sten, IDBEIEN IZAAK, iü |RK JE Ir. soss O MAANDAG 14 «IUNL "Cmt-LCTON De Huwelijksdag 1 Fa. IëLOEROK vad 1081 sSalonaieulilementen{ RT richting en ^producten >ER HEBEI idres S38 GEMEENTEBESTUUR' BINNENLAND ROOM Is op laders 20 ets wagens, laat en aan bezorgd. en bij in- Ivorderden ^nte HONING, lezichtigen tn briefjes IWOENS- leteekende Dichtingen lesjes) Jen bij (AN l^park 37. Iddelburg TSouburg pndheel- |ten iede- Jinsdag- uur. VLISSINGSCHE COURANT ürMiiireir'wigtittfr'rêtt ADVERTENTIE-PRIJS Van 1—4 Tegelst.voor iedere <-egel meer 24 centbij abonnement spe ciale prijzen. Reclames 48 cent per regel Dlensteiattbiedingen en diettstsativfcage*: van 1—5 regels 50 centiedere regel meer tt cent, bij contante betaling. Familieberichten van 16 regels f tedere regel meer 24 ceet. ABONNEMENTS PRIJS Voor Vlissingen en gemeenten op Wal- «heren ƒ2.per drie maanden. Franco door het'geheele rijk f'£.S6. Week-afcon- aementen 15 cent. Afnonderiijke nummers 4 cent UITREIKING BROOD- "EN SUIKER- KAARTEN. 'Burg. en Weth. van "Vlissingen. brengen ter a/gemeene kennis dat de broodkaarten voor de 36ste broodkaartperrode en siiïker- kaarten voor het 4e tijdvak zullen worden uitgereikt in het Drstributiegebouw, "Wil- helminastraat N.B. De broodkaarten worden uitgereikt zonder aanvullingsbroodkaaTten, welke af zonderlijk zullen verkrijgbaar zijn op 21, 22 en'23'Juni, voor hen, die deze voor de 33e periode ook ontvangen'hebben. Op' Dinsdag 15 Juni aan de domicilie nummers: no. 1 tot 150 van 8 tot 9 uur; no.- 151' tot 300 van 9 tot 70 uur no. 301 'tdt 450 van 10 tpt 11 uur no. 451'tot 600 van 11 tot 12 uur no. 601 tot 750 van 2 tot 3 •uur no. 751 tot 900 van 3'tot 4 uur mo. 901 tot 1050 van 4 tot "5 uur mo. 1051 'tot 1200 van 5 tot 6 uur. Op "Woensdag 16 Juni nu. 1201 lot 1350 van 8 tot 9 uur nu. 1351 tot 1500 van '9 tot'10 uur no. 1501 'rot 1050 van 10 tot; 11 uur no. 1651 tot T80O van 11 tot 42 uur no. 1801 tot 1950'van 2 tot 3 uur no. 1951 tot 2100 van 3 tot "4 uur no.'2101 tot '2250 van 4 tot 5 uur mo. 223.i tot 2400 van"5 tor 6 uur. Op Donderdag 17 Jirriï no, 2401 tot 2550 van 8 tot 9 uur no. 255) tot 2700 van 9 tot 10 uur no.'2701 tot 2850 van 10'. tot'11 uur no. 2851 tot 3000 van '11 tot 12 j uur no. 3001 tot 3150 van 2 tot '3 uur no. 31*51 tot 3300 van 3 tot 4-.uur no. 3301 tot 1 3450 .van '4 tot 5 uur no. 3451 tot 360Ö van "5 tot'~b uur. Op VrijcUg 18 Juni: uo. 3601 rot 3750 van 8 tot 9 uur no. 3751 tot 3990 van 9 -tot 10 uur no. 3901 tot '4050 var. 10 tot 11 uur no. 4051 tot 4200 van H tot 12 >tiur no. '4201 tot 4350 van 2 tot'3 uur no. '4351 tot 4500 van 3 tot '4 uur-no. 4501 •tot 4650 van 4 tot 5 uur no. 4651 tot 4800 van *5 tot '6 uur. Op Zaterdag 19 Junino. 4801 toü 4950 •van 8-tut 9 war no. 4951 to; 5100 van 9 tot 10 uur no. 5101 tot 5250'van 10'tot 11 riiur no. 5251 rot 5400 van 'Tl tot Iü. uur. UH REIKING AANVULUINGS- BROODKAARTEN. Op Maandag 21 Juni, van 9 vot 12;uur, Oio. 1—2000. -0p Dinsdag 22 Juni, van '9 ftot 12,tur, mo. 2001—4000. Op Woensdag Ti Juni, vara !9 '.tot T2-.ii .ir, mo. 4001 ert "hooger. "Dat de broodkaarten uitsïwrienti op '•bo vengenoemde dagen verkrijgbaar zijn, en de 'broodkaarten, wtiike niet op 'tijd wor den afgehaald eerst verkrijgbaar .zijn oy Donderdag 24 -juni auk. Dat m het lokaal gelegenheid bestaat het aantal 'brood- ec suikerkaarten te contro- leeren, «en dar op renames welke inge bracht worden, nadat men het lokaal 'heeft verlaten, geen adhj meer kan worden ge slagen. Dat men verplicht is de domiciliekaarr mede te brengen en voor suïkerkaarten^or kinderen berieden 1 jaar, trouwboekje of ander bewijs. Dat men de brocM&aarten als gewooa kan ontvangen, en men bruine kaarten te lgen witte kan omnriteaa en moei verzocht wordt een enveloppe «aedte te brengen, om- dat de 'brood- en •suikerkaarten niet in en veloppen worden uitgereikt. Vlissingen, 12 juni 1920. Burg. en'Weth. voornoemd, VAN WOELDEREN. De Secretaris, F. BISSCHOP. Nederland en Beigië. Men seint uit Brussel aan de „N. R. 'Ct." Tot nu 'toe hebben de bladen slechts weinig commentaar op de verklaring van Segers en Hymans in de KameT betreffende het afbreken van de onder handelingen met Nederland. Geen enkel raakt de grondkwestie aan. In de „Na tion 'Béigtvan hedenavond heeft de bekende annexionist Pierre Nothom'b een hoofdartikel. Hij schrijft, dat door het Nederlansdch-Belgische tracfaat België niet alleen niets bekomt maar ook in dt toekomst afstand doet van zijn rechten. Wat moeten we nu aanvangen heeft minister Delecroix uitgeroep-en. Wij moeten wachten, meent Nothomb, een verbond sluiten met Frankrijk en ver volgens de onderhandelingen hernemen. De Nederlanders hebben wel negen jaar weten te wachten, vooraleer de ver brokkeling van ons gebied in 1839 door Europa is goedgekeurd. Ditmaal echter kan de onverschilligheid van Europa niet zoo lang aanhouden, omdat het spoedig tot 'het besef zal komen, dat het gevaar, dat ons bedreigt, -ook haar bedreigt. De toekomst zal zorg diagen, dat de wenschen onzer vaderen verwe zenlijkt worden. Het .jVlaamsche Land" wijdt in zijn weekoverzicht eveneens een stukje aan de Wielingen en schrijft Onze Noor derbroeders zijn niet in hun schik met onze étschen aangaande de Wielingen. Dat is'best te begrijpen. De Belg. zeg gen zij, de "Belg, loert eigenlijk op de Scheldt en wie de Schelde heeft, heeft "Zeeland, idem Nederland. Met andere woorden de Belgen hebben de kwestie van de Wielingen niet opgeworpen -om ze uitgemaakt ie zien, dan hadden ze -ons arbitrageaahbod aanvaard. Ze willen de Wielingen om den "Scheldemond en'daardoor de Schelde te béheersc'fwn. Beste noorderbroeders, 'bezit in vrede' hei deei van de Schelde, 'dat u toekomt. Wij benijden li dat niet, ■ftuCh wets eens zoet als uw zuider- 'broertje vraagt hetgeen moderne prin ciepen in tegenstelling met antieke lang verjaarde opvattingen ons toeken nen. Wij zijn thans in het jaar Clrristi 192u en niet-meer 1648, zelfs niet meer 1839 en schik u naar hetgeen een uwer dagïnaden sortlangs schreefzich krampachtig «vasthouden aan oude aan spraken tot v« voorbij de vreemde kust en zelfs tof in de open zee buiten de drie zeemijlenstrook'kan niet goed zijn, voorfli riet, wanneer 2t dateeren uit de vroegere eeuwen, toen uie heerschappij over de deelen -van de zee op niet vee! anders-Ban willekeur berustte. (Naar het Engelsch) Door M. HELLEMA. 57) „Omdat ik u wenschte te spreken, zoodra u beneden kwam." „Om te zeggen Zij trachtte even kalm te schijnen en te spreken als hij. Doch terwijl hij haar korte vraag beantwoordde, kwam er weer vuur en leven in zijn oogen en stem. „Om te zeggen, dat ik u vergeving vraag voor gisterenavond." Zegevierende en met een blos van blijdschap stak zij hem haastig haar hand toe. „Den hemel zij dank 1" dacht zij. Maar zij zweeg nog steeds. Het was beter nog eerst te wachten, wat hij nog meer zou zeggen. Zij wist nog niet, hoeveel zij kon wagen. „Ik vraag u vergeving voor alles, ging hij voort. „Niet alleen voor wat ik zeide, maar voor wat ik deed. U had recht mij te herinneren, dat u nog maar een jong meisje is.Nu ik tijd heb gehad over alles na te denken, geloof ik, dat uwe waarschuwingen betreffende de kamer, welke u mij gaf, eerlijk gemeend waren. Indien u zelf zeide, dat er mij wel iets kon overkomen, en dat heel goed voor u zou zijn nu, ik ben er zeker van, dat het slechts een oogen- bjikkelijke opwelling was welke u spoe- W'g hpbt verjaagd en dat het niet om iNationale Bsttkveretniging. Aan het jaarverslag «/er 1919 der Nationale Bankvettesniginy ontleenen wij het navolgende In verschillende 'tókken van handel, industrie tan landbouw had men ge hoopt na 'hu; definitief sluiten van den vi,ede, eett'Wjer en stóisiller hundelsver- Ikttrr met hiel buitenllanfl te verkrijgen die reden was, dat u mij 'in de spook- kaïrrer liet slaper. En zelfs dat z/ou ik is niet Ikwalijk ht'Öben genomen, a'te u mij maar niet later litad willen doen geloo- vem, iftat u van mij hield. Beide dingen kwamen niet oweneen met de voorstel ling, welke een mas zich maakt van een meisje, zelfs als Wij niet veel van vrou wen weet. Ik had echter gisteravond moeten begrijpen, dat een dochter van Lord Gorme niet in staat zou zijn nu, om te doen, wat Ik een poos van dacht. En indien u voor uw zuster streed, door mij in uw -macht te willen brengen, dan was hef toch slecht van mij daarvan gebruikte maken om een koop te sluiten. Ik kan niet veel ver ontschuldigingen aanvoeren voor dat deel van mijn gedrag, zooals ik het vannacht beschouwde .en nu nog het eenige excuus is, dat ik mijn hoofd had verloren. Gedurende een paar minuten wist ik niet, wat ik deed. Ik schaam mij erg over mijzelf. En dat is het vooral, waarvoor ik u vergeving kom vragen voor wat ik deed." „Niet voor wat u dacht vroeg Dau- ra nu op hooghartigen toon ofschoon zij nederig zou zijn geweest, evenals den vorigen avond, als hij zich op het standpunt had gesteld van haar vergif fenis te schenken in plaats van ze haar te vragen. „Als ik eerlijk moet antwoorden, al leen maar voor wat ik dacht want ik denk nog, dat u mij wilde misleiden. Nu veroordeel ik u daarom niet meer, zooals ik deed, toen ik er onder leed, alsof u mij had geslagen in plaats van aai) If Weden u door mij te laten deze hoop is echter in geen enkel op zicht in vervulling gegaan. Wel werden de grenzen voor meerdere artikelen wederom opengesteld, doch toen bleek eerst recht, hoezeer de ontzettende ka pitaalsvernietiging fïjdens den oorlog de koopkracht in alle landen om ons heen had verminderd, zoo niet geheel vernietigd de daling der valuta dezer landen nam steeds ernstiger karakter aan. Eenerzijdy-werd het daardoor voor -onzen export onmogelijk zijne artikelen te verkoopen, anderzijds hadden de importeurs er rekening mede te houden dat de daling der valuta meestal in sneller tempo ging dan de prijsstijging der goederen m het buitenland, waar door verlies op te vroeg ingeslagen voorraden ktrn ontstaan. Niet gewilde valuta-risico's ontston den voor den handel ook dikwerf door de niet vlotte afwikkeling van buiten- landsche transacties. Hoewel in het algemeen dé goederen- prijzen zien op een hoog niveau blijven bewegen, zijn belangrijke verliezen ge leden in artikelen, welke in den oorlog- zeer beperkt aangeboden en buitenge woon in prijs opgeioopen waren, doch (hans weer ruim aanwezig bleken. Al deze omstandigheden zetten ons nog meeT dan anders aan tot uiterste voorzichtigheid bij het verieenen van credieten. Dank zij de uitgebreidheid onzer clientèle over het geheele land en in .alle tókken van handel en bedrijf, waardoor wij een duidelijk perspectief van het zakenleven verkregen, konden wij menigen cliënt in deze moeilijke tij den door tijdig advies voor gevoelig verlies behoeden. Met-voldoening mogen wij constatee- ren, dat ondanks de zeer moeilijke om standigheden de resultaten over het af- geloopen jaar die van 1918 aanmerke lijk overtreffen, en ons bedrijf zich 'ra steeds verdere uitbreiding mag verheu gen. Op 1 januari 1919 hacden wij kan toren op 69 plaatsen, terwijl wij thans bij het uitbrengen van ons verslag ge vestigd zijn op'73 plaatsen. De behaalde winst over 1919 be draagt j£i436;571'.92, zijnde ƒ920,258.43 meer dan die ovyr 1918. Tot de verkrijging van, bovenbedoel de "Winst-uitkomsten heeft in niet onbe langrijke mate medegewerkt de krach tige steun van en de aangename samen werking met de Rotterdamsche Bank- wereeniging. Hoewel de verkregen resultaten een hooger dividend voor aandeelhouders alleszins zouden kunnen toelaten, mee- ■nerr wij de 'belangen onzer vennoot schap er. die der aandeelhouders meer te behartigen door een afschrijving der kosten van oprichting en overname van nietvwe kantoren ad 626,646.32 als mede een afschrijving op-gebouwen van 40P.OOO.en eene stoning in het re servefonds van f 600.000.een en an der ten laste der winst- cv verliesreke ning. De verdeeling der netto-winst ad 2,436,571.92, na aftrek van de tan tiemes, uit te keettn aan .directeuren onzer kantoren, bedragende een bedrag van-.383,624.14J4 (v j. 232,674.48) laat o.m. toe eene afschrijving der in het .afgeloo- pen boekjaar betaalde 'Kosten van op richting en overname van nieuwe kan toren 626,646.32% (v.j. ƒ246,285.32<4) eene afschrijving op gebouwen van 400,000 (y. j. 230,000), een toevoe ging aan het .reservefonds van 606,000 kussen ter wille van uw zuster." „Ik wou, dat u het had gedaan t" riep Daura. Zijn gelaat werd rood maar hij ibleef zwijgen en drukte zijn lippen vast opeen. „Omdat, als u het had gedaan, ik weet, dat u uwe belofte zou hebben gehouden", antwoordde zij ademloos. „Ja, ik zou ze hebben gehouden en daarna mij zelf hebben gedood, als de reactie kwam. Hef zou liet eenige zijn geweest, dat mij overbleef. Natuurlijk niet in uw vaders huis. Daarvoor ben ik niet ruw genoeg, ofschoon ik vele dingen niet weet, welke de mannen, waaraan u gewoon is, kennen. Maar ik heb mij ruw jegens u gedragen en bo vendien verraderlijk jegens mijzelf en ik kom u nu vragen mij een belofte te geven in ruil voor die, welke u mij gaf." „Welke belofte hebt u gegeven „Het was zoo goed als een belofte, toen u wenschte dat ik den schijn zou bewaren van op vriendschappelijken voet met u om te gaan, alsof er niets was gebeurd, en vanavond dat bal bij te wonen. Dat zal ik doen. Maar u moet mij uw woord geven, mij niet meer zoo in verleiding te brengen. Er zijn dingen, waartegen een man niet bestand is." „U doet, alsof u bang voor mij is 1" riep Daura. „Ik ben het juist, die bang voor u moet zijn." „Ik heb tenminste al mijn kaarten open op de tafel gelegd. U weet, wat u te verwachten hebt. Ik zou veel doen, om u geen leed te veroorzaken, u of uw zuster dat heb ik u toch gisteravond (v. j. 300.000), 6 dividend 360.000 (v. j. 360.000) en een reserveering voor belasting van f 32.580 (vorig jaar 96.080). De beweerde schuld van 6 ton. Naar aanleiding van een bericht in de „Avondpost", dat de Landelijke Fe deratie van Bouwvakarbeiders aan de regeering een schuld heeft van zes ton, wegens ten onrechte ontvangen werk- loosheidsLiitkeeringen, heeft het Haag- sche correspondentiebureau zich ge wend tot deze organisatie. Het bestuur verklaarde niets van dit bericht te be grijpen. Integendeel heeft de regeering nog'-een schuld van een halve ton, waar van juist toezegging is gekregen, dat dit geld zal worden uitbetaald. Boven dien is het uitgesloten, dat door deze Federatie te veel aan werkloosheids- uitkécring zou zijn ontvangen. Er wordt zeer streng de hand aan gehouden, dat bij stakingen de^ werklieden dadelijk worden overgeplaatst van de werkloos- heidskas naar de weerstandskas. Tus- schen den dienst van het Rijk betreffen de de werkloosheid en de Federatie is niet de. minste strubbeling. Scheepvaartbeweging. Gedurende de afgeloopen week zijn •den Nieuwen Waterweg ingekomen 162 schepen (43 Engelsche, 38 Nederland- sche, 27 Duitsche, 18 Noorsche, 12 Amerikaansche, 4 Grieksche, 9 Fran- •sche, 3 Italiaansche, 3 Deensche, 1 Bel gisch, 2 Zweedsche, 1 Finsch en 1 Spaansch). Hiervan y/aren bestemd voor Rotterdam 146, voor Schiedam 1 voor Vlaardingen 3, voor Maassluis 1 en voor Hoek van Holland 6, en waaronder ook 5 stoomschepen, die aan de Von delingenplaat hebben gebunkerd. In hetzelfde tijdperk van 1919 kwa men binnen 82 schepen. Hiervan waren voor Rotterdam bestemd 76.voor Vlaar dingen 3, voor Maassluis 3. Sedert 1 Januari zijn aangekomen Schepen N. R. T. 'N. Waterweg 1920 2095 2,511,649 1919 2062 1.907,545 Rotterdam 1920 1812 2,267,545 1919 f 738 1,883,392 INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. l MSÓOElL-BUaiG. l in Qaeen Anne, Clareton, f Empire, enz. g Afbeeldingen op aanvraag g RECHTSZAKEN VEROORZAKEN VAN DEN DOOD DOOR SCHOLD Hef Iatfe uur, waarop Vrijdag de •rechtzaak tegen P. M„ arts te Vlissin gen, voor ,de rechtbank te Middelburg eindigde et> het vroeger afdrukken der courant op Zaterdag noopte ons het be langrijke uitvoerige pleidooi van den verdediger, den heer mr. Kuipers slechts in het kort weer te geven. Er is echter alle reden voor enkele gedeelten er uit thaiss nog nader te vermelden. Pleiter begon dan met te zeggen, dat hij niet zonder schroom het woord neerrc, welke •schroom voortspruit uit de giioote verantwoordelijkheici welke pleiter vrijwillig .op zich heeft genomen en zoo beknopt, jnaar tevens zoo vol ledig mogelijk te zeggen al datgene, wat aan te voeren is ter verdediging van den Ibeklaagde, Een tweede reden -voor dien schroom is, dat jAeiter zich allerminst met het requisitoir kan vereenrgen. Het debat toch zal ii? hoofdzaak moeten loopen en slechts mogelijk zijn over punten, tot welker beoordeeling zoowel de recht bank, als het O. M., alsook de verdedi ging ten eeneHinale onbevoegd zijn. Eeui derde reiden van zijn schroom ligt in Conway's kamer getoond of wel uw vader. Maar hieraan kan ik niets veranderen. Ik ben een werktuig van het noodlot. Dat is geloof ik de eenige ma nier om het te beschouwen. En ik moet zijne bevelen gehoorzamen. Schenkt u mij vergiltenis voor gisterenavond en geeft u mij die belofte Daura aarzelde een oogenblik. Haar hoofd duizelde en haar hart klopte he vig. Toen stiet zij uit„Neen, op beide vragen 1" Nu was hij werkelijk verbaasd. Hij had zich vernederd voor dat jonge meisje en had verwacht, dat hem zou worden toegestaan, wat hij vroeg. Hij was een oogenblik verstomd. wei gert „Ik weiger 1" „Indien ik het u gisteravond had ge vraagd, zou u niet hebben geweigerd. U denkt, dat het nu te laat is. Doch ik moet u zeggen, dat ik terug ging naar Conway's kamer, toen ik dacht, dat uw zuster weg zou zijn niet om hem te bespieden, maar alleen om te zien, of u daar waart en u om vergeving te vragen." „U zeide mij, dat ik niet moest wach ten." „Dat weet ik. Toch dacht ik, dat u misschien gebleven waart om de een of andere reden. Ik ging dus en vond alleen den dokter. Tegen hem zeide ik, dat ik maar gekomen was, om te vra gen, hoe het met Conway ging. Maar nu weet u de ware reden, brengt dat ver andering in uwe gevoelens „Wel een beetje, maar niet genoeg. Ik kan u niet vergeven, ofschoon ik het in de omstandigheid, dat aan de verde diging, gezien de belangrijkheid der zaak, en de vele vragen, waartoe zij aanleiding geeft, slechts zeer korte tijd is gelaten tot behoorlijke voorbereiding. De geheele strafvervolging acht spre ker een groote misvatting voor zooveel betreft de taak van het O. M., en voor wat betreft de beoordeeling der profes- sioneele en wettelijke aansprakelijkheid van den medicus, een misvatting ten slotte ook wat betreft de constructie van het bewijs van het aan den beklaagde ten laste gelegde feit. Welke moet in een strafzaak als deze de taak der verdediging zijn, vraagt spr. en hij zegt, dat dit is om met het O. M. hand aan hand te zoeken naar de waarheid, welke in deze zaak aan het licht moet komen en evenals de zon haar schijnsel doet vallen op de gering ste onderdeelen, op de meest verborgen oorzaken, welke hebben geleid tot deze betreurenswaardige en verwerpelijke vervolging. Pleiter vraagt of ook bij de recht bank niet de vraag gerezen is Waar om is door het O. M. deze zaak aan hangig gemaakt welke drijfveeren hebben den officier bewogen een straf vervolging van zoo bijzonderen aard uit te lokken Welk rechtsgoed acht de officier hier geschonden Heeft de of ficier wel voldoende aandacht geschon ken aan het in onze wet neergelegde opportuniteitsprincipe, medebrengend, dat het O. M. verplicht is een strafver volging in te stellen zoo dikwerf het al gemeen belang der maatschappij zulks gebiedend vordert, maar dat hetzelve J evenzeer gehouden is het na te laten, wanneer dat algemeen belang daardoor zou kunnen lijden De officier heeft hier een vervolging ingestelt tegen een medicus, wegens be weerde misslagen door dezen in de uit oefening van zijn beroep begaqn. Ge lukkig komen dergelijke vervolgingen in Nederland hoogst zelden voor. Ge lukkig voor de medici en de medische wetenschap, voor de rechterlijke colle ges en last not least voor 't O. M. zelf. Spr. neemt aan, dat de officier zich nauwkeurig rekenschap heeft ge geven van alle gevolgen der vervolging, dat hij zich consciëntieus op de hoogte heeft gesteld van alle vragen, welke zich ten deze voordoen, dat hij de belan gen van beklaagde in liet bijzonder, van de medische wetenschap in het alge meen, afgewogen heeft tegen het belang der gemeenschap- Beklaagde staat terecht wegens het veroorzaken van dood door schuld en het valt niet te ontkennen, dat een me dicus, hetzij door eene handeling, hetzij' door nalatigheid kan vallen onder het bereik van art. 307 Wetb. v. Straf recht maar dan zal moeten zijn vol- gisteren heb beproefd, toen u goed waart voor Nira. Toen ik u zeide, dat ik neen, ik kan het niet zeggen 1" „Ik weet, wat u bedoelt. Is het mij een oogenblik uit de gedachte gegaan Maar natuurlijk wist ik, dat u in wer kelijkheid geen zier om mij gaf het was alleen „Ik gaf wel om u toen. Dat zeide u tot mij, nietwaar? Nu, ik haat u om uw wreedheid. Dat zeg ik u, en nu kunt u doen, wat gij wilt Zij waagde veel Ais hij haar eens aan haar woord hield 1 Maar zij wist nu dat hij dat niet zou doen. Op dit oogen blik, nu hij sterk meende te zijn, wist zij het jonge meisje, dat geen wape nen had tegen zijn macht, als hij die verkoos te gebruiken, dat zij hem nu vaster aan zich had verbonden dan in de weinige seconden van zwakheid den vorigen avond. Het noodlot, welks werktuig hij beweerde te zijn, had hem in hare handen overgeleverd. Zij voelde dit in een woesten, duizelingwekkenden triomf, welken zij niet in woorden had kunnen brengen. Haar instinct had ge lijk gehad. Het had haar gezegd, wat zij moest doen in het oogenblik van twijfel. Haar brein was weer bezig met plan nen te maken. Hare gedachten vlogen van Troy naar Nira en George. Zij be sloot terstond, wat Zij hun zou raden te doen. Zij moesten alles wagen in de overtuiging, dat Troy in haar macht was, meer dan ooit te voren. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1920 | | pagina 1