De Vrouwe van Oarracourt
VRIJDAG 22 OCTOBER.
oëmeentebestuur
MMEROVERZICHT.
feuilleton
ig. No. 250
58e Jaargang
1920
BINNENLANÏT
Stads= enProvincienieuws
ARBEIDSWET 1919.
De Burgemeester van Vlissingeh, in aan
merking nemende, dat tengevolge van het
werking treden op 24 October a.s. vaii
L Arbeidswet 1919 alle ingevolge de Ar
beidswet 1911 afgegeven arbeidskaarten
moeten worden vervangen door nieuwe
noodigt' de belanghebbende hoofdeh of
bestuurders vait ondernemingen uit, om
fjg'jn hun bézit zijnde arbeidskaarten in etn
gesloten pak of enveloppe, voorzien van
den naam van den afzender, zoo spoedig
mogelijk in te leveren aan het geméente-
Imis, secretarie-afdëeling voor de Bevol
king (5e afdéeling). Zij zullen'te zijner tijd
niededeeling ontvangen van het tijdstip
waarop de nieuwe kaarten kunnen worden
afgehaald;
Verder wordt onder de aandacht ge
bracht, dat de aanvrage van arbeidskaar
ten voor het personeel, waarvoor dc /Ar
beidswet 1911 géén en de nieuwe wet wél
kaarten vereiscfit, op de gewone wijze dient
te geschieden aan genoemde 'secrètarie-af-
deeling.
Vlissingen, den 21 October 1920.
De Burgemeester voornoemd,
VAN WÜELDEREN.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Donderdag.
De uitslag der stemmingen over de mo-,
ties, die naar aanleiding van de interpel
latie-van den Tempel waren ingediend, was-
gelijk die te verwachten was. De motie-
van Rijsewijck tot verlenging van de te
rugwerkende kracht van den kinderbijslag
tot 1 Januari 1920, en die reeds door de;
regeering was aanvaard, werd zonder
hoofdelijke stemming ogedgekeurd.
Alle andere moties werden verworpen.
De twee belangrijkste waren die van den
heer v. d. Tempel de eerste vroeg" 5 c/«
salarisverhooging voor alle salarissen de
tweede sprak uit, dat het niet gewenscht
was verdere gevolgen te doen vgevoelen
door de ambtenaren, hetgeen bëreekende
den verworpen. Tegen de eerste stemde
de rechterzijde, behalve de heeren van de
Laar en A. F. Staalman en voorts de le
den van links, de Groot, Otto, Braat, v.
Doorn, Lely, de Buisonjé en de vrijlibera
len vóór de tweede motie stemden, be
halve de socialisten, communisten en vrij
zinnig-democraten, alleen de heer van de
Laar.
Hiermede was deze interpellatie afgeloo-
pen. Het staat wel vast dat de regeeriug
door deze interpellatfe versterkt is in haar
positie.' Algemeen is de staking, is de pro
clamatie afgekeurd en met de voorstellen
.ter'verbetering der salarissen was men over
liet algemeen ingenomen.
De beide volgende interpellaties, van de
heeren WeitkamP en Sannes, betroffen de
melk en het brood. De heer Weitkamp
kwam met kracht voor de belangen van de
boeren op. Hij vroeg den minister, een on-
derzpek in te stellen naar de productiekos
ten van de melk en de resultaten van dit
onderzoek nog vóór de landbouwbegro
ting aan de orde is, mede te deelen.
Met kracht kwam hij op tegen de vele
verwij.tgn, die tot de boeren worden gc-
rictyt,(dat.?ij woekeraars zijn. Het was daar
om wejis£belijk, een onderzoek in te stel
len. Het middel der uitvoerverboden, om de
duurte te-bestrijden, achtte hij zeer onjuist
en in hooge mate onbillijk, wanneer geble
ken zou zijn, dat van woekerwinsten in het
landbouwbedrijf geen sprake was.
De heer Sannes was wel van een eenigs-
•zibs andere opioje. Hij vroeg den minister,
of er in den kortenden winter voldoende
melk gal zijn en h.«£ het komt, dat de prijs
thans hooger is dan verleden jaar. Vérder
weivschte hij inlichtingen -over de hoev&el-
Vid kaas, die in 1920 As geproduceerd <gn
hoeveel daarvan is geëxporteerd. Wan neeg
het niet op ander,e wijze mogelijk is, om de
Prijzen te veriag&n, is de mieter dan niet
door
CHARLES GARVICE.
Geautoriseerde vertaling van
1. P. WESSEL1NKVA.N ROSSUM.
36) (Nadruk verboden.)
„Nu begint hij weer, om de zaken
nog erger te maken En hij zal het den
geheelen nacht doen, denk ik."
Nog pen gekreun scheen aan te too
ien, dat de veronderstelling niet zon-
der grond was.
geloof, dat ik even goed
naar hem toe kan gaan eri rnët neni
Praten, dan hier te zitten en naar zijn
gekreun te luisteren", morde 'mijnheer
Sinclair, de kaars uitblazende uit zui-
ri'gheid en tastend den weg zoekend
naar een deur op het portaal, waar hij
niet al te zacht aanklopte.
Een stem, die heel ver weg scheen te
v^nien, riep binnen", en Sinclair trad
oinnen.
m!M was een kamer overeenkomend
de zijne en zoo mogelijk nog ar-
nn„ '8er gemeubeld. Er was echter iets
r^lijks en dat was een aantal
tenrS" Photografieën van oude bui-
r^n n' we'ke aan de wanden wa-
êesPe^- Er was ook een
on a' uacle secretaïre, opgevuld buiten
en binnen in met stoffige oude pa-
bereid het gahsche Zi'uYe'lbedrijf in handen
te nemen
De prijzen van het bróód zijn eveneens
stijgende. Twee middelen zag de heer San-
nes", om de prijzen te doen dalen. Misschien
is het mogelijk betere contracten af te slui
ten met Amerikaahsche verkoopers. Is dat
niet mogelijk, wil de minister dan niet
overwegen, om, in den komenden winter
bijslag te geven op het wittebrood en het
roggebrood.
De minister van landbouw, de heer van
IJsselsteijn, gaf een kijkje op de beteekenis
der uitvoerverboden. De kolen alleen be
sparen ons 70 millioen in 1919, in 1920 bijna
het dubbele. De regeeringsbemoéling met
suiker, rogge en aardappelen voorkomt een
hongersnood. Voor de zuivelproducten kan
de grens niet geheel gesloten worden, om
onze plaats op de wereldmarkt niet te be
derven. Maar het is daarom billijk, om hen,
die aan den uitvoer verdienen, ook te laten
bijdragen in den toeslag op de melk. Het
is niet mogelijk de grens geheel en al te
sluiten, zoo min «als het mogelijk is, deze
geheel open te stellen, gelijk de heer Weit
kamp wilde.
Een onderzoek naar de productiekosten
van de melk, heeft doen zién, dat deze
bedraagt 16 a lö'/ó cent per liter bedraagt
Dit klopt niet met de beweringen van
'den heer Weitkamp, die andere cijfers had
gegeven. De minister heeft niet den indruk,
dat de landbouwbevolking in het algemeen
ernstige redenen tot beklag heeft en hij
'ziet dus niet in, dat het noodig is, verande
ring in zijn politiek ten aanzien van de uit
voervergunningen te brengen.
De prijs voor de melk aan de distribu-
anten blijft 19 cent Mochten de loonen
voor deze menschen moeten stijgen, dan-
stijgt natuurlijk de detailprijs. Wat de
kaas betrof, deelde de minister mede, dat
dit jaar in Nederland is beschikbaar ge
steld 11.7 millioen K.G., tegen 9.2 millioen
K G. in het vorig jaar. Het is wel merk
waardig, dat tegenwoordig alleen volvette
kaas wordt gevraagd, door de arbeiders,
die vroeger altijd veel mindere soorten ge
bruikten.
Uit Zuid-Amerika komt sedert Mei geen
graan meer, omdat in Argentinië .een uit
voerverbod bestaat.
Een poging, om de dollarkoers té veran
deren, door goud uit te voeren, ontraadden
de deskundigen allen, zelfs de betaling van
^Wraanjnet ic.tit .men *r*-
wenscfiTriiriTïTr^rrchtmg is een prijsverla
ging niet te yinden.
Van een toeslagen-stelsel wilde de minis
ter niet meer weten. Het is duur en slecht.
Een verlaging van den broodprijs met en
kele centen, "kost dadelijk een vijf millioen
per maand. De minister begint daaraan niet.
Nog altijd bestaat de toeslag op het bruine
brood, waarvan het gebruik zeer vermin
dert, hetgeen niet aan de kwaliteit is te
w-ij ten.
Nederland en België,
'De redacteur van „de Maasbode" te
'Brussel seint d.d. 21 dezer
'De „indèpendance Relgé" puhliGeert
een gedeelte uit het memorandum van
het sub-comité van de volkenbond-unie
over.de Wielingen-kwestie.
Het blad, voegt er aan toe de toon
van (dit memorandum is zeer hoffelijk,
her is ,dje van de kalme discussie en
men constateert een belangrijke verbe
tering, ïtls men dit werk vergelijkt met
sommige (Ontoegeeflijke en aanvallende
artikelen in de Nederlandsche pers,
doch de transactioneele voorstellingen,
die in het memorandum worden gefor
muleerd zijn nog niet van dien aard
om bevrediging te geven aan België,
waarvan men ,nog niet op duidelijke
wijze het o-n'befwistbaar recht wil er
kennen.
Staatscommissie inzake de duurte.
Het eindverslag der Staatscommissie
inzake de duurte zal dezer dagen aan
de Koningin worden aangeboden.
pieren. In een hoek van de kamer, bij
de secretaire, zat een oude man, een
stokoud man. Het sneeuwwitte haar
hing op zijn kraag, zijn gelaat was zoo.
geel als eenige van de perkamenten
naast hem. en zoo mager, dat het
scheen, alsof een, van de perkamenten
getrokken was over de beenderen, zoo
stijf getrokken- dat er geen rimpels in
konden blijven. Zijn oogen waren kleur
loos en zijn lippen ook. In korte woor
den als ge u den- dood, een spook, of
de schim van den Wandelenden Jood
kunt N voorstellen, dwaas genoeg om
hun verblijf te houden in een achterka
mer van 21. Eden Row, Wandsworth,
kon de- ouué man best voor een van
hen doorgaan.
Toen Sinclair de kamer binnenkwam,
keek de bewoner juist rond, toen ves
tigde zich zijn niets-ziende, kalme blik
op den muur tégenover hem.
„Zij) gij vanavond niet zoo goed
als gewoonlijk vroeg Sinclair slecht
geluimd.
De oude man keek hem met de kleuv-
looze oogen afgetrokken aan,
,,Goed Ja, ik ben goed. Wie zijt
•gij? O, gij zijt de jonge man, die zich
verbeeldt een tenor té zijn. Nu weet
ik lief."
Dit was niet geschikt om Sinclair in
een betere stemming te brengen, en hij
bromde.
,,ük feen signor SL.Clair", zei hij
norsc'h. „Ik hoorde ti kreunen, en ik
wilde even binnenkomen om te höoren
Tweede Kamerverkiezing.
In de gisteren gehouden zitting van
het Centraal Stembureau voor de ver
kiezing van een lid van de Tweede
Kamer der Staten-Gcneraal in de
vacature-mi'. D. Fock is benoemd ver
klaard de heer P. J. de Kanter te
Dordrecht.
Gouverneur-generaal Fock.
De nieuw-benoemde gouverneur-ge
neraal van Ned.-lndië, mr. D. Fock, zal
de reis naar Indië maken met het
stoomschip „Prins del' Nederlanden"
van de stoomvaart-maatschappij „Ne
derland".
De juiste datum van hef vertrek is
nog niet bekend, doch de overdracht
van het bewind zal vermoedelijk op 24
Maart 1921 plaats hebben.
Salarisverbetering van 't rijkspersoneel.
Dat de Dinsdag gepubliceerde rege
ling bij wat meer inzicht en energie aan
de zijde der regeering niet eenige maan
den vroeger had kunnen afkomen, heb
ben volgens den overzichtschrijver van
het „Handelsblad" de beide ministers
in dc Tweede Kamer niet duidelijk ge
maakt. Anderzijds behoorden de critici
der regeering ook te bedenken, dat een
eenigszins aanmerkelijke verbetering
van salarissen juist bij P. en T. eigen
aardige moeilijhkeden meebrengt. Want
die tak van dienst is georganiseerd in
een bedrijf, dat wil zeggen dat het niet
ad libitum uit de staatskas kan putten,
maar zijn uitgaven uit zijn eigen in
komsten moet zien te dékken.
En nu is liet een axioma van het
bedrijfsleven, dat elke zakenman, ook
de kleinste koopman, moet beamen, dat
nten den prijs van een product (of van
een dienst) niet tot in het oneindige kan
opdrijven. Dan komt er ;een daling van
afneming VEprt het product, die de in
komsten weer drukt. En het is ver
klaarbaar dat de regeering, nadat we
pas een stevige (.verhooging der post
en telegraaftarieven hebben gehad en
rrfet eerr fetawf—nm ly millioen op de
postbegrooting, die den minister van
waterstaat reeds weder nieuwe verhoo
gingen deed voorstellen, aarzelde om
nog eens met maatregelen te komen,
die, zooals nu blijkt, 20 a 30 millioen
kosten en ons dus opnieuw en nog veel
hoogere tariefsopdrijvingen zullen be
zorgen.
Het „Vaderland" wijst op het nauwe
verband tusschen het debat over de
salarissen en de jongste poststaking.
Wenschelijker ware wellicht een be
spreking van de nooden van het rijks
personeel geweest los van het bekende
conflict zoo spoedig daarna was ech
ter niet anders te verwachten.
Dat de positie van zeer vele rijks
ambtenaren onvoldoende is, is overbe
kend.^ Op één punt echter, zegt het
„Vad." niet het eenige kunnen de
rijkswerkers door de menschen in par
ticuliere bedrijven benijd worden
Wie Dinsdagmiddag de beraadsla
gingen volgde, kwam onder den indruk
dat de Kamer (althans een goed deel
der Kamer) niet alleen pleitbezorgster
der ambtenaren is voor een betere po
sitie, doch evenzeer hun advocaat in
strafzaken. En over zulke welsprekende
en de controle over en daarmee het lot
van den werkgever-regeering in han
den hebbende vrienden beschikt de
werknemer in het particulier bedrijf
niet. Men kan dit constateeren zonder
de Kamer iets ie willen verwijten. Zeer
sterk kwam deze eigenaardige verhou
ding reeds uit in de houding van den
interpellant, die de regeering bijv. de
vraag stelde, of zij bereid is, de acht
bestuurders van den Centralen Bond
of ik ook iets vool*u kon doen."
„Iets doen herhaalde de oude man.
„Neen".
„Dan doe ik beter weer heen te gaan",
zeide Sinclair gemelijk.
„Gij kunt blijven als gij wilt", zeide
de oude man volkomen onverschillig.
Sinclair nam een stoel, zat aan zijn
knevel te trekken, en keek gemelijk
naar zijn buur, die zijn bijzijn geheel
vergeten scheen en die nu en dan nog
kreunde. Het was echter onmogelijk
daar zoo stil. te zitten en dus maakte
Sinclair weer een opmerking.
„Zijt gij weer ,.an het werk ge
weest, mijnheer Pollard?"
„Werk Ja, o ja", zei de man met
een hoile stem en met een blik op een
hoop papieren, aan zijn voeten. „Altijd
aan het werk, altijd Er is nooit een J
einde aan mijn werk. Ik ben als de j
doodgraver dag in, dag uit, nat of
droog weer, moeten de graven gegra-
ven worden,"
„Zoo", zeide Sinclair, „maar gij
maakt graven, die reeds gegraven zijn,
is het niet
De oude man knikte afgetrokken.
„Niemand weet, welke geheimen ver
borgen zijn, welke verhalen begraven,
welkc schatten verstopt, welke zonden
en schande weggedaan zijn en over
dekt zooals zij, die ze verborgen den
ken. voor ieder sterfelijk oog.. Maar ik
weet het".
Er was een pauze toen rekte de
oude man plotseling een magere, gele
van Ned. Post en Telegraafpersoneel,
aan wie de dienstbetrekking is opge
zegd om de onderteekening van de
schandelijke lijdelijk-verzet-circulaire in
hun betrekking te herstellen, nu de re
den, die tot het ontslag geleid heeft,
niet meer aanwezig ïs,
Wie zou het durven opnemen voor
werknemers die openlijk hun kamera
den zouden aansporen een particulier
bedrijf te saboteeren. Zou één patroon
zulke lieden in zijn bedrijf houden en
geldt dit dan niet evennzeer voor een
openbaar bedrijf van den eersten rang
ais de posterijen en telegrafie 1
De luchtpostdienst op Duitschland.
Naar door de Kon. Ned. Luchtvaart
Maatschappij wordt medegedeeld, zal
niét alleen de luchtdienst op Engeland
den len November worden stopgezet,
doch eveneens die op Duitschland.
Dr. Kuyper.
Het jongste bericht omtrent dr. Kuy
per luidt De toestand is nog dezelfde,
maar blijft zorgelijk.
Belasting op publieke vermakelijk
heden.
Te Bergen op Zoom is een gemeente
lijke verordening op publieke vermake
lijkheden in werking getreden, waarbij
de belasting daarop gebracht wordt op
20 Wanneer de sluiting dier ver
makelijkheden plaats heeft na twaalf
uur 's nachts, wordt een belasting van
-50 geheven.
Pers en criminaliteit.
Het bestuur der voreeniging „de Am-
sterlamsche Pers" heeft zich met een
adres tot den gemeenteraad gewend,
waarin met kracht geprotesteerd wordt
tegen de ernstige beschuldiging, welke
in het gemeenteverslag over 1919 tegen
de pers wordt geuit, als zou zij door
haar verslagen de prostitutie en de be-
roovingen daar ter stede bevorderc-n. In
genoemd verslag, wordt nl„ naar aan
leiding van het ontstellend aantal be-
roovingen, dat in het afgeloopen jaar te
Amsterdam plaats vond, gezegd „Een
belangrijke oorzaak van de toeneming
van dit kwaad is, dat het min of meer
aanstekelijk werkt, wat door uitvoerige
mededeelingen er over en de verslagen
van de behandeling van zulke zaken
ter terechtzitting- in de biaxten in de
hand wordt gewerkt."
Adressant wijst er ojra. op, dat publi
catie op groote schaal, in de pers, van
beroovingen met zooveel mogelijk bij
zonderheden, van groot openbaar be
lang moet worden geacht, aangezien zij
waarschuwend en afschrikwekkend kan
werken.
Dat dit ook van poliiiewege wordt
ingezien, blijkt, volgens adressant hier
uit, dat in het dagelijksche persrapport,
door het hoofdbureau van politie ver
strekt, bij de vermelding van dergelijke
gevallen van berooving steeds ook het
huisnummer van het perceel, waarin het
misdrijf heeft plaats gevonden, wordt
vermeld, terwijl tocit genoemd rapport
zich ten aanzien van andere misdrijven
en voorvallen van een dergelijke nadere
aanduiding pleegt te onthouden.
VLISSINGEN, 22 OCTOBER.
Een avond van vroolijke kunst.
Een prinsenkwartiertje is geoorloofd,
heeft de leider van de groep Jean Louis
Pisuisse-Hemsing-Collin en last but not
least Jenny Gilliams gedacht, want het
hand uit als een yogelklauw.
„Kijk naar deze hand 1" zeide hij.
Sinclair keek er naar en huiverde
eenigszins.
„Wie zou denken, er naar ziende,
bevende en sidderende, en met niet
meer vleesch er op dan om juist de
beenderen bij elkaar te houden, dat die
in zijn holte het geheim het noodlot
Van menig huis bevat, dat nu het
hoofd verheft met hoogen trots."
..Ja, wie inderdaad merkte Sin
clair op, in zich zeiven zachtjes fluiste
rend „Erger dan ooit van avond.
Stapelgek."
..Ja, jongmensch", hernam mijnheer
Pollard, hem aanstarend met een gla
zig, kleurloos oog. „Voor mij is de
edelste van hen geheel bevlekt en be
smet door een schande, die zij denken
dat geheim is, maar die ik ken,"
„Zoo 1" zeide Sinclair weer, „niet
heel aangenaam voor de hooge en ver
heven heeren. Mijnheer Pollard. En al
die papieren daar, opgestapeld op die.
oude schrijftafel van u, bevatten die
alle geheimen
De oude man keek naar hem met
iets van genegenheid en trots in de
oogen.
„Ja, daarin daarin mompelde
hij. „Lords en dames, hertogen en gra
ven zelfs eenvoudige baronnen;
hun geheimen liggen daar, bedekt met
stof, terwijl zij denken, dat zij uit de
herinnering, het bekend worden ver
dwenen zijn. Maar kijk, jongmensch,"
was ruim kwart over 8, toen eerstge
noemde naar voren trad om op z'n
gewone, grappige manier, die altijd bij
hef in „de stemming" zijnde publiek
inslaat, zichzelf en z'n gezelschap in te
leiden. Hij begon met z'n vreugde uit
te spreken, weer eens hier in Zeeland
te zijn, hoewel zoo'n bezoek hem altijd
leden van zijn gezelschap kostte. Zoo
ook nu weer. Het publiek moest voor
ditmaal zich het genoegen ontzeggen
den heer Boesnach te zien optreden,
hetgeen echter geen invloed zou hebben
op wat geboden werd, want qualitatie?
was het gezelschap even sterk als
quantitation'. Dat het wie den heer
Jean Louis kent, zal het niet verwon
deren onder deze toespraak, zoowel
ais onder de verklaringen, die ieder
nummer voorafgingen, niet heel en al
rustig in de zaal was: behoeven we
nauwelijks te zeggen. Dat het bij hem
niet aan geestige zetten ontbreekt,
vermelden we maar terloops om even
de aandacht te vestigen op z'n bijeen
brengen van de met 10 belast wor
dende badkuip en Mr. Simon op z'n
geschiedenis van den ring der presi
dents vrouwe Ebert. die aan haar boe
zem,.vijandin" Seheide„vrouw" vertelde
dat haar ring bezet w as met een robijn
in een kring van anti-semieten. Wil
men een staaltje van zijn „verklaring"
der te zingen liedekens, dan verwijzen
we naar zijn illustratie van liet liedje
van den ouden man van 80 jaren, dat
ten conflict schildert van den zieke met
zijn geneeesheer. zoodra deze laatste
een dieet voor gaat schrijven. Bij de
vertooning van dit conflict, dat hij op
zich zelf toepaste, zat de heele zaal te
schudden van het lachen. Maar, zooals
we boven zeiden de heer Pisuïsse was
niet alleen. En, wanneer we nu het pro
gramma op den voet volgen, dan krij
gen we eerst den heer Coilin, den be
kenden Franschen humorist, die de
heele zaal al dadelijk wist in te pal
men met z'n Babbelkousje, maar nog
vmeer met zijn Dame jolie, waarbij hij
in de zaal aan eenige leden van het
sehoone geslacht zijn hulde ging bren
gen. En schateren deed hij de heele
zaal met de voordracht „Adam in 't
Paradijs".
Het tweede nummer van den avond
was het optreden van mej. Jenny Gilli
ams. die ons het gevoelvolle „liedje
van de schemering", liet pittige „Sol
datenliedje" van Dirk Witte en het irr
Groningsch dialect voorgedragen „Wat
wol dei vent" vertolkte. Dat zij op
dankbaar applaus kon rekenen, was te
verwachten, in welk applaus zij den
heer Hemsing, die alie liedjes accom
pagneerde, deed deelen. Deze lieer
werkte bovendien actief mee bij het
volgende nummer, het optreden van den
heer Pisuisse, wien hij, bij het zingen
van het refrein van het reeds vermelde
liedje, ondersteunde. Dit nummer-bracht
ons nog een Duitseh liedje van H.
Heine, een Fransch avontuurtje in een
coupé, een Engelsch liedje en tot slot
een Hollandsch van Adama van Schel-
tema. En zoo waren we genaderd tot
het laatste nummer vodr de pauze,
waarin mej. Jenny en de heer Jean
Louis ons vergastten op een Bretonsch
liedje, dat een gewoonte van de lande
lijke bevolking illustreerde om pink aan
pink door het leven te gaan het „be
wijs" leverden, dat de jonge man zich
in het kiezen van een echtgenoo'te,
passief werkzaam kan zijn en ten slotte
het Vlaamsehe „Het Kosferken" ten
geboore brachten.
Na de pauze werden, zooais we dat
gewoon zijn van dit gezelschap een
paar ensemble-nummertjes gegeven. In
hij boog zich en streek met de hand
over de punt van een rol perkament,
„zooals ik stof afveeg van deze rol,
kan ik met een enkel woord het stof der
eeuwen afwisschen en de waarheid
openbaren. Maar neen, zij zullen ster
ven en niet mij begraven worden."
„Zeer geschikt ook", zeide Sinclair,
„en veel rustiger voor den hoogen en
verheven adel, waarover zij iets ver
melden. Hemel, ja, ik moet li vertellen,
dat ik vandaag naar buiten ben ge
weest".
„Naar buiten herhaalde de oude
man. „Ja, liet groene land, het is jaren
geleden, dat ik daar geweest ben."
„Ja", zeide Sinclair „naar Darra-
court".
„Darracouvt zeide de oude man.
„Darracourt Ik weet het niet. O, Merle
Merle, bedoelt gij
„Er is een plaats. Merle genaamd, en
een markies", zeide Sinclair. „Ja, ik
ben daar geweest de Hall noemt men
het."
„De Hall Neen, den Hof. Dwaas
Idioot Gij denkt, dat ik mij dat niet
herinner
Deze wonderlijke uitroep maakte den
toehoorder nog meer in de war door
de wijze, zonder uitdrukking of kleur,
waarop die werd geuit.
„Natuurlijk, natuurlijk, zeer juist.'
Windt u niet op, mijnheer Pollard",
zeide Sinclair. „Dat Hof, ais gij wilt
Daar woont een jonge dame, een miss
Darracourt".
(Wordt vervolgd.)