Agent.
De Huwelijksdag
Êbode
in Srafsteenen
meooE
^STBODE
satschappij m
rsart
WOENSDAG S MEI
OEMEENTEBESTUUR
GlMtfRURAAO VAR VLISSINGEN
KAMEROVERZICHT
f'ËUitXËTON
BINNENLAND
's tonic!
eri, Apotheker- j
elzaete, België.
Goneasmiddsl
uwlijtiers.
aeon f2.—
voor Holland
Schulte Co.,
bij de bekende
FENHANBEL
QUWERIJ
de Putter
ÏN GOES
:enhouwerij.
EK
ng tot het ver
en van
afwerking,
prijzen.
eldingen worden
strek!
STRAAT 14 16.
Postbus 11
bevelend,
AK RIET
Directeur.
biedingen'
arwatgeïi.
o- Fabriek zoekt
:n omgeving een
T.
s geregeld de
eken en prima
ebben, worden
jven onder 3050,
mrant*.
aan tegen half
"BODE,
it. Brieven letter
fliss. Courant".
1TSTE1N, Bad
rraagt tegen 1
te
lden des avonds
tstgd.
braai 93.
>r dag en nacht,
ndijk 8.
ret
nuren. Adres:
jter 62 (boven).
Middelburg
er dam.
fits».
nor
t Xldd.
ra. nir
1
t.BOtt.
TIJ.11!
bekomen
V. Transporten
h.ErvenG. VOS;
i EENHOORN;
30S TERHOUT
ebrs BUITEN-
i^Or 106 iDijiidiii ij Hjffj
VL1SSINGSCHE COURANT
(feïirsite.tiX
ADVERTENTIE-PRIJS
yan 14 regels 1.voor iedere
«zei meer 24 centbij abonnement spe
ciale prijzen. Reclames 48 cent per regel
öienstaanbiedingen en dienstaanvragen
tan 1—5 regels 50 centiedere regel meer
12 cent, hij contante betaling.
Familieberichten van 1—6 regels ƒ1.55,
iedere regel meer 24 cent.
ABONNEMENTS-PRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal-
tfceren 2.per drie maanden. Franco
door het geheele rijk ƒ2.30. Week-abon-
jementen 15 cent. Afzonderlijke nummers
1 cent
OPENBARE VERGADERING
VAN DEN
op Vrijdag 7 Mei 1920,
des namiddags 2 uur.
1. Stemming over het voorstel-Hen-
sel, om adhaesie te betuigen aan het
adres van den Raad van Negen van
den Nationalen Bond voor Plaatselijke
Keuze aan de Tweede Kamer der Sta
ten Generaal, inzake het wetsontwerp-
I Rutgers c.s.
2. Stemming over het voorstel-Lin-
deijer, tot aanhouding van het bezwaar
schrift van M. J. Kole, tegen besluit van
Burg. en Weth. inzake onttrekking van
een deel van de woning Hobeinstraat
no. 2 aan zijne bestemming.
3. Stemming over het amendement-
Hensel, op het voorstel van Burg. en
Weth., om aan de Kroon te verzoeken
het aantal vergunningen terug te bren
gen op 40 (in plaats van op 50, voor
stel Burg. en Weth.).
4. Voorstel van Burg. en Weth. inza
ke beperking voeding en kleeding aan
behoeftige schoolkinderen.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Dinsdag.
De stand van de kwestie over de ver
deeling van het onderwijs in soorten,
was na de verwarde discussie van Vrij-
jl. deze: De minister heeft geen
bezwaar tegen de opening van de mo-
HcVqVneid, dat centrale kop-scholen,
met een 7e, 8e en 9e leerjaar worden
gesticht. Hij is bereid die mogelijkheid
in zijn ontwerp vast te leggen. Ook
neemt de minister over, 't amendement-
Ketelaar, dat de benaming vervolgon
derwijs in de wet brengt.
De minister verklaarde onaanneme
lijk het amendement-Visser van IJzen-
doorn, dat voor alle klassen van de la
gere school volledige vrijheid vraagt,
om facultatieve vakken in te voeren. De
minister wijst daarentegen ook af de
poging van den heer Bulten, om deze
facultatiefsteiling voor het 7e leerjaar
te schrappen. Voorts Heeft nog de heer
Snoeck Henkemans voorgesteld, om
het mulo-onderwijs te laten gelijk het
was en om, wanneer het voorstel-Visser
van IJzendoorn is verworpen, alsnog te
bepalen, dat de vrijheid wel zal gelden
voor het 5e en 6e leerjaar.
Ten slotte is er een mnendement-
Ossendorp voor de achtkiassige school.
De heer Otto heeft zijn amendementen
ingetrokken.
Over deze ingewikkelde geschiedenis
moest heden gestemd worden. De uit
slag was niet dubieus. Alle amende
menten werden verworpen. Het Fransch
(Naar het Engelsch)
Door M. HEL1-EMA.
26)
„Och, maar er is natuurlijk geen re
den tot angst, anders zouden zij hunne
bezoekers niet rustig in die kamer iaten
slapen."
„Lady Daura, mijn zoogzuster, die
,0or alle huishoudelijke aangelegenhe
den zorgt, sedert ze volwassen is, heeft
dat beschikt, zij zegt, dat ze niet bijge-
loovig is ik veronderstel dus, dat zij
dankt, dat Troy even veilig is in de
zwarte Bretonsche kamer als ergens
anders. Toch is er nog vóór vijftig jaar
'ats heel zonderlings gebeurd, de iaat-
s'e maal, dat iemand een nacht in die
kamer doorbracht."
„Wat is er dan gebeurd
„Niemand weet wat. Het eenigc. dat
™en weet, is, dat de dame, die daar
sliep v
„0, was het een dame Is zij ook
verdwenen, evenals de anderen
„Neen, zij is niet verdwenen. Maar 's
jegens vond men haar volslagen
vinnig, onzin stamelende, en zoo
krank:
-bleef
ze, zoo lang als zij leefde."
„Wat voor onzin Heeft men u ooit
M Wat Zij ZeiCie
de i-n gr00tvader vertelde mijn va-
L die toen nog maar een kleine jon-
was, dat zij het steeds had over
is dus van de lagere school verwijderd.
De minister triomfeerde over de ge
heele lijn en kreeg zijn zin ten volle. Of
het in 't belang der school is, zal de
tijd leeren.
Van niet minder belang als het ar
tikel, was het vraagstuk der schenkin
gen, dat bij artikel 5 aan de orde kwam.
Reeds is bij de algemeene beschouwin
gen daarover gesproken. Het gevaar
bestaat, dat de bizondere scholen door
schenkingen in de gelegenheid zullen
komen om hoogere salarissen toe te
kennen, waardoor de beste krachten
worden verkregen. Om het verbreken
der gelijkheid, die het hoofddoel is
van dit ontwerp, te voorkomen,
wenschte de heer K. Ier Laan alle
schenkingen gelijkelijk te verdeelen
over alle scholen in dezelfde gemeente.
Dat systeem is natuurlijk niet uitvoer
baar, omdat tal van wegen blijven open
staan om indirect te steunen. Wie un
fair wil concurreeren, vindt daarvoor
wel een weg en het amendement voor
komt dat niet. De uitweg werd aange
wezen door den heer Kooien, die meen
de, dat bij de subsidie-bepalingen de
eisch dient gesteld te worden, dat de
schoolbesturen geen hoogere salarissen
mogen betalen dan de rijks-cijfers aan
geven. In dien geest verklaarde de mi
nister zich bereid een wijziging aan te
brengen, waarna de heer Ter Laan zijn
amendement introk.
Een ainendement-Lohman, strekken
de om de bevoegdheid van onderwijs
geven te ontnemen, wanneer een onder
wijzer in strijd met de goede zeden
handelt, tot ongehoorzaamheid aan de
wet aanspoort of een ergerlijken le
venswandel volgt, lokte verzet uit van
den heer van Ravesteijn en van den
heer van Zadelhoff, maar de minister
meende, dat deze bepaling gewenscht
was, omdat ze ook geldt voor het bi
zonder onderwijs. Hij nam dit amende
ment over en de Kamer keurde dat met
57 tegen 22 stemmen goed.
Verworpen werd een amendement-
Rutgers, om bij geneeskundig attest
vrijstelling te geven van onderwijs in
lichamelijke opvoeding. Een amende
ment-Commissie van Rapporteurs, om
te bepalen dat de schoolbesturen dit
punt zullen behandelen, werd aangeno
men met 35 tegen 27 stemmen.
Over de kwestie van "het vervangend
huisonderwijs, dat daar gegeven kan
worden waar een bepaald soort ónder
wijs niet te krijgen is, zal Donderdag
worden beslist.
De Koninklijke Familie naar het Loo.
Met den gewonen Staatsspoortrein
van 12 uur 34 min., waaraan zich de
Koninklijke rijtuigen bevonden, zijn de
Koningin, Prins en Prinses gisteren uit
Den Haag naar Het Loo vertrokken
om aldaar het zomerverblijf te vestigen.
De Koninklijke Familie werd uitge
leid door den burgemeester en den
gouverneur der residentie.
De Koninklijke personen werden zeer
levendig toegejuicht, vooral op den
weg van de Koninklijke wachtkamer
naar het bijna voor in den trein ge
plaatste Koninklijk salonrijtuig.
Onder luide toejuichingen vooral ook
van een groote groep Israëlitische
Weensche kinderen, die na hun verblijf
hier te lande terugkeerden, en met den
zelfden trein vertrokken, had het ver
trek plaats.
twee fonkelende roode oogen in een
zwart hol."
„Nu Dat klinkt romantisch, hé Ik
zou wel eens willen weten, in wat toe
stand meneer Robert Cameron Troy,
morgen ochtend zal zijn
Conal zweeg. Hij stelde slechts matig
belang in Troy, behalve in verband met
George Conway maar hij zou zich
verheugd hebben, als Conway en niet
Troy de bewoner der zwarte Breton
sche kamer was geweest."
„Ik zou gaarne eens in die spookka-
mcr willen kijken", ging de detective
voort op een grimmig spottenden toon,
„deels om de kamer zelve, deels om
andere redenen, ik verwacht, dat ik er
eerlang wel eens een kijkje zal nemen.
Kunt ge mij eene ruwe schets geven
van het inwendige van het kasteel In
de eerste plaats moet ik den weg weten
naar meneer Conway's kamers, en ik
zou ook wei eens willen weten, waar
die zwarte Bretonsche kamer is, nu we
er toch over spreken hoe ze ligt ten
opzichte van andere deelen van het
kasteel van mijn kamer, bijvoorbeeld,
en die der jonge dames."
Conal aarzelde een oogenblik, en
eerst toen Emmons dit bemerkte, sprak
hij van de „jonge dames". Terstond
haalde Conal uit zijn zak een couvert,
waarin hem een gedicht was terugge
zonden uit Glasgow, en begon, onder
een lantaarn staande, welke aan een
grooten ijzeren arm hing, met potlood
een ruwe schets te maken van het in
wendige van het kasteel Dunulm. Nu en
dan hield hij op, als hij niet zeker van
De groot-Nederlandsche gedachte
onder de Vlamingen.
Het „Vaderland" bevat een hoogst
actueel artikel onder het opschrift
„Groot-Nederlandsch gevoel.en de wer
kelijkheid."
De laatste maanden, aldus merkt het
Haagsche blad op, zijn voor de Groot-
Nederlanders niet zonder ontgooche
ling geweest. Men heeft moeten consta-
teeren, hoe gebrek aan kennis van za
ken bij de leiders der Vlaamsche bewe
ging en het achterwege blijven van
stelselmatige voorlicht ng in Nederland
dikwijls verhinderd heeft, dat de
Vlaamsche beweging haar volle ge
wicht ten voordeele van ons land liet
gelden.
Een interessant voorbeeld van dien
toestand geeft een pas verschenen brief
van den heer Frans van Cauwelaert in
de „Haagsche Post", in dien brief
dringt het Belgische Kamerlid er op aan
dat de Nederlanders, die aan zijn gene
genheid voor hun land niet mogen twij
felen, op het stuk van de Wielingen
aan de Belgische eischen zullen toege
ven.
Wanneer men inderdaad zelfs in die
Belgische (voornamelijk Vlaamsche)
kringen, die het ongeduldigst wachten
op een Nederlandsch-Belgische toena
dering, het verzet van de Nederland-
sche regeering op het vraagstuk van
de Wielingen onbegrijpelijk acht, dan
aldus vervolgt ,,het Vad." is dit
noch voor den heer Van Cauwelaert
noch voor de andere leiders der Vlaam
sche beweging, die hieriTi denken als
hij, een bewijs van politiek inzicht en
de huidige zwakheid der Groot-Neder-
landsche beweging blijkt er ook uit.
Wat heeft men hier inderdaad aan al
de betuigingen van genegenheid voor
Nederland en wat heeft Vlaanderen aan
de zoo hooggeroemde cultureele een
heid met ons land wanneer men zich
daar, wanneer 't er op aankomt, toch
laat meevoeren op anti-Nederlandsche
sfroomingen en zelfs geen moeite doet
om de ware toedracht der zaken te
leeren kennen Men verzuimt aldus een
stuk Nederlandsche werkelijkheid, dat
in zekeren zin toch ook deel uitmaakt
van de Nederlandsche cultuur, mee te
leven en wordt onrechtvaardig tegen
over den staat, dien men zegt) als een
tweede vaderland te beminnen.
Het is ons hier niet te doen om de
Wielingen-kwestie zelf1. Onze lezers
kennen het belang er van sinds eeu
wen zijn de Wielingen Nederlandsch
water; zij vormen den voornaamsten
toegang tot de Schelde de souverei-
niteit er over aan een vreemde mogend
heid overgeven, ware de verdediging
van de Schelde zelf in gevaar te bren
gen. Zelfs wanneer men alle recht over
boord werpt en uitsluitend de revoluti
onaire leer der doelmatigheid laat gel
den, zal de objectieve beoordeelaar er
kennen moeten, dat de Wielingen onaf
scheidelijk zijn van de Schelde. Een lei
der der Vlaamsche beweging, zooals
de heer Van Cauwelaert, die zich ook
nog op Foerster beroept, zal echter
iets meer eerbied dienen te toonen voor
de positieve rechten van Nederland
Wij hebben het alleen maar over
dien brief van den heer Van Cauwelaert
omdat hij kenschetsend is voor den
toestand der heele Vlaamsche bewe
ging als een der uitingen van het Groot
Nederlandsche eenheidsgevoel.
Dit gevoel moge nog zoo diep zijn
het blijft voor de praktijk toch vrijwel
machteloos, zoolang de intelleetueele
inhoud er van niet duidelijker geformu
leerd is. De Groot-Nederlandsche be-
zijn zaak meende te zijn, en Emmons
volgde hem met belangstelling. Einde
lijk, nadat hij eenige lijnen weer met
een stukje gomelastiek aan 't eind van
een potlood had uitgeveegd en dezelfde
lijnen weer met eenige kleine verande
ringen, die toch belangrijk schenen, had
getrokken, overhandigde Conal het pa
pier aan den detective.
„Daar is het heele ding, zoo ver ik
mij kan herinneren", verklaarde hij,
„Twee verdiepingen op de eene zijde
van het couvert, twee op de andere. Ik
geloof niet, dat ik vele fouten heb ge
maakt dat zou echter niet hinderlijk
zijn voor uw doel. Met dit als gids kunt
u zelf bij uwe nasporingen wel zien,
waar ik mij heb vergist.
Emmons bestudeerde zwijgend de
schets in hare vier deelen. Ge hebt ver
geten," zeide hij, „de geografische lig
ging aan te geven."
Conal staarde hem verbaasd aan.
„Hoe heeft u dat noodig bij uw werk?"
„Dat is heel noodig."
Conal nam het couvert terug en
schreef op de juiste plaatsen, noord,
zuid, oost en west.
„Dank u, nu is het beter", zeide Em
mons. „Ik zie, dat de zwarte Breton
sche kamer, zooals ge ze noemt, op de
eerste verdieping is."
„De verdieping gelijkvloers", verbe
terde Conal hem.
„De verdieping gelijkvloers dan. Gij
zijt niet lang genoeg in mijn vaderland
geweest, vermoed ik, om te weten, dat
wij die daar ginds de eerste verdieping
noemen. Is er een kelder onder
weging kan in de toekomst van ons
eigen land en van den Nederlandschen
stam nog een groote rol spelen zij kan
die grooter en schooner maken, maar
dan moet ze zoo spoedig mogelijk, en
definitief, zich van gevoel tot doctrine
worden ontwikkeld.
Verdedigingsbelasting.
Bij de Tweede Kamer is ingekomen
een wetsontwerp inzake de verlenging
van den termijn, waarvoor de verdedi
gingsbelastingen krachtens de wet van
11 April 1919 worden geheven, bene
vens voorzieningen ten aanzien van de
bestemming van de opbrengst dier be
lastingen, alsmede ten aanzien van de
voorziening van de kosten en uitgaven
der krachtens de Leeningwet 1919 uit
gegeven leening.
Het ontwerp strekt in de eerste
plaats ter voldoening aan de toezeg
ging bij de behandeling der interpella-
tie-Marchant in de Tweede Kamer op
2 Maart 1920 door den minister van
financiën gedaan, namelijk de indiening
te zullen bevorderen van een wetsont
werp tot toewijzing van de opbrengst
der verdedigingsbelastingen aan het
Leeningsfonds 1914, waarmede uit den
aard der zaak gepaard moet gaan een
verlenging van den termijn waarover
deze belastingen worden geheven.
In overeenstemming met de bepalin
gen omtrent den duur van de opcenten-
heffingen ten behoeve van het Leening-
fonds wordt voorgesteld de verdedi-
gingsbeiastingen te heffen tot en met
het belastingjaar 1933-34. Naar te ver
wachten is, zal hiermede niet kunnen
volstaan worden en zal een verdere
verlenging noodig zijn. De beslissing
hieromtrent kan intusschen worden
overgelaten aan de toekomst, wanneer
bekend zal zijn hoe de baten van het
fonds zich tijdens den thans voorgestel
den heffingsduur hebben ontwikkeld.
In de tweede plaats beoogt het wets
ontwerp een deel der uitgaven voor de
Leening 1919 te brengen ten laste van
den normalen dienst en wel ten laste
van hoofdstuk VII A der Staatsbegroo-
ting. Bij den opzet van het plan dier
leening is aangenomen dat een bedrag
van 200 millioen zou strekken tot
dekking van tekorten op den zooeven
bedoelden dienst. De minister acht het
wenschelijk, dat de hierbedoelde split
sing bij deze gelegenheid in de wet
worde vastgelegd.
De oorlogswinstbelasting en de
gemeenten.
Naar wij vernemen, is het advies van
de Commissie uit de Ged. Staten der
verschillende provinciën, onder voor
zitterschap van mr. Kolkman, voor de
voorbereiding van een tweede uitkee-
ring uit de oorlogswinstbelasting aan
de gemeenten, thans binnen zeer korten
tijd te verwachten, waarna de onver
wijlde indiening van een daartoe strek
kend wetsontwerp kan worden tege
moet gezien.
Het belastinggebied der gemeenten.
Het bestuur der vereeniging van Ne
derlandsche gémeenten heeft zich tot de
gemeentebesturen gewend met de ine-
dedeeling, dat het naar aanleiding van
de ingediende wijzigingen op het ont
werp tot wijziging van de gemeente
wet, zich voorstelt een nieuwe nota tot
de Tweede Kamer te richten om de
onderwerpelijke aangelegenheden te
bespreken. Het heeft daarom den ge
meentebesturen gevraagd mede te dee
len, welke de beteekenis van de voor
gedragen regeling der afschaffing van
Conal dacht een oogenblik na. „Neen,
de eenige kelders, waarvan ik weet,
zijn onder de keukens. Er is een gevan-
genhok onder de groote eetzaal en een
ander, kleiner, onder de oude wachtka
mer. Het groote werd de .Walvisch-
buik' genoemd en het kleine de .Flesch'
om zijn smallen ingang. Twee honderd
jaar geleden kreeg een Graaf van Gor-
me genoeg van zijn vrouw, die een
booze tong had, en liet haar opsluiten
in de Walvischbuik, met geen ander
voedsel dan zout vieesch, terwijl hij en
zijn nieuwe vrouw boven haar hóófd
een feestmaal hielden in de eetzaal."
„Een aardige familie moet liet ge
weest zijn, naar wat ik zoo hoor
grinnikte de Amerikaansche detective.
Conal zag hem boos aan. „Niet erger
dan andere, die Schotland groot heb
ben gemaakt."
„O, ik wil niets tegen hen zeggen
en natuurlijk is het nu heel anders en
gaan ze met hun tijd mee", veront
schuldigde Emmons zich, „hoewel zij
nog hunne gasten in spookkamers stop
pen, waar de mensehen verdwijnen of
's morgens krankzinnig worden gevon
den. Wat is er dan onder die Breton
sche kamer, ais cr geen kelder is
Niets als rotsgrond
„Niets als rotsgrond herhaalde
Conal.
„En de rotsholen dan Op een der
prentbriefkaarten, die ik kocht bij
laag tij genomen, denk ik was de
ingang van een hol te zien. Er stond
op ,de ingang van den Verloren Fluit
speler'. ik vond, dat het aardig roman
ten eigen inkomstenbelasting en Ver
vanging daarvan door opcenten op de
rijksinkomsten- en vermogensbelasting
voor de financiën der gemeente zal
hebben. Voorts wordt gevraagd hoe
groot ongeveer het bedrag zal zijn,
dat de gemeenten zullen kunnen innen,
door verruiming van het belasting
gebied.
Nederlandsche Unie voor
Vrouwenbelangen.
Het bestuur van de Nederlandsche
Unie voor Vrouwenbelangen heeft een
adres gezonden aan de Tweede Kamer
naar aanleiding van het bij Koninklijke
boodschap van 18 Maart j1. ingediend
ontwerp van wet, tot invoering van
den kinderechter en van de onder toe-
zichtstelling van minderjarigen.
Met groote instemming zag het be
stuur der Unie, dat in het voorgestelde
art. 373 van het Burg. Wetboek wordt
gesproken van eèn „gezinshoofd van
het mannelijk of vrouwelijk geslacht",
waardoor, zooais de Memorie van Toe
lichting het uitdrukt, „onomstootelijk
vaststaat, dat ook vrouwen tot gezins
hoofd benoembaar zijn."
Teleurgesteld voelde het bestuur
zich, door wat de minister van justitie
in de Memorie van Toelichting onder
art. 1 te kennen gaf, omtrent de be
noembaarheid van vrouwen tot kinder
rechter. Dat de bestaande grondwet
niet zou toelaten de aanstelling van
vrouwen als rechters, is een opvatting,
welke steun vindt in geen enkele grond
wettelijke bepaling. Het bestuur der
Nederl. Unie voor Vrouwenbelangen
verzoekt daarom den leden van de
Tweede Kamer, het daarheen te leider^
dat ten opzichte van de kinderrechters
ook vrouwen daarvoor kunnen worden
aangenomen.
Een nieuw Amsterdamsch
raadhuis.
Binnenkort kan het prae-advies van
Burg. en Weth. van Amsterdam inzake
de nog aanhangige motie-J. N. Hendrix
betreffende de Paleis-raadhuiskwestie
verschijnen.
De heer Hendrix heeft in zijn motie
.gevraagd of het niet het meest rationeel
was, op het IJsclubterrein een nieuw
raadhuis te bouwen. Het prae-advies
raadt aan, daarop niet in te gaan, om
dat dit terrein te klein wordt geacht.
Tevens luidt het advies af te zien van
hét denkbeeld, het paleis op den Dam
aan zijn oorspronkelijke bestemming
terug te geven, wijl het aan de eischen
aan een modernen zetel van het ge
meentebestuur te stellen, niet kan vol
doen.
Burg. en Weth. verzoeken den raad
in beginsel te besluiten, dat op een
daarvoor geschikt terrein een aan alle
eischen voldoend stadhuis zal worden
gebouwd.
Een film over Nederland.
Door het bestuur van „Nederland in
den Vreemde" is het plan goedgekeurd
dat door de Filmcommissie van deze
Vereeniging is ontworpen, omtrent het
maken van films, die de beteekenis van
Nederland op het gebied van kunsten,
wetenschappen, nijverheid, architec
tuur, landbouw, veeteelt, etc., zuilen
weergeven.
Dank zij de groote medewerking van
de Nederlandsche spoorwegen, door de
bemiddeling van het bestuurslid der
vereeniging, den heer C. R. T. Baron
Krayenhoff, verleend, kunnen vanaf de
spoorbanen en uit den trein opnamen
daartoe worden gedaan.
Zonder tot in historische tijden af te
tisch klonk. Weet gij daar iets van 7"
Conai wendde de oogen at, want de
detective had een akelige gewoonte
van de menschen aan te staren, alsof
hij bijziende was.
„Ik weet evenveel als iedereen. Dat
is niet veel."
„Zijt gij in het hol geweest?"
„Ja."
„Ver
„Dertig a veertig meter."
„Ik vermoed, dat het omhoog loopt,
anders zou het bij vloed onder water
staan."
„Ja, het loopt omhoog."
„Het moet wel interessant zijn."
„Er is niet veel te zien."
„Geen trap in de rots gehakt, of zoo
iets
„Ik heb nooit zoo iets gevonden of
er van gehoord ofschoon ik veel tijd
placht door te brengen in de hoien, toen
ik een knaap was, eer ik naar Amerika
ging. Ik was wat anders dan de men
schen hier en het beviel mij thuis niet
te'best. Ik placht verzen te maken in
de holen. Daar werd ik met rust ge
laten."
„Dat geloot ik Waarom zegt ge
hoien' Is er meer-dan een
„Er - zijn vele gangen, die on niets
bijzonders uitloopen. Aan 't eind van
een er van is een kapel, met een in de
rots uitgehouwen altaar. Niemand weet
wanneer het gemaakt is maar het ver
haal luidt, dat de Verloren Fluitspeler
het deed, toen hij met zijn vrouw en
kind in het hol woonde."
(Wordt vervolgd.)