1000
25
IS NOVEMBER.
Knr^^nn
De Vrouwe van Dmtwt
No. 270
58e Jaargang
1920=
M4ANDAO
ii'pii?m f.118II VELDE Ir., Iliioi Hirkt 11, ifliiiiigin. Tilifssa te. li
firsebijfil Ép!p§, litgizcadird tp in sioissesn erksnds Ohrisleliiki lesstdsQSü
GEMEENTEBESTUUR
FEUILLETON
"^BINNENLAND
VLISSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlisringen en de gemeenten op Walcheren (2.20
pes drie maanden. Franco door het geheele rijk /2.50. Voor België ƒ4.15.
Voor overige landen der Pe»t-Unis 4.70. Afzonderlijke nummer» 5 cent
ADVERTENTIEPRIJSVan «—4 regels ƒ1.10; voor iedere regel meer 26 ct.
Familieberichten van 1—6 regels ƒ1.70. Bij abonnement speciale prijs
Reclames 52 ct. per regel. Dienstaanbiedingen en-aanvragen 15 ct. per regel
Ds sbonni'». in 't bezit eener
£Cl!s, zijn GRATIS verze-
t esd tegen ongelukken voor
gulden m levens
lange ongeschikt
heid tot werken
fJUU een ongeluk ^ItJU
gulden bij verlies
van een hand,
voet of oog
I gulden b9 verlies
van
een duim
gulden bij verlies
van een
wijsvinger
gulden bij verlies
van eiken
anderen virger
VOOR HET ZIEKENHUISFONDS.
Vorige opgave 23373.93' A
N. W. L..S., Kisaran-Sumatra 25.
Totaal 23398.93
AANGIFTE VOOR HET BEVOLKINGS
REGISTER.
Burg. en Weth. van Vlissingen herinne
ren er den ingezetenen, in verband met de
c'oor de regeering voorgeschreven, wei-
weldra te houden Tiende algemeene Volks
telling, aan, dat streng zal worden ge
let op de naleving der bepalingen van
het Koninklijk Besluit van 27 Juli 1887,
(Staatsblad no. 141) en art. 7 der Alge
meene Verordening van Poiitié, en dat
steeds tijdig ter gemeente-secretarie aan
gifte behoort te worden gedaan voor het
bevolkingsregister.
Bedoelde aangifte moet worden gedaan
lo. wanneer men de gemeente gaat ver
laten
alsdan moet een getuigschrift van woon
plaatsverandering (verhuisbiljet) worden
gevraagd ter secretarie der gemeente en
meegenomen naar de gemeente waar men
zich gaat vestigen, ten einde aldaar uiter
lijk binnen één maand te worden ingele
verd
2o. wanneer men zich in de gemeente
vestigt
alsdan moet men overleggen een getuig
schrift van woonplaatsverandering (ver
huisbiljet), afgegeven in de vorige woon
plaats
3o. wanneer men binnen de gemeente
van woning verandert.
Het hoofd van een huisgezin is verplicht
aangifte te doen, wanneer in dat gezin
eenige verandering plaats grijpt, ook door
het opnemen of het vertrek van dienst- en
werkboden of kostgangers.
Hij, die binnenshuis een of meer kamers
bewoont, wordt als hoofd van een gezin
beschouwd.
Het hoofd van een gezin doet uiterlijk
binnen 8 dagen aan het Gemeentebestuur
opgave van iederen persoon, die In het ge
zin wordt opgenomen of daaruit vertrekt,
inwonende dienstboden hieronder begre
pen.
Verzuim van aangifte kan worden ge
straft met HECHTENIS of GELDBOETE.
Vlissingen, 15 November 1920.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN WOELDEREN.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
HINDERWET
Kennisgeving.
Burg. en Weth. van Vlissingen, gezien
de artikelen 6 en 7 der Hinderwet, geven
bij deze kennis, dat bij hen is ingekomen
een verzoek van de Maatschappij' „Pt-rro-
lifère" te Rotterdam, om vergunning tot
het uitbreiden van hare bestaande -berg
plaats tot het opslaan vcTp een maximum
hoeveelheid petroleum Van 1000 liter in ge
sloten ijzeren fusten van 200 liter, in per
ceel kadastraal bekend gemeente Vlissin
gen sectie A no. 1608 (ged.), gelegen aan
de Kerkhoflaan No. 1
dat dit verzoek met de bijlagen, te be
ginnen met Maandag den 15 November
1920 op de gemeente-secretarie ter visie
zal gelegd worden en dat den veertienden
door
CHARLES GARVTCE.
Geautoriseerde vertaling van
I. P. WESSELINK—VAN ROSSUM.
gg) (Nadruk verboden.)
„Het het 'S zeer vriendelijk van
hem, Susie", zeide zij, zoo achteloos
als zij kon. ,Dat zal ik natuurlijk dragen.
Doe het in mijn haar neen ik zal het
zelf vast steken", zeide ze, het terugne
mend, als afkeerig. dat een ander het
zou aanraken. „Wanneer heb je het
gekregen
.Pas, miss."
Lucille draaide het hoofd om en keek
haar aan.
„Nu. Zoo Iaat in den avond zeide
zij mef een lachje.
„O, ja, miss. Dat zei mijnheer Harry
ook, maar ik ben niet bang. O, wat ziet
u er mooi uit, zooals het daar ligt op
uw prachtig haar O, ik wou, dat mijn
heer Harry dat eens kon zien."
Lucille deed de handen in de hoogte.
Om het takje vast te maken, en verborg
op die wijze haar gelaat.
„Het was heel vriendelijk van hem,
Susie zeide zij zachtjes, „en de eerste
maal dat je hem ziet, moet je het hem
zeggen, zal je er aan denken vroeg
2ij op zachten toon.
„O ja, miss, ieder woord".
„Ja, maar ik heb je nog iets gezegd.
Zeg hem, dat ik het takje heb gedra
gen, dat hij gekozen had en dat het
dag na dien,-zijnde den 29 Nevember 1920,
ten raadhuize, des namiddags ten 9 Ure, ge
legenheid zal gegeven worden om bezwa
ren tegen het uitbreiden dier inrichting in
te brengen, zullende zij die niet overeen
komstig art. 7 der Hinderwet voor het ge
meentebestuur of een of meer zijner leden
zijn verschenen, teneinde hujine bezwaren
mondeling toe te lichten, niet tot beroep
gerechtigd zijn, terwijl gedurende drie da
gen vóór dat tijdstip. Ier gemeente-secreta
rie van de ter zake ingekomen schrifturen
kennis kan genomen worden.
Vlissingen. den 15 November 1920.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN WOELDEREN.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
Uitbreiding van de Amsterdamsche
koopvaardijvloot.
De uitbreidingsplannen van dc Kon.
Ncd. Sfoomfeoot-Maatsch. en den Kon.
West-Indischen Maildienst reiken ver
der dan de yefgrooting van haar eta
blissementen. Beide maatschappijen
hebben, zoowel in Nederland als in
Engeland, opdracht gegeven tot het
bouwen van een aantal vrachtschepen,
nl. 12 in ons land en 4 in Engeland. De
bouw van deze schepen zal een aan
merkelijke uitbreiding van de Amster
damsche koopvaardijvloot befeekenen.
Onder de nieuwe schepen zijn er toch
van groote afmetingen. Het stoomschip
„Arnhem"" bijv., in Engeland in aan
bouw. dat een laadvermogen heeft van
16.000 ton, zal behooren tot een der
grootste schepen van de Amsterdam
sche haven. Verder zijn op Engelsche
werven in aanbouw de „Poseidön", de
Apollo" en de „Scipio". j
Ook onder de schepen, welke op
Nederlandsche werven in aanbouw zijn
is een aantal van groote afmetingen, nl.
de Brielle" en de „Breda", eik met
9000 ton laadvermogen. Verder staan
op stapel voor rekening dezer maat
schappijen de Orpheus", „Flor", „Ar-
trea", „A.mazone", „Ares", „Ncreas",
„Luna", „Carna", „Perseus" en „Reha".
Dc oplevering van deze schepen zou
nog dit jaar of in 1921 moeten plaats
hebebn. Door arbeidmoeilijkheden enz.
zal ze evenwel van bijna alle schepen
vail negen tot twaalf maanden w'ordén
vertraagd.
De loonen van het spoorwegpersoneel.
Het ontwerp-loon en salarisregeiing
van de directie der spoorwegen is thans
bekend geworden. De directie vermin
dert, volgens de „Tel.", het maximum
van alle schalen van de door den loon-
raad voorgestelde regeling met 300 of
J 400, terwijl de aftrek voor goedkoo-
pere standplaatsen is bepaald op 4
en 8 Het premievrij pensioen wordt
ingevoerd vanaf 1 Januari 1921. Op
verzoek van den minister wordt de
kindertoeslag op dezelfde wijze als bij
hetrijk ingevoerd.
het mooiste van allen was, om veel
redenen. Kun je dat onthouden
„Ja. miss, o, wat za-l hij in zijn schil;
zijn."
Lucille zuchtte diep en toen Susie
zich afwendde, nam zij hef takje weer
uit het haar en kuste het haastig,
hartstochtelijk. Marie Verner stond
onopgemerkt aan de deur, haar gade
slaand met opgetrokken lip.
„Ga naar beneden, en zeg, dat uw
meesteres klaar is, Susie", zeide zij.
„Je bent immers klaar, is het niet
Wat een mooie clematis Dat is Susie's
werk. Het is een goed meisje zoo
vlug en bedachtzaam. Maar ik ver
moed", voegde zij er met een lachje bij,
„dat Susie's begeerte om ze te halen
nog uit een andere begeerte ontsprong,
dan uit lust om je van dienst te zijn."
„Wat bedoel je vroeg Lucille, haar
avondmantel omslaand.
„O, zij en Harry Heme plukten ze
santen, vertelde ze me", antwoordde zij
glimlachend. „Geloof maar, mijn beste,
dat het onschuldige nteisje iedere gele
genheid zal aangrijpen om een paar
minuten met haar verloofde te zijn."
Lucille kleurde eerst en werd toen
bleek.
„Marie", sprak zij, „dat is onrecht
vaardig tegenover Susie en Harry Her-
ne. Het is niet de eerste maal. Op dien
vorigen avond Zij hield op en trok
de wenkbrauwen op en haar hand ging
naar het takje maar zij liet dit vallen
en verliet met een glimlach de kamer.
Mevrouw Dalton wachtte in het voor
huis. Marie ging niet, omdat zij niet
gevraagd was.
„Het is maar een kleine partij, zno-
Scheepvaartbeweglng.
Gedurende de tifgcloopen week zijn
den Nieuwen Waterweg binnengeko
men 158 schepen? waarvan 5 zeelich
ters. Hiervan waren bestemd voor
Rotterdam, met inbegrip van Hoek van
Holland 149 schepen, met. 234.964 n.
reg. tons.
Gedurende hetzelfde tijdvak van 1919
kwamen den Nieuwen Waterweg bin
nen 110 schepen, waarvan 3 zeilsche
pen en 1 zeelichter. Hiervan waren voor
Rotterdam bestemd, met inbegrip van
Hoek van Holland, 109 schepen.
Sedert 1 Januari zijn aangekomen
Schepen N. R. T.
N. Waterweg 1920 5133 6.740.948
1919 3799 4.376.288
Rotterdam 1920 4826 6.491.957
1919 3704 4327.213
RAPPORT BETREFFENDE HET
ONDERZOEK DER GEMEENTE-
BEGROOTING.
RAFPORT
betreïfende het onderzoek der gemeente-
begrooting voor 1921, op Woensdag
10 November 1920.
2e Afdeeling.
Aanwezig de heeren van de Putte,
die het voorzitterschap waarneemt, S. j.
Hillinga, L. P. van Oorschot, J. de Meij,
T. Manse, J. P. Vermaas, H. C. V. Sorel.
de Wethouders M. Laernoes, J. G. van
Niftrik en 11. J. Tichelman, alsmede de
Burgemeester en de Secretaris.
Rapporteur J. W. J. Mandos, adjunct-
commies ter Secretarie.
Algemeene beschouwingen
Van de daartoe geboden gelegenheid
maakt niemand gebruik.
IN KOM STEN:
Hoofdstuk II. artikel 1. Huizen en lan
derijen.
Eén lid vraagt of liet niet gewenscht is
de huurprijzen van énkele gemeente-wo
ningen te verhoogen, o.m. van de woning
in het Groenewoud.
Hoofdstuk III, afdeeling, artikel 7. School
gelden voor lager onderwijs.
Een der leden vindt, dat deze post te
laag geraamd is, in verband met de stijging
van het belastbare inkomen.
Medegedeeld wordt, dat bij het opmaken
der begrooting daarmede nog geen reke
ning kon worden gehouden.
Hoofdstuk III; afdeeling 4, artikel 1.
Plaatselijke directe belasting naar het in
komen.-
Êeii lid wenseht deii aftrek Vodl' nood
zakelijk levensonderhoud té brengen op
1000.
Een der wethouders merkt op, dat ver
hooging van dien aftrek een vermeerde
ring van lasten zal teweeg brengen op
de overige belastingschuldigen, speciaal
den middenstand zai drukken, terwijl bo
vendien de enkele gegoeden ook nog de
gemeente zullen verlaten.
Een ander wethouder zegt, dat verhoo
ging van aftrek zeer veel tegenstand bij
Gedep. Staten zal ondervinden, gelijk zulks
ook reeds thans plaats had.
Hoofdstuk IV, afdeeling 1, artikel 1.
Uitkeering van het Rijk, ingevolge art. 1
der wet van 24 Mei 1897.
Een der leden vindt, dat de raming van
deze uitkeering op het dubbele van vorige
als je weet. mijn lieve", en ik heb niet
graag, dat je dat brutale nest mee
brengt. Ik vind die stijve, oude dame,
mevrouw Dalton, nog al aardig, maar
ik kan dat zoogenaamde Fransche'
meisje met de dunne lippen niet uit
staan."
Het was inderdaad een kleine partij,
uitgelezen en beperkt tot die vrienden,
die" Lady Farnley beschouwde als be-
hoorende tot de élite van het graaf
schap.
Lucille was laat en Lady Farnley
werd lichtgeraakt en ongeduldig maar
het geblanket en bepoederd oude gelaat
trok zich tot een'glimlach, toen Lucille
dc kamer binnenkwam. Dat zachte, niet
te beschrijven gemompel, dat altijd een
hooge gast aankondigt, ontstond, toen
Lady Farnley zich voorover boog en
haar kuste en half berispend sprak
„Je bent zoo laat, mijn lieve, dat wij
al bang waren, dat je niet zoudt ko
men. In d.Tt geval, had ik al deze men-
schert naar huis gestuurd, ik zou een
bord pap gegeten hebben en naar bed
zijn gegaan."
„Dat is alles goed en wel", zeide een
zachte, lage stem achter haar, „maar
pap had ons dit verlies niet vergoed,
Lady Farnley. Als miss Darracourt niet
gekomen was, zouden eenigen van ons
zeker vergif hebben genomen."
Dit was Merle. Hij was bleek en
rustig, en koud als naar gewoonte
maar er straalde een vreemd licht in
zijn oogen, dat Lucille flauw opmerkte
toen hij haar hand nam en er zich over
ting van beide en toen dat licht op
haar viel, stootte het Lucille instinct
matig af. Hij was met meer zorg dan
jaren, in verband met den door de regeering
aangekondigden noodmaatregel te laag is
Hij zou deze uitkeering minstens op het
vierdubbele van vorige jaren willen uittrek
ken. daar anders hij regeering en Ged Sta
ten de meening zal ontstaan, dat Vlissingen
aan een verdubbelde uitkeering voldoende
heeft.
Een der wethouders licht de vorige op
merking nader toe.
Toch zal dit lid gaarne vastgelegd zien,
dat allen eenparig van oordeel zijn, dat de
hoofdelijke omslag veel te hoog is.
Een ander lid vraagt, wat in de memorie
van toelichting beduidt de aftrek van
17.810.
De secretaris licht zulks toe.
Artikel 6. Subsidie ten behoeve van de
Avondschool voor handwerkslieden.
Een lid vraagt, waarom deze post lager
is geraamd.
AAedegedeeld wordt, dat dit verband
houdt met de intrekking der provinciale
subsidie.
Nog wordt gevraagd of door de Nijver
heidsonderwijswet die Subsidie niet veel
hooger wordt en voorts, of de leeraren,
die thans meer dan 8 lesuren per week
hebben, door de bepaling, dat voortaan
slechts 8 lesuren hoogstens per week mo
gen gegeven worden, niet in het gedrang
komen en of deze leeraren dan inkomsten
moeten derven.
Geantwoord wordt, dat die subsidie wel
meer zal bedragen, doch dat dit^alles nog
betrekkelijk vaag is. Voor de leeraren zul
len wel overgangsmaatregelen getroffen
moeten worden.
Hoofdstuk V, afdeeling 3. Geldleenin-
gen.
Bij de behandeling van dit hoofdstuk
wordt medegedeeld, dat bericht is ontvan
gen van Ged. Staten, dat deze weigeren
goed te keuren het raadsbesluit tot het
brengen van den rentevoet der geldleening
ad f140.000 van CA op hoogstens
7'
UITGAVEN:
Hoofdstuk Bestuur der gemeente.
Hierbij wordt aan de orde gesteld de
verhooging der jaarwedden en loonen vat
de ambtenaren en werklieden.
Een cfer Jêdên zégt, dat hij "het in hoofd
zaak wel eens is met de voorgestelde ver
hooging der jaarwedden en loonen, maar
dat hij toch nog wel enkele opmerkingen
wenseht te maken.
Hij zegt, dat door de vakvereenigingen
voor de werklieden zijn gevraagd mini-
mum- en maximumloonen, met periodieke
verhoogingen, terwijl ook door de staats
commissie in haat' rapport periodieke ver-
höoglngeii zijn voorgesteld.
Toch zou hij ook nu nog er zich mede
kunnen vereenigen, dat geen periodieke
verhoogingen worden ingesteld, mits dan
als loonen voor de werklieden worden be
paald, het verschil tusschen de minimum
en maximumloonen, door de vakvereenigin
gen gevraagd. Voor de werklieden zouden
deze bedragen dan worden ƒ29 50, ƒ31.50
en ƒ33.50, wat zou neerkomen op een ver
hooging van het uurloon met 14 cent.
Tevens zou hij dan willen voorstellen,
om de salarissen der «ambtenaren niet met
ƒ300, doch met ƒ350 te verhoogen.
Wat de salarissen van de hoogere amb
tenaren betreft, worden door Burg. en
Weth. dezelfde verhoogingen als verleden
jaar voorgesteld, benevens ƒ300, terwijl
er geen rekening schijnbaar mee wordt ge
houden, dat ten vorige jare de voarge-
gewoonlijk gekleed, en droeg diaman
ten in zijn overhemd en manchetten. De
diamanten schenen met zijn oogen ie
wedijveren in glans, en Lucille was een
oogenblik er door als vastgenageld,
toen gaf zij een alledaagsch antwoord
op zijn opgeblazen vleierij en ging
verder.
Het was een prachtig feest en een
schitterend succes voor haar. De alge
meene roep was, dat zij er nooit schoo
ner had uitgezien. De licht merkbare
glans, die mevrouw Dalton en Marie
Verner bij haar hadden waargenomen,
scheen haar als een stralenkrans nu te
omgeven, en de uitdrukking van geluk,
die uit haar oogen straalde en om haar
lippen zweefde, maakte haar bekoor
lijkheid eenvoudig onweerstaanbaar. Er
waren mannen van rang en invloed,
die gelukkig zouden zijn geweest, haar
te trouwen, als zij een Marv Smith ge
weest was en geen penning bezat, maar
zij was de Vrouwe van Daracourt, be
zitster van onmetelijken rijkdom, en
hóe oplettend was men voor liaar, hoe
streefde men er naar een glimlach van
haar op te vangen of een woordje van
haar te krijgen.
Dien avond danste zij slechts twee
maal, eens met den ouden graaf van
Towerford en eens met Merle, maar of
schoon zij slechts eenmaal met hem
danste, scheen zijn tegenwoordigheid
haar te kwellen-. Waar zij ook ging.
schenen die hatelijke oogen, die hate
lijke diamanten op haar gevestigd te
boog. Het was als een licht van over
winning en zegepraal, of de verwaeh-
zijn. Zijn lage, zachte, opdringerige
stem was steeds hoorbaar voor haar,
stelde verhpogingen niet door den raad
zijn overgenomen.
Hij wil de salarissen van den Burgemees
ter en secretaris bepalen op f5500—ƒ6500,
van den ontvanger en commissaris van po
litie op ƒ4000ƒ4800, terwijl hij aan den
directeur van gemeentewerken eveneens
een verhoogingg in minimum en maximum
van ƒ5000 wil toekennen.
Enkele leden wilden het verschil in loon
tusschen geschoolde en niet geschoolde
werklieden opgeheven zien of althans ver
minderd. Zij vinden, dat spierarbeid min
stens even goed betaald moet worden als
geestelijke arbeid.
Een lid vindt de voorgestelde verhoo
gingen zeer taktisch en vindt, dat voor-
loopig niet verder behoeft gegaan te wor
den, waarop een ander lid opmerkt, dat
de voorstellen van Burg. en Weth. zoo
taktisch zijn geworden, doordat niet over
gegaan kon worden een uitkeering ineens
over 1920 aan de ambtenaren en werklie
den toe te kennen.
Door een der leden wordt nog de op
merking gemaakt, dat de loonen der arbei
ders niet mogen gaan boven die der bouw
vakarbeiders in het particuliere bedrijf. De
zekerheid, welke de gemeente-arbeider
heeft, dat hij steeds werk zal hebben, moet
hem ook wat waard zijn.
Namens Burg. en Weth. wordt opge
merkt, dat de voorgestelde verhoogingen
der salarissen van de hoogere ambtenaren
werkelijk niet te hoog moeten worden ge
acht, in ■■■Verband met de van die ambte
naren gevergde diensten in een zoo moei
lijke gemeente als Vlissingen. Ook wordt
in dit verband gewezen op hetgeen Gedep.
Staten wenschen, dat als jaarwedde be-
paald wordt voor den burgemeester, secre
taris en ontvanger, van gemeenten van
8000—10000 zielen.
Ook wat het salaris van den directeur
van gemeentewerken betreft, kan niet ge
zegd worden, dat dit tejioog is, in ver
band met wat van dien ambtenaar ge-
eischt wordt.
Nog wordt door een der leden gewezen
op het loon, dat de arbeider der reiniging
geniet, die belast is met het spoelen der
tonnen. HJ zou dien arbeider in de le
groep wil;cn brengen.
Hoofdstuk IV, afdeeling 1. Politie.
Een der leden vindt, dat de bevordering
van Rerdsma tot majoor-rechercheur niet
geheel in den haak is. Hij is van oordeel,
dat deze benoeming niet had mogen plaats
vinden, daar hij 3 majoors-rechercheurs een
overbodige luxe acht. Als hem wordt mede
gedeeld, dat door die benoeming toch een
bezuiniging is verkregen, doordat een
tweetal vacatures van agent niet vervuld
worden, acht hij dit toch misplaatste zui
nigheid. Blijkbaar heeft vroeger de com
missaris van politie te veel agenten ge
vraagd.
Afdeeling 4. Burgerwachten enz.
Enkele leden achten dezen post over
bodig.
Hoofdstuk IV, afdeeling 5, artikel 8. Sub
sidie aan de afd. Vlissingen van het Centr.
Genootschap voor kinaerherstellings- en
vacantiekolonies.
Een lid zou gaarne zien, dat daarvoor
een bedrag op de begrooting werd uitge
trokken, opdat later niet gezegd kan wor
den. dat er geen geld voor is.
Dit wordt door meerdere leden onder
steund.
Een der wethouders zegt, dat het in de
bedoeling ligt, met het bestuur van het
zelfs als hij niet tot haar sprak, maar
in gesprek was met iemand in haar
nabijheid.
„Wij Kunnen onze koffers wel pak
ken en het veld ruimen", merkte een
van haar vurigste bewonderaars op,
een zekere vlugge, jonge officier van
de artillerie, die uit den jongsten oorlog
thuis was gekomen met roem en glorie,
die hij o zoo gaarn aan hare voeten
had willen leggen. „Merle is ons allen
de baas en heeft het er op gezet haar
hart te winnen En drommels hij zal
het klaar spelen, of zij van hem houdt
of niet. Kijk nu maar eens, hij heeft
haar den geheelen avond haast geen
oogenblik verlaten."
Het was niet de eerste maal, dat zoo
iets gezegd werd, en zulke opmerkin
gen leggen gewicht in de schaal. De
heeren schenen de een na den ander te
begrijpen, dat Merle meer rechten had
en hadden haar verlaten, zoodat, toen
haar rijtuig werd afgeroepen, Lord
Merle alleen naast haar stond met haar
avemdmanfei over den arm,
„Dit is, 'helaas, het einde van een
zeer gelukkigen avond", fluisterde
Merle, zijn doordringende oogen op
haar gelaat gevestigd. Maar Lucille
hoorde hem nauwelijks, en iets onver
staanbaars mompelende, viel zij neer in
een hoekje van het rijtuig.
Merle stond de koets na te kijken, tot
de lampen sterren geleken over den
weg, met een vreemden glimlach om
den mond. Die glimlach stemde overeen
■met het bijzondere licht in zijn oogen
en sprak van zijn vertrouwen op een
komende zegepraal.
(Wordt vervolgd).