De Huwelijksdag ifaJELHOiti 11 fO EN iVROUVll WOEN8D 4 O 9 JUNL KAMEROVERZICHT. PEUILfLBTON 8Ï NNËNLAND" effen China-iattenj 134 i use. Ten BURG, Glacis- feagt wegens ziekte pige,direct een flinke hSTBODE. Dagmeisje GEMEENTEBESTUUR sa» jtmmur<0Um^%0 ■^30 bevragen: Hof. ieeuwsch- Vlaande- loombooidienst. Icn flinke lijwielhar del. Adres- 113. iJER&eo. )EL8URG, hoog salaris ten amc velijk een flinke liresWilhelmina- flink aankomend Is: St. Jacobstr. 5. *aagd, huisstraat 26. IGRIVSSrt MI d d e iburg Mterdam. t lUd. r. Roti. Juni !.a. sur n.. m 0 7 1 7 4 7 5 7 7 7 8 7 gen wordt Woens- Irdag 12 uur v m, Ite bekomen: 1 N.V. Transport en p.v.b.Erven G.VOS; J: B. EENHOORN IN OOS fERHO'JTi Gebrs. BUITEN- II 12a 7 55 8 05 8 16 8 35 9.24 8 53 9 42 8 58 9 13 i 9.25 12 9.27 9 39 9.54 VL1SS1NGSCHE COURANT issue■nasaaaasa»» ADVERTENTIE-PRÏJS Van 14 regels 1.voor iedere regel meer 24 centbij abonnement spe ciale prijzen. Reclames 48 cent per regel Dienstaanbiedingen en dienstaanvragen van 15 regels 50 centiedere regel meer 32 cent, bij contante betaling. Familieberichten van 1regels 1.55, Iedere regel meer 24 cent. ABONNEMENTS PRIJS Voor Vlissingen en gemeenten op Wal cheren 2.per drie maanden. Franco door het geheele rijk 2.30. Week-abon- acmenten 15 cent. Afzonderlijke nummers i cent ONVEILIGHEID VAARWATER. Schietoefeningen. De Burgemeester van Vlissingen maakt aan zeevarenden bekend dat op 25 Juni a.s. van het fort „Erfprins", stelling van den Helder schietoefeningen zullen worden ge houden. N De voor de veiligheid te nemen voor zorgsmaatregelen liggen voor belangheb benden ter Secretarie dezer gemeente ter inzage. Vlissingen, 9 Juni 1920. De Burgemeester voornoemd, VAN WOELDEREN. TWEEDE KAMER. Vergadering van Dinsdag. Het Binnenhof was afgezet rustig wartdelden de agenten heen en weer. Op groofen afstand passeeren de demon stranten. 't Is alles rustig en kalm, als om één uur de vergadering der Kamer aanvangt. De tribunes loopen vol en met aandacht volgt men hetgeen er gaat gebeuren. Er gebeurde echter niets. Vijf minuten over één stelde de voorzitter het ontwerp aan de orde geen booze rantsoeneeringsvoorstellen volgen on middellijk was het wóórd aan den heer Rutgers. Dat alles scheen een verras sing voor de obstructionisten zij, had den verwacht dat de relletjes dadelijk zouden aanvangen en daarom vergaten zij zich voor de sprekerslijst op te ge ven. Tal van sprekers van andere par tijen staan voor-op, zoodat reeds dade lijk vaststaat, dat vandaag de socialis ten-niet aan liet woord komen. Aan stonds na den eersten spreker vroeg de 'heer Schaper het woord, om een motie voor te stellen, waarin de wenschelijk- heid werd uitgesproken, dat het geheele kabinet aanwezig zou zijn. Die motie werd verworpen. Ongestoord kon de heer Rutgers zijn rede uitspreken. Hij betoogde, dat geen rechten zijn gekrenkt de meerderheid heeft het recht de agenda vast te stel len. Spoed was vereischt, omdat dit ontwerp niet werd ingediend als het niet noodig was en als het noodig is, dan is het spoedig noodig. Overigens betoogde hij, dat orde en rust onmisbaar is voor het behoud en de ontwikkeling van hef goede. Voor die handhaving was dit ontwerp noodig. Hij beriep .zich o.a. op Duitschland, waar de sociaal-democraten veel kras sere maatregelen tegen pogingen om de revolutie te bewerken, hebben genomen. Heel snel veranderde de situatie in de Kamer. Men legde zich neer bij het voorstel van den voorzitter, dat de al- gemeene beschouwingen a.s. Vrijdag middag moeten eindigen. Toen dat was aangenomen, viel alleen nog te bepalen hoeveel spreektijd iedere partij zal krij gen. Na eenig rumoer werd de verga (Naar het Engelsch) Door M. HELLEMA. ring voor één kwartier geschorst, ten einde overleg te plegen. Dti leidde tot een indeeling, waarbij de socialisten en communisten het grootste deel kregen, nl. elk 6 uur. De overige partijen kregen daardoor veel minder. Met de aanneming van dit voorstel was de obstructie onthalsd. Alle aar digheid is er nu af nu is het alleen nog een langdradig debat, waarvan het ver loop nu al te vatten is. Volgens den heer Dresselhuijs (en de heer Rink betoogde vrijwel hetzelfde) was er zeer 'veel misverstand bij deze oproerige beweging tegen deze wet. Dit misverstand kwam hieruit voort, dat de wet niet duidelijk zegt wat ze bedoelt. Zijn het alleen de concrete gevallen, waarin inderdaad een aanslag onmid dellijk aanstaande is, die door den mi nister strafbaar worden gesteld, of gaat de wetgever verder en steli hij ook de theoretische gevallen, de mondelinge en schriftelijke propaganda, strafbaar. Voor het eerste is de heer Dresselhuijs te vinden, voor het tweede niet. In de amendementen, die door de vrijzinnige, groepen zijn ingediend, is getracht de vage bepalingen scherper te formulee- ren. Worden die amendementen niet aangenomen of komt er geen wijziging in het ontwerp, dan gaat vrijwel de ge heele linkerzijde daartegen stemmen. In den laten namiddag kwam de heer Troelstra aan het woord. Hij wilde niet scheiden den inhoud van het ontwerp van de wijze waarop het aan de orde was gesteld. Het diepgaande belang van dit ontwerp voor een groot deel van het volk vereischte, dat het eerst voor bereiding vond bij het volk. Het volk moet vooral precies weten, wat men in het schild voert en dat weet het nog niet en beseft het nog niet, on danks de obstructie van verleden week. Partijgenoot Duys kreeg hierbij een complimentje voor zijn optreden verle den week I Uitvoerig de rede was vooral als obstructie-rede geconcipieerd zette hij uiteen welken invloed de oorlog had gehad op de mentaliteit der volken, waarbij hij natuurlijk niet inging op de kwestie, dat hij en andere lejders daarbij den meesten invloed hebben ge oefend. I De dag verliep, alles te samen, zeer kalm. Slechts op enkele momenten ver- j levendigde het debat. Echter is de ob structie gemuilkorfd en daardoor is voor het belangstellend publiek de aardigheid" er af. De mislukking van de staking, spe ciaal in Den Haag, had, ongetwijfeld haar uitwerking op de Kamer. Men ge voelde, dat de ruggesteun, dien men zoo graag wenschte, achterwege bleef. Het is nu slechts de kwestie van twin tig uur volpraten, meer niet. Voor deze week ligt het debat vast en niets kan daarin verandering brengen. Crisis-uitgaven. Bij de Tweede Kamer is een wets ontwerp ingediend tot aanvulling en verhooging van het tiende hoofdstuk der Staatsbegrooting voor het dienst jaar 1920 (posten wegens crisisuitga ven), aan de toelichting waarop het volgende is ontleend Uitgetrokken is een bedrag van 1.5Ö0.Q00 ter bestrijding van de kds- ten van we onder het departement van landbouw, nijverheid en handel ressor- teerende crisisorganisaties. Ten gevolge van de gewijzigde tijdsomstandigheden is het moeilijk thans met eenige nauw keurigheid eene raming te maken van de totaal voor dit jaar te doene uit gaven. Voorzoover den minister daartoe de gegevens ter beschikking staan, zal voor de bestrijding van de kosten der Provinciale productiekantoren en de Commissies van Beroep, in zake de Scheurwet 1918, tot opheffing van wel ke beide organen vermoedelijk eerst te gen het einde van dezen zomer zal kun nen worden overgegaan, nog een be drag van ongeveer 750,000 benoodigd zijn. Voorts zal na beëindiging van de werkzaamheden, verbonden aan de dis tributie van den oogst 1919, tot liqui datie van het rijkskantoor voor aardap pelen kunnen worden overgegaan. Voor den dienst 1920 worden de, uitgaven voor gemeld kantoor voorloopig be groot op een bedrag van rond 150.000. Verder moeten worden gekweten de kosten van het rijks centraal admini stratiekantoor voor de distributie van levensmiddelen, waarvoor een bedrag van 2 a 2/2 ton wordt noodig geacht. Eindelijk worden Uit het aangevraag de crediet nog betalingen gedaan ten behoeve van nog in functie zijnde cri siscommissies alsmede van enkele in den crisistijd ingestelde kantoren, die thans in liquidatie zijn. Naar de minister vertrouwt, zal in den loop van dit jaar tot opheffing van zoo goed ais alle der bestaande crisis- lichamen kunnen worden overgegaan. In overleg met de ministers van ar beid en financiën js het toekennen van subsidies thans geheel beëindigd, nadat gedurende eenigen tijd samenwerking had bestaan met het ministerie van ar beid, atdeeling volksgezondheid, 'in af wachting van het tijdstip, waarop dat departement zelf over de financieele en organische middelen beschikte om de zen bouw te subsidieeren. Wat in dien tijd aan subsidie is toegezegd, nl. een bedrag van plm. 1 miilioen, komt in mindering op de voor dit doel op de begrooting van arbeid toegestane gel den. Thans rest in totaal voor rekening van het Koninklijk Nationaal Steun comité nog het uitbetalen van plm. vijf miilioen gulden aan toegezegde subsi dies, welke uitbetaling plaats heeft zoo dra een bouwwerk voltooid is en aan de verschillende voorwaarden is vol daan. Hef Koninklijk Nationaal Steuncomité gaat nog voort met het geven van een toeslag op de rentetrekkers krachtens de Ongevallenwet. Deze bemoeiing, begonnen op ver zoek van den minister van arbeid, zal nog eenigen tijd moeten worden voort gezet. Gerekend wordt óp een bedrag van 250.000. Het wetsontwerp tot verruiming van het gemeentelijk belastinggebied. Het nader overleg tusschen den mi nister van financiën en de commissie i van voorbereiding heeft thans tot het I definitieve resultaat geleid, dat 't wets- j ontwerp tot verruiming van hef ge- meenteiijk belastinggebied alsnog aldus gewijzigd zal worden, dat aari de ge meenten de keuze zal worden gelaten tusschen opcenten op de rijksinkom stenbelasting en een eigen plaatselijke inkomstenbelasting. De grens der pro- I gressie zal bij deze laatste dan eeniger- j mate worden uitgebreid. 53) „Nu George weer beter wordt, merk ik toch, dat ik moe ben. Ja, het zal mij j goed doen te rusten. En ik ben heel ge- rust over de juweelen, nu jij de geheele verantwoordelijkheid daarvoor op je hebt genomen. Ik heb het aan meneer i Emmons gezegd, toen ik hem even sprak, en hij zeide, dat hij het reeds wist. Had jij het hem verteld of heeft hij het als een echte detective gera den „Misschien was het slechts groot spraak", zeide Daura lachend, „om te maken dat je hem voor een echten de tective hield." Maar zij voejde zich toch niet op haar gemak bij de herinnering aan dat geluid, alsof er metaal op steen viel. Weldra was Nira ingeslapen. Toen sloop Daura (die een'kimono had om geslagen, om den schijn aan te nemen, dat zij naar bed ging) zonder gerucht te maken haar kamer uit en die van Conway binnen. Dokter Mac Donald zat bij het bed en bewaakte zijn patient. „Is iemand hier geweest vroeg zij bezorgd. „Niemand dan Angus. Ik heb hem weggezonden en gezegd, dat hij niet terug behoefde te komen. Ik zou hier voorloopig wel blijven, tot ik vervan gen werd. En dat was geen leugen, want ik verwachtte u." „Dank u duizendmaal", mompelde zij. „En nu wat zult u nu doen „Wat wilt u, dat ik zal doen „Is George wakker „Ja, ik heb met hem gepraat. Hij heeft erge hoofdpijn en een gevoel, of hij een week lang op zee is geweest in een hevigen storm, maar niets ergers. Ik hoop, dat wij nu aan 't eind van deze dwaasheid zijn. Ik heb het heel onaan genaam gevonden, dat kan ik u' zeg gen 1" „Als u ooit een leven hebt gered, dan is het nu", zeide Daura weer even als vroeger. „Wij zijn nu nog niet aan het eind, beste dokter. Wij moeten nog een poosje doorgaan misschien eenige dagen, misschien slechts een paar uren of alles is te vergeefs geweest. Ais George wakker is, en ik met hem kan praten, wilt u dan de deur op slot doen, zoodat niemand onverwacht kan bin nentreden. En dan moet ik u vragen, weer een oogenbiik naar het kleedka mertje te gaan. Als er iemand komt, zal ik zacht naar u toesiuipen en uw plaats innemen, terwijl u naar de deur gaat en ziet, wie er is." „Wie zou dat kunnen zijn wensch te dokter Mac Donald te weten. „Hoe kan ik dat zeggen. Misschien meneer Troy." 1 Het Kamerlid Duys. De heer H. Gianotten te Tilburg zendt aan de „Nieuwe Ct." een schrijven naar aanleiding van hetgeen door A. in dat blad werd medegedeeld over het geval „En als hij het is, wat moet ik dan tot hem zeggen „Laat hem in de kamer komen, maar blijf zelf bij het bed zitten en maak een heel natuurlijke verontschuldiging, dat gij hem niet bij George's bed kunt toe laten." „Een heel natuurlijke verontschuldi ging, zoo „ja. Dat kunt u wel. Dat laat ik aan ii over. Nu, beste dokter John, u wilt alles doen, wat ik vraag, nietwaar „En die arme juffrouw Mac Bayne dan „Is zij werkelijk erg ziek „Neen, maar zij verbeeldt het zich." „Dan moet zij wachten. Als ik met George heb gepraat, geef.hem dan zijn morphine weer en maak hem in slaap, eer u weggaat. Dan zal ik blijven wach ten, tot een der oppassers de zorg komt overnemen. Dan is het gevaar voorbij." „U is een vreemd meisje, en zoo ge heimzinnig als de sfinx", prevelde dok ter John. „Dat moet ik we! wezen", zuchtte Daura. „Maar dat doet er niet toe. Wilt ii de deur sluiten Twee minuten later was dokter Mac Donald verbannen in de kleedkamer met een paar kaarsen en een roman, het eigendom van Tngus. Daura boog zich over George, wiens bleek gelaat zij maar flauw kon zien in het schemerlicht van een lamp met een groene kap. Zijne oogen waren open en keken haar aan ofschoon hij nog niet had gesproken of een teeken gegeven dat hij zich van met het Kamerlid Duys. Wij ontleenen er het volgende aan Toen de boot te Walsoorden op ver trekken stond, kwamen de heeren Duys cn Mendeis met eenige dames in een auto van den heer De Vries uit Water graafsmeer, aangereden. Net had boven Sas een gevecht van een Duitsche en enkele geallieerde vliegtuigen plaats gehad, waardoor een inwoner van Sas van Gent gewond werd. Deze mededeeling maakte den heer Duys zoo nerveus, dat hij direct naar de grens wilde. Mr. Mendeis voelde er niets voor om dicht bij dat getik-tak te komen en bleef bescheiden met de dames achter. Nadat wij van den directeur van de glasfabriek verlof hadden bekomen om over de terreinen van de glasfabriek te mogen, ontmoetten wij achter de fa briek den heer Duys weer. Rechts van ons was een verhooging, leemopspui- ting van de glasfabriek, met een daar achter lager gelegen terrein. Voor ons een lief laantje, tof aan den neutralen weg, waartegen de versperringen en de afgebroken electrische draad. Langs dat laantje een sloot met circa 5 c.M. water. Toen wij daar even stonden te praten, begonnen verder af eenige mitrailleurs te ratelen en in minder dan geen tijd lag de heer Duys lang uit, achter de ver hooging. Ik maakte toen nog de opmer king, dat het jammer was voor zijn kostbare pelsjas om zoo in de Zeeuw- sche klei te gaan liggen. Nadat wij vanaf die hoogte enkele onbeduidende dingen op het slagveld hadden zien gebeuren, besloten wij ver der te gaan. De heer Duys was echter de laatste die afdaalde en mede hef laantje in sloeg. Daar waren toen een heer en een dame uit Helmond, een Tilburgsch in fanterist (de heer Stokkermans), een journalist en ondergeteekende. In het midden van het laantje werd van weers zijden op korten afstand met mitrail leurs gewerkt, waarop een onzer ter loops zegt zoekt dekking heeren. Met een sierlijken zwaai zat de heer Duys direct midden in de sloot en maande ons ernstig aan ook in zijn loopgraaf te komen. Hij zag er bepaald bleek uit en was geheel in de war. Direct daarop volgde een noglevendiger gettk-tak én de lieer Duys kroop nog dieper in de sloot, ter wijl wij, maar vooral de dame uit Hel mond, Zijn Edel Gestrenge hartelijk uit lachten ,om zijn laffe manier van doen. Dat de modder over hem heen liep is bepaald een overdrijving, maar natte voeten ^ad hij gewis en zijn uiterlijk leek veel op dat van een polderjongen die Zaterdags afzwaait. Het gezelschap ging terug, terwijl de heer Stokkermans en ondergeteekende tot aan de versperring gingen, waar wij in gesprek kwamen met 6 Belgische soldaten, die daar verdekt lagen achter zgn. wolfskuilen. Toen wij bij óns gezelschap terug kwamen, was de heer Duys reeds ver trokken. Na een verblijf van drie dagen in Belgisch Zeeuwsch-Vlaanderen ont moetten wij den heer Duys weer in het Hotel te Terneuzen in het bezit van helmen, maskers, granaten en nog meer van die verwenschte militaristische fol- terwerken en hij was op het bezit daar van buitengewoon trotsch. Huldebetuiging. Door den Bosschen Diocesanen Werlc- haar tegenwoordigheid bewust was. „Ken je mij fluisterde zij. „Zoo ja, spreek zachtjes, omdat het mogelijk is, dat ons gesprek zou worden afgeluis terd door iemand buiten de deur." „Ja, ik ken je", antwoordde hij nau welijks hoorbaar. „Herinner jij je alles „Maar al te goed. In het laatste uur is alles teruggekomen. Ik heb Troy's stem in de kanier gehoord en Annira's. Om 's hemels wil, zeg mij, wat er is gebeurd „Er is niets gebeurd. Maak je niet ongerust. Alles gaat goed. Hij wacht, totdat je'sterk genoeg bent, om hem te woord te staan. Maar zijn hart zal verteederd worden, daar ben ik zeker van. Het spijt hem voor Annira en hij houdt van mijn vader." „En van jou „Soms haat hij mij, en soms houdt hij veel van mij. Ik zal wei slagen. Houd moed, en jij en Annira zult nog gelukkig worden. Wij moeten op dezelfde wijze doorgaan, maar niet lang meer. Ik moest van nacht met je spreken „Dat zeide de dokter. Ik begreep eerst niet, toen mijn hoofd helderder werd, waarom je mij weer tot bewust zijn liet komen. Maar toen hij zeide, dat je met mij moest spreken, begreep ik het. Toen kon ik nauwelijks wachten maar mijn hoofdf was zoo zwaar, dat ik af en toe weer in slaap viel. Het was die stem, welke mij klaar wakker maakte." I „Herkende je die?" INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. MI0DÏ3LBURO, jg levert uit voorraad 90 c/m breed, f 1 60 de Meter liedenbond is gisteren het volgende te legram verzonden Den minister-president, Den Haag. De Bossche Diocesane Werklieden- bond, vertegenwoordigend 40,000 geor ganiseerde' adbeiders, een der vijf regi menten van het Nederlandsche R. Kath. arbeidersieger, in centrale raadsverga dering in Den Bosch bijeen, brengt de regeering hulde voor haar doortasten den arbeid in dezen, tijd verricht, pro testeert tegen de obstructionisten, die de werkelijke vrijheid saboteeren en verzoekt de regeering met dezelfde waardigheid en voortvarendheid te blij ven voortgaan. Druk bezoek van Duitschers. De gemeente Venlo mag zich, evenals in de oorlogsjaren, weer verheugen in een overvloedig bezoek van Duitschers. Deze trekken dagelijks bij honderden de stad binnen om inkoopen te doen, ,'t Is alsof er geen vreemdelingencon trole bestaat, aldus schrijft het „N. v. d. D." Van die honderden heeft althans slechts een heel klein percentage be hoorlijke papieren. De grens lijkt één groote doorlaatpost, zonder toezicht langs veldwegen en door bosschen be reiken onze overburen de stad om, na flinke hoeveelheden kaas, boter, brood enz. ingekocht te hebben, langs dezelfde route terug te keeren, tenzij de politie of douane hen oppikt en eenige uren later de grens overzet in troepen van honderden. En dit gebeurt eiken dag een paar maal. De uitwerking is nilii! soms zijn de uitgezettenen nog eerder in de stad terug dan de uitzet ters. In Den Haag schijnt men geen flauw idee te hebben van de belachelijk geringe uitwerking onzer diverse wet ten een kijkje langs de grens zou mis schien niet kwaad zijn voor de leer zaamheid der betrokken autoriteiten. De lagere ambtenaren beseffen dan ook maar al te goed, dat hun werk geen resultaat heeft zij hebben geen satis factie van hun arbeid. Intusschen maken de winkeliers reuzewinsten en kost de zeer twijfelachtige grensbewaking schatten gelds. DE DEMONSTRATIEVE STAKING. Gisterenavond acht uur hield de afd. 's-Gravenhage der S. D. A. P. een ver gadering in den tuin van het Volksge bouw, aan de Prinsengracht te 's-Gra venhage. In den middag was, wegens gebrek aan belangstelling een aldaar aangekondigde vergadering niet door gegaan. De Kamerleden Duijs en Klee- rekoper voerden in deze avondvergade ring het woord om mededeelingen te doen over het resultaat der Kamérzit ting van gisteren. Toen de heer Duijs binnenkwam, werd hij met luid applaus begroet, waarna de menigte de Inter nationale zong. In den loop van dep avond verzamel de zich vóór het Volksgebouw een me nigte, zóó groot, dat zij niet meer in het „Goede hemel, ja Ik zou ze zelfs herkennen, als ik in het graf lag en blij zijn, dat ik daar was 1" „En toch zegt hij, dat hij je nooit in zijn leven heeft gezien 1" „Zegt hij dat Dat is een leugen „Dat moet het wel zijn. Toch lijkt hij niet iemand, die zal liegen, welk kwaad hij ook mag doen." „Heeft hij je niets verteld „In 't geheel niets, behalve dat jij en hij vijanden waart van de een of andere reden, en dat hij hier was gekomen om maar dat zelfs heeft hij eigenlijk niet gezegd. Hij gaf slechts den indruk, dat hij van plan was om om „Mij te dooden, als hij kon", voltooi de George den afgebroken voizin. „O ja, ik begrijp heel goed, waarom hij hier is gekomen. Als wij elkaar ontmoeten beteekent dat de dood voor een van ons. Ik geef niet om den dood dat weet je, Daura. Je hebt gezien, wat ik wilde doen. Ik was voorbereid op on aangenaamheden, maar verwachtte ze niet van Troy. Ik meende, dat hij dood was. Het scheen zeker. Men zeide, dat hij zelfmoord had gepleegd. Ik begrijp niet, hoe dat verhaal in omloop kwam en niet werd tegengesproken door degenen, die beter wisten. Maar zij heb ben zeker hunne eigen redenen gehad daarvoor. Misschien wilden zij hem als een bloedhond gebruiken, om mijn spoor te vinden. Dat is het gevaar, dat ik loop, zelfs als je mij door een won der van hem kunt bevrijden." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1920 | | pagina 1