öe Huwelijksdag REN" (oninklijke Zeeuwsche rij si Y erverij HARDING." nbiedlng®& iaanvragen, Slaoersknecfit sjongen. l'Europe, it bode 8 Meisje lelsje, neisje Maatschappij ivaari NO. 145 DINSDAG 22 JUNI. gEMEENTEBESTüUR BINNENLAND FEUILLETON 5.40 6.32 6.52 5.40 6.32 7.— 9.— 9.45 Idelburg. Chemische SINGEN. BESTE ADRES in 'Ste inrichting voor verven. MAN, Slnnal 1. zelfstandig kan ens een indiensttreding. S DE VISSER, straat 72. iburg. o of 15 Juli voor 't HENSCH als leer- piccolo. dij! Quakkelaarstr. te bespreken na NRARD, Oprit 12, Aug. of 1 Sept. ht. Zich 's avonds melden. flink e werken, in een inderen. Adres: aagd. estraat 25 fii Mi d d elbu rg lerdam. Juni n wordt Woens- lag 12 nur v m, bekomen: V. Transport en y.h. Erven G. VOS) B. EENHOORN! OOS fERHOUT j jebrs. BUITEN- 1. m. T. Roti Y.m. ttr rm. u N 7 7 7 7 - 7 VL1SSIN0SCHE COURANT AöVERTENTlE-FRtfS Van 14 regels 1.— voor iedere regel meer 24 centbij abonnement spe- siaie prijzen. Reclames 48 cent per regel Dienstaanbiedingen en cKenstaanvragen ?an 1—5 regels 50 centiedere regel meer \Z sent, bij contante betaling. Familieberichten van 1—6 regels i ƒ1.55, tedere regel meer 24 cent. ABONNEMENTS-PRIjS Voor Vlissingen eri gemeenten op Wal cheren 2.per drie maanden. Franco ioor het geheele rijk 2.50. Week-abon- nementen 15 cent. Afzonderlijke nummers 4 cent. HINDERWET Burg. en Weth. van Vlissingen, gelei op art. 8 der Hinderwet, brengen ter openbare kennis, dat bij hun besluit van 21 Juni 1920 aan Gezusters N. H., M. E. en E. C. Luij- mes alhier, vergunning is verleend tot uit breiding van hunne wasch- en strijkinrich- ting, door het plaatsen van een electro motor van 3,4 P.K., in het perceel, ka dastraal bekend gemeente Vlissingen sectie- B no. 1T89, plaatselijk gemerkt Van Dis- hoeckstraat no. 26. Vlissingen, 22 Juni 1920. Burg. en Weth. voornoemd, J. G. VAN NIFTRIK Jr., LJB. De. Secretaris, F. BISSCHOP. ONVEILIGHEID VAARWATER. Schietoefeningen. De Burgemeester van Vlissingen maakt aan zeevarenden bekend, dat op 25 juni a.s. en op 8 en 9 Juli a.s. van het fort Erfprins (den Helder) op 30 Juni <en 1 Juli a.s. vanaf Zeeburg (Zuiderzee) en op 23, 24, -25, zoo noodig op 26 Juni a.s. nabij het fortSabina- Henrïcapolder (Hollandsch Diep en Volke rak) schietoefeningen worden gehouden. De voor de veiligheid te nemen voor zorgsmaatregelen liggen voor belangheb benden ter Secretarie dezer gemeente ter inzagce. Vlissingen, 22 Juni 1920. 'De Burgemeester voornoemd, J. G. VAN NIFTRIK Jr. L.B. Nederland en België. De Brusselsche redacteur van ,,de Maasbode" seint De .Nation Beige" publiceert den tekst der nota, welke, zooajs door ons gemeld is, door de Fransch-Belgische parlementaire groep aan den minister president Millerand gezonden werd. De nota, welke door 200 Fransche Kamerladen en Senators geteekend is, luidt „Op liet oogenblik. dat een verbond tot stand gaat komen, dat geheel naar den wensch der beide volken, den bond tusscher. Frankrijk en België, hechter zal doen worden, schijnt het ons nood zakelijk dat Frankrijk den meest volle- digen steun aan België verleene, ten einde ai'le wettelijke gevolgen te ver krijgen van het besluit van den Opper sten Raad van 8 Maart 1919. Bij dit besluit werd bepaald, dat de verdragen van 1839 in hun geheel moeten worden herzien, zulks overeenkomstig den wensch der mogendheden, die deze her ziening noodzakelijk achten. Het doel dezer herziening is conform de plannen van den volkenbond, om België te bevrijden van de beperkingen zijner souvereiniteit, door deze verdra gen opgelegd en om zoowel in het 'be lang van België als in dat van den aS- gemeenen vrede de gevaren en incon- venienten uit deze verdragen voort vloeiende weg te nemen. (Naar hef Engelsch) Door M. HELLEMA. 64) HOOFDSTUK XXV1IL Daura verwachtte een huwelijks aanzoek in den auto, niettegenstaande den chauffeur, en haar verwachting werd niet bedrogen, behalve in den vorm, waarin het werd gedaan. Wat Alastair zeide, deed haar begrijpen, hoe slecht zij hem had behandeld, tér- wijl het tegelijkertijd zijn aangeboren zwakheid duidelijk deed uitkomen. Maar dezen avond trok die zwakheid in een man het meisje aan. Zij was ver- meoid van haar ongelijken strijd tegen kracht. Kracht, zeide zij tot zich zelf, is ruw en onmenschelijk. Zwakheid, geboren uit een warm hart en een ge voelige natuur deed een beroep op teederheid en medelijden, beide zeer na verwant aan liefde. Al had zij Alastair alleen lief als een beproefd, verwend en goed kameraad, het speet haar heel erg, toen zij hoor de, in welke moeilijkheid zijn dwaze jaloerschheid hem gebracht had. Alastair maakte een toespeling daar op, zonder Vane Erskine te compromit- teeren maar Daura, die Vane kende, las tusschen de regels. „Zie je", zeide hij, „je' stelde mij altijd achter bij dien Nu het tusschen België en Nederland gerezen geschil omtrent het Nauw van Wielingen, opnieuw de onderhandelin gen moet opnemen,verzocht 't Fransch- Belgisch comité den voorzittei; van den raad, met aandrang deze aangelegen heid te baat te nemen, opdat het bo venvermelde besluit zijn volle kracht doe gelden, vooral voor wat betreft het regime der Schelde, dat van Limburg „cedé" en het tracé van het kanaal van Antwerpen naar den Rijn." De ex-kroonpr'ms. Gisterenmorgen met de postboot van 6 iniT zijn van Vlieringen, ieder met een Indian motorrijwiel naar Doorn ver trokken de voormalige Duitsche kroon prins en de heer W. E. Comou, tech nisch ambtenaar van den rijkswater staat. Burgemeester Peereboom ging mee per auto, terwijl mr. J. B. Kan, secreta ris-generaal in algemeenen dienst in Haarlem in de auto van "burgemeester Peereboom instapte. Het doel der reis is, een bezoek te brengen aan de moeder van den kroon prins, die ziek is. Het „Utrechtsch Dagblad" spreekt evenwei tegen dat de toestand van de ex-keizerin zoo ernstig zou zijn als het bericht uit Zurich, ook door ons opge nomen, zou doen vermoeden. Opbrengst van 's "Rijks middelen. De vermeerdering van 's rijks inkom sten vergeleken bij het vorige jaar, duurt voort over de maand Mei 1920 is de opbrengst T2j282,352.41 grooter dan over Mei 1919. Over de maand April bedroeg die toeneming een be drag van 11,685,436.44. De stijgende lijn in de vermeerdering houdt dus aan al zou een grafische voorstelling een mindere stijging der lijn aanwijzen dan over de maanden April en Maart in vergelijking met eikander, immers, de vermeerdering over April was onge veer 5 millioen grooter dan die.over Maart, waarbij echter in aanmerking dient genomen het geleidelijk geringer worden van het percentage der ver meerdering in de maanden januari, Fe- bruauri en klaart, welke met April tot stilstand kwam. De totale opbrengst over de maand Mei 1920 beliep 41.140,322.77. tegen j 28,857,970.36 over Mei 1919. De op brengst over de vijf eerste maanden van 1920 bedroeg 166,027,327.90, te-' gen 1-09,438,463.28;2 over die vijf maanden van 1919. Een vermeerdering idus van 56,588,846.61 Wederom verminderde ook in Mei gelijk in de voorgaande maanden 'de grondbelasting, n.l. van ƒ2.515.892 tot 2,271,263.92, terwijl de vermin dering in 't loopende jaar ƒ443,616.61 'A bedraagt. Dc personeele belasting ver minderde van f 792,566.72(4 in Mei '19 tot 480,180.43 in Mei 1920. De belas ting öp gouden en zilveren werken ver minderde van 77,214.82i/2 in Mei 1919 tot 63,579.07! 2 in Mei 1920 het sta- tisfiekrecht idem van 660,247.11 y2 tot 548,019.01. Enkele posten bleven vrij wel stationair de overige toonen een vermeerdering aan, waarvan we de voornaamste noemen <resp. .Mei 1919 en Mei 19201 Inkomstenbelasting van- 6:389,110.53 tot 8.059,191.38 Ver mogensbelasting van .921.347.02 tot 1,273.195.64, suikeraccijns van 2.719,388.91 tot 3,968,003.36 ac cijns gedistilleerd van 2,6(17,992.68 tot f 4,250,389.25accijns geslacht van 1,004,407.12 tot 1,272,788.71 zegel rechten van 1,518,854.421/2 tot kerel, en dat 'kon ik niet uitstaan daarom maakte ik Vane een beetje het hof, om mij wat te verzetten, en 't is natuurlijk, dat ze mij verkeerd begreep. Niet dat zij iets om mij geeft. Zoo'n verwaande gek ben ik niet, om mij daarop te beroemen tegenover jou. Maar ik was dom genoeg, om verliefd op haar te wezen, toen we nog heel jong waren, en daar kwam het gesprek op. Geen meisje vindt het prettig voor den gek te worden gehouden. Als jij niet wilt beloven met mij te zullen trou wen. Daura, zal ik zoo terneergeslagen zijn, dat het mij niet kan schelen, wat er van mij wordt, en dan, denk ik, zal het er wel mee eindigen, dat ik mij op genade of ongenade aan Vane over geef."' „Arme jongen, wat ben je een ezel geweestwas Dauta's kameraad schappelijke opmerking, vol medege voel. O ja, het speet haar erg voor Alastair, omdat hij slechts een pion was geweest in het groote schaakspel, dat zij had trachten te spelen met N'ira als witte koningin. „Tien groote ezels tezamen zijn nog niet zoo erg als ik 1" kermde het slachtoffer. „Maar hoor eens, jij hebt toch niet een grapje uitgehaald, wel Vane zeide iets van een witte roos en een robijnen dasspeld. Ik heb haar laatst beide zien dragen, en later had zij die speld altijd aan. Maar ik heb er geen flauw idee van waar ze van daan kwamen, hoewel zij scheen te meenen, dat ik de gever was." „Hoe vreemd 1" riep Daura met een 2,409,696.81 registratierechten van >33,026.301/2 tot 6,521,365.021/2 invoerrechten van 2,972.516.23 tot 5,467,392.99. Een nieuwe post be lasting op speelkaarten, bracht in Mei '1920 1817.75 op (raming over 1920 200,000; 1/12 der raming dus f 16,666.66). Behalve de grondbelasting vermin derde in het loopende jaar, vergeleken bij de eerste vijf maanden van 1919, de opbrengst van jacht- en visscherijacten c.a., nl. niet 363. Mei heeft voorts schitterend inge haald de vermindering van den suiker accijns, die over de eerste vier maan den van 1920 vergeleken met die van 1919 319.598.39. Van de vermeerderingen over de eer ste vijf maanden van 1920, vergeleken met die van 1919, noteeren we Inkom stenbelasting bijna 15 millioen divi dend- en tantièmebelasting bijna 4V2 millioen vermogensbelasting bijna 21/2 millioen accijns gedistilleerd ruim 8'2 millioen zegelrechten bijna 32 millioen registratierechten ruim f 9 millioen successierechten bijna 3 millioen invoerrechten ruim 7'/2 millioen. De opbTengst der belastingen in ver band met de buitengewone tijdsom standigheden (Oorlogswinst- en Ver- dedigïngsbelastingen) is over Mei 1920 17,634,576.11 over de eerste vijf maanden f 67.682,531.49. De opcenten, geheven ten bate van het Leeningfor.ds 1914, beliepen in Mei 1.1. 4,709,813, in de eeïste vijf maanden 20,971,066.09. In deze rubriek wordt opgemerkt dat aan registratierechten over Mei 1920 f .70 meer is terugbetaald dan over de eeTste vijf maanden van 1920 werd ontvangen. („Nieuwe Ct.") De eerste vrouw in de Prov. Staten van Noord-Brabant De heer Snellen (V.-D.) lid der Prov. Staten van Noord-Brabant, landbouw- leeraar te 's-Hertogenbosch. zal wegens vertrek naar West-Inaië bedanken vo,or het lidmaatschap der Prov. Staten. De heer Snellen wordt opgevolgd door mevrouw Suyling-Sluijter. te 's-Bosch. de eerste vrouw in Noord-Brabant, die zitting neemt in de Prov. Staten. De plaatselijke belasting te 's-Gravenhage. Het belastbaar inkomen te 's-Graven hage bedroeg in 191! 98,407,600 en in 19T8 187,712,071.' Het totaal aantal kinderen, dat voor aftrek in aanmerking is gekomen, be draagt 78,769 en in 1917 72,608. Ge middeld heeft dus een gehuwd aange slagene nog geen 2 kinderen. Van de 45,162 gehuwden bezitten 14,886 of 33 geen kinderen, waarvoor volgens de verordening aftrek is toegelaten. De groep aangeslagenen tusschen 10,000 en 20,000 inkomen maakt ruim 2 van het totaai aangeslagenen uit en levert een opbrengst van ruim 1! de groep aangeslagenen boven 150,000 inkomen levert resp. de cij fers 0.11 van hef aantal aanslagen en 1 SI'2 van de opbrengst. Alle inkomens boven 10.000 maken pl.m. 4 van het totaal aantal aan slagen uit en verschaffen een opbrengst van 66'2 van het. totaal. 811 aansla gen betalen 41 van de belasting. Een eerepenning. De gemeente 's-Hertogenbosch zal een eere-penning doen slaan, die aan verdienstelijke stadsburgers zal worden uitgereikt. De penning stelt voor den gevoel van zelfverwijt, omdat zij niet kon laten meer belang te stellen in deze verrassende mededeeling, dan in de rest van het verhaal, dat Alastair alleen betrof. Het was moeilijk, om haar hart los te maken van het eene, allesover- heerschende onderwerp, dat het steeds meer als met magnetische kracht tot zich trok. „Dacht je, dat Vane de waar heid vertelde, toen zij zeide te meenen, dat jij haar de speld had gezonden „Nu, ik geloofde, dat zij het werke lijk dacht", gaf Alastair toe. „Maar ik meende, dat jij haar een poefs had ge speeld. Ik kon niet begrijpen, wat het anders kon zijn." „Je moet al een heel zonderlinge meening van mij hebben, dat ik zoo'n gemeenen, lagen streek zou uithalen", zeide Daura verbijsterd. Zij kon nauwelijks luisteren naar wat Alastair zeide wegens alle vragen, wel ke zich aan haar opdrongen. Als Vane geloofde, dat Alastair in een sentimen- teele bui hqar de speld en de roos had gezonden, dan was dit eene goede ver klaring voor haar tartende houding, toen ze ondervraagd werd naar het ro bijnen hart, en ook voor de beschuldi ging van jaloerscheid. Maar als Vane niet was teruggekeerd tot de dieverijen in haar jeugd en het groene leeren kistje niet had genomen, waarom zou de werkelijke dief (waarschijnlijk Em mons) in stilte een der spelden en een roos aan Miss Erskine zenden Deze verklaring maakte het raadsel nog in gewikkelder dan vroeger en deed den dief nog gevaarlijker en geheimzinniger Hertog van Brabant te paard in het Bosch in het verschiet de Kathedraal en het stadhuis. Als omlijsting de vroe gere stadsmuren met de door Brussel, Antwerpen en Leuven gebouwde drie poorten. OUD-ARCHIEF. Aan het jaarverslag betreffende het oud-archief der gemeente Viissingen over het jaar 1919, opgemaakt door den archivaris, den heer H. G. van Grol, is het volgende ontleend Het samenstellen van het archiefver- slag heeft mij nog nooit zoo bezwaard als thans, waar aan het eind van 1919, maar vooral in. de eerste maanden van 1920, de werkzaamheden meer dan overstelpend waren. Archiefstukken van het stadhuis, die bij nader inzien aldaar niet op hun plaats waren, wer den bij wagens vol naar het Bellamy- plein gedirigeerd, de gewone werk zaamheden waren van meer dan „ge wonen" omvang, alleszins billijke ver langens van het nieuw ingestelde Rijks- archieftoezicht, dit alles maakte, dat ik werkelijk tijdens en voor het opstellen van dit verslag met de handen in het haar zat. Wat het laatste betreft, nl. het Rijks-archieftoezicht, hierop kom ik terug in het volgend jaarverslag en dan zal deze kwestie ook wel tevens tot een bevredigende oplossing zijn gebracht. Het actieve Vlissingsch ge meentebestuur heeft nog zelden teleur gesteld, waar het betreft de oplossing van urgente vraagstukken de Vlissin- gers, wien niet veel bespaard wordt, zijn niet gewend in rustige rust daar neer te zitten, zelfs niet op het regen tenkussen. Met te meeT vertrouwen mag ik een bevredigende oplossing tegemoet zien, omdat het Oud-Archief der gemeente ook niet meer is een onder het stof lig gend paperassendepöt, maar integen deel een plaats, waar een paar maal in de week „ein reges Leben" heerscht. 't Is daar een voortdurend „gaan en komen" geworden van „dóo lien haar bladeren", maar ook van levende men sehen, die weten, dat die rustige ar chiefkamer, zij het dan ook niet in draadloos verkeer staat met alle Uni- versiteits-bibliofheken en de archieven van het geheele land. Ook daar hoort men den polsslag, maar dan van het geestelijk verkeer. Maar er moet nog meer gebeuren, niet alleen moeten er inlichtingen worden gegeven, niet slechts moet gelegenheid gegeven wor den tot rustige studie, er moet ook worden vastgelegd wat wél aanwezig is in dat rudimentair overgebleven his torische archief en dat volgens de nieuwe wetenschappelijke methode, die een klaar, werkelijk overzichtelijk, overzicht geeft. Dan eerst kan op an dere archieven ook nagegaan worden of daar nog stukken zijn. die hier ont breken. In het Nederiandsche archief wezen is ieven en beweging gekomen, vroeger door den Staat stiefmoederlijk bedeeld, is het nu geworden een voor werp van zorg van Regeeringswege, de in den loop van het vorige jaar totstand gekomen Archiefwet is daar o.a. een uitvloeisel van en tevens een zeer ver blijdend verschijnsel. Ook voor ge meente-archieven is een ontwerpveror dening vastgesteld. In den loop van 1920 zal ook een desbetreffende veror dening voor het Viissingsche Oud-Ar chief dienen te worden gemaakt, zij het dan ook pasklaar voor de plaatselijke omstandigheden. Met voldoening kan men dan alhier constateeren, dat reeds jaren lang het archiefwezen te Vlissin- ÏNGEZONDEN MEDEDEELINGEN. voorkomen. Daura was dankbaar dat Emmons het huis had verlaten maar dacht, dat zij toch verstandig gedaan had niet Douglas te vragen, de deur der Bretonsche kamer te laten bewaken, van het oogenblik, dat de bekwame borduurster naar bed ging, tot het oogenblik, dat Troy zou terugkomen. „Je weet heel goed, hoe ik over je denk", verdedigde Alastair zich. „Houd je niet genoeg van mij om mij te behoe den voor mijn vreeselijk lot, door te beloven dat je met mij zult trouwen Toe, om 's hemels wil 1" Het zou voor haar plan, waarvan dit huwelijksaanzoek een deel was, ge makkelijker zijn geweest, als de arme Alastair niet zulk een ongewenscht lot te wachten stond, als zij hem in den steek liet. Maar Daura kon hem nu niet helpet]. „Je moet sterk genoeg zijn, beste, om je zelf te beschermen, wat er ook gebeurt", zeide zij vriendelijk. „Ik ge loof niet, dat je werkelijk verplichtin gen hebt jegens Vane, anders zou je mij niet hebben gevraagd, om je vrouw- te worden. Ik houd veel van je. Dat heb ik altijd gedaan. Ik weet niet, of het de rechte soort liefde is, omdat omdat ik te weinig weet van een andere soort. Maar hoe dat ook zij, ik kan je vraag van avond niet beantwoorden, omdat vader het niet goed vond, dat ik met je meeging. Hij wil, dat ik terugrijd in den grooten auto hij liet mij beloven, dat ik in geval je over zoo iets mocht spre ken, niet ja zou zeggen." „Bij Jupiter 1 Zeide hij, dat je neen gen een aanhoudende zorg is geweest van het diligente gemeentebestuur. Met weinig kosten en deze nog slechts tij delijk zoo zal dan blijken zal het de gemeente mogelijk zijn in het 'tekort aan hulp tegemoet te komen en daarmee tevens het Archief nog meer dan tot nu toe een vraagbaak te doen zijn voor plaats- en voor landgenoot, om nog te zwijgen v'an het nageslacht. Dan zal ook niet meer het Ou-d-Archief behoeven achter te staan bij het Archief der gemeente na 1851, dat den laatsten tijd ook uitstekend in orde is gekomen. Waar de in 1918 tot stand gekomen Archiefwet van zooveel importantie is ook voor de gemeente-archieven, mocht ik deze gebeurtenis niet stilzwijgend voorbij gaan. Men bedenke echter, dat een archivaris niet omnipotens is, door zijn liefde voor zijn troetelkind vermag hij veel, maar de materieele werkzaam heden gaan maar al te vaak ten koste van zijn wetenschappelijke prestatie's, om nog te zwijgen van administratie ven rompslomp. Ik sprak daar straks van „reges Le ben." Laat ik beginnen met te zeggen, dat eenige plaatsgenooten van hun be langstelling blijk gaven door het schen ken van vele boekwerken. Er schuilt hier wel degelijk kaf onder het koren, de vriendelijke gevers zullen mij die op merking zeker ten goede houden, daar zij zelf er reeds op wezen, maar onder het groote aantal niet minder dan een kleine 400 nummers schuilen toch wel verschillende exemplaren, die een hartelijke dankbetuiging rechtvaar digen. Temeer is die dank op zijn plaats waar één der gevers de aangeboden collectie heeft gekocht met het doel, deze aan de Archief-blibliotheek ten geschenke aan te bieden. in de eerste plaats zij er de aandacht op gevestigd, dat de heer 'C. N. J. de Vey Mestdagh bij zijn vertrek uit de gemeente heeft afgestaan de nog onder hem berustende gildeboeken, oorspron kelijk toebehoord hebbende aan het „Boekverkoopers, Schilders- en Beelde- snijders gilde." Behalve dit geschenk in manuscript heeft de heer De Vey Mestdagh tal van werken geschonken, waarvan er ver schillende een belangrijke aanwinst ziin voor de Archief-bibliotheek. Nog een eigenaardige schenking dan ken wij aan denzelfde, nl. een compleet Journaal 18561911, betreffende de boekhandelszaak, dat uit den aard der zaak voorioopig niet mag geopend worden. Op mijn verzoek heeft de heer Mestdagh dit archief zijner zaak, dat ruim een halve eeuw omvat, niet ver nietigd, maar afgestaan onder voor waarde, dat het geheifm voorioopig niet gesehonden wordt. Het aantal gevraagde inlichtingen is steeds toenemende en bereikte ook dit iaar weder een grooter aantal dan te voren. Zoo ook het persoonlijk bezoek aan het Archief. Mijn hulp werd o.a. ingeroepen voor het Naereboutsfeest in den zomer. Zoo ook voor het 150-jarig jubileum van het 'Zeeuwsch Genoot schap der Wetenschappen. Ik wil in dit moest zeggen „Dat heeft hij nie niet bepaald voor geschreven. Alleen ik mocht je niet aan moedigen. Dat heb ik ook niet gedaan wel „Goede hemel, neen 1 Maar moedig mij een beetje aan, of ik schiet me voor het hoofd in plaats van te dansen op dat ellendige bal „Te oordeelen naar de wijze, waarop 'jij je gedragen hebt. jij ongelukkige jongen, is dat hoofd de moeite niet waard. Maar waarlijk, beste, dit is alles wat ik kan zeggen ik zal er vanavond over denken, of ik met je kan trouwen of niet. en dan zal ik het je morgen ochtend wel zeggen." „Zeg het me vanavond 1 Ik kan het niet uithouden tot morgen. Waarlijk, dat kan ik niet! Dans den laatsten dans met mij en zeg het mij dan. Dan weet je toch zeker wel, of je genoeg van mij houdt Dat diende je al lang te hebben geweten. Ik heb je duidelijk ge noeg getoond, hoe ik over je dacht." „ik kan je niet beloven, je zoo spoe dig te antwoorden. In elk geval na het bal nadat we thuis zijn gekomen. Daar is een reden voor iets dat Nira betreft." „Wil je haar om raad vragen „Dat niet precies. Ik kan het je niet uitleggen. Maar je moet zoo lang wachten, Alastair. Èen half uur nadat we weer thuis zijn. In de roode kamer. Kon daar bij mij of wacht mij daar, als ik er niet ben." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1920 | | pagina 1