sten,
IDBEIEN
IZAAK,
iü
|RK
JE Ir.
soss O
MAANDAG 14 «IUNL
"Cmt-LCTON
De Huwelijksdag
1 Fa. IëLOEROK vad 1081
sSalonaieulilementen{
RT
richting en
^producten
>ER
HEBEI
idres
S38
GEMEENTEBESTUUR'
BINNENLAND
ROOM Is
op laders
20 ets
wagens,
laat en aan
bezorgd.
en bij in-
Ivorderden
^nte
HONING,
lezichtigen
tn briefjes
IWOENS-
leteekende
Dichtingen
lesjes)
Jen bij
(AN
l^park 37.
Iddelburg
TSouburg
pndheel-
|ten iede-
Jinsdag-
uur.
VLISSINGSCHE COURANT
ürMiiireir'wigtittfr'rêtt
ADVERTENTIE-PRIJS
Van 1—4 Tegelst.voor iedere
<-egel meer 24 centbij abonnement spe
ciale prijzen. Reclames 48 cent per regel
Dlensteiattbiedingen en diettstsativfcage*:
van 1—5 regels 50 centiedere regel meer
tt cent, bij contante betaling.
Familieberichten van 16 regels f
tedere regel meer 24 ceet.
ABONNEMENTS PRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal-
«heren ƒ2.per drie maanden. Franco
door het'geheele rijk f'£.S6. Week-afcon-
aementen 15 cent. Afnonderiijke nummers
4 cent
UITREIKING BROOD- "EN SUIKER-
KAARTEN.
'Burg. en Weth. van "Vlissingen. brengen
ter a/gemeene kennis dat de broodkaarten
voor de 36ste broodkaartperrode en siiïker-
kaarten voor het 4e tijdvak zullen worden
uitgereikt in het Drstributiegebouw, "Wil-
helminastraat
N.B. De broodkaarten worden uitgereikt
zonder aanvullingsbroodkaaTten, welke af
zonderlijk zullen verkrijgbaar zijn op 21, 22
en'23'Juni, voor hen, die deze voor de 33e
periode ook ontvangen'hebben.
Op' Dinsdag 15 Juni aan de domicilie
nummers: no. 1 tot 150 van 8 tot 9 uur; no.-
151' tot 300 van 9 tot 70 uur no. 301 'tdt
450 van 10 tpt 11 uur no. 451'tot 600 van
11 tot 12 uur no. 601 tot 750 van 2 tot 3
•uur no. 751 tot 900 van 3'tot 4 uur mo.
901 tot 1050 van 4 tot "5 uur mo. 1051 'tot
1200 van 5 tot 6 uur.
Op "Woensdag 16 Juni nu. 1201 lot
1350 van 8 tot 9 uur nu. 1351 tot 1500 van
'9 tot'10 uur no. 1501 'rot 1050 van 10 tot;
11 uur no. 1651 tot T80O van 11 tot 42
uur no. 1801 tot 1950'van 2 tot 3 uur no.
1951 tot 2100 van 3 tot "4 uur no.'2101 tot
'2250 van 4 tot 5 uur mo. 223.i tot 2400
van"5 tor 6 uur.
Op Donderdag 17 Jirriï no, 2401 tot
2550 van 8 tot 9 uur no. 255) tot 2700
van 9 tot 10 uur no.'2701 tot 2850 van 10'.
tot'11 uur no. 2851 tot 3000 van '11 tot 12 j
uur no. 3001 tot 3150 van 2 tot '3 uur no.
31*51 tot 3300 van 3 tot 4-.uur no. 3301 tot 1
3450 .van '4 tot 5 uur no. 3451 tot 360Ö
van "5 tot'~b uur.
Op VrijcUg 18 Juni: uo. 3601 rot 3750
van 8 tot 9 uur no. 3751 tot 3990 van 9
-tot 10 uur no. 3901 tot '4050 var. 10 tot
11 uur no. 4051 tot 4200 van H tot 12
>tiur no. '4201 tot 4350 van 2 tot'3 uur
no. '4351 tot 4500 van 3 tot '4 uur-no. 4501
•tot 4650 van 4 tot 5 uur no. 4651 tot 4800
van *5 tot '6 uur.
Op Zaterdag 19 Junino. 4801 toü 4950
•van 8-tut 9 war no. 4951 to; 5100 van 9
tot 10 uur no. 5101 tot 5250'van 10'tot 11
riiur no. 5251 rot 5400 van 'Tl tot Iü. uur.
UH REIKING AANVULUINGS-
BROODKAARTEN.
Op Maandag 21 Juni, van 9 vot 12;uur,
Oio. 1—2000.
-0p Dinsdag 22 Juni, van '9 ftot 12,tur,
mo. 2001—4000.
Op Woensdag Ti Juni, vara !9 '.tot T2-.ii .ir,
mo. 4001 ert "hooger.
"Dat de broodkaarten uitsïwrienti op '•bo
vengenoemde dagen verkrijgbaar zijn, en
de 'broodkaarten, wtiike niet op 'tijd wor
den afgehaald eerst verkrijgbaar .zijn oy
Donderdag 24 -juni auk.
Dat m het lokaal gelegenheid bestaat het
aantal 'brood- ec suikerkaarten te contro-
leeren, «en dar op renames welke inge
bracht worden, nadat men het lokaal 'heeft
verlaten, geen adhj meer kan worden ge
slagen.
Dat men verplicht is de domiciliekaarr
mede te brengen en voor suïkerkaarten^or
kinderen berieden 1 jaar, trouwboekje of
ander bewijs.
Dat men de brocM&aarten als gewooa
kan ontvangen, en men bruine kaarten te
lgen witte kan omnriteaa en moei verzocht
wordt een enveloppe «aedte te brengen, om-
dat de 'brood- en •suikerkaarten niet in en
veloppen worden uitgereikt.
Vlissingen, 12 juni 1920.
Burg. en'Weth. voornoemd,
VAN WOELDEREN.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
Nederland en Beigië.
Men seint uit Brussel aan de „N. R.
'Ct."
Tot nu 'toe hebben de bladen slechts
weinig commentaar op de verklaring
van Segers en Hymans in de KameT
betreffende het afbreken van de onder
handelingen met Nederland. Geen enkel
raakt de grondkwestie aan. In de „Na
tion 'Béigtvan hedenavond heeft de
bekende annexionist Pierre Nothom'b
een hoofdartikel. Hij schrijft, dat door
het Nederlansdch-Belgische tracfaat
België niet alleen niets bekomt maar
ook in dt toekomst afstand doet van
zijn rechten.
Wat moeten we nu aanvangen heeft
minister Delecroix uitgeroep-en. Wij
moeten wachten, meent Nothomb, een
verbond sluiten met Frankrijk en ver
volgens de onderhandelingen hernemen.
De Nederlanders hebben wel negen jaar
weten te wachten, vooraleer de ver
brokkeling van ons gebied in 1839 door
Europa is goedgekeurd. Ditmaal echter
kan de onverschilligheid van Europa
niet zoo lang aanhouden, omdat het
spoedig tot 'het besef zal komen, dat het
gevaar, dat ons bedreigt, -ook haar
bedreigt. De toekomst zal zorg diagen,
dat de wenschen onzer vaderen verwe
zenlijkt worden.
Het .jVlaamsche Land" wijdt in zijn
weekoverzicht eveneens een stukje aan
de Wielingen en schrijft Onze Noor
derbroeders zijn niet in hun schik met
onze étschen aangaande de Wielingen.
Dat is'best te begrijpen. De Belg. zeg
gen zij, de "Belg, loert eigenlijk op de
Scheldt en wie de Schelde heeft, heeft
"Zeeland, idem Nederland. Met andere
woorden de Belgen hebben de kwestie
van de Wielingen niet opgeworpen -om
ze uitgemaakt ie zien, dan hadden ze
-ons arbitrageaahbod aanvaard.
Ze willen de Wielingen om den
"Scheldemond en'daardoor de Schelde te
béheersc'fwn. Beste noorderbroeders,
'bezit in vrede' hei deei van de Schelde,
'dat u toekomt. Wij benijden li dat niet,
■ftuCh wets eens zoet als uw zuider-
'broertje vraagt hetgeen moderne prin
ciepen in tegenstelling met antieke
lang verjaarde opvattingen ons toeken
nen.
Wij zijn thans in het jaar Clrristi
192u en niet-meer 1648, zelfs niet meer
1839 en schik u naar hetgeen een uwer
dagïnaden sortlangs schreefzich
krampachtig «vasthouden aan oude aan
spraken tot v« voorbij de vreemde kust
en zelfs tof in de open zee buiten de
drie zeemijlenstrook'kan niet goed zijn,
voorfli riet, wanneer 2t dateeren uit de
vroegere eeuwen, toen uie heerschappij
over de deelen -van de zee op niet vee!
anders-Ban willekeur berustte.
(Naar het Engelsch)
Door M. HELLEMA.
57)
„Omdat ik u wenschte te spreken,
zoodra u beneden kwam."
„Om te zeggen Zij trachtte even
kalm te schijnen en te spreken als hij.
Doch terwijl hij haar korte vraag
beantwoordde, kwam er weer vuur en
leven in zijn oogen en stem. „Om te
zeggen, dat ik u vergeving vraag voor
gisterenavond."
Zegevierende en met een blos van
blijdschap stak zij hem haastig haar
hand toe. „Den hemel zij dank 1" dacht
zij. Maar zij zweeg nog steeds. Het
was beter nog eerst te wachten, wat hij
nog meer zou zeggen. Zij wist nog niet,
hoeveel zij kon wagen.
„Ik vraag u vergeving voor alles,
ging hij voort. „Niet alleen voor wat
ik zeide, maar voor wat ik deed. U had
recht mij te herinneren, dat u nog maar
een jong meisje is.Nu ik tijd heb gehad
over alles na te denken, geloof ik, dat
uwe waarschuwingen betreffende de
kamer, welke u mij gaf, eerlijk gemeend
waren. Indien u zelf zeide, dat er mij
wel iets kon overkomen, en dat heel
goed voor u zou zijn nu, ik ben er
zeker van, dat het slechts een oogen-
bjikkelijke opwelling was welke u spoe-
W'g hpbt verjaagd en dat het niet om
iNationale Bsttkveretniging.
Aan het jaarverslag «/er 1919 der
Nationale Bankvettesniginy ontleenen
wij het navolgende
In verschillende 'tókken van handel,
industrie tan landbouw had men ge
hoopt na 'hu; definitief sluiten van den
vi,ede, eett'Wjer en stóisiller hundelsver-
Ikttrr met hiel buitenllanfl te verkrijgen
die reden was, dat u mij 'in de spook-
kaïrrer liet slaper. En zelfs dat z/ou ik is
niet Ikwalijk ht'Öben genomen, a'te u mij
maar niet later litad willen doen geloo-
vem, iftat u van mij hield. Beide dingen
kwamen niet oweneen met de voorstel
ling, welke een mas zich maakt van een
meisje, zelfs als Wij niet veel van vrou
wen weet. Ik had echter gisteravond
moeten begrijpen, dat een dochter van
Lord Gorme niet in staat zou zijn nu,
om te doen, wat Ik een poos van
dacht. En indien u voor uw zuster
streed, door mij in uw -macht te willen
brengen, dan was hef toch slecht van
mij daarvan gebruikte maken om een
koop te sluiten. Ik kan niet veel ver
ontschuldigingen aanvoeren voor dat
deel van mijn gedrag, zooals ik het
vannacht beschouwde .en nu nog het
eenige excuus is, dat ik mijn hoofd had
verloren. Gedurende een paar minuten
wist ik niet, wat ik deed. Ik schaam mij
erg over mijzelf. En dat is het vooral,
waarvoor ik u vergeving kom vragen
voor wat ik deed."
„Niet voor wat u dacht vroeg Dau-
ra nu op hooghartigen toon ofschoon
zij nederig zou zijn geweest, evenals
den vorigen avond, als hij zich op het
standpunt had gesteld van haar vergif
fenis te schenken in plaats van ze haar
te vragen.
„Als ik eerlijk moet antwoorden, al
leen maar voor wat ik dacht want
ik denk nog, dat u mij wilde misleiden.
Nu veroordeel ik u daarom niet meer,
zooals ik deed, toen ik er onder leed,
alsof u mij had geslagen in plaats van
aai) If Weden u door mij te laten
deze hoop is echter in geen enkel op
zicht in vervulling gegaan. Wel werden
de grenzen voor meerdere artikelen
wederom opengesteld, doch toen bleek
eerst recht, hoezeer de ontzettende ka
pitaalsvernietiging fïjdens den oorlog
de koopkracht in alle landen om ons
heen had verminderd, zoo niet geheel
vernietigd de daling der valuta dezer
landen nam steeds ernstiger karakter
aan. Eenerzijdy-werd het daardoor voor
-onzen export onmogelijk zijne artikelen
te verkoopen, anderzijds hadden de
importeurs er rekening mede te houden
dat de daling der valuta meestal in
sneller tempo ging dan de prijsstijging
der goederen m het buitenland, waar
door verlies op te vroeg ingeslagen
voorraden ktrn ontstaan.
Niet gewilde valuta-risico's ontston
den voor den handel ook dikwerf door
de niet vlotte afwikkeling van buiten-
landsche transacties.
Hoewel in het algemeen dé goederen-
prijzen zien op een hoog niveau blijven
bewegen, zijn belangrijke verliezen ge
leden in artikelen, welke in den oorlog-
zeer beperkt aangeboden en buitenge
woon in prijs opgeioopen waren, doch
(hans weer ruim aanwezig bleken.
Al deze omstandigheden zetten ons
nog meeT dan anders aan tot uiterste
voorzichtigheid bij het verieenen van
credieten.
Dank zij de uitgebreidheid onzer
clientèle over het geheele land en in
.alle tókken van handel en bedrijf,
waardoor wij een duidelijk perspectief
van het zakenleven verkregen, konden
wij menigen cliënt in deze moeilijke tij
den door tijdig advies voor gevoelig
verlies behoeden.
Met-voldoening mogen wij constatee-
ren, dat ondanks de zeer moeilijke om
standigheden de resultaten over het af-
geloopen jaar die van 1918 aanmerke
lijk overtreffen, en ons bedrijf zich 'ra
steeds verdere uitbreiding mag verheu
gen.
Op 1 januari 1919 hacden wij kan
toren op 69 plaatsen, terwijl wij thans
bij het uitbrengen van ons verslag ge
vestigd zijn op'73 plaatsen.
De behaalde winst over 1919 be
draagt j£i436;571'.92, zijnde ƒ920,258.43
meer dan die ovyr 1918.
Tot de verkrijging van, bovenbedoel
de "Winst-uitkomsten heeft in niet onbe
langrijke mate medegewerkt de krach
tige steun van en de aangename samen
werking met de Rotterdamsche Bank-
wereeniging.
Hoewel de verkregen resultaten een
hooger dividend voor aandeelhouders
alleszins zouden kunnen toelaten, mee-
■nerr wij de 'belangen onzer vennoot
schap er. die der aandeelhouders meer
te behartigen door een afschrijving der
kosten van oprichting en overname van
nietvwe kantoren ad 626,646.32 als
mede een afschrijving op-gebouwen van
40P.OOO.en eene stoning in het re
servefonds van f 600.000.een en an
der ten laste der winst- cv verliesreke
ning.
De verdeeling der netto-winst ad
2,436,571.92, na aftrek van de tan
tiemes, uit te keettn aan .directeuren
onzer kantoren, bedragende een bedrag
van-.383,624.14J4 (v j. 232,674.48)
laat o.m. toe
eene afschrijving der in het .afgeloo-
pen boekjaar betaalde 'Kosten van op
richting en overname van nieuwe kan
toren 626,646.32% (v.j. ƒ246,285.32<4)
eene afschrijving op gebouwen van
400,000 (y. j. 230,000), een toevoe
ging aan het .reservefonds van 606,000
kussen ter wille van uw zuster."
„Ik wou, dat u het had gedaan t"
riep Daura.
Zijn gelaat werd rood maar hij
ibleef zwijgen en drukte zijn lippen vast
opeen.
„Omdat, als u het had gedaan, ik
weet, dat u uwe belofte zou hebben
gehouden", antwoordde zij ademloos.
„Ja, ik zou ze hebben gehouden en
daarna mij zelf hebben gedood, als de
reactie kwam. Hef zou liet eenige zijn
geweest, dat mij overbleef. Natuurlijk
niet in uw vaders huis. Daarvoor ben
ik niet ruw genoeg, ofschoon ik vele
dingen niet weet, welke de mannen,
waaraan u gewoon is, kennen. Maar ik
heb mij ruw jegens u gedragen en bo
vendien verraderlijk jegens mijzelf en
ik kom u nu vragen mij een belofte te
geven in ruil voor die, welke u mij
gaf."
„Welke belofte hebt u gegeven
„Het was zoo goed als een belofte,
toen u wenschte dat ik den schijn zou
bewaren van op vriendschappelijken
voet met u om te gaan, alsof er niets
was gebeurd, en vanavond dat bal bij
te wonen. Dat zal ik doen. Maar u moet
mij uw woord geven, mij niet meer zoo
in verleiding te brengen. Er zijn dingen,
waartegen een man niet bestand is."
„U doet, alsof u bang voor mij is 1"
riep Daura. „Ik ben het juist, die bang
voor u moet zijn."
„Ik heb tenminste al mijn kaarten
open op de tafel gelegd. U weet, wat u
te verwachten hebt. Ik zou veel doen,
om u geen leed te veroorzaken, u of uw
zuster dat heb ik u toch gisteravond
(v. j. 300.000), 6 dividend 360.000
(v. j. 360.000) en een reserveering
voor belasting van f 32.580 (vorig jaar
96.080).
De beweerde schuld van 6 ton.
Naar aanleiding van een bericht in
de „Avondpost", dat de Landelijke Fe
deratie van Bouwvakarbeiders aan de
regeering een schuld heeft van zes ton,
wegens ten onrechte ontvangen werk-
loosheidsLiitkeeringen, heeft het Haag-
sche correspondentiebureau zich ge
wend tot deze organisatie. Het bestuur
verklaarde niets van dit bericht te be
grijpen. Integendeel heeft de regeering
nog'-een schuld van een halve ton, waar
van juist toezegging is gekregen, dat
dit geld zal worden uitbetaald. Boven
dien is het uitgesloten, dat door deze
Federatie te veel aan werkloosheids-
uitkécring zou zijn ontvangen. Er wordt
zeer streng de hand aan gehouden, dat
bij stakingen de^ werklieden dadelijk
worden overgeplaatst van de werkloos-
heidskas naar de weerstandskas. Tus-
schen den dienst van het Rijk betreffen
de de werkloosheid en de Federatie is
niet de. minste strubbeling.
Scheepvaartbeweging.
Gedurende de afgeloopen week zijn
•den Nieuwen Waterweg ingekomen 162
schepen (43 Engelsche, 38 Nederland-
sche, 27 Duitsche, 18 Noorsche, 12
Amerikaansche, 4 Grieksche, 9 Fran-
•sche, 3 Italiaansche, 3 Deensche, 1 Bel
gisch, 2 Zweedsche, 1 Finsch en 1
Spaansch). Hiervan y/aren bestemd
voor Rotterdam 146, voor Schiedam 1
voor Vlaardingen 3, voor Maassluis 1 en
voor Hoek van Holland 6, en waaronder
ook 5 stoomschepen, die aan de Von
delingenplaat hebben gebunkerd.
In hetzelfde tijdperk van 1919 kwa
men binnen 82 schepen. Hiervan waren
voor Rotterdam bestemd 76.voor Vlaar
dingen 3, voor Maassluis 3.
Sedert 1 Januari zijn aangekomen
Schepen N. R. T.
'N. Waterweg 1920 2095 2,511,649
1919 2062 1.907,545
Rotterdam 1920 1812 2,267,545
1919 f 738 1,883,392
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
l MSÓOElL-BUaiG.
l in Qaeen Anne, Clareton, f
Empire, enz. g
Afbeeldingen op aanvraag g
RECHTSZAKEN
VEROORZAKEN VAN DEN DOOD
DOOR SCHOLD
Hef Iatfe uur, waarop Vrijdag de
•rechtzaak tegen P. M„ arts te Vlissin
gen, voor ,de rechtbank te Middelburg
eindigde et> het vroeger afdrukken der
courant op Zaterdag noopte ons het be
langrijke uitvoerige pleidooi van den
verdediger, den heer mr. Kuipers slechts
in het kort weer te geven. Er is echter
alle reden voor enkele gedeelten er uit
thaiss nog nader te vermelden.
Pleiter begon dan met te zeggen, dat
hij niet zonder schroom het woord
neerrc, welke •schroom voortspruit uit
de giioote verantwoordelijkheici welke
pleiter vrijwillig .op zich heeft genomen
en zoo beknopt, jnaar tevens zoo vol
ledig mogelijk te zeggen al datgene,
wat aan te voeren is ter verdediging
van den Ibeklaagde,
Een tweede reden -voor dien schroom
is, dat jAeiter zich allerminst met het
requisitoir kan vereenrgen. Het debat
toch zal ii? hoofdzaak moeten loopen
en slechts mogelijk zijn over punten, tot
welker beoordeeling zoowel de recht
bank, als het O. M., alsook de verdedi
ging ten eeneHinale onbevoegd zijn.
Eeui derde reiden van zijn schroom ligt
in Conway's kamer getoond of wel
uw vader. Maar hieraan kan ik niets
veranderen. Ik ben een werktuig van het
noodlot. Dat is geloof ik de eenige ma
nier om het te beschouwen. En ik moet
zijne bevelen gehoorzamen. Schenkt u
mij vergiltenis voor gisterenavond en
geeft u mij die belofte
Daura aarzelde een oogenblik. Haar
hoofd duizelde en haar hart klopte he
vig. Toen stiet zij uit„Neen, op beide
vragen 1"
Nu was hij werkelijk verbaasd. Hij
had zich vernederd voor dat jonge
meisje en had verwacht, dat hem zou
worden toegestaan, wat hij vroeg. Hij
was een oogenblik verstomd. wei
gert
„Ik weiger 1"
„Indien ik het u gisteravond had ge
vraagd, zou u niet hebben geweigerd.
U denkt, dat het nu te laat is. Doch ik
moet u zeggen, dat ik terug ging naar
Conway's kamer, toen ik dacht, dat uw
zuster weg zou zijn niet om hem te
bespieden, maar alleen om te zien, of
u daar waart en u om vergeving te
vragen."
„U zeide mij, dat ik niet moest wach
ten."
„Dat weet ik. Toch dacht ik, dat u
misschien gebleven waart om de een
of andere reden. Ik ging dus en vond
alleen den dokter. Tegen hem zeide ik,
dat ik maar gekomen was, om te vra
gen, hoe het met Conway ging. Maar nu
weet u de ware reden, brengt dat ver
andering in uwe gevoelens
„Wel een beetje, maar niet genoeg.
Ik kan u niet vergeven, ofschoon ik het
in de omstandigheid, dat aan de verde
diging, gezien de belangrijkheid der
zaak, en de vele vragen, waartoe zij
aanleiding geeft, slechts zeer korte tijd
is gelaten tot behoorlijke voorbereiding.
De geheele strafvervolging acht spre
ker een groote misvatting voor zooveel
betreft de taak van het O. M., en voor
wat betreft de beoordeeling der profes-
sioneele en wettelijke aansprakelijkheid
van den medicus, een misvatting ten
slotte ook wat betreft de constructie van
het bewijs van het aan den beklaagde
ten laste gelegde feit.
Welke moet in een strafzaak als deze
de taak der verdediging zijn, vraagt
spr. en hij zegt, dat dit is om met het
O. M. hand aan hand te zoeken naar de
waarheid, welke in deze zaak aan het
licht moet komen en evenals de zon
haar schijnsel doet vallen op de gering
ste onderdeelen, op de meest verborgen
oorzaken, welke hebben geleid tot deze
betreurenswaardige en verwerpelijke
vervolging.
Pleiter vraagt of ook bij de recht
bank niet de vraag gerezen is Waar
om is door het O. M. deze zaak aan
hangig gemaakt welke drijfveeren
hebben den officier bewogen een straf
vervolging van zoo bijzonderen aard uit
te lokken Welk rechtsgoed acht de
officier hier geschonden Heeft de of
ficier wel voldoende aandacht geschon
ken aan het in onze wet neergelegde
opportuniteitsprincipe, medebrengend,
dat het O. M. verplicht is een strafver
volging in te stellen zoo dikwerf het al
gemeen belang der maatschappij zulks
gebiedend vordert, maar dat hetzelve
J evenzeer gehouden is het na te laten,
wanneer dat algemeen belang daardoor
zou kunnen lijden
De officier heeft hier een vervolging
ingestelt tegen een medicus, wegens be
weerde misslagen door dezen in de uit
oefening van zijn beroep begaqn. Ge
lukkig komen dergelijke vervolgingen
in Nederland hoogst zelden voor. Ge
lukkig voor de medici en de medische
wetenschap, voor de rechterlijke colle
ges en last not least voor 't O. M.
zelf. Spr. neemt aan, dat de officier
zich nauwkeurig rekenschap heeft ge
geven van alle gevolgen der vervolging,
dat hij zich consciëntieus op de hoogte
heeft gesteld van alle vragen, welke
zich ten deze voordoen, dat hij de belan
gen van beklaagde in liet bijzonder, van
de medische wetenschap in het alge
meen, afgewogen heeft tegen het belang
der gemeenschap-
Beklaagde staat terecht wegens het
veroorzaken van dood door schuld en
het valt niet te ontkennen, dat een me
dicus, hetzij door eene handeling, hetzij'
door nalatigheid kan vallen onder het
bereik van art. 307 Wetb. v. Straf
recht maar dan zal moeten zijn vol-
gisteren heb beproefd, toen u goed
waart voor Nira. Toen ik u zeide, dat
ik neen, ik kan het niet zeggen 1"
„Ik weet, wat u bedoelt. Is het mij een
oogenblik uit de gedachte gegaan
Maar natuurlijk wist ik, dat u in wer
kelijkheid geen zier om mij gaf
het was alleen
„Ik gaf wel om u toen. Dat zeide
u tot mij, nietwaar? Nu, ik haat u om
uw wreedheid. Dat zeg ik u, en nu kunt
u doen, wat gij wilt
Zij waagde veel Ais hij haar eens
aan haar woord hield 1 Maar zij wist nu
dat hij dat niet zou doen. Op dit oogen
blik, nu hij sterk meende te zijn, wist
zij het jonge meisje, dat geen wape
nen had tegen zijn macht, als hij die
verkoos te gebruiken, dat zij hem nu
vaster aan zich had verbonden dan in
de weinige seconden van zwakheid den
vorigen avond. Het noodlot, welks
werktuig hij beweerde te zijn, had hem
in hare handen overgeleverd. Zij voelde
dit in een woesten, duizelingwekkenden
triomf, welken zij niet in woorden had
kunnen brengen. Haar instinct had ge
lijk gehad. Het had haar gezegd, wat
zij moest doen in het oogenblik van
twijfel.
Haar brein was weer bezig met plan
nen te maken. Hare gedachten vlogen
van Troy naar Nira en George. Zij be
sloot terstond, wat Zij hun zou raden
te doen. Zij moesten alles wagen in de
overtuiging, dat Troy in haar macht
was, meer dan ooit te voren.
(Wordt vervolgd.)