De Huwelijksdag
'mO
DINSDAG 25 MEI.
^EMËËNTËBESTijUR
BINNENLAND
FEUILLETON
fto* 121
VLISSINGSCHE COURANT
aasüi
ADVERTENTIE-PRIJS
Van 14 regels: ƒ1.voor iedere
tegel meer 24 centbij abonnement spe
ciale prijzen. Reclames 48 cent per regel
Dienstaanbiedingen en dienstaanvragen
van 15 Tegels 50 centiedere regel meer
12 cenfc bij contante betaling.
Familieberichten van 16 regels ƒ1.55,
iedere regel meer 24 cent.
ABONNEMENTS PRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal
cheren 2.— per drie maanden. Franco
door het geheele rijk ƒ2.30. Week-abon-
nementen 15 cent. Afzonderlijke nummers
4 cent
HINDERWET.
Kennisgeving.
Burg. en Weth. van Vlissingen, gezien
de artikelen 6 en 7 der Hinderwet, geven
bij deze kennis, dat bij hen is ingekomen
een verzoek van de Gezusters LtJIJMES,
alhier, om vergunning tot uitbreiding van
hunne wasch- en strijkinrichting, door het
plaatsen van een electro-motor van P-l<.
in het perceel kadastraal bekend gemeente
Vlissingen, sectie B no. 1189, gelegen aan
de Van Dishoeckstraat no. 26
dat dit verzoek met de bijlagen, te be
ginnen met Dinsdag den 25 Mei 1920, op
de Gemeente-Secretarie ter visie zal gelegd
worden en dat den veertienden dag na dien,
zijnde den 8 Juni 1920, ten Raadhuize, des
namiddags ten 3 ure, gelegenheid zal ge
geven worden om bezwaren tegen het
uitbreiden dier inrichting in te brengen,
zullende zij die niet overeenkomstig art. 7
der Hinderwet voor het gemeentebestuur
of een of meer zijner leden zijn verschenen,
teneinde hunne bezwaren mondeling toe te
lichten, niet tot beroep gerechtigd zijn,
terwijl gedurende drie dagen vóór dat tijd
stip, ter Gemeente-Secretarie van de ter
zake ingekomen schrifturen kennis kan
genomen worden.
Vlissingen, 25 Mei 1920.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN WOELDEREN.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
HINDERWET.
Kennisgeving.
Burg. en Weth. van Vlissingen, gezien
de artikelen 6 en 7 der Hinderwet, geven
bij deze kennis, dat bij hen is ingekomen
een verzoek van j. DE VLIEGER, brood
bakker alhier, om vergunning tot uitbrei
ding van zijne bestaande bakkerij, door
het plaatsen van een heetwateroven en een
electro-motor van 11 P.K. in het perceel
kadastraal bekend gemeente Vlissingen
sectie A no. 1447, gelegen aan de Hobèin-
straat no. 36
dat dit verzoek met de bijlagen, te be
ginnen met Dinsdag den 25 Mei 1920, op
de Gemeente-Secretarie ter visie zal gelegd
worden en dat den veertienden dag na dien,
zijnde den 8 Juni 1920, ten Raadhuize, des
namiddags ten 3 ure, gelegenheid zal ge
geven worden om bezwaren tegen het
uitbreiden dier inrichting in te brengen,
zullende zij die niet overeenkomstig art. 7
der Hinderwet voor het gemeentebestuur
of een of meer zijner leden zijn verschenen,
teneinde hunne bezwaren mondeling toe te
lichten, niet tot beroep gerechtigd zijn,
terwijl gedurende drie dagen vóór dat tijd
stip, ter Gemeente-Secretarie van de ter
zake ingekomen schrifturen kennis kan
genomen worden.
Vlissingen, 25 Mei 1920.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN WOELDEREN.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
Nederland en België.
De Brusselsche correspondent van
„de Tel." meldt van Zaterdag
Heden is mij aan het ministerie van
(Naar het Engelsch)
Door M. HELLEMA.
40)
„Ik ook," zeide Lord Gonne, „toen
zij negentien en ik drie en twintig was.
Hij duurde maar één jaar, onze liefdes
droom want het was de hare ook. Zij
beminde mij of meende, dat zij dat
deed. De droom vervloog maar mijn
liefde heeft mijn geheele leven ge
duurd. Dat is een lange tijd om een
vrouw te blijven liefhebben, die men
als jongeling, haast nog als knaap heeft
verloren vijf en dertig jaar. Ik ben nu
bijna zestig. Maar Margaret Cameron
was een meisje uit duizend. Zij zou een
heerlijke vrouw zijn geworden".
„Zij was een heerlijke vrouw riep
Troy. „Zij stierf, toen wij ongeveer
veertien jaar waren maar wij wis
ten, dat zij de beste en mooiste vrouw
was, die er ooit leefde."
„Ik ben blij, dat u haar zoo waar
deerde. Dat doet u haar verlies beter
dragen," zeide Lord Gorme. „Maar wie
zou Margaret niet waardeeren U zegt,
"Wij", U was dus haar eenig kind niet?"
„ik had een tweelingsbroeder", ant
woordde Troy met onvaste stem.
»U had Hij is dood
"Hij is dood," herhaalde Troy.
buitenlandsche zaken medegedeeld, dat
het Nederlandsch-Belgische verdrag
niet door België zal worden ondertee
kend, zoolang Nederland niet vooraf op
het punt van de Wielingen-kwestie toe
geeft. Hedenmiddag hebben te Parijs
de Belgische gedelegeerden Orts en Se-
gers de nota aan den Nederlandschen
delegeerde overhandigd, waarin ver
klaard wordt, dat België de onderhan
delingen opschort, totdat de Nederland-
sche regeering haar standpunt zal heb
ben gewijzigd.
Tot zoover de mij aan het ministerie
van buitenlandsche zaken verstrekte
mededeeiing. Volgens de „Vingtième
Siècle" kwamen de ministers in de
jongste kabinetszitting unaniem over
een, dat de Wielingen rechtens het
eigendom van België zijn.
Het „Comité de Politique Nationale"
maakt van de gelegenheid gebruik om
in een aan de pers verstrekte mededee
iing dit besluit de vrucht van zijn ar
beid te noemen. Het comité spreekt de
verwachting uit, dat de onderhandelin
gen met Nederland niet zullen worden
hervat alvorens een bondgenootschap
met Frankrijk en vervolgens, met Enge
land zal zijn tot stand gekomen. In de
overeenkonist met deze beide landen
dient volgens het „Comité de Politique
Nationale" als een der voornaamste be
palingen te worden vastgesteld, dat de
ze mogendheden België metterdaad
zullen steunen bij „de regeling van de
vraagstukken nopens de Schelde en
Limburg".
Onze marine.
Blijkens de Memorie van Antwoord
op het voorloopig verslag der Eerste
Kamer van het wetsontwerp tot ver
hooging der Marinebegrooting voor
1920 blijft de regeering op afbouw der
kruisers ..Java" en „Sumatra" aandrin
gen. De indienststelling kan eerst over
drie jaar worden tegemoet gezien.
Gewezen wordt op het belang van
vlagvertoon, thans weder in Japan ge
bleken.
De regeering stelt zich op het stand
punt, dat de verdediging te water, zoo
wel in het moederland als in de kolo
niën zal moeten geschieden met zg. klein
materieel, omdat het bouwen, op de
hoogte van den tijd houden en beman
nen van een vloot van groot materieel
onze krachten in elk opzicht verre te
boven zou gaan.
Een interdepartementale commissie,
waarin de departementen van marine,
van koloniën, van oorlog en van finan
ciën vertegenwoordigd zijn, wordt
werkzaam gesteld om voor de eerstvol
gende jaren eer, plan op te maken van
het materieel, dat nog voor aanbouw
in aanmerking komt, om, met hetgeen
reeds voorhanden is, te geraken tot de
vorming van een logisch samenstel.
De vliegdienst Nederland-Engeland.
De eerste week van den nieuwen
vliegdienst is zeer voorspoedig ge
weest, zoowel wat het vervoer van per
sonen als van goederen aangaat. Zater
dag zijn zelfs 4 personen uit ons land
naar Engeland vertrokken.
De pakketvooraad was voortdurend
groot. Dezer dagen kwam een groote
bezending stoffen en regenjassen per
vliegtuig over. De „Times" en „Daily
Mail" hebben eveneens deze week tel
kens van het vliegtuig gebruik gemaakt
voor het verzenden van hun nummers.
Scheepvaartbeweging.
Gedurende de afgeloopen week zijn
den Nieuwen Waterweg ingekomen 136
schepen, (35 Engelsche, 37 Nederland-
Lord Gorme zag op van het portret,
dat hij weer had ter hand genomen. „U
spreekt zeer bitter, zou ik zeggen".
„Mijn broeder stierf onder buiten
gewoon treurige omstandigheden", ver
klaarde Troy kortaf. „Ik ben den schok
nog niet te boven en zal dat nooit zijn.
Als ik dat kon, zou ik mijzelf haten."
„Zou u het mij willen verteilen
vroeg Lord Gorme met buitengewone
vriendelijk. Hij beminde zijne doch
ters, op zijne wijze, maar hij had nog
nooit zoo feeder tegen haar gesproken.
„Ik zou liever niet spreken over mijn
broeders dood zelfs tot u," ant
woordde Troy. En het trof hem als heel
vreemd, dat hij zeide „zelf tot u". En
toch scheen dat natuurlijk. „Het kan
later wel anders zijn," ging hij voort
„maar nu zou het geen goed 'doen
alleen kwaad".
„Heel goed, zooals u wilt", zeide
Lord Gorme. „Maar als u gehoord hebt,
wat ik u ga vertellen van uw moeder,
zult u het wel willen vervolgen, daar u 't
einde kent en ik niet".
„Ja" stemde Troy toe. „Maar het is
geen vroolijk verhaal. Als u haar lief
had, zal het u bedroefd maken."
„Toch zou ik het liever hooren dan
iets anders. Geen dag is voorbijgegaan
in al die jaren, dat ik mij niet heb af
gevraagd, „Waar is Margaret nu
Margaret, die mijn Margaret moest zijn
geweest Is zij gelukkig Leeft zij nog,
of heeft zij deze wereld verlaten Toen
mijn dochter mij gisteren uw vollen
sche, 20 Duitsche, 14 Amerikaansche, 9
Noorsche, 8 Fransche, 4 Zweedsche, 2
Spaansche, 1 Belgisch, 1, Peruaansch,
1 Grieksch, 1 Japansch, 1 Deensch, 1
Chineesch, I Russisch) waarvan 2 zeil
schepen en 2 zeelichters, 5 vreemde
sleepbooten, 2 stuks baggermateriaal, 1
droogdok, waaronder ook 4 stoomsche
pen, die aan de Vondelingenplaat heb
ben gebunkerd. Voor Rotterdam waren
hiervan bestemd 115, voor Schiedam 1,
voor Vlaardingen 4, voor Hendrik-ldo-
Ambaeht 1, voor Dordrecht 4 en voor
Hoek van Holland 7.
In hetzelfde tijdperk van 1919 kwa
men binnen 94 schepen, waarvan 1
zeilschip en 1 zeelichter, 1 vreemde
sleepboot, 1 bijlegger en 1 slooper.
Hiervan waren voor Rotterdam be
stemd 92, voor Vlaardingen 1 en voor
Maassluis 1.
Sedert 1 Januari zijn aangekomen
Schepen N. R. T.
N. Waterweg 1920 1668 2,035,670
1919 1773 1,618,316
Rotterdam 1920 1427 1,833.278
1919 1460 1,595,154
Uitbreiding van de Rotterdamscbe
haven.
Burg. en Weth. van Rotterdam ma
ken bij den gemeenteraad drie belang
rijke verhuringen van terreinen aan de
Waalhaven aanhangig, die, naar te
voorzien- is, wel spoedig door meerdere
zullen worden gevolgd.
De eerste betreft een complex van
18300 M'. door een combinatie, voor
welke aanvankelijk werd onderhandeld
door de heeren R. Mees en Zonen, de
Nederlandsche Handelmaatschappij,
agentschap Rotterdam, en de Amster-
damsche Bank. bijkantoor Rotterdam,
en zich later heeft geconstitueerd als
N. V. Katoenveem-Havenveem.Het gaat
hier dus om een maatregel voor den
zich belangrijk ontwikkelenden katoen-
handel.
De tweede verhuring geldt een ter
rein van 6200 M". aan de Fransche fir
ma Worms et Cie., terwijl het daar
naast gelegen terrein, ter grootte van
2400 AT, zal verhuurd worden aan de
firma Hudig en Pieters, ten behoeve
van de door haar vertegenwoordigd
wordende Luekenbaeh Steamship Co. te
New-York.
Deze terreinen zullen voor een deel
van kademuren moeten voorzien wor
den, hetgeen eenige moeilijkheden op
leverde voor het bepalen van den huur
prijs in verband met de zoo belangrijk
gestegen kosten van kaaimuurbouw.
Beslist is ten slotte, dat voor een ter
rein met kaaimuur, ter diepte van 60
M. en met een kadediepte van 10 M.
beneden R. P., een huurprijs van f 2
per AT per jaar moet worden bedon
gen, onder reserve evenwel, dat een
verhooging der kosten van den eigen
lijken kaaimuurbouw, waarop het cij
fer van 2 was gebaseerd, tot een
evenredige verhooging van den huur
prijs zou moeten leiden. In dat geval
verkeeren de firma's Worms en Hudig
<S Pieters. Het terrein voor het Katoen
veem is iets dieper, zoodat de huurprijs
onder dezelfde reserve op. 1.90 kan
worden gesteld. Voor zoover deze on
derneming het terrein niet van kaai
muur behoeft te voorzien, wat voor
een oppervlakte van 8100 M\ het gevai
is, kan de huurprijs op een gulden wor
den bepaald.
Op dezen voet is overeenstemming
verkregen.
Uit de Metaalindustrie.
Van werknemerszijde wordt gemeld
Vrijdag hebben alle werknemersor
ganisaties, ook de federatie, een confe-
naam mededeelde, hoopte ik, dat u mij
■antwoord zou geven op die vragen."
„Kent Lady Daura de geschiedenis
van u en mijn moeder?" vroeg Troy
haastig. Als Lord Gorme bevestigend
had geantwoord, zou dat misschien een
verklaring zijn geweest van Daura's
aanbod van vriendschap vriendschap
in zulke onvriendelijke omstandigheden.
Hij had een oogenblik van ganscher
harte gehoopt, dat het antwoord ja zou
zijn, omdat de vriendelijkheid van het
meisje dan te verklaren was uit een
zacht vrouwelijk gevoel. Zij behoefde
dan niet langer voor hem een listig,
verleidelijk wezen te zijn, een witte
heks. Maar het antwoord was neen.
„Mijne dochters hebben mij nooit
hooren spreken over Margaret Came
ron", antwoordde Lord Gorme. „Het
was beter van niet. Zij zouden het niet
hebben begrepen. Zij denken gaarne
laan haar moeder, met wie ik trouwde
lang nadat ik Margaret had verloren.
IZij zouden mij ontrouw vinden, als zij
het wisten, en dat ben ik niet. Ik deed
alles wat mijne vrouw wenschte of van
mij verlangde maar zij had niet lief of
had geen behoefte om lief te hebben,
zooals Margaret en ik elkaar liefhad
den. Elinor verkeerde in hetzelfde geval
als ik. Er was een ander, die zij gaarne
had willen huwen, als men het haar had
toegestaan. Uw moeder was een Came
ron, zooals u weet, en onze families
hebben elkaar gehaat, zoolang er Ca-
merons en Scores waren. Het was weer
rentie te 's-Gravenhage gehad met den
Aletaalbond. De conferentie heeft geen
resultaat opgeleverd.
De Metaalbond heeft het minimum
loon door de werknemersorganisaties
voorgesteld, verworpen, alsmede de in
voering van een 45-urige arbeidsweek.
De werkgevers handhaven hun ge
dane voorstellen. Ze zijn bereid o.m.
een ziekte-uitkeering te doen gedurende
26 weken, waarbij 70 van het loon
'zou worden uitgekeerd, 3 vaeantie-da-
gen voor hen die I jaar in dienst zijn
met behoud van minstens 50 ,7 van
het loon, doorbetaling van algemeene
Christelijke feestdagen eveneens met
behoud van minsiens de helft van het
loon.
Patrimonium.
De 37sfe jaarlijksche algemeene ver
gadering van „Patrimonium" zal op
Dinsdag 1 en Woensdag 2 Juni te Am
sterdam worden gehouden. De agenda
vermeldt o.m. „Socialisatie", inleider
ds. Sikkel Rapport over de oprichting
van een bond van Chr. coöperaties
Rapport over de plaats der afdeelingen
van „Patrimonium" in de Chr. bestu
renbonden, en voorstellen tot wijziging
van statuten en huish. reglement (reor
ganisatie van het Verbond).
VOORSTELLEN AAN DEN
GEMEENTERAAD.
Door Burg. en Weth. zijn de volgende
voorstellen aan den gemeenteraad ge
daan
De heer P. Landsman, sedert 1 .April
1880 hoofd van school A alhier, heeft
uwen raad verzocht, hem met ingang
van 1 September a.s. uit deze betrek
king ontslag te verleenen.
Wij hebben de eer u te voor te stel
len den heer Landsman het gevraagde
ontslag met ingang van bovengenoem-
den datum eervol te verleenen, zulks
onder dankbetuiging voor de vele dien
sten in deze betrekking aan het open
baar onderwijs bewezen.
o
Blijkens een overgelegd schrijven ver
zoekt de heer J. P. Louwerse hem te
rekenen met ingang van 1 Mei jl. eervol
ontslag te verleenen uit zijn betrekking
van secretaris-rentmeester van het
Gasthuis alhier.
Daar het college van regenten over
Gasthuis adviseert het verzoek van
adressant in te willigen, hebben wij de
eer u voor te stellen aan J. P. Louwerse
voornoemd het gevraagde ontslag, te
rekenen met ingang van I Mei 1920,
eervol te verleenen.
Ter voorziening in de vacature van
onbezoldigd ambtenaar van den burger
lijken stand, welke 1 juni a.s. zal ont
staan door het bedanken van den heer
A. Huson, hebben wij de eer uwe ver
gadering aan te bevelen den heer Pieter
Landsman, alhier.
Wij achten het tevens gewenseht, dat
het aantal piaatsvervangend-be2oldigd-
ambtenaren van den burgerlijken stand
met één worde uitgebreid en bevelen
u voor deze betrekking aan den heer J.
P. Louwerse, klerk der le klasse ter
secretarie, alhier.
Heeren regenten van het burgerwees
huis alhier verzoeken hun machtiging te
verleenen tot bij. en afschrijving van
enkele artikelen der begrooting voor
het dienstjaar 1919 van dat gesticht.
Waar er bij ons college geen bezwaar
bestaat de gevraagde machtiging te ver
leenen, stellen wij uwen raad voor,
daartoe te besluiten.
de oude geschiedenis van Romeo en
Juliet dat waren de namen, die Mar
garet en ik elkaar gaven. Ik was toen
officier. Wij ontmoetten elkaar op een
bal te Edinburgh, waar ik in garnizoen
lag. Het was liefde op het eerste gezicht
met ons beiden en de moeilijkheden,
welke wij voorzagen, verhoogden die
liefde nog en gaven er iets romantisch
aan. Maar ze waren grooter dan wij
verwachtten, vooral voor Margaret.
Geen van van ons had geld, en Marga
ret hield veel van haar zieken vader.
Zij durfde hem den stand van zaken
niet meedeelen. Wij vertrouwden op ons
goed geluk. Het scheen, dat alles in or
de zou komen, als wij maar wachtten.
Maar iemand zond haar vader een ano-
niemen brief, waarin het geheim ver
klapt werd, terwijl wij dachten, dat nie
mand het wist. Margaret bekende en
beloofde, meenende dat haar vaders
leven in gevaar was, mij op te geven.
Juist in dien tijd kwam Robert Trov
te Edinburgh met een aanbevelingsbrief
aan bloedverwanten van Margaret. Hij
was heel rijk, en ik weet niet veel
van Amerikaansche politiek maar hij
was reeds een man van gewicht en be
loofde nog hooger te stijgen. Misschien
was hij ook beminnelijk. Dat zeide men.
In elk geval Margaret was met hem
verloofd een maand nadat ze met mij
had gebroken en trouwde aan haar
vaders sterfbed. Ik heb haar al hare
brieven teruggezonden, zooals zij
wenschte de brieven, welke ik placht
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
Door het burgerlijk armbestuur is een
gewijzigde begrooting van ontvangsten
en uitgaven voor het dienstjaar 1919 in
gediend, sluitende in ontvang en uit
gaaf met .een bedrag van 20.110.79J4>
daar het niet mogelijk was de tekorten
te dekken door middel van af- en over
schrijving. In verband daarmede ver
zoekt het bestuur uwen raad tevens,
hem een verhoogde subsidie ten bedra
ge van ƒ800 over 1919 toe te kennen.
Aangezien er bij ons college geen be
zwaren tegen de gewijzigde begrooting
bestaar,, stellen wij u voor, deze vast
te stellen en de aangevraagde subsidie
te verleenen.
Bij raadsbesluit dd. 12 November
1918 no. 29, goedgekeurd door Gedep.
Staten den 22 November 1918, no. 82,
le afd., werd aan A. R. de Boo van
Uijen alhier, voor den tijd van één jaar
ingaande 1 Januari 1919, verhuurd de
woning aan den Koudenhoek no. 21,
welke huur stilzwijgend is verlegd tot 1
Juli 1920.
Wij achten het gewenseht genoemde
woning thans wederom gelijk vroeger
voor drie jaar te verhuren, doch tevens
om den huurprijs in verband met de
hoogere onderhoudskosten, met 20 te
verhoogen, behoudens goedkeuring van
de Huurcommissie.
Wij hebben derhalve de eer u voor te
stellen aan A. R. de Boo van Uijen al
hier de door hem bewoonde woning aan
den Koudenhoek no. 21 wederom in
huur te geven voor den tijd van drie
jaar, ingaande 1 Juli 1920, zulks tegen
een huurprijs van 2.70 per week.
Onder weder aanbieding van het in
onze handen om advies gestelde adres
van A. Bom alhier, dd. 16 April 1920,
hebben wij de eer u het volgende mede
te deeien
Adressant heeft werkelijk, zooals in
zijn adres door hem wordt vermeld
voor een rioolaansluiting voor het per
ceel Clijverstraat no. 31 moeten betalen
een bedrag van 66, zijnde voor 9
Meter berekend a 7 per Meter 63 en
voor recht 3.
Bom voornoemd, die in de meening
verkeerde, dat door hem slechts ƒ35.12
moest worden betaald, wendde zich tot
ons college met het verzoek het volgens
hem te veel betaalde, zijnde een bedrag
van ƒ30.88, te mogen terug ontvangen,
waarop door ons afwijzend werd be
schikt.
Bij de thans op Bom toepasselijke en
door ons gevolgde wijze van bereke
ning, waarbij de lengte der aansluiting
vanaf de straatgrens tot aan het straat
riool wordt opgemeten, wordt het be
drag slechts door twee factoren beïn
vloed, nl. de straatbreedte want
vrijwel overal ligt het riool in het mid
den van de straat en de dieptelig
ging van het straatriool.
Uit den aard der zaak heeft de diep
teligging van het straatriool geen groo-
ten invloed op de lengte van de aan
sluiting, alleen reeds daarom, dat die
ligging in verschillende stadsgedeelten
slechts enkele meters uiteenloopt.
te bewaren in dit zilveren kistje en
ik heb nooit weer van haar gehoord,
sedert zij naar Amerika ging dat wil
zeggen niet persoonlijk. Wat de we
reld van uw vader wist, wist ik ook
dat was alles nooit iets van Alar-
garet."
„U hebt dus gehoord, dat mijn va
der zijn geheele fortuin heeft verloren
door speculaties
„Ik hoorde, dat het grootste deel weg
was. Maar Afargaret's oude vrienden
dachten, dat er nog wel iets gered was.
Zij schreef echter nooit, en kwam nooit
terug in Schotland want hare naaste
bloedverwanten waren allen dood. Wat
mij betreft, ik kon haar natuurlijk niet
schrijven. Niet lang voor uw vaders on
geluk had ik mijn titel geërfd en was
getrouwd. Mijn vrouw was een Engel
sche. Hare familie hechtte een bespotte
lijke waarde aan een titel. Zij zelve was
zoo'niet. Maar zij was heel jong. Zij
stemde toe, om haar ouders genoegen
te doen, en ik wel, Dunulm had groot
gebrek aan geld. Zij was een aardig
meisje en ieder vond mij een gelukkige
kerel, want zij was mooi en rijk. Naar
het bleek werd haar vermogen hum
aanmerkelijk overschat. Ik vernam
dat, nadat wij verloofd waren maar
natuurlijk mocht dat voor mij geen
verschil maken."
(Wordt vervolgd.)