1000
150
25
18 SEPTEMBER
Jaargani
itao
fjijiYi i Firma F. ïii QE ÏE10E If,, lliisa Markt 58, Vlissiügen. [liaison latare. 10
Virschijnt dagelijks, citBizandanl op Zondig on ilginiin erkende Christelijke ieestdagen
Bij deze Courant behoort een Bijvoegsel
GEMEENTEBESTUUR
Europa's verval.
BINNENLAND
No. 331
VLISSINCSCHE COURANT
ABONNEMFNTSPKIJSVoor Viissinger, en de gemeenten op Walcrieren /2.20
per drie maanden. Franco door het geheele rijk ƒ2.50. Voor België ƒ4.15.
Voor overige landen der Poat-Unie 4.70, Afzonderlijke nummer» 5 cent
ADVERTENTIEPRIJSVan 1—4 regels ƒ1.10; voor iedere regel met r 26 ct.
Familieberichten van 1—6 regels ƒ1.70. Bij abonnement speciale prijs
Reclames 52 ct. per regel. Dienstaanbiedingen en -aanvragen 13 ct. per regel
abonné's, in 't bezit eener
oils, zijn GRATIS verze
kerd tegen ongelukken voor:
gulden bij levens
lange ongeschikt
heid tot werken
gulden bij verlies
van een hand,
voet of oog
gulden bq verlies
van
een duim
I gulden bij verlies
van een
wijsvinger
gulden bij verlies
van eiken
anderen vinger
fONDS VOOR HET GEMEENTE
ZIEKENHUIS.
Ontvangen b ij dragen;
Vorige opgave 22373.45'A
Door tusschenkomst van
S. M. P.
Voor huur ledikant '5.
Van de firma B. S., A'dam TO.
Door tusschenkomst van
P. G. Gillissen
Etat-major en passagiers s.s.
„Gorontalo"6.20
P. O. G5.—
J W. B5.-
J. W. W5.—
H. L5.—
WM5.—
H. E. W5.—
A. K5.
H. A5.—
J. V5.—
S. G. J5.—
P. de R5.—
Totaal 22250.65 /2
BEËINDIGING ZOMERTIJD.
Burg. en Weth. van Vlissingen brengen
in herinnering, dat de zoogenaamde Zo
mertijd (d.i. de vervroeging met één uur
van den wettelijk en tijd) in 1920 zal ein
digen den 27sten September a.s. te drie
uur in den vóórmiddag.
Op dat tijdstip wordt wederom inge
steld de tijdrekening naar den middelbaren
zonnetijd van Amsterdam., welke tijdrege-
ling alsdan aanwijst twee uur in den vóór
middag.
Mitsdien moeten op dat mfdstip (of wan
neer men zich op Zondag 26 September a.s.
fer ruste begeeft) alle klokken één uur ach
teruit gezet worden.
Vlissingen, 18 September 1919.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN WOELDEREN.
- - De Secretaris,
F. BISSCHOP.
Alen kan de verwildering en ont
aarding, die door en in den oorlog bij
de volkeren is ontstaan, en die in den
dusgenaamden vredestijd .nog verder is
bestendigd, niet beter leeren kennen,
dan door het aanschouwen van de hou
ding doof de Fransehe republiek na
den wapenstilstand en wat daarop
volgde, aangenomen. Van den alouden
roep van ridderlijkheid en edelmoedig
heid jegens den verslagen vijand, wel
ken het Fransehe volk zich door de
eeuwen heen had waardig gemaakt, is
nagenoeg geen spoor meer over. Het is
al haat en smaad, al verguizing en
hoon, die het land van Marianne aan
den dag blijft leggen jegens .den, voor
zijn euveldaden ongetwijfeld reeds
zwaar geboet hebbenden Michel. En 't
ergste is, dat hoewel de andere-landen
(Ier Entente daarin niet zoo ver gaan
als Frankrijk, toch ook bij deze nog
zeker een hoogst betreurenswaardige
vijandige mentaliteit niet geweken is.
Hoe geheel en al is het platste ego
isme, het recht van den sterkste thans
leider en hcerscher geworden over de
verhoudingen op internationaal politiek
gebied. Van de betrekkelijk nog groote
beperkingen, die de volken en hunne
regeeringen zich nopens elkander vóór
den oorlog oplegden, is heden ten dage
zoo goed als niets meer aahwezig. Alle
daden worden, en wel onverbloemd,
ingegeven en bestuurd door dit ééne
denkbeeld, hoe zoo gauw en zoo goed
mogelijk het grootste deel van wat er
te halen valt, tot zich te nemen. Het is
alsof ook de regeeringen door dezelfde
verachtelijke beweegredenen bij hun
doen en laten worden bestuurd, als vele
afzonderlijke individuen der maat
schappelijke samenleving. Want onder
deze vieren thans ongebondenheid en
woordbreuk hoogtij, zijn daden van
diefstal, moord en verwildering aan de
°rde yan den dag, worden de banden
van gezag en regelmaat, van orde en
tucht moedwillig geslaakt en valt op
'echt noc;h gebod meer staat te maken.
Wel trachten vele onzer beste mannen
Sn vrouwen dezen zondvloed van
kwaad zoo goed mogelijk in te dammen
e" te keeren, doch hun pogingen lijden
mees; schipbreuk én op de ingekan-
dlieid van het kwaad èn op zijn toe
nemende besmetting, Het is waarlijk of
onze hedendaagesche beschaving op
haar einde loopt en of de Europeesche
beschaving metterdaad te gronde gaan
zal. Alles wat de maatschappij moet
bijeenhouden raakt, als verpulverend
cement, los en het gesteente uit zijn
voegen. Welke andere beschaving moet
de onze dan opvolgen Toch zeker niet
de Amerikaansche die slechts een ne
venvorm van de onze is of de Japan-
sche, volkomen ongeschikt om ooit in
onze behoeften te voorzien. Indien het
oud-Europa verjongd zal worden en op
de puinhoopen eener zich zelf overleefd
hebbende beschaving een nieuwe, fris-
sche, jonge verrijzen moet, dan is daar
van buiten-af zeker geen sprake van en
zou het verzwakte Europa in een groo
te verjongingskuur, die krachten aan
zich zelf moeten ontleenen. Wie zou
ons werelddeel dien kant kunnen uit
drijven, welke machten acht men daar
toe in staat
Daarop vermag geen antwoord, door
wie ook, gegeven te worden. Maar
toch, veel langer dan tot nu toe dc in
zinking voortgang heeft, kan het niet
meer gaan. Er moet, koste het wat wil,
een kentering worden gebracht in de
geesten der menschen en in den ge-
dachtengang der volken, 't Is ongetwij
feld 'n schier onmogelijk zware taak om
de volken en hunne regeeringen tot het
inzicht te brengen, dat de redding niet
langer kan, niet langer mag op zich
laten wachten. Die redding, zij moet
bestaan in een teruggeven aan de
mensehheid van haar verloren begrip
van eigenwaarde. Wie het leven en het
geluk van anderen niet telt, is het
eigen leven en het eigen geluk niet
waard. We zien het, gelijk wij in den
aanvang opmerkten, aan Frankrijk's
noodlottige houding, vol haat en ach
terdocht jegens het verslagen Duitsch-
land. Meent één weldenkend mensch nil
waarlijk, dat Frankrijk thans 'het geluk
van den vfede geniet is er iemand die
dat land, hetwelk zich den zwaarsten
last van den oorlog opgelegd zag, nu
gelukkig noemen durft, wijl het ten
slotte zegevierend uit den krijg kwam
Geenszins, want. Frankrijk mist, wat
aan het einde van eiken oorlog, de
grootste zege aan den overwinnaar
brengt het geluk edelmoedig te kun
nen zijn. Dat kan het huidige Fransehe
volk niet beter gezegd, kan de regee-
ringskliek niet, die met haar reusachti-
gen aanhang feitelijk alle betere neigin
gen en gevoelens bij het volk al van te
voren onderdrukt. En dat is ten slotte
de groote en teleurstellende ervaring,
na den oorlog, opgedaan, dat nog aller
minst de volken zich hebben weten te
ontworstelen aan de grepen van regee
ringen, die luisteren naar de motieven
van eigenbaat en machtswellust, niet
schromen om de volksziel, instede van
haar te verheffen en veredelen, 'haar
aan hun diplomatiek gekonkel en
eigenbelang ondergeschikt'te maken en
aldus het welzijn des volks schromelijk
verwaarloozen. Eerst wanneer daaraan
een einde wordt gemaakt, zal de Euro-
peesche herlevende beschaving zich
ontlast gevoelen van een harer grootste
belemmeringen en kneltendste banden.
Bn eerst dan zal in Europa's verval een
keer ten goede kunnen komen.
Voorzitter Eerste Kamer
Bij Kon. besluit is benoemd tot voor
zitter van de Eerste Kamer gedurende
de zitting, die zal aanvangen a.s. Dins
dag, J. J. G. baron van Voorst tot
Voorst, lid van die Kamer.
De Arbeidswet 1919.
Het Haagsche Correspondentiebu-
reau meldt
Naar wij met zekerheid vernemen, be
staat het voornemen de Arbeidswet
1919 gedeeltelijk op 24 October a.s. in
werking te doen treden en tien termijn,
bedoeld in artikel 101, vijfde lid onder
C der wet, betreffende de volledige
doorvoering van het verbod van arbeid
van kinderen beneden 14 jaar, op 1 Juli
1921 te stellen.
Van eerstgenoemden datum af zullen,
behalve de wettelijke bepalingen van
algemeene strekking, gelden
A. het verbod van arbeid jn den zin
der wet voor kinderen beneden 14 jaar
of nog leerplichtig (artikel 9) met uit
zondering van
1. kinderen, die op 24 October 1920
twaalf jaar oud én niet leerplichtig zijn,
indien voor dat (ijdstip te hunnen aan
zien een verklaring is afgegeven, dat
voor hen geen gelegenheid was om ver
der onderwijs on school tc ontvangen
na liet eindigen hunner leerverplichting;
2. kinderen, die op 24 October 1920
dertien jaar odd en niet leerplichtig
zijn
3. dertienjarige, niet leerplichtige kin
deren, van het mannelijk geslacht, die
dien leeftijd zullen bereikt hebben tus-
scben 24 October 1920 en 1 Juli 1921
B. de bepalingen op grond van ge
vaar voor de gezondheid, de zedelijk
heid of het levert yan jeugdige perso
nen of vrouwen krachtens artikel 10 der
wet bij het Arbeidsbesluit 1920 gesteld,
welke o.m. betrekking hebben op arbeid
in fabrieken of werkplaatsen, winkels,
apotheken en kantoren
C. de voorschriften in artikel 11 der
wet gesteld ter bescherming van
kraamvrouwen en zoogende moeders
D. het voorschrift, dat aan een jeug
dig persoon, die arbeid in den zin der
wet verricht, gedurende ten hoogste 8
uren van den wekelijkschen werktijd
gelegenheid moet worden gegeven de
lessen te volgen in inrichtingen voor
godsdienst-, voortgezet-, herhalings- of
vakonderwijs (artikel 12)
E. de bepalingen omtrent arbeids-
en rusttijden in fabrieken of werkplaat
sen en in broodbakkerijen (artikelen
2243 der wet) en de op grond daar
van uitgevaardigde algenreene maatre
gelen van bestuur
F. het verbod om behoudens in en
kele bij of krachtens de wet gestelde
uitzonderingsgevallen, bakkersarbeid te
verrichten op Zondag (resp. den Sab
bath) en tussehen 8 uur des namiddags
en 6 uur des wooïmiduags, géidende
zoowel voor arbeiders als voor pa
troons (artikelen 3539)
G. het voorschrift, dat het hoofd of
de bestuurder eener onderneming voor
ieder persoon beneden 18 jaar ofiedere
gehuwde vrouw, die arbeid in den zin
der wet verricht, in het bezit moet zijn
van een dien persoon of die vrouw be
treffende arbeidskaart (artikel 67)
H. de bepalingen omtrent het houden
van arbeidslijsten en arbeidsregisters
in tabrieken of werkplaatsen (artike
len 68 en 69).
Het lichtschip Maas.
De Haagsche redacteur van „dc
Maasbode" schrijft
In verband met het zeer drukke
scheepvaartverkeer op den Nieuwen
Waterweg is de regeering voornemens
het tegenwoordige lichtschip „Maas" te
doen vervangen door een geheel nieuw
naar de moderne eischen ingericht
lichtschip. De kosten voor het nieuwe
lichtschip, dat naar men hoopt in 1922
gereed zal zijn. worden begroot op
J 1,200,000.
Werklieden in overheidsdienst.
In buitengewone audiëntie bij den
minister van oorlog is ontvangen het
hoofdbestuur van den Ned. Bond van
Werklieden in Overheidsdienst, ver
tegenwoordigd door de heeren Tiepen
en Buurman.
Besproken werd de invoering van het
arbeidsreglement, hetwelk dezer dagen
te verwachten is. Aangedrongen werd
op een zoo spoedig mogelijke uitvoe
ring van de loonregeling 1920.
Het ontslag van de losse werklieden
zal niet kunnen worden voorkomen. Her
is de bedoeling dat niet verder zal ge
gaan worden dan de oude sterkte.
Geklaagd werd over de slechte wer
king Van het georganiseerd overleg aan
de artillerie-inrichting.De minister zeg
de zijn medewerking toe en zal gaarne
de toegezegde voorstellen van den
Bond tot verbetering van dat overleg
ontvangen.
Ten slotte werd gewezen op de
groote vertraging en verwarring die
bestaat op liet gebied van de uitvoering
der arbeidsvoorwaarden als gevolg van
het feit, dat zooveel verschillende per
sonen geheel naar eigen interpretatie
de voorschriften toepassen. Den minis
ter werd in overweging gegeven een
afzonderlijke atdeeiimg voor Arbeids
zaken aan het departement in het leven
te roepen, van waaruit alle arbeids
zaken worden behandeld. Indien dit aan
alle departementen tot stand kwam,
zou het contact met het ministerie van
arbeid gemakkelijker zijn en veel ver"
eenvoudiging worden verkregen.
Den minister was het denkbeeld
sympathiek en hij zeide het nader te
zullen overwegen.
De rentetrekkers.
Het dagelij-ksch bestuur der Vereeni-
gmg van Rentetrekkers heeft een adres
gezonden aan de Tweede Kamer.waar
in wordt gezegd, dat het verband tus
sehen het percentage invaliditeit en het
rentebedrag geheel is verbroken. Aile
invaliden en hun nagelaten betrekkin
gen van vóór den oorlog lijden de bit
terste armoede, zijn gedaald tot de
aagste sport van de maatschappelijke
ladder. De Vereeniging wijst er op, dat
de maatregelen, die sinds den laatsten
tijd genomen zijn om hun vanwege het
armbestuur of het Kon. Nat. Steun
comité een bijslag te geven, geheel on
voldoende moeten worden geacht. Zij
verzoekt ten slotte het daarheen te
leicien, dal de rente wordt berekend
naar het thans geldende dagloon liet
armenzorgstelsel wordt afgeschaft, het
lange wachten op de uitkeering een
einde neme en aan jeugdige invaliden
een stijgende uitkeering wordt toege
kend in verband met den leeftijd.
Bemoeilijking aan onze grens.
Een der lezers van de „Nieuwe Ct."
te I tlburg schrijft
Zondag jj. bevond ik mij op mijn
terugreis van Berlijn te Dalheim, om
vandaar via VlodropRoermond ver
der .naar Brabant te reizen. Nadat ik
mij in het restaurant de „Muhle" al
daar, van de vermoeiende nachtreis wat
had opgefriseht, begaf ik mij naar de
Hollandsc'he grens, die zich juisf achter
genoemd restaurant bevindt, om langs
een zich daar bevindend pad het sta
tion Vlodrop te bereiken. De zich aan
de grens bevindende militaire politie
post vroeg mij om mijn paspoort op
vertoon waarvan mij de toegang tot
mijn vaderlandgeweigerd werd
Het bleek namelijk, dat zich achter lief
meergenoemd restaurant een zooge
naamde „verboden strook" bevond
welke zonder speciale vergunning niet
mocht worden betreden. Of ik al aan
toonde in het bezit van een geldig pas
poort te zijn en mij bereid verklaarde,
alle mogelijke bewijzen van Nederlan
derschap te overleggen en met kiem be
toogde met den trein van 4.15 uit
Vlodrop te willen vertrekken om nog
tijdig mijn woonplaats voor het bijwo
nen eener conferentie te bereiken, niets
mocht baten. Ik werd, ofschoon 'ik mij
reeds op den vaderlandschen bodem be
vond. naar vreemden bodem terugge
wezen om te trachten langs een mij
totaal onbekenden weg, die voerde door
een vrij groot boscli liet station Vlodrop
Voor den trein van ca. 6 uur tc bereiken
ik miste dus mijn trein, verloor tot
overmaat van ramp den juisten weg en
arriveerde eindelijk, na door eenige
welwillende Duitsche heeren, die ik op
mijn tocht ontmoette, op het juiste
spoor te Zijn gebracht, aan de Holland-
sche grens. Hier moest ik door middel
van een dwarsliggenden boom het wa
tertje, dat het Hollandsche van het
Duitsche gebied scheidt, oversteken
om na een kwartier door een drassige
heide te hebben geloopen, eindelijk liet
station Vlodrop te bereiken.
Hier rijst nu de vraag
Heeft de grenspolitie de bevoegdheid
een Nederlander, voorzien van een be
hoorlijk paspoort, den toegang tot Ne
derland te weigeren en terug te wijzen
naar vreemden bodem
Zoo ja, wordt het thans dan niet
hoog tijd, dat hierin verandering worde
gebracht?
Het is reeds hinderlijk genoeg, dat
Hollanders in den vreemde den teru«-
slag ondervinden van de zeer omslach
tige en hinderlijke formaliteiten, waar
aan hier te lande vertoevende vreemde
lingen zich moeten onderwerpen Wan
neer de heeren in Den Haag eens mede-
gingen naar buiten, dan konden zij eens
ondervinden hoe onvriendelijk wij,
grootendeels ten gevolge van genoemde
formaliteiten in den vreemde bejegend
worden
Brandweercongres te Arnhem.
Te Arnhem wordt thans het congres
gehouden van de Koninklijke Neder-
landsche Brandweervereeniging, waar
aan een tentoonstelling verbonden is.
Na de officieele opening werd door
den heer Tuckermann, commandant
van de Haagsche brandweer een voor
dracht gehouden over Staatsbemoeienis
ten opzichte van het brandweerwezen.
Spreker zette uiteen dat de geheele
inrichting van de brandweer, zoowel
ais de uitoefening van haar dienst, de
maatregelen ter voorkoming van brand
in voor het publiek bestemde gebou
wen en de handhaving dier maatrege
len behooren tot de gemeentelijke zorg.
Maar hef onbeperkt handhaven van de
gemeentelijke autonomie op dit gebied
acht spr. niet juist hij meent dat de
betreffende artikelen in de gemeente
wet wijziging behoeven.
Hij wees daarna op den toestand
ten plattenlande ten opzichte van de
bestrijding van brand en haalde daarbij
tal van bewijzen aan om aan te toonen
dat aan den toestand in tal van kleine
gemeenten nog ontzettend veel ont
breekt. Men ziet daar in verschillende
gemeenten de meest uiteenloopende in
zichten gehandhaafd, wat een eigen-
aardigen toestand in het ieven roept
er is groote verscheidenheid van voor
schriften, van opvattingen en van toe
passing der Hindernis- en der Veilig
heidswet. Er hapert iets aan dit stelsel
van gemeentelijke autonomie en daar
om behoort er te komen staatsbemoei
ing. Hij denkt zich de staatsbemoeiing
aidus op een der ministeries zetelt
een hoofdinspecteur van 't brandweer
wezen, die bijv. 4 inspecteurs onder
zich heeft, die dan werkzaam zijn in een
der vier afdeelingen, waarin iiet land
verdeeld is. De inspecteurs gaan na of
de verschillende gemeenten voldoende
aandacht schenken aan de organisatie
van de brandweer, daarbij de gemeen
ten vrijlatende in de wijze, waarop zij
meenen die organisatie te moeten in
richten, Zij controieeren of de rijks
voorschriften worden opgevolgd en of
bij de bestrijding van brand de ge
meentelijke brandweer voor haar taak
is berekend gebleken.
Door den hoofdinspecteur worden
ontworpen alle voorschriften van alge
meen belang van-het brandweerwezen
van Nederland, waarbij in riiime mate
rekening zal moeten wórden gehouden
met wat de praktijk in het buitenland
heeft geleerd.
Van de vele onderwerpen welke het
rijkstoezicht zou hebben te behande
len, noemde spreker
ie. normaliseering op het gebied van
bi andkraan-aansiuitingen waardoor
onderlinge hulp mogelijk_wdrdt.
2e. vereenvoudiging van verschil
lende fouten van brandweermateriaal,
waardoor aaflkoopen in het groot en
prijsverlaging bereikt kan worden.
3e. een rijksproefinstituut voor be
oordeeling van bouwmaterialen en
bouwconstructies uit een oogpunt varf
brandveiligheid.
4e. wettelijke maatregelen ter voor
koming van brand (bijv. voorschriften
voor het gebruik van bijzondere mate
rialen onder bepaalde omstandigheden
bij fabrieksbouw enz.).
5e. wettelijke maatregelen en voor
schriften ter beveiliging van personen
in openbare gebouwen, voorschriften
omtrent uitgangen, nooduitgangen.kap
pen. liftconstructies, plaatsruimte, gan
gen en paden, verlichting en noodver
lichting, red- en bluschmiddelen in
scholen, groote bureaux, kantoren, mu
sea, vergaderzalen enz.
6e, Beveiliging van gebouwen van
architectonische of oudheidkundige
waarde.
7e. Verplichte jaarlijksche brand-
scnouw met voorschriften tot oprui
ming van overbodige brandbare rom
mel van zolders en bergplaatsen.
8e. Verplicht onderwijs hoe met vuur
en licht om te gaan.
9e. Openbare waarschuwingen tegen
brandgevaarlijke stoffen en aanwijzin
gen hoe daar mede om te gaan.
Geen winkelsluiting.
De gemeenteraad te Bergen op
Zoom heeft met 8 tegen 5 stemmen af
wijzend beschikt op het verzoek tot
winkelsluiting des avonds 7 uur en
algeheele Zondagssluiting.
Met 7 tegen 5 stemmen werd een
voorstel verworpen dat de raad zich in
beginsel zou uitspreken voor winkel
sluiting des avonds 9 uur en Zaterdags
op een later vast te stellen uur.
Een tapverbod.
De gemeenteraad te Apeldoorn heeft
met 14 tegen 10 stemmen besloten tot
invoering van een tapverbod van des
Zaterdagmiddags 12 uur tot Maandag
morgen 8 uur.
De heer J. H. Plet (vrijz. dem.) deel
de mede, met een aantal raadsleden een
verzoek tot de Kroon te zullen richten
om de verordening te vernietigen, op
grond van strijd met de wet.