1000 25 NO.209 iip^TFIrmi f. Vil ÏELSE !i, Slsina ISirkt SS, ïfissingin. Iilaiocn inSsrc. !S fiiscitijni dasslijks, aitsszondird op Zondag sn algamesn erkinde Christelijk! Feestdagen FEU1LLE.TON De Diamanten van -Lady Valworth. Brieven uit de Hofstad BINNENLAND V Ö8e Jaargoti^ i iM©20 VLISSIINGSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJSVoor VliMingen en de gemeenten op Walcheren 2.20 per drie maanden. Franco door het geheele rijk ƒ2.50. Voor België ƒ4.15. Voor overige landen der Po*t-Unie f 4.70. Atzonderljke nummers 5 cent ADVERTENTIEPRIJS: Van 1—4 regels 1.10; voor iedere regel meer 26 ct. Familieberichten van 1—6 regels 1.70. Bij abonnement speciale prijs Reclames 52 ct. per regel. Dienstaanbiedingen en -aanvragen 13 ct. per regel Sl ongelukken voor: gulden bij levens lange ongeschikt heid tot werken cnn^^qnn &#UU een ongeluk ^?U(J gulden bij verlies van een hand, voet of oog gulden bij verlies van een duim 100 gulden bij verlies van een wijsvinger gulden bij verlies van eiken anderen vinge» ORANJE. Wij zullen heden den veertigsten ■gedenkdag der geboorte van onze Ko ningin feestelijk herdenken. In den loop van deze week heeft ge heel Nederland, in schier alle steden en dorpen, uiting gegeven aan wat deze jaardag tot een bijzonderen heeft ge maakt. Al mogen er ook velen zijn, die zich precht burger van den Staat noemen, en die toch om zulk een nationaal feest als de verjaardag van het tegenwoordig Hoofd van den Staat, niet veel of niets gevoelen, niettemin is het, gelijk alle couranten uit alle oorden des lands ge meld hebben, een waarlijk' nationaal feestbetoon geweest, over geheel ons land. Het weder, wij weten het. werkte deze dagen verre van mede een door gaans grauwe lucht, nu en dan regen zelfs, waarlijk moeder Natuur bood niet haar vroolijksten aanblik. Dat niettemin geen oogenblik de geestdrift is ge daald, dat niettemin de dag feitelijk één jubeltoon is geweest, gelijk wij ook van elders lezen, dan komt dit hiervan, dat voor het eerst na dien rampzaligen, kwellenden oorlogstijd, de harten der menschen de vrees en angst, nu voor goed, van zich hebben voelen afgewen teld zijn dat voor het eerst, na al die. jaren, iets van de oude feestvreugde, van de oude onbekommerde hartelijk heid, iets ook van oprechte innige dankbaarheid, zich in en onder de feest viering heeft doen gevoelen. Dankbaarheid is het, terecht, bij zoo ontzaggelijk velen geweest, die zij op dien dag in zich hebben voelen opko men dankbaarheid, dat heften slotte, na die ontzaglijke wereldramp, nog betrekkelijk zóó gelukkig, en zóó voor spoedig met ons dierbaar land is ge gaan. Rijkelijk hebben wij ons deel aan de angsten en bekommeringen van den oorlogstijd gehad, rijkelijk ook was. helaas, ons deel aan de zorgen en moeiten, die den zoogenaantden vredes tijd bij zijn wedergeboorte en nog lan gen tijd daarna in zulk een overvloedige mate kenmerkten. Maar, gelukkig ook, niet minder rijk schijne.n nu welvaart en, mag het zijn, ook de regelmaat des ordelijken levens in de maatschappij, die wij de onze noemen, te zullen te- rugkeeren. Die terugkeer, hij gaat on getwijfeld met aanzienlijke moeilijkhe den gepaard. Nog altijd talrijk zijn in de verschillende maatschappelijke groe- peeringen de botsingen ontstaan tus- schen de niet steeds met elkander overé een te brengen belangen nog altijd woelt en gist het in de hoofden van ve len, die den geleidelijken gpoei der sa ï«tr het Engelsch van Mrs. HUNGERFOR» Vertaald door I. P. WESSELINK VAN ROSSUM. 46) (Nadruk verboden.) Mrs. Brand was in een stoel neerge zonken. „U is wel erg vasthoudend", zei zij, en tikte met haar vingers op de ta fel naast haar. „Omdat ik heel erg verliefd frcn." „En Millicent „Ik meen te durven hopen, dat zij lY>or mij een plaatsje in haar hart heeft gevonden." „Laat zij voor zichzelf spreken", zei hjrs. Brand een beetje ongeduldig. ,,Wel Millicent, hoe staat het met jou „Ik houd van hem, tantetje", zei miss Grev zedig. ..Dat kan ik toch niet hel pen. is het wel En wanneer ik het kon, zou ik het niet anders willen. Tot nu toe ben ik zeer plichtgetrouw geweest, dat zult u moeten toegeven." Zij zei niets van alles wat reeds vroeger tusschen haar en Massareene voorgevallen was en van het onlangs genomen besluit om al haar bloedver wanten tezamen te trotseeren om zij nentwil. - „De eerste maal heeft u voor mij ge kozen. Zij zweeg. Mrs. Brand zuchtte. luk'Wg teezijn."bleek ni€t WiZ°nder ge~ menleving naar betere verhoudingen niet afwachten willen en dezen op alle mogelijke, ja onwettige wijzen trachten te verhaasten. En daardoor maar al te vaak het natuurlijke wordingsproces vertragen. Nog altijd nijpt een duurte om zich heen en maakt het leven der genen, die hun inkomsten maar weinig of niet naar evenredigheid zagen toe nemen, tot één aanhoudende, eindeloo- ze periode van zorg, ontbering, ja nooddruft zelfs. Naar die ontelbaar ve len, wier kapitaal verminderde,, wier inkomsten schaarseher, v ier verdien sten niet noemenswaardig grooter wer den. dient in de allereerste plaats de zorg van' autoriteiten en regeering uit te gaan. Want, en dit is een ernstige schaduwzijde in het overigens tot veel dankbaarheid stemmend beeld van ons nationale leven in dit tijdsbestek, er wordt meer dan ooit, en scherper dan ooit, door wat men „stille armen"- noemt, zeer veel geleden. Zij waarlijk hebben geen groote reden tot juichen. En dat nochtans ook hun stem in het feestbetoon van deze week niet is ge mist, geeft 'zulk een diepe beteekenis aan het gevoel, dat allen bezielde, die bet hart nog op de oude wijze der va deren. voor het Hoofd van Staat klop pen voelen, symbool en kenmerk als het is onzer door de eeuwen beproefde en in rampen gelouterde nationale eenheid: Want nog immer is „Oranje" de banierkleur waarachter in tijden van nationalen nood wij allen ons scharen nog imnier is dat eene woord in staat en van geslacht op geslacht bij machte een snaar in ons vaderlandsch hart te doen trillen, als geen enkele andere klank, geen enkel ander 'woord vermag; nog immer wordt heel 'onze vaderland- selie historie, heel het beeld van onzen langen strijd om vrijheid tegen buiten- landsch'e verdrukkers en overweldigers, in dat eene woord belichaamd en nog immer is het een telg, nakomelinge uit dat Huis, wiens eigene geschiedenis ook de geschiedenis van dit land is, die voor ons als Hoofd van Staat optreedt naar buiten en naar binnen, en aan dat kleine, maar ons boven alles dierbare iand, de glorie van een grooten naam verleent, een naam in tijd van leed en tijd van vreugd ons vaderland getrouw; „Oranje." In de lucht. Kunst. Ridderorden. Toer de fiets nog in haar eerste da gen van opkomst was en zij niet meer dan een speeltuig voor kinderen was, een hinderlijk speeltuig op de openbare straat, maakten verschillende gemeen Nog bleef mrs. Brand zwijgen. „Daarom geloof ik, dat het misschien beter zal zijn, wanneer ik ditmaal zelf kies." Toen eerst ontwaakte haar tante uit haar gepeins. „Ik had gehoopt, dat je een schitterend huwelijk zou doen", zei zij treurig. ,Jij met je fortuin en en dat ongelukkige jongmensch met zijn vooruitzicht op een graventitel. Alles is vernietigd. Alles is uit. Maar er wacht je nog een schitterende toekomst, wan neer ,.lk geef Gerald niet op", zei Milli cent en keerde zich eenigszins koel van haar af. „U en oom Timothy kunnen uw geld vermaken aan wien u wilt, maar ik trouw stellig met Gerald." Massareene kwam naar haar toe, nam haar hand en bracht die aan zijn lippen. Een groote warmte en een groote blijd schap lagen in den blik, waarmee hij mrs. Brand aanzag. Misschien wist zij die naar waarde te schatten. „Natuurlijk, wanneer jij er behoorlijk over hebt nagedacht zeide zij aarze lend en keek Millicent aan. Er was iets, nieuws, iets moois in het gezichtje van het meisje dat haar aantrok. De liefde had het verheerlijkt. Alles wel be schouwd was het misschien het beste voor haar lieveling om de eerzucht af te zweren en zich aan de liefde te hou den. „Zal je goed voor haar zijn, Ge rald zei zij met zachte stem. Massareene zag haar ernstig aan. „Ik zal haar altijd liefhebben", zei hij, „be doelt u dat „Geeft u uwe toestemming, tantetje?" tebesturen drastische maatregelen te gen de ontveiHging van de wegen. Langzamerhand kreeg de fiets een taak, maar toch was ten slotte de tus- schenkomst van den. rijkswetgever noo- dig, om aan die oude verordeningen een eind. te maken. Met de auto en den motor is liet precies zóó gegaan en thans is de beurt aan de vliegmachine om deze fases door te maken. Hoewel dit nieuwste middel van verkeer reeds een belangrijken .werkkring heeft ver overd, is liet to ill nog niet geheel de speel-jaren te boven. En daarom acht de gemeente Den Haag zicli genood zaakt eenige bepalingen tegen de lucht- vermaken in te stellen. Eenige jaren geleden werd bij verordening verboden boven de stad te vliegen. Natuurlijk is van, deze bepaling niets terecht geko men, aangezien de politie nu eenmaal niet tot die soort hoogvliegers behoort, dat zij in staat was de vliegers te ach terhalen. Er is geen enkele „bekeuring" gemaakt, maar het aantal dat gevlogen heeft vlak boven de huizen-van de resi dentie, loopt in de duizenden. In plaats van nu stil deze verordening weer in te trekken en er nooit meer over te spre ken, is er een voorstel gekomen om ze te wijzigen. Het laag-vliegen heet een gevaar te zijn, speciaal voor de bad plaats en daarom stelt de commissie voor de strafverordeningen thans voor, een verbod van lager dan 250 M. vlie gen uit te vaardigen. Natuurlijk is het wel iets gemakkelijker- te eonstateeren, maar in de praktijk wordt het niets. Bo vendien zal de techniek het vliegwezen voortdurend zóó-jpntwikkelen, dat een bepaling als deze'een dwaasheid wordt. Het ware daarorruverstandiger geweest ze te voorkomen én te zorgen dat in la ter jaren niet cle lachwekkende reputa tie aan cle residentie zal ve'rbonden zijn, dat zij met jxilitieverordeningen de ver overing van de jitcht trachtte te rege len. Het is moeilijk sommige vraagstuk ken tot oplossing te brengen. Zoo zit men hier ter stede te tobben niet de be lasting op de vermakelijkheden, die niet strookt met liet toenemende ver langen om de kunst te steunen. Deze belasting is een fout geweest en in plaats dat nu openlijk te bekennen en ze van de baan te helpen, wil men schipperen. Wat geen kunst is maar vermaak, moet meer opbrengen en dus grijpt men naar de bioscopen, die da delijk meer door den fiscus zullen wor den aangepakt. Een vijftal percentjes op de belasting op de bioscopen en da delijk komt er een vijf en zestig ntille in het laatje. Deze geeft men dan weer uit ter aanmoediging van heusche kunst. Natuurlijk ontstaat dan aan stonds de moeilijkheid om de goede, echte, heusche kunst te onderscheiden van de vermakelijkheid, maar op die moeilijkheid mag liet goede doel niet afstuiten. Intusschen is men nog bezig om deze scheiding aan te brengen. Het systeem echter, om de vermakelijkheden te belasten en cle kunst te steunen, is vroeg Millicent, terwijl zij naast haar neerknielde en haar in haar armen sloot. „Ja, nu mijn bemoeiingen op zulk een mislukking zijn uitgeloopen. durf ik niet opnieuw beginnen. Ik ben bjij, dat je een man gekozen hebt, die je, al is hij ook arm, naar ik vertrouw, gelukkig zal maken. En voor wien ik ook vriend schap en hoogachting gevoel. O, mijn lieve Millicent, het is zoo veel waard, je echtgenoot te kunnen respecteeren. Gerald, zorg er voor, dat zij dat altijd zal kunnen blijven doen. En wat je oom Timothy betreft, lieveling, ik geloof wel, dat ik in staat zal zijn de zaak met hem te regelen." Zij boog zich voorover en kuste Mil licent hartelijk. „En waar moet ik nu blijven zei de arme vrouw droefgeestig. „Ik heb de ontbijtkamer verlaten, omdat ik er zeker van was, dat Duran daar zon komen om met Nadine te spreken en nu wenschen jullie beiden mij wel over al elders dan hier „Onzin. Wij zullen er nooit naar ver langen, dat ii weggaat", riep Millicent feeder. „Blijf altijd bij ons, juist zoo lang als u zelf wilt. lief moedertje van mij 1" HOOFDSTUK XXVI. Het was een heel bleeke en broze Nadine, die in de ontbijtkamer naar Du ran zat te kijken. Haar oogen hadden een verschrikte uitdrukking en er sprak 'onrust uit de wijze, waarop zij haar slanke handen heen en weer be geen gelukkig systeem, en het ware wel- gewenscht, dat verband los te laten. In Amsterdam is men één fase verder en heeft men al dit bijkomstige opzij gezet en zich er toe bepaald rechtstreeks de kunst te steunen. Dat gaat dan den goeden kant uit. Op 31 Augustus is een maisch regen tje van ridderorders over ons land neer gedaald. Het is aan twijfel onderhevig, of het wel gewenscht was deze sluis weer open te zetten, nadat we zes jaar lang van deze zegening verschoond zijn gebleven. Veel heeft men in die jaren overigens niet geleerd en liet is weer hetzelfde oude slechte systeem dat bij 'de uitdeeiing is gevolgd. Het zijn weer voor het overgroote deel zij, die direct of indirect in staatsdienst zijn, welke thans met een orde zijn bedacht. Dc Staat kiest nu eenmaal het orgaan om verdiensten te beoordeelen en daarorn beperkt men zich tot diegenen van wie men uit eigen ervaring detr ijver kent. Zelfs bij die bedeeling van zijn eigen menschen gaat men nog met een ver keerden maatstaf te werk. Wanneer iemand een zeker aantal jaren een hooge functie heeft vervuld, ontstaat er voor cle regeering een soort rechtsver moeden van verdienstelijkheid. Zeker heid daaromtrent is niet te verlangen. Onder de thans weer gezegenden za gen wij bijvoorbeeld er één, die een hooge orde ontving, hoewel hij de man is die naar de meening van talloos velen één der voornaamste schuldigen aan de desorganisatie van één der groote staatsbedrijven is. Misschien ziet de re- geering dit anders, maar de waarde die de onderscheiding heeft in de oogen van het publiek, zakt er wel wat door. Trouwens, die waarde is toch al mini maal, juist omdat de wijze van uit- keering nog ahijcl een coterie-geest aanwijst. We bedoelen daarmede niet, dat een regeering dezen opzettelijk zoekt, maar iu jiioet er tpe komen, om dat zij het fijngevoelige' orgaan mist.' de individueeie waarde van personen in hun werk ten opzichte van de maat schappij te meten. Het gevolg daar van is. dat één deel onverdiend wordt uitgereikt, één deel verdienstelijken wordt vergeten en sjechts een derde deel toevallig goed is. Daarom ware her gewenscht geweest, nu de gelegenheid zoo mooi was, om het verouderde zaak je voorgoed af te schaffen. Het zomerseizoen loopt ten einde en het einde is niet fraai. Weersvoorspel- lers zeggen, dat September wei veel zal goed maken, maar voor de bad plaats is Augustus slecht geweest. Dat is niet meer op te halen. Mét de zee- visscherij gaat het ook niet gelukkig, omdat de uitvoer naar Duitschiand niet geopend wordt. De winter, die reeds in aantocht is, belooft dus weinig goeds. A-I verbetert er op de wereld al veel, het is alles nog zoo onvast en onbe trouwbaar. EIBER. woog en uit den blik, waarmee zij nu en dan naar de deur keek. Mrs. Brand's vertrek, hoe vriendelijk ook door die goede vrouw bedoeld, had er enkel toe geleid, dat de angst, die Nadine verteerde na haar laatste onderhoud met Granit Boyle, nog was toegenomen. Het leek haar onmogelijk, dat hij niet tot haar zou terugkeeren om zijn wilde smeekbeden te hernieu wen haar misschien mede te nemen niettegenstaande haar hartstochtelijken tegenstand. Zij had vertrouwen in Du ran, maar naast den troost, in dat ver trouwen gelegen, stond de angst, dat hij weer van aangezicht tot aangezicht zou staan tegenover Boyle. Een botsing tus schen die mannen zou neen moest waarschijnlijk een rampzalig einde ne men. Een afschuwelijke angst vervulde haar. „Nadine, waarom wendt je je van mij af Waarom is je gezicht zoo bleek Misschien", zei Duran. opstaande, „wou je liever dat ik wegging „O, neen, neen riep zij smeekend. Zij stond ook op en legde haar bevende hand op zijn arm. Onwillekeurig keek zij naar de deur. „Verlaat mij niet", fluisterde zij. „Wanneer je dat doet, zal hij terugkomen." „Dat denk ik niet. Ik geloof, dat je hem werkelijk voor het laatst gezien hebt. Welk een gezegend toéval, dat hij dadelijk hierheen kwam. Anders zou hij je aan je woord gehouden hebben, zou je met hem getrouwd zijn en „Ga niet voort zei het meisje zwakjes. Tegen prijsopdrijving. Op vragen van den heer Van Schaik betreffende de voornemens der regee ring ten opzichte van/wettelijke maat regelen tegen prijsopdrijving en het maken van, onredelijke winsten, heeft minister van IJsselsteijn geantwoord, dat het hem tot zijn .leedwezen thans .nog niet mogelijk is een positief ant woord te geven. Het overleg, dat te dien opzichte met zijn ambtgenoot van justitie moest plaats vinden, heeft ten gevolge van het verlof, zoowel van dezen minister als van hem zelf, nog slechts een uiterst voorloopig karakter gedragen. Hij zal niet nalaten, om, zoodra dit overleg positieve resultaten heeft gege ven, daarvan nrededeeling te doen. Vrouwenkiesrechtdag. De Vereeniging van Staatsburgeres sen heeft besloten den eersten verjaar dag van de afkondiging van de „wet- Jacobs" te wijden aan de belangen van het kind. Op dien dag zal in alle afdee- lingen van de vereeniging gesproken worden over sociale kinderhygiëne. Voor de afdeeling Amsterdam zaï mevr. Suze Groeneweg optreden met het on derwerp „Moederschapszorg" en zal prof. dr. G. Scheltema, directeur van het Kinderziekenhuis te Groningen, spreken over „Sociale Kinderhygiëne." Vrijzinnig-democratisch gemeente- program. in de „Vrijzinnig-Democraat", het weekblad van den vrijzinnig-democrati- schen bond, is het ontwerp-gemeente- program van geno'èmden bond gepu bliceerd. Wij ontleenen er het volgende aan Volgens het program heeft de ge meente als werkgeefster vooral tot taak a. den rechtstoestand te regelen van alle personen in haar dienst en wel met toepassing van het zoogenaamd geor ganiseerd overleg b. maatregelen te nemen in het be- lanjj van hen, die indirect in dienst der gemeente arbeiden c. te zorgen, dat de rechtstoestand van het personeel in dienst van instel lingen, welke zij gemeenschappelijk met andere openbare lichamen heeft opge richt. waarvan zij aandeelhoudster is of welke zij subsidieert, behoorlijk gere geld wordt. Over de gemeente-bedrijven wordt o.m. gezegd „Ondernemingen en in richtingen van algemeen nut dienen, wanneer zij een monopolistisch karak ter dragen, wanneer zij in het bijzon der strekken tot bevordering van ver keer of wanneer de belangen der ge meente of der gemeentenaren het ove rigens wenschelijk maken, door de ge meente als eigen bedrijf geëxploiteerd te worden. Het is de taak der gemeente, voor alle openbare scholen, onverschillig of „Vergeef het mij, lieveling. Dat had ik niet"moeten zeggen. Maar toch is het beter, dat je het goed inziet." „O, die arme Lady Valworth", riep zij met een huivering. „Ik zal nooit haar gezicht vergeten." „Na verloop van tijd zal je, hoop ik, alles vergeten, wat niet dezen avond in verband staat, behalve dat je daardoor de mijne bent geworden. Wanneer ik dat bedenk, word ik „Daaraan zou ik ook kunnen den ken", viel zij hem zenuwachtig in de rede, „wanneer wanneer hij maar weg was. Maar het denkbeeld, dat hij nog onder één dak met mij is, dat hij elk oogenblik kan verschijnen, doet mij het bloed in de aderen stollen Zij drukte haar handen tegen haar hart als om het kloppen te doen bedaren. „Wanneer hij eens hier kwam", fluis terde zij zwak. „Wel, wanneer dat het geval zou zijn, dan ben ik toch nok hier", antwoordde Duran kalm. Haar opgewondenheid maakte hem ongerust over haar. „Kijk eens, zei hij, „geloof je, dat hij je op nieuw zal opzoeken ïk verzeker je, hij zal het niet doen. Zijn spel is uitge speeld. Voor hem is alles afgeloopen. Maar, wanneer je nog bang bent, lieve ling, kont dan mee naar het boudoir van Lady Valworth, ik weet, dat daar nie mand zal komen, omdat er vannacht gasten hebben gelogeerd, en daar het een allerongezelligst vertrek is, zal nie mand er over denken je daar te zoeken. Ga je mee daarheen (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1920 | | pagina 1