öe Huwelijksdag
REN"
(oninklijke
Zeeuwsche
rij si Y erverij
HARDING."
nbiedlng®&
iaanvragen,
Slaoersknecfit
sjongen.
l'Europe,
it bode
8 Meisje
lelsje,
neisje
Maatschappij
ivaari
NO. 145
DINSDAG 22 JUNI.
gEMEENTEBESTüUR
BINNENLAND
FEUILLETON
5.40
6.32
6.52
5.40
6.32
7.—
9.—
9.45
Idelburg.
Chemische
SINGEN.
BESTE ADRES in
'Ste inrichting voor
verven.
MAN, Slnnal 1.
zelfstandig kan
ens een
indiensttreding.
S DE VISSER,
straat 72.
iburg.
o
of 15 Juli voor 't
HENSCH als leer-
piccolo.
dij! Quakkelaarstr.
te bespreken na
NRARD, Oprit 12,
Aug. of 1 Sept.
ht. Zich 's avonds
melden.
flink
e werken, in een
inderen. Adres:
aagd.
estraat 25
fii
Mi d d elbu rg
lerdam.
Juni
n wordt Woens-
lag 12 nur v m,
bekomen:
V. Transport en
y.h. Erven G. VOS)
B. EENHOORN!
OOS fERHOUT j
jebrs. BUITEN-
1. m.
T. Roti
Y.m. ttr
rm. u
N
7
7
7
7
-
7
VL1SSIN0SCHE COURANT
AöVERTENTlE-FRtfS
Van 14 regels 1.— voor iedere
regel meer 24 centbij abonnement spe-
siaie prijzen. Reclames 48 cent per regel
Dienstaanbiedingen en cKenstaanvragen
?an 1—5 regels 50 centiedere regel meer
\Z sent, bij contante betaling.
Familieberichten van 1—6 regels i ƒ1.55,
tedere regel meer 24 cent.
ABONNEMENTS-PRIjS
Voor Vlissingen eri gemeenten op Wal
cheren 2.per drie maanden. Franco
ioor het geheele rijk 2.50. Week-abon-
nementen 15 cent. Afzonderlijke nummers
4 cent.
HINDERWET
Burg. en Weth. van Vlissingen, gelei op
art. 8 der Hinderwet, brengen ter openbare
kennis, dat bij hun besluit van 21 Juni 1920
aan Gezusters N. H., M. E. en E. C. Luij-
mes alhier, vergunning is verleend tot uit
breiding van hunne wasch- en strijkinrich-
ting, door het plaatsen van een electro
motor van 3,4 P.K., in het perceel, ka
dastraal bekend gemeente Vlissingen sectie-
B no. 1T89, plaatselijk gemerkt Van Dis-
hoeckstraat no. 26.
Vlissingen, 22 Juni 1920.
Burg. en Weth. voornoemd,
J. G. VAN NIFTRIK Jr., LJB.
De. Secretaris,
F. BISSCHOP.
ONVEILIGHEID VAARWATER.
Schietoefeningen.
De Burgemeester van Vlissingen maakt
aan zeevarenden bekend, dat op 25 juni a.s.
en op 8 en 9 Juli a.s. van het fort Erfprins
(den Helder) op 30 Juni <en 1 Juli a.s. vanaf
Zeeburg (Zuiderzee) en op 23, 24, -25, zoo
noodig op 26 Juni a.s. nabij het fortSabina-
Henrïcapolder (Hollandsch Diep en Volke
rak) schietoefeningen worden gehouden.
De voor de veiligheid te nemen voor
zorgsmaatregelen liggen voor belangheb
benden ter Secretarie dezer gemeente ter
inzagce.
Vlissingen, 22 Juni 1920.
'De Burgemeester voornoemd,
J. G. VAN NIFTRIK Jr. L.B.
Nederland en België.
De Brusselsche redacteur van ,,de
Maasbode" seint
De .Nation Beige" publiceert den
tekst der nota, welke, zooajs door ons
gemeld is, door de Fransch-Belgische
parlementaire groep aan den minister
president Millerand gezonden werd.
De nota, welke door 200 Fransche
Kamerladen en Senators geteekend is,
luidt
„Op liet oogenblik. dat een verbond
tot stand gaat komen, dat geheel naar
den wensch der beide volken, den bond
tusscher. Frankrijk en België, hechter
zal doen worden, schijnt het ons nood
zakelijk dat Frankrijk den meest volle-
digen steun aan België verleene, ten
einde ai'le wettelijke gevolgen te ver
krijgen van het besluit van den Opper
sten Raad van 8 Maart 1919. Bij dit
besluit werd bepaald, dat de verdragen
van 1839 in hun geheel moeten worden
herzien, zulks overeenkomstig den
wensch der mogendheden, die deze her
ziening noodzakelijk achten.
Het doel dezer herziening is conform
de plannen van den volkenbond, om
België te bevrijden van de beperkingen
zijner souvereiniteit, door deze verdra
gen opgelegd en om zoowel in het 'be
lang van België als in dat van den aS-
gemeenen vrede de gevaren en incon-
venienten uit deze verdragen voort
vloeiende weg te nemen.
(Naar hef Engelsch)
Door M. HELLEMA.
64)
HOOFDSTUK XXV1IL
Daura verwachtte een huwelijks
aanzoek in den auto, niettegenstaande
den chauffeur, en haar verwachting
werd niet bedrogen, behalve in den
vorm, waarin het werd gedaan. Wat
Alastair zeide, deed haar begrijpen,
hoe slecht zij hem had behandeld, tér-
wijl het tegelijkertijd zijn aangeboren
zwakheid duidelijk deed uitkomen.
Maar dezen avond trok die zwakheid
in een man het meisje aan. Zij was ver-
meoid van haar ongelijken strijd tegen
kracht. Kracht, zeide zij tot zich zelf,
is ruw en onmenschelijk. Zwakheid,
geboren uit een warm hart en een ge
voelige natuur deed een beroep op
teederheid en medelijden, beide zeer na
verwant aan liefde.
Al had zij Alastair alleen lief als een
beproefd, verwend en goed kameraad,
het speet haar heel erg, toen zij hoor
de, in welke moeilijkheid zijn dwaze
jaloerschheid hem gebracht had.
Alastair maakte een toespeling daar
op, zonder Vane Erskine te compromit-
teeren maar Daura, die Vane kende,
las tusschen de regels. „Zie je", zeide
hij, „je' stelde mij altijd achter bij dien
Nu het tusschen België en Nederland
gerezen geschil omtrent het Nauw van
Wielingen, opnieuw de onderhandelin
gen moet opnemen,verzocht 't Fransch-
Belgisch comité den voorzittei; van den
raad, met aandrang deze aangelegen
heid te baat te nemen, opdat het bo
venvermelde besluit zijn volle kracht
doe gelden, vooral voor wat betreft het
regime der Schelde, dat van Limburg
„cedé" en het tracé van het kanaal van
Antwerpen naar den Rijn."
De ex-kroonpr'ms.
Gisterenmorgen met de postboot van
6 iniT zijn van Vlieringen, ieder met een
Indian motorrijwiel naar Doorn ver
trokken de voormalige Duitsche kroon
prins en de heer W. E. Comou, tech
nisch ambtenaar van den rijkswater
staat.
Burgemeester Peereboom ging mee
per auto, terwijl mr. J. B. Kan, secreta
ris-generaal in algemeenen dienst in
Haarlem in de auto van "burgemeester
Peereboom instapte.
Het doel der reis is, een bezoek te
brengen aan de moeder van den kroon
prins, die ziek is.
Het „Utrechtsch Dagblad" spreekt
evenwei tegen dat de toestand van de
ex-keizerin zoo ernstig zou zijn als het
bericht uit Zurich, ook door ons opge
nomen, zou doen vermoeden.
Opbrengst van 's "Rijks middelen.
De vermeerdering van 's rijks inkom
sten vergeleken bij het vorige jaar,
duurt voort over de maand Mei 1920
is de opbrengst T2j282,352.41 grooter
dan over Mei 1919. Over de maand
April bedroeg die toeneming een be
drag van 11,685,436.44. De stijgende
lijn in de vermeerdering houdt dus aan
al zou een grafische voorstelling een
mindere stijging der lijn aanwijzen dan
over de maanden April en Maart in
vergelijking met eikander, immers, de
vermeerdering over April was onge
veer 5 millioen grooter dan die.over
Maart, waarbij echter in aanmerking
dient genomen het geleidelijk geringer
worden van het percentage der ver
meerdering in de maanden januari, Fe-
bruauri en klaart, welke met April tot
stilstand kwam.
De totale opbrengst over de maand
Mei 1920 beliep 41.140,322.77. tegen
j 28,857,970.36 over Mei 1919. De op
brengst over de vijf eerste maanden
van 1920 bedroeg 166,027,327.90, te-'
gen 1-09,438,463.28;2 over die vijf
maanden van 1919. Een vermeerdering
idus van 56,588,846.61
Wederom verminderde ook in Mei
gelijk in de voorgaande maanden
'de grondbelasting, n.l. van ƒ2.515.892
tot 2,271,263.92, terwijl de vermin
dering in 't loopende jaar ƒ443,616.61 'A
bedraagt. Dc personeele belasting ver
minderde van f 792,566.72(4 in Mei '19
tot 480,180.43 in Mei 1920. De belas
ting öp gouden en zilveren werken ver
minderde van 77,214.82i/2 in Mei 1919
tot 63,579.07! 2 in Mei 1920 het sta-
tisfiekrecht idem van 660,247.11 y2 tot
548,019.01. Enkele posten bleven vrij
wel stationair de overige toonen een
vermeerdering aan, waarvan we de
voornaamste noemen <resp. .Mei 1919
en Mei 19201 Inkomstenbelasting van-
6:389,110.53 tot 8.059,191.38 Ver
mogensbelasting van .921.347.02 tot
1,273.195.64, suikeraccijns van
2.719,388.91 tot 3,968,003.36 ac
cijns gedistilleerd van 2,6(17,992.68 tot
f 4,250,389.25accijns geslacht van
1,004,407.12 tot 1,272,788.71 zegel
rechten van 1,518,854.421/2 tot
kerel, en dat 'kon ik niet uitstaan
daarom maakte ik Vane een beetje het
hof, om mij wat te verzetten, en 't is
natuurlijk, dat ze mij verkeerd begreep.
Niet dat zij iets om mij geeft. Zoo'n
verwaande gek ben ik niet, om mij
daarop te beroemen tegenover jou.
Maar ik was dom genoeg, om verliefd
op haar te wezen, toen we nog heel
jong waren, en daar kwam het gesprek
op. Geen meisje vindt het prettig voor
den gek te worden gehouden. Als jij
niet wilt beloven met mij te zullen trou
wen. Daura, zal ik zoo terneergeslagen
zijn, dat het mij niet kan schelen, wat
er van mij wordt, en dan, denk ik, zal
het er wel mee eindigen, dat ik mij op
genade of ongenade aan Vane over
geef."'
„Arme jongen, wat ben je een ezel
geweestwas Dauta's kameraad
schappelijke opmerking, vol medege
voel. O ja, het speet haar erg voor
Alastair, omdat hij slechts een pion
was geweest in het groote schaakspel,
dat zij had trachten te spelen met N'ira
als witte koningin.
„Tien groote ezels tezamen zijn nog
niet zoo erg als ik 1" kermde het
slachtoffer. „Maar hoor eens, jij hebt
toch niet een grapje uitgehaald, wel
Vane zeide iets van een witte roos en
een robijnen dasspeld. Ik heb haar
laatst beide zien dragen, en later had
zij die speld altijd aan. Maar ik heb
er geen flauw idee van waar ze van
daan kwamen, hoewel zij scheen te
meenen, dat ik de gever was."
„Hoe vreemd 1" riep Daura met een
2,409,696.81 registratierechten van
>33,026.301/2 tot 6,521,365.021/2
invoerrechten van 2,972.516.23 tot
5,467,392.99. Een nieuwe post be
lasting op speelkaarten, bracht in Mei
'1920 1817.75 op (raming over 1920
200,000; 1/12 der raming dus
f 16,666.66).
Behalve de grondbelasting vermin
derde in het loopende jaar, vergeleken
bij de eerste vijf maanden van 1919, de
opbrengst van jacht- en visscherijacten
c.a., nl. niet 363.
Mei heeft voorts schitterend inge
haald de vermindering van den suiker
accijns, die over de eerste vier maan
den van 1920 vergeleken met die van
1919 319.598.39.
Van de vermeerderingen over de eer
ste vijf maanden van 1920, vergeleken
met die van 1919, noteeren we Inkom
stenbelasting bijna 15 millioen divi
dend- en tantièmebelasting bijna 4V2
millioen vermogensbelasting bijna
21/2 millioen accijns gedistilleerd
ruim 8'2 millioen zegelrechten bijna
32 millioen registratierechten ruim
f 9 millioen successierechten bijna 3
millioen invoerrechten ruim 7'/2
millioen.
De opbTengst der belastingen in ver
band met de buitengewone tijdsom
standigheden (Oorlogswinst- en Ver-
dedigïngsbelastingen) is over Mei 1920
17,634,576.11 over de eerste vijf
maanden f 67.682,531.49. De opcenten,
geheven ten bate van het Leeningfor.ds
1914, beliepen in Mei 1.1. 4,709,813, in
de eeïste vijf maanden 20,971,066.09.
In deze rubriek wordt opgemerkt dat
aan registratierechten over Mei 1920
f .70 meer is terugbetaald dan over
de eeTste vijf maanden van 1920 werd
ontvangen. („Nieuwe Ct.")
De eerste vrouw in de Prov. Staten
van Noord-Brabant
De heer Snellen (V.-D.) lid der Prov.
Staten van Noord-Brabant, landbouw-
leeraar te 's-Hertogenbosch. zal wegens
vertrek naar West-Inaië bedanken vo,or
het lidmaatschap der Prov. Staten. De
heer Snellen wordt opgevolgd door
mevrouw Suyling-Sluijter. te 's-Bosch.
de eerste vrouw in Noord-Brabant, die
zitting neemt in de Prov. Staten.
De plaatselijke belasting te
's-Gravenhage.
Het belastbaar inkomen te 's-Graven
hage bedroeg in 191! 98,407,600 en
in 19T8 187,712,071.'
Het totaal aantal kinderen, dat voor
aftrek in aanmerking is gekomen, be
draagt 78,769 en in 1917 72,608. Ge
middeld heeft dus een gehuwd aange
slagene nog geen 2 kinderen. Van de
45,162 gehuwden bezitten 14,886 of 33
geen kinderen, waarvoor volgens de
verordening aftrek is toegelaten.
De groep aangeslagenen tusschen
10,000 en 20,000 inkomen maakt
ruim 2 van het totaai aangeslagenen
uit en levert een opbrengst van ruim
1! de groep aangeslagenen boven
150,000 inkomen levert resp. de cij
fers 0.11 van hef aantal aanslagen
en 1 SI'2 van de opbrengst.
Alle inkomens boven 10.000 maken
pl.m. 4 van het totaal aantal aan
slagen uit en verschaffen een opbrengst
van 66'2 van het. totaal. 811 aansla
gen betalen 41 van de belasting.
Een eerepenning.
De gemeente 's-Hertogenbosch zal
een eere-penning doen slaan, die aan
verdienstelijke stadsburgers zal worden
uitgereikt. De penning stelt voor den
gevoel van zelfverwijt, omdat zij niet
kon laten meer belang te stellen in deze
verrassende mededeeling, dan in de
rest van het verhaal, dat Alastair alleen
betrof. Het was moeilijk, om haar hart
los te maken van het eene, allesover-
heerschende onderwerp, dat het steeds
meer als met magnetische kracht tot
zich trok. „Dacht je, dat Vane de waar
heid vertelde, toen zij zeide te meenen,
dat jij haar de speld had gezonden
„Nu, ik geloofde, dat zij het werke
lijk dacht", gaf Alastair toe. „Maar ik
meende, dat jij haar een poefs had ge
speeld. Ik kon niet begrijpen, wat het
anders kon zijn."
„Je moet al een heel zonderlinge
meening van mij hebben, dat ik zoo'n
gemeenen, lagen streek zou uithalen",
zeide Daura verbijsterd.
Zij kon nauwelijks luisteren naar wat
Alastair zeide wegens alle vragen, wel
ke zich aan haar opdrongen. Als Vane
geloofde, dat Alastair in een sentimen-
teele bui hqar de speld en de roos had
gezonden, dan was dit eene goede ver
klaring voor haar tartende houding,
toen ze ondervraagd werd naar het ro
bijnen hart, en ook voor de beschuldi
ging van jaloerscheid. Maar als Vane
niet was teruggekeerd tot de dieverijen
in haar jeugd en het groene leeren
kistje niet had genomen, waarom zou
de werkelijke dief (waarschijnlijk Em
mons) in stilte een der spelden en een
roos aan Miss Erskine zenden Deze
verklaring maakte het raadsel nog in
gewikkelder dan vroeger en deed den
dief nog gevaarlijker en geheimzinniger
Hertog van Brabant te paard in het
Bosch in het verschiet de Kathedraal
en het stadhuis. Als omlijsting de vroe
gere stadsmuren met de door Brussel,
Antwerpen en Leuven gebouwde drie
poorten.
OUD-ARCHIEF.
Aan het jaarverslag betreffende het
oud-archief der gemeente Viissingen
over het jaar 1919, opgemaakt door
den archivaris, den heer H. G. van
Grol, is het volgende ontleend
Het samenstellen van het archiefver-
slag heeft mij nog nooit zoo bezwaard
als thans, waar aan het eind van 1919,
maar vooral in. de eerste maanden van
1920, de werkzaamheden meer dan
overstelpend waren. Archiefstukken
van het stadhuis, die bij nader inzien
aldaar niet op hun plaats waren, wer
den bij wagens vol naar het Bellamy-
plein gedirigeerd, de gewone werk
zaamheden waren van meer dan „ge
wonen" omvang, alleszins billijke ver
langens van het nieuw ingestelde Rijks-
archieftoezicht, dit alles maakte, dat ik
werkelijk tijdens en voor het opstellen
van dit verslag met de handen in het
haar zat. Wat het laatste betreft, nl.
het Rijks-archieftoezicht, hierop kom
ik terug in het volgend jaarverslag en
dan zal deze kwestie ook wel tevens
tot een bevredigende oplossing zijn
gebracht. Het actieve Vlissingsch ge
meentebestuur heeft nog zelden teleur
gesteld, waar het betreft de oplossing
van urgente vraagstukken de Vlissin-
gers, wien niet veel bespaard wordt,
zijn niet gewend in rustige rust daar
neer te zitten, zelfs niet op het regen
tenkussen.
Met te meeT vertrouwen mag ik een
bevredigende oplossing tegemoet zien,
omdat het Oud-Archief der gemeente
ook niet meer is een onder het stof lig
gend paperassendepöt, maar integen
deel een plaats, waar een paar maal in
de week „ein reges Leben" heerscht.
't Is daar een voortdurend „gaan en
komen" geworden van „dóo lien haar
bladeren", maar ook van levende men
sehen, die weten, dat die rustige ar
chiefkamer, zij het dan ook niet in
draadloos verkeer staat met alle Uni-
versiteits-bibliofheken en de archieven
van het geheele land. Ook daar hoort
men den polsslag, maar dan van het
geestelijk verkeer. Maar er moet nog
meer gebeuren, niet alleen moeten er
inlichtingen worden gegeven, niet
slechts moet gelegenheid gegeven wor
den tot rustige studie, er moet ook
worden vastgelegd wat wél aanwezig
is in dat rudimentair overgebleven his
torische archief en dat volgens de
nieuwe wetenschappelijke methode, die
een klaar, werkelijk overzichtelijk,
overzicht geeft. Dan eerst kan op an
dere archieven ook nagegaan worden
of daar nog stukken zijn. die hier ont
breken. In het Nederiandsche archief
wezen is ieven en beweging gekomen,
vroeger door den Staat stiefmoederlijk
bedeeld, is het nu geworden een voor
werp van zorg van Regeeringswege, de
in den loop van het vorige jaar totstand
gekomen Archiefwet is daar o.a. een
uitvloeisel van en tevens een zeer ver
blijdend verschijnsel. Ook voor ge
meente-archieven is een ontwerpveror
dening vastgesteld. In den loop van
1920 zal ook een desbetreffende veror
dening voor het Viissingsche Oud-Ar
chief dienen te worden gemaakt, zij het
dan ook pasklaar voor de plaatselijke
omstandigheden. Met voldoening kan
men dan alhier constateeren, dat reeds
jaren lang het archiefwezen te Vlissin-
ÏNGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
voorkomen. Daura was dankbaar dat
Emmons het huis had verlaten maar
dacht, dat zij toch verstandig gedaan
had niet Douglas te vragen, de deur der
Bretonsche kamer te laten bewaken,
van het oogenblik, dat de bekwame
borduurster naar bed ging, tot het
oogenblik, dat Troy zou terugkomen.
„Je weet heel goed, hoe ik over je
denk", verdedigde Alastair zich. „Houd
je niet genoeg van mij om mij te behoe
den voor mijn vreeselijk lot, door te
beloven dat je met mij zult trouwen
Toe, om 's hemels wil 1"
Het zou voor haar plan, waarvan dit
huwelijksaanzoek een deel was, ge
makkelijker zijn geweest, als de arme
Alastair niet zulk een ongewenscht lot
te wachten stond, als zij hem in den
steek liet. Maar Daura kon hem nu niet
helpet].
„Je moet sterk genoeg zijn, beste,
om je zelf te beschermen, wat er ook
gebeurt", zeide zij vriendelijk. „Ik ge
loof niet, dat je werkelijk verplichtin
gen hebt jegens Vane, anders zou je
mij niet hebben gevraagd, om je vrouw-
te worden. Ik houd veel van je. Dat heb
ik altijd gedaan. Ik weet niet, of het de
rechte soort liefde is, omdat omdat
ik te weinig weet van een andere soort.
Maar hoe dat ook zij, ik kan je vraag
van avond niet beantwoorden, omdat
vader het niet goed vond, dat ik met je
meeging. Hij wil, dat ik terugrijd in den
grooten auto hij liet mij beloven, dat
ik in geval je over zoo iets mocht spre
ken, niet ja zou zeggen."
„Bij Jupiter 1 Zeide hij, dat je neen
gen een aanhoudende zorg is geweest
van het diligente gemeentebestuur. Met
weinig kosten en deze nog slechts tij
delijk zoo zal dan blijken zal
het de gemeente mogelijk zijn in het
'tekort aan hulp tegemoet te komen en
daarmee tevens het Archief nog meer
dan tot nu toe een vraagbaak te doen
zijn voor plaats- en voor landgenoot,
om nog te zwijgen v'an het nageslacht.
Dan zal ook niet meer het Ou-d-Archief
behoeven achter te staan bij het Archief
der gemeente na 1851, dat den laatsten
tijd ook uitstekend in orde is gekomen.
Waar de in 1918 tot stand gekomen
Archiefwet van zooveel importantie is
ook voor de gemeente-archieven, mocht
ik deze gebeurtenis niet stilzwijgend
voorbij gaan. Men bedenke echter, dat
een archivaris niet omnipotens is, door
zijn liefde voor zijn troetelkind vermag
hij veel, maar de materieele werkzaam
heden gaan maar al te vaak ten koste
van zijn wetenschappelijke prestatie's,
om nog te zwijgen van administratie
ven rompslomp.
Ik sprak daar straks van „reges Le
ben." Laat ik beginnen met te zeggen,
dat eenige plaatsgenooten van hun be
langstelling blijk gaven door het schen
ken van vele boekwerken. Er schuilt
hier wel degelijk kaf onder het koren,
de vriendelijke gevers zullen mij die op
merking zeker ten goede houden, daar
zij zelf er reeds op wezen, maar onder
het groote aantal niet minder dan
een kleine 400 nummers schuilen
toch wel verschillende exemplaren, die
een hartelijke dankbetuiging rechtvaar
digen. Temeer is die dank op zijn plaats
waar één der gevers de aangeboden
collectie heeft gekocht met het doel,
deze aan de Archief-blibliotheek ten
geschenke aan te bieden.
in de eerste plaats zij er de aandacht
op gevestigd, dat de heer 'C. N. J. de
Vey Mestdagh bij zijn vertrek uit de
gemeente heeft afgestaan de nog onder
hem berustende gildeboeken, oorspron
kelijk toebehoord hebbende aan het
„Boekverkoopers, Schilders- en Beelde-
snijders gilde."
Behalve dit geschenk in manuscript
heeft de heer De Vey Mestdagh tal van
werken geschonken, waarvan er ver
schillende een belangrijke aanwinst
ziin voor de Archief-bibliotheek.
Nog een eigenaardige schenking dan
ken wij aan denzelfde, nl. een compleet
Journaal 18561911, betreffende de
boekhandelszaak, dat uit den aard der
zaak voorioopig niet mag geopend
worden. Op mijn verzoek heeft de heer
Mestdagh dit archief zijner zaak, dat
ruim een halve eeuw omvat, niet ver
nietigd, maar afgestaan onder voor
waarde, dat het geheifm voorioopig
niet gesehonden wordt.
Het aantal gevraagde inlichtingen is
steeds toenemende en bereikte ook dit
iaar weder een grooter aantal dan te
voren. Zoo ook het persoonlijk bezoek
aan het Archief. Mijn hulp werd o.a.
ingeroepen voor het Naereboutsfeest in
den zomer. Zoo ook voor het 150-jarig
jubileum van het 'Zeeuwsch Genoot
schap der Wetenschappen. Ik wil in dit
moest zeggen
„Dat heeft hij nie niet bepaald voor
geschreven. Alleen ik mocht je niet aan
moedigen. Dat heb ik ook niet gedaan
wel
„Goede hemel, neen 1 Maar moedig
mij een beetje aan, of ik schiet me voor
het hoofd in plaats van te dansen op
dat ellendige bal
„Te oordeelen naar de wijze, waarop
'jij je gedragen hebt. jij ongelukkige
jongen, is dat hoofd de moeite niet
waard. Maar waarlijk, beste, dit is alles
wat ik kan zeggen ik zal er vanavond
over denken, of ik met je kan trouwen
of niet. en dan zal ik het je morgen
ochtend wel zeggen."
„Zeg het me vanavond 1 Ik kan het
niet uithouden tot morgen. Waarlijk,
dat kan ik niet! Dans den laatsten dans
met mij en zeg het mij dan. Dan weet
je toch zeker wel, of je genoeg van
mij houdt Dat diende je al lang te
hebben geweten. Ik heb je duidelijk ge
noeg getoond, hoe ik over je dacht."
„ik kan je niet beloven, je zoo spoe
dig te antwoorden. In elk geval na het
bal nadat we thuis zijn gekomen.
Daar is een reden voor iets dat
Nira betreft."
„Wil je haar om raad vragen
„Dat niet precies. Ik kan het je niet
uitleggen. Maar je moet zoo lang
wachten, Alastair. Èen half uur nadat
we weer thuis zijn. In de roode kamer.
Kon daar bij mij of wacht mij daar,
als ik er niet ben."
(Wordt vervolgd.)