D0NDER040 28 OCTOBER.
KAMEROVERZICHT.
De Vrouwe van Darracourt
No.SS&-58e Jaargang 1920
GEMEENTEBESTUUR
FEUILLETON
BINNENLAND
Stads= en Provincienieuws
VLISSINGSCHE COURANT
ARBEIDSWET 1919.
De Burgemeester van Vlissingen, gelet
op het bepaalde in artikel 38 der Arbeids
wet 1919, noodigt de belanghebbende
broodbakkerspatroons, die in den regeJ
zonder hulp van anderen bakkersarbeid
verrichten en die tussckeri 8 uur des na
middags en 6 uur-des vóórmiddags ge
noemden arbeid weiïschen te verrichten, uit,
om aan hem ten spoedigste eene aanvrage
om vergunning te richten
Vlissingen, den 23sten October 1920
De Burgemeester voornoemd,
VAN WOELDEREN.
ONTEIGENING.
De Burgemeester van Vlissingen maakt
beken, dat de stukken, bedoeld bij artikel
80, 2e lid, der wet van 28 Augustus 1851
(Staatsblad no. 125) betreffende het in het
belang der volkshuisvesting te onteigenen
perceel grond, gelegen ten Noorden van
den Singelweg aan den Watergang, ka
dastraal bekend gemeente Vlissingen, Sectie
A no. 466, ter inzage van een ieder zullen
worden nedergelegd ter secretarie dezer
gemeente van 29 October tot en met 30
November 1920 en dat belanghebbenden
uiterlijk 14 dagen na verloop van -dien ter
mijn schriftelijk hunne bezwaren bij het
college van Burgemeester en Wethouders
moeten opgeven.
Vlissingen, 28 October 1920.
De Burgemeester voornoemd,
VAN WOELDEREN.
DRANKWET.
Burg. en Weth. van Vlissingen, gelet op
art. 37 der Drankwet, doen te weten, dat
hij hen is ingekomen een verzoek van
Anthonie Steijn, geboren de Klerk, om ver
lof tot verkoop van alcoholhoudende!!
drank anderen dan sterken drank in perceel
Joost de Moorstraat no. 1
dat vanaf heden gedurende veertien da
gen schriftelijke bezwaren tegen het ver-
leenen van het gevraagde verlof kunnen
worden ingebracht bij Burgemeester en
Wethouders voornoemd.
Vlissingen, den 27 October 1920.
Burg. en Weth. voornoemd.
VAN WOELDEREN.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Woensdag.
Er is letterlijk niemand die een goed
woord heeft voor het 'beleid van den
minister van financiën ten aanzien van
dit ontwerp. Het is kritiek van de
meest onwelwillende soort kritiek die
zich niet alleen richt op de wijze van
uitvoering maar ook op het beleid, zelts
op de kundigheden van den minister.
De materie is moeilijk, maar de minis
ter beheerscht het vraagstuk heeleniaal
niet, zoo is vrijwel de algemeerte opinie
en zoo is het deze beide dagen in ver
schillende toonaarden gezegd. De
naaste vrienden van den minister spa
ren hem zeker niet en zij maken het
hem eer moeilijker dan gemakkelijker
om zich op de been te houden. Mis
schien heeft de minister verwacht, dat
de beide toezeggingen omtrent nog
meer steun aan de gemeenten, wat kal
meerend en wat vriendelijker stem
mend zouden werken op de Kamer
van die verwachting is dan echter niets
verwezenlijkt.
De gemeentebesturen hadden heei
wat meer verwacht dan thans gegeven
wordt en zij hadden stellig meer steun
in klinkende munt verwacht dan de
verleerting van de vrijheid om het pluk
ken van de burgerij op. ietwat verder
gaande wijze voort te zetten. Dat helpt
niet aan de gemeenten, maar helpt al-
door
CHARLES GARVICE.
Geautoriseerde vertaling van
I. P. WESSELINK—VAN ROSSUM.
41) (Nadruk verboden.)
„Wat moet gij een sterk geheugen
hebben, mevrouw Dalton 1" zei-de Ma-
rie, schijnbaar geheel onschuldig.
„Nu, als gij beiden van plan zijt den
geheelen namiddag te twisten, pak ik
mijn biezen", zeide Lucille lachend, en
verliet daarna de kamer.
Zij had nauwelijks de gang bereikt,
om naar haar kamers te gaan, toen
Susie achter haar aankwam.
„O, als het u hl-ieft, miss", zei ze
hijgend, „kan meneer Harry u even
spreken
Harry Heme zeide Lucille en
terwijl zij zich aan de leuning vast
hield, keek zij in de hall en zag daar
Oe groote, flinke gestalte staan. Zij zag
°at hij niet meer zorg gekleed was
wtn toen zij en Lady Farnley hem ont
moet hadden in het park.
»Ja", zeide zij, na een korte aarze-
nS- „Vraag ihem om in de bibliotheek
gaan". En daarna, terwijl Susie naar
kanier n "Cf>' liaa' eigen
Sedert het ongeluk had zij Harry
leën de gemeentebesturen. Het oog is
thans gevestigt op de in de Troonrede
toegezegde noodregeling die onmiddcl-
-lijk een bedrag aan de gemeenten zal
.geven, een denkbeeld dat wij terug-
vfnden in de amendementen van den
lieer De Geer, die daarmede feitelijk
op de toegezegde regeling vooruitloopt.
Verschillende leden hebben zich reeds
met die amendementen ingenomen ver
klaard, hetgeen te begrijpen is. Niet
geheel ongegrond is echter de vraag of
ze in verband met de aangekondigde
'noodregeling, wel toelaatbaar zijn. Met
nadruk heeft de heer De Geer echter
de toelaatbaarheid verdedigd. Hij kan
daarbij herinneren aan de mededeeling
van den minister van onderwijs bij de
behandeling van de L. O.-wet, toen hij
verklaarde dat bij deze wet de finan-
cieele regeling ook in verband met de
nieuwe bepalingen kon worden afge
daan.
Volgens dezen afgevaardigde is het
noodig dat de belasting-inventie voor
rijk en gemeente gezamenlijk genorma
liseerd moet worden. Het rijk overzag
steeds niet onmiddellijk hoe de cijfers
van zijn inkomstenbelasting moesten
zijn. De gemeentebesturen echter haal
den een streep door het gansche stelsel
van het rijk omdat zij op eigen houtje-
belastingen gingen heffen die heeleniaal
niet overeenkomstig het rijksstelsel
waren. Dientengevolge is een stelsel
loosheid ontstaan, die beëindigd moet
worden, maar dit kan alleen wanneer
ook (lp finaneieele verhouding van rijk
en gemeenten wordt herzien. En dat
wel tegelijkertijd. Dit was de conclusie
waartoe deze afgevaardigde kwam
herziening van de finaneieele verhou
ding gepaard met normaliseering van
het gansche systeem van belastingen
voor rijk en gemeenten.
De heer Van den Tempel belichaam
de zijn opvattingen in een motie waar
in een herziening van de finaneieele
verhouding werd gevraagd in dien zin,
dat 't rijk de kosten van recherche, ar
menzorg en krankzinnigen-verpleging
zal overnemen. Deze motie loopt voor
uit op het nadere ontwerp tot wijziging
van de wet van '97. In een tweede mo
tte vroeg hij hulp van de regeering bij
het stuiten van leeningen door de ge
meenten, opdat deze genieten van de
voordeelen die het rijk weet te ver
krijgen.
Nog enkele sprekers voerden hei
woord het was echter alles hetzelfde.
Deze regeling is onvoldoende maar zij
moet wel aanvaard worden op afbe
taling.
Morgen de minister.
Staatsbegrooting voor 1921.
Blijkens het voorloopig verslag der
Tweede Kamer betreffende het afdee-
Iings-onderzoek der Staatsbegrooting
voor 1921, wenschten vele leden als hun
oordeel |e kennen te geven, dat het
kabinet in zijn geheel redenen geeft tot
tevredenheid, al wilden al deze lederi
daarom nog geen instemming betuigen
met alle voorstellen en maaatregelen
der regeering. Sommigen dachten hier
bij aan het wetsontwerp betreffende de
lijkverbranding en het ontwerp-Zon-
dagswet. Over het algemeen vond ook
bij hen de leiding van den kabinetsfor
mateur alle waardeering en de werk
zaamheid van de ministers van onder
wijs, arbeid en buitenlandsche zaken
werd geloofd. Verscheidene leden acht
ten intusschen de. leiding der departe
menten van financiën en defensie zwak.
In die van eerstgenoemd departemeni
Herne niet meer alleen ontmoet, en zij
kreeg een vreemd gevoel van verlegen
heid en onhandigheid, dat haar be
nauwde. Voor de duizendste maal zeide
zij tot zichzelf, dat hij slechts haar
bediende was en zij bleef dit steeds
bij zichzelf herhalen, toen zij, na hem
ongeveer een kwartter 1e hebben laten
wachten, naar beneden ging. Zij open
de zachtj-es de deur van de bibliotheek,
zoo zachtjes, dat hij haar niet hoorde
binnenkomen, want hij stond voor een
boekenkast met zijn rug naar de deur.
Hij bad een boek in de hand, en hij
was er^schijnbaar geheel in verdiept,
want zij'n hoed en zweep waren hem
uit de hand gegleden en lagen op den
grond, aan zijn voeten. Lucille stond
eenige ^oogenblikken stil, terwijl haar
blik op hem rustte toen naderde zij en
sprak, zoo koel als"zij kon
,,U wou me even spreken
Snel keerde hij zich om en sloot het
boek toen keerde hij zich verontschul
digend naar haar.
„Ik vraag ii vergeving, miss Darra
court, ik keek naar de planken en zag
dit boek het is zeer zeldzaam. Zonder
er bij te denken, nam ik het van zijn
plaats en er kwam.een voorval in voor,
dat mijn aandacht trok."
„Zoodat gij geheel vergeten hebt
waar gij zijt en wat ge mij te zeggen
hebt zeide Lucille en zonder erg
speelde een zeldzame glimlach voor
een oogenblik over haar gelaat.
Zij stond in het volle licht en in haar
zag_ men een tekort aan persoonlijke
kunde van den daarmede belasten be
windsman met ue -defensie achtte men
- het beleid van het heéle kabinet ge
moeid. Ge zinsnede, aan de landsver
dediging in de Troonrede gewijd, acht
ten deze leden onverstaanbaar. Zij
begrepen niet, hoe de weermacht zou
kunen worden „gesterkt" met vermin
dering van de kosten. Het anti-revoiutie
ontwerp was volgens verschillende le
den a'ls symptoon van een ziekelijke
tevolutievrees te beschouwen, doch
werkte inderdaad een revoutiónnaire
verbittering in de hand.
Verscheiden léden meenden voorts,
dat van de activiteit op wetgevend
gebied van den minister van landbouw
weinig is te bemerken.
Vele leden betreurden het dat bij de
plaats'gehad hebbende wisseling van
ministers het kahinet niet versterkt is
kunnen worden met bewindslieden, in
wie op grond van hun vroeger open
baar optreden de zuivere belichaming
kon worden gezien van de diepste be
ginselen, welke aan het regeeringsbe-
leid ten grondslag liggen. Zij beschik
ten echter te dien aanzien- over te wei
nige gegevens om het kabinet daarvan
een grief te maken en vertrouwden,
dat deze aanvullingen aan de doorwer
king van het beginsel van het kabinet
geen afbreuk zou pen doen.
Betreurd werd, 'dat de minister bij de
behandeling van de L. O.-wet niet al
leen de amendementen heeft afgeWe-
zen, waaraan door de algemeene orga
nisaties op het gebied van het christe
lijk onderwijs groote beteekenis werd
gehecht, maar ook in zijn redevoerin
gen meer dan eens den indruk vestigde,
dat hj de stelling aanvaardde, dat de
wet i tt aiieen finaneieele gelijkstelling
van openbaar en bijzonder onderwijs
ten opzichte van de openbare kas moest
brengen, onaer waarborgen van gelijke
deugdelijkheid, maar dat de wet ook
moesr strekken om die beide takken
van onderwijs, "behoudens het verschil
in richting geheel gelijk te doen zijn.
Deze opvatting is alleen verklaarbaar
bij hen, die dan de vrije school haar
vrijheid misgunnen en boven attes be
vreesd zijn, dat de bijzondere school
juist door die vrijheid beter zal zijn
dan de openbare.
Door vele leden werd critiek geoe
fend op het beleVt van den minister
van financiën. Naar hun meening is
thans voldoende gebleken-, dat deze
bewindsman voor de taak die hij in
buitengewoon moeilijke omstandighe
den op zich heeft genomen, niet bere
kend is. Het is echter aan de voortdu
rende stijging van de opbrengst der
middelen te danken, dat de dienst tot
dusverre niet is vastgeloopen. Van de
algemeene leiding over 's lands finan
ciën bemerkten deze leden niets; slechts
bij de salarieering der ambtenaren
schijnt de politiek der regeering den
invloed van dit departement te onder
vinden die politiek is onjuist en wei
felend en steeds uit op beknibbelen,
waardoor ontstemming wordt veroor
zaakt, die ten- slotte toch weer tot toe
geven dwingt. Nog steeds wordt om
gaten te stoppen, gewerkt inet fondsen
die niet alleen buiten alle controle van
de Staten-Generaai, doch ook buiten
die van den minister van financiën
vallen. Van krachtige maatregelen tot
bezuiniging op de verschillende dien
sten is geen spoor te ontdekken.
"Uitbreiding van de Amsterdamsche
haven.
De Sumatrakade en de Javakade te
Amsterdam, waar de etablissementen
van de stoomvaartmaatschappij „Ne-
bij'zondere schoonheid teek zij meer
een visioen dan werkelijkheid. De jonge
man staarde eenige oogenbtikken naar
haar in sprakelooze bewondering.
„Neen", zeide hij, „ik ben het niet
vergeten. Maar misschien had ik niet
moeten komen."
„Daar kan ik niet over oordeelen,
voordat ge mij zegt, waarom gij komt",
zeide Lucille bedaard.
„Ik had u de boodschap wel kunnen
laten zeggen door Susie, uw kamenier"
voegde hij er aan toe.
„Gij zult het mij nu persoonlijk zeg
gen", zeide Lucille vriendelijk. „Wat
wilt gij
„Het zal slechts een lichte veront
schuldiging lijken zeide hij op zach-
ten toon, meer tot zich zelf dan hardop.
„Ik heb de Keizerin afgereden, miss,
het paard waarvan ik u zeide, dat ge
schikt was om door u bereden te wor
den. Ik deed het dezen morgen voor
de derde maal. Ik heb haar zeer rustig
bevonden en zij is klaar wanneer gij
haar wenscht te berijden, miss."
„Dank u", zei Lucille. „Het was zeer
vriendelijk van u. Maar nu nog mijn
rijkleed I"
Lucille had een rijkleed besteld op
den-zelfden morgen, dat hij -haar de
paarden getoond had, en het was maar
een uitvlucht om tijd te winnen maai
de eerlijke Harry Herne was niet ge
wend aan leugens om bestwil van da
mes, en hij keek op, met verwondering
in zijn mooie oogen.
derland" gevestigd zijn, zullen binnen
kort groote verandering ondergaan. De
punt van dit Y-eiland zal aanzienlijk
verbreed worden, voornamelijk aan de
zijde van de Sumatrakade. Op dit nieu
we gedeelte zullen twee groote lood
sen van de ..Nederland" verrijzen, ieder
150 meter lanig. Op dit gedeelte van
het Y-eiland is ook gevestigd de
stoomvaartmaatschappij „Oceaan".
Tusschen deze maatschappijen zal
dwars door het Y-eiland een ijzeren
hek verrijzen en op die plaats de hoofd
ingang komen voor de „Nederland"
Het pontverkeer van de De Ruyter-
kade naar de Sumatrakade en de Boor-
straat en dat van den kop van de Han
delskade naar de Javakade en verder,
zal in verband met deze wijzigingen
verlegd worden. Bovendien zal de
maatschappij „Nederland" een eigen
pontverkeer stichten van de De Ruyter-
kade naar haar etablissementen. De
twee reeds in aanbouw zijnde ponten
zullen niet alleen gelegenheid bieden
voor personenvervoer, maar ook goe
derenwagens en auto's zullen daar
mede vervoerd worden.
Binnenkort is voor deze uitbreiding
van de Amsterdamsche havenwerken,
welke eenige mil-lioenen zal kosten, een
voordracht van Burg. en Weth. aan den
gemeenteraad te verwachten.
VLISSINGEN, 28 OCTOBER
Aschbakken.
De politie vestigt de aandacht er op
dat in den laatsten tijd bewoners her
haaldelijk des avonds hun gevulde
aschbakken buiten zetten om deze des
morgens te doen ledigen. Dit geschiedt
omdat men blijkbaar geen lust heeft des
morgens iets vroeger op te staan om
de vuilnisbak tijdig buiten te brengen.
Reeds eenige malen is het voorgeko
men dat baldad'igen in den laten
avond deze bakken omverschopten,
waardoor algeheele verontreiniging
der straat plaats vond. Ook door de
duisternis des avonds en des nachts
leveren de aschbakken gevaar op voor
de voetgangers. In den vervolge zal
de politie in deze bekeurend optreden
en de aschbakken in beslag nemen.
Gisterenavond zijn wederom 8 stow
aways van diverse nationaliteit aan het
Bureau van politie in bewaring gesteld,
die hedenmorgen over de grens zijn
geleid.
In de Doopsgezinde Kerk alhier
wordt Donderdag 4 November een uit
voering gegeven van „Lucifer", bij-
belsch treurspel van Joost van- den
Vondel.
Deze uitvoering was aanvankelijk
'"-epaald op Donderdag 24 Juni, do 'l"
moest toen door verschillende omstan-
dighedeit worden uitgesteld.
Naar wij vernemen zal de cursus voor
politie-vakonderwijs. waarvoor zien
reeds een 17-tal teerlingen heeft opge
geven, op 15 November a.s. een aan
vang nemen.
De winteroefeningen van de Kon.
Seherpschuttersvereeniging „Vlissin-
ge" werden gisterenavond geopend.
Het bestuur achtte den tijd gekomen
het clubgebouw der vereeniging naar
een meer comfortabel ingericht pand
over te brengen en zoo waren op den
openingsavond vele schutters in het
benedenlokaal van hotel „Noordzee-
boulevard" aanwezig.
„Maar Susie zeide mij, dat het rij
kleed uit Londen was gekomen", zeide
hij. „Zij moet zich vergist hebben."
Lucille kreeg een hooge kleur.
„Neen, zij vergiste zich niet", zeide
zij vast. „Maar ik weet niet zeker, of
het mij wel passen zal. Ik denk, dat
gij wilt dat ik het paard dezen namid
dag zal probeeren
Het was duidelijk, dat hij dit
wensc-hte, want zijn vaste blik vervaag
de onder den lichten glimlach in haar
oogen en hij bukte zich en raapte zijn
zweep op.
„Het is nu niet te warm", zeide hij,
„en daar ik de Keizerin afgereden heb,
is zij buitengewoon rustig".
„O, als mijn hals dezen namiddag
minder gevaar loopt dan op eenigen
anderen tijd, geloof ik, dat ik beter doe
met nu te gaan", zeide Lucille met
voorgewende onverschilligheid.
„Denkt u, dat ik u ooit aan eenig
gevaar zou willen blootstellen vroeg
hij met flikkerende oogen.
„Ik zal u niet lang laten wachten",
sprak Lucille, een antwoord ontwij
kend.
Hij ging -naar de deur en hield die
voor haar open.
„Ik zal met de paarden wachten
onder aan de stoep in den vierhoek,
Miss", zeide hij.
Lucille was blij, dat de vierhoek
achter het huis was, en dat zij dien
kon bereiken zonder door Marie Verner
of mevrouw Dalton gezien te worden.
Aivoren-s tot de oefeningen over te
gaan herdacht de voorzitter, de heer
M. van der Beke Callenfels, dit voor
de vereeniging zoo heuglijke feit en
constateerde met genoegen, dat de
commissie, die met de voorbereiding is
belast geweest, eer van haar werk
heeft. Hij hoopte dat de aangename,
gezellige omgeving er toe moge bij
dragen dat de leden getrouw zullen ko
men oefenen, wat in het belang der
schietsport zal zijn.
Op de keurig verlichte banen werd
druk geschoten.
Door Ged. Staten dezer provincie is
een nieuwe salarisregeling ontworpen
voor de burgemeesters en secretarissen
Dienstjaren elders doorgebracht tellen
mee.
De regeling gaat in met 1 Januari
1921. Voor 15 November a.s. moeten
de raden er over gehoord vyorden.
De regeling is aldus.
te klasse ben. 800zielen 900
2e
800— 1200
- i 200
3e
1201— 1600
- 1500
4e
1601— 2000
- 1800
5e
2001— 3000
-2100
Ge
3001— 4000
-2500
7e
4001— 5000
-3000
8e
5001— 7000
-3600
9e
7001 10000
-4200
Voorts 5 maal na 2 jaar dienst ver
hooging.
te3e klasse met 100 telkens 4e
5e klasse met 150 en de rest met
200.
Bij Kon. besluit zijn benoemd in de
provincie Zeeland in het bestuur van
den Cfarapold-er, tot dijkgraaf Th. M. J.
de Cierck, en tot gezworene Th. van
de Vijver, beiden te Ijzendij-ke in het
bestuur van den Van Dunnépolder, tot
dijkgraaf Th. M. J. de Cierck, te IJzen-
dijke, en tot gezworene A. Claeys, te
Biervliet tot voorzitter van den pol
der Walcheren H. F. Lantsheer, te Mid
delburg tot gezworene van den Kruis
polder R. A, Vereecken, te Hontenisse
tot gezworene van het waterschap
Kruiningen- A. van Hootegem, te Krui-
ningen tot lid van het bestuur der
waterkeering van den calamiteuzen
Nieuw Neuzenpolder A. van Hoeve Jzn.,
te Terneuzen tot gezworene van den
Paulinapolder Jjj.Dieleman, te Bier
vliet tot heemraad van het waterschap
Schouwen A. van der Weyde, te Elle-
meet tot gezworene van den Hertogin
Hedwigpolder D. Ph. F, Vercauteren, te
Clinge tot dijkgraaf van den Heer
Janszpolder J. J. van de Velde, te Kam
perland (gemeente Wissekerke).
Binnenkort zal worden overgegaan
tot het bouwen vgn kazernementen voor
een onbereden brigade marechassée te
Westkapelle en Hansweert.
SOUBURG.
Dinsdag had een algemeene verga
dering plaats der vereeniging „Het
Groene Kruis", onder leiding van dr.
Plugge. Tot bestuursleden werden ge
kozen de heeren dr. C. E. Plugge, B. J.
de Meij en A. van Veen. De bode-ma
gazijnmeester werd herbenoemd. Tot
kasopnemers werden benoemd de hee
ren Hildernisse en H. J. Adriaa-nse. Ver
volgens hracht de heer M. Arendse Mz.
verslag uit van de algemeene vergade
ring der Prov. Zeeuwsche vereeniging
,-,Het Groene Kruis". De begrooting
1921 en de begrooting Tuberculose
1921 werden vastgesteld. Door het be
stuur was voorgesteld een wijziging te
brengen .in het Huishoudelijk Reglement
en wel in art. 6. Verscheiden ingezete-
Toen zij'beneden kwam in haar rijkleed,
keek Harry Herne op en een glans vloog
over zijn gelaat, toen hij met den teu
gel van zijn paard over den linkerarm
geslagen, den stijgbeugel voor haar
vasthield.
„Maar hoe moet ik daar op komen
vroeg Lucille, naar den stijgbeugel wij
zend, „ik zal een stoel of zoo iets
noodig hebben."
Hij schudde het hoofd en lachte.
„Zet uw voet. in mijn hand, als het u
blieft", zeide hij.
Lucille trok een leeiijk gezicht, maai'
op de stoep staande, plaatste zij eenigs-
zins beschroomd haar kleinen voet in
zijn hand en vóór zij wist wat er ge
beurde, voelde zij zijn andere hand
onder haar elleboog en zij werd, alsof
zij een veder was, in den zadel getild.
Zij was geheel verbaasd, maar hij gaf
haar snel de teugels in de hand en
schikte haar rijkleed, en sprong toen
zelf in den zadel.
„Wij zullen eerst stappen, en dan
zult ii er spoedig meer gewend aan
raken", zeide hij. „U zult gauw willen
draven, en daarna ook galoppeeren.
Ten slotte zult u uw paard bederven,
zooals iedere dame gewoonlijk doet."
„Dat zal eerst na vele jaren zijn",
zeide Lucille.
„Neen1, Miss, het zal zijn na een
paar lessen", antwoordde- hij.
„Ik geloof niet, dat ik zoo bang ben
als ik wet dacht", zeide zij, terwijl zij
naast -elkander stapten.
(Wordt vervolgd.)