m mm 1000 500 25 ENT Mui rosssv De Vrouwe van Darracourt Gemeenteraad. tZoon nbtedlngea aaimagsn. e Monteurs pmonteurs. stlbode stlbode II SMtóï* ^irifirm F. VIN Bi VELDE Ir., Eliirta Merkt 58, Vlissiiigin. Tiliissn Intirc. 10 Yirschijnt dagalijks, liigizondiid op Zondag in ilgimean erkends Christelijke feestdagen 's LEVENS HERFST FEUILLETON Brieven uit de Hofstad £9» NO. 233 <B8e «Jztaar jfcarac* i I920 i )j[)jQ5jgg >t con- *2H iO ct. t. mnOKMIS S JUIST LEEG n. Te Koop. Ewoudstr. en Ho- e winkelstand. 1000 contant vol- ed gewenscht vDERSE, Hobein- reste bevragen EI]L, Souburg. solide personen king wensehen te blad van Kotter- zich vervoegen bij SCHOUWENAAR, rat 13, alhier, et flinke jon en de voorkeur te indiensttreding i i g e schriftelijke sollici- Electriciteits Maat- LAN DIA*, Wal en aankomende rsknecht. DLIJK, Palingstraat, ff rouw zoekt eKking f in een Winkel. Br. iu „Vliss. Courant". egen 1 November of tte sBadhuisstraat 58. ijke ïlfstandig kunnen* per maand, lingstraat 53. tegen 1 Noventbet, leraarsgezin, zonder arvan de vrouw hulp" is, een dag- of dag na 7Vo uur's avonds. ;en Bur. „Vliss. Crl^ A voor heele of ha''' iresBoulevard beneden). chi Ms&tschappii Stoomvaart Middalburg-Rottordam ïengelegen plaatsen. VAN- PASSAGIERS BEREN EN VEE. 1T.I1U. Octoberi'.»- 1,1 4 8 5 7 i _8 ssingen wordt Woer^ 'rdamNTTr^^l OORN, Tel. '^ur, EK, Tel. 101. I T. M- TS. tt' VL1SSINGSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJSVoor VliMingen en de gemeer.ien op Walcheren 2.20 per drie maanden. Franco door het geheele rQlc 72.50. Voor België ƒ4.15. Voor overige landen der Poat-Unle 4.70. Afzonderljke nummer» 5 cent ADVERTENTIEPRIJS Van 1—4 regels 1.10; voor iedere regel meer 26 cl. Familieberichten van 1—6 regels ƒ1.70. Bij abonnement speciale prijs Reclame» 52 ct. per regel. Dienttaanbledingen en -aanvragen 13 ct. per regel it pbonné's, in 't bezit eener jtfli», zijn ORAT1S verze- !,nrd tegen ongelukken voor gulden bij levens lange ongeschikt heid tot werken gulden bij dood i door een ongeluk i gutden bij verlies i van een hand, voel of oog I gulden bij verlies van een duim gulden bij verlies van een wijsvinger gulden bij verlie» van eiken anderen vinget lij int turnt intuit iu lijmgsel. Hoe welft zich in deze scltoone herfstdagen de lieht-blauwe hemel over het aardrijk hoe straalt de gulden na jaarszon. boven de landen en de ste den hoe wordt alles nog doortrokken van de stille koestering dier heldere wolkenlooze luchten, gelijk wij er heb ben mogen genieten. Het is alsof na tuur tot inkeer en berouw gekomen, nog zooveel als doenlijk is aan ons wil goedmaken, wat zij in den vollen zomer ons onthouden heeft. En dubbel door voelen wij na wat ons werd tekort ge daan, liet genot in deze dagen van den rijkdom der natuur. Wellicht is nergens ter wereld hef najaar zoo van een diepe schoonheid doortrokken, dan juist in deze lage landen aan de zee. Het is alsof onze weiden en landouwen nog schooner onder de Hollandsche najaarsluchten liggen, dan in andere jaargetijden het is alsof heel ons landschap met zijn eindelooze vergezichten, zijn fijne op rijzende kerktorens der dorpen en ste den, zijn blanke vaarten en wateren, zijn zeer eigenaardigen bouwtrant on zer huizen met de dofkleurige dakbe dekkingen, in dezen tijd van het jaar ons nog meer dan anders vertellen, hoe op gansch de wereld ons kleine maar weergaloos sehoone vaderland ons dierbaar is en moet zijn. Al degenen, die verre reizen deden, weten te verha len van grootsche en bewonderings- waaiiüge natuuxtafexeelea,.va.it bergen torenhoog en diepe spelonken, van brui- schende stroomen en donderend neer schietende watervallen. En overal heb ben zij veel en velerlei gezien, wat, o zeker zeer de moeite van te 'aanschou wen is waard geweest. Maar toeh, overal en altijd was het ongeveer zoo niet hetzelfde, dan toch ongetwijfeld veel wat op elkander geleek. Maar niets ter wereld hebben zij gezien, dat op hun eigen dierbaar kleine, en tooit zoo won derlijk sehoone Nederland geleek. Zijn voor het oog zoo zacht ineen vloeiende tinten, zijn wijde vlakken velden, zijn dikwijls zoo wonderlijk majestueus ge boomte, zijn wateren met rijke schepen beladen, zijn weiden met het onnavolg baar malsche vee, zijn stille, diepe rijk dom aan wisselende vergezichten en schakeeringen. En het schoonste van. alles, zeggen zij, is dit land in den herfst, en wij, wij zeggen het hen na. Het komt er maar op aan, of ge er oog voor hebt, en of ge uw blik oefent om naar de juiste maat te kunnen ge nieten van hetgeen zich rondom u aan- door CHARLES GARV1CE. Geautoriseerde vertaling van I. P. WESSELINK—VAN ROSSUM. 20) (Nadruk verboden.- Niettegenstaande deze achterhou dendheid omtrent alles wat haar zelf 'betrof, was zij "zeer gezien, al sloot niemand met haar zulk een warme en trouwe1 vriendschap als waartoe schoolmeisjes geneigd zijn zij maakte zich niemand tot vijand, kib belde nooit. Wie zou met zulk een bekoorlijk, vrijmoedig en vroolijk meis je kunnen kibbelen een meisje, dat nooit uit haar humeur was van de onderwijzeressen, die haar als de meestbelovende leerling beschouw den. Zij was steeds zoo bereid haar medescholieren te helpen met allerlei kleinigheden, die haar niet veel moei- e kostten, dat zij allen overtuigd wa ren dat zij edelmoedig was het is yerbazingwekkend hoe gemakkelijk emand den roep van edelmoedigheid goedaardigheid kan verwerven ,^"nee' hij den juisten weg maar Gedurende al den tijd, dat zij htc en schertste en zong in het oude V™„ere sehooigebouw, hield Marie en IV, £ri)ze oogen goed open Ke?k uit naar een gelegenheid om biedt. Zoovwien gaan in het teven en in de natuur de schoonste zaken onver schillig voorbij zij weten niet te profi- teeren van hetgeen tot genot aan allen is gegeven zij smalen zelfs als ge hen, nu eens op dit, dan weer op dat in liet voorbij-ijlende leven wijst, als zijnde wei degelijk de moeite waard er een oogenblik bij stil te staan. Ze hollen ais het ware maar door tot liet einde hun ner dagen. En zoo ge hen vragen gaat of zij nu waarlijk het levensgenot en de levensvreugde gekend hebben, dan durven ze nauwelijks te bekennen, hoe weinig zij in den diepen zin van het sehoone leven hebben genoten en zich dit waard hebben weten te maken. En, even weinig als zij de diepe aan doenlijkheid van den herfsttijd in de natuur ondergaan, even weinig weten zij af van wat aan stille aandoenlijkheid ook de herfst des levens aanbiedt. Zij zien dien tijd voor zich naderen als een periode van dor en droef bestaan, ze gevoelen zich meer en meer van alles ontvreemden, zij zien zich dan dit en dan dat ontzegd, zonder dat daarvoor hun een vergoeding toevalt, die met wat zij gaan missen ook maar het minst rekening houdt. En vandaar dat dezulken, wanneer het voor hen ook tegen den avond des levens loopt, allesbehalve tevreden menschen zijn, en dat zij instede van een berus tenden ouderdom tegemoet te gaan, zij zoowel voor zich als voor hun vrienden en verwanten eerder lastige, onpleizie- rige menschen worden. Want evenals de herfst daarbuiten zijn groote schoonheid en zijn eigen aardige bekoring heeft, zoo heeft ook de herfst hierbinnen zijn geheel aparte ondoenlijkheid ~£B.-.stUl£ ^vreugde. Al leen men moet haar kunnen vinden, haar zoeken en liet gevondene kunnen behouden en naar waarde schatten. Dit echter is een kunst nog oneindig las tiger te beoefenen, dan wat van ons gevergd wordt, wanneer wij-vrede in ons gemoed willen hebben met het ster vende zomergetij. Want voor een sehoone levenshert'st is het voor alles zaak zijn gemoed ont vankelijk te houden, en oog en hart waakzaam te doen blijven, opdat wij, zij het ook op andere wijze dan eerst, aan het leven om ons heen nog deel kunnen hebben. Wij moeten belangstelling blij ven toonen voor wat er om ons heen geschiedt, wij moeten met onzen geest medeleven met het gebeuren der din gen, wij moeten ons hart niet sluiten voor wat de harten onzer kinderen be roert en da.t doet kloppen. In één woord, wij moeten, zij het ook afzijdig, en zonder er een vooraanstaande rol in te spelen, aan het leven op een af stand blijven deelnemen. De genoegens der jonderen, hun droefheden en vreug- haar voet op de eerste'sport van de ladder te zetten. Het duurde lang voordat daarvoor eenige kans scheen te komen en het had er veel van of zij zich tevreden zou moeten stellen om af te dalen tot de positie van gouvernante, toen de fortuin zich over Lucille Darracourt uitstortte en deze aanbood Marie Ver- r.er met zich mede te nemen naar En geland. Daar was dan de goede kans, waar op Marie Verner gewacht had, en zij maakte er .gretig gebruik van. Wat zou zij niet in Engeland kunnen doen, en nog wei in het gevolg van Enge- land's grootste erfdochters Engeland is het land van Tom Tidd ler, zooals wij weten en een jong meis je met zulk een gezichtje als Marie Verner, met zulk prachtig blond haar en zulke lieftallige manieren, is zeker in staat goud en zilver machtig 'té wor den door midde! van een rijken echt genoot. Zij zou miüionairs ontmoeten en markiezen, burchtgraven en herto gen. Waarom zou zij er niet een van veroveren Den gehcelen dag, elk uur, terwijl zij vrooiijk snapte en lachte, oogen- schijnlijk in kinderlijke onschuld, hield haar geest zich bezig met dit plan, en keken haar scherpe oogen uit naar een spleet in die oester de wereld die zij van plan was te openen met behulp van haar geest en haar schoon heid. De verschijning van den markies deft, hun dringen en drijven, we moeten daar niet afkeerig igenover staan, maar integendeel zooveel mogelijk dat alles, niet van oi.s, maar vooral van bun standpunt willen begrijpen. Darf zat de herfst van het leven zijn, met geen andere 'evensperiode te ver gelijken bekoring én waarde verkrijgen en zal er, gelijk dó najaarszbn over de afvallende bladen haar stralen schiet, ook over menig hvensoogenblik glans zich spreiden, de diepe warme glans van een gelukkiger ouderdom. PonticKunst. 'n Minister. De nieuwe hoof Icontmissaris is dus aangewezen. De 37-jarige commissaris uit Utrecht, de hetr F. van 't Sant zal deze belangrijke finctie gaan vervullen. De mare over zijn capaciteiten is zeer gunstig en wij mogen, dus hopen en verwachten, dat hij een goede figuur op deze zeer belangrijke post zal zijn. Men onderschatte deze functie niet. In de jongste raadsvergadering deelde de voorzitter mede. d.it er een tekort van niet minder dan 182 man bij het Haag- sclte politiecorps bestaat, waarbij hij er op wees dat uit Del Haag zelf zich zoo goed als geen liefhebbers aanmelden. Nu is het natuurlijk moeielijk hier alle oorzaken voor na te speuren. Eén er van is gelegen in den woningnood, die vele agenten van elders weerhoudt te solliéiteeren. Wanneer zij niet weten of zij en zoo ja wanneer zij in het bezit zulfen komen van een woning, blijven ze ntaar liever zitten waar zij zijn. Waarschijnlijk zullen er nog veie an dere oorzaken zijn aan te wijzen voor .dit. tekort, oorzffiené die ook in de functie zelf liggen, welke er waarlijk niet aanlokkelijker op geworden is. Hier wacht den nieuwen hoofdcommissaris een gewichtige taak het vraagstuk hoe voorzien kan worden in het tekort, zal zich met klem aan hem opdringen. Laat ons niet vergeten, dat door een derge-1 lijk tekort de taak van de overblijvenden zwaarder wordt, al was het alleen door liet feit, dat de klachten over onvol doende potitie-toezicht zullen toenemen en een odium zullen laden op het corps, dat dit niet verdient. Eén ding verbaast ons altijd, n.l. het verschijnsel, dat van de hoogere ambtenaren bij de politie zoo weinig wordt bemerkt. Ligt het hieraan, dat zij te veel administratieven arbeid hebben te doen Zoo ja, dan is liet misschien mogelijk voor dit werk andere krachten te vinden, die het mo gelijk maken, dat de vak-inspecteurs meer aan den actieven dienst deelne men. Hopen wij dat de nieuwe hoofdcom missaris het talent zal bezitten om de gebreken, die aan de organisatie kleven, weg te nemen en dat het hem moge ge lukken het corps in alle opzichten te modelleeren. van Merle scheen de verwezenlijking van haar droom. Daar was hij, op een steenworp afstand, zij zou hem mis schien dagelijks zien. Hier was haar kans Toen hoorde zij dat hij arm was en begreep ?ij dadelijk, dat hij Lucille zou wenschen te trouwen, de erfdochter, en niet Marie Verner, de arme gezelschapsdame. Goed, zij zou eens zien. Een arnte markies was al vast, iets, en wanneer het de moeite waard was, zou zij Lucille buiten slui ten. Qndertusschen zou zij waakzaam afwachten en dat kon zij zoo buitenge woon goed waakzaam zijn zon-der er van verdacht te worden belang te stellen, wachten als de schildpad, die ten spijt van de snelheid van den haas den wedloop wint. De grijze oogen waren als die van een losch. Niets ontsnapte haar op den Hof. Zij nam notitie van het zilver, van de ligging van de kamers, van de gezichten van de bedienden en het meest van allen schonk zij haar aan dacht aan Harry Heme. Wie was dat jonge mensch, met de houding van een vorst en de kleeding van een jacht opzichter? Waarom sprak mijnheer Head zoo geheimzinniig over hem? Waarom had hij gedaan, alsof hij niet wist, wien zij bedoelde, toen zij naar hem informeerde Zij vroeg zichzelve dit af, terwijl zij op het terras slenterde, er uitziende als een luchthartig meisje zonder eeni ge gedachte aan de zorgen in de we reld toen zij den ponywagen ge- De kwestie van den bouw van een bankkantoor voor de Nederlandsche Handelmaatschappij is een stap verder gekomen, nu de gemeenteraad een mo tie heeft aangenomen, waarin hij uit spreekt, dat de architecten, wier werk is afgekeurd, alsnog de gelegenheid zullen krijgen dit te wijzigen. Middeler wijl heeft de raad de samenstelling en de werk-sfeer van de schoonheidscom missie gewijzigd, waardoor deze com missie feitelijk een breedere taak krijgt. Zij zal zich nu niet meer alleen bezighouden mei die aangelegenheden, waarbij de aesthetica onmiddellijk is betrokken, doch ook met iederen ande ren bouw van woningen, gebouwen enz. Of dit zal strekken tot bespoediging van de afdoening van zaken bij bouw- aanvragen valt te betwijfelen. De instelling van een commissie, die waakt over het schoonheidselement bij het stichten van gebouwen, is zeer fraai, maar zij heeft er voor op te passen, dat zij niet een struikelblok wordt op den weg der vrije ontwikkeling van de kunst. Zooals zij bij dit jongste geval is opgetreden, heeft zij getoond niet 'geheel in te zien dat zij voor dit gevaar zelfs voor den schijn daarvan heeft te waken. Alie commissies op kunstgebied hebben een gevaarlijk kantje aan haar taak en zij moeten des noods eerder iets laten glippen dan dat zij haar meening tot het uiterste willen doorzetten. Als zij dit laatste doen, zul len zij heel spoedig haar eigen graf delven. De opening der Kamers is weer zon der incidenten verloopen. Alle plech tigheden zijn op de gewone wijze afge daan en de parlementaire machine draait weer. Even een kleine opmerking, een grapje, in de troonrede wordt met veel nadruk aangedrongen op spaar zaamheid. Natuurlijk allereerst de weelde. Daags na deze rede gaat een èchtfal tweede Kame'rietlén naar irtf Paleis der Koningin om de nominatie voor het' voorzitterschap aan te bieden. Die acht heeren hebben daarvoor noo- dig.vier luxe-automobielen. Aange zien de Kamer niet over dergelijke ve hikels beschikt, heeft zij ze gehuurd. Had hier de spaarzaamheid niet een voorbeeld kunnen geven, 't Lijkt een niemandalletje, maar ook, juist die veie niemandalletjes maken de groote som. We weten echter dat de spaar zaamheid bij ambtelijke colleges niet licht gevonden wordt. Daarvoor be schikken ze te gemakkelijk over het geld van anderen. Spaarzaamheid is trouwens een deugd, die zich buitenge woon goed leent voor het houden van een lofrede, maar die in de praktijk zeer moeilijk is na te leven. Gelukkig is deze passage in de troonrede niet. Zij past echter in het stelsel van de financieele gestie van minister De Vries. Van dezen minister gesproken, het verhaal gaat, dat hij allang tot amb teloos burger zou zijn geworden, ware het dat er een opvolger te vinden was geweest. Maar het is met den besten wil der wereld niet gelukt iemand be waar werd met Lucille en Harry Heine er in. Daar was hij al weer, en won derlijk om het te gelooven, gezeten naast Lucille, de trotsche, terughou dende Weinig vermoedend dat zijn oogen even scherp zagen als de hare, sloop zij achter de vaas, om hen, zoo als zij meende, ongezien te bespieden, en zijn voorkomen interesseerde haar evenzeer ais het Lucille gedaan had. Hij had niets van een bediende, behalve in zijn kleeding en toen hij zich omkeerde om met Lucille te spre ken, merkte Marie Verner op, dat zijn glimlach, hoewel vol respect, niets had van de smeekende siaafschheid van een stalknecht. En het was al heel opvallend, dat Lucille zich zelf had la ten overhalen om met hem te gaan rij den en nog wel alleen. Marie wachtte in haar schuilhoek tot de phaëton uit het gezicht was, toen ging zij in een schommelstoel zit ten, en zich zelf zachtjes schommelend dacht zij over het vraagstuk na. Een uur lang lag zij achterover met geslo ten oogen, terwijl haar vlugge geest ijverig aan liet werk was toen ging zij met een roman waarvan zij geen bladzijde had gelezen het terras af en drentelde het park in. Het park was uitgestrekt en had veel kronkelpaden na een poosje be merkte zij dat zij verdwaald was. Het huis was niet te zien en na bet eene smalle paadje na het andere te zijn ingeslagen, telkens verder afdwalend, kwam zij eindelijk aan een afsluiting. reid te vinden, die zijn taak wil overne men. Waarschijnlijk zal hij dus zijn ja ren wel uitblijven. Het is een soort mi- nisterieele vastheid van positie, die niet benijdenswaardig is, maar wel merk waardig. EIBER (Vervolg en slot). N Naar aanleiding van een schrijven van het college van regenten over het gasthuis werd door Burg. en Wetb. voorgesteld dit college met één lid uit te breiden. De lieer Van Oorschot wilde dat de raad zich zou uitspreken dat hij wil dat het college van regenten met drie leden uit de arbeidersklasse wordt uit gebreid. De heer Lindeijer verzette zich even eens tegen de starre houding van het college van regenten. Waar het gast huis bijna geheel drijft op de gemeen tekas, is het wenschelijk dat ook de groepen der bevolking die in het col lege van regenten niet zijn opgenomen, daarin een plaats zuilen verkrijgen. Hij iiad liever gezien dat het college van regenten een conflict had weten te voorkomen. Gaarne zou hij ook zien, dat er een college kwam voor de armenverzor ging. Dat zou veel beter zijn dan de twee colleges voor het gasthuis en het burgerlijk armbestuur. De heer Vermaas zeide dat het col lege van regenten binnenkort een aan beveling zal indienen voör het benoe men van een regent uit de arbeiders klasse in het college. Het college meent dat één lid uit de rrfyébeidersklasse voldoende is. Het be stuur meent, dat het steeds zijn plicht heeft gedaan en dat verdere, uitbreiding niét noddig is- De heer Laernoes gevoelde ook niet veel voor een grootere uitbreiding van het college. Het was misschien beter, wanneer er vacatures ontstaan, daarin te voorzien door het opnemen van ver tegenwoordigers der arbeiders. De heer Van Oorschot zeide dat hij altijd heeft gevoeld, dat het arbeiders1 element in het college zoo slecht ver tegenwoordigd is, terwijl toch zooveel arbeidersbelangen aan het oordeel van het college zijn onderworpen. Daarom dienen de arbeiders in een dergelijk college opgenomen te worden. Hij deed daarom met vrijmoedigheid het voorstel het college uit te breiden met twee ar beiders en een arbeidersvrotiw. De heer Sorel zeide dat hij ook gaarne gezien had dat het college met twee arbeiders zou uitgebreid worden. De heer Lindeijer zeide, dat het col lege van regenten nog steeds in de oude sfeer leeft en de arbeiders zoo veel mogelijk moeten worden uitgeslo ten. Daarom noemde hij de eenige op lossing aan het voorstelVan Oorschot te voldoen. Hij beschouwt het als een onwelwillendheid van het college van Met een boozen trek op haar mooi gelaat was zij op het punt te gaan zit ten om wat uit te rusten, toen het boschje achter haar zich opende, een' jonge man daaruit sprong, en naast haar kwam staan. Zijn verschijning was zoo plotse ling," dat ieder jong meisje natuurlijk er van geschrikt zou zijn ook Marie Verner deinsde een weinig achteruit, maar toch maar heel even. Daarente gen werd zij doodelijk bleek en haar grijze oogen verwijdden zich met plot- selingen, vreeselijken schrik. Het was in het geheel geen ongun stig uitziend jongmensch. Groot en welgevormd, met een donker uiterlijk, nog donkerder gemaakt door een zwarten knevel. Daarvan waren de punten opgedraaid, en of het nu daar door kwam of door een zeker iets vaags niet te beschrijven maar hij zag er niet uit als een heer. De twee keken elkaar een seconde lang aan, de uitdrukking van vrees bij Ma rie Verner had plaats gemaakt voor die van verrassing en geveinsde vreugde terwijl zijn oogen op haar rustten met een somberen, verslindenden, begeeri- gen blik. Toen strekte zij beide armen uit en fluisterde heel vriendelijk „Sinclair De jongeman greep haar handen en drukte die in de zijne. Zij waren heet en vochtig, en de kieschkeurige juf frouw Verner huiverde inwendig, maar glimlachte tegelijkertijd zeer vriende lijk. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1920 | | pagina 1