Vliuiiistlt Coral
De Huwelijksdag
BIJVOEGSEL
ZATERDAG 3 JULI. - No. 155.
Gemeentebestuur
Brieven uit de Hofstad
FEUILLETON
Vervolg Binnenland.
INQEZONDËN~STÜKKEN-
Opgave dtp Personen,
VAN DE
VAN
OPENBARE LESSEft.
De Commissie van Toezicht op het
Lager Onderwijs maakt bekend, dat
Openbare Lessen zullen worden ge
houden op de scholen
A (Coosje Buskensfraat) op 6 Juli
1920, ii.in. 2—4 uur
B (Hendrikstraat) op 9 Juli 1920,
n.i',1. 24 uur
C (Bouwen Ewoutstraal) op 12 Juli
1920, n.m. 2—4 uur
D (Groote Markt) op 13 Juli 1920,
n.m. 2—4 uur
E (Wag'enaarstraat): op Itvjuli 1920,
n.m. 21 uur.
F(Joost de Moorstraat) op Juli 1920.
n.m. 7 8 uur (Ouderavond).
De Commissie noódi'gt ouders, voog
den en belangstellenden uit, deze open
bare lessen met hun tegenwoordigheid
te vereeren.
De Commissie voornoemd,
JOS. VAN RAALTE,
Voorzitter.
Dr. A. VAN MAANEN,
Secretaris.
De tram.
Monumenten-zorg
Het is nu weer de tram die het onder
werp van den dag is. Al geruimen tijd
zijn er onderhandelingen tussciien de
directie der maatschappij en het ge
meentebestuur gaande. Ze schieten
echter niet op. Vóór-op staat, dat Jan
Publiek, hoe het gaat, de dupe is van
het geval. Het tarief wordt natuurlijk
verhoogd en de dienst steeds meer ver
slechterd. Het tweede is nog wel zoo
erg als het eerste, maar al sedert een
achttal jaren zijn wij zoo aan verslech
tering gewend, dat wij daaraan mis
schien nog eer wennen, dan aan de ver
dubbeling van het tarief. We zullen on
ze lezers niet onthalen op een jeremiade
over die verslechtering, maar op één
punt, dat daarmede verband houdt,
moeten wij even wijzen. De toestand is
deze, dat de maatschappij concessiona
ris is en dus tracht veel geld te verdie
nen. Indertijd zijn de concessie-voor
waarden vastgesteld, die gebleken zijn
meer leemten dan goede bepalingen te
bevatten. Geheel uit het oog is verloren,
dat in een groote stad een tram een
zeer belangrijke functie heeft te vervul
len, die ten nauwste verband houdt met
het karakter van de stad zelf. De tram
is het onmisbare correctief op de
groote afstanden en met de uitbreiding
van liet bebouwde oppervlak moet de
uitbreiding van het tramnet steeds ge
paard gaan. Dat is in Den Haag heele-
maal niet het geval. Er liggen hier
groote wijken, die geheel en al versto
ken zijn van een verbinding met liet
'•entrum en er zijn hier trams die doel
loos rijden.
Op één merkwaardig geval mogen
wij eens wijzen. In een der Amsterdam-
he bladen kwam dezer dagen een in
terview voor met den directeur van de
Amsterdamsche Tram, die naar Ameri
ka is geweest, om daar de nieuwe tram-
systemen te bestudeeren. Wat in dat
interview te lezen staat hebben wij in
onze brieven uit de Hofstad eenige ja
ren geleden al verteld. In één der ge-
illustreerde Amerikaansche bladen la
zen wij toen een zeer uitvoerige bc-
(Naar het Engelsch)
Door M. HELLEMA,
74)
„Emmons liet het tegenover mij
voorkomen, dat hij al die bijzonderhe
den omtrent meneer Troy en den ge
vangene had vernomen van de knappe
jonge vrouw van dep portier, die me
neer Troy had opgezocht en wie hij
geld had gegeven en beloofd, den man
te straffen, die hem tot ondergang had
gebracht. Emmons -maakte mij ook
wijs, dat hij als particulier detective
zeil nasporingen had gedaan, en op
het 1 poor van dingen was gekomen,
die hem Overtuigd deden zijn, dat
meneer Conway en niet meneer Troy
de schuldige was. Hij zeide, dat hij op
Skye was gekomen om Conway gade
te slaan dat hij Robert Troy was ge
volgd, die Conway's verblijfplaats had
vernomen uit de couranten en een auto
had gekocht, om hem na te zetten, als
het tc laat mocht zijn hem hier aan te
treffen. Maar hij was verbaasd meneer
Troy op het kasteel te vipden als gast
van Lord Gorme en op vriendschappe-
lijken voet met de geheele familie. Hij
meende, veronderstel ik, dat Troy zoh
trachten een onderhoud met meneer
Conway te hebben, en dat wilde hij
i lij i
schrijving van de nieuwe modellen, van
de tram-zonder-conducteur bijvoor
beeld en thans komt men ons daarvan
als het nieuwste snufje dit vermelden 1
Natuurlijk duurt het nog eenige jaren
vóór men er hier iets van navolgt, in
dien men er al aan denken mocht om
hier in praktijk te brengen wat ginds
reeds jaren beslaat, in 1913 reed in
Saii-Francisco reeds een tram zonder
conducteur. In 1920 gaat de Amster
damsche directeur eenskijken. Zijn
wij de Chineezen van het Westen of zijn
wij het niet En men kan er van op aan,
dat een dergelijk stelsel wel nooit hier
ingevoerd za] worden.
Een tramstaking dreigt in Den Haag;
echter valt nog wel te verwachten dat
het zóóver niet komt. Die directie moet
mores geleerd worden en van twee zij
den wordt thans een ultimatum gesteld.
Alleen op die wijze is. iets te verkrijgen
van (Jeze op winstbejag beluste directie.
Door den gemeenteraad is vastgesteld
een verordening, die beoogt monumen
ten en stadsschoon in stand te houden.
De Rijksregeering is in dit opzicht al
voorgegaan en de gemeente volgt. De
gedachte, die aan een dergelijke ver
ordening, die den naam draagt van
monumenten-zorg, ten grondslag ligt,
juicht iedereen toe. Het is alleen jam
mer, dat in de praktijk weinig van de
toepassing vait te wachten. De hoogste
boete, die in een dergelijke verordening
gesteld mag worden, is vijf en twintig
gulden, een bedrag, dat veel le gering
is om afschrikkend te werken bii een
snood plan om iets, dat waarde heeft,
te doen verdwijnen of te verkoopen.
Bovendien zal het wel eens moeilijk zijn
om uit te maken of iets een monument
is of niet. Is de gevangenpoort een mo
nument? Van Neerland's schande, mee-
nen velen. Maar is liet uit kunst-oog-
punt gewenscht, die oude cavalje te be
houden We hebben de eer daaraan
te twijfelen.
Op het oogenblik' maakt men zich
druk over het huis, waarin Jan de Witt
eenmaal woonde. De Amerikaansche le
gatie was er in gehuisvest en thans
staat het huis te koop. Stemmen gaan er
op, om het door het Rijk te laten aan-
koopen als bureau van den Raad van
State. Uiterlijk heeft liet pand geen mo-
numentale waarde. Moet men het nu
alleen houden, omdat Jan de Wilt Bi
jwoonde Ook van binnen moei er van
het oude niet veel over zijn. Voor een
dergelijke zorg valt niet veel te zeggen.
Bij liet behouden van oude stukken uit
de geschiedenis moet met verstand te
werk gegaan worden. In liet gemeente
museum werd vroeger o.a. bewaard een
vingerkootje van Jan de Witt. Dat is
een belachelijk soort verzamelwoede.
Wat oud en historisch van beteekenis is
moet ook „au und für sich" waarde
hebben. De winterjas van Jan de Witt
heeft evenmin historische waarde als
zijn vingerkootje. Rcliquien en curiosa
zijn niet altijd monumenten Door de
verwarring van deze is het kwaad ge
sticht, dat velen zich afkeerig toonen
van de monumenten-zorg, gelijk de
Haagsche Raad die thans bedoelt le
flemen.
Monumenten-zorg zou .ook kunnen
beteekenen, dat men er voor wil zor
gen, dat er monumenten tot stand ko
men en dat de monumenten van lee-
lijkheid van het tooneel verdwijnen. In
dien men zich tot dit laatste bepaalde
was er al heel wat te doen. Wel hebben
we hier in Den Haag een schoonheids
commissie, maar of we daarmede veel
(verder komen op het pad der kunst, valt
te betwijfelen. Die bemoeit zich veel te
veel met onbeduidende dingen. Het
mocht op haar weg liggen om het ge
meentebestuur eens te wijzen op veel
leelijks, dat verdwijnen moest.
Het valt bijv. te betwijfelen of de
licht-recjames, die spoedig aan de pa
len van het electrisch licht worden aan
gebracht, wel bevorderlijk zijn voor het
stadsschoon. De reclame is overal de
ontsiering geworden en liet is te betreu-
zien af te luisteren. Misschien zou het
hem niet hebben gespeten, als hij Troy
wraak had zien nemen; want hij scheen
niet van meneer Conway te houden. In
elk geval was het een groote teleur
stelling voor Emmons, meneer Conway
vanavond le zien vertrekken en
Lady Annira met hem,
„Toen ik goed over alles had nage
dacht, ging ik weer naar Emmon's ka
mer, om mij le overtuigen, dat hij naar
bed was gegaan, zooals hij zeide te
willen doen. eer hij den volgenden
morgen Skye verliet. Maar hij was
daar niet en was er ook niet geweest,
zooals ik u zeide. Toen kwam de ge
dachte bij mij op, dat als hij Morton
de portier was, die uit de gevangenis
was ontsnapt (misschien geholpen door
meneer Troy's gift aan zijn'vrouw) en
zich had vermomd, hij hier misschien
wel was gekomen om te beproeven
zich zelf te wreken. Maar natuurlijk
kan dat geheele verhaal wel gelogen
zijn en ik moet verschooning vra
gen, Lady Daura, dat ik ti die beschul
diging tegen meneer Conway heb over
gebracht. ik wilde ze hebben overge;
slagen, als u er niet zoo op had aan
gedrongen."
Daura zweeg een oogenblik. Zij
hoorde weer George's woorden over
dien „anderen man", tviens haat hij
vreesde, den man wiens voorkomen
zoo geheel verschilde van haar be
schrijving van den gewaanden deiecti-
've. Voor hare oogen verrees het beeld
van Morton, zooais hij nioest zijn ge
ren, dat wij nu weer verveeld zullen
worden door allerlei brutale letters, die
zelfs in het nachtelijk duister ons zul
len aankijken.
Het ware gewenscht, dat er een al-
gemeene actie kwam tegen straat-re
clame in eiken vorm. De pers is een
alleszins, voldoende middel voor recla
me en liet is onnoodig de menscliheid
met reclame te hinderen. We willen
ook wel eens een plekje, waar wij vrij
zijn van deze ongenoode agenten en
acquisiteurs. EIBER.
De aanneming der Lager Onderwijswet
Uit de diepten des harten van liet
katholieke Nederland, aldus schrijft
„de Tijd", moge Te Deum laiidanuis
naar deïl hemel klinken als een dui
zendvoudig dankbaarheidsgebed van
Gods jubitecrend volk, nu liet op een
der belangrijkste tijdstippen in de ge
schiedenis van zijn emancipatie den
schoolstrijd heeft afgesloten.
Het blad herdenkt de mannen, die
deze overwinning hebben bevochten.
Bezitten de christelijke partijen hun
dr. Kuyper en jhr. mr. De Savornin
Lobman, wij roemen op dr. Schaepman,
door den minister in één adem ge
noemd, toen hij aan de voorgangers in
den grooten strijd hulde bracht.
De schoolstrijd, hoe duur ook be
taald, heeft het voordeel gehad den
kathoilieken den vuurdoop in het open
bare leven te doen ondergaan en de
christelijke partijen te hoop te drijven.
De nieuwe onderwijsstrijd zal thans
voor ons zijn, de bijzondere school tot
de beste van het land te maken in de
vrije concurrentie niet de openbare.
Maar de strijd voor de christelijke
staatkunde gaat onverpoosd voort,
volgens de leuze, waarmee wijlen mgr.
Smits het karakter heeft gegeven aan
de eischen van het Katholicisme in ons
land met zijn gemengde bevolking,
waar de Katholieken voet Voor voet de
belijdenis van hun gelooi' en hun staat
kundige rechten moesten veroveren, de
leuze Dien et mon droit.
Nu mocht wel overal aldus „de
Maasbode" waar voorstanders wor
den aangetroffen van de confessioncele
school, de vaderlandsche driekleur uit
gehangen worden.
Thans is ook het laatste bolwerk van
de „neutrale" school gevallen, de laat
ste slagboom voor de finale gelijkstel
ling opgeruimd. In vrije concurrentie
staan voortaan beide soorten van on
derwijs naast elkander, gelijkelijk be
kostigd uit 's -lands kas zoodat de
ouders, die voor hun kind godsdienstig
onderwijs verlangen niet meer als voor
heen daarvoor een extra-belasting heb
ben op te brengen en-het bijzonder on
derwijs zelve gestaald reeds door de
worsteling van zoo lange reeks van ja
ren breeder nog dan tol op heden
de vleugelen kan uitslaan.
Waarnaast als een niet minder ver
heugende winste mag worden geboekt
de gelukkige wijze, welke geleidelijk
intrad in de ideeën, ter overzijde om
trent de bijzondere school gehuldigd,
een wijziging, die zich vooral het laat
ste decennium meer gedicideerd aftee-
kende.
„Een merkwaardige dag", zegt de
Haagsche redacteur van het „Handels
blad". Maar een „dies ater" voor de
linkerzijde het is met de openbare
school gedaan.
Natuurlijk niet van heden op morgen.
Maar het doodvonnis van de openbare
school is geteekend. Ze zal sterven.
Niet doordien dit of dat artikel van de
wet-de Visser zus of zoo is geredigeerd
(als men sommige laat-tot-inzicht-gc-
komenen nu hoort ot leest, dan zou men
wanen dat het bestaan dier school af
hankelijk. is van het amb'uiantisme dei-
hoofden of van de mogelijkheid om de
leerlingen te differentieeren naar hun
sociaal milieu.) Maar wel doordien het
oprichten van particuliere neutrale
weest „volkomen het tegendeel" van
Emmons. Dan moest de gevangene een
vale kleur hebben, lange lichte wim
pers en zware wenkbrauwen, misschien
dun blond haar en een baard want
Emmons had een roode kleur, een
gladgeschoren gezicht, - geen wenk
brauwen en buitengewoon korte zwar
te wimpers. Zijn dik bruin haar had
ook veel van een pruik en maakte liet
gemis aan wenkbrauwen den indruk,
dat hij tot diegenen behoorde, die (loot-
een gril der natuur hun haar reeds
vroeg verliezen.
Geen wonder, dat George het be
wustzijn had verloren bij liet zien van
Troy, dien hij uit den dood verrezen
waande Zij durlde nauwelijks twijf»-
len aan de waarheid van Emmons' ver
haal aan Conal, en zij begreep, dat
George niets had geweten van het be
staan van Robert Troy. De eenige ver
ontschuldiging, die haar gewond hart
nu kon maken voor Annira's echtge
noot, was, dat hij getracht had het ge
stolen geld terug te geven en dat alles
zelfs die vreeselijke opoffering van
een onschuldig mensch gebeurd was
in de hoop Annira te winnen. Als dit
de waarheid was, dan was dié erger,
veel erger dan zij had verwacht. Als
zij die van Troy zelf had vernomen,
toen zij elkaar voor 't eerst ontmoetten,
zou zij zich dan hebben aangeboden
om Conway te beschermen Zij legde
zich die vraag voor en durfde ze niet
beantwoorden. Maar zij achtte Troy
hoog, omdat hij haar zijn bescluildi-
scholen nu zoo gemakkelijk en goed
koop is gemaakt, doordien een groot
deel der ouders afkeerig is geworden
van den geest die een allengs grooter
deel der openbare onderwijzers is gaan
bezielen en doordien vele ouders meer
le zeggen willen hebben over de school
en het onderwijs dan in het openbare
onderwijs, waar hun invloed gelijk nul
is en, door de oudercomfflissies, nog
slechts zeer gering-zal worden.
Het wegruimen, door de financieele
gelijkstelling, van elk pecunair beletsel
voor het oprichten en in stand houden
eener bijzondere school, en het verlan
gen van vele ouders naar een ander
slag onderwijzers dan de „rooden" en
naar zeggingschap over de school
ziedaar de redenen waarom het dood
vonnis van de openbare school is ge
teekend.
De schoolstrijd is volgens den schrij
ver nog niet uit. Maar zijn felste prik
kel is hem nu ontnomen.
Buitte Tïrsiitr/a üef redactie-
De cuuie wo. <it niet. teruggegeven
KLACHTEN UIT TUINSTAD.
Vergun mij eenige plaatsruimte in
uw blad, bij voorbaat mijn dank.
Ik behoor tot eeii van de velen die
met woningnood te kampen heeft. Nu
is dit op zich zelf geen nieuwtje nteer,
daar zoo wat drie kwart van het
menschdoni aan deze kwaal lijdende is.
Na een jaar gesukkeld te hebben
in een veel te klein kamertje met een
huisgezin van vijf personen, (volgens
de leer der gezondheidscommissie is
een mensch gehouden aan zooveel JV1".
licht en lucht), kreeg ik het geluk te
verdwalen van uit het centrum der stad
naar ons fraai gebouwde nieuwe stads
gedeelte, namelijk „Tuinstad".
Nu wat licht en lucht aangaat, valt
niet tc klagen, want dat genieten wij
hier gratis volop, ik zou bijna zeggen
te veel lucht, en daags te veel licht,
doch 's avonds als onze „Matta hari"
of te wel de zon, verdwijnt, te wejtiig
licht, ten minste als het geen volle
maan is, wat natuurlijk geen dertig da
gen in de maand liet geval is. Dan is
het gewoon treurig tc noemen, zoo
duister als het daar op liet nieuwste
gedeelte Tuinstad kan zijn, hoewel er
toch reeds eenige maanden geleden vijl
lantaarnpalen zijn geplaatst, doch daar
palen alleen geen licht verspreiden,
denk ik dat het de bedoeling is, deze
te- benutten als droogstokken of zoo
iets. Zou met een beetje goeden wil dei-
betreffende autoriteiten (klachten bij
de woningbouwvereniging helpt niet)
nu niet te verkrijgen zijn, dat er op die
lantaarnpalen lichtjes kwamen, voor
onze duistere Tuinstad'wegen
Zoo noodig wat minder licht op
Badhuisstraat cn Boulevard en wat
meer daar, waar toch ook een groot
procent belastingbetalende!! vronen, en
zeker niet van de minste, gezien de
voorloopige aanslag enz.
Temeer nog licht, omdat zich daar
langs den weg een sloot bevindt, half
gedempt met -allerlei rommel, welke
eerstens een ondrageiijken stank ver
spreidt. tweedens het gevaar om daar
in te loopen niet denkbeeldig is, en der-
dens een bakermat vormt voor aller
lei ongedierte en voor de gezondheid
dus niet erg bevorderlijk is.
De sloot wordt gedempt, wanneer?
is onbekend men zegt schuld water
staat. Ik weet het niet alleen weet ik
dat het stinkt. Dit en nog meerdere on
gemakken maken, dat liet wonen op
„Tuinstad" voor een bar hooge huur en
half gereed zijnde woningen, op risico
wat ze doen zullen, een last, inplaats
van een gerief wordt.
Mogelijk kan dit een vingerwijzing
zijn cn er toe bijdragen dat de toch ook
belasting betalende ingezetenen' op
„Tuinstad" licht en frissche lucht krij
gen voor hun geld, of moet het spreek
woord bewaarheid worden „als het
kalf verdronken is", enz. iemand
ging nooit voor de voeten had gewor
pen en haar ziel boog zich vol eer
bied voor hem in dankbaarheid voor
zijn groot offer - het offer eener
wraak, welke haar nu rechtvaardig
voorkwam. En hij had dat gebracht uit
liefde tol haar
„Maar ik bemin hem ook riep haar
hart. bemin hent en zai hem alles
vergoeden, wat hij voor mij heeft ge
daan
Toen plotseling besefte zij ten volle
het gevaar, waarvoor Conal haar was
komen waarschuwen. Zoo levendig
stond iiaar dat voor den geest, dat zij
opsprong.
„Wat komt het er nu nog voor ons
op aan, dat dit verhaal waar of ver
zonnen is?" riep zij uil. „George Con-
ay is de echtgenoot van mijn zuster.
Het is aan Robert Troy dat wij moeten
denken. Conal. Wij beiden hebben ons
veel te verwijten, en indien hij werd
vermoord, zouden wij het ons zelf
nooit kunnen vergeven. O, waarom
wees je mij niet eerst op dit gevaar en
vertelde mij later die geschiedenis?
Doch antwoord mij maar niet Je
wist niets van de juweelen in de zwarte
Bretonsche kamer, de juweelen welke
voor Emmons een dubbele prikkel wa
ren. Natuurlijk is liij hier vannacht te
ruggekomen om langs den geheimen
weg nog een laatste onderzoek in te
stellen in die kamer Als hij ze gevon
den heeft
„Meneer Troy is sterker dan hij",
herinnerde Conal het meisje.
.misleid door de duisternis is op Tuin
stad, enz. enz.
In de hoop dat bovenstaande gevolg
mag hebben „verbetering en licht",
tceken ik mij inet dank voor de op
name, L. C. K.
die zich in deze gemeente hebben gevestigd
of deze hebben verlaten, gedurende de
2e helft der maand Juni.
INGEKOMEN:
C. 1. Lucieer, schildersknechf, Clijver-
straat 10; van Aardenburg.
J. C. Bus, opzichter-machinist S. S., Ka
naalstraat 96, van Maastricht.
A. Mij veld, majoor-torpedist, Verkuijl
Quakkelaarstraat 27L, van Amsterdam.
J. L. W. Holkers, schoenmaker, Verkuijl
Quakkelaarstraat 27L, van Amsterdam.
W. C. Tigges, sergeant-kok K.M., Wal-
straat 121, van Den Haag.
J B. Konings, koffiehuishouder, Bellamy-
park 7, van Roosendaal.
M. Weigt, bankwerker, Nieuwstraat 57,
van Kiel (Duitschland).
A. v. d. Weide, korporaal-torpcdist, Kas
teelstraat 6, van Helder.
M. UI rich, bankwerker. Paul Kruger-
straat 5, van Kiel (Duitschland).
A. L. E, Custers, boekhouder, Boulevard
Evertsen 34, van Hoensbroek.
J. H. Kluit, kok, Boulevard Evertsen 4,
van Amsterdam.
H. v. d. Sluis, zeilmaker K.M., Hobein-
stra-at 14, van Hellevoetsluis.
E. Kramer, mecanicien, Bellamypark 44,
van Jena (Saksen-Weimar)
O. K. Trübner, mecanicien, Hobeinstraat
40, van Jena (Saksen-Weimar).
J. M. van Rosmalen, kapitein infanterie.
Boulevard Evertsen 40, van Venlo.
D. Monnier, koperslager, Verkuijl Quak-
kelaarstraat 59, van Velsen.
J. Schneijderberg, telegrafist S.S., Dijk-
straat 125, van Schinnen (L.)
A. Koomen, sergeant-machinedrijver, Le-
liënlaan 17, van Helder.
M. v. d. Molen, technisch ambtenaar R.
W., Badhuisstraat 11, van Den Haag.
P. Versluijs, zeilmaker, Glacisstraat 148,
van Kruiningen.
J. Kempe, conducteur, Kasteelstraat 106,
van Rotterdam.
J. Boone, werkman, Nieuwstraat 45, van
Oost- en West-Souburg.
J. Daane, werkman, Hobeinstraat 27, van
Riiland-Bath.
P. I. van Aartsen, electricien, Bouwen
Ewoutstraat 23, van Leiden.
A. Kuzee, portier „Schelde", Paul Kru-
gerstraat 6, van Roosendaal.
VERTROKKEN:
J. Puijpe, Boschjeslaan 10, naar Rotter
dam.
P. Corthals, Evertsenstraat 38, naar Rot
terdam.
J. Boskamp, Kanaalstraat 144, naar Rot
terdam.
G. K. Segeler, Bankertstraat 2, naar Am
sterdam.
H. C. Mos, Wagenaarstraat 25, naar Am
sterdam.
P. Boogaard, Sarasijnstraat 12, naar St.
Laurens.
P. v. Bedaf, Verkuijl Quakkelaarstraat
145, naar Dordrecht.
J. v. Bedaf, Verkuijl Quakkelaarstraat
145, naar Dordrecht.
G. v. d. Ende, a/b. Ned. Pam. Ill, naar
Utrecht.
H. P. v. d. Berge, Evertsenstraat 9, naar
Nïeuw-Lekkerland.
C. Lodder, Glacisstraat 129, naar Rot
terdam.
J. v. Graaf eiland, Marinestraat 6, naar
Domburg.
J, C. M. Schraven, Dijkstraat 16, naar
Eij gelshoven.
Mej. Fr. Finke, Glacisstraat 161, naar
Zandvoort.
H. G. Salomé, Coosje Buskenstraat 2,
naar Den Haag.
P. Kruize, Boschjeslaan 6, naar Ritthem.
J. Kooijman, Slijkstraat 6, naar Rotter
dam.
J. de Rijcke, Lejiënlaan 4,n aar Rotter
dam.
G. J. Bilderbeek, C'allenfèlsstraat 15,
naar Meppel.
J. W. Bos, Evertsenstraat 58, naar Schie
dam.
APOTHEEK GEOPEND.
Zondag 4 Juli is de apotheek geopend
van den heer S. J. E.NGERING, Hen
drikstraat.
l IIHl HUI II
„O, ja maar Emmons kon zich ver
bergen, als hij het eerst in de kamer
was Hij kon Robert onverhoeds aan
vallen en overweldigen. Laat ons gauw
naar de deur van zijn kamer gaan.
Maar er is een reden, waarom ik liever
heb, dat jij klopt en meneer Troy wekt,
als hij in slaap is. Dat kan ik zelf niet
doen maar ik moet in dè nabijheid
zijn en wachten. Misschien zal ik later
noodig zijn."
„Was het niet beter, dat ik er alleen
heen ging, Lady Daura vroeg Conal
aarzelend. Ik heb de klok vier hooren
slaan en u zeide
„Ik ga met je mee zeide Daura.
HOOFDSTUK XXXII.
Conal's kloppen klonk luid in de stil
te van het siapende huis, maar er kwam
geen antwoord van den anderen kant
der zware eikenhouten deur. Hij klopte
weer, terwijl Daura met een bonzend
hart luisterde en riep toen mei een
zachte, maar duidelijke stem „Meneer
Troy meneer Troy
Geen antwoord, en de jonge man
keerde zich langzaam om, om het
meisje aan te zien in het flauwe sche
merlicht. „Hij moet wel vast in slaap
zijn", fluisterde Conal.
„!k geloof niet, dat hij in slaap is",
zeide Daura bedrukt. „Het is nog niet
lang geleden sedert hij ons goeden
nacht wenschte. Er is iets gebeurd. O,
Conal, als er iets in deze kamer voor
valt, wordt geen menschelijk wezen
beschuldigd." (Wordt vervolgd.)