1000 25 IS NOVEMBER. Knr^^nn De Vrouwe van Dmtwt No. 270 58e Jaargang 1920= M4ANDAO ii'pii?m f.118II VELDE Ir., Iliioi Hirkt 11, ifliiiiigin. Tilifssa te. li firsebijfil Ép!p§, litgizcadird tp in sioissesn erksnds Ohrisleliiki lesstdsQSü GEMEENTEBESTUUR FEUILLETON "^BINNENLAND VLISSINGSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlisringen en de gemeenten op Walcheren (2.20 pes drie maanden. Franco door het geheele rijk /2.50. Voor België ƒ4.15. Voor overige landen der Pe»t-Unis 4.70. Afzonderlijke nummer» 5 cent ADVERTENTIEPRIJSVan «—4 regels ƒ1.10; voor iedere regel meer 26 ct. Familieberichten van 1—6 regels ƒ1.70. Bij abonnement speciale prijs Reclames 52 ct. per regel. Dienstaanbiedingen en-aanvragen 15 ct. per regel Ds sbonni'». in 't bezit eener £Cl!s, zijn GRATIS verze- t esd tegen ongelukken voor gulden m levens lange ongeschikt heid tot werken fJUU een ongeluk ^ItJU gulden bij verlies van een hand, voet of oog I gulden b9 verlies van een duim gulden bij verlies van een wijsvinger gulden bij verlies van eiken anderen virger VOOR HET ZIEKENHUISFONDS. Vorige opgave 23373.93' A N. W. L..S., Kisaran-Sumatra 25. Totaal 23398.93 AANGIFTE VOOR HET BEVOLKINGS REGISTER. Burg. en Weth. van Vlissingen herinne ren er den ingezetenen, in verband met de c'oor de regeering voorgeschreven, wei- weldra te houden Tiende algemeene Volks telling, aan, dat streng zal worden ge let op de naleving der bepalingen van het Koninklijk Besluit van 27 Juli 1887, (Staatsblad no. 141) en art. 7 der Alge meene Verordening van Poiitié, en dat steeds tijdig ter gemeente-secretarie aan gifte behoort te worden gedaan voor het bevolkingsregister. Bedoelde aangifte moet worden gedaan lo. wanneer men de gemeente gaat ver laten alsdan moet een getuigschrift van woon plaatsverandering (verhuisbiljet) worden gevraagd ter secretarie der gemeente en meegenomen naar de gemeente waar men zich gaat vestigen, ten einde aldaar uiter lijk binnen één maand te worden ingele verd 2o. wanneer men zich in de gemeente vestigt alsdan moet men overleggen een getuig schrift van woonplaatsverandering (ver huisbiljet), afgegeven in de vorige woon plaats 3o. wanneer men binnen de gemeente van woning verandert. Het hoofd van een huisgezin is verplicht aangifte te doen, wanneer in dat gezin eenige verandering plaats grijpt, ook door het opnemen of het vertrek van dienst- en werkboden of kostgangers. Hij, die binnenshuis een of meer kamers bewoont, wordt als hoofd van een gezin beschouwd. Het hoofd van een gezin doet uiterlijk binnen 8 dagen aan het Gemeentebestuur opgave van iederen persoon, die In het ge zin wordt opgenomen of daaruit vertrekt, inwonende dienstboden hieronder begre pen. Verzuim van aangifte kan worden ge straft met HECHTENIS of GELDBOETE. Vlissingen, 15 November 1920. Burg. en Weth. voornoemd, VAN WOELDEREN. De Secretaris, F. BISSCHOP. HINDERWET Kennisgeving. Burg. en Weth. van Vlissingen, gezien de artikelen 6 en 7 der Hinderwet, geven bij deze kennis, dat bij hen is ingekomen een verzoek van de Maatschappij' „Pt-rro- lifère" te Rotterdam, om vergunning tot het uitbreiden van hare bestaande -berg plaats tot het opslaan vcTp een maximum hoeveelheid petroleum Van 1000 liter in ge sloten ijzeren fusten van 200 liter, in per ceel kadastraal bekend gemeente Vlissin gen sectie A no. 1608 (ged.), gelegen aan de Kerkhoflaan No. 1 dat dit verzoek met de bijlagen, te be ginnen met Maandag den 15 November 1920 op de gemeente-secretarie ter visie zal gelegd worden en dat den veertienden door CHARLES GARVTCE. Geautoriseerde vertaling van I. P. WESSELINK—VAN ROSSUM. gg) (Nadruk verboden.) „Het het 'S zeer vriendelijk van hem, Susie", zeide zij, zoo achteloos als zij kon. ,Dat zal ik natuurlijk dragen. Doe het in mijn haar neen ik zal het zelf vast steken", zeide ze, het terugne mend, als afkeerig. dat een ander het zou aanraken. „Wanneer heb je het gekregen .Pas, miss." Lucille draaide het hoofd om en keek haar aan. „Nu. Zoo Iaat in den avond zeide zij mef een lachje. „O, ja, miss. Dat zei mijnheer Harry ook, maar ik ben niet bang. O, wat ziet u er mooi uit, zooals het daar ligt op uw prachtig haar O, ik wou, dat mijn heer Harry dat eens kon zien." Lucille deed de handen in de hoogte. Om het takje vast te maken, en verborg op die wijze haar gelaat. „Het was heel vriendelijk van hem, Susie zeide zij zachtjes, „en de eerste maal dat je hem ziet, moet je het hem zeggen, zal je er aan denken vroeg 2ij op zachten toon. „O ja, miss, ieder woord". „Ja, maar ik heb je nog iets gezegd. Zeg hem, dat ik het takje heb gedra gen, dat hij gekozen had en dat het dag na dien,-zijnde den 29 Nevember 1920, ten raadhuize, des namiddags ten 9 Ure, ge legenheid zal gegeven worden om bezwa ren tegen het uitbreiden dier inrichting in te brengen, zullende zij die niet overeen komstig art. 7 der Hinderwet voor het ge meentebestuur of een of meer zijner leden zijn verschenen, teneinde hujine bezwaren mondeling toe te lichten, niet tot beroep gerechtigd zijn, terwijl gedurende drie da gen vóór dat tijdstip. Ier gemeente-secreta rie van de ter zake ingekomen schrifturen kennis kan genomen worden. Vlissingen. den 15 November 1920. Burg. en Weth. voornoemd, VAN WOELDEREN. De Secretaris, F. BISSCHOP. Uitbreiding van de Amsterdamsche koopvaardijvloot. De uitbreidingsplannen van dc Kon. Ncd. Sfoomfeoot-Maatsch. en den Kon. West-Indischen Maildienst reiken ver der dan de yefgrooting van haar eta blissementen. Beide maatschappijen hebben, zoowel in Nederland als in Engeland, opdracht gegeven tot het bouwen van een aantal vrachtschepen, nl. 12 in ons land en 4 in Engeland. De bouw van deze schepen zal een aan merkelijke uitbreiding van de Amster damsche koopvaardijvloot befeekenen. Onder de nieuwe schepen zijn er toch van groote afmetingen. Het stoomschip „Arnhem"" bijv., in Engeland in aan bouw. dat een laadvermogen heeft van 16.000 ton, zal behooren tot een der grootste schepen van de Amsterdam sche haven. Verder zijn op Engelsche werven in aanbouw de „Poseidön", de Apollo" en de „Scipio". j Ook onder de schepen, welke op Nederlandsche werven in aanbouw zijn is een aantal van groote afmetingen, nl. de Brielle" en de „Breda", eik met 9000 ton laadvermogen. Verder staan op stapel voor rekening dezer maat schappijen de Orpheus", „Flor", „Ar- trea", „A.mazone", „Ares", „Ncreas", „Luna", „Carna", „Perseus" en „Reha". Dc oplevering van deze schepen zou nog dit jaar of in 1921 moeten plaats hebebn. Door arbeidmoeilijkheden enz. zal ze evenwel van bijna alle schepen vail negen tot twaalf maanden w'ordén vertraagd. De loonen van het spoorwegpersoneel. Het ontwerp-loon en salarisregeiing van de directie der spoorwegen is thans bekend geworden. De directie vermin dert, volgens de „Tel.", het maximum van alle schalen van de door den loon- raad voorgestelde regeling met 300 of J 400, terwijl de aftrek voor goedkoo- pere standplaatsen is bepaald op 4 en 8 Het premievrij pensioen wordt ingevoerd vanaf 1 Januari 1921. Op verzoek van den minister wordt de kindertoeslag op dezelfde wijze als bij hetrijk ingevoerd. het mooiste van allen was, om veel redenen. Kun je dat onthouden „Ja. miss, o, wat za-l hij in zijn schil; zijn." Lucille zuchtte diep en toen Susie zich afwendde, nam zij hef takje weer uit het haar en kuste het haastig, hartstochtelijk. Marie Verner stond onopgemerkt aan de deur, haar gade slaand met opgetrokken lip. „Ga naar beneden, en zeg, dat uw meesteres klaar is, Susie", zeide zij. „Je bent immers klaar, is het niet Wat een mooie clematis Dat is Susie's werk. Het is een goed meisje zoo vlug en bedachtzaam. Maar ik ver moed", voegde zij er met een lachje bij, „dat Susie's begeerte om ze te halen nog uit een andere begeerte ontsprong, dan uit lust om je van dienst te zijn." „Wat bedoel je vroeg Lucille, haar avondmantel omslaand. „O, zij en Harry Heme plukten ze santen, vertelde ze me", antwoordde zij glimlachend. „Geloof maar, mijn beste, dat het onschuldige nteisje iedere gele genheid zal aangrijpen om een paar minuten met haar verloofde te zijn." Lucille kleurde eerst en werd toen bleek. „Marie", sprak zij, „dat is onrecht vaardig tegenover Susie en Harry Her- ne. Het is niet de eerste maal. Op dien vorigen avond Zij hield op en trok de wenkbrauwen op en haar hand ging naar het takje maar zij liet dit vallen en verliet met een glimlach de kamer. Mevrouw Dalton wachtte in het voor huis. Marie ging niet, omdat zij niet gevraagd was. „Het is maar een kleine partij, zno- Scheepvaartbeweglng. Gedurende de tifgcloopen week zijn den Nieuwen Waterweg binnengeko men 158 schepen? waarvan 5 zeelich ters. Hiervan waren bestemd voor Rotterdam, met inbegrip van Hoek van Holland 149 schepen, met. 234.964 n. reg. tons. Gedurende hetzelfde tijdvak van 1919 kwamen den Nieuwen Waterweg bin nen 110 schepen, waarvan 3 zeilsche pen en 1 zeelichter. Hiervan waren voor Rotterdam bestemd, met inbegrip van Hoek van Holland, 109 schepen. Sedert 1 Januari zijn aangekomen Schepen N. R. T. N. Waterweg 1920 5133 6.740.948 1919 3799 4.376.288 Rotterdam 1920 4826 6.491.957 1919 3704 4327.213 RAPPORT BETREFFENDE HET ONDERZOEK DER GEMEENTE- BEGROOTING. RAFPORT betreïfende het onderzoek der gemeente- begrooting voor 1921, op Woensdag 10 November 1920. 2e Afdeeling. Aanwezig de heeren van de Putte, die het voorzitterschap waarneemt, S. j. Hillinga, L. P. van Oorschot, J. de Meij, T. Manse, J. P. Vermaas, H. C. V. Sorel. de Wethouders M. Laernoes, J. G. van Niftrik en 11. J. Tichelman, alsmede de Burgemeester en de Secretaris. Rapporteur J. W. J. Mandos, adjunct- commies ter Secretarie. Algemeene beschouwingen Van de daartoe geboden gelegenheid maakt niemand gebruik. IN KOM STEN: Hoofdstuk II. artikel 1. Huizen en lan derijen. Eén lid vraagt of liet niet gewenscht is de huurprijzen van énkele gemeente-wo ningen te verhoogen, o.m. van de woning in het Groenewoud. Hoofdstuk III, afdeeling, artikel 7. School gelden voor lager onderwijs. Een der leden vindt, dat deze post te laag geraamd is, in verband met de stijging van het belastbare inkomen. Medegedeeld wordt, dat bij het opmaken der begrooting daarmede nog geen reke ning kon worden gehouden. Hoofdstuk III; afdeeling 4, artikel 1. Plaatselijke directe belasting naar het in komen.- Êeii lid wenseht deii aftrek Vodl' nood zakelijk levensonderhoud té brengen op 1000. Een der wethouders merkt op, dat ver hooging van dien aftrek een vermeerde ring van lasten zal teweeg brengen op de overige belastingschuldigen, speciaal den middenstand zai drukken, terwijl bo vendien de enkele gegoeden ook nog de gemeente zullen verlaten. Een ander wethouder zegt, dat verhoo ging van aftrek zeer veel tegenstand bij Gedep. Staten zal ondervinden, gelijk zulks ook reeds thans plaats had. Hoofdstuk IV, afdeeling 1, artikel 1. Uitkeering van het Rijk, ingevolge art. 1 der wet van 24 Mei 1897. Een der leden vindt, dat de raming van deze uitkeering op het dubbele van vorige als je weet. mijn lieve", en ik heb niet graag, dat je dat brutale nest mee brengt. Ik vind die stijve, oude dame, mevrouw Dalton, nog al aardig, maar ik kan dat zoogenaamde Fransche' meisje met de dunne lippen niet uit staan." Het was inderdaad een kleine partij, uitgelezen en beperkt tot die vrienden, die" Lady Farnley beschouwde als be- hoorende tot de élite van het graaf schap. Lucille was laat en Lady Farnley werd lichtgeraakt en ongeduldig maar het geblanket en bepoederd oude gelaat trok zich tot een'glimlach, toen Lucille dc kamer binnenkwam. Dat zachte, niet te beschrijven gemompel, dat altijd een hooge gast aankondigt, ontstond, toen Lady Farnley zich voorover boog en haar kuste en half berispend sprak „Je bent zoo laat, mijn lieve, dat wij al bang waren, dat je niet zoudt ko men. In d.Tt geval, had ik al deze men- schert naar huis gestuurd, ik zou een bord pap gegeten hebben en naar bed zijn gegaan." „Dat is alles goed en wel", zeide een zachte, lage stem achter haar, „maar pap had ons dit verlies niet vergoed, Lady Farnley. Als miss Darracourt niet gekomen was, zouden eenigen van ons zeker vergif hebben genomen." Dit was Merle. Hij was bleek en rustig, en koud als naar gewoonte maar er straalde een vreemd licht in zijn oogen, dat Lucille flauw opmerkte toen hij haar hand nam en er zich over ting van beide en toen dat licht op haar viel, stootte het Lucille instinct matig af. Hij was met meer zorg dan jaren, in verband met den door de regeering aangekondigden noodmaatregel te laag is Hij zou deze uitkeering minstens op het vierdubbele van vorige jaren willen uittrek ken. daar anders hij regeering en Ged Sta ten de meening zal ontstaan, dat Vlissingen aan een verdubbelde uitkeering voldoende heeft. Een der wethouders licht de vorige op merking nader toe. Toch zal dit lid gaarne vastgelegd zien, dat allen eenparig van oordeel zijn, dat de hoofdelijke omslag veel te hoog is. Een ander lid vraagt, wat in de memorie van toelichting beduidt de aftrek van 17.810. De secretaris licht zulks toe. Artikel 6. Subsidie ten behoeve van de Avondschool voor handwerkslieden. Een lid vraagt, waarom deze post lager is geraamd. AAedegedeeld wordt, dat dit verband houdt met de intrekking der provinciale subsidie. Nog wordt gevraagd of door de Nijver heidsonderwijswet die Subsidie niet veel hooger wordt en voorts, of de leeraren, die thans meer dan 8 lesuren per week hebben, door de bepaling, dat voortaan slechts 8 lesuren hoogstens per week mo gen gegeven worden, niet in het gedrang komen en of deze leeraren dan inkomsten moeten derven. Geantwoord wordt, dat die subsidie wel meer zal bedragen, doch dat dit^alles nog betrekkelijk vaag is. Voor de leeraren zul len wel overgangsmaatregelen getroffen moeten worden. Hoofdstuk V, afdeeling 3. Geldleenin- gen. Bij de behandeling van dit hoofdstuk wordt medegedeeld, dat bericht is ontvan gen van Ged. Staten, dat deze weigeren goed te keuren het raadsbesluit tot het brengen van den rentevoet der geldleening ad f140.000 van CA op hoogstens 7' UITGAVEN: Hoofdstuk Bestuur der gemeente. Hierbij wordt aan de orde gesteld de verhooging der jaarwedden en loonen vat de ambtenaren en werklieden. Een cfer Jêdên zégt, dat hij "het in hoofd zaak wel eens is met de voorgestelde ver hooging der jaarwedden en loonen, maar dat hij toch nog wel enkele opmerkingen wenseht te maken. Hij zegt, dat door de vakvereenigingen voor de werklieden zijn gevraagd mini- mum- en maximumloonen, met periodieke verhoogingen, terwijl ook door de staats commissie in haat' rapport periodieke ver- höoglngeii zijn voorgesteld. Toch zou hij ook nu nog er zich mede kunnen vereenigen, dat geen periodieke verhoogingen worden ingesteld, mits dan als loonen voor de werklieden worden be paald, het verschil tusschen de minimum en maximumloonen, door de vakvereenigin gen gevraagd. Voor de werklieden zouden deze bedragen dan worden ƒ29 50, ƒ31.50 en ƒ33.50, wat zou neerkomen op een ver hooging van het uurloon met 14 cent. Tevens zou hij dan willen voorstellen, om de salarissen der «ambtenaren niet met ƒ300, doch met ƒ350 te verhoogen. Wat de salarissen van de hoogere amb tenaren betreft, worden door Burg. en Weth. dezelfde verhoogingen als verleden jaar voorgesteld, benevens ƒ300, terwijl er geen rekening schijnbaar mee wordt ge houden, dat ten vorige jare de voarge- gewoonlijk gekleed, en droeg diaman ten in zijn overhemd en manchetten. De diamanten schenen met zijn oogen ie wedijveren in glans, en Lucille was een oogenblik er door als vastgenageld, toen gaf zij een alledaagsch antwoord op zijn opgeblazen vleierij en ging verder. Het was een prachtig feest en een schitterend succes voor haar. De alge meene roep was, dat zij er nooit schoo ner had uitgezien. De licht merkbare glans, die mevrouw Dalton en Marie Verner bij haar hadden waargenomen, scheen haar als een stralenkrans nu te omgeven, en de uitdrukking van geluk, die uit haar oogen straalde en om haar lippen zweefde, maakte haar bekoor lijkheid eenvoudig onweerstaanbaar. Er waren mannen van rang en invloed, die gelukkig zouden zijn geweest, haar te trouwen, als zij een Marv Smith ge weest was en geen penning bezat, maar zij was de Vrouwe van Daracourt, be zitster van onmetelijken rijkdom, en hóe oplettend was men voor liaar, hoe streefde men er naar een glimlach van haar op te vangen of een woordje van haar te krijgen. Dien avond danste zij slechts twee maal, eens met den ouden graaf van Towerford en eens met Merle, maar of schoon zij slechts eenmaal met hem danste, scheen zijn tegenwoordigheid haar te kwellen-. Waar zij ook ging. schenen die hatelijke oogen, die hate lijke diamanten op haar gevestigd te boog. Het was als een licht van over winning en zegepraal, of de verwaeh- zijn. Zijn lage, zachte, opdringerige stem was steeds hoorbaar voor haar, stelde verhpogingen niet door den raad zijn overgenomen. Hij wil de salarissen van den Burgemees ter en secretaris bepalen op f5500—ƒ6500, van den ontvanger en commissaris van po litie op ƒ4000ƒ4800, terwijl hij aan den directeur van gemeentewerken eveneens een verhoogingg in minimum en maximum van ƒ5000 wil toekennen. Enkele leden wilden het verschil in loon tusschen geschoolde en niet geschoolde werklieden opgeheven zien of althans ver minderd. Zij vinden, dat spierarbeid min stens even goed betaald moet worden als geestelijke arbeid. Een lid vindt de voorgestelde verhoo gingen zeer taktisch en vindt, dat voor- loopig niet verder behoeft gegaan te wor den, waarop een ander lid opmerkt, dat de voorstellen van Burg. en Weth. zoo taktisch zijn geworden, doordat niet over gegaan kon worden een uitkeering ineens over 1920 aan de ambtenaren en werklie den toe te kennen. Door een der leden wordt nog de op merking gemaakt, dat de loonen der arbei ders niet mogen gaan boven die der bouw vakarbeiders in het particuliere bedrijf. De zekerheid, welke de gemeente-arbeider heeft, dat hij steeds werk zal hebben, moet hem ook wat waard zijn. Namens Burg. en Weth. wordt opge merkt, dat de voorgestelde verhoogingen der salarissen van de hoogere ambtenaren werkelijk niet te hoog moeten worden ge acht, in ■■■Verband met de van die ambte naren gevergde diensten in een zoo moei lijke gemeente als Vlissingen. Ook wordt in dit verband gewezen op hetgeen Gedep. Staten wenschen, dat als jaarwedde be- paald wordt voor den burgemeester, secre taris en ontvanger, van gemeenten van 8000—10000 zielen. Ook wat het salaris van den directeur van gemeentewerken betreft, kan niet ge zegd worden, dat dit tejioog is, in ver band met wat van dien ambtenaar ge- eischt wordt. Nog wordt door een der leden gewezen op het loon, dat de arbeider der reiniging geniet, die belast is met het spoelen der tonnen. HJ zou dien arbeider in de le groep wil;cn brengen. Hoofdstuk IV, afdeeling 1. Politie. Een der leden vindt, dat de bevordering van Rerdsma tot majoor-rechercheur niet geheel in den haak is. Hij is van oordeel, dat deze benoeming niet had mogen plaats vinden, daar hij 3 majoors-rechercheurs een overbodige luxe acht. Als hem wordt mede gedeeld, dat door die benoeming toch een bezuiniging is verkregen, doordat een tweetal vacatures van agent niet vervuld worden, acht hij dit toch misplaatste zui nigheid. Blijkbaar heeft vroeger de com missaris van politie te veel agenten ge vraagd. Afdeeling 4. Burgerwachten enz. Enkele leden achten dezen post over bodig. Hoofdstuk IV, afdeeling 5, artikel 8. Sub sidie aan de afd. Vlissingen van het Centr. Genootschap voor kinaerherstellings- en vacantiekolonies. Een lid zou gaarne zien, dat daarvoor een bedrag op de begrooting werd uitge trokken, opdat later niet gezegd kan wor den. dat er geen geld voor is. Dit wordt door meerdere leden onder steund. Een der wethouders zegt, dat het in de bedoeling ligt, met het bestuur van het zelfs als hij niet tot haar sprak, maar in gesprek was met iemand in haar nabijheid. „Wij Kunnen onze koffers wel pak ken en het veld ruimen", merkte een van haar vurigste bewonderaars op, een zekere vlugge, jonge officier van de artillerie, die uit den jongsten oorlog thuis was gekomen met roem en glorie, die hij o zoo gaarn aan hare voeten had willen leggen. „Merle is ons allen de baas en heeft het er op gezet haar hart te winnen En drommels hij zal het klaar spelen, of zij van hem houdt of niet. Kijk nu maar eens, hij heeft haar den geheelen avond haast geen oogenblik verlaten." Het was niet de eerste maal, dat zoo iets gezegd werd, en zulke opmerkin gen leggen gewicht in de schaal. De heeren schenen de een na den ander te begrijpen, dat Merle meer rechten had en hadden haar verlaten, zoodat, toen haar rijtuig werd afgeroepen, Lord Merle alleen naast haar stond met haar avemdmanfei over den arm, „Dit is, 'helaas, het einde van een zeer gelukkigen avond", fluisterde Merle, zijn doordringende oogen op haar gelaat gevestigd. Maar Lucille hoorde hem nauwelijks, en iets onver staanbaars mompelende, viel zij neer in een hoekje van het rijtuig. Merle stond de koets na te kijken, tot de lampen sterren geleken over den weg, met een vreemden glimlach om den mond. Die glimlach stemde overeen ■met het bijzondere licht in zijn oogen en sprak van zijn vertrouwen op een komende zegepraal. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1920 | | pagina 1