ZATERDAG 26 JUNI. Carnegie's Stichting. I^O. 149 §930 VL1SSINGSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJSVoor VUssingen en öe gemeenten op Walcheren 2.00 per drie maanden. Franco door het geheele rijk ƒ2.50. Voor België f 3.50 Voor overige landen der Post-'Ur.ie 4.50. Afzonderlijke nummers 5 ent iltjjüsfirma f. ïil 1! fffOf k, Mm Sié li, üissiap, léta iniers, iO ADVERTENTIEPRIJSVan J—4 regels 1.00; voor iedere regel meer 24 ei. Familieberichten van 1—6 regels ƒ1.55. Bij abonnement speciale prijs Reclames 4S et. per regel. - Dienstaanbiedingen en -aanvragen 12 ct. per regel jfgjstfcijnt Épüils, gifeueM op Zondig m stpmeen srbndi Ohristeüjks Isestfef- De abonné's, in 't bezit eener 4 tf| g% gulden bij levei» polis, zijn GRATIS verze- 11111 lange ongeschikt- kerdifigen ongelukken voor: IV held tot werken Deze nitkeeringen. worden verdubbeld indien gulden bij Jood gulden bö verlies S ff jf* gulden bij verlies H#| gulden bij verlies ft. ff gulden bij verlies ill door «i üi van een hand, iTil van I g 111 - vaneen van eiken SJ een ongeluk voet of oog lUv een duim 1.1,511 wijsvinger feiCF anderen vinger de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trein, boot of tram. Bij daza Courant hehoari een Bijvosgsel. VERHOOGING ABONNEMENTS- EN ADVERTENTIEPRIJZEN. Bet mag als algemeen bekend wor den verondersteld, dat de papierprijzen den laatstee tijd kolossaal naar boven ziin gegaan. Waar vóór den oorlog het couran tenpapier 13 a 15 cent per K.G. kostte, bedraagt de prijs daarvan thans ruim het vijfvoudige en is deze 50 procent- liooger dan de hoogst betaalde oor- Sogspriis, en nog is de grens van de stijging niet bereikt. De Nederlandsche Dagbladpers heeft daarom moeten besluiten de abotmements- en advertentieprijzen vanaf 1 Juli weder eenigszins te ver- hoogen. Wij zullen vanaf dien datum den abonnementsprijs brengen op 2.20 per kwartaal of 17 cent per week. De advertentieprijs wordt verhoogd van 24 op 26 cent per regel, terwijl de contracten voor advertentiën bij abonnement met 10 procent worden verhoogd. Deze verschillende verhoogingen zullen de steeds toenemende exploita tiekosten nog niet dekken er, wij ver trouwen dan ook dat de biilüjkheid dezer verhoogingen za! worden inge zien. DE UITGEVERS" i ONDS VOOR HET GEMEENTE ZIEKENHUIS. Ontvangen b ij dragen: Vorige opgave 19643.37 Opbrengst verkoop bloemen •door het Dames-Comité bij het diner der Ver. Vreem delingenverkeer f 68.53b Netto ontvangst verkoop pro gramma's „Ons Genoegen" 10.47W Totaal ƒ19722.48 Gemeentebestuur Kennisgeving. Burg. en Weth. van Vlissingen, gezien de artikelen 6 en 7 der Hinderwet, geven bij deze kennis, dat bij hen is ingekomen een verzoek van J. K. RIBBENS, directeur van de N.V. voorheen J. K. Ribbens Zoon alhier, om vergunning tot net oprichten van eene verfmalerij, waarin zal worden geplaatst een electro motor van 8 P.K. in het perceel kadastraal bekend gemeente Vlissingen, Sectie E no.. 1095, gelegen aan het Beliamypark No. 32 en uitkomende aan de achterzijde van de Schuitvlotstraav dat dit verzogk met de bijlagen, te be ginnen met Maandag den 28 Juni 1920 op de Gemeente-Secretarie ter visie zal ge legd worden en dat den veertienden dag na dien, zijnde den 12en Juli 1920 ten Raad- huize, des namiddags ten 3 ure, gelegen heid zal gegeven worden om bezwaren te gen het oprichten dier inrichting in te bren gen, zullende zij die niet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet voor het gemeente bestuur of een of meer zijner leden zijn verschenen, teneinde hujine bezwaren mondeling toe te lichten, niet tot beroep gerechtigd zijn, terwijl gedurende drie da gen vóór dat tijdstip, ter Gemeente-Secre tarie van de ter zake ingekomen schrifturen kennis kan genomen worden. Vlissingen, den 26 Juni 1920. Burg. en Weth. voornoemd, H. J. TICHELMAN, L.B. De Secretaris, M VAN DER BEKE CALLENFELS, L.S. Sedert kort is in het Haagsche Vre despaleis nieuw leven gekomen, althans de sedert lange jaren doodsche stilte der vergaderzalen is eenigermate ver broken geraakt. Er is daar, na zoo lan gen tijd, weder eens een commisie op het gebied van het nog gansch en al braak liggend terrein van den wereld vrede een onderdak komen vragen, in het wijdsch en grootsch, maar ach zoo onpractisch gebleken gebouw van Car negie's millioenen. Wij hebben ons nooit ontveinsd maar heel sceptisch tegenover dat paleis van den algemeenen vrede, gelijk de zin der eigenlijke benaming te kennen geeft, te staan. Nimmer hebben we veel kunnen gevoelen voor de stichting van een in stituut, dat niet uit en door den krach- tigen wil der naties daar stond, maar meer het product was van meer of min der goedwillige en meer of minder op eigen reclame beluste grooten dezer aarde. Tot de eerstdfi behoorde onge twijfeld de, door zulk een tragisch ein de aan zijn aardscli bestaan gekomen, eertijds' uiterlijk oppermachtige, maar innerlijk zoo droef-zwakke keizer aller Russen. Zoo weinig was deze man de aangewezene op de plaats waar hgt toeval der geboorte en geenszins eigen verdiensten en prestaties hem gebracht hadden, dat, ofschoon nog maar enkele jaren van het schouwtooneel der wereld verdwenen, eigenlijk geen spoor meer in de wereldhistorie van zijn heerschers- loopbaan valt aan te wijzen. En met zijn daden is ook dc man reeds feitelijk gansch vergeten. Wel nimmer heeft het grootboek der wereldgeschiedenis zoo spoedig en zoo volkomen zijn bladen aan de vergetelheid zien prijsgeven. En ziet, het is alsof die vergetelheid ook met haar zelfden wiekslag de schepping waaraan 's mans naam 'dan toch in niet geringe mate verbonden, was, met het zelfde lot wil dreigen. Want geenszins, gelijk de rechtmatige verwachting mocht luiden, is zelfs niet in dat Vre despaleis de zetel gevestigd geworden van den Volkenbond, een instituut, dat zich toch in zooveel opzicht aansluit bij het beginsel, van waaruit ook Ruslands laatste heerscher zijn goed bedoeld ini tiatief, waarop echter zulk een zwakke uitvoering volgde, oorsprong nam. Ook de drager van den anderen naam, van de mannen die aar, de stich ting van dat paleis des vredes in de eerste rijen aandeel namen, heeft niet zooveel kracht kunnen bijzetten aan ziin daad, dat deze er door tot wereldluister kon geraken. Ons land en vooral de residentie mag de verplichting der er kentelijkheid niet uit het oog verliezen, die men verschuldigd is aan dengene, die met zijn middelen de materieeie zijde van het vredesvraagstuk heeft helpen verlichten. Doch deze erkenning sluit niet en behoeft niet uit te sluiten, de juistheid van het feit, dat het niet één man, maar ontelbaar velen in alle landen hadden behooren te zijn,, die door desnoods zeer geringe maar van eensgezindheid en gemeenschappelijk besef getuigende geldelijke bijdragen, den bouw hadden moeten mogelijk ma ken van ëen stichting die haar waarde slechts aan het universeel karakter der gevers kon ontleenen. En ook deze fout bij de geboorte begaan, wreekt zich maar al te zeer in een futloos en arni- bloedig voortleven eener stichting, van waaruit toch zulk een groote kracht en heerlijkheid had moeten en waar een wil is, is ook een weg had kunnen uitgaan. Helaas tot niet veel meer dan een half spotachtig, half medelijdend glimlachen over haar bestaan en toe komst heeft de stichting, die aan het initiatief van den een, en aan de goea- geefschheid van den ander haar feitelijk aanzien te danken heeft, het ver mogen te brengen. Het is niet eens.de zetel van den Vol kenbond die daarginds gevestigd is ook heeft zelfs er geen vredesconferen tie plaats, maar is het een Volken bondscommissie, die er thans haar ten ten heeft opgeslagen, welke commissie is benoemd, om er het ontwerp voor de instelling van een Permanent Hof van Internationale Justitie voor te bereiden. Nu kunnen wij, ook niet met den bes ten wil bezield, erg warm loopen en gegronde verwachtingen koesteren no pens de resultaten dier voorbereidende werkzaamheden. Er-was en is zulk een ontzaggelijke hoeveelheid in bijeen komst en vergadering voorbereid ge weest, zoogenaamd tot heil en bevredi ging der volken, en het resultaat dier voorbereidingen hebben we maar al te duidelijk in de ontbranding dier onver getelijk smartelijke wereldcatestrofe. ge zien en gevoeld, een ineenstorting van al die met veel zorg en omzichtigheid voorbereide goede voornemens, zoo volkomen en aiomvattend, dat de we reld in een onafzienbare reeks van ja ren dat onheil niet te boven komen kan. Indien wij dus omtrent het resultaat dezer allernieuwste voorbereiding wat sceptisch ons verhouden, dan ligt dit waarlijk niet aan onzen wensch nog altijd het beste te blijven hopen, maar inderdaad aan de meest bittere erva ringen daaromtrent in den loop dei- laatste jaren opgedaan. Bovendien, daar zijn twee uitkomsten slechts mo gelijk. Het këiinelijk resultaat der com missoriale werkzaamheden kan eenvou dig nihil zijn. En dan is de zaak al aan stonds doodgcloopen. Maar het kan nek wezen dat 'de Volkenbnndsraad het een en ander uit de conclusies over neemt. Doch ook dan zou de totstand koming van-zulk een Permanent Hof van tusschenstaatsche berechting nog heel weinig afdoend resultaat kunnen hebben, om de zeer eenvoudige reden, dat dit gerechtshof geenszins de hoog ste internationale rechter zal zijn, doch slechts als arbiter optreden kan. En dan nog alleen uiteraard, wanneer bei de partijen het over zulk een scheids- rechterschap van tevoren eens gewor den zullen zijn. Daarbij kontt dan nog deze a! evenmin te verwaarioozen fac tor, dat de grootmachtigen der aarde van een overwegende plaats in de be stiering en berechting der internationale verhoudingen niets willen weten. Zoodat, voorloopig althans, het wek ken uit den diepen slaap van Carnegie's stichting ons helaas nog niet de over tuiging heeft kunnen bijbrengen, dat met het „paleis" ook de schoone vree ontwaakt is, naar wier weldoende en langverbeide komst heel de wereld der waarachtige vredesvrienden -reikhal zend uitstaart. (fi M ERQVERZIC HT, TWEEDE KAMER. Vergadtfnïg vtm -Vi-ijctag. Een grappig incidentje opende deze vergadering. Op de agenda stond als laatste nummer het wetsontwerp inzake de gemeente-financiën. Het bekende ontwerp, dat weer eens gewijzigd is. De heer Dresselhuijs stelde voor, dit ontwerp van de agenda af te voeren, oindat het niet afgeraffeld mag worden. De Kamer ging stemmen de heer Schaper stemde vóór, doch merkte even later op dat hij zich vergist had en tegen had willen stemmen. De stem werd veranderd. Het voorste! werd verworpen met 33 tegen 32 stemmen. Nu verzette de heer van Beresteijn zich tegen het wijzigen van die stem van den heer Schaper. Het werd een verwarde discussie totdat de Kamer ten slotte met 39 tegen 25 stemmen uitsprak dat de stem moest gerekend worden ais vóór, zoodat hei voorstel-Dresselhuijs was aangenomen. De Kanier gaat nu Vrijdag a.s. naar huis. Aan de orde waren nu vier interpel laties. De heer van Ravesteijn stelde deze vragen Is het den minister bekend, dat de commies mej. A. Toussaint op IS April 1920 door de directie der Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen uit den dienst is ontslagen, zonder dat zij zich aan eenig plichtsverzuim of strafbaar feit had schuldig gemaakt, doch om politieke redenen Is het den minister bekend, dat de klerk Th. Henrar, werkzaam op het Centraalbureau te Utrecht door dezelf de Maatschappij op 8 Mei eervol uit den dienst is ontslagen, eveneens zonder dat hem eenig DÜchtsverzuim of straf baar feit kan worden ten laste gelegd, doch uitsluitend omdat de politieke ge dragingen van dezen heer zijn chefs niet aanstonden Draagt een dergelijk optreden der be trokken directie de goedkeuring van den minister weg De beide in deze vragen genoemde personen waren communist de eerste schreef zonderlinge briefjes, de tweede deelde strooibiijetten uit. waarin tot staking werd aangemaand. De directie v enschte dergelijk personeel niet in dienst te houden en dus gaf zij deze personen ontslag. Daartoe heeft zij alle bevoegdheid zij deed het volgens de reglementen en gaf de verplichte uit- keering. De Minister achtte dit ontslag juist en had dus geen aanleiding om iets te doen. De heer Kleerekoper haal de er nog een Groningsch geval, van zekeren Veltman, bij. De minister wist daarvan niets. Resultaatmotie-Van Ravesteijn om te constateeren, da.t de politieke vrijheid voor het spoorweg personeel weg is en af te keuren de houding van den minister. Het maakt een ietwat zonderlingen indruk den heer Van Ravesteijn te hooren weekla gen over den aanslag op de politieke grondrechten, terwijl in den comtnu- nistischen heilstaat Rusland geen rechten zijn overgebleven. Ten slotte bleven de Ministers nog bereid, op verzoek van den heer Schokking. nader onderzoek in te stel len en nadere gegevens te verstrek ken. Dientengevolge werd de interpel latie verdaagd. Tweede interpellatie, thans van den hetn Kleerekoper over de dienst- en rusttijden van het spoorwegpersoneel. Hij stelde- deze vragen I. Hoe komt het, dat de nieuwe re geling der dienst- en rusttijden van het spoorwegpersoneel, niet, overeenkom stig de ministeriele toezeggingen van 2 April 1919, in de Tweede Kamer ge daan, op de basis van den achturigen arbeidsdag is geschied? H. Waarom is de nieuwe regeling niet daadwerkelijk op 1 Juni ji. aller wegen^ in werking getreden? lil. Zijn de ruime ontheffingen, waar mede reeds op verschillende stations van de nieuw gestelde tijdgrenzen is afgeweken, door tien .Minister goedge keurd, en, zoo ja, waarom IV. Welke zekerheid heeft de Minis ter dat de indeeling van het personeel in ae groepen, weike in het Koninklijk Besluit werden onderscheiden, door de directies geschiedt in overeenstemming met de bedoelingen, welke bij dc Re geering hebben voorgezéten V. Is de Minister bereid een com missie van advies voor de dienst- en rusttijden, uit vertegenwoordigers van directies en werknemers samen le stel len, ten einde de Regeering met name omtrent de toepassing van artikel 90, te adviseeren en aldus de algemeene verkorting van dén arbeidsdag tot den achturen-dag te bespoedigen Volgens minister KOnig beging de in- terpeilant de fout. dat hü arheids.tiid en «iicusüijü verwarde. Wel degelijk berust de regeling op den 8 uren-dag. Het is niet mogelijk de regeling over alle da gen gelijkelijk te verdeelen, maar daar om is het nog niet juist, dat gemiddeld de 8-urendag niet wordt bereikt. Op 1 j October a.s. za! voor het grootste deel van het personeel de regeling zijn in gevoerd. Sommige groepen echter zul len nog geduld moeten hebben, o.a. de groep stationspersoneel. Tot instelling van de commissie kan de minister niet overgaan, zoolang het rapport van de staatscommissie niet be kend is. Resultaat nihil. itïNNËNL AND INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN. ke actie' van hun eigen staat, meeuw men, dat elke star hei reek; moest hebben, de belari ren van een ...jner aanhoorigen voor net H h-e ngen. Deze wijze van dqen anhouri- gen van een staat" de beschermen e macht van hun regeering verzekeren. Ook wordt iiierdoor voorkomen, dat particuliere personen gevallen voor het Hof brengen, die niet worden onder steund door hun respectieve regeerin gen. En ten derde wordt het hierdoor onnoodig het principe van rechtsver volging van een particulier persoon tegen een souvereinen staat te erken nen. Volkszangdag. De minister van onderwijs enz. heeft de"'aandacht van zijn ambtgenoot van binneniandsche zaken gevestigd op het bekende voornemen van den Neder- lanaschen Volkszangbond tot het in stellen van 'n jaarlijkschen volkszang dag en tot het houden, in verband met dit voornemen op 8 Juii a.s., van een zangdemonstratie voor de leerlingen der openbare en bijzondere lagere scholen. Namens laatstgenoemden minister zijn de burgemeesters uitgenoodigd, desgevraagd den vereischten steun aan deze demonstratie te verleenen en, waar noodig, belangstelling te wékken, teneinde de verwezenlijking van het plan zooveel mogelijk te bevorderen. De vestiging van het permanent internationaal gerechtshof te 's-Gravenhage. Dc internationale adviseerende juris tencommissie heeft met algemeene stemmen aangenomen in haar ontwerp voor het te stichten permanent interna tionaal gerechtshof, dat voorgelegd zal worden aan de algemeene vergadering, van den Volkenbond, op te nemen dat het Hof zal worden gevestigd te 's- Gravenhage. Dit is het eerste formeeie besluit door de Conferentie genomen en wan neer het bevestigd wordt in tweede en laatste lezing, zal het een der belang rijkste bepaiingen vormen van het de finitieve ontwerp, zooals dit aan het oordeel van den raad en de vergade ring van den Volkenbond zal worden onderworpen. Men was van oordeel, dat 's-Gra venhage de geschikste plaats was voor het Hof, niet alleen tengevolge van 's-Gravenhage's traditie als een cen trum van Internationaal Recht, maar ook tengevolge van de aanwezigheid van hel Permanente Hof van .Arbitrage en van dc voordeeien geboden door de aanwezigheid van het Vredespaleis. De beslissing werd vrijwel spontaan geno men en wordt beschouwd als een groote stap naar de richting van een internationaal centrum voor de be slechting van geschillen tusschen na ties, door middel van een arbitrale of gerechtelijke uitspraak. Tevens maakte de conferentie een aanvang met de bespreking over de competentie van het nieuwe Hof. De algemeene opinie was, dat het Hof ais een Internationale organisatie en in overeenstemming met art. 14 van het Volkenbondsverdrag, alleen bevoegd zou zijn voor de beslechting van ge schillen aanhangig gemaakt door sta ten en niet voor geschillen aanhangig gemaakt door individuen. Aangezien het recht van individuen in internationale geschillen meestal ge waarborgd wordt door de diplomatic- jaarwedde provinciale ambtenaren in Overijsel. Door Ged. Staten van Overijsel wordt voorgesteld aan de Prov. Staten de laarwedden als volgt vast te stel len griffier der Staten f 65008000: referendaris 5000—6000 hoofd commies 4400—6400 verificateur 44005400 adjunct-commies le klasse 28003700 2e klasse ƒ2300 2800 klerk 1550—2250 schrij ver 12002000 hoófd-ingenieur van den prov. waterstaat 7500 9000 ingenieur 5000—6400 hoofd opzichter-chef de bureau 3800 4700: technisch ambtenaar le kl. f 28003700 2e klasse 2300— 2800 klerk 1550—2250 sluis- wachters f 1400 benevens vrije wo- i ning. Gerekend wordt dat deze rege- j ling in werking treedt op 1 januari i 1920. Actie tapverbod te Amersfoort. In verband met het dezer dagen door den gemeenteraad van Amersfoort ge nomen besluit inzake „Tapverbod", heeft zich aldaar een comité van actie gevormd, dat zich ten doel stelt te trachten met alle geoorloofde middelen het tapverbod practisch onmogelijk te maken. Tengevolge daarvan waren gisteren morgen, bij wijze van verrassing, met het oog op den marktdag, alle tappe rijen, café's, restaurants en hotels ge sloten. De ramen dezer inrichtingen zijn van groote, gele aanplakbiljetten voorzien met den volgenden inhoud „Protest tegen het tapverbod. Tot onze spijt zijn wij genoodzaakt als protest tegen het besluit van onzen gemeenteraad heden onze zaken geslo ten te houder, en verzoeken de mede werking van het publiek." De boeren, die met paard en wagen of per fiets des morgens ter markt kwamen, waren daardoor genoodzaakt onverrichterzake terug te keeren, daar voor hen geen gelegenheid bestond hun paarden, wagens en fietsen te stallen. Hier en daar stond men bij groepjes bijeen het moeilijk geval te bespreken. Naar wordt gemeld zullen meer pro-

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1920 | | pagina 1