WOUW, ZATERDAG 20 NOVEMBER. —No. 58e Jaargang - S92Ü ah nbiedingen aanvragen. uffrouw. ivrouw meisje ietsje J de morgenure». |au „Vliss. Ct." rfatóiMJii iss kawiBrt lij deze Courant bihasit een Bijvoegsel. OEMEENTEBESTÜIJR FÏLM-^NDËRWjjS "77™NENLANp^ KAMEROVERZICHT, Vanille enMoeca Boter en gekruid f, 200. per ons. TEGENWOORDr jevraagd voor „de Spaarkas". Bij flinke bijverdien- riehten aan de» voordiger voor W. VAN 't HOFf, n s. -O en Winkel wordt ik te Middel- t MEISJE ge- gsalaris 50 per mdelsonderwijs of en heeft, geniet de enhanaig geschre- t uitvoerige inlick- tters A. 2., Boek- RKREEKE, M i fi ne tte week aan huis ie |tu „Vliss. Ct." inette In in de week. Jau „Vliss. Ct." |n raalte—vak van den ber® hkert AA, vraagt een net jonger daa 1® l een net deiburg-Rettardafc gelegen plaatsen. In passagiers, |en en vee. T. H1H. MG. nber »llW t» ten wordt Woena- Jrdag 12 uur v.ffl, J Middelburg komen Si N.V. Transp er. f.h. Erven G VOS, te Middelburg; In Tel. 153; tt E 'OOSTERHOUT, Dordrecht Gebrs rel. 101. VUSSINGSCHE COURANT VERKIEZING VAN LEDEN DER KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. Burg. en Weth. van Vlissingen, gelet op art. 10 van liet Koninklijk besluit van den 4 Mei 1896 (Staatsblad no. '76), maken be leend, dat op Maandag 29 November 1920, van des voormiddags 11 tot des namiddags I ure in een der benedenzalen van het Raadhuis gelegenheid zal gegeven worden lot het inleveren der stembriefjes voor htt verkiezen van leden der Kamer van Koop handel en Fabrieken alhier, ter voorziening jn de vervulling der plaatsen van de leden, «lie op 1 Januari 1921 aan de beurt van af treding zijn. nl. de heeren J. O. van Nif- Irik, L. J. Polderman, Jos. van Raalte en L. C. Stevens. Vlissingen, 20 November 1920. Burg. en Weth. voornoemd, VAN WOELDEREN. De Secretaris, F. BISSCHOP. Het is al zoovele jaren geleden, dai de beschaafde wereld versteld stond van het wonder der „levende beelden", -toenmaals nog lang niet in zulk een volmaaktheid te aanschouwen als nu het geval is. Sedert dien tijd zijn nieu we en zeker niet minder groote „won deren" de menschheid komen verbazen, waarbij wij vooral aan de duikbooten, aan de vliegmachine en zeker niet in de laatste plaats aan de draadlooze tele grafie en telefonie denken. Het schijnt echter, dat naarmate de menschelijke geest grootsche en steeds grootscher uitvindingen doet, de menschheid het vermogen, om over dat alles verbaasd te staan, verliest. En zoo ziet het groot ste deel onzer tijdgenooten thans niet meer in die „levende beelden" zoo het wonderlijke en verbazingwekkende, het geen deze prestaties infusschen toch nog immer hebben. Het leven, het da- gelijksche leven heeft zich dan ook meer en meer aan de filmbeelden en de bioscoop aangepast. We zouden zelfs Hioeite hebben ons de maatschappij van thans te denken, zonder die steeds in aantal en beteekenis toenemende bios- eoop-theaters en gelegenheden. Inmiddels zullen we het thans niet «ver de eigenlijke bioscopen hebben. Daar is in den laatsten tijd zooveel goeds en ook kwaads van gesproken, dat het waarlijk het beste schijnt, dit onderwerp voorloopig eens met rust te laten. Wét mag gezegd worden, dat de bioscoopvertooningen in ons land over het algemeen op een hooger peil staan, dan men vaak in het buitenland te aan schouwen krijgt. Men ontvangt te on zent den indruk, dat veréeweg-üe meeste onzer biOscoop-directies van zeer goedem'wille zijn, om hetgeen aan het publiek wordt voorgezet, op een zoo hoog mogelijk niveau, zoowel in artistiek als in moreel en geestelijk op zicht, te houden. En het is in de meeste gevallen aan het groote publiek zelf te wijten, zoo het door zijn waardeering aan minderwaardige prestaties te gun nen, de directies er toe verleidt, dat gene op doek te projecteeren, niet wat zij zeiven als het allerbeste beschou wen, maar wat er hen om commercieele redenen toe brengt. Want menig direc teur onzer vaderlandsche bioscoop theaters zou al heel slechte zaken ma ken, indien hij aan liet publiek vertoon de hetgeen werkelijk als liet beste in den ruimen zin des woords moet wor den aangemerkt. Dat allerbeste echter op het gebied van het groote maatschappelijke leven, wordt reeds in tallooze filmen ver eeuwigd. Vandaar dat een zoogenaamd filmarchief, waarvan onlangs in ons land de oprichting gemeld werd, niet alleen ten volle reden van bestaan heeft, maar inderdaad in een gevoelde behoefte voorziet. Voor het geslacht van nu, zoo goed als voor de generaties die na ons komen, is het van onschat bare waarde te achten, in het bezit te zijn eener groote verzameling van fil men, die al te gader een voortreffelijk en zeker niet zoo duidelijk met woor den te omschrijven beeld vertoonen van alle uitingen onzer huidige samenle ving. Aanschouwelijk onderwijs der halve in de beste beteekenis van het woord, daartoe kan de film een der machtigste factoren worden. Een be wijs hoe met zulk filmonderwijs onge kende resultaten bereikt kunnen wor den, is nog kortgeleden in de hoofd rad gebleken, alwaar men een dusge naamde verkeersfilm te aanschouwen heeft gegeven, waarin uiteraard de groote gevaren die bij het drukke stads verkeer zoowel voor voetgangers als voor voertuigen bestaan, voor een ieder volkomen duidelijk werden gemaakt. Dien kant kan en moet het op. Zeker, reeds nu al vindt men in die richting een krachtig streven aanwezig, doch om nog betere uitkomsten voor jong en oud te verkrijgen dienen de autoriteiten in onze vaderlandsche gemeenten hun aandacht naar het inrichten van bepaal de schoolfilmen te doen uitgaan. Vooral in de gemeenten in ons land, waar het j bioscoop-wezen nu juist niet op een hoog peil staat. Bovendien moeten aan onze technische scholen, onze handels onderwijsinrichtingen, en vooral ook op die voor het landbouw- en tuinbouw- onderwijs dienend, op groote en ruime schaal filmen kunnen vertoond worden, die meer dan eenig ander hulpmiddel voor het aanschouwelijk onderwijs van het hoogste nut zijn. Wanneer aldus de opvoedkundige en j onderwijzende film meer en meer ge- meen goed is geworden, dan kan het niet anders of op het geheele bioscoop wezen zal dit van gunstiger, invloed zijn. Als vanzelf als het ware zal het een zich bij het ander meer gaan aan passen, om op deze wijze ten bate van het beschavingspeil van ons volk van ontzaggelijk nut te dienen. Opbouwend, stichtend en voorlichtend als het film- onderwijs kan zijn, zullen ook de resul taten daarvan vruchtbaar en levenwek kend zijn. naar was, dat hij slechts nu en dan ge dachten van de regeering vervult, dat hij was benoemd tot directeur van de fabriek van Vlessing, waarvan echter niets is gekomen. Hij tartte verder iedereen, aan te toonen, dat hij met één woord met wie ook had gesproken over de zaak-Vlcssing. Abram stond leelijk met den mond vol tanden en stamelde alleen, dat hij den minister had gevraagd of dit heele geval niet onderzocht moest worden. Het pleit was door A. P. schitterend ge wonnen. De Volkenbond. De Nederlandsciie delegatie heeft' zich als volgt over de 6 commissies verdeeld lo. commissie (algemeene organisa tie) minister Van Karnebeek, plaats vervanger Staatsraad Struycken. 2o. commissie (technische organisa tie): jhr. Loudon, plaatsvervanger prof. Van Eysinga. 3o. commissie (administratie en fi nanciën) jhr. Loudon, plaatsvervan ger mr. Loder. 4o. commissie (internat, gerechtshof) mr. Fock, plaatsvervanger prof. Van Eysinga. 5o. commissie (toelating van nieuwe staten) minister Van Karnebeek. 6o. commissie (mandaten) mr. Fock. in de le, 3e en 4e commissie zullen de plaatsvervangers optreden. TWEEDE KAMER. Vergadering van Vrijdag. De ontwerpen tot verruiming van het gemeentelijk belastinggebied zijn zon- j der stemming goedgekeurd, waarna de algemeene beschouwingen weer werd^i voortgezet. In het tweede gedeelte van zijn rede heeft mr. Rutgers de motie van den heer Van de Laar -bestreden Het is heel 'gemakkelijk, een klein „kunstje" meende hij, om voor te stel len de invaliditeitsrenten aanmerkelijk te verhoogen, maar een groote kunst is het begrootingen sluitend te maken. Men kap met een blijmoedig gelaat en met beving in zijn stem verdubbeling van die renten bepleiten, maar als men hoort dat dat 's jaars 35 inillioen gul den kost, dan wordt de zaak even an ders. Natuurlijk werd deze motie door den heer Troelstra, die eindelijk aan het woord kwam, verdedigd. De verhoo ging der invaliditeitsrenten was z.i. dringend noodig. Lijnrecht daarmede in strijd pleitte dc heer Van Doorn voor de uiterste zuinigheid. Het is onmoge lijk, dat men nog lang kan doorgaan met het opjagen der uitgaven en het zal dringend noodig zijn op alls..uitgas" ven te bezuinigen. Dnaivóor zal ook de militaire last verminderd moeten wor den, hoe zeer de heer Van Doorn de noodzakelijkheid van een goed leger in ziet. Wat meer politiek brachten de rede voeringen van de heeren Schokking en Troelstra. De eerste betoogde, dat de kloof tusschen rechts en links nog steeds niet kleiner wordt, al is één punt, de schoolkwestie, thans opgelost. Uit haar houding tegenover de Zon dagswet blijkt, dat de ee'vbiediging van de grondgedachten der christelijke be ginselen bij de linkerzijde niet univer seel is. Met het beleid van het kabinet kan hij wel meegaan. Indien de regee ring niet te veel gaat in de richting van de sterkste groep der rechterzijde, was haar optreden wel naar zijn zin. De heer Troelstra keerde zich o.a. sterk tegen de opdrijving der militaire uitgaven en hij wees de verwijzing naar België af. Het was een catichemar, te willen gelooven aan een inval van Bel gië in ons land. Slechts om ons leger op fe drijven, jaagt men die vrees aan. In liet parlement en in de politiek ziet de heer Troelstra weinig' perspectief. Hij vreest, dat wij voor eenige jaren de suprematie van de Katholieke partij zullen moeten dulden, dat in Ruijs, No- lens en Kooien de drie spitsen van de Katholieke machten zullen blijven. Voor dc socialisatie ziet het er dus niet best uit. In zijn betoog daarover, ter verde diging tegen de heeren Dresselhuijs en Treub, bleef hij steken, omdat zijn spreektijd om was. Nog kregen wij op dezen dag te hooren een korte rede van den heer Smeenk, over de verzoening van het sociaal-wenschelijke en het economisch mogelijke en het begin van de rede van den heer Wijnkoop, die echter Dinsdag verder gaat. Van de ruzie der beide Staalmannen is al niets meer. Abram beschuldigde A. Pdat hij een functie van 10 mille had aanvaard bij dc aardappeldrogerij van Vlessing, terwijl hij in ambtenaar- lijken dienst bij de regeering was. A. P. heeft verklaard, dat hij nimmer ambte- 1 Arbsidsverzekering. Blijkens de memorie van antwoord op hel voorloopig verslag der Tweede Kamer over hoofdstuk arbeid der Staatsbegrooting voor 1921, staat de minister van arbeid sympathiek tegell over een regeling ten aanzien van kin derbijslagen op de lootten van arbei ders, en wel door de oprichting van een rijksfonds, waarin iedere werkgever verplicht zou zijn een zeker percentage va» zij* per jaar betaaid loon te stor- ren en waaruit de toeslagen zouden kunnen worden betaaid. Zijn vele wetgevende arbeid houdt den minister af van het- aanvatten van nieuwen arbeid, waarvan niet reeds van te voren mag worden angenomen dat hij tot een practisch resultaat zal voeren. De fotnog toe "bekend geworden resultaten van de vrijwillige ouder- domsverzekering toonen geenszins aan, dat van die verzekering in de praktijk weinig zou terecht komen. Wel het tegendeel. Een wetsontwerp tot wijziging der Invaliditeitswet o.m. ten aanzien van de in het Voorloopig Verslag bedoelde punten is in voorbereiding, terwijl door den Hoogen Raad van Arbeid daarover reeds advies aan den minister is uitge bracht. De door eenige leden geuite meening I ais zou de invoering der Invaliditeits wet op veel verzet stuiten, is niet in overeenstemming met de werkelijkheid. De minister meent niet nader te be hoeven uiteen te zetten, waarom van liem geen voorstel tot het invoeren van een zuivere staatspensioneering valt te verwachten. Verhooging van de koste- looze ouderdomsrente' zou aan de schatkist te zware offers kosten. Het ligt in de bedoeling de Raden van Arbeid ook bij de uitvoering der wette lijke ongevallenverzekering te betrek ken, en daardoor te bevorderen, dat zooveel mogelijk voor de onderscheide ne takken der arbeidersverzekering een gemeenschappelijke buitendienst zal worden verkregen. Spoedige invoering der Ziektewet, zij het eenigszins gewijzigd, schijnt den minister in het belang der betrokken arbeiders gewenscht. De minister hoopt spoedig tot invoe ring van het georganiseerd overleg bij de rijskverzekeringsbank te kunnen overgaan. De toestand op de spoorwegen. in de memorie van antwoord op de begrooting van waterstaat wordt no pens de spoorwegen gezegd De meening, dat de belangengemeen schap der spoorwegmaatschappijen het publiek geenerlei voordeel zou hebben gebracht is niet in overeenstemming met de feiten. De minister wil aller minst de betreurenswaardige haperin gen die het spoorwegverkeer in den laatsten tijd toonde als van minder be teekenis voorstellen. Hij meent integen deel dat die onmiskenbare haperingen met de meest mogelijke kracht moeten worden bestreden. Ongunstige factoren zijn weer te vinden in achterstand in de uitvoering van werken en de uitbreiding van het rollend materieel. In overleg met den A.N.W.B. worden maatregelen beraamd, om de bezwaren, van het rijwielvervoer te ondervangen, zonder dit vervoer te beperken. De dienstregeling op Zondag moet mei het oog op de voorschriften omtrent de dienst- en rusttijden beperkt worden maar geeft nog onvoldoende gelegen heid dien dag in de natuur door te bren gen. In de plannen van een nieuw station Utrecht wordt rekening gehouden met het opheffen van de bezwaren voor het gewone verkeer. Ook voor het station Roermond wordt verbetering overwo gen. De regeering acht het wenschelijk bij de salarisregeling van spoorwegperso neel rekening te houden met het aantal kinderen op denzelfden voet als bij de laatste regeling ten behoeve van de burgerlijke rijksambtenaren is geschied. De minister is hieromtrent met de spoorwegmaatschappijen in overleg ge treden. Inzake de personeelbelangen bij de tramwegen merkt de minister op, da! verwezenlijking van de verwachtingen, meer tijd vordert dan in het voorloopig verslag blijkbaar is 'ondersteld. Een wereld-pluimvee congres. Van 8 tot en met 13 September 1921 wordt te 's-Graven-hage een wereld pluimvee-congres gehouden met daar aan verbonden tentoonstelling. Ce fusie der vrijzinnigen. In een vergadering van vrijzinnigen, ie Zierikzee gehouden, werd de volgen de motie aangenomen „De vergadering van vrijzinnigen van Schouwen en Duiveland, gehouden op 17 November 1920 te Zierikzee erkennende de wenschelijkheid dat een zoo groot mogelijk aantal vrijzinni gen in den lande in één partijverband belmoren te worden bijeengebracht betreurende dat de vrijzinnig-democra ten die noodzakelijkheid niet willen in zien, stemt in met het voornemen om de vrijzinnigen in den lande in één partij te vereenigen." VOORSTELLEN AAN DEN GEMEENTERAAD. Door Burg. en Weth. zijn de volgende voorstellen aan den gemeenteraad ge daan De voor de ambtenaren en onderwij zers geldende regeling van cle uitbeta ling iter bezoldiging bij ziekte behoefde sedert haar vaststelling in 1909 geluk kig in slechts enkele gevallen te worden toegepast. Het kwam ons voor, dat deze mate rie op voor de betrokken personen be vredigende wijze was geregeld, althans er deden zich tot heden geen gevallen voor, welke een onbillijkheid der bepa lingen in het licht stelde. Nu komt echter het geval voor, dat de geldende voorschriften op dit punr een zeer schadelijken invloed uitoefe nen op het herstel van een onzer ge meente-ambtenaren, die aan een zenuw ziekte lijdende is en die door toepassing van de betrekkelijke verordening in ernstige mate getroffen wordt door de financicele gevolgen van den langeren duur zijner ziekte. De bestaande regeling komt hierop neer, dat bij ziekte de bezoldiging ge durende zes maanden geheel en gedu rende de daarop volgende zes maanden voor y. gedeelte wordt uitbetaald, ter wijl bij verdere ziekte in elk voorkomend geval door uwen raad een afzonder lijke regeling zal worden getroffen. Waar het nu gebleken is, dat de toe passing der korting van gedeeiie der jaarwedde de genezing van den patiënt in den weg staat, is wijziging van de betrekkelijke voorschriften gewenscht. In verband hiermede hebben wij ge raadpleegd het wetsontwerp tot rege ling van den rechtstoestand van ambte naren, waaraan de gemeente, zoodra het ontwerp tot »vet is verheven, ten aanzien harer ambtenaren zal zijn on derworpen. Genoemd wetsontwerp bevat ten op zichte van de uitbetaling van bezoldi ging bij ziekte voor de ambtenaren gunstiger bepalingen dan de thans van kracht zijnde voorschriften. Voorop staat, dat ondanks de afwe zigheid van den ambtenaar, behoudens een beperkte uitzondering, de wedde doorloopt. Den zieken ambtenaar kan in geen geval ontslag worden verleend, voordat het vaststaat dat de kans op hervatting van den arbeid binnen het jaar naar alle waarschijnlijkheid uitge sloten of gering is. Daar het ons niet wenschelijk voor komt bij plaatselijke verordening voor uit te loopen op een regeling bij de wet, in den vorm zooals die na de behande ling in de Tweede Kamer der Staten- Generaal zal blijken te zijn, meenen wij, dat thans zonder eenig bezwaar de geldende regeling in voor de ambte naren gunstiger zin kan worden ge wijzigd. Voorshands zou kunnen worden vol staan mede met het oog op het thans voorkomende ziektegeval, welke tot dit voorstel aanleiding geeft met wijzi ging van den termijn van zes maanden in één jaar, gedurende welken de be zoldiging geheel zal worden uitbetaald. Voorts in aansluiting met het boven genoemd wetsontwerp zou de uitbeta ling van het salaris gedurende de vol gende zes maanden voor gedeelte geschrapt kunnen worden, zoodat in elk voorkomend geval door den Raad een afzonderlijke regeling zal kunnen worden getroffen. Wij hebben derhalve de eer U voor te stellen, de desbetreffende verorde ningen in den bovengenoemden zin te wijzigen, voor wat betreft die voor het onderwijzend personeel aan de open bare scholen, onder goedkeuring van Gedep. Staten van Zeeland, en deze wij ziging re doen ingaan op 23 Septem ber jl. Mejuffrouw C. de Koning, weduwe van I. M. de Looy, eigenaresse van de woning Kerkhoflaan no. 20, wenscht blijkens een overgelegd adres, kosteloos aan de gemeente in eigendom af te staan den voor haar perceel gelegen grond, zooals op een situatie-teekening is aangegeven. Daar tegenover verlangt adressante een k'osteloozen aanleg van een riool aansluiting vanaf den voorgevel van haar woning tot aan het 'hoofdriool. Aangezien wij het in het belang der gemeente achten, dat het bovenaange- duide stuk bij de Kerkhoflaan wordt getrokken, hetgeen het verkeer ter plaatse ten goede kom;, hebben wij de eer U voor te stellen, het verzoek van adressante in gunstige overweging te nemen. Wij kunnen hier nog aan toevoegen, dat bij uw besluit van 30 Januari in dien geest stukken grond werden over genomen van C. Meerman e.a. Blijkens een overgelegd adres van tiet bestuur der woningbouwvereeni- ging „Gemeenschappelijk Belang" al hier, d.d'. 20 October 1920, wordt aan uwen raad verzocht de bestrating en de rioieering in de tuinstad (plan 1919), zijnde het noordelijk gedeelte van de Hyacintenlaan, de Crocuslnan en het zuidelijk gedeelte van de Primulalaan !en noorden van den Singeiweg in eigendom, bekeer en onderhoud der ge meente over te nemen. Bij dc opneming van bedoelde wer ken bleek ons, dat deze in goeden staat verkeeren. In verband hiermede hebben wij de eer uwe vergadering voor te stellen het verzoek van adressant in te willigen. Een ontwerp-besluit daartoe wordt ter vaststciiing aangeboden. Naar aanleiding van het aan uw college door A. H. Matthijsen en R. Kokelaar, respectievelijk als voorzitter en secretaris van de vereeniging „Tuin stad" gericht schrijven, d.d. 9 October 1920, tot het in bruikleen ontvangen van gemeentegrond, teneinde dezen voor sprotpark in te richten, hebben wij de eer U mede te deelen, dat het doel. dat adressanten beoogen om bo vengenoemd verzoek tot U te richten, n.l. om de kinderen aangenaam bezig te houden, teneinde het plegen van balda digheid zooveel mogelijk te beperken, niet alleen onze volle instemming weg draagt, doch tevens door ons wordt' beschouwd als te zijn van algemeen belang. Wij stellen dan ook uwen raad voor tot wederopzeggens toe aan adressan ten tegen een vergoeding van 2.50 per jaar in gebruik te geven een stuk grond, gelegen ten noorden van den Singeiweg, nabij de tuinstad, kadastraal bekend gemeente Vlissingen, sectie B no. 1370 (ged.) ter oppervlakte van circa 2000 ML en in roode arceering op een overgelegde teekening aangegeven, ten einde hen in staat te stellen, dit voor sportpark in te richten, doch op voorwaarde, dat genoemd stuk grond uitsluitend voor het gevraagde doel zal worden gebezigd. Een ontwerp-besluit daartoe wordt ter vaststelling aangeboden. Door den heer A. Staverman, lid van uw college, wordt voorgesteld om het laatste lid van artikel 17 der Instructie van den schoolarts, luidend „Hij mag geen andere ambten of bedieningen waarnemen dan die van assistent-geneesheer der Koninklijke Maatschappij „de Schelde", als volgt te wjjzigen '„Hij mag zonder toestemming van Burgemeester en Wethouders geen an dere ambten of bedieningen waarnemen dan die van assistent-geneesheer der Koninlijke Maatschappij „De Schelde". Volgens den voorsteller is de bedoe ling der in te voegen woorden het den schoolarts mogelijk te maken in den tijd, waarop zijn gemeentelijke functie geen beslag legt, ook andere ambten waar te nemen en de toestemming van Burg. en Weth. voldoende waarborgen geeft, dat zijn gemeentelijke taak niet door het nieuwe ambt in gedrang komt. Waar wij ons met het voorstel van den heef Staverman kunnen vereeni- gen, stellen wij uwen raad voor in den hierboven aangegeven zin te willen besluiten. Een ontwerp-besluit daartoe wordt ter vaststelling aangeboden. Tot leden van b t stembureau voor de stemming en voor de eventueele

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1920 | | pagina 1