1000
150
100
25
lagers,
eis,
i spiekers,
ischieters
erkers.
WOENSDAG
1 DECEMBER.
Kfin^^nn
te Vrouwe van Daimurt
ibiedingen
aanvragen.
sje
ïeisje
ïeisje
No. 284
58e Jaargang
QEMEENTEBESTUUR
FEUILLETON
KAMEROVERZICHT.
BINNENLAND
F
TTERDAMSCHE
J. bestaat geée-
ttsing van eerst»
n
léde jonge kracta-
e drie genoemde
>o plaatsing mo-
flinke
f?ROTJW
Vrijdag.
Bureau ,,Vliss.
net
16 jaar.
straat 27.
Magazijn- en
beneden 14 jaar,
JN, Paul Kruger-
RCKENS, Betie
Jt tegen 1 Januari
s 14 jaar.
gen 's avonds ua
neden de 15 jaar
jndags vrij.
,Vliss. Ct."
«Ssatscbsppij nt
waart
slburg-Rotterdan
legen plaatsen.
PASSAGIERS,
N EN VEE.
nber
en wordt Woens
dag 12 uur v.m,
Middelburg
omen
N.V. Transp en
i. Erven G VOS,
te Middelburg
I, Tel. 153; te
OOSTERHOUT,
Dordrecht Gebrs
el. 101
7. tlii.
y. asiï
in
r<£. IS
8
8
8
8
1920^
VLISS1NGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJSVoor VSissingeu er.ae geinesmen op Walcücren 2.20
per drie i-aa»ösa. Franco door bet geheelc rjk /2.50. Voor België ƒ4.15.
Voor overige landen der Posl-Unie 4.70. - ASzcnöeriig&e aummera 5 cent
ÜipeUns I. li 01VELII k„ lis® M51, ïlisép. Islèss titlie,
tOVERTEHTlEPRUSVan 14 regels f 1.10; voor iedere regel meer 26 ct.
Familieberichten van 16 regels ƒ1.70. Bij abonnement speciale prijs
Seclaraes 52 ct. per regel. Dienstaanbiedingen en -aanvragen 15 ct. per regel
Mij&i fepiijb, ÉffiftÈri ep todïf m timm irkisdi
füstdsps
ÖS abosmé's, in 't bezit eener
prijs, z§ti GRATIS verze-
ttrd tegen ongelukken voor
«hhmi niiii inri r'i~TT~"nr" "ir'u««wws
gulden bij levens
lange ongeschikt
heid tot werken
«iy®i een ongeluk
rttv.71 •*r^.rfnvKnK-!iyy>~ rtr+v&ximw
gulden b§ veriisg
van een hand,
voet o? oog
gutden bij verlies
van
een duim
gulden bij verlies i
van een
wijsvinger
gulden bij verlies
van eiken
anderen vinger
WINKELSLUITING.
Burg. eu Weth. van Vlissingen brengen
i« berinnering, dat volgens artikel 1, sub c,
ifer verordening op de winkelsluiting tot en
«et 6 December 1920 tot des avonds 10
gar de winkels (inbegrepen barbierswinkels
kapperssalons) geopend mogen blijven,
Vlissingen, 1 December 1920.
Burg. en Weth. voornoemd,
Ai. LAERNOES, L.B.
De Secretaris,
F. BISSCHOP
LANDWEER.
Oproeping in werkelijken dienst.
De Burgemeester van Vlis&ingen, roept
|l»ij dezen op de hieronder genoemde verlof-
jfangers van de landweer, om wegens over
reding van het artikel der Lar.dweerwet,
achter hun naam vermeld, krachtens arlike!
35bis dier wet in werkelijken dienst te ko
ten voor den duur, tegen het tijdstip en bij
Zit korps of korpsonderdeel »'an het leger,
r.ede hierna vermeld.
Delmé, Josephus Hendrikus, lichting
1916b, soldaat Goethem van. Camilius
Eudivicus, lichting 1916b, sergeant, en
Senennaam van, Casper, lichting 1916o.
«oldaat, allen behoorende tot het 39e Land
weer-bataljon Infanterie, wegens overtre
ding van art. 35bis der Landweerwet, voor
den tijd van 6 dagen in werkelijken dienst
worden opgeroepen bij het 14e Reg. Infan
fcerie te Vlissingeii (Arsenaal), op 10
Januari 1921, voormiddags 9 uur.
De opgeroepen verlofgangers moeten
aich aanmelden in uniform gekleed en voor
den van de tot hunne voorgeschreven uit-
susting verder behoorende kleeding- en
«trustingstukken, van de hun uitgereikte
wapenen, voorwerpen van ledergoed, regle
menten cn dienstvoorschriften, cn van hun
«tkboekje en hun verlofpas.
De verlofganger, die niet in het bezit is
van een vervoerbewijs of passagebiljet, in
gericht om daarop de reis te kunnen vol
brengen, dan wel van het veer of van de
▼eren gebruik te maken, moet zich den
feafsten werkdag vóór zijn vertrek ter Ge-
tieente-Secretarie aanmelden, ten einde in
Jet bezit te worden gesteld van de ver
achte bescheiden.
Behalve vrij vervoer, voor zoover de reis
geschiedt binnen het Rijk, geniet de verlof
ganger, die zich vier of meer uren vóór het
tijdstip van aanmelding op reis moet be
geven, desgewenscht op de dagen der reis
een daggeld van ƒ0.25, ongeacht den rang,
<Üen hij bekleedt. Hij, die aanspraak op
daggeld heeft en dit wenscht te ontvan
gen, moet het in ontvangst nemen ter ge
meente-secretarie, den laatsten werkdag
vóór het vertrek naar het korps.
Ingeval ziekte of gebreken de opkomst
mochten verhinderen, moet de verlofgan
ger hiervan zoodra doenlijk doen blijken
san den Commandeerende Officier van het
voor zijne opkomst aangewezen korps,
door overlegging van een geneeskundige
▼erklaring, welke op ongezegeld papier
Iran worden gesteld. Het geneeskundig ge
tuigschrift moet, wat betreft den verlof
ganger, die zich buitenslands bevindt, zijn
eene behoorlijk gelegaliseerde geneeskun-
éige verklaring, afgegeven door een ter
verblijfplaats van den verlofganger tot uit
oefening van de genees- en heelkunde be
voegd geneeskundige, waaruit blijkt, dat de
in die verklaring met geslachts- en voorna
ren aan te duiden persoon door hem niet
a staat wordt geoordeeld om werkelijken
dienst te verrichten op den daarvoor aan
gewezen tijd.
wwmwiftww»
door
CHARLES GARV1CE.
Geautoriseerde vertaling van
L P. WESSELINK—VAN ROSSUM.
gg) (Nadruk verboden.)
Er was stilte, terwijl aller oogen
4ich op Merle vestigden.
„Ik kan tot geen ander besluit ko
men", zeide hij ernstig.
Lucille keek naar Marie en sloeg
toen de oogen weer neer. Mevrouw
fralton ging al de zaken na op deftige,
nauwkeurige wijze.
„Hemel", zeide zij, „ik herinner mij
duidelijk, dat u ons gesproken hebt
over het geheime woord', dat het pa
neel kon ontsluiten. Wat ben ik blij,
dat u 'ons 't woord niet gezegd hebt.
ben zeker, miss Verner, dat u dank
baar moet zijn, dat Lord Merle niet
"ïging op uw verzoek om het geheim
te vertellen."
Marie keek neer met een mooien
schijn van verslagenheid. Merle keerde
2|ch naar het raam het was Lucille
die sprak.
»Lord Merle vertelde Marie het
woord", zeide zijl
Mevrouw Dalton sprong op, sprong
werkelijk op.
Heeft hij het gezegd Hebt u het
Hij, die zonder geldige reden niet vol
doet aan deze oproeping, wordt als deser
teur behandeld, zoodra hij ingevolge den
last van den Minister van Oorlog als de
serteur is afgevoerd.
Hij, die zonder geldige reden zich te laat
bij het korps aanmeldt, maakt zich straf
schuldig.
Zoodra de\ verlofganger in uniform ge
kleed is, staat hij onder de krijgswetten.
Zoo er aanleiding bestaat voor het vra
gen van vergoeding wegens KOSTWIN
NERSCHAP, behoort de persoon, die op
die vergoeding aanspraak zou kunnen ma
ken, zich zoo spoedig mogelijk met een
daartoe strekkend eigenhandig ondertee
kend en door den landweerplichtige mede-
onderteekend verzoekschriften tot den Mi
nister van Oorlog te wenden. Het verzoek
schrift behoeft niet gezegeld te zijn het
behoort ter Gemeente-Secretarie te worden
ingeleverd.
Indien ten tijde van de opkomst buiten
gewone tijdsomstandigheden aanwezig zijn,
moet het verzoekschrift worden gericht aan
den Burgemeester.
VBssingen, den 30en November 1920.
De Burgemeester voornoemd.
VAN WOEI.DEREN.
EERSTE KAMER.
In de gisteravond gehouden verga
dering der Eerste Kamer, welke door
J. J. G. Baron van Voorst tot Voorst
werd gepresideerd, werden de geloofs
brieven der beeren Blomjous en mr.
Slingenberg goedgekeurd en tot toela
ting van beide hoeren besloten.
Hierop namen de heeren Blomjous
en mr. Slingenberg, door den griffier
binnengeleid, zitting, na in handen van
den voorzitter de vereischte eeden te
hebben afgelegd cn door dezen met
hun benoeming te zijn gelukgewenscht.
Ben missive van den lieer Colijn uit
Londen is ingekomen houdende mede-
deeling, dat hij zijn ontslag neemt als
lid der Kamer, en onder verzekering,
dat de jaren door hem in het college
doorgebracht, steeds bij hem in aange
name herinnering zullen blijven.
De voorzitter zegt, dat hoewel de
heer Colijn, geroepen door andere nut
tige en noodzakelijke bezigheden den
laatsten tijd weinig in de Kamer ver
scheen, de Kamer toch zijn besluit be
treurt, om ontslag te nemen. Immers
wij zullen niet vergeten, welke klem
mende betoogen hij hier hield en hoe
hij, hier meermalen adviezen heeft uit
gebracht van groote beteekenis. Een.
persoonlijkheid, van de beteekenis van
den heer Colijn is een sieraad voor ieder
college. Spreker vertrouwt dan ook dat
allen met hem zullen instemmen, wan
neer hij de hoop uitspreekt, dat hij als
de omstandigheden later veranderen,
weder zitting zal nemen als lid dezer
Kamer.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Dinsdag.
Nog 17 sprekers over de onderwij
zerssalarissen waren bij den aanvang
van deze vergadering ingeschreven.
Gedeeltelijk is het gesprokene natuur
lijk een herhaling. Merkwaardig was te
gezegd, Lord Merle
„Ja, mevrouw", zeide hij. „Maar ik
begrijp niet, wat dit met de inbraak te
maken heeft."
„Mevrouw Dalton denkt, dat ik die
heb gepleegd", riep Marie pruilend.
Merle lachte beleefd.
„Als ik dat dacht, zou ik er niet over
gesproken hebben, maar u de rest van
het zilverwerk toegezonden hebben,
zoodat uw collectie compleet zou zijn",
sprak hij hoffelijk: „Maar in ernst, ik
geloof niet, dat het feit, dat ik miss
Verner het woord heb gezegd, dat het
slot kon openen, iets te maken heeft
met mijn verlies. Het is niet waarschijn
lijk, dat zij het aan iemand gezegd
heeft."
„Neen", zeide mevrouw Dalton plech
tig, „zelfs Miss Verner zou zich aan
zulk een onbeschaamdheid niet schuldig
maken."
„Dat dacht ik ook", sprak hij luch
tig-
Lucille hief het hoofd op.
Marie, zeg aan Lord Merle, dat u
het wel verteld hebt", zeide zij lang
zaam.
Marie keek half verlegen, half ver
drietig op.
„O, Lucille Lord Merle, ik moet
u zeggen, ik hoop, dat u niet te
slecht over mij zult denken, maar
maar ik vertelde het."
Hij glimlachte, maar nog al ernstig.
„Aan wien, miss Verner
„Aan aan Lucille."
midden daarvan des te meer de rede
van den heer Van der Molen. Hei stel
sel achtte hij juist en .'.Heen in details
wenschte hij veranderingen, in den
geest als de heer Van Wijnbergen heeft
betoogd. Plooien-strijkerij dus In de
eerste plaats moet de regeling voor de
toekomstige onderwijzers vah deze re
geling gescheiden worden, opdat een
steen des aanstoots voor de thans in
dienst zijnde onderwijzers zal zijn weg
genomen. Alleen het salaris van de
niet-hoofdakte bezitters moet z.i. ver
hoogd worden en wel tot 2400 resp.
2800 gld. voor ongehuw ten en gehuw
den. Volgens den heer Van der Molen
waren dc salarissen beduidend verbe
terd en hij betoogde da' slechts weini
ge jongelui op 21-jarigen leeftijd 1900
gld. verdienen met het absoluut zekere
dat dit zal verhoogd worden tot 3300
gld.'Het spijt hem dan ok zeer dat de
onderwijzers van het b zonder onder
wijs meededen met de „rooden" en -hij
sprak een hartelijke waarschuwing tof
zijn broeders en zusters om toch niet
de mentaliteit van die rooden over te
nemen. Duizenden in den lande gingen
met de regeling vooruit en waren dank
baar voor hetgeen ze bracht. Waar zijn
die duizenden, vroeg de heer Albarda,
waar hebben die duizenden zich geuit
Wel zijn duizenden in Dén Haag bijeen
gekomen, maar van hen is niemand te
vreden. Waar heeft zich zelfs een tien
tal geuit in den geest van den heer Van
der Molen. Het stelsel was volgens de
zen afgevaardigde een fooien-stelsel,
omdat het nog als eisch heeft het beha
len van akten, als prikkel om zich te
blijven ontwikkelen, al beeft de school
daaraan niets of weinig.
Deze afgevaardigde deelde mede, dat
het tekort aan leerkrachten zoo groot
is, dat zelfs 62- en 63-jarige op
wachtgeld gestelde onderwijzeressen
weer in dienst worden jt" iteld.
Volgens mej. Groeneweg was het
stelsel van den minister het stelsel-
v. d. Molen en de minister had slechte
adviseurs geha-d. Het was ook volgens
haar een fooien-stelsel, waarvan zij na
tuurlijk niets moet hebben.
Mr. Troelstra wees er op, dat in kor
ten tijd, dit het tweede feit is dat be
roering bracht in liet land beide feiten
zijn het gevolg van het slechte beleid
van de regeering. Het gaat voor de on
derwijzers in de eerste plaats om de
opschuiving van hun stand, hetgeen in
het belang is van het onderwijs. Thans
waren alle onderwijzers het broederlijk
eens en het mocht een waarschuwing
zijn voor de regeering. Wat er gebeuren
zal als deze interpellatie geen belang
rijke verbeteringen opleverde, kan de
heer Troelstra niet bevroeden. Hij deed
niet mee met den heer van Ravesteijn,
die de onderwijzers aanried te staken,
maar als hij bedacht -wat er op de
Haagsche meeting tot uiting was geko
men, dan vreesde hij, dat krachtige ac
tie zou volgen, als dit debat niet veel
winst opleverde.
Het was nu van belang te weten wat
de heer Buiten nu wel deed ten aanzien
van dc motie-Ossendorp.
„En aan niemand anders vroeg hij.
Zij liet het hoofd hangen en zweeg.
Zij speelde de comedie werkelijk met
veel talent.
„Ga door, als je blieft, Marie", zeide
Lucille, bijna scherp. „Lord Merle, er
was iemand anders in de kamer, toen
miss Verner mij het woord noemde
mijn kamenier was er bij - Susie
Bond".
„O, u denkt toch niet viel Marie
in, berouwvol en angstig toen hield zij
plotseling op, want Merle's gelaat was
plotseling zeer ernstig en somber ge
worden.
„Hebt u het nog tegen of bij iemand
anders genoemd, miss Verner?" vroeg
hij rustig.
„Neen", verklaarde Marie. „Neen, ik
ben zeker, dat ik het niet deed. Lucille
beknorde mij zoo, dat ik het gezegd
had, waar Susie bij was, dat ik het aan
niemand anders gezegd heb. O, ik hoop,
toch niet, dat u denkt dat Susie er iets
mg" te maken heeft
„Dat is niet mogelijk 1" zeide Lucille
rustig en waardig.
„Wat moet ik er van zeggen", sprak
hij. „U moet voor uzelf oordeelen. Het
slot is met mijn sleutel geopend. Die
moet uit den zak van de jas genomen
zijn, die ik in mijn kamer heb laten
hangen over een stoel een zeer
zorgeloos iets, dat moet ik erkennen.
De persoon, welke dien nam, moet
bekend geweest zijn met het geheime
woord. Wie was dat Buiten mij ken-
Tegen de commissie van overleg ver- j cavalerie, 5 voor dc artillerie en 1 voor
zette de heer de Savornin Lohman zich de genie.
Zoodanige commissie mag advies ge- B. Ten behoeve van de adspiranten.
ven, maar alleen de regeering en de bedoeld in art. 26 der wet op het Mi-
Kamer hebben recht te beslissen. Daar- j litair Onderwijs
van mag niet worden afgeweken. De i lo. Voor het leger hier te lande 4
regeering kan ook niet een soort arbi- l voor de infanterie, 1 voor de cavalerie,
trage aanvaarden. Overigens was hij 3 voor de artillerie en 2 voor de
het eens met de heeren Van Wijnbergen
en v. d. Molen, wat betrof de noodzake
lijkheid van bezuiniging op de school
gebouwen en op de leermiddelen, die
veel meer uniform moesten zijn. Hij was
echter tegen beide moties, het aan het
beleid der regeering verder overlatend.
Reorganisatie van het leger.
Op vragen van den heer Duymaer van
Twist betreffende het ter kennis van de
Kamer brengen van de plannen in zake
de voorgenomen reorganisatie van het
leger, heeft minister Pop geantwoord
dat hij tot onderscheiden leger-autori- gelijkgestelde jongelieden
feiten geheime brieven, betrekkelijk de -
2o. Voor het leger in Nederlandsch-
Indië 16 voor de infanterie, 2 voor de
cavalerie, 6 voor de artillerie en 2 voor
de genie.
Vermits bij het eindexamen H. B. S.
met 5-jarigen cursus geen onderzoek
meer wordt ingesteld naar de kennis
in het vak mechanica, zal dit vak ook
niet meer worden gevorderd bij het toe
latingsexamen tot de Koninklijke Mili
taire Academie.
Voor het toelatingsexamen tot de
cadettenschool in 1921 zijn beschikbaar
31 plaatsen, t.w. 10 plaatsen voor den
dienst hier te lande en 21 plaatsen voor
dien in Nederl.-Indiff, waaronder een
plaats voor inlandsche of daarmede
voorgenomen reorganisatie vatt het le
ger heeft gericht, waarin op grond van
de daarbij verstrekte aanwijzingen op
dracht werd gegeven tot het indienen
van adviezen, het verzamelen van gege
vens of het ontwerpen van regelingen.
Daar een wijziging van de vredesorga
nisatie eerst aan de orde komt bij het
eerlang in te dienen ontwerp voor een
nieuwe dienstplichtwet bestond er geen
aanleidng reeds bij het wetsontwerp
tijdelijke afwijkingen van de Militiewei,
de Kamer met de voorgenomen reor
ganisatieplannen in kennis te stellen.
Bij de memorie van antwoord op het
voorloopig verslag heeft de minister
De gehuwde en ongehuwde moeder.
De Ned. Christen-Vrouwenbond, dc
Ned. Vrouwenbond tot verhooging van
het zedelijk bewustzijn en de vereeni-
ging ter behartiging van de belangen
der jongemeisjes hebben een adres
gericht tot de Tweede Kamer naar
aanleiding van de motie, ingediend doo'
mevrouw Groeneweg.
Adressanten voelen zich gedrongen
ter kennis van de Katner te brengen,
dat tegen de daarin neergelegde ge
dachte bij hen ernstige bezwaren ziju
i van principieelen aard.
Immers moet de gelijkstelling van de
;ehuwde met de ongehuwde moeder
echter reeds mededeelingen betreffende i bedenkelijke gevolgen "met zich bren-
de voorgenomen reorganisatie ver* gen.
strekt. I Zeer .zeker heeft 'te Christelijke liefde
j getoond, uit deernis met de ongehuw-
De ex-kroonprins. cte moeder deze krachtig te willen steu-
In het Engelsehe Lagerhuis stelde j nen. maar deze steun moet worden
Frederick Hal een vraag, waarbij hij de verleend krachtens barmhartigheid,
aandacht vestigde op de geruchten, j welke de veroordeeling der zonde on-
dat de ex-kroonprins in verbinding had j gerept iaat.
gestaan met de leiders van de monar- Het scheppen van een recht voor de
chale partij' in Pruisen, met het doel om J ongehuwde moeder tegenover den
de huidige rgeering omver te werpen, i Staaf moet evenwel leiden tot minach-
Bonar Law antwoordde ik weet, t ting van het (huwelijk en ontwrichting
dat er dergelijke geruchten eenigen tijd van het gezinsleven.
geleden hebben geloopen, maar men
heeft er niet veel waarde aan gehecht
lk twijfel er niet aan, of de Nederland-
sehe regeering zal haar verantwoorde
lijkheid met betrekking tot den kroon
prins zeer ernstig opvatten.
Toelating tot de Koninklijke Militaire
Academie en de Cadettenschool in 1921
Ten behoeve van de Koninklijke Mi
litaire Academie worden opengesteld 66
plaatsen, verdeeld als volgt
A. Ten behoeve van de Cadetten
school
lo. Voor het leger hier te lande 4
voor de infanterie, 1 voor de cavalerie,
4 voor de artillerie en 3 voor de genie.
2o. Voor het leger in Nederlandsch-
Indië 11 voor de infanterie, 1 voor de
den slechts drie menschen dit miss
Darracourt, miss Verner en dat meisje
hoe heet zij ook weer
„Susie", zeide Marie, verschrikt fluis
terend.
„En denkt u, dat mijn kamenier, een
onschuldig, eenvoudig meisje met goe
de beginselen naar uw kamer ging en
hef zilverwerk stal sprak Lucille met
een ongeloovig lachje.
„Neen", antwoordde hij bedaard, of
schoon haar toon eenige gemelijkheid
van zijne zijde gewettigd had. „Neen,
dat denk ik niet maar ik denk, dat
het mogelijk is, dat zij iemand anders
het woord kan gezegd hebben."
Er hcerschte stilzwijgen.
„Aan wien kan zij het verteld heb
ben vroeg mevrouw Dalton.
„Wel aan vijftig menschen 1" zei hij,
de schouders ophalend.
,Een zou al genoeg zijn, wanneer die
niet eerlijk was", merkte mevrouw Dal
ton op.
„juist", zeide hij.
Weer zweeg men toen sprak Lucil
le ernstig
„Lord Merle, mij dunkt, u hebt ons
nog niet alles gezegd."
„Wat bent u vlug in het rader, mijner
gedachten", mompelde hij zacht.
„Neen, dat heb ik ook niet. Het pijn
lijkste deel heb ik achtergehouden,
maar ik vrees, dat ik het 11 moet zeg
gen, daar wij zoo ver gekomen zijn."
„U hadt het mij dadelijk' moeten zeg
gen", sprak zij: somber.
Voor zoover de overheid de gehuw
de moeder steun wil verieenen, meenen
adressanten, dat die steun veel zuiver
der langs den weg der verzekering dan
door middel van een kostelooze staats-
uitkeering kan worden gebracht, waar
om zij^ met aandrang verzoeken, de
motie-öroeneweg te verwerpen.
De Rotterdamsche Handels- en
Landbouwbank.
Zaterdagmiddag te circa 4 uur heeft
de rijkspolitie zich toegang verschaft
tot de lokalen van de drukkerij „De
Meierij" te Eindhoven, met het doel
eventueele overtredingen van de Ar
beidswet te constateeren. Er bleken op
dat uur, naar het „Eindhovensch Dag
blad" meldt, zes man van het personeel
„Het is dit", zeide hij. „!k sprak van
voetindrukken buiten de kassen, het
waren die van een man, en ik hac! te
vergeefs kunnen trachten te raden van
wien zij waren, maar bij toeval wist ik
het Gisterenavond was ik in mijn ka
mer aan het raam, vlak tegenover de
kassen, toen ik mijn bottelier, Forbes,
hoorde spreken met een man, juist on
der het raam.
Vreemd als het is of misschien is
het niet vreemd spraken zij over het
zilver. Het schijnt dat Forbes naar den
man toekwam, die keek neen, juist
niet keek, maar stond te leunen bij de
deur, en door het raam naar het buffet
keek en de man vestigde Forbes'
aandacht er op, dat de een of andere
landlooper 'het zilver zou kunnen me-
denemen. Hij scheen geheel veront
waardigd te zijn, dat zulk een verzoe
king kon bestaan, en ik besloot op dat
oogenblik, dat het zilver zou worden
weggezet, maar het volgende oogen
blik vergat ik het weer. Die man en
Forbes spraken even met elkaar toen
ging hij de man bedoel ik weg."
„Dat is de dief 1" riep mevrouw Dal
ton. „Ik denk, dat zijn verontwaardi
ging maar een voorwendsel was."
Hij keek naar haar met gefronste
wenkbrauwen en staarde toen naar
Lucille.
„Wie was de man Kent ti hem
vroeg Marie.
(Wordt vervolgd).