NSTBODE ZATERDAG «J ITIMESM itmeisje r IËMEENT.EBESTUUR BINNENLAND %2@p No. 143 «SMSM* JiauBtr^airs^ ^20 Jansche [sjes Brieven lett flise. Courant". stadingen sanwraesm Ite voor terstond Is Mevr. LAM- |.ST, Bellamypark. ezir. (wasch bui- aan te meiden :he tram. hMiddelburg. Inaf 1 April 1920. Inaar Middelburg I, 5.45*A, 6.40BG* I.10G, 9.50, 10.300 lm. 12.30, 12.50, 12.10, 2.30G, 2.50, 4.10, 4.30, 4.50, I.10C, 6.30, 6.50C, |9.10, 9.50, 10.30, naar Viissinven Jt, 6.13*A, 7.10*G 10, 9.50G, 10.30, 12.30G, 1.10, 12.30, 2.50, 3.10G, p.30G, 4.50, 5.10, P, 7.10, 7.50, 8.30, II.lOC. en met Vrijdag remise speciale fcrkmanstreinen en Irkdagen. gertrekken van de niet verder dan Iren goederen al- Imet rijden niet gen. in de richting I minuten later als Itrek Souburg in pn plm. 17 minu- hiddelburg. Duur pr 30 minuten. -Station. -Bellamypark f.50, 7.3Ó, 8.25, n.m. 12.10, 1.20, 4.—, 4.50, |.50, 8.50, 9.40, -Stationsplein: '.10, 7.50, 9.10, 12.05*, 12.30, 140, 4.30, 5.10, |5, 10.15, 10.50, Irijden niet op Ijden alléén op Iden van de re- atschappij m I i d d e lbu rg rdam. r. KW. r.m. nr 7 7 7 T. Edit tm. Kr 7 7 yordt Woens- 12 uur v.m, komen: I Transport en ErvenG.VOSi EENHOORN fcSTERHOUTj !rs. BUITEN- VLISSIINGSC Bij dfeia Cou^fit iisfaft een Bijvoegsel. ADVERTENTIE-PRIJS 1. Van 1—4 regels: ƒ1.— voor iedere meer 24 centbij abonnement spe ciale prijzen. Reclames 48 cent per regel ■Dienstaanbiedingen en dienstaanvragen van 1—5 regels 50 centiedere regel meer fg cent, bij contante betaling. Familieberichten van 1—6 regels f s.Sj, ■iedere regel meer 24 cent. ABONNEMENts-PRSJS Voor Vlissingen en gemeenten op Wai- r.tieren 2.per drie maanden. Franco 1oor het geheeie rijk ƒ2210. Week-abon- esménten 15 cent. Afzonderlijke nummers 4 cent. FONDS VOOR HET GEMEENTE ZIEKENHUIS. Ontvangen b ij dragen: Vorige opgave 19402.112 R. te R'0.— Netto opbrengst verkoop pro gramma's „Ons Genoegen" 26.35'/2 Totaal ƒ19438.47 -iryVe-ii. TIC r-r^7rir—iN'iiinlil nr IWII^ op de Vermogensbelasting en de Rijks- j inkomstenbelasting. J Mét de Commissie van Voorbereiding i is de regeering van meening, dat, wat cle heFiing van de belasting door het j rijk betreft, zoowel ten gerieve van de j burgerij ais der administratie de aan- slagregeiing in handen van de rijksad- ministratie moet bliiven. Dat de gemeentelijke inkomstenbe- j lasting door het rijk moet worden ge- s heven, wenschen zii dan ook ais be- j ginsel in de wet opgenomen te zien. Om echter tegemoet' te komen aan de i bezwaren van sommige gemeenten, wordt aan de Kroon bevoegdheid ge geven, om aan een gemeente, telkens voor den tijd van hoogstens 5 jaar toe te staan, zelf haar inkomstenbelasting te blijven heffen. Wat betreft de inrichting van het tarief zijn de gemeenten niet aan de '\Vet op de Inkomstenbetasting gebon den. Toch zijn zij bij djjp inrichting niet geheel vrij gelaten. Een rem toch voor te sterke progressie en voor te hooge j belasting der inkomens is gelegen in de j nieuw voorgestelde bepaling van art. 243 e. Deze verruiming stelt de ge- j meenten in staat, bij het inrichten van j het tarief in ruimer mate dan thans mo- M1LITIE. gelijk is, met de belangen der minst Vrijstelling wegens broederdienst. draagkrachtigefi rekening te houden. De Burgemeester van Vlissingen brengt j Een verdere verruiming, dan thans ingevolge art. 60 tweede lid van het TOili- i wordt voorgesteld, is niet mogelijk, tiebesluit ter algemeene kennis, dat door j ZOnder aan de bepaling alle bcteekenis Gedeputeerde Staten van Zeeland bij hun van een grens [e ontnemen, besluit dato 11 Juni 1920, no. -25a, onge- j Qok wat betreft het bedrag, dat van grond Zijn verklaard de door A. W. Snubs (Je heff. der be|asfing wordt uitge- ingebrachte bezwaren teg jS i zonderd, behoeven de gemeenten de van den Mihtieraad ,n Zeeland, waar^aan lnkomstenb*|asting ,gl4 niet te volgen. Zij behouden de vrijheid de vaststelling van dit bedrag te rege- zijn zoon Marinus Johannes Smits, plichtige dezer gemeente, lichting 1921. vrijstelling wegens broederdienst is gewei gerd. Vlissingen, 19 Juni 1920. De Burgemeester voornoemd, J. G. VAN NIFTR1K, I..ÏB. TWEEDE KAMER. Vergadering van Vrijdag. Non-attwiteitstvactementen zijn lee- lijke instellingen. Iemand wordt Kamer lid er houdt zijn halve salaris als non- activiteitstractement, indien hij ambte naar is. Er zitten verschillende van die de artikelen, welke op de zg. forensen- kwestie Betrekking hebben, gewijzigd. Het belangrijkste verschil met de re dactie van art. 244 van het laatste ont werp bestaat daarin, dat de bijzondere bepaling, welke voor de niet binnen het rijk wonende of gevestigde belasting plichtig waren gestéld, wederom zijn teruggenomen. Een geheel zuivere oplossing van het vraagstuk. Boe de buitenlandsche fo rensen te belasten, is echter niet te vinden. Naar thans worét voorgesteld, zuilen zij slechts dan belastingplichtig in een gemeente'zijn. wanneer zij vallen etldcr' art. 244a, 10 of 40. Voor de eigen gemeentelijke inkomstenbelasting za! de toestand "dus blijven, zxjoals zij 'thans r- De inspecteur zal met inacht neming van de bepalingen van hoofd stuk H der wet op èe Inkomstenbelas ting 7914, d.w.z. de- bepalingen welke, voor zoow el betreft de heffing der rijksinkomstenbelasting uitsluiltend voor de binnen het land gevestigde na tuurlijke personen gelden, het zuiver inkomen fier buitenlanders moeten be rekenen. Voor ée heffing der opcenten, is de toestand eenigsz'ins anders, daar hef fing van opcenten uiteraard alleen mo gelijk is, wanneer er een aanslag in de rijksink; mstecfbelasting is. Toepassing van art. 244a, 30 of 40 zai dus slechts mogelijk zijn. indien de buitenlandsche 'forens belastingplichtig is krachtens art. 2 «Ier wet op 'de inkomstenbelasting 1914.'Dat de aanslag in dat geval niet het wille inia.men betreft, is een euvel dat niet wel valt te vermijden. Bezuinigingen. e Uit eer oogpunt van bezuinigingen j len in verband met de plaatselijke om- moeten oe thans nog in particuliere standigheden, met dien verstande even- huizen gevestigde militaire bureeien, wel, dat niet verder mag worden ge gaan dan de evengenoemde wet doet. Behalve de bevoegdheid tot het doen heffen van een eigen inkomstenbelas ting op derf voet als hiervoren aange geven. za! de gemeente dus verder de gelegenheid krijgen tot het heffen van ten hoogste honderd opcenten op de Vermogensbelasting en de rijksfnkom- stenbelasting. In de Wet zal, in tegen stelling tot hetgeen bij de laatste wij zigingen was voorgesteld, geen ver band worden gelegd tusschen het hef fen van opcenten op de Vermogensbe- sohatkistplunderaars in de Kamer, 0.2. j lasting en de heffingen naar hei inko de heer Duys. Nu is bij deze wet de L. O. wet bepaald, dat aan onder wijzers, die Kamerlid worden, ook dit tractement wordt uitbetaald met terug werkende kracht tot 1 Januari 1920. Een buitenkansje dus voor aiie aspi rant-staatslieden onder de onderwij. men. De bepaling dat de opcenten -niet boven het getal van honderd zullen worden geheven, blijft intusschen ge handhaafd. De opcenten op de rijksinkomsten- belasting zullen ook mogen worden ge- heven naast de eigen gemeentelijke in- zooveel mogelijk rn rijksgebouwen on dergebracht worden. ,zers. komstenbelastig, doch alleen wanneer Verworpen werd het amendement- j de percentage van heffing voor alle Ossendorp, om alle reeds bestaande zuivere inkomens verminderd met den ■onderwijzers-pensioenen te herzien en aftrek voor noodzakelijk Ievcnsonder- als grondslag te nemen de salarissen houd, gelijk is. van 1 Januari 1920. Deze geheel wille- j Met behoud dezer beperking betee- keurige bepaling wees de minister af. kent de bevoegdheid tot het heffen van De overneming van de bestaande ten hoogste honderd opcenten op de ■scholen gaf tot ccnig debat aanleiding, rijksinkomstenbeiasting voor tal van De minister stelt voor, dat de gemeen- gemeenten een verruiming van het aan- ten jaarlijks betalen aan de schoolbe- j tal progressie-mogelijkheden, zonder sturen terwijl de heer K. ter Laan gra- dat daardoor de rem voor een al te tis overdracht aan de gemeente wensch- hooge belasting der hoogste inkomens ie, omdat de andere methode veel te wordt weggenomen, bezwarend zou zijn voor de gemeenten. Naar uit 'het vorenstaande volgt, De minister kwam nog aan dit be- geeft.het thans voorgestelde systeem de zwaar tegemoet, door vier millioen gul- gemeente de gelegenheid om het mko- den beschikbaar te stellen, ten einde 1 men te belasten op zoodamgen voet, de gemeenten te ontlasten welke te j verband met de plaatselijke om- zwaar gedrukt worden. De gemeenten standigheden gewenscht wordt Daar- zullen in totaal dan slechts 1.8 mil- is «e gemeelde aan zekere wettelij- lioen gulden hebben te betalen. De j ke Sjenzcn gebonden, welke eenerzijds ,,1 minder knellend zijn dan de grenzen, an derzijds echter evenzeer de strekking schatting van de gebouwen zal ge- j '™™er„ "'J". udn ue Kren schieden naar de waarde op 1 Juli 1914. 1 welke de tegenwoordige wet stelt, Het artikel werd op verzoek van den heer Dresselhuijs tot Dinsdag aange houden. De overige artikelen van deze wet werden afgehandeld. Op het aan gehouden artikel na is de wet thans gereed. Wijziging der Gemeentewet. hebben buitensporige heffing tegen te gaan. j De e.ischan,welke in cien tegenwoordi- i gen tijd aan de gemeenten worden ge- I steld, beginnen echter in sommige ge- i meenten, welker draagkracht gering is, 1 zoo drukkend te worden, dat zelfs bij een ruimer financieel beiseer een zeer hooge betasting der inkomens niet ach- i terwegc kan blijven. Ten einde ont- I ring, maar vooral de groote menigte, erhooging pensioenen spoonveg- personeel. Op de vragen van den heer H. G. M. Hermans betreffende toekenning van een verhooging van pensioen aan de gepensimnneerden der Nederlandsche spoorwegen, heeft de minister van wa terstaat' het volgende geantwoord Evenals de spoorwegmaatschappijen is de ondergeteekende bereid te bevor deren, dat aan oe gepensionneerden der Nederlandsche spoorwegen eefn verhoo- ging vun pensioen worde toegekend. Overleg hieromtrent is met de spoor wegmaatschappijen gaande. De noodi- ge wijzigingen van de reglementen voor ■ue pensioenfondsen zullen niet in wer king kunnen treden dan met medewer king van den wetgever. Het is niet uitgesloten, dat een vol doende verhooging niet alleen van de maatschappijen maar ook van het Rijk een offer zal ëisciien. Zoodra omtrent een en ander overeenstemming bereikt zal zijn, zullen maatregelen tot Bespoe digde uitkeering van de verhooging worden bevorderd. Loodswezen. Bij Kon. besluit is le. met ingang van 1 Juli 1920, de adjunct-commissaris van het loodswe zen, de betonning, bebakening en ver lichting te Maasshuis P. C. van Diest in gelijke betrekking overgeplaatst naar Rotterdam 2e. benoemd («t tijdelijk adjunct- commissaris van het loodswezen, de betonning, bebakening en verlichting te Maassluis, de heer C. Vermeulen, le stuurman ter koopvaardij. EEN ONVERGETELIJKE AVOND. Honderden hadden gisterenavond ge volg gegeven aan de uitnoodiging van het comité, dat stadgenooten in de ge legenheid stelde om dr. Merckens geiuk te wenschen met zijn vrijspraak. Toen deze op het aangegeven uur met zijn eehtgenoote de zaal van den heer Harsveld binnentrad, bewees niet slechts een smaakvolle palmenversie- wrichting van de financiën dezer ge- Bij de Tweede Kamer is ingekomen j meenten te voorkomen, za! steun van een derde nota van wijziging van het j rijkswege niet langer kunnen uitblijven, wptsnntwprn tot wiizirrintr der Gemppn- Het ligt daarom in de bedoeling van de wetsontwerp tot wijziging der Gemeen tewet en van de wet op de Inkomsten belasting 1914. In de Memorie van Toelichting merkt de regeering op, dat inderdaad geble ken is, dat een uniforme toepassing van het tarief der Rijksinkomstenbelasting het overgroote deel der gemeenten in ernstige financieele moeilijkheden zou brengen. Daarom heeft de regeering gemeend, in overleg met de commissie van voorbereiding, op haar laatste yporstel te moeten terugkomen. Thans wordt de bevoegdheid tot het doen heffen van een eigen belasting naar het inkomen weder hersteld, al is het gewijzigde systeem niet zonder meer een terugkeeren tot het vroegere ontwerp. Eenerzijds laat het nieuwe systeem aan de gemeenten op enkele punten wat minder bevoegdheid, anderzijds is de bevoegdheid der gemeenten in het nieuwe voorstel ruimer door het open stellen van de gelegenheid tot het hef fen van ten hoogsgte honderd opcenten ministers zoo spoedig mogelijk een noodregeling te deen voorbereiden. J in de tegenwoordige wet is bepaald, dat het bedrag, dat voor noodzakelijk levensonderhoud wordt afgetrokken, voor alle aanslagen gelijk is of op ge lijken voet berekend wordt in verband met de samenstelling van het gezin. Nu in dit artikel bepaald is, dat deze aftrek niet meer mag bedragen dan 800, vermeerderd met het bedrag, waarmede dat inkomen bij toepassing van artikel 38 der wet op de Inkom stenbelasting 1917 zou worden vermin derd, is het niet rationeel, om dezen hoezeer hij zich van veler sympathie kon verzekerd houden. Een hartelijke ovatie werd hem gebracht en ook zijn verdediger jyir. Kuipers, die met zijn eehtgenoote eveneens aanwezig was, deelde in deze ondubbelzinnige blijken van hartelijke belangstelling, die voorts door tal van sprekers vertolkt werd. Dr. Joh. de Groot begon met alle aanwezigen en in 't bijzonder dr. en mevr. Merckens en mr. en mevr. Kui pers, namens het comité welkom te hecten. Wij herdenken, aldus spr., he den 18 Juni den slag bij Waterloo, waar .ruim '00 jaar geleden recht en gerech tigheid zegevierden na harden, moeilij ken en bitteren strijd. Zulke moeilijke dagen, waarin veel strijd geweest is, liggen nu ook achter U, dr. Merckens. eisch te blijven stellen. Het laten ver- i En nu danken wij U met God ervoor dat vallen van dien eisch levert, in verband met de thans gestelde limiet, trouwens geen gevaar op. In verband met het weder opnemen van de bevoegdheid, een eigen inkom stenbelasting te doen heffen, en met het loslaten van den nauwen band tus schen heffing van het inkomen en op centen op de Vermogensbelasting, zijn ook thans recht en gerechtigheid heb ben gezegevierd, dat de volle waarheid aan 't licht is gekomen. Deze avond is geen feestavond en geen huldiging wij willen alleen zeggen wij danken God en zijn met U blijde. Dank en blijdschap vervullen ons over het zegevieren van het recht. Wie, gelijk spr., verleden week de terechtzitting bijwoonde kreeg den indruk, dat er vele dingen scheef gezel waren. Maar nu is het anders en van dat andere willen wij dezen avond getuigen op zoodanige wijze, dat alle Vlissingers het mogen hooren. Men had dezen beklaagde groot onrecht aangedaan. Maar na de terechtzitting hebben we dezen avond de terechtstel ling de zaken worden nu eens werke lijk recht gezet. Dr. Westerman ver klaarde verleden week met grooten na druk „Niemand heeft het recht te be twijfelen of dr. Merckens een goed chirurg is." Die uitspraak is door de rechtbank aanvaard en wij verheugen er ons over en spreken onze sympathie en vertrouwen uit. Voor ons is het geen feestavond, maar wel voor U. Ons woord „feest" houdt verband met „vast". Na deze gang door diepe dalen wordt uw weg weer vast gemaakt door de liefde en trouw U betoond. Die sympathie willen wij ook toonen aan uw vrouw en U in haar eeren en daar om is het ons een voorrecht U, mevr. Merckens, deze bloemen te overhandi gen. (Onder luide toejuichingen bood hier de heer Laernoes een bouquet aan).. Vervolgens richtte spr. zich tot mr. Kuipers en dankte hem in warme be woordingen voor alles wat deze voor dr. Merckens en diens vrienden in de achterliggende weken gedaan had. Ook ■mevr. Kuipers had hierbij fraaie bloe men in ontvangst te nemen. Namens den Kerkeraad der Ned. Herv. Gemeente sprak daarna dr. O. Norel, die begon met te herinneren aan een woord uit de eerste satyre van Horati- us, waarin gehandeld wordt over de af- gunst op anderer beroep. De soldaat benijdt den koopman, deze weer den soldaar. De rechtsgeleerde bekfjagt 7.ich, dat hij voor het hanengekraai reeds werdt lastig gevallen en benijdt deswege den veldman, die op zijn 'beurt, blind voor eigen geluk, weer afgunstig is op 't lot van den rechtsge leerde. Zoo gaat het volgens Horatius aitijd in de wereld. Spr. meent echter dat het niet zoo is. Toen hij de te rechtzitting bijwoonde, heeft hij daar geleerd, dat er ambten zijn zoo moeilijk dat ze geenszins benijdenswaardig zijn. Spr. heeft bijv. de verslaggevers niet benijd, evenmin de rechterlijke ambte naren en nog minder de doctoren. Zij moeten op kritieke oogenblikken een keuze doen volgens hun geweten en hébben zij die eenmaal gedaan, dan komt de kritiek van de buitenstaanders. En waar hij dus ook den medicus niet benijdde, daar kon hij zooveel te ster ker liet hart laten spreken. Daartoe greep hij deze gelegenheid met dank baarheid aan. Wij vinden het heerlijk, dat we U hier hebben als onze dokter, omdat we weten dat gij uw patiënten lichamelijk en geestelijk wilt helpen naar uw vermogen en met al de liefde van uw hart. En dan zou ik U kunnen benijden, dat ge dokter zijt, nl. gezien bij het ideale licht, dat ons het oordeel der menschen niet doet vreezen. Ten slotte blijft het toch altijd waar „een man met God is de meerderheid". Gij hebt het met God gewaagd, op Hem vertrouwd en ik ben blijde, dat ik do minee mag zijn in een plaats, waar dr. Merckens dokter is, een helper naar het lichaam, een steuner naar den geest. Vervolgens sprak de heer R. G. van Nieuwkuyk^die begon met de bekende regel uit Tollens' „Overwintering" in herinnering te brengen „Men let op d'uitkomst niet, maar telt het doel al leen." Hoe waar ook in 't algemeen, dezen avond willen we dit woord om- keeren en niet aan het doel denken, doch allleen aan de uitkomst, aan het INGEZONDEN MEDEDEELINGr.c. zegene in uw beroep, U wijsheid en verstand geve. Hij zij U ook verder in uw moeilijk werk tot steun. En aan ons de taak trouw te doen blijken. De heer A. P. jungcurt Jr. sprak als voorzitter van de Chr. Hist. Kiesvereen. niet om ook maar in 't minst een poli tiek cachet aan den avond te geven, maar omdat recht en waarheid twee woorden zijn, die ook in ons vaandel staan geschreven. Nu deze hebben ge zegevierd, willen wij ook als vereeni- ging uiting aan onze blijdschap daar over geven. Ongetwijfeld is er deze laatste weken veel bij U omgegaan. Al is men voor ijn consciëntie ook ten volle verant woord, zulke dingen laten iemand niet kóud. Maar gij hebt dien vuurproef doorstaan. Gij staat voor ons schitte rend gerechtvaardigd. Wij, die geen oogenblik getwijfeld hebben aan uw gewetensvolle nauwgezetheid, uw be kwaamheid en uw liefde voor de lijden de menschheid, verheugen ons met U en de uwen. God zegene U nog tal van jaren en stelle LI tot een zegen voor onze gemeente. De heer A. Huson vertolkt de vreug de van de leden van Boaz. Men heeft gedacht dat men de Vlissingers van U kon verwijderen, maar zij zijn daaren tegen tot 0 gebracht en nauwer aan U verbonden. Mr. Kuiper, de verdediger, meende bij zooveel sprekers niet te mogen ach terblijven. Een week geleden was er in mijn hart een gevoel van heftigheid en verontwaardiging en ik heb gemeend daraaan uiting te moeten geven als tolk van de Vlissingers. Maar thans heeft dat gevoel van heftigheid plaats ge maakt voor een gevoel van dankbaar heid. Dankbaarheid over den afgesla gen aanval. Dankbaarheid ook omdat dr. Merckens mii heeft doen zien zijn groote vertrouwen in zijn goed recht, een vertrouwen, waarin hij steun van Boven vond. Maar ook dankbaarheid omdat hier dezen avond zoo ondubbel zinnig blijkt, welk een plaats dr. Mer ckens in de harten van honderden in neemt, waarom het spr. een voorrecht is zich in diens vriendschap aan te bevelen. Nog enkeie andere sprekers voerden het woord, die zich in hoofdzaak bij hetgeen reeds gezegd was, aansloten. Zoo sprak de heer W. de Ridder na mens den Chr. Nat. Werkmansbond, de heer G. van de Putte namens de recht- sche raadsleden, die hadden meegeleefd in de dagen van spanning en zich nu resultaat, dat verblijdend is voor bijna j verheugden. De heer A. Mol vertolkte nool cla t/liocirtzrooMn Ka, 11./v \X/^ 1 heel de Vlissingsche bevolking. We hadden moed op den goeden uitslag, we hadden U kennende dien ver wacht. Maar toch hebben we gejuicht toen vanmorgen de blijde tijding kwam. „Gedeelde vreugd, is dubbele vreugd", zegt de spreuk. Wat zal er dan veel vreugde heden in uw woning zijn, waar zóó in uw geluk gedeeld wordt. Namens zeer vele vrienden wensch ik U geluk met dezen uitslag, dien wij naast God danken aan het hooge standpunt, inge nomen door de Middelburgsche rechters. Een persoonlijke herinnering, waarbij spr. dr. Merckens heeft leeren waar- deeren als geneesheer en als chi rurg wordt naar voren gebracht, een feit, dat een helder licht werpt op diens zelfopoffering, waar het om de lijdende menschheid gaat. Met een herhaalden gelukwensch, ook aan mr. Kuipers, eindigt de heer Van Nieuwkuyk, die evenals andere sprekers herhaaldelijk door toejuiching en andere blijken van instemming was onderbroken. Dan brengt de heer P. G. Laernoes de gelukwenschen der Anti Rev. Kies- vereeniging over. We hebben, zoo zegt hij, in de afgeloopen weken met U me degeleefd en begrepen iets van het ern stige, doch zijn nu des te meer met U verheugd. U, die nummer één van ons was had hoe het ook geloopen ware nummer een onder ons gebleven. Uw trouw aan onze beginselen is ons be- koud. Maar gij hebt die vuurproef willen dat dezen avond ook uitspreken. Ik spreek den wensch uit, dat God U de gevoelens van het personeel der Christ. School aan de Palingstraat, waaraan de naam Merckens in onaf scheidelijke herinnering verbonden is terwijl de heer Cornelis blijk gaf van de sympathie, die de leden der Chr. jon- geiingsvereeniging gevoelen. Een paar patiënten kwamen ook getuigen van hun dankbaarheid en toegenegenheid voor hun geneesheer. Eindelijk was het woord aan dr. Mer ckens zelf. Beste vrienden, aldus spr., ik behoef U niet te zeggen, wat er thans in mij omgaat. Ik zou het ook niet kunnen zeggen. Eigenlijk heb ik minder tegen de rechtszaak opgezien dan tegen de zen avond bij het binnenkomen van de zaal. Waaraan heb ik dat verdiend Gij maakt mij beschaamd door zooveel liefde en waardeering. Het wordt voor mij en de mijnen een onvergetelij ke avond na veel doorgestaan leed. Het beroep van den medicus is een heerlijk 'beroep, maar 't heeft ook wel schaduwkanten, die echter gewoonlijk door den leek te donker worden ge zien. Deze laatste dagen hebben mij natuurlijk aangepakt, maar ik heb het goede ook in deze zaak mogen aan schouwen, n.l. dat God ons leven be stuurt in vreugde en leed. Daarom is deze beproeving mij ook niet te zwaar gevallen. God zendt ons Zijn beproe vingen om ons klein te maken en ons te bewaren voor zelfverheffing. En nu maakt God mij niet klein door beproe ving maar door de vreugde van dezen avond. Ik ben U dankbaar voor uw

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1920 | | pagina 1