De Huwelijksdag
ifaJELHOiti 11
fO EN
iVROUVll
WOEN8D 4 O 9 JUNL
KAMEROVERZICHT.
PEUILfLBTON
8Ï NNËNLAND"
effen China-iattenj
134
i use.
Ten BURG, Glacis-
feagt wegens ziekte
pige,direct een flinke
hSTBODE.
Dagmeisje
GEMEENTEBESTUUR
sa»
jtmmur<0Um^%0
■^30
bevragen: Hof.
ieeuwsch- Vlaande-
loombooidienst.
Icn flinke
lijwielhar del. Adres-
113.
iJER&eo.
)EL8URG,
hoog salaris ten
amc
velijk een flinke
liresWilhelmina-
flink aankomend
Is: St. Jacobstr. 5.
*aagd,
huisstraat 26.
IGRIVSSrt
MI d d e iburg
Mterdam.
t lUd.
r. Roti.
Juni
!.a. sur
n.. m
0
7
1
7
4
7
5
7
7
7
8
7
gen wordt Woens-
Irdag 12 uur v m,
Ite bekomen:
1 N.V. Transport en
p.v.b.Erven G.VOS;
J: B. EENHOORN
IN OOS fERHO'JTi
Gebrs. BUITEN-
II
12a
7 55
8 05
8 16
8 35 9.24
8 53 9 42
8 58
9 13
i 9.25
12
9.27
9 39
9.54
VL1SS1NGSCHE COURANT
issue■nasaaaasa»»
ADVERTENTIE-PRÏJS
Van 14 regels 1.voor iedere
regel meer 24 centbij abonnement spe
ciale prijzen. Reclames 48 cent per regel
Dienstaanbiedingen en dienstaanvragen
van 15 regels 50 centiedere regel meer
32 cent, bij contante betaling.
Familieberichten van 1regels 1.55,
Iedere regel meer 24 cent.
ABONNEMENTS PRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal
cheren 2.per drie maanden. Franco
door het geheele rijk 2.30. Week-abon-
acmenten 15 cent. Afzonderlijke nummers
i cent
ONVEILIGHEID VAARWATER.
Schietoefeningen.
De Burgemeester van Vlissingen maakt
aan zeevarenden bekend dat op 25 Juni a.s.
van het fort „Erfprins", stelling van den
Helder schietoefeningen zullen worden ge
houden.
N De voor de veiligheid te nemen voor
zorgsmaatregelen liggen voor belangheb
benden ter Secretarie dezer gemeente ter
inzage.
Vlissingen, 9 Juni 1920.
De Burgemeester voornoemd,
VAN WOELDEREN.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Dinsdag.
Het Binnenhof was afgezet rustig
wartdelden de agenten heen en weer. Op
groofen afstand passeeren de demon
stranten. 't Is alles rustig en kalm, als
om één uur de vergadering der Kamer
aanvangt. De tribunes loopen vol en
met aandacht volgt men hetgeen er gaat
gebeuren. Er gebeurde echter niets. Vijf
minuten over één stelde de voorzitter
het ontwerp aan de orde geen booze
rantsoeneeringsvoorstellen volgen on
middellijk was het wóórd aan den heer
Rutgers. Dat alles scheen een verras
sing voor de obstructionisten zij, had
den verwacht dat de relletjes dadelijk
zouden aanvangen en daarom vergaten
zij zich voor de sprekerslijst op te ge
ven. Tal van sprekers van andere par
tijen staan voor-op, zoodat reeds dade
lijk vaststaat, dat vandaag de socialis
ten-niet aan liet woord komen. Aan
stonds na den eersten spreker vroeg de
'heer Schaper het woord, om een motie
voor te stellen, waarin de wenschelijk-
heid werd uitgesproken, dat het geheele
kabinet aanwezig zou zijn. Die motie
werd verworpen.
Ongestoord kon de heer Rutgers zijn
rede uitspreken. Hij betoogde, dat geen
rechten zijn gekrenkt de meerderheid
heeft het recht de agenda vast te stel
len. Spoed was vereischt, omdat dit
ontwerp niet werd ingediend als het
niet noodig was en als het noodig is,
dan is het spoedig noodig.
Overigens betoogde hij, dat orde en
rust onmisbaar is voor het behoud en
de ontwikkeling van hef goede. Voor
die handhaving was dit ontwerp noodig.
Hij beriep .zich o.a. op Duitschland,
waar de sociaal-democraten veel kras
sere maatregelen tegen pogingen om de
revolutie te bewerken, hebben genomen.
Heel snel veranderde de situatie in
de Kamer. Men legde zich neer bij het
voorstel van den voorzitter, dat de al-
gemeene beschouwingen a.s. Vrijdag
middag moeten eindigen. Toen dat was
aangenomen, viel alleen nog te bepalen
hoeveel spreektijd iedere partij zal krij
gen. Na eenig rumoer werd de verga
(Naar het Engelsch)
Door M. HELLEMA.
ring voor één kwartier geschorst, ten
einde overleg te plegen. Dti leidde tot
een indeeling, waarbij de socialisten en
communisten het grootste deel kregen,
nl. elk 6 uur. De overige partijen kregen
daardoor veel minder.
Met de aanneming van dit voorstel
was de obstructie onthalsd. Alle aar
digheid is er nu af nu is het alleen nog
een langdradig debat, waarvan het ver
loop nu al te vatten is.
Volgens den heer Dresselhuijs (en de
heer Rink betoogde vrijwel hetzelfde)
was er zeer 'veel misverstand bij deze
oproerige beweging tegen deze wet. Dit
misverstand kwam hieruit voort, dat de
wet niet duidelijk zegt wat ze bedoelt.
Zijn het alleen de concrete gevallen,
waarin inderdaad een aanslag onmid
dellijk aanstaande is, die door den mi
nister strafbaar worden gesteld, of gaat
de wetgever verder en steli hij ook de
theoretische gevallen, de mondelinge en
schriftelijke propaganda, strafbaar.
Voor het eerste is de heer Dresselhuijs
te vinden, voor het tweede niet. In de
amendementen, die door de vrijzinnige,
groepen zijn ingediend, is getracht de
vage bepalingen scherper te formulee-
ren. Worden die amendementen niet
aangenomen of komt er geen wijziging
in het ontwerp, dan gaat vrijwel de ge
heele linkerzijde daartegen stemmen.
In den laten namiddag kwam de heer
Troelstra aan het woord. Hij wilde niet
scheiden den inhoud van het ontwerp
van de wijze waarop het aan de orde
was gesteld. Het diepgaande belang
van dit ontwerp voor een groot deel van
het volk vereischte, dat het eerst voor
bereiding vond bij het volk.
Het volk moet vooral precies weten,
wat men in het schild voert en dat weet
het nog niet en beseft het nog niet, on
danks de obstructie van verleden week.
Partijgenoot Duys kreeg hierbij een
complimentje voor zijn optreden verle
den week I Uitvoerig de rede was
vooral als obstructie-rede geconcipieerd
zette hij uiteen welken invloed de
oorlog had gehad op de mentaliteit der
volken, waarbij hij natuurlijk niet inging
op de kwestie, dat hij en andere lejders
daarbij den meesten invloed hebben ge
oefend.
I De dag verliep, alles te samen, zeer
kalm. Slechts op enkele momenten ver-
j levendigde het debat. Echter is de ob
structie gemuilkorfd en daardoor is
voor het belangstellend publiek de
aardigheid" er af.
De mislukking van de staking, spe
ciaal in Den Haag, had, ongetwijfeld
haar uitwerking op de Kamer. Men ge
voelde, dat de ruggesteun, dien men zoo
graag wenschte, achterwege bleef.
Het is nu slechts de kwestie van twin
tig uur volpraten, meer niet. Voor deze
week ligt het debat vast en niets kan
daarin verandering brengen.
Crisis-uitgaven.
Bij de Tweede Kamer is een wets
ontwerp ingediend tot aanvulling en
verhooging van het tiende hoofdstuk
der Staatsbegrooting voor het dienst
jaar 1920 (posten wegens crisisuitga
ven), aan de toelichting waarop het
volgende is ontleend
Uitgetrokken is een bedrag van
1.5Ö0.Q00 ter bestrijding van de kds-
ten van we onder het departement van
landbouw, nijverheid en handel ressor-
teerende crisisorganisaties. Ten gevolge
van de gewijzigde tijdsomstandigheden
is het moeilijk thans met eenige nauw
keurigheid eene raming te maken van
de totaal voor dit jaar te doene uit
gaven.
Voorzoover den minister daartoe de
gegevens ter beschikking staan, zal
voor de bestrijding van de kosten der
Provinciale productiekantoren en de
Commissies van Beroep, in zake de
Scheurwet 1918, tot opheffing van wel
ke beide organen vermoedelijk eerst te
gen het einde van dezen zomer zal kun
nen worden overgegaan, nog een be
drag van ongeveer 750,000 benoodigd
zijn.
Voorts zal na beëindiging van de
werkzaamheden, verbonden aan de dis
tributie van den oogst 1919, tot liqui
datie van het rijkskantoor voor aardap
pelen kunnen worden overgegaan. Voor
den dienst 1920 worden de, uitgaven
voor gemeld kantoor voorloopig be
groot op een bedrag van rond 150.000.
Verder moeten worden gekweten de
kosten van het rijks centraal admini
stratiekantoor voor de distributie van
levensmiddelen, waarvoor een bedrag
van 2 a 2/2 ton wordt noodig geacht.
Eindelijk worden Uit het aangevraag
de crediet nog betalingen gedaan ten
behoeve van nog in functie zijnde cri
siscommissies alsmede van enkele in
den crisistijd ingestelde kantoren, die
thans in liquidatie zijn.
Naar de minister vertrouwt, zal in
den loop van dit jaar tot opheffing van
zoo goed ais alle der bestaande crisis-
lichamen kunnen worden overgegaan.
In overleg met de ministers van ar
beid en financiën js het toekennen van
subsidies thans geheel beëindigd, nadat
gedurende eenigen tijd samenwerking
had bestaan met het ministerie van ar
beid, atdeeling volksgezondheid, 'in af
wachting van het tijdstip, waarop dat
departement zelf over de financieele en
organische middelen beschikte om de
zen bouw te subsidieeren. Wat in dien
tijd aan subsidie is toegezegd, nl. een
bedrag van plm. 1 miilioen, komt in
mindering op de voor dit doel op de
begrooting van arbeid toegestane gel
den.
Thans rest in totaal voor rekening
van het Koninklijk Nationaal Steun
comité nog het uitbetalen van plm. vijf
miilioen gulden aan toegezegde subsi
dies, welke uitbetaling plaats heeft zoo
dra een bouwwerk voltooid is en aan
de verschillende voorwaarden is vol
daan.
Hef Koninklijk Nationaal Steuncomité
gaat nog voort met het geven van een
toeslag op de rentetrekkers krachtens
de Ongevallenwet.
Deze bemoeiing, begonnen op ver
zoek van den minister van arbeid, zal
nog eenigen tijd moeten worden voort
gezet. Gerekend wordt óp een bedrag
van 250.000.
Het wetsontwerp tot verruiming van
het gemeentelijk belastinggebied.
Het nader overleg tusschen den mi
nister van financiën en de commissie
i van voorbereiding heeft thans tot het
I definitieve resultaat geleid, dat 't wets-
j ontwerp tot verruiming van hef ge-
meenteiijk belastinggebied alsnog aldus
gewijzigd zal worden, dat aari de ge
meenten de keuze zal worden gelaten
tusschen opcenten op de rijksinkom
stenbelasting en een eigen plaatselijke
inkomstenbelasting. De grens der pro-
I gressie zal bij deze laatste dan eeniger-
j mate worden uitgebreid.
53)
„Nu George weer beter wordt, merk
ik toch, dat ik moe ben. Ja, het zal mij j
goed doen te rusten. En ik ben heel ge-
rust over de juweelen, nu jij de geheele
verantwoordelijkheid daarvoor op je
hebt genomen. Ik heb het aan meneer i
Emmons gezegd, toen ik hem even
sprak, en hij zeide, dat hij het reeds
wist. Had jij het hem verteld of heeft
hij het als een echte detective gera
den
„Misschien was het slechts groot
spraak", zeide Daura lachend, „om te
maken dat je hem voor een echten de
tective hield."
Maar zij voejde zich toch niet op
haar gemak bij de herinnering aan dat
geluid, alsof er metaal op steen viel.
Weldra was Nira ingeslapen. Toen
sloop Daura (die een'kimono had om
geslagen, om den schijn aan te nemen,
dat zij naar bed ging) zonder gerucht
te maken haar kamer uit en die van
Conway binnen. Dokter Mac Donald
zat bij het bed en bewaakte zijn
patient.
„Is iemand hier geweest vroeg zij
bezorgd.
„Niemand dan Angus. Ik heb hem
weggezonden en gezegd, dat hij niet
terug behoefde te komen. Ik zou hier
voorloopig wel blijven, tot ik vervan
gen werd. En dat was geen leugen,
want ik verwachtte u."
„Dank u duizendmaal", mompelde zij.
„En nu wat zult u nu doen
„Wat wilt u, dat ik zal doen
„Is George wakker
„Ja, ik heb met hem gepraat. Hij
heeft erge hoofdpijn en een gevoel, of
hij een week lang op zee is geweest in
een hevigen storm, maar niets ergers. Ik
hoop, dat wij nu aan 't eind van deze
dwaasheid zijn. Ik heb het heel onaan
genaam gevonden, dat kan ik u' zeg
gen 1"
„Als u ooit een leven hebt gered, dan
is het nu", zeide Daura weer even als
vroeger. „Wij zijn nu nog niet aan het
eind, beste dokter. Wij moeten nog een
poosje doorgaan misschien eenige
dagen, misschien slechts een paar uren
of alles is te vergeefs geweest. Ais
George wakker is, en ik met hem kan
praten, wilt u dan de deur op slot doen,
zoodat niemand onverwacht kan bin
nentreden. En dan moet ik u vragen,
weer een oogenbiik naar het kleedka
mertje te gaan. Als er iemand komt,
zal ik zacht naar u toesiuipen en uw
plaats innemen, terwijl u naar de deur
gaat en ziet, wie er is."
„Wie zou dat kunnen zijn wensch
te dokter Mac Donald te weten.
„Hoe kan ik dat zeggen. Misschien
meneer Troy." 1
Het Kamerlid Duys.
De heer H. Gianotten te Tilburg zendt
aan de „Nieuwe Ct." een schrijven naar
aanleiding van hetgeen door A. in dat
blad werd medegedeeld over het geval
„En als hij het is, wat moet ik dan
tot hem zeggen
„Laat hem in de kamer komen, maar
blijf zelf bij het bed zitten en maak een
heel natuurlijke verontschuldiging, dat
gij hem niet bij George's bed kunt toe
laten."
„Een heel natuurlijke verontschuldi
ging, zoo
„ja. Dat kunt u wel. Dat laat ik aan
ii over. Nu, beste dokter John, u wilt
alles doen, wat ik vraag, nietwaar
„En die arme juffrouw Mac Bayne
dan
„Is zij werkelijk erg ziek
„Neen, maar zij verbeeldt het zich."
„Dan moet zij wachten. Als ik met
George heb gepraat, geef.hem dan zijn
morphine weer en maak hem in slaap,
eer u weggaat. Dan zal ik blijven wach
ten, tot een der oppassers de zorg komt
overnemen. Dan is het gevaar voorbij."
„U is een vreemd meisje, en zoo ge
heimzinnig als de sfinx", prevelde dok
ter John.
„Dat moet ik we! wezen", zuchtte
Daura. „Maar dat doet er niet toe. Wilt
ii de deur sluiten
Twee minuten later was dokter Mac
Donald verbannen in de kleedkamer
met een paar kaarsen en een roman, het
eigendom van Tngus. Daura boog zich
over George, wiens bleek gelaat zij
maar flauw kon zien in het schemerlicht
van een lamp met een groene kap. Zijne
oogen waren open en keken haar aan
ofschoon hij nog niet had gesproken of
een teeken gegeven dat hij zich van
met het Kamerlid Duys. Wij ontleenen
er het volgende aan
Toen de boot te Walsoorden op ver
trekken stond, kwamen de heeren Duys
cn Mendeis met eenige dames in een
auto van den heer De Vries uit Water
graafsmeer, aangereden.
Net had boven Sas een gevecht van
een Duitsche en enkele geallieerde
vliegtuigen plaats gehad, waardoor een
inwoner van Sas van Gent gewond
werd.
Deze mededeeling maakte den heer
Duys zoo nerveus, dat hij direct naar
de grens wilde.
Mr. Mendeis voelde er niets voor om
dicht bij dat getik-tak te komen en bleef
bescheiden met de dames achter.
Nadat wij van den directeur van de
glasfabriek verlof hadden bekomen om
over de terreinen van de glasfabriek te
mogen, ontmoetten wij achter de fa
briek den heer Duys weer. Rechts van
ons was een verhooging, leemopspui-
ting van de glasfabriek, met een daar
achter lager gelegen terrein. Voor ons
een lief laantje, tof aan den neutralen
weg, waartegen de versperringen en de
afgebroken electrische draad. Langs
dat laantje een sloot met circa 5 c.M.
water.
Toen wij daar even stonden te praten,
begonnen verder af eenige mitrailleurs
te ratelen en in minder dan geen tijd lag
de heer Duys lang uit, achter de ver
hooging. Ik maakte toen nog de opmer
king, dat het jammer was voor zijn
kostbare pelsjas om zoo in de Zeeuw-
sche klei te gaan liggen.
Nadat wij vanaf die hoogte enkele
onbeduidende dingen op het slagveld
hadden zien gebeuren, besloten wij ver
der te gaan.
De heer Duys was echter de laatste
die afdaalde en mede hef laantje in
sloeg.
Daar waren toen een heer en een
dame uit Helmond, een Tilburgsch in
fanterist (de heer Stokkermans), een
journalist en ondergeteekende. In het
midden van het laantje werd van weers
zijden op korten afstand met mitrail
leurs gewerkt, waarop een onzer ter
loops zegt zoekt dekking heeren. Met
een sierlijken zwaai zat de heer Duys
direct midden in de sloot en maande
ons ernstig aan ook in zijn loopgraaf
te komen.
Hij zag er bepaald bleek uit en was
geheel in de war. Direct daarop volgde
een noglevendiger gettk-tak én de lieer
Duys kroop nog dieper in de sloot, ter
wijl wij, maar vooral de dame uit Hel
mond, Zijn Edel Gestrenge hartelijk uit
lachten ,om zijn laffe manier van doen.
Dat de modder over hem heen liep
is bepaald een overdrijving, maar natte
voeten ^ad hij gewis en zijn uiterlijk
leek veel op dat van een polderjongen
die Zaterdags afzwaait.
Het gezelschap ging terug, terwijl de
heer Stokkermans en ondergeteekende
tot aan de versperring gingen, waar wij
in gesprek kwamen met 6 Belgische
soldaten, die daar verdekt lagen achter
zgn. wolfskuilen.
Toen wij bij óns gezelschap terug
kwamen, was de heer Duys reeds ver
trokken.
Na een verblijf van drie dagen in
Belgisch Zeeuwsch-Vlaanderen ont
moetten wij den heer Duys weer in het
Hotel te Terneuzen in het bezit van
helmen, maskers, granaten en nog meer
van die verwenschte militaristische fol-
terwerken en hij was op het bezit daar
van buitengewoon trotsch.
Huldebetuiging.
Door den Bosschen Diocesanen Werlc-
haar tegenwoordigheid bewust was.
„Ken je mij fluisterde zij. „Zoo ja,
spreek zachtjes, omdat het mogelijk is,
dat ons gesprek zou worden afgeluis
terd door iemand buiten de deur."
„Ja, ik ken je", antwoordde hij nau
welijks hoorbaar.
„Herinner jij je alles
„Maar al te goed. In het laatste uur
is alles teruggekomen. Ik heb Troy's
stem in de kanier gehoord en Annira's.
Om 's hemels wil, zeg mij, wat er is
gebeurd
„Er is niets gebeurd. Maak je niet
ongerust. Alles gaat goed. Hij wacht,
totdat je'sterk genoeg bent, om hem te
woord te staan. Maar zijn hart zal
verteederd worden, daar ben ik zeker
van. Het spijt hem voor Annira en hij
houdt van mijn vader."
„En van jou
„Soms haat hij mij, en soms houdt hij
veel van mij. Ik zal wei slagen. Houd
moed, en jij en Annira zult nog gelukkig
worden. Wij moeten op dezelfde wijze
doorgaan, maar niet lang meer. Ik
moest van nacht met je spreken
„Dat zeide de dokter. Ik begreep
eerst niet, toen mijn hoofd helderder
werd, waarom je mij weer tot bewust
zijn liet komen. Maar toen hij zeide, dat
je met mij moest spreken, begreep ik
het. Toen kon ik nauwelijks wachten
maar mijn hoofdf was zoo zwaar,
dat ik af en toe weer in slaap viel. Het
was die stem, welke mij klaar wakker
maakte."
I „Herkende je die?"
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
MI0DÏ3LBURO,
jg levert uit voorraad
90 c/m breed, f 1 60 de Meter
liedenbond is gisteren het volgende te
legram verzonden
Den minister-president,
Den Haag.
De Bossche Diocesane Werklieden-
bond, vertegenwoordigend 40,000 geor
ganiseerde' adbeiders, een der vijf regi
menten van het Nederlandsche R. Kath.
arbeidersieger, in centrale raadsverga
dering in Den Bosch bijeen, brengt de
regeering hulde voor haar doortasten
den arbeid in dezen, tijd verricht, pro
testeert tegen de obstructionisten, die
de werkelijke vrijheid saboteeren en
verzoekt de regeering met dezelfde
waardigheid en voortvarendheid te blij
ven voortgaan.
Druk bezoek van Duitschers.
De gemeente Venlo mag zich, evenals
in de oorlogsjaren, weer verheugen in
een overvloedig bezoek van Duitschers.
Deze trekken dagelijks bij honderden
de stad binnen om inkoopen te doen,
,'t Is alsof er geen vreemdelingencon
trole bestaat, aldus schrijft het „N. v. d.
D." Van die honderden heeft althans
slechts een heel klein percentage be
hoorlijke papieren. De grens lijkt één
groote doorlaatpost, zonder toezicht
langs veldwegen en door bosschen be
reiken onze overburen de stad om, na
flinke hoeveelheden kaas, boter, brood
enz. ingekocht te hebben, langs dezelfde
route terug te keeren, tenzij de
politie of douane hen oppikt en eenige
uren later de grens overzet in troepen
van honderden. En dit gebeurt eiken
dag een paar maal. De uitwerking is
nilii! soms zijn de uitgezettenen nog
eerder in de stad terug dan de uitzet
ters. In Den Haag schijnt men geen
flauw idee te hebben van de belachelijk
geringe uitwerking onzer diverse wet
ten een kijkje langs de grens zou mis
schien niet kwaad zijn voor de leer
zaamheid der betrokken autoriteiten.
De lagere ambtenaren beseffen dan ook
maar al te goed, dat hun werk geen
resultaat heeft zij hebben geen satis
factie van hun arbeid. Intusschen maken
de winkeliers reuzewinsten en kost de
zeer twijfelachtige grensbewaking
schatten gelds.
DE DEMONSTRATIEVE STAKING.
Gisterenavond acht uur hield de afd.
's-Gravenhage der S. D. A. P. een ver
gadering in den tuin van het Volksge
bouw, aan de Prinsengracht te 's-Gra
venhage. In den middag was, wegens
gebrek aan belangstelling een aldaar
aangekondigde vergadering niet door
gegaan. De Kamerleden Duijs en Klee-
rekoper voerden in deze avondvergade
ring het woord om mededeelingen te
doen over het resultaat der Kamérzit
ting van gisteren. Toen de heer Duijs
binnenkwam, werd hij met luid applaus
begroet, waarna de menigte de Inter
nationale zong.
In den loop van dep avond verzamel
de zich vóór het Volksgebouw een me
nigte, zóó groot, dat zij niet meer in het
„Goede hemel, ja Ik zou ze zelfs
herkennen, als ik in het graf lag en
blij zijn, dat ik daar was 1"
„En toch zegt hij, dat hij je nooit in
zijn leven heeft gezien 1"
„Zegt hij dat Dat is een leugen
„Dat moet het wel zijn. Toch lijkt hij
niet iemand, die zal liegen, welk kwaad
hij ook mag doen."
„Heeft hij je niets verteld
„In 't geheel niets, behalve dat jij en
hij vijanden waart van de een of andere
reden, en dat hij hier was gekomen om
maar dat zelfs heeft hij eigenlijk niet
gezegd. Hij gaf slechts den indruk, dat
hij van plan was om om
„Mij te dooden, als hij kon", voltooi
de George den afgebroken voizin. „O
ja, ik begrijp heel goed, waarom hij hier
is gekomen. Als wij elkaar ontmoeten
beteekent dat de dood voor een van
ons. Ik geef niet om den dood dat
weet je, Daura. Je hebt gezien, wat ik
wilde doen. Ik was voorbereid op on
aangenaamheden, maar verwachtte ze
niet van Troy. Ik meende, dat hij dood
was. Het scheen zeker. Men zeide, dat
hij zelfmoord had gepleegd. Ik begrijp
niet, hoe dat verhaal in omloop kwam
en niet werd tegengesproken door
degenen, die beter wisten. Maar zij heb
ben zeker hunne eigen redenen gehad
daarvoor. Misschien wilden zij hem als
een bloedhond gebruiken, om mijn
spoor te vinden. Dat is het gevaar, dat
ik loop, zelfs als je mij door een won
der van hem kunt bevrijden."
(Wordt vervolgd.)