedoeld in art. 13, indien hij overigens, hetzij volgens art. 12, hetzij volgens hot hier boven onder lo.—8o. bepaalde, ingeschreven zou moeten worden. 2. Met betrekking tot bet bepaalde onder To. 6o. golden art. 12, laatste lid, en art. 13. 3. Ten aanzien van do gemeente, waar do in schrijving of de inschrijving opnieuw moet ge schieden, geldt art. 14, eorste lid, met dion ver stande, dat de plaats van inschrijving wordt be paald naar de gemeente of het Rijk," waar de woonplaats gevostigd is f was op den dag, waarop do in te schrijven persoon of zijn vader, moeder of voogd is geraakt in een der in het eerste lid van dit artikel omschreven gevallen. 4. Ten aanzien van de aangifte of opgave ter inschrijvirgof tor inschrijving opnieuw gelden de artt. fi en 6, met dien verstande, dat de aan gifte geschiedt binnen dertig en de opgave binnen tien dagen na den dag, waarop dc in te schrijven persoon of zijn vader, moeder of voogd is ge- aakt in een der in het eerste lid van dit artikel om schreven gevallen. Strafbepalingen. Artikel 102. J. Met hechtenis van ten hoogste veertien dagen oi geldboete van ten hoogste honderd vijftig gulden wordt gestraft do in art. I'S eerste of tweede lid, bedoelde persoon of diegene der in het laatstgenoemd lid bedoelde be- ïtuurder, die niet voldoet aan eene hem bij dat artikel of bij art. 17, vierde lid, opgelegde ver plichting. 2. Met gevangenisstraf van ten hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste zeshon derd gulden wordt gestraft hij, die opzettelijk een der in het eerste lid bedoelde feiten pleegt. Opmerking omtrent vrijstelling. Bij do in art. 15 vermelde aangifte ter in schrijving bestaat gelegenheid om op te geven de reden van vrijstelling, die de in te schrijven persoon meent te hebben. Beteekenis van de uitdrukkingen vader, moeder, voogd en curator. Waar in het bovenstaande sprake is van vader, moeder of voogd, heeft zulks betrekking op minderjarigen en strekt de uitdrukking „vader" voor bot geval, dat de vader de ouder lijke macht of de voogdij uitoefent; de uit drukking „moeder" voor bet geval, dat do moe der de ouderlijke macht of de voogdij uitoefent; eu de uitdrukking „voogd" voor het geval, dat over den minderjarige voogdij wordt nitgooefend door een ander dan den vader of de moeder. De uitdrukking „curator" heeft betrekking op meer derjarigen en steekt voor het geval, dat dezen onder curateele staan Waar in het bovenstaande sprake is van woonplaats, wordt ten aanzien van hen, die geen vnjwilligo woonplaats hebben dat zijn o. a. de minderjarigen daaronder verstaan de plaats, waar zij werkelijk wonen, en, zoo deze ontbroekt, de plaats van verblijf. Overlegging van stukken. Ten aanzien van ben, die elders geboren zijn, 1 kan bij het doen van de aangifte ter in- schrijving overlegging worden gevorderd van een uittreksel uit het goboorte-register, welk uittreksel voor zooveel het hier te lande wordt a'gegeven voor dit doel op aanvrago kosteloos wordt verstrekt. Tijd van aangifte. Voor het doen van de aangifte ter inschrijving die moet plaats hebben tusschen J en 31 Januari a.s., zal gelegenheid worden gegeven ter gemeente secretarie eiken werkdag van des voormiddage 9 tot 12 uur. Men wordt dringend verzocht, zich zoo mogelijk op eeo der aangegeven uren voor het doen der aangifte ter gemeente-secre tarie te vervoegen. Vlissingen, den 14 December 1920: Dq Burgemeester voornoemd, VAN WÜFXDEREN. TWEEDE KAMER. Vergadering van Dinsdag. De poging van den voorzitter om de vergaderingen der Kamér vroeger te doen aanvangen, mislukte den eersten dag ai geheel.' Te elf uur waren er 1 twintig leden en eerst re twaalf uur waren er 51. Daarmede was de Kamer dus even ver als op andere dagen. Bij den. aanvang der vergadering i vroeg de heer Wijnkooptvertóf vragen i te mogen richten tot den minister van buitenkmdsche zaken over het conflict met Serv-ifi. Over die aanvrage wordt t morgen beslist. i De rede V3n minister Pop ter beant- woording van de vele sprekers over de tijddijke afwijking van de militie-wet en de landstorm-voorzieningen, was zeer kort en dat ze krachtig was, kan cr niet bijgevoegd worden. Ze was voornamelijk een herhaling van oude pleidooien. De Volkenbond beteekerrt r.og niet veel, van ontwapening kan dus geen sprake zijn. Daarmede is het ontwapeningsvraagstuk afgedaan. Ne- j norland moei dos een leger houden. We offeren er echter niet onze laatste cent voor op. Dus als we het keurig willen zeggen een relatief-sterk leger, dat echter goed is uitgerust. Het oude praatje dus. Vermindering van het contingent be- tcekent dus vermindering van dc kos ten van het leger verlenging van den diensttijd beicekent langer profiteeren van de vorming der manschappen, het geen dus ook voordeei. is. Van veel gewicht is bij dit alles de lichamelijke opvoeding. De oorlog heeft daarvan het beiang doen inzien en het Neder- iandsche leger moet ook in de toekomst daarvan zeer veel voordeel hebben. Vóór alles dient daarop ivt; oog ge vestigd te worden-. Het wetsvoorstel draagt een tijde lijk karakter. Wordt het aangenomen dan zal de regeering de indiening van een dienstplichtwet bevorderen. Wordt het verworpen, dan zal de regeering de motieven die tot de verwerping leidden overwegen en daaruit haar conclusies trekken. Tot 1928 blijft de sterkte van het leger onveranderd en het voorge stelde is slechts een overgang daar heen. De motieTer Laan tot opheffing van het gcheele vestingstelsel kon de minister natuurlijk niet aannemen. Zon der steunpunten in een vesting is ons- leger heelemaal niets. De vestingen sloopen is daarom- erger dan een ont wapening. De inundatie bijv. is in Bei- giC gebleken een zeer belangrijk ver dedigingsmiddel te zijn. De heer Wijk wensehte dat de Ka mer nu eens duidelijk uitsprak of men wi! dat Nederland zich bij een aanval zal verdedigen of niet. in een- motie legde hij vast dat Nederland zich bij een eventueelen aanVaf niet -behoeft te verdedigen. Zij die den mond vo! heb ben van ontwapening moeten dan nu eens uitspreken of zij dit aandurven. De heer Van Zadelhoff zette uiteen hoe hun opvatting was. Ais zij uitgaan van d-e gedachte dat er geen oorlog meer komt, zijn ze vóór ontwapening. De heer Wijk stelde echter de mogelijk heid van een aanval op ons tand en dit is heel iets anders. De motieTer Laan om het «vesting- stelsel op te heffen werd natuurlijk -verworpen. Met de socialisten stemden dc communisten, de vrijzinnig-demo craten en de heeren Van der Laan en A. P. Staalman vóór. De motieWijk j kreeg maar drie stemmen, nl. van de j communisten. Een poging van de soGiaal-democra- j ten om het tijdelijk karakter aan de j wet te ontnemen, werd natuurlijk afge- i wezen. Daardoor zou de wet een gansch ander karakter krijgen.Even min kon succes hebben de poging van den heer Oud om den oefentijd te ver korten. De minister moest deze amen dementen afwijzen, wilde hij niet zijn geheele wet in gevaar brengen. De wijziging der Militiewet werd zonder stemming goedgekeurd de uitbreiding van den landstonnpiicht werd goedgekeurd met 50 tegen 27 stemmen. Het bekende groepje stemde tegen. voer van alle brandstoffen zonder on derscheid weder geheel vrij is. De oncierwijzerssalarlssen. Lit minister van onderwijs heeft tiians, naar de „Nieuwe Ct." meldt, de volgende wijzigingen gebracht in dc aanvankelijk door hem voorgenomen saiarieering van de onderwijzers De jaarwedde van den onderwijzer met de nieuwe onderwijzersakte be draagt 2200. na 12, 3, 4, 5. 6, 7, 8, 9, 11, i 3, 15 dienstjaren te vertioogen telkens met 100 (inax. 3400). Dc jaarwedde van de nieuwe onder wijzeres A der laagste klassen be draagt f 1600, na I, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 11. 13, 15 dienstjaren te verhoogen met telkens 100 (max. 2800). De jaarwedde van den onderwijzer met de outk- lagere akte bedraagt S 1600, na 1. 2, 3, 4, 5, 6. 7, 8. 9, 11. 13 cn 15 dienstjaren te verhoogen telkens met tOO (max. 2500). De jaarwedde van den onderwijzer met dc oude hoofdakte bedraagt ƒ1900. na 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7,-8, 9, il, 13 en 15 dienstjaren te verhoogen met telkens 100 (max. 3100). Vier extra-verhoogingen elk van >00 voor de mannelijke onderwijzers, die gehuwd zijn geweest, zoolang zij niet zijn hertrouwd, met dien verstande, da> bij eventueele hertrouw de verlagin gen die reeds Zijn verkregen, blijven toegekend. Aan de bijakten, waarvoor 100 wordt toegekend, die voor nuttige handwerken voor meisjes. De hoofden van dc nieuwe U.L.O.- scholen en van de bestaande 9-klassige M.U.L.O.-scholen ontvangen, een wed- deverhooging van i 100. Dc onderwijzers der zgn. kopklassen krijgen ais zoodanig 500 meer. De grondpartij. Wij ontvingen een exemplaar van het eerste nummer van „de Nieuwe Aarde", orgaan der grondpartij. Deze partij wi! de inkomsten van staat, provincie en gemeente uitsluitend verkrijgen uit a. de netto baten van mijnen, petroieumbronnen, veenlagen en bosschen en b. een belasting op dc waarde van den blooten grond. Bestrijding van de duurte, In scheepvaartkringen te Rotterdam en te Amsterdam worden pogingen in het werk gesteld om een kapitaal van 2 millioen gulden bijeen te brengen tot vorming van een maatschappij, ten doel hebbende de exploitatie vaii w in kels ter bestrijding van de duurte. De plaatsing van een bedrag van 1 millioen is reeds verzekerd. De Scheepvaart- Vereenigingen Noord cn Zuid zijn ook bij deze pogingen betrokken. Vrij vervoer van brandstoffen. De minister van landbouw heeft met ingang van heden ingetrokken zijn be schikking van 9 November 1917, ge wijzigd bij beschikking van 22 Decem ber 1917, zoodat van heden al het ver- PROV1NC1ALE STATEN. Vergadering van Dinsdagmorgen te 10 uur. Aanwezig 41 leden, afwezig de heer W. van Oeveren. Jaam>eddenregeling. Het voorstel van Ged. Staten tot wij- zlgng van de verordening, regelende de jaarwedden van provinciale ambtena ren, beambten en werklieden en dat van de heeren Lindeijer c.s. inzake de jaarwedden van liet bootpersoneel, had den in de afdeelingen tot zeer uitgebrei de discussies aanleiding gegeven. Wij bepalen ons er toe te melden, wat bij de openbare behandeling naar voren werd gebracht. De voorzitter wijst er op, dat de bei de laatste voorstellen van de heeren Lindeijer c.s. niet als amendementen op de voorstellen van Ged. Staten zullen kunnen worden behandeld, doch na af loop der andere punten afzonderlijk in behandeling zuilen worden genomen. De heer Van Nieuwkuyk zegt, dat Ged. Staten in hun voorstel mededeelen, getracht te hebben gelijkheid te schep pen, maar dat komt niet uit, wat o.a. blijkt bij ae ingenieurs, die in hun adres kiesch zijn en geen vergelijking maken met den hoofdingenieur of met de op zichters, eerstgenoemde heeft ƒ5500 7000 of evenveel als de rijks-hoofd ingenieurs, de opzichters iets meer als die van het rijk, doch de ingenieurs blij ven 1000 onder de rijksregeling en als de opzichters nog nog ƒ200 meer krij gen, staan de ingenieurs nog meer ten achter. Wat niet wil zeggen, dat spr. tegen verhooging voor de opzichters is. Spr. raakt in de war, als hij eerst leest van wijziging van een verordening en even verder van vaststelling eener ver ordening. Spr. wil weten of hij kinder toeslag zal kunnen voorstellen. Als het hem niet duidelijk wordt gemaakt, wat er nu eigenlijk bedoeld wordt, zal hij er over denken aan de saiarisregeling niet deel te nemen. De voorzittc-r zegt, dat alleen op de artikels, waarin Ged. Staten wijzigingen voorstellen, amendementen toelaatbaar zijn. Dit heeft de S.D.A.P. goed begre pen en tijdig haar voorstellen ingezon den. Kindertoeslag kan bij de bespre king van het afwijzend voorstel inzake verschillende adressen van ambtenaren worden behandeld als amendement. De heer Onderdijk brengt dank aan üed. Staten, dat zij aan liet verlangen in de zomervergadering in zijn motie neergelegd, hebben voldaan. Men is dankbaar, maar niet voldaan. Reeds een jaar geleden werden-de jaarwedden verzocht, die spr. en zijn medeleden der fractie thans voorsteden. Begrijpelijk is hef, dat na aanname- van sprekers motie ook andere categoriën adresseerden, dit komt, omdat nooit, een afdoende regeling is getroffen. Ged. Staten zijn niet duidelijk in hun antwoord, maar dat komt doordat de ambtenaren niet voldoende georganiseerd zijn en dit geeft verwarring. Wat de een vraagt, verzoekt de ander na te laten. Al is er nu eenige daling in de prijzen van som mige levensbehoeften, de stijging in 1920, in het bijzonder in September of October is de hoogste van de laatste raren geweest. Het is trouwens niet erg als de ambtenaren en werklieden nu eens eindelijk ook iets voor luxe over houden. Andere provincies verhoogen ook en geven kindertoeslag, duurtcfoe- .slag en vacantietoelage. De heer Van Nieuwkuyk had een voorstel inzake kindertoeslag tijdig moeten indienen en toonen, evengoed als spr. cn zijn vrienden het reglement van orde te kennen. Om verhouding in de loonen te handhaven, is spr. tegen partieele verhoogingen en rauwelijks Ingediende amendementen. Bij het le vend materiaal wordt te veel naar de financieele zijde der kwestie gekeken, doch bij dood materiaal betaalt men makkelijk iedere verhooging. Spr. dient een motie in, waarbij de verschillende adressen in handen van Ged. Staten worden gesteld met verzoek, na te gaan of de jaarwedden moeten worden ver hoogd. Alleen de regeling voor het bootpersoneel wil spr. direct behande len. De heer De Afeij spreekt voornamelijk over de verbetering der jaarwedden van het personeel van de booten, welke ioo- nen steeds te laag waren en de voor stellen van Ged. Staten verbeteren die loonen nog niet voldoende. Spr. wijst on een circulaire van den toch zeer zui nigen minister van financiën, die geen rijkspersoneel met minder dan 1600 salaris wil hebben. De provincie Zee- alhd blijft beneden dien maatstaf. Ook getoetst aan de andere salarissen, blijkt de belooning van het bootpersoneel te laag en blijven de voorstellen van Ged. Staten nog daar beneden. De lage be zoldiging is hinderlijk voor het verkrij gen en behouden van goed personeel Bovendien fs de verhooging en het loon niet in verhouding met den strijd om het bestaan. Tegen de prijsdaling van sommige levensmiddelen, die nog slechts gering is, staat de verhooging van de huur, welke door de nieuwe huurwet mogelijk wordt. De hc-er De Veer kan zich vereenigen met de voorstellen van Ged. Staten maar niet met die der S.D.A.P., die steeds de gewoonte hebben bij ieder sa- larisvoorstel er nog een schepje op te gooien. Dat doen zij altijd, maar als zij, zooais in Duitschland en Oostenrijk, zelf aan de regeering komen, dan zeg gen de meerderheidssocialisten, dat zij de hooge jaarwedden niet kunnen beta len. Een betrekkit» Lbij de provincie is een goede vaste ■**"trekking met een goed pensioen. Het voorstel-Lindeijer c.s. verbreekt de lijn met de andere ambtenaren. Spr. wijst er op, dat de S. D. A. P. mede verantwoordelijk is aan dc groote uitgaven voor verkeers- verbetering, waartoe Maandag besloten werd. Bij vergelijking met andere pro vincies, moet men voorzichtig zijn, want een lager salaris is nog niet altijd een mindere belooning voor gepresteerde diensten, ook de betiteling der ambtena ren is niet overal dezelfde. Spr. geeft toe dat 't levensonderhoud in September en October 1920 het hoogste was. Wij staan op het oogenblik voor een totaal onbekende toekomst, wat voor de pro vinciale jinanciën en ook voor de amb tenaren tot groote moeilijkheden kan leiden. Maar spr. wil de ambtenaren en werklieden heipen en stelt voor, over December een extra-toelage te geven van 5 van het over 1920 genoten sa laris met een mimimum van 100 en een maximum van 250. Als men met een vaste regeling wacht tot de zomerver gadering, is beter te overzien hoe de prijzen zich zullen regelen. Spreker's voorstel zal over 1920 20.000 kosten. De heer Van der Weijde vraagt, of de heer De Veer dezen toeslag bedoelt naast het voorstel van Ged. Staten, het geen de heer De Veer toestemmend be antwoordt. De heer Van de Putte beschouwt het voorstel v^p Ged. Staten, inzake het bootpersoneel, ais een tegemoetkoming in den verleden jaar ontstanen achter stand. Het voorstel-Lindeijer c.s. ,zal onbillijkheden tegenover andere ambte naren maken. Spr. gaat ook met het voorstel-De Veer mede. Thans voert de heer Van Dixhoorn het woord, doch hij is niet te volgen, door de onderlinge gesprekken der ie-

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1920 | | pagina 1