Vliuiiistlt Coral De Huwelijksdag BIJVOEGSEL ZATERDAG 3 JULI. - No. 155. Gemeentebestuur Brieven uit de Hofstad FEUILLETON Vervolg Binnenland. INQEZONDËN~STÜKKEN- Opgave dtp Personen, VAN DE VAN OPENBARE LESSEft. De Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs maakt bekend, dat Openbare Lessen zullen worden ge houden op de scholen A (Coosje Buskensfraat) op 6 Juli 1920, ii.in. 2—4 uur B (Hendrikstraat) op 9 Juli 1920, n.i',1. 24 uur C (Bouwen Ewoutstraal) op 12 Juli 1920, n.m. 2—4 uur D (Groote Markt) op 13 Juli 1920, n.m. 2—4 uur E (Wag'enaarstraat): op Itvjuli 1920, n.m. 21 uur. F(Joost de Moorstraat) op Juli 1920. n.m. 7 8 uur (Ouderavond). De Commissie noódi'gt ouders, voog den en belangstellenden uit, deze open bare lessen met hun tegenwoordigheid te vereeren. De Commissie voornoemd, JOS. VAN RAALTE, Voorzitter. Dr. A. VAN MAANEN, Secretaris. De tram. Monumenten-zorg Het is nu weer de tram die het onder werp van den dag is. Al geruimen tijd zijn er onderhandelingen tussciien de directie der maatschappij en het ge meentebestuur gaande. Ze schieten echter niet op. Vóór-op staat, dat Jan Publiek, hoe het gaat, de dupe is van het geval. Het tarief wordt natuurlijk verhoogd en de dienst steeds meer ver slechterd. Het tweede is nog wel zoo erg als het eerste, maar al sedert een achttal jaren zijn wij zoo aan verslech tering gewend, dat wij daaraan mis schien nog eer wennen, dan aan de ver dubbeling van het tarief. We zullen on ze lezers niet onthalen op een jeremiade over die verslechtering, maar op één punt, dat daarmede verband houdt, moeten wij even wijzen. De toestand is deze, dat de maatschappij concessiona ris is en dus tracht veel geld te verdie nen. Indertijd zijn de concessie-voor waarden vastgesteld, die gebleken zijn meer leemten dan goede bepalingen te bevatten. Geheel uit het oog is verloren, dat in een groote stad een tram een zeer belangrijke functie heeft te vervul len, die ten nauwste verband houdt met het karakter van de stad zelf. De tram is het onmisbare correctief op de groote afstanden en met de uitbreiding van liet bebouwde oppervlak moet de uitbreiding van het tramnet steeds ge paard gaan. Dat is in Den Haag heele- maal niet het geval. Er liggen hier groote wijken, die geheel en al versto ken zijn van een verbinding met liet '•entrum en er zijn hier trams die doel loos rijden. Op één merkwaardig geval mogen wij eens wijzen. In een der Amsterdam- he bladen kwam dezer dagen een in terview voor met den directeur van de Amsterdamsche Tram, die naar Ameri ka is geweest, om daar de nieuwe tram- systemen te bestudeeren. Wat in dat interview te lezen staat hebben wij in onze brieven uit de Hofstad eenige ja ren geleden al verteld. In één der ge- illustreerde Amerikaansche bladen la zen wij toen een zeer uitvoerige bc- (Naar het Engelsch) Door M. HELLEMA, 74) „Emmons liet het tegenover mij voorkomen, dat hij al die bijzonderhe den omtrent meneer Troy en den ge vangene had vernomen van de knappe jonge vrouw van dep portier, die me neer Troy had opgezocht en wie hij geld had gegeven en beloofd, den man te straffen, die hem tot ondergang had gebracht. Emmons -maakte mij ook wijs, dat hij als particulier detective zeil nasporingen had gedaan, en op het 1 poor van dingen was gekomen, die hem Overtuigd deden zijn, dat meneer Conway en niet meneer Troy de schuldige was. Hij zeide, dat hij op Skye was gekomen om Conway gade te slaan dat hij Robert Troy was ge volgd, die Conway's verblijfplaats had vernomen uit de couranten en een auto had gekocht, om hem na te zetten, als het tc laat mocht zijn hem hier aan te treffen. Maar hij was verbaasd meneer Troy op het kasteel te vipden als gast van Lord Gorme en op vriendschappe- lijken voet met de geheele familie. Hij meende, veronderstel ik, dat Troy zoh trachten een onderhoud met meneer Conway te hebben, en dat wilde hij i lij i schrijving van de nieuwe modellen, van de tram-zonder-conducteur bijvoor beeld en thans komt men ons daarvan als het nieuwste snufje dit vermelden 1 Natuurlijk duurt het nog eenige jaren vóór men er hier iets van navolgt, in dien men er al aan denken mocht om hier in praktijk te brengen wat ginds reeds jaren beslaat, in 1913 reed in Saii-Francisco reeds een tram zonder conducteur. In 1920 gaat de Amster damsche directeur eenskijken. Zijn wij de Chineezen van het Westen of zijn wij het niet En men kan er van op aan, dat een dergelijk stelsel wel nooit hier ingevoerd za] worden. Een tramstaking dreigt in Den Haag; echter valt nog wel te verwachten dat het zóóver niet komt. Die directie moet mores geleerd worden en van twee zij den wordt thans een ultimatum gesteld. Alleen op die wijze is. iets te verkrijgen van (Jeze op winstbejag beluste directie. Door den gemeenteraad is vastgesteld een verordening, die beoogt monumen ten en stadsschoon in stand te houden. De Rijksregeering is in dit opzicht al voorgegaan en de gemeente volgt. De gedachte, die aan een dergelijke ver ordening, die den naam draagt van monumenten-zorg, ten grondslag ligt, juicht iedereen toe. Het is alleen jam mer, dat in de praktijk weinig van de toepassing vait te wachten. De hoogste boete, die in een dergelijke verordening gesteld mag worden, is vijf en twintig gulden, een bedrag, dat veel le gering is om afschrikkend te werken bii een snood plan om iets, dat waarde heeft, te doen verdwijnen of te verkoopen. Bovendien zal het wel eens moeilijk zijn om uit te maken of iets een monument is of niet. Is de gevangenpoort een mo nument? Van Neerland's schande, mee- nen velen. Maar is liet uit kunst-oog- punt gewenscht, die oude cavalje te be houden We hebben de eer daaraan te twijfelen. Op het oogenblik' maakt men zich druk over het huis, waarin Jan de Witt eenmaal woonde. De Amerikaansche le gatie was er in gehuisvest en thans staat het huis te koop. Stemmen gaan er op, om het door het Rijk te laten aan- koopen als bureau van den Raad van State. Uiterlijk heeft liet pand geen mo- numentale waarde. Moet men het nu alleen houden, omdat Jan de Wilt Bi jwoonde Ook van binnen moei er van het oude niet veel over zijn. Voor een dergelijke zorg valt niet veel te zeggen. Bij liet behouden van oude stukken uit de geschiedenis moet met verstand te werk gegaan worden. In liet gemeente museum werd vroeger o.a. bewaard een vingerkootje van Jan de Witt. Dat is een belachelijk soort verzamelwoede. Wat oud en historisch van beteekenis is moet ook „au und für sich" waarde hebben. De winterjas van Jan de Witt heeft evenmin historische waarde als zijn vingerkootje. Rcliquien en curiosa zijn niet altijd monumenten Door de verwarring van deze is het kwaad ge sticht, dat velen zich afkeerig toonen van de monumenten-zorg, gelijk de Haagsche Raad die thans bedoelt le flemen. Monumenten-zorg zou .ook kunnen beteekenen, dat men er voor wil zor gen, dat er monumenten tot stand ko men en dat de monumenten van lee- lijkheid van het tooneel verdwijnen. In dien men zich tot dit laatste bepaalde was er al heel wat te doen. Wel hebben we hier in Den Haag een schoonheids commissie, maar of we daarmede veel (verder komen op het pad der kunst, valt te betwijfelen. Die bemoeit zich veel te veel met onbeduidende dingen. Het mocht op haar weg liggen om het ge meentebestuur eens te wijzen op veel leelijks, dat verdwijnen moest. Het valt bijv. te betwijfelen of de licht-recjames, die spoedig aan de pa len van het electrisch licht worden aan gebracht, wel bevorderlijk zijn voor het stadsschoon. De reclame is overal de ontsiering geworden en liet is te betreu- zien af te luisteren. Misschien zou het hem niet hebben gespeten, als hij Troy wraak had zien nemen; want hij scheen niet van meneer Conway te houden. In elk geval was het een groote teleur stelling voor Emmons, meneer Conway vanavond le zien vertrekken en Lady Annira met hem, „Toen ik goed over alles had nage dacht, ging ik weer naar Emmon's ka mer, om mij le overtuigen, dat hij naar bed was gegaan, zooals hij zeide te willen doen. eer hij den volgenden morgen Skye verliet. Maar hij was daar niet en was er ook niet geweest, zooals ik u zeide. Toen kwam de ge dachte bij mij op, dat als hij Morton de portier was, die uit de gevangenis was ontsnapt (misschien geholpen door meneer Troy's gift aan zijn'vrouw) en zich had vermomd, hij hier misschien wel was gekomen om te beproeven zich zelf te wreken. Maar natuurlijk kan dat geheele verhaal wel gelogen zijn en ik moet verschooning vra gen, Lady Daura, dat ik ti die beschul diging tegen meneer Conway heb over gebracht. ik wilde ze hebben overge; slagen, als u er niet zoo op had aan gedrongen." Daura zweeg een oogenblik. Zij hoorde weer George's woorden over dien „anderen man", tviens haat hij vreesde, den man wiens voorkomen zoo geheel verschilde van haar be schrijving van den gewaanden deiecti- 've. Voor hare oogen verrees het beeld van Morton, zooais hij nioest zijn ge ren, dat wij nu weer verveeld zullen worden door allerlei brutale letters, die zelfs in het nachtelijk duister ons zul len aankijken. Het ware gewenscht, dat er een al- gemeene actie kwam tegen straat-re clame in eiken vorm. De pers is een alleszins, voldoende middel voor recla me en liet is onnoodig de menscliheid met reclame te hinderen. We willen ook wel eens een plekje, waar wij vrij zijn van deze ongenoode agenten en acquisiteurs. EIBER. De aanneming der Lager Onderwijswet Uit de diepten des harten van liet katholieke Nederland, aldus schrijft „de Tijd", moge Te Deum laiidanuis naar deïl hemel klinken als een dui zendvoudig dankbaarheidsgebed van Gods jubitecrend volk, nu liet op een der belangrijkste tijdstippen in de ge schiedenis van zijn emancipatie den schoolstrijd heeft afgesloten. Het blad herdenkt de mannen, die deze overwinning hebben bevochten. Bezitten de christelijke partijen hun dr. Kuyper en jhr. mr. De Savornin Lobman, wij roemen op dr. Schaepman, door den minister in één adem ge noemd, toen hij aan de voorgangers in den grooten strijd hulde bracht. De schoolstrijd, hoe duur ook be taald, heeft het voordeel gehad den kathoilieken den vuurdoop in het open bare leven te doen ondergaan en de christelijke partijen te hoop te drijven. De nieuwe onderwijsstrijd zal thans voor ons zijn, de bijzondere school tot de beste van het land te maken in de vrije concurrentie niet de openbare. Maar de strijd voor de christelijke staatkunde gaat onverpoosd voort, volgens de leuze, waarmee wijlen mgr. Smits het karakter heeft gegeven aan de eischen van het Katholicisme in ons land met zijn gemengde bevolking, waar de Katholieken voet Voor voet de belijdenis van hun gelooi' en hun staat kundige rechten moesten veroveren, de leuze Dien et mon droit. Nu mocht wel overal aldus „de Maasbode" waar voorstanders wor den aangetroffen van de confessioncele school, de vaderlandsche driekleur uit gehangen worden. Thans is ook het laatste bolwerk van de „neutrale" school gevallen, de laat ste slagboom voor de finale gelijkstel ling opgeruimd. In vrije concurrentie staan voortaan beide soorten van on derwijs naast elkander, gelijkelijk be kostigd uit 's -lands kas zoodat de ouders, die voor hun kind godsdienstig onderwijs verlangen niet meer als voor heen daarvoor een extra-belasting heb ben op te brengen en-het bijzonder on derwijs zelve gestaald reeds door de worsteling van zoo lange reeks van ja ren breeder nog dan tol op heden de vleugelen kan uitslaan. Waarnaast als een niet minder ver heugende winste mag worden geboekt de gelukkige wijze, welke geleidelijk intrad in de ideeën, ter overzijde om trent de bijzondere school gehuldigd, een wijziging, die zich vooral het laat ste decennium meer gedicideerd aftee- kende. „Een merkwaardige dag", zegt de Haagsche redacteur van het „Handels blad". Maar een „dies ater" voor de linkerzijde het is met de openbare school gedaan. Natuurlijk niet van heden op morgen. Maar het doodvonnis van de openbare school is geteekend. Ze zal sterven. Niet doordien dit of dat artikel van de wet-de Visser zus of zoo is geredigeerd (als men sommige laat-tot-inzicht-gc- komenen nu hoort ot leest, dan zou men wanen dat het bestaan dier school af hankelijk. is van het amb'uiantisme dei- hoofden of van de mogelijkheid om de leerlingen te differentieeren naar hun sociaal milieu.) Maar wel doordien het oprichten van particuliere neutrale weest „volkomen het tegendeel" van Emmons. Dan moest de gevangene een vale kleur hebben, lange lichte wim pers en zware wenkbrauwen, misschien dun blond haar en een baard want Emmons had een roode kleur, een gladgeschoren gezicht, - geen wenk brauwen en buitengewoon korte zwar te wimpers. Zijn dik bruin haar had ook veel van een pruik en maakte liet gemis aan wenkbrauwen den indruk, dat hij tot diegenen behoorde, die (loot- een gril der natuur hun haar reeds vroeg verliezen. Geen wonder, dat George het be wustzijn had verloren bij liet zien van Troy, dien hij uit den dood verrezen waande Zij durlde nauwelijks twijf»- len aan de waarheid van Emmons' ver haal aan Conal, en zij begreep, dat George niets had geweten van het be staan van Robert Troy. De eenige ver ontschuldiging, die haar gewond hart nu kon maken voor Annira's echtge noot, was, dat hij getracht had het ge stolen geld terug te geven en dat alles zelfs die vreeselijke opoffering van een onschuldig mensch gebeurd was in de hoop Annira te winnen. Als dit de waarheid was, dan was dié erger, veel erger dan zij had verwacht. Als zij die van Troy zelf had vernomen, toen zij elkaar voor 't eerst ontmoetten, zou zij zich dan hebben aangeboden om Conway te beschermen Zij legde zich die vraag voor en durfde ze niet beantwoorden. Maar zij achtte Troy hoog, omdat hij haar zijn bescluildi- scholen nu zoo gemakkelijk en goed koop is gemaakt, doordien een groot deel der ouders afkeerig is geworden van den geest die een allengs grooter deel der openbare onderwijzers is gaan bezielen en doordien vele ouders meer le zeggen willen hebben over de school en het onderwijs dan in het openbare onderwijs, waar hun invloed gelijk nul is en, door de oudercomfflissies, nog slechts zeer gering-zal worden. Het wegruimen, door de financieele gelijkstelling, van elk pecunair beletsel voor het oprichten en in stand houden eener bijzondere school, en het verlan gen van vele ouders naar een ander slag onderwijzers dan de „rooden" en naar zeggingschap over de school ziedaar de redenen waarom het dood vonnis van de openbare school is ge teekend. De schoolstrijd is volgens den schrij ver nog niet uit. Maar zijn felste prik kel is hem nu ontnomen. Buitte Tïrsiitr/a üef redactie- De cuuie wo. <it niet. teruggegeven KLACHTEN UIT TUINSTAD. Vergun mij eenige plaatsruimte in uw blad, bij voorbaat mijn dank. Ik behoor tot eeii van de velen die met woningnood te kampen heeft. Nu is dit op zich zelf geen nieuwtje nteer, daar zoo wat drie kwart van het menschdoni aan deze kwaal lijdende is. Na een jaar gesukkeld te hebben in een veel te klein kamertje met een huisgezin van vijf personen, (volgens de leer der gezondheidscommissie is een mensch gehouden aan zooveel JV1". licht en lucht), kreeg ik het geluk te verdwalen van uit het centrum der stad naar ons fraai gebouwde nieuwe stads gedeelte, namelijk „Tuinstad". Nu wat licht en lucht aangaat, valt niet tc klagen, want dat genieten wij hier gratis volop, ik zou bijna zeggen te veel lucht, en daags te veel licht, doch 's avonds als onze „Matta hari" of te wel de zon, verdwijnt, te wejtiig licht, ten minste als het geen volle maan is, wat natuurlijk geen dertig da gen in de maand liet geval is. Dan is het gewoon treurig tc noemen, zoo duister als het daar op liet nieuwste gedeelte Tuinstad kan zijn, hoewel er toch reeds eenige maanden geleden vijl lantaarnpalen zijn geplaatst, doch daar palen alleen geen licht verspreiden, denk ik dat het de bedoeling is, deze te- benutten als droogstokken of zoo iets. Zou met een beetje goeden wil dei- betreffende autoriteiten (klachten bij de woningbouwvereniging helpt niet) nu niet te verkrijgen zijn, dat er op die lantaarnpalen lichtjes kwamen, voor onze duistere Tuinstad'wegen Zoo noodig wat minder licht op Badhuisstraat cn Boulevard en wat meer daar, waar toch ook een groot procent belastingbetalende!! vronen, en zeker niet van de minste, gezien de voorloopige aanslag enz. Temeer nog licht, omdat zich daar langs den weg een sloot bevindt, half gedempt met -allerlei rommel, welke eerstens een ondrageiijken stank ver spreidt. tweedens het gevaar om daar in te loopen niet denkbeeldig is, en der- dens een bakermat vormt voor aller lei ongedierte en voor de gezondheid dus niet erg bevorderlijk is. De sloot wordt gedempt, wanneer? is onbekend men zegt schuld water staat. Ik weet het niet alleen weet ik dat het stinkt. Dit en nog meerdere on gemakken maken, dat liet wonen op „Tuinstad" voor een bar hooge huur en half gereed zijnde woningen, op risico wat ze doen zullen, een last, inplaats van een gerief wordt. Mogelijk kan dit een vingerwijzing zijn cn er toe bijdragen dat de toch ook belasting betalende ingezetenen' op „Tuinstad" licht en frissche lucht krij gen voor hun geld, of moet het spreek woord bewaarheid worden „als het kalf verdronken is", enz. iemand ging nooit voor de voeten had gewor pen en haar ziel boog zich vol eer bied voor hem in dankbaarheid voor zijn groot offer - het offer eener wraak, welke haar nu rechtvaardig voorkwam. En hij had dat gebracht uit liefde tol haar „Maar ik bemin hem ook riep haar hart. bemin hent en zai hem alles vergoeden, wat hij voor mij heeft ge daan Toen plotseling besefte zij ten volle het gevaar, waarvoor Conal haar was komen waarschuwen. Zoo levendig stond iiaar dat voor den geest, dat zij opsprong. „Wat komt het er nu nog voor ons op aan, dat dit verhaal waar of ver zonnen is?" riep zij uil. „George Con- ay is de echtgenoot van mijn zuster. Het is aan Robert Troy dat wij moeten denken. Conal. Wij beiden hebben ons veel te verwijten, en indien hij werd vermoord, zouden wij het ons zelf nooit kunnen vergeven. O, waarom wees je mij niet eerst op dit gevaar en vertelde mij later die geschiedenis? Doch antwoord mij maar niet Je wist niets van de juweelen in de zwarte Bretonsche kamer, de juweelen welke voor Emmons een dubbele prikkel wa ren. Natuurlijk is liij hier vannacht te ruggekomen om langs den geheimen weg nog een laatste onderzoek in te stellen in die kamer Als hij ze gevon den heeft „Meneer Troy is sterker dan hij", herinnerde Conal het meisje. .misleid door de duisternis is op Tuin stad, enz. enz. In de hoop dat bovenstaande gevolg mag hebben „verbetering en licht", tceken ik mij inet dank voor de op name, L. C. K. die zich in deze gemeente hebben gevestigd of deze hebben verlaten, gedurende de 2e helft der maand Juni. INGEKOMEN: C. 1. Lucieer, schildersknechf, Clijver- straat 10; van Aardenburg. J. C. Bus, opzichter-machinist S. S., Ka naalstraat 96, van Maastricht. A. Mij veld, majoor-torpedist, Verkuijl Quakkelaarstraat 27L, van Amsterdam. J. L. W. Holkers, schoenmaker, Verkuijl Quakkelaarstraat 27L, van Amsterdam. W. C. Tigges, sergeant-kok K.M., Wal- straat 121, van Den Haag. J B. Konings, koffiehuishouder, Bellamy- park 7, van Roosendaal. M. Weigt, bankwerker, Nieuwstraat 57, van Kiel (Duitschland). A. v. d. Weide, korporaal-torpcdist, Kas teelstraat 6, van Helder. M. UI rich, bankwerker. Paul Kruger- straat 5, van Kiel (Duitschland). A. L. E, Custers, boekhouder, Boulevard Evertsen 34, van Hoensbroek. J. H. Kluit, kok, Boulevard Evertsen 4, van Amsterdam. H. v. d. Sluis, zeilmaker K.M., Hobein- stra-at 14, van Hellevoetsluis. E. Kramer, mecanicien, Bellamypark 44, van Jena (Saksen-Weimar) O. K. Trübner, mecanicien, Hobeinstraat 40, van Jena (Saksen-Weimar). J. M. van Rosmalen, kapitein infanterie. Boulevard Evertsen 40, van Venlo. D. Monnier, koperslager, Verkuijl Quak- kelaarstraat 59, van Velsen. J. Schneijderberg, telegrafist S.S., Dijk- straat 125, van Schinnen (L.) A. Koomen, sergeant-machinedrijver, Le- liënlaan 17, van Helder. M. v. d. Molen, technisch ambtenaar R. W., Badhuisstraat 11, van Den Haag. P. Versluijs, zeilmaker, Glacisstraat 148, van Kruiningen. J. Kempe, conducteur, Kasteelstraat 106, van Rotterdam. J. Boone, werkman, Nieuwstraat 45, van Oost- en West-Souburg. J. Daane, werkman, Hobeinstraat 27, van Riiland-Bath. P. I. van Aartsen, electricien, Bouwen Ewoutstraat 23, van Leiden. A. Kuzee, portier „Schelde", Paul Kru- gerstraat 6, van Roosendaal. VERTROKKEN: J. Puijpe, Boschjeslaan 10, naar Rotter dam. P. Corthals, Evertsenstraat 38, naar Rot terdam. J. Boskamp, Kanaalstraat 144, naar Rot terdam. G. K. Segeler, Bankertstraat 2, naar Am sterdam. H. C. Mos, Wagenaarstraat 25, naar Am sterdam. P. Boogaard, Sarasijnstraat 12, naar St. Laurens. P. v. Bedaf, Verkuijl Quakkelaarstraat 145, naar Dordrecht. J. v. Bedaf, Verkuijl Quakkelaarstraat 145, naar Dordrecht. G. v. d. Ende, a/b. Ned. Pam. Ill, naar Utrecht. H. P. v. d. Berge, Evertsenstraat 9, naar Nïeuw-Lekkerland. C. Lodder, Glacisstraat 129, naar Rot terdam. J. v. Graaf eiland, Marinestraat 6, naar Domburg. J, C. M. Schraven, Dijkstraat 16, naar Eij gelshoven. Mej. Fr. Finke, Glacisstraat 161, naar Zandvoort. H. G. Salomé, Coosje Buskenstraat 2, naar Den Haag. P. Kruize, Boschjeslaan 6, naar Ritthem. J. Kooijman, Slijkstraat 6, naar Rotter dam. J. de Rijcke, Lejiënlaan 4,n aar Rotter dam. G. J. Bilderbeek, C'allenfèlsstraat 15, naar Meppel. J. W. Bos, Evertsenstraat 58, naar Schie dam. APOTHEEK GEOPEND. Zondag 4 Juli is de apotheek geopend van den heer S. J. E.NGERING, Hen drikstraat. l IIHl HUI II „O, ja maar Emmons kon zich ver bergen, als hij het eerst in de kamer was Hij kon Robert onverhoeds aan vallen en overweldigen. Laat ons gauw naar de deur van zijn kamer gaan. Maar er is een reden, waarom ik liever heb, dat jij klopt en meneer Troy wekt, als hij in slaap is. Dat kan ik zelf niet doen maar ik moet in dè nabijheid zijn en wachten. Misschien zal ik later noodig zijn." „Was het niet beter, dat ik er alleen heen ging, Lady Daura vroeg Conal aarzelend. Ik heb de klok vier hooren slaan en u zeide „Ik ga met je mee zeide Daura. HOOFDSTUK XXXII. Conal's kloppen klonk luid in de stil te van het siapende huis, maar er kwam geen antwoord van den anderen kant der zware eikenhouten deur. Hij klopte weer, terwijl Daura met een bonzend hart luisterde en riep toen mei een zachte, maar duidelijke stem „Meneer Troy meneer Troy Geen antwoord, en de jonge man keerde zich langzaam om, om het meisje aan te zien in het flauwe sche merlicht. „Hij moet wel vast in slaap zijn", fluisterde Conal. „!k geloof niet, dat hij in slaap is", zeide Daura bedrukt. „Het is nog niet lang geleden sedert hij ons goeden nacht wenschte. Er is iets gebeurd. O, Conal, als er iets in deze kamer voor valt, wordt geen menschelijk wezen beschuldigd." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1920 | | pagina 5