De Vrouwe van Oarracourt VRIJDAG 22 OCTOBER. oëmeentebestuur MMEROVERZICHT. feuilleton ig. No. 250 58e Jaargang 1920 BINNENLANÏT Stads= enProvincienieuws ARBEIDSWET 1919. De Burgemeester van Vlissingeh, in aan merking nemende, dat tengevolge van het werking treden op 24 October a.s. vaii L Arbeidswet 1919 alle ingevolge de Ar beidswet 1911 afgegeven arbeidskaarten moeten worden vervangen door nieuwe noodigt' de belanghebbende hoofdeh of bestuurders vait ondernemingen uit, om fjg'jn hun bézit zijnde arbeidskaarten in etn gesloten pak of enveloppe, voorzien van den naam van den afzender, zoo spoedig mogelijk in te leveren aan het geméente- Imis, secretarie-afdëeling voor de Bevol king (5e afdéeling). Zij zullen'te zijner tijd niededeeling ontvangen van het tijdstip waarop de nieuwe kaarten kunnen worden afgehaald; Verder wordt onder de aandacht ge bracht, dat de aanvrage van arbeidskaar ten voor het personeel, waarvoor dc /Ar beidswet 1911 géén en de nieuwe wet wél kaarten vereiscfit, op de gewone wijze dient te geschieden aan genoemde 'secrètarie-af- deeling. Vlissingen, den 21 October 1920. De Burgemeester voornoemd, VAN WÜELDEREN. TWEEDE KAMER. Vergadering van Donderdag. De uitslag der stemmingen over de mo-, ties, die naar aanleiding van de interpel latie-van den Tempel waren ingediend, was- gelijk die te verwachten was. De motie- van Rijsewijck tot verlenging van de te rugwerkende kracht van den kinderbijslag tot 1 Januari 1920, en die reeds door de; regeering was aanvaard, werd zonder hoofdelijke stemming ogedgekeurd. Alle andere moties werden verworpen. De twee belangrijkste waren die van den heer v. d. Tempel de eerste vroeg" 5 c/« salarisverhooging voor alle salarissen de tweede sprak uit, dat het niet gewenscht was verdere gevolgen te doen vgevoelen door de ambtenaren, hetgeen bëreekende den verworpen. Tegen de eerste stemde de rechterzijde, behalve de heeren van de Laar en A. F. Staalman en voorts de le den van links, de Groot, Otto, Braat, v. Doorn, Lely, de Buisonjé en de vrijlibera len vóór de tweede motie stemden, be halve de socialisten, communisten en vrij zinnig-democraten, alleen de heer van de Laar. Hiermede was deze interpellatie afgeloo- pen. Het staat wel vast dat de regeeriug door deze interpellatfe versterkt is in haar positie.' Algemeen is de staking, is de pro clamatie afgekeurd en met de voorstellen .ter'verbetering der salarissen was men over liet algemeen ingenomen. De beide volgende interpellaties, van de heeren WeitkamP en Sannes, betroffen de melk en het brood. De heer Weitkamp kwam met kracht voor de belangen van de boeren op. Hij vroeg den minister, een on- derzpek in te stellen naar de productiekos ten van de melk en de resultaten van dit onderzoek nog vóór de landbouwbegro ting aan de orde is, mede te deelen. Met kracht kwam hij op tegen de vele verwij.tgn, die tot de boeren worden gc- rictyt,(dat.?ij woekeraars zijn. Het was daar om wejis£belijk, een onderzoek in te stel len. Het middel der uitvoerverboden, om de duurte te-bestrijden, achtte hij zeer onjuist en in hooge mate onbillijk, wanneer geble ken zou zijn, dat van woekerwinsten in het landbouwbedrijf geen sprake was. De heer Sannes was wel van een eenigs- •zibs andere opioje. Hij vroeg den minister, of er in den kortenden winter voldoende melk gal zijn en h.«£ het komt, dat de prijs thans hooger is dan verleden jaar. Vérder weivschte hij inlichtingen -over de hoev&el- Vid kaas, die in 1920 As geproduceerd <gn hoeveel daarvan is geëxporteerd. Wan neeg het niet op ander,e wijze mogelijk is, om de Prijzen te veriag&n, is de mieter dan niet door CHARLES GARVICE. Geautoriseerde vertaling van 1. P. WESSEL1NKVA.N ROSSUM. 36) (Nadruk verboden.) „Nu begint hij weer, om de zaken nog erger te maken En hij zal het den geheelen nacht doen, denk ik." Nog pen gekreun scheen aan te too ien, dat de veronderstelling niet zon- der grond was. geloof, dat ik even goed naar hem toe kan gaan eri rnët neni Praten, dan hier te zitten en naar zijn gekreun te luisteren", morde 'mijnheer Sinclair, de kaars uitblazende uit zui- ri'gheid en tastend den weg zoekend naar een deur op het portaal, waar hij niet al te zacht aanklopte. Een stem, die heel ver weg scheen te v^nien, riep binnen", en Sinclair trad oinnen. m!M was een kamer overeenkomend de zijne en zoo mogelijk nog ar- nn„ '8er gemeubeld. Er was echter iets r^lijks en dat was een aantal tenrS" Photografieën van oude bui- r^n n' we'ke aan de wanden wa- êesPe^- Er was ook een on a' uacle secretaïre, opgevuld buiten en binnen in met stoffige oude pa- bereid het gahsche Zi'uYe'lbedrijf in handen te nemen De prijzen van het bróód zijn eveneens stijgende. Twee middelen zag de heer San- nes", om de prijzen te doen dalen. Misschien is het mogelijk betere contracten af te slui ten met Amerikaahsche verkoopers. Is dat niet mogelijk, wil de minister dan niet overwegen, om, in den komenden winter bijslag te geven op het wittebrood en het roggebrood. De minister van landbouw, de heer van IJsselsteijn, gaf een kijkje op de beteekenis der uitvoerverboden. De kolen alleen be sparen ons 70 millioen in 1919, in 1920 bijna het dubbele. De regeeringsbemoéling met suiker, rogge en aardappelen voorkomt een hongersnood. Voor de zuivelproducten kan de grens niet geheel gesloten worden, om onze plaats op de wereldmarkt niet te be derven. Maar het is daarom billijk, om hen, die aan den uitvoer verdienen, ook te laten bijdragen in den toeslag op de melk. Het is niet mogelijk de grens geheel en al te sluiten, zoo min «als het mogelijk is, deze geheel open te stellen, gelijk de heer Weit kamp wilde. Een onderzoek naar de productiekosten van de melk, heeft doen zién, dat deze bedraagt 16 a lö'/ó cent per liter bedraagt Dit klopt niet met de beweringen van 'den heer Weitkamp, die andere cijfers had gegeven. De minister heeft niet den indruk, dat de landbouwbevolking in het algemeen ernstige redenen tot beklag heeft en hij 'ziet dus niet in, dat het noodig is, verande ring in zijn politiek ten aanzien van de uit voervergunningen te brengen. De prijs voor de melk aan de distribu- anten blijft 19 cent Mochten de loonen voor deze menschen moeten stijgen, dan- stijgt natuurlijk de detailprijs. Wat de kaas betrof, deelde de minister mede, dat dit jaar in Nederland is beschikbaar ge steld 11.7 millioen K.G., tegen 9.2 millioen K G. in het vorig jaar. Het is wel merk waardig, dat tegenwoordig alleen volvette kaas wordt gevraagd, door de arbeiders, die vroeger altijd veel mindere soorten ge bruikten. Uit Zuid-Amerika komt sedert Mei geen graan meer, omdat in Argentinië .een uit voerverbod bestaat. Een poging, om de dollarkoers té veran deren, door goud uit te voeren, ontraadden de deskundigen allen, zelfs de betaling van ^Wraanjnet ic.tit .men *r*- wenscfiTriiriTïTr^rrchtmg is een prijsverla ging niet te yinden. Van een toeslagen-stelsel wilde de minis ter niet meer weten. Het is duur en slecht. Een verlaging van den broodprijs met en kele centen, "kost dadelijk een vijf millioen per maand. De minister begint daaraan niet. Nog altijd bestaat de toeslag op het bruine brood, waarvan het gebruik zeer vermin dert, hetgeen niet aan de kwaliteit is te w-ij ten. Nederland en België, 'De redacteur van „de Maasbode" te 'Brussel seint d.d. 21 dezer 'De „indèpendance Relgé" puhliGeert een gedeelte uit het memorandum van het sub-comité van de volkenbond-unie over.de Wielingen-kwestie. Het blad, voegt er aan toe de toon van (dit memorandum is zeer hoffelijk, her is ,dje van de kalme discussie en men constateert een belangrijke verbe tering, ïtls men dit werk vergelijkt met sommige (Ontoegeeflijke en aanvallende artikelen in de Nederlandsche pers, doch de transactioneele voorstellingen, die in het memorandum worden gefor muleerd zijn nog niet van dien aard om bevrediging te geven aan België, waarvan men ,nog niet op duidelijke wijze het o-n'befwistbaar recht wil er kennen. Staatscommissie inzake de duurte. Het eindverslag der Staatscommissie inzake de duurte zal dezer dagen aan de Koningin worden aangeboden. pieren. In een hoek van de kamer, bij de secretaire, zat een oude man, een stokoud man. Het sneeuwwitte haar hing op zijn kraag, zijn gelaat was zoo. geel als eenige van de perkamenten naast hem. en zoo mager, dat het scheen, alsof een, van de perkamenten getrokken was over de beenderen, zoo stijf getrokken- dat er geen rimpels in konden blijven. Zijn oogen waren kleur loos en zijn lippen ook. In korte woor den als ge u den- dood, een spook, of de schim van den Wandelenden Jood kunt N voorstellen, dwaas genoeg om hun verblijf te houden in een achterka mer van 21. Eden Row, Wandsworth, kon de- ouué man best voor een van hen doorgaan. Toen Sinclair de kamer binnenkwam, keek de bewoner juist rond, toen ves tigde zich zijn niets-ziende, kalme blik op den muur tégenover hem. „Zij) gij vanavond niet zoo goed als gewoonlijk vroeg Sinclair slecht geluimd. De oude man keek hem met de kleuv- looze oogen afgetrokken aan, ,,Goed Ja, ik ben goed. Wie zijt •gij? O, gij zijt de jonge man, die zich verbeeldt een tenor té zijn. Nu weet ik lief." Dit was niet geschikt om Sinclair in een betere stemming te brengen, en hij bromde. ,,ük feen signor SL.Clair", zei hij norsc'h. „Ik hoorde ti kreunen, en ik wilde even binnenkomen om te höoren Tweede Kamerverkiezing. In de gisteren gehouden zitting van het Centraal Stembureau voor de ver kiezing van een lid van de Tweede Kamer der Staten-Gcneraal in de vacature-mi'. D. Fock is benoemd ver klaard de heer P. J. de Kanter te Dordrecht. Gouverneur-generaal Fock. De nieuw-benoemde gouverneur-ge neraal van Ned.-lndië, mr. D. Fock, zal de reis naar Indië maken met het stoomschip „Prins del' Nederlanden" van de stoomvaart-maatschappij „Ne derland". De juiste datum van hef vertrek is nog niet bekend, doch de overdracht van het bewind zal vermoedelijk op 24 Maart 1921 plaats hebben. Salarisverbetering van 't rijkspersoneel. Dat de Dinsdag gepubliceerde rege ling bij wat meer inzicht en energie aan de zijde der regeering niet eenige maan den vroeger had kunnen afkomen, heb ben volgens den overzichtschrijver van het „Handelsblad" de beide ministers in dc Tweede Kamer niet duidelijk ge maakt. Anderzijds behoorden de critici der regeering ook te bedenken, dat een eenigszins aanmerkelijke verbetering van salarissen juist bij P. en T. eigen aardige moeilijhkeden meebrengt. Want die tak van dienst is georganiseerd in een bedrijf, dat wil zeggen dat het niet ad libitum uit de staatskas kan putten, maar zijn uitgaven uit zijn eigen in komsten moet zien te dékken. En nu is liet een axioma van het bedrijfsleven, dat elke zakenman, ook de kleinste koopman, moet beamen, dat nten den prijs van een product (of van een dienst) niet tot in het oneindige kan opdrijven. Dan komt er ;een daling van afneming VEprt het product, die de in komsten weer drukt. En het is ver klaarbaar dat de regeering, nadat we pas een stevige (.verhooging der post en telegraaftarieven hebben gehad en rrfet eerr fetawf—nm ly millioen op de postbegrooting, die den minister van waterstaat reeds weder nieuwe verhoo gingen deed voorstellen, aarzelde om nog eens met maatregelen te komen, die, zooals nu blijkt, 20 a 30 millioen kosten en ons dus opnieuw en nog veel hoogere tariefsopdrijvingen zullen be zorgen. Het „Vaderland" wijst op het nauwe verband tusschen het debat over de salarissen en de jongste poststaking. Wenschelijker ware wellicht een be spreking van de nooden van het rijks personeel geweest los van het bekende conflict zoo spoedig daarna was ech ter niet anders te verwachten. Dat de positie van zeer vele rijks ambtenaren onvoldoende is, is overbe kend.^ Op één punt echter, zegt het „Vad." niet het eenige kunnen de rijkswerkers door de menschen in par ticuliere bedrijven benijd worden Wie Dinsdagmiddag de beraadsla gingen volgde, kwam onder den indruk dat de Kamer (althans een goed deel der Kamer) niet alleen pleitbezorgster der ambtenaren is voor een betere po sitie, doch evenzeer hun advocaat in strafzaken. En over zulke welsprekende en de controle over en daarmee het lot van den werkgever-regeering in han den hebbende vrienden beschikt de werknemer in het particulier bedrijf niet. Men kan dit constateeren zonder de Kamer iets ie willen verwijten. Zeer sterk kwam deze eigenaardige verhou ding reeds uit in de houding van den interpellant, die de regeering bijv. de vraag stelde, of zij bereid is, de acht bestuurders van den Centralen Bond of ik ook iets vool*u kon doen." „Iets doen herhaalde de oude man. „Neen". „Dan doe ik beter weer heen te gaan", zeide Sinclair gemelijk. „Gij kunt blijven als gij wilt", zeide de oude man volkomen onverschillig. Sinclair nam een stoel, zat aan zijn knevel te trekken, en keek gemelijk naar zijn buur, die zijn bijzijn geheel vergeten scheen en die nu en dan nog kreunde. Het was echter onmogelijk daar zoo stil. te zitten en dus maakte Sinclair weer een opmerking. „Zijt gij weer ,.an het werk ge weest, mijnheer Pollard?" „Werk Ja, o ja", zei de man met een hoile stem en met een blik op een hoop papieren, aan zijn voeten. „Altijd aan het werk, altijd Er is nooit een J einde aan mijn werk. Ik ben als de j doodgraver dag in, dag uit, nat of droog weer, moeten de graven gegra- ven worden," „Zoo", zeide Sinclair, „maar gij maakt graven, die reeds gegraven zijn, is het niet De oude man knikte afgetrokken. „Niemand weet, welke geheimen ver borgen zijn, welke verhalen begraven, welkc schatten verstopt, welke zonden en schande weggedaan zijn en over dekt zooals zij, die ze verborgen den ken. voor ieder sterfelijk oog.. Maar ik weet het". Er was een pauze toen rekte de oude man plotseling een magere, gele van Ned. Post en Telegraafpersoneel, aan wie de dienstbetrekking is opge zegd om de onderteekening van de schandelijke lijdelijk-verzet-circulaire in hun betrekking te herstellen, nu de re den, die tot het ontslag geleid heeft, niet meer aanwezig ïs, Wie zou het durven opnemen voor werknemers die openlijk hun kamera den zouden aansporen een particulier bedrijf te saboteeren. Zou één patroon zulke lieden in zijn bedrijf houden en geldt dit dan niet evennzeer voor een openbaar bedrijf van den eersten rang ais de posterijen en telegrafie 1 De luchtpostdienst op Duitschland. Naar door de Kon. Ned. Luchtvaart Maatschappij wordt medegedeeld, zal niét alleen de luchtdienst op Engeland den len November worden stopgezet, doch eveneens die op Duitschland. Dr. Kuyper. Het jongste bericht omtrent dr. Kuy per luidt De toestand is nog dezelfde, maar blijft zorgelijk. Belasting op publieke vermakelijk heden. Te Bergen op Zoom is een gemeente lijke verordening op publieke vermake lijkheden in werking getreden, waarbij de belasting daarop gebracht wordt op 20 Wanneer de sluiting dier ver makelijkheden plaats heeft na twaalf uur 's nachts, wordt een belasting van -50 geheven. Pers en criminaliteit. Het bestuur der voreeniging „de Am- sterlamsche Pers" heeft zich met een adres tot den gemeenteraad gewend, waarin met kracht geprotesteerd wordt tegen de ernstige beschuldiging, welke in het gemeenteverslag over 1919 tegen de pers wordt geuit, als zou zij door haar verslagen de prostitutie en de be- roovingen daar ter stede bevorderc-n. In genoemd verslag, wordt nl„ naar aan leiding van het ontstellend aantal be- roovingen, dat in het afgeloopen jaar te Amsterdam plaats vond, gezegd „Een belangrijke oorzaak van de toeneming van dit kwaad is, dat het min of meer aanstekelijk werkt, wat door uitvoerige mededeelingen er over en de verslagen van de behandeling van zulke zaken ter terechtzitting- in de biaxten in de hand wordt gewerkt." Adressant wijst er ojra. op, dat publi catie op groote schaal, in de pers, van beroovingen met zooveel mogelijk bij zonderheden, van groot openbaar be lang moet worden geacht, aangezien zij waarschuwend en afschrikwekkend kan werken. Dat dit ook van poliiiewege wordt ingezien, blijkt, volgens adressant hier uit, dat in het dagelijksche persrapport, door het hoofdbureau van politie ver strekt, bij de vermelding van dergelijke gevallen van berooving steeds ook het huisnummer van het perceel, waarin het misdrijf heeft plaats gevonden, wordt vermeld, terwijl tocit genoemd rapport zich ten aanzien van andere misdrijven en voorvallen van een dergelijke nadere aanduiding pleegt te onthouden. VLISSINGEN, 22 OCTOBER. Een avond van vroolijke kunst. Een prinsenkwartiertje is geoorloofd, heeft de leider van de groep Jean Louis Pisuisse-Hemsing-Collin en last but not least Jenny Gilliams gedacht, want het hand uit als een yogelklauw. „Kijk naar deze hand 1" zeide hij. Sinclair keek er naar en huiverde eenigszins. „Wie zou denken, er naar ziende, bevende en sidderende, en met niet meer vleesch er op dan om juist de beenderen bij elkaar te houden, dat die in zijn holte het geheim het noodlot Van menig huis bevat, dat nu het hoofd verheft met hoogen trots." ..Ja, wie inderdaad merkte Sin clair op, in zich zeiven zachtjes fluiste rend „Erger dan ooit van avond. Stapelgek." ..Ja, jongmensch", hernam mijnheer Pollard, hem aanstarend met een gla zig, kleurloos oog. „Voor mij is de edelste van hen geheel bevlekt en be smet door een schande, die zij denken dat geheim is, maar die ik ken," „Zoo 1" zeide Sinclair weer, „niet heel aangenaam voor de hooge en ver heven heeren. Mijnheer Pollard. En al die papieren daar, opgestapeld op die. oude schrijftafel van u, bevatten die alle geheimen De oude man keek naar hem met iets van genegenheid en trots in de oogen. „Ja, daarin daarin mompelde hij. „Lords en dames, hertogen en gra ven zelfs eenvoudige baronnen; hun geheimen liggen daar, bedekt met stof, terwijl zij denken, dat zij uit de herinnering, het bekend worden ver dwenen zijn. Maar kijk, jongmensch," was ruim kwart over 8, toen eerstge noemde naar voren trad om op z'n gewone, grappige manier, die altijd bij hef in „de stemming" zijnde publiek inslaat, zichzelf en z'n gezelschap in te leiden. Hij begon met z'n vreugde uit te spreken, weer eens hier in Zeeland te zijn, hoewel zoo'n bezoek hem altijd leden van zijn gezelschap kostte. Zoo ook nu weer. Het publiek moest voor ditmaal zich het genoegen ontzeggen den heer Boesnach te zien optreden, hetgeen echter geen invloed zou hebben op wat geboden werd, want qualitatie? was het gezelschap even sterk als quantitation'. Dat het wie den heer Jean Louis kent, zal het niet verwon deren onder deze toespraak, zoowel ais onder de verklaringen, die ieder nummer voorafgingen, niet heel en al rustig in de zaal was: behoeven we nauwelijks te zeggen. Dat het bij hem niet aan geestige zetten ontbreekt, vermelden we maar terloops om even de aandacht te vestigen op z'n bijeen brengen van de met 10 belast wor dende badkuip en Mr. Simon op z'n geschiedenis van den ring der presi dents vrouwe Ebert. die aan haar boe zem,.vijandin" Seheide„vrouw" vertelde dat haar ring bezet w as met een robijn in een kring van anti-semieten. Wil men een staaltje van zijn „verklaring" der te zingen liedekens, dan verwijzen we naar zijn illustratie van liet liedje van den ouden man van 80 jaren, dat ten conflict schildert van den zieke met zijn geneeesheer. zoodra deze laatste een dieet voor gaat schrijven. Bij de vertooning van dit conflict, dat hij op zich zelf toepaste, zat de heele zaal te schudden van het lachen. Maar, zooals we boven zeiden de heer Pisuïsse was niet alleen. En, wanneer we nu het pro gramma op den voet volgen, dan krij gen we eerst den heer Coilin, den be kenden Franschen humorist, die de heele zaal al dadelijk wist in te pal men met z'n Babbelkousje, maar nog vmeer met zijn Dame jolie, waarbij hij in de zaal aan eenige leden van het sehoone geslacht zijn hulde ging bren gen. En schateren deed hij de heele zaal met de voordracht „Adam in 't Paradijs". Het tweede nummer van den avond was het optreden van mej. Jenny Gilli ams. die ons het gevoelvolle „liedje van de schemering", liet pittige „Sol datenliedje" van Dirk Witte en het irr Groningsch dialect voorgedragen „Wat wol dei vent" vertolkte. Dat zij op dankbaar applaus kon rekenen, was te verwachten, in welk applaus zij den heer Hemsing, die alie liedjes accom pagneerde, deed deelen. Deze lieer werkte bovendien actief mee bij het volgende nummer, het optreden van den heer Pisuisse, wien hij, bij het zingen van het refrein van het reeds vermelde liedje, ondersteunde. Dit nummer-bracht ons nog een Duitseh liedje van H. Heine, een Fransch avontuurtje in een coupé, een Engelsch liedje en tot slot een Hollandsch van Adama van Schel- tema. En zoo waren we genaderd tot het laatste nummer vodr de pauze, waarin mej. Jenny en de heer Jean Louis ons vergastten op een Bretonsch liedje, dat een gewoonte van de lande lijke bevolking illustreerde om pink aan pink door het leven te gaan het „be wijs" leverden, dat de jonge man zich in het kiezen van een echtgenoo'te, passief werkzaam kan zijn en ten slotte het Vlaamsehe „Het Kosferken" ten geboore brachten. Na de pauze werden, zooais we dat gewoon zijn van dit gezelschap een paar ensemble-nummertjes gegeven. In hij boog zich en streek met de hand over de punt van een rol perkament, „zooals ik stof afveeg van deze rol, kan ik met een enkel woord het stof der eeuwen afwisschen en de waarheid openbaren. Maar neen, zij zullen ster ven en niet mij begraven worden." „Zeer geschikt ook", zeide Sinclair, „en veel rustiger voor den hoogen en verheven adel, waarover zij iets ver melden. Hemel, ja, ik moet li vertellen, dat ik vandaag naar buiten ben ge weest". „Naar buiten herhaalde de oude man. „Ja, liet groene land, het is jaren geleden, dat ik daar geweest ben." „Ja", zeide Sinclair „naar Darra- court". „Darracouvt zeide de oude man. „Darracourt Ik weet het niet. O, Merle Merle, bedoelt gij „Er is een plaats. Merle genaamd, en een markies", zeide Sinclair. „Ja, ik ben daar geweest de Hall noemt men het." „De Hall Neen, den Hof. Dwaas Idioot Gij denkt, dat ik mij dat niet herinner Deze wonderlijke uitroep maakte den toehoorder nog meer in de war door de wijze, zonder uitdrukking of kleur, waarop die werd geuit. „Natuurlijk, natuurlijk, zeer juist.' Windt u niet op, mijnheer Pollard", zeide Sinclair. „Dat Hof, ais gij wilt Daar woont een jonge dame, een miss Darracourt". (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1920 | | pagina 1