NSTBODE
ZATERDAG «J
ITIMESM
itmeisje
r
IËMEENT.EBESTUUR
BINNENLAND
%2@p
No. 143
«SMSM* JiauBtr^airs^
^20
Jansche
[sjes Brieven lett
flise. Courant".
stadingen
sanwraesm
Ite voor terstond
Is Mevr. LAM-
|.ST, Bellamypark.
ezir. (wasch bui-
aan te meiden
:he tram.
hMiddelburg.
Inaf 1 April 1920.
Inaar Middelburg
I, 5.45*A, 6.40BG*
I.10G, 9.50, 10.300
lm. 12.30, 12.50,
12.10, 2.30G, 2.50,
4.10, 4.30, 4.50,
I.10C, 6.30, 6.50C,
|9.10, 9.50, 10.30,
naar Viissinven
Jt, 6.13*A, 7.10*G
10, 9.50G, 10.30,
12.30G, 1.10,
12.30, 2.50, 3.10G,
p.30G, 4.50, 5.10,
P, 7.10, 7.50, 8.30,
II.lOC.
en met Vrijdag
remise speciale
fcrkmanstreinen en
Irkdagen.
gertrekken van de
niet verder dan
Iren goederen al-
Imet rijden niet
gen.
in de richting
I minuten later als
Itrek Souburg in
pn plm. 17 minu-
hiddelburg. Duur
pr 30 minuten.
-Station.
-Bellamypark
f.50, 7.3Ó, 8.25,
n.m. 12.10,
1.20, 4.—, 4.50,
|.50, 8.50, 9.40,
-Stationsplein:
'.10, 7.50, 9.10,
12.05*, 12.30,
140, 4.30, 5.10,
|5, 10.15, 10.50,
Irijden niet op
Ijden alléén op
Iden van de re-
atschappij m
I i d d e lbu rg
rdam.
r. KW.
r.m. nr
7
7
7
T. Edit
tm. Kr
7
7
yordt Woens-
12 uur v.m,
komen:
I Transport en
ErvenG.VOSi
EENHOORN
fcSTERHOUTj
!rs. BUITEN-
VLISSIINGSC
Bij dfeia Cou^fit iisfaft een Bijvoegsel.
ADVERTENTIE-PRIJS 1.
Van 1—4 regels: ƒ1.— voor iedere
meer 24 centbij abonnement spe
ciale prijzen. Reclames 48 cent per regel
■Dienstaanbiedingen en dienstaanvragen
van 1—5 regels 50 centiedere regel meer
fg cent, bij contante betaling.
Familieberichten van 1—6 regels f s.Sj,
■iedere regel meer 24 cent.
ABONNEMENts-PRSJS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wai-
r.tieren 2.per drie maanden. Franco
1oor het geheeie rijk ƒ2210. Week-abon-
esménten 15 cent. Afzonderlijke nummers
4 cent.
FONDS VOOR HET GEMEENTE
ZIEKENHUIS.
Ontvangen b ij dragen:
Vorige opgave 19402.112
R. te R'0.—
Netto opbrengst verkoop pro
gramma's „Ons Genoegen" 26.35'/2
Totaal ƒ19438.47
-iryVe-ii. TIC r-r^7rir—iN'iiinlil nr IWII^
op de Vermogensbelasting en de Rijks-
j inkomstenbelasting.
J Mét de Commissie van Voorbereiding
i is de regeering van meening, dat, wat
cle heFiing van de belasting door het
j rijk betreft, zoowel ten gerieve van de
j burgerij ais der administratie de aan-
slagregeiing in handen van de rijksad-
ministratie moet bliiven.
Dat de gemeentelijke inkomstenbe-
j lasting door het rijk moet worden ge-
s heven, wenschen zii dan ook ais be-
j ginsel in de wet opgenomen te zien.
Om echter tegemoet' te komen aan de
i bezwaren van sommige gemeenten,
wordt aan de Kroon bevoegdheid ge
geven, om aan een gemeente, telkens
voor den tijd van hoogstens 5 jaar toe
te staan, zelf haar inkomstenbelasting
te blijven heffen.
Wat betreft de inrichting van het
tarief zijn de gemeenten niet aan de
'\Vet op de Inkomstenbetasting gebon
den. Toch zijn zij bij djjp inrichting niet
geheel vrij gelaten. Een rem toch voor
te sterke progressie en voor te hooge
j belasting der inkomens is gelegen in de
j nieuw voorgestelde bepaling van art.
243 e. Deze verruiming stelt de ge-
j meenten in staat, bij het inrichten van
j het tarief in ruimer mate dan thans mo-
M1LITIE. gelijk is, met de belangen der minst
Vrijstelling wegens broederdienst. draagkrachtigefi rekening te houden.
De Burgemeester van Vlissingen brengt j Een verdere verruiming, dan thans
ingevolge art. 60 tweede lid van het TOili- i wordt voorgesteld, is niet mogelijk,
tiebesluit ter algemeene kennis, dat door j ZOnder aan de bepaling alle bcteekenis
Gedeputeerde Staten van Zeeland bij hun van een grens [e ontnemen,
besluit dato 11 Juni 1920, no. -25a, onge- j Qok wat betreft het bedrag, dat van
grond Zijn verklaard de door A. W. Snubs (Je heff. der be|asfing wordt uitge-
ingebrachte bezwaren teg jS i zonderd, behoeven de gemeenten de
van den Mihtieraad ,n Zeeland, waar^aan lnkomstenb*|asting ,gl4
niet te volgen. Zij behouden de vrijheid
de vaststelling van dit bedrag te rege-
zijn zoon Marinus Johannes Smits,
plichtige dezer gemeente, lichting 1921.
vrijstelling wegens broederdienst is gewei
gerd.
Vlissingen, 19 Juni 1920.
De Burgemeester voornoemd,
J. G. VAN NIFTR1K, I..ÏB.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Vrijdag.
Non-attwiteitstvactementen zijn lee-
lijke instellingen. Iemand wordt Kamer
lid er houdt zijn halve salaris als non-
activiteitstractement, indien hij ambte
naar is. Er zitten verschillende van die
de artikelen, welke op de zg. forensen-
kwestie Betrekking hebben, gewijzigd.
Het belangrijkste verschil met de re
dactie van art. 244 van het laatste ont
werp bestaat daarin, dat de bijzondere
bepaling, welke voor de niet binnen het
rijk wonende of gevestigde belasting
plichtig waren gestéld, wederom zijn
teruggenomen.
Een geheel zuivere oplossing van het
vraagstuk. Boe de buitenlandsche fo
rensen te belasten, is echter niet te
vinden. Naar thans worét voorgesteld,
zuilen zij slechts dan belastingplichtig
in een gemeente'zijn. wanneer zij vallen
etldcr' art. 244a, 10 of 40. Voor de
eigen gemeentelijke inkomstenbelasting
za! de toestand "dus blijven, zxjoals zij
'thans r- De inspecteur zal met inacht
neming van de bepalingen van hoofd
stuk H der wet op èe Inkomstenbelas
ting 7914, d.w.z. de- bepalingen welke,
voor zoow el betreft de heffing der
rijksinkomstenbelasting uitsluiltend
voor de binnen het land gevestigde na
tuurlijke personen gelden, het zuiver
inkomen fier buitenlanders moeten be
rekenen.
Voor ée heffing der opcenten, is de
toestand eenigsz'ins anders, daar hef
fing van opcenten uiteraard alleen mo
gelijk is, wanneer er een aanslag in de
rijksink; mstecfbelasting is. Toepassing
van art. 244a, 30 of 40 zai dus slechts
mogelijk zijn. indien de buitenlandsche
'forens belastingplichtig is krachtens
art. 2 «Ier wet op 'de inkomstenbelasting
1914.'Dat de aanslag in dat geval niet
het wille inia.men betreft, is een euvel
dat niet wel valt te vermijden.
Bezuinigingen.
e Uit eer oogpunt van bezuinigingen
j len in verband met de plaatselijke om- moeten oe thans nog in particuliere
standigheden, met dien verstande even- huizen gevestigde militaire bureeien,
wel, dat niet verder mag worden ge
gaan dan de evengenoemde wet doet.
Behalve de bevoegdheid tot het doen
heffen van een eigen inkomstenbelas
ting op derf voet als hiervoren aange
geven. za! de gemeente dus verder de
gelegenheid krijgen tot het heffen van
ten hoogste honderd opcenten op de
Vermogensbelasting en de rijksfnkom-
stenbelasting. In de Wet zal, in tegen
stelling tot hetgeen bij de laatste wij
zigingen was voorgesteld, geen ver
band worden gelegd tusschen het hef
fen van opcenten op de Vermogensbe-
sohatkistplunderaars in de Kamer, 0.2. j lasting en de heffingen naar hei inko
de heer Duys. Nu is bij deze wet de
L. O. wet bepaald, dat aan onder
wijzers, die Kamerlid worden, ook dit
tractement wordt uitbetaald met terug
werkende kracht tot 1 Januari 1920.
Een buitenkansje dus voor aiie aspi
rant-staatslieden onder de onderwij.
men. De bepaling dat de opcenten -niet
boven het getal van honderd zullen
worden geheven, blijft intusschen ge
handhaafd.
De opcenten op de rijksinkomsten-
belasting zullen ook mogen worden ge-
heven naast de eigen gemeentelijke in-
zooveel mogelijk rn rijksgebouwen on
dergebracht worden.
,zers. komstenbelastig, doch alleen wanneer
Verworpen werd het amendement- j de percentage van heffing voor alle
Ossendorp, om alle reeds bestaande zuivere inkomens verminderd met den
■onderwijzers-pensioenen te herzien en aftrek voor noodzakelijk Ievcnsonder-
als grondslag te nemen de salarissen houd, gelijk is.
van 1 Januari 1920. Deze geheel wille- j Met behoud dezer beperking betee-
keurige bepaling wees de minister af. kent de bevoegdheid tot het heffen van
De overneming van de bestaande ten hoogste honderd opcenten op de
■scholen gaf tot ccnig debat aanleiding, rijksinkomstenbeiasting voor tal van
De minister stelt voor, dat de gemeen- gemeenten een verruiming van het aan-
ten jaarlijks betalen aan de schoolbe- j tal progressie-mogelijkheden, zonder
sturen terwijl de heer K. ter Laan gra- dat daardoor de rem voor een al te
tis overdracht aan de gemeente wensch- hooge belasting der hoogste inkomens
ie, omdat de andere methode veel te wordt weggenomen,
bezwarend zou zijn voor de gemeenten. Naar uit 'het vorenstaande volgt,
De minister kwam nog aan dit be- geeft.het thans voorgestelde systeem de
zwaar tegemoet, door vier millioen gul- gemeente de gelegenheid om het mko-
den beschikbaar te stellen, ten einde 1 men te belasten op zoodamgen voet,
de gemeenten te ontlasten welke te j verband met de plaatselijke om-
zwaar gedrukt worden. De gemeenten standigheden gewenscht wordt Daar-
zullen in totaal dan slechts 1.8 mil- is «e gemeelde aan zekere wettelij-
lioen gulden hebben te betalen. De j ke Sjenzcn gebonden, welke eenerzijds
,,1 minder knellend zijn dan de grenzen,
an
derzijds echter evenzeer de strekking
schatting van de gebouwen zal ge- j '™™er„ "'J". udn ue Kren
schieden naar de waarde op 1 Juli 1914. 1 welke de tegenwoordige wet stelt,
Het artikel werd op verzoek van den
heer Dresselhuijs tot Dinsdag aange
houden. De overige artikelen van deze
wet werden afgehandeld. Op het aan
gehouden artikel na is de wet thans
gereed.
Wijziging der Gemeentewet.
hebben buitensporige heffing tegen te
gaan.
j De e.ischan,welke in cien tegenwoordi-
i gen tijd aan de gemeenten worden ge-
I steld, beginnen echter in sommige ge-
i meenten, welker draagkracht gering is,
1 zoo drukkend te worden, dat zelfs bij
een ruimer financieel beiseer een zeer
hooge betasting der inkomens niet ach-
i terwegc kan blijven. Ten einde ont- I ring, maar vooral de groote menigte,
erhooging pensioenen spoonveg-
personeel.
Op de vragen van den heer H. G. M.
Hermans betreffende toekenning van
een verhooging van pensioen aan de
gepensimnneerden der Nederlandsche
spoorwegen, heeft de minister van wa
terstaat' het volgende geantwoord
Evenals de spoorwegmaatschappijen
is de ondergeteekende bereid te bevor
deren, dat aan oe gepensionneerden der
Nederlandsche spoorwegen eefn verhoo-
ging vun pensioen worde toegekend.
Overleg hieromtrent is met de spoor
wegmaatschappijen gaande. De noodi-
ge wijzigingen van de reglementen voor
■ue pensioenfondsen zullen niet in wer
king kunnen treden dan met medewer
king van den wetgever.
Het is niet uitgesloten, dat een vol
doende verhooging niet alleen van de
maatschappijen maar ook van het Rijk
een offer zal ëisciien. Zoodra omtrent
een en ander overeenstemming bereikt
zal zijn, zullen maatregelen tot Bespoe
digde uitkeering van de verhooging
worden bevorderd.
Loodswezen.
Bij Kon. besluit is
le. met ingang van 1 Juli 1920, de
adjunct-commissaris van het loodswe
zen, de betonning, bebakening en ver
lichting te Maasshuis P. C. van Diest in
gelijke betrekking overgeplaatst naar
Rotterdam
2e. benoemd («t tijdelijk adjunct-
commissaris van het loodswezen, de
betonning, bebakening en verlichting
te Maassluis, de heer C. Vermeulen, le
stuurman ter koopvaardij.
EEN ONVERGETELIJKE AVOND.
Honderden hadden gisterenavond ge
volg gegeven aan de uitnoodiging van
het comité, dat stadgenooten in de ge
legenheid stelde om dr. Merckens geiuk
te wenschen met zijn vrijspraak.
Toen deze op het aangegeven uur
met zijn eehtgenoote de zaal van den
heer Harsveld binnentrad, bewees niet
slechts een smaakvolle palmenversie-
wrichting van de financiën dezer ge-
Bij de Tweede Kamer is ingekomen j meenten te voorkomen, za! steun van
een derde nota van wijziging van het j rijkswege niet langer kunnen uitblijven,
wptsnntwprn tot wiizirrintr der Gemppn- Het ligt daarom in de bedoeling van de
wetsontwerp tot wijziging der Gemeen
tewet en van de wet op de Inkomsten
belasting 1914.
In de Memorie van Toelichting merkt
de regeering op, dat inderdaad geble
ken is, dat een uniforme toepassing van
het tarief der Rijksinkomstenbelasting
het overgroote deel der gemeenten in
ernstige financieele moeilijkheden zou
brengen. Daarom heeft de regeering
gemeend, in overleg met de commissie
van voorbereiding, op haar laatste
yporstel te moeten terugkomen.
Thans wordt de bevoegdheid tot het
doen heffen van een eigen belasting
naar het inkomen weder hersteld, al is
het gewijzigde systeem niet zonder
meer een terugkeeren tot het vroegere
ontwerp.
Eenerzijds laat het nieuwe systeem
aan de gemeenten op enkele punten
wat minder bevoegdheid, anderzijds
is de bevoegdheid der gemeenten in het
nieuwe voorstel ruimer door het open
stellen van de gelegenheid tot het hef
fen van ten hoogsgte honderd opcenten
ministers zoo spoedig mogelijk een
noodregeling te deen voorbereiden.
J in de tegenwoordige wet is bepaald,
dat het bedrag, dat voor noodzakelijk
levensonderhoud wordt afgetrokken,
voor alle aanslagen gelijk is of op ge
lijken voet berekend wordt in verband
met de samenstelling van het gezin.
Nu in dit artikel bepaald is, dat deze
aftrek niet meer mag bedragen dan
800, vermeerderd met het bedrag,
waarmede dat inkomen bij toepassing
van artikel 38 der wet op de Inkom
stenbelasting 1917 zou worden vermin
derd, is het niet rationeel, om dezen
hoezeer hij zich van veler sympathie
kon verzekerd houden. Een hartelijke
ovatie werd hem gebracht en ook zijn
verdediger jyir. Kuipers, die met zijn
eehtgenoote eveneens aanwezig was,
deelde in deze ondubbelzinnige blijken
van hartelijke belangstelling, die voorts
door tal van sprekers vertolkt werd.
Dr. Joh. de Groot begon met alle
aanwezigen en in 't bijzonder dr. en
mevr. Merckens en mr. en mevr. Kui
pers, namens het comité welkom te
hecten. Wij herdenken, aldus spr., he
den 18 Juni den slag bij Waterloo, waar
.ruim '00 jaar geleden recht en gerech
tigheid zegevierden na harden, moeilij
ken en bitteren strijd. Zulke moeilijke
dagen, waarin veel strijd geweest is,
liggen nu ook achter U, dr. Merckens.
eisch te blijven stellen. Het laten ver- i En nu danken wij U met God ervoor dat
vallen van dien eisch levert, in verband
met de thans gestelde limiet, trouwens
geen gevaar op.
In verband met het weder opnemen
van de bevoegdheid, een eigen inkom
stenbelasting te doen heffen, en met
het loslaten van den nauwen band tus
schen heffing van het inkomen en op
centen op de Vermogensbelasting, zijn
ook thans recht en gerechtigheid heb
ben gezegevierd, dat de volle waarheid
aan 't licht is gekomen. Deze avond is
geen feestavond en geen huldiging wij
willen alleen zeggen wij danken God
en zijn met U blijde. Dank en blijdschap
vervullen ons over het zegevieren van
het recht. Wie, gelijk spr., verleden
week de terechtzitting bijwoonde kreeg
den indruk, dat er vele dingen scheef
gezel waren. Maar nu is het anders en
van dat andere willen wij dezen avond
getuigen op zoodanige wijze, dat alle
Vlissingers het mogen hooren. Men
had dezen beklaagde groot onrecht
aangedaan. Maar na de terechtzitting
hebben we dezen avond de terechtstel
ling de zaken worden nu eens werke
lijk recht gezet. Dr. Westerman ver
klaarde verleden week met grooten na
druk „Niemand heeft het recht te be
twijfelen of dr. Merckens een goed
chirurg is." Die uitspraak is door de
rechtbank aanvaard en wij verheugen
er ons over en spreken onze sympathie
en vertrouwen uit. Voor ons is het
geen feestavond, maar wel voor U. Ons
woord „feest" houdt verband met
„vast". Na deze gang door diepe dalen
wordt uw weg weer vast gemaakt door
de liefde en trouw U betoond. Die
sympathie willen wij ook toonen aan
uw vrouw en U in haar eeren en daar
om is het ons een voorrecht U, mevr.
Merckens, deze bloemen te overhandi
gen. (Onder luide toejuichingen bood
hier de heer Laernoes een bouquet
aan)..
Vervolgens richtte spr. zich tot mr.
Kuipers en dankte hem in warme be
woordingen voor alles wat deze voor
dr. Merckens en diens vrienden in de
achterliggende weken gedaan had. Ook
■mevr. Kuipers had hierbij fraaie bloe
men in ontvangst te nemen.
Namens den Kerkeraad der Ned. Herv.
Gemeente sprak daarna dr. O. Norel,
die begon met te herinneren aan een
woord uit de eerste satyre van Horati-
us, waarin gehandeld wordt over de af-
gunst op anderer beroep. De soldaat
benijdt den koopman, deze weer den
soldaar. De rechtsgeleerde bekfjagt
7.ich, dat hij voor het hanengekraai
reeds werdt lastig gevallen en benijdt
deswege den veldman, die op zijn
'beurt, blind voor eigen geluk, weer
afgunstig is op 't lot van den rechtsge
leerde. Zoo gaat het volgens Horatius
aitijd in de wereld. Spr. meent echter
dat het niet zoo is. Toen hij de te
rechtzitting bijwoonde, heeft hij daar
geleerd, dat er ambten zijn zoo moeilijk
dat ze geenszins benijdenswaardig zijn.
Spr. heeft bijv. de verslaggevers niet
benijd, evenmin de rechterlijke ambte
naren en nog minder de doctoren. Zij
moeten op kritieke oogenblikken een
keuze doen volgens hun geweten en
hébben zij die eenmaal gedaan, dan
komt de kritiek van de buitenstaanders.
En waar hij dus ook den medicus niet
benijdde, daar kon hij zooveel te ster
ker liet hart laten spreken. Daartoe
greep hij deze gelegenheid met dank
baarheid aan. Wij vinden het heerlijk,
dat we U hier hebben als onze dokter,
omdat we weten dat gij uw patiënten
lichamelijk en geestelijk wilt helpen
naar uw vermogen en met al de liefde
van uw hart. En dan zou ik U kunnen
benijden, dat ge dokter zijt, nl. gezien
bij het ideale licht, dat ons het oordeel
der menschen niet doet vreezen. Ten
slotte blijft het toch altijd waar „een
man met God is de meerderheid". Gij
hebt het met God gewaagd, op Hem
vertrouwd en ik ben blijde, dat ik do
minee mag zijn in een plaats, waar dr.
Merckens dokter is, een helper naar het
lichaam, een steuner naar den geest.
Vervolgens sprak de heer R. G. van
Nieuwkuyk^die begon met de bekende
regel uit Tollens' „Overwintering" in
herinnering te brengen „Men let op
d'uitkomst niet, maar telt het doel al
leen." Hoe waar ook in 't algemeen,
dezen avond willen we dit woord om-
keeren en niet aan het doel denken,
doch allleen aan de uitkomst, aan het
INGEZONDEN MEDEDEELINGr.c.
zegene in uw beroep, U wijsheid en
verstand geve. Hij zij U ook verder in
uw moeilijk werk tot steun. En aan ons
de taak trouw te doen blijken.
De heer A. P. jungcurt Jr. sprak als
voorzitter van de Chr. Hist. Kiesvereen.
niet om ook maar in 't minst een poli
tiek cachet aan den avond te geven,
maar omdat recht en waarheid twee
woorden zijn, die ook in ons vaandel
staan geschreven. Nu deze hebben ge
zegevierd, willen wij ook als vereeni-
ging uiting aan onze blijdschap daar
over geven.
Ongetwijfeld is er deze laatste weken
veel bij U omgegaan. Al is men voor
ijn consciëntie ook ten volle verant
woord, zulke dingen laten iemand niet
kóud. Maar gij hebt dien vuurproef
doorstaan. Gij staat voor ons schitte
rend gerechtvaardigd. Wij, die geen
oogenblik getwijfeld hebben aan uw
gewetensvolle nauwgezetheid, uw be
kwaamheid en uw liefde voor de lijden
de menschheid, verheugen ons met U
en de uwen. God zegene U nog tal van
jaren en stelle LI tot een zegen voor
onze gemeente.
De heer A. Huson vertolkt de vreug
de van de leden van Boaz. Men heeft
gedacht dat men de Vlissingers van U
kon verwijderen, maar zij zijn daaren
tegen tot 0 gebracht en nauwer aan U
verbonden.
Mr. Kuiper, de verdediger, meende
bij zooveel sprekers niet te mogen ach
terblijven. Een week geleden was er in
mijn hart een gevoel van heftigheid en
verontwaardiging en ik heb gemeend
daraaan uiting te moeten geven als tolk
van de Vlissingers. Maar thans heeft
dat gevoel van heftigheid plaats ge
maakt voor een gevoel van dankbaar
heid. Dankbaarheid over den afgesla
gen aanval. Dankbaarheid ook omdat
dr. Merckens mii heeft doen zien zijn
groote vertrouwen in zijn goed recht,
een vertrouwen, waarin hij steun van
Boven vond. Maar ook dankbaarheid
omdat hier dezen avond zoo ondubbel
zinnig blijkt, welk een plaats dr. Mer
ckens in de harten van honderden in
neemt, waarom het spr. een voorrecht
is zich in diens vriendschap aan te
bevelen.
Nog enkeie andere sprekers voerden
het woord, die zich in hoofdzaak bij
hetgeen reeds gezegd was, aansloten.
Zoo sprak de heer W. de Ridder na
mens den Chr. Nat. Werkmansbond, de
heer G. van de Putte namens de recht-
sche raadsleden, die hadden meegeleefd
in de dagen van spanning en zich nu
resultaat, dat verblijdend is voor bijna j verheugden. De heer A. Mol vertolkte
nool cla t/liocirtzrooMn Ka, 11./v \X/^ 1
heel de Vlissingsche bevolking. We
hadden moed op den goeden uitslag,
we hadden U kennende dien ver
wacht. Maar toch hebben we gejuicht
toen vanmorgen de blijde tijding kwam.
„Gedeelde vreugd, is dubbele vreugd",
zegt de spreuk. Wat zal er dan veel
vreugde heden in uw woning zijn, waar
zóó in uw geluk gedeeld wordt. Namens
zeer vele vrienden wensch ik U geluk
met dezen uitslag, dien wij naast God
danken aan het hooge standpunt, inge
nomen door de Middelburgsche rechters.
Een persoonlijke herinnering, waarbij
spr. dr. Merckens heeft leeren waar-
deeren als geneesheer en als chi
rurg wordt naar voren gebracht, een
feit, dat een helder licht werpt op diens
zelfopoffering, waar het om de lijdende
menschheid gaat. Met een herhaalden
gelukwensch, ook aan mr. Kuipers,
eindigt de heer Van Nieuwkuyk, die
evenals andere sprekers herhaaldelijk
door toejuiching en andere blijken van
instemming was onderbroken.
Dan brengt de heer P. G. Laernoes
de gelukwenschen der Anti Rev. Kies-
vereeniging over. We hebben, zoo zegt
hij, in de afgeloopen weken met U me
degeleefd en begrepen iets van het ern
stige, doch zijn nu des te meer met U
verheugd.
U, die nummer één van ons was
had hoe het ook geloopen ware
nummer een onder ons gebleven. Uw
trouw aan onze beginselen is ons be-
koud. Maar gij hebt die vuurproef
willen dat dezen avond ook uitspreken.
Ik spreek den wensch uit, dat God U
de gevoelens van het personeel der
Christ. School aan de Palingstraat,
waaraan de naam Merckens in onaf
scheidelijke herinnering verbonden is
terwijl de heer Cornelis blijk gaf van de
sympathie, die de leden der Chr. jon-
geiingsvereeniging gevoelen. Een paar
patiënten kwamen ook getuigen van
hun dankbaarheid en toegenegenheid
voor hun geneesheer.
Eindelijk was het woord aan dr. Mer
ckens zelf.
Beste vrienden, aldus spr., ik behoef
U niet te zeggen, wat er thans in mij
omgaat. Ik zou het ook niet kunnen
zeggen. Eigenlijk heb ik minder tegen
de rechtszaak opgezien dan tegen de
zen avond bij het binnenkomen van de
zaal. Waaraan heb ik dat verdiend
Gij maakt mij beschaamd door zooveel
liefde en waardeering. Het wordt voor
mij en de mijnen een onvergetelij
ke avond na veel doorgestaan leed.
Het beroep van den medicus is een
heerlijk 'beroep, maar 't heeft ook wel
schaduwkanten, die echter gewoonlijk
door den leek te donker worden ge
zien. Deze laatste dagen hebben mij
natuurlijk aangepakt, maar ik heb het
goede ook in deze zaak mogen aan
schouwen, n.l. dat God ons leven be
stuurt in vreugde en leed. Daarom is
deze beproeving mij ook niet te zwaar
gevallen. God zendt ons Zijn beproe
vingen om ons klein te maken en ons
te bewaren voor zelfverheffing. En nu
maakt God mij niet klein door beproe
ving maar door de vreugde van dezen
avond. Ik ben U dankbaar voor uw