1000 150 100 25 lagers, eis, i spiekers, ischieters erkers. WOENSDAG 1 DECEMBER. Kfin^^nn te Vrouwe van Daimurt ibiedingen aanvragen. sje ïeisje ïeisje No. 284 58e Jaargang QEMEENTEBESTUUR FEUILLETON KAMEROVERZICHT. BINNENLAND F TTERDAMSCHE J. bestaat geée- ttsing van eerst» n léde jonge kracta- e drie genoemde >o plaatsing mo- flinke f?ROTJW Vrijdag. Bureau ,,Vliss. net 16 jaar. straat 27. Magazijn- en beneden 14 jaar, JN, Paul Kruger- RCKENS, Betie Jt tegen 1 Januari s 14 jaar. gen 's avonds ua neden de 15 jaar jndags vrij. ,Vliss. Ct." «Ssatscbsppij nt waart slburg-Rotterdan legen plaatsen. PASSAGIERS, N EN VEE. nber en wordt Woens dag 12 uur v.m, Middelburg omen N.V. Transp en i. Erven G VOS, te Middelburg I, Tel. 153; te OOSTERHOUT, Dordrecht Gebrs el. 101 7. tlii. y. asiï in r<£. IS 8 8 8 8 1920^ VLISS1NGSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJSVoor VSissingeu er.ae geinesmen op Walcücren 2.20 per drie i-aa»ösa. Franco door bet geheelc rjk /2.50. Voor België ƒ4.15. Voor overige landen der Posl-Unie 4.70. - ASzcnöeriig&e aummera 5 cent ÜipeUns I. li 01VELII k„ lis® M51, ïlisép. Islèss titlie, tOVERTEHTlEPRUSVan 14 regels f 1.10; voor iedere regel meer 26 ct. Familieberichten van 16 regels ƒ1.70. Bij abonnement speciale prijs Seclaraes 52 ct. per regel. Dienstaanbiedingen en -aanvragen 15 ct. per regel Mij&i fepiijb, ÉffiftÈri ep todïf m timm irkisdi füstdsps ÖS abosmé's, in 't bezit eener prijs, z§ti GRATIS verze- ttrd tegen ongelukken voor «hhmi niiii inri r'i~TT~"nr" "ir'u««wws gulden bij levens lange ongeschikt heid tot werken «iy®i een ongeluk rttv.71 •*r^.rfnvKnK-!iyy>~ rtr+v&ximw gulden b§ veriisg van een hand, voet o? oog gutden bij verlies van een duim gulden bij verlies i van een wijsvinger gulden bij verlies van eiken anderen vinger WINKELSLUITING. Burg. eu Weth. van Vlissingen brengen i« berinnering, dat volgens artikel 1, sub c, ifer verordening op de winkelsluiting tot en «et 6 December 1920 tot des avonds 10 gar de winkels (inbegrepen barbierswinkels kapperssalons) geopend mogen blijven, Vlissingen, 1 December 1920. Burg. en Weth. voornoemd, Ai. LAERNOES, L.B. De Secretaris, F. BISSCHOP LANDWEER. Oproeping in werkelijken dienst. De Burgemeester van Vlis&ingen, roept |l»ij dezen op de hieronder genoemde verlof- jfangers van de landweer, om wegens over reding van het artikel der Lar.dweerwet, achter hun naam vermeld, krachtens arlike! 35bis dier wet in werkelijken dienst te ko ten voor den duur, tegen het tijdstip en bij Zit korps of korpsonderdeel »'an het leger, r.ede hierna vermeld. Delmé, Josephus Hendrikus, lichting 1916b, soldaat Goethem van. Camilius Eudivicus, lichting 1916b, sergeant, en Senennaam van, Casper, lichting 1916o. «oldaat, allen behoorende tot het 39e Land weer-bataljon Infanterie, wegens overtre ding van art. 35bis der Landweerwet, voor den tijd van 6 dagen in werkelijken dienst worden opgeroepen bij het 14e Reg. Infan fcerie te Vlissingeii (Arsenaal), op 10 Januari 1921, voormiddags 9 uur. De opgeroepen verlofgangers moeten aich aanmelden in uniform gekleed en voor den van de tot hunne voorgeschreven uit- susting verder behoorende kleeding- en «trustingstukken, van de hun uitgereikte wapenen, voorwerpen van ledergoed, regle menten cn dienstvoorschriften, cn van hun «tkboekje en hun verlofpas. De verlofganger, die niet in het bezit is van een vervoerbewijs of passagebiljet, in gericht om daarop de reis te kunnen vol brengen, dan wel van het veer of van de ▼eren gebruik te maken, moet zich den feafsten werkdag vóór zijn vertrek ter Ge- tieente-Secretarie aanmelden, ten einde in Jet bezit te worden gesteld van de ver achte bescheiden. Behalve vrij vervoer, voor zoover de reis geschiedt binnen het Rijk, geniet de verlof ganger, die zich vier of meer uren vóór het tijdstip van aanmelding op reis moet be geven, desgewenscht op de dagen der reis een daggeld van ƒ0.25, ongeacht den rang, <Üen hij bekleedt. Hij, die aanspraak op daggeld heeft en dit wenscht te ontvan gen, moet het in ontvangst nemen ter ge meente-secretarie, den laatsten werkdag vóór het vertrek naar het korps. Ingeval ziekte of gebreken de opkomst mochten verhinderen, moet de verlofgan ger hiervan zoodra doenlijk doen blijken san den Commandeerende Officier van het voor zijne opkomst aangewezen korps, door overlegging van een geneeskundige ▼erklaring, welke op ongezegeld papier Iran worden gesteld. Het geneeskundig ge tuigschrift moet, wat betreft den verlof ganger, die zich buitenslands bevindt, zijn eene behoorlijk gelegaliseerde geneeskun- éige verklaring, afgegeven door een ter verblijfplaats van den verlofganger tot uit oefening van de genees- en heelkunde be voegd geneeskundige, waaruit blijkt, dat de in die verklaring met geslachts- en voorna ren aan te duiden persoon door hem niet a staat wordt geoordeeld om werkelijken dienst te verrichten op den daarvoor aan gewezen tijd. wwmwiftww» door CHARLES GARV1CE. Geautoriseerde vertaling van L P. WESSELINK—VAN ROSSUM. gg) (Nadruk verboden.) Er was stilte, terwijl aller oogen 4ich op Merle vestigden. „Ik kan tot geen ander besluit ko men", zeide hij ernstig. Lucille keek naar Marie en sloeg toen de oogen weer neer. Mevrouw fralton ging al de zaken na op deftige, nauwkeurige wijze. „Hemel", zeide zij, „ik herinner mij duidelijk, dat u ons gesproken hebt over het geheime woord', dat het pa neel kon ontsluiten. Wat ben ik blij, dat u 'ons 't woord niet gezegd hebt. ben zeker, miss Verner, dat u dank baar moet zijn, dat Lord Merle niet "ïging op uw verzoek om het geheim te vertellen." Marie keek neer met een mooien schijn van verslagenheid. Merle keerde 2|ch naar het raam het was Lucille die sprak. »Lord Merle vertelde Marie het woord", zeide zijl Mevrouw Dalton sprong op, sprong werkelijk op. Heeft hij het gezegd Hebt u het Hij, die zonder geldige reden niet vol doet aan deze oproeping, wordt als deser teur behandeld, zoodra hij ingevolge den last van den Minister van Oorlog als de serteur is afgevoerd. Hij, die zonder geldige reden zich te laat bij het korps aanmeldt, maakt zich straf schuldig. Zoodra de\ verlofganger in uniform ge kleed is, staat hij onder de krijgswetten. Zoo er aanleiding bestaat voor het vra gen van vergoeding wegens KOSTWIN NERSCHAP, behoort de persoon, die op die vergoeding aanspraak zou kunnen ma ken, zich zoo spoedig mogelijk met een daartoe strekkend eigenhandig ondertee kend en door den landweerplichtige mede- onderteekend verzoekschriften tot den Mi nister van Oorlog te wenden. Het verzoek schrift behoeft niet gezegeld te zijn het behoort ter Gemeente-Secretarie te worden ingeleverd. Indien ten tijde van de opkomst buiten gewone tijdsomstandigheden aanwezig zijn, moet het verzoekschrift worden gericht aan den Burgemeester. VBssingen, den 30en November 1920. De Burgemeester voornoemd. VAN WOEI.DEREN. EERSTE KAMER. In de gisteravond gehouden verga dering der Eerste Kamer, welke door J. J. G. Baron van Voorst tot Voorst werd gepresideerd, werden de geloofs brieven der beeren Blomjous en mr. Slingenberg goedgekeurd en tot toela ting van beide hoeren besloten. Hierop namen de heeren Blomjous en mr. Slingenberg, door den griffier binnengeleid, zitting, na in handen van den voorzitter de vereischte eeden te hebben afgelegd cn door dezen met hun benoeming te zijn gelukgewenscht. Ben missive van den lieer Colijn uit Londen is ingekomen houdende mede- deeling, dat hij zijn ontslag neemt als lid der Kamer, en onder verzekering, dat de jaren door hem in het college doorgebracht, steeds bij hem in aange name herinnering zullen blijven. De voorzitter zegt, dat hoewel de heer Colijn, geroepen door andere nut tige en noodzakelijke bezigheden den laatsten tijd weinig in de Kamer ver scheen, de Kamer toch zijn besluit be treurt, om ontslag te nemen. Immers wij zullen niet vergeten, welke klem mende betoogen hij hier hield en hoe hij, hier meermalen adviezen heeft uit gebracht van groote beteekenis. Een. persoonlijkheid, van de beteekenis van den heer Colijn is een sieraad voor ieder college. Spreker vertrouwt dan ook dat allen met hem zullen instemmen, wan neer hij de hoop uitspreekt, dat hij als de omstandigheden later veranderen, weder zitting zal nemen als lid dezer Kamer. TWEEDE KAMER. Vergadering van Dinsdag. Nog 17 sprekers over de onderwij zerssalarissen waren bij den aanvang van deze vergadering ingeschreven. Gedeeltelijk is het gesprokene natuur lijk een herhaling. Merkwaardig was te gezegd, Lord Merle „Ja, mevrouw", zeide hij. „Maar ik begrijp niet, wat dit met de inbraak te maken heeft." „Mevrouw Dalton denkt, dat ik die heb gepleegd", riep Marie pruilend. Merle lachte beleefd. „Als ik dat dacht, zou ik er niet over gesproken hebben, maar u de rest van het zilverwerk toegezonden hebben, zoodat uw collectie compleet zou zijn", sprak hij hoffelijk: „Maar in ernst, ik geloof niet, dat het feit, dat ik miss Verner het woord heb gezegd, dat het slot kon openen, iets te maken heeft met mijn verlies. Het is niet waarschijn lijk, dat zij het aan iemand gezegd heeft." „Neen", zeide mevrouw Dalton plech tig, „zelfs Miss Verner zou zich aan zulk een onbeschaamdheid niet schuldig maken." „Dat dacht ik ook", sprak hij luch tig- Lucille hief het hoofd op. Marie, zeg aan Lord Merle, dat u het wel verteld hebt", zeide zij lang zaam. Marie keek half verlegen, half ver drietig op. „O, Lucille Lord Merle, ik moet u zeggen, ik hoop, dat u niet te slecht over mij zult denken, maar maar ik vertelde het." Hij glimlachte, maar nog al ernstig. „Aan wien, miss Verner „Aan aan Lucille." midden daarvan des te meer de rede van den heer Van der Molen. Hei stel sel achtte hij juist en .'.Heen in details wenschte hij veranderingen, in den geest als de heer Van Wijnbergen heeft betoogd. Plooien-strijkerij dus In de eerste plaats moet de regeling voor de toekomstige onderwijzers vah deze re geling gescheiden worden, opdat een steen des aanstoots voor de thans in dienst zijnde onderwijzers zal zijn weg genomen. Alleen het salaris van de niet-hoofdakte bezitters moet z.i. ver hoogd worden en wel tot 2400 resp. 2800 gld. voor ongehuw ten en gehuw den. Volgens den heer Van der Molen waren dc salarissen beduidend verbe terd en hij betoogde da' slechts weini ge jongelui op 21-jarigen leeftijd 1900 gld. verdienen met het absoluut zekere dat dit zal verhoogd worden tot 3300 gld.'Het spijt hem dan ok zeer dat de onderwijzers van het b zonder onder wijs meededen met de „rooden" en -hij sprak een hartelijke waarschuwing tof zijn broeders en zusters om toch niet de mentaliteit van die rooden over te nemen. Duizenden in den lande gingen met de regeling vooruit en waren dank baar voor hetgeen ze bracht. Waar zijn die duizenden, vroeg de heer Albarda, waar hebben die duizenden zich geuit Wel zijn duizenden in Dén Haag bijeen gekomen, maar van hen is niemand te vreden. Waar heeft zich zelfs een tien tal geuit in den geest van den heer Van der Molen. Het stelsel was volgens de zen afgevaardigde een fooien-stelsel, omdat het nog als eisch heeft het beha len van akten, als prikkel om zich te blijven ontwikkelen, al beeft de school daaraan niets of weinig. Deze afgevaardigde deelde mede, dat het tekort aan leerkrachten zoo groot is, dat zelfs 62- en 63-jarige op wachtgeld gestelde onderwijzeressen weer in dienst worden jt" iteld. Volgens mej. Groeneweg was het stelsel van den minister het stelsel- v. d. Molen en de minister had slechte adviseurs geha-d. Het was ook volgens haar een fooien-stelsel, waarvan zij na tuurlijk niets moet hebben. Mr. Troelstra wees er op, dat in kor ten tijd, dit het tweede feit is dat be roering bracht in liet land beide feiten zijn het gevolg van het slechte beleid van de regeering. Het gaat voor de on derwijzers in de eerste plaats om de opschuiving van hun stand, hetgeen in het belang is van het onderwijs. Thans waren alle onderwijzers het broederlijk eens en het mocht een waarschuwing zijn voor de regeering. Wat er gebeuren zal als deze interpellatie geen belang rijke verbeteringen opleverde, kan de heer Troelstra niet bevroeden. Hij deed niet mee met den heer van Ravesteijn, die de onderwijzers aanried te staken, maar als hij bedacht -wat er op de Haagsche meeting tot uiting was geko men, dan vreesde hij, dat krachtige ac tie zou volgen, als dit debat niet veel winst opleverde. Het was nu van belang te weten wat de heer Buiten nu wel deed ten aanzien van dc motie-Ossendorp. „En aan niemand anders vroeg hij. Zij liet het hoofd hangen en zweeg. Zij speelde de comedie werkelijk met veel talent. „Ga door, als je blieft, Marie", zeide Lucille, bijna scherp. „Lord Merle, er was iemand anders in de kamer, toen miss Verner mij het woord noemde mijn kamenier was er bij - Susie Bond". „O, u denkt toch niet viel Marie in, berouwvol en angstig toen hield zij plotseling op, want Merle's gelaat was plotseling zeer ernstig en somber ge worden. „Hebt u het nog tegen of bij iemand anders genoemd, miss Verner?" vroeg hij rustig. „Neen", verklaarde Marie. „Neen, ik ben zeker, dat ik het niet deed. Lucille beknorde mij zoo, dat ik het gezegd had, waar Susie bij was, dat ik het aan niemand anders gezegd heb. O, ik hoop, toch niet, dat u denkt dat Susie er iets mg" te maken heeft „Dat is niet mogelijk 1" zeide Lucille rustig en waardig. „Wat moet ik er van zeggen", sprak hij. „U moet voor uzelf oordeelen. Het slot is met mijn sleutel geopend. Die moet uit den zak van de jas genomen zijn, die ik in mijn kamer heb laten hangen over een stoel een zeer zorgeloos iets, dat moet ik erkennen. De persoon, welke dien nam, moet bekend geweest zijn met het geheime woord. Wie was dat Buiten mij ken- Tegen de commissie van overleg ver- j cavalerie, 5 voor dc artillerie en 1 voor zette de heer de Savornin Lohman zich de genie. Zoodanige commissie mag advies ge- B. Ten behoeve van de adspiranten. ven, maar alleen de regeering en de bedoeld in art. 26 der wet op het Mi- Kamer hebben recht te beslissen. Daar- j litair Onderwijs van mag niet worden afgeweken. De i lo. Voor het leger hier te lande 4 regeering kan ook niet een soort arbi- l voor de infanterie, 1 voor de cavalerie, trage aanvaarden. Overigens was hij 3 voor de artillerie en 2 voor de het eens met de heeren Van Wijnbergen en v. d. Molen, wat betrof de noodzake lijkheid van bezuiniging op de school gebouwen en op de leermiddelen, die veel meer uniform moesten zijn. Hij was echter tegen beide moties, het aan het beleid der regeering verder overlatend. Reorganisatie van het leger. Op vragen van den heer Duymaer van Twist betreffende het ter kennis van de Kamer brengen van de plannen in zake de voorgenomen reorganisatie van het leger, heeft minister Pop geantwoord dat hij tot onderscheiden leger-autori- gelijkgestelde jongelieden feiten geheime brieven, betrekkelijk de - 2o. Voor het leger in Nederlandsch- Indië 16 voor de infanterie, 2 voor de cavalerie, 6 voor de artillerie en 2 voor de genie. Vermits bij het eindexamen H. B. S. met 5-jarigen cursus geen onderzoek meer wordt ingesteld naar de kennis in het vak mechanica, zal dit vak ook niet meer worden gevorderd bij het toe latingsexamen tot de Koninklijke Mili taire Academie. Voor het toelatingsexamen tot de cadettenschool in 1921 zijn beschikbaar 31 plaatsen, t.w. 10 plaatsen voor den dienst hier te lande en 21 plaatsen voor dien in Nederl.-Indiff, waaronder een plaats voor inlandsche of daarmede voorgenomen reorganisatie vatt het le ger heeft gericht, waarin op grond van de daarbij verstrekte aanwijzingen op dracht werd gegeven tot het indienen van adviezen, het verzamelen van gege vens of het ontwerpen van regelingen. Daar een wijziging van de vredesorga nisatie eerst aan de orde komt bij het eerlang in te dienen ontwerp voor een nieuwe dienstplichtwet bestond er geen aanleidng reeds bij het wetsontwerp tijdelijke afwijkingen van de Militiewei, de Kamer met de voorgenomen reor ganisatieplannen in kennis te stellen. Bij de memorie van antwoord op het voorloopig verslag heeft de minister De gehuwde en ongehuwde moeder. De Ned. Christen-Vrouwenbond, dc Ned. Vrouwenbond tot verhooging van het zedelijk bewustzijn en de vereeni- ging ter behartiging van de belangen der jongemeisjes hebben een adres gericht tot de Tweede Kamer naar aanleiding van de motie, ingediend doo' mevrouw Groeneweg. Adressanten voelen zich gedrongen ter kennis van de Katner te brengen, dat tegen de daarin neergelegde ge dachte bij hen ernstige bezwaren ziju i van principieelen aard. Immers moet de gelijkstelling van de ;ehuwde met de ongehuwde moeder echter reeds mededeelingen betreffende i bedenkelijke gevolgen "met zich bren- de voorgenomen reorganisatie ver* gen. strekt. I Zeer .zeker heeft 'te Christelijke liefde j getoond, uit deernis met de ongehuw- De ex-kroonprins. cte moeder deze krachtig te willen steu- In het Engelsehe Lagerhuis stelde j nen. maar deze steun moet worden Frederick Hal een vraag, waarbij hij de verleend krachtens barmhartigheid, aandacht vestigde op de geruchten, j welke de veroordeeling der zonde on- dat de ex-kroonprins in verbinding had j gerept iaat. gestaan met de leiders van de monar- Het scheppen van een recht voor de chale partij' in Pruisen, met het doel om J ongehuwde moeder tegenover den de huidige rgeering omver te werpen, i Staaf moet evenwel leiden tot minach- Bonar Law antwoordde ik weet, t ting van het (huwelijk en ontwrichting dat er dergelijke geruchten eenigen tijd van het gezinsleven. geleden hebben geloopen, maar men heeft er niet veel waarde aan gehecht lk twijfel er niet aan, of de Nederland- sehe regeering zal haar verantwoorde lijkheid met betrekking tot den kroon prins zeer ernstig opvatten. Toelating tot de Koninklijke Militaire Academie en de Cadettenschool in 1921 Ten behoeve van de Koninklijke Mi litaire Academie worden opengesteld 66 plaatsen, verdeeld als volgt A. Ten behoeve van de Cadetten school lo. Voor het leger hier te lande 4 voor de infanterie, 1 voor de cavalerie, 4 voor de artillerie en 3 voor de genie. 2o. Voor het leger in Nederlandsch- Indië 11 voor de infanterie, 1 voor de den slechts drie menschen dit miss Darracourt, miss Verner en dat meisje hoe heet zij ook weer „Susie", zeide Marie, verschrikt fluis terend. „En denkt u, dat mijn kamenier, een onschuldig, eenvoudig meisje met goe de beginselen naar uw kamer ging en hef zilverwerk stal sprak Lucille met een ongeloovig lachje. „Neen", antwoordde hij bedaard, of schoon haar toon eenige gemelijkheid van zijne zijde gewettigd had. „Neen, dat denk ik niet maar ik denk, dat het mogelijk is, dat zij iemand anders het woord kan gezegd hebben." Er hcerschte stilzwijgen. „Aan wien kan zij het verteld heb ben vroeg mevrouw Dalton. „Wel aan vijftig menschen 1" zei hij, de schouders ophalend. ,Een zou al genoeg zijn, wanneer die niet eerlijk was", merkte mevrouw Dal ton op. „juist", zeide hij. Weer zweeg men toen sprak Lucil le ernstig „Lord Merle, mij dunkt, u hebt ons nog niet alles gezegd." „Wat bent u vlug in het rader, mijner gedachten", mompelde hij zacht. „Neen, dat heb ik ook niet. Het pijn lijkste deel heb ik achtergehouden, maar ik vrees, dat ik het 11 moet zeg gen, daar wij zoo ver gekomen zijn." „U hadt het mij dadelijk' moeten zeg gen", sprak zij: somber. Voor zoover de overheid de gehuw de moeder steun wil verieenen, meenen adressanten, dat die steun veel zuiver der langs den weg der verzekering dan door middel van een kostelooze staats- uitkeering kan worden gebracht, waar om zij^ met aandrang verzoeken, de motie-öroeneweg te verwerpen. De Rotterdamsche Handels- en Landbouwbank. Zaterdagmiddag te circa 4 uur heeft de rijkspolitie zich toegang verschaft tot de lokalen van de drukkerij „De Meierij" te Eindhoven, met het doel eventueele overtredingen van de Ar beidswet te constateeren. Er bleken op dat uur, naar het „Eindhovensch Dag blad" meldt, zes man van het personeel „Het is dit", zeide hij. „!k sprak van voetindrukken buiten de kassen, het waren die van een man, en ik hac! te vergeefs kunnen trachten te raden van wien zij waren, maar bij toeval wist ik het Gisterenavond was ik in mijn ka mer aan het raam, vlak tegenover de kassen, toen ik mijn bottelier, Forbes, hoorde spreken met een man, juist on der het raam. Vreemd als het is of misschien is het niet vreemd spraken zij over het zilver. Het schijnt dat Forbes naar den man toekwam, die keek neen, juist niet keek, maar stond te leunen bij de deur, en door het raam naar het buffet keek en de man vestigde Forbes' aandacht er op, dat de een of andere landlooper 'het zilver zou kunnen me- denemen. Hij scheen geheel veront waardigd te zijn, dat zulk een verzoe king kon bestaan, en ik besloot op dat oogenblik, dat het zilver zou worden weggezet, maar het volgende oogen blik vergat ik het weer. Die man en Forbes spraken even met elkaar toen ging hij de man bedoel ik weg." „Dat is de dief 1" riep mevrouw Dal ton. „Ik denk, dat zijn verontwaardi ging maar een voorwendsel was." Hij keek naar haar met gefronste wenkbrauwen en staarde toen naar Lucille. „Wie was de man Kent ti hem vroeg Marie. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1920 | | pagina 1