Agent. De Huwelijksdag Êbode in Srafsteenen meooE ^STBODE satschappij m rsart WOENSDAG S MEI OEMEENTEBESTUUR GlMtfRURAAO VAR VLISSINGEN KAMEROVERZICHT f'ËUitXËTON BINNENLAND 's tonic! eri, Apotheker- j elzaete, België. Goneasmiddsl uwlijtiers. aeon f2.— voor Holland Schulte Co., bij de bekende FENHANBEL QUWERIJ de Putter ÏN GOES :enhouwerij. EK ng tot het ver en van afwerking, prijzen. eldingen worden strek! STRAAT 14 16. Postbus 11 bevelend, AK RIET Directeur. biedingen' arwatgeïi. o- Fabriek zoekt :n omgeving een T. s geregeld de eken en prima ebben, worden jven onder 3050, mrant*. aan tegen half "BODE, it. Brieven letter fliss. Courant". 1TSTE1N, Bad rraagt tegen 1 te lden des avonds tstgd. braai 93. >r dag en nacht, ndijk 8. ret nuren. Adres: jter 62 (boven). Middelburg er dam. fits». nor t Xldd. ra. nir 1 t.BOtt. TIJ.11! bekomen V. Transporten h.ErvenG. VOS; i EENHOORN; 30S TERHOUT ebrs BUITEN- i^Or 106 iDijiidiii ij Hjffj VL1SSINGSCHE COURANT (feïirsite.tiX ADVERTENTIE-PRIJS yan 14 regels 1.voor iedere «zei meer 24 centbij abonnement spe ciale prijzen. Reclames 48 cent per regel öienstaanbiedingen en dienstaanvragen tan 1—5 regels 50 centiedere regel meer 12 cent, hij contante betaling. Familieberichten van 1—6 regels ƒ1.55, iedere regel meer 24 cent. ABONNEMENTS-PRIJS Voor Vlissingen en gemeenten op Wal- tfceren 2.per drie maanden. Franco door het geheele rijk ƒ2.30. Week-abon- jementen 15 cent. Afzonderlijke nummers 1 cent OPENBARE VERGADERING VAN DEN op Vrijdag 7 Mei 1920, des namiddags 2 uur. 1. Stemming over het voorstel-Hen- sel, om adhaesie te betuigen aan het adres van den Raad van Negen van den Nationalen Bond voor Plaatselijke Keuze aan de Tweede Kamer der Sta ten Generaal, inzake het wetsontwerp- I Rutgers c.s. 2. Stemming over het voorstel-Lin- deijer, tot aanhouding van het bezwaar schrift van M. J. Kole, tegen besluit van Burg. en Weth. inzake onttrekking van een deel van de woning Hobeinstraat no. 2 aan zijne bestemming. 3. Stemming over het amendement- Hensel, op het voorstel van Burg. en Weth., om aan de Kroon te verzoeken het aantal vergunningen terug te bren gen op 40 (in plaats van op 50, voor stel Burg. en Weth.). 4. Voorstel van Burg. en Weth. inza ke beperking voeding en kleeding aan behoeftige schoolkinderen. TWEEDE KAMER. Vergadering van Dinsdag. De stand van de kwestie over de ver deeling van het onderwijs in soorten, was na de verwarde discussie van Vrij- jl. deze: De minister heeft geen bezwaar tegen de opening van de mo- HcVqVneid, dat centrale kop-scholen, met een 7e, 8e en 9e leerjaar worden gesticht. Hij is bereid die mogelijkheid in zijn ontwerp vast te leggen. Ook neemt de minister over, 't amendement- Ketelaar, dat de benaming vervolgon derwijs in de wet brengt. De minister verklaarde onaanneme lijk het amendement-Visser van IJzen- doorn, dat voor alle klassen van de la gere school volledige vrijheid vraagt, om facultatieve vakken in te voeren. De minister wijst daarentegen ook af de poging van den heer Bulten, om deze facultatiefsteiling voor het 7e leerjaar te schrappen. Voorts Heeft nog de heer Snoeck Henkemans voorgesteld, om het mulo-onderwijs te laten gelijk het was en om, wanneer het voorstel-Visser van IJzendoorn is verworpen, alsnog te bepalen, dat de vrijheid wel zal gelden voor het 5e en 6e leerjaar. Ten slotte is er een mnendement- Ossendorp voor de achtkiassige school. De heer Otto heeft zijn amendementen ingetrokken. Over deze ingewikkelde geschiedenis moest heden gestemd worden. De uit slag was niet dubieus. Alle amende menten werden verworpen. Het Fransch (Naar het Engelsch) Door M. HEL1-EMA. 26) „Och, maar er is natuurlijk geen re den tot angst, anders zouden zij hunne bezoekers niet rustig in die kamer iaten slapen." „Lady Daura, mijn zoogzuster, die ,0or alle huishoudelijke aangelegenhe den zorgt, sedert ze volwassen is, heeft dat beschikt, zij zegt, dat ze niet bijge- loovig is ik veronderstel dus, dat zij dankt, dat Troy even veilig is in de zwarte Bretonsche kamer als ergens anders. Toch is er nog vóór vijftig jaar 'ats heel zonderlings gebeurd, de iaat- s'e maal, dat iemand een nacht in die kamer doorbracht." „Wat is er dan gebeurd „Niemand weet wat. Het eenigc. dat ™en weet, is, dat de dame, die daar sliep v „0, was het een dame Is zij ook verdwenen, evenals de anderen „Neen, zij is niet verdwenen. Maar 's jegens vond men haar volslagen vinnig, onzin stamelende, en zoo krank: -bleef ze, zoo lang als zij leefde." „Wat voor onzin Heeft men u ooit M Wat Zij ZeiCie de i-n gr00tvader vertelde mijn va- L die toen nog maar een kleine jon- was, dat zij het steeds had over is dus van de lagere school verwijderd. De minister triomfeerde over de ge heele lijn en kreeg zijn zin ten volle. Of het in 't belang der school is, zal de tijd leeren. Van niet minder belang als het ar tikel, was het vraagstuk der schenkin gen, dat bij artikel 5 aan de orde kwam. Reeds is bij de algemeene beschouwin gen daarover gesproken. Het gevaar bestaat, dat de bizondere scholen door schenkingen in de gelegenheid zullen komen om hoogere salarissen toe te kennen, waardoor de beste krachten worden verkregen. Om het verbreken der gelijkheid, die het hoofddoel is van dit ontwerp, te voorkomen, wenschte de heer K. Ier Laan alle schenkingen gelijkelijk te verdeelen over alle scholen in dezelfde gemeente. Dat systeem is natuurlijk niet uitvoer baar, omdat tal van wegen blijven open staan om indirect te steunen. Wie un fair wil concurreeren, vindt daarvoor wel een weg en het amendement voor komt dat niet. De uitweg werd aange wezen door den heer Kooien, die meen de, dat bij de subsidie-bepalingen de eisch dient gesteld te worden, dat de schoolbesturen geen hoogere salarissen mogen betalen dan de rijks-cijfers aan geven. In dien geest verklaarde de mi nister zich bereid een wijziging aan te brengen, waarna de heer Ter Laan zijn amendement introk. Een ainendement-Lohman, strekken de om de bevoegdheid van onderwijs geven te ontnemen, wanneer een onder wijzer in strijd met de goede zeden handelt, tot ongehoorzaamheid aan de wet aanspoort of een ergerlijken le venswandel volgt, lokte verzet uit van den heer van Ravesteijn en van den heer van Zadelhoff, maar de minister meende, dat deze bepaling gewenscht was, omdat ze ook geldt voor het bi zonder onderwijs. Hij nam dit amende ment over en de Kamer keurde dat met 57 tegen 22 stemmen goed. Verworpen werd een amendement- Rutgers, om bij geneeskundig attest vrijstelling te geven van onderwijs in lichamelijke opvoeding. Een amende ment-Commissie van Rapporteurs, om te bepalen dat de schoolbesturen dit punt zullen behandelen, werd aangeno men met 35 tegen 27 stemmen. Over de kwestie van "het vervangend huisonderwijs, dat daar gegeven kan worden waar een bepaald soort ónder wijs niet te krijgen is, zal Donderdag worden beslist. De Koninklijke Familie naar het Loo. Met den gewonen Staatsspoortrein van 12 uur 34 min., waaraan zich de Koninklijke rijtuigen bevonden, zijn de Koningin, Prins en Prinses gisteren uit Den Haag naar Het Loo vertrokken om aldaar het zomerverblijf te vestigen. De Koninklijke Familie werd uitge leid door den burgemeester en den gouverneur der residentie. De Koninklijke personen werden zeer levendig toegejuicht, vooral op den weg van de Koninklijke wachtkamer naar het bijna voor in den trein ge plaatste Koninklijk salonrijtuig. Onder luide toejuichingen vooral ook van een groote groep Israëlitische Weensche kinderen, die na hun verblijf hier te lande terugkeerden, en met den zelfden trein vertrokken, had het ver trek plaats. twee fonkelende roode oogen in een zwart hol." „Nu Dat klinkt romantisch, hé Ik zou wel eens willen weten, in wat toe stand meneer Robert Cameron Troy, morgen ochtend zal zijn Conal zweeg. Hij stelde slechts matig belang in Troy, behalve in verband met George Conway maar hij zou zich verheugd hebben, als Conway en niet Troy de bewoner der zwarte Breton sche kamer was geweest." „Ik zou gaarne eens in die spookka- mcr willen kijken", ging de detective voort op een grimmig spottenden toon, „deels om de kamer zelve, deels om andere redenen, ik verwacht, dat ik er eerlang wel eens een kijkje zal nemen. Kunt ge mij eene ruwe schets geven van het inwendige van het kasteel In de eerste plaats moet ik den weg weten naar meneer Conway's kamers, en ik zou ook wei eens willen weten, waar die zwarte Bretonsche kamer is, nu we er toch over spreken hoe ze ligt ten opzichte van andere deelen van het kasteel van mijn kamer, bijvoorbeeld, en die der jonge dames." Conal aarzelde een oogenblik, en eerst toen Emmons dit bemerkte, sprak hij van de „jonge dames". Terstond haalde Conal uit zijn zak een couvert, waarin hem een gedicht was terugge zonden uit Glasgow, en begon, onder een lantaarn staande, welke aan een grooten ijzeren arm hing, met potlood een ruwe schets te maken van het in wendige van het kasteel Dunulm. Nu en dan hield hij op, als hij niet zeker van De groot-Nederlandsche gedachte onder de Vlamingen. Het „Vaderland" bevat een hoogst actueel artikel onder het opschrift „Groot-Nederlandsch gevoel.en de wer kelijkheid." De laatste maanden, aldus merkt het Haagsche blad op, zijn voor de Groot- Nederlanders niet zonder ontgooche ling geweest. Men heeft moeten consta- teeren, hoe gebrek aan kennis van za ken bij de leiders der Vlaamsche bewe ging en het achterwege blijven van stelselmatige voorlicht ng in Nederland dikwijls verhinderd heeft, dat de Vlaamsche beweging haar volle ge wicht ten voordeele van ons land liet gelden. Een interessant voorbeeld van dien toestand geeft een pas verschenen brief van den heer Frans van Cauwelaert in de „Haagsche Post", in dien brief dringt het Belgische Kamerlid er op aan dat de Nederlanders, die aan zijn gene genheid voor hun land niet mogen twij felen, op het stuk van de Wielingen aan de Belgische eischen zullen toege ven. Wanneer men inderdaad zelfs in die Belgische (voornamelijk Vlaamsche) kringen, die het ongeduldigst wachten op een Nederlandsch-Belgische toena dering, het verzet van de Nederland- sche regeering op het vraagstuk van de Wielingen onbegrijpelijk acht, dan aldus vervolgt ,,het Vad." is dit noch voor den heer Van Cauwelaert noch voor de andere leiders der Vlaam sche beweging, die hieriTi denken als hij, een bewijs van politiek inzicht en de huidige zwakheid der Groot-Neder- landsche beweging blijkt er ook uit. Wat heeft men hier inderdaad aan al de betuigingen van genegenheid voor Nederland en wat heeft Vlaanderen aan de zoo hooggeroemde cultureele een heid met ons land wanneer men zich daar, wanneer 't er op aankomt, toch laat meevoeren op anti-Nederlandsche sfroomingen en zelfs geen moeite doet om de ware toedracht der zaken te leeren kennen Men verzuimt aldus een stuk Nederlandsche werkelijkheid, dat in zekeren zin toch ook deel uitmaakt van de Nederlandsche cultuur, mee te leven en wordt onrechtvaardig tegen over den staat, dien men zegt) als een tweede vaderland te beminnen. Het is ons hier niet te doen om de Wielingen-kwestie zelf1. Onze lezers kennen het belang er van sinds eeu wen zijn de Wielingen Nederlandsch water; zij vormen den voornaamsten toegang tot de Schelde de souverei- niteit er over aan een vreemde mogend heid overgeven, ware de verdediging van de Schelde zelf in gevaar te bren gen. Zelfs wanneer men alle recht over boord werpt en uitsluitend de revoluti onaire leer der doelmatigheid laat gel den, zal de objectieve beoordeelaar er kennen moeten, dat de Wielingen onaf scheidelijk zijn van de Schelde. Een lei der der Vlaamsche beweging, zooals de heer Van Cauwelaert, die zich ook nog op Foerster beroept, zal echter iets meer eerbied dienen te toonen voor de positieve rechten van Nederland Wij hebben het alleen maar over dien brief van den heer Van Cauwelaert omdat hij kenschetsend is voor den toestand der heele Vlaamsche bewe ging als een der uitingen van het Groot Nederlandsche eenheidsgevoel. Dit gevoel moge nog zoo diep zijn het blijft voor de praktijk toch vrijwel machteloos, zoolang de intelleetueele inhoud er van niet duidelijker geformu leerd is. De Groot-Nederlandsche be- zijn zaak meende te zijn, en Emmons volgde hem met belangstelling. Einde lijk, nadat hij eenige lijnen weer met een stukje gomelastiek aan 't eind van een potlood had uitgeveegd en dezelfde lijnen weer met eenige kleine verande ringen, die toch belangrijk schenen, had getrokken, overhandigde Conal het pa pier aan den detective. „Daar is het heele ding, zoo ver ik mij kan herinneren", verklaarde hij, „Twee verdiepingen op de eene zijde van het couvert, twee op de andere. Ik geloof niet, dat ik vele fouten heb ge maakt dat zou echter niet hinderlijk zijn voor uw doel. Met dit als gids kunt u zelf bij uwe nasporingen wel zien, waar ik mij heb vergist. Emmons bestudeerde zwijgend de schets in hare vier deelen. Ge hebt ver geten," zeide hij, „de geografische lig ging aan te geven." Conal staarde hem verbaasd aan. „Hoe heeft u dat noodig bij uw werk?" „Dat is heel noodig." Conal nam het couvert terug en schreef op de juiste plaatsen, noord, zuid, oost en west. „Dank u, nu is het beter", zeide Em mons. „Ik zie, dat de zwarte Breton sche kamer, zooals ge ze noemt, op de eerste verdieping is." „De verdieping gelijkvloers", verbe terde Conal hem. „De verdieping gelijkvloers dan. Gij zijt niet lang genoeg in mijn vaderland geweest, vermoed ik, om te weten, dat wij die daar ginds de eerste verdieping noemen. Is er een kelder onder weging kan in de toekomst van ons eigen land en van den Nederlandschen stam nog een groote rol spelen zij kan die grooter en schooner maken, maar dan moet ze zoo spoedig mogelijk, en definitief, zich van gevoel tot doctrine worden ontwikkeld. Verdedigingsbelasting. Bij de Tweede Kamer is ingekomen een wetsontwerp inzake de verlenging van den termijn, waarvoor de verdedi gingsbelastingen krachtens de wet van 11 April 1919 worden geheven, bene vens voorzieningen ten aanzien van de bestemming van de opbrengst dier be lastingen, alsmede ten aanzien van de voorziening van de kosten en uitgaven der krachtens de Leeningwet 1919 uit gegeven leening. Het ontwerp strekt in de eerste plaats ter voldoening aan de toezeg ging bij de behandeling der interpella- tie-Marchant in de Tweede Kamer op 2 Maart 1920 door den minister van financiën gedaan, namelijk de indiening te zullen bevorderen van een wetsont werp tot toewijzing van de opbrengst der verdedigingsbelastingen aan het Leeningsfonds 1914, waarmede uit den aard der zaak gepaard moet gaan een verlenging van den termijn waarover deze belastingen worden geheven. In overeenstemming met de bepalin gen omtrent den duur van de opcenten- heffingen ten behoeve van het Leening- fonds wordt voorgesteld de verdedi- gingsbeiastingen te heffen tot en met het belastingjaar 1933-34. Naar te ver wachten is, zal hiermede niet kunnen volstaan worden en zal een verdere verlenging noodig zijn. De beslissing hieromtrent kan intusschen worden overgelaten aan de toekomst, wanneer bekend zal zijn hoe de baten van het fonds zich tijdens den thans voorgestel den heffingsduur hebben ontwikkeld. In de tweede plaats beoogt het wets ontwerp een deel der uitgaven voor de Leening 1919 te brengen ten laste van den normalen dienst en wel ten laste van hoofdstuk VII A der Staatsbegroo- ting. Bij den opzet van het plan dier leening is aangenomen dat een bedrag van 200 millioen zou strekken tot dekking van tekorten op den zooeven bedoelden dienst. De minister acht het wenschelijk, dat de hierbedoelde split sing bij deze gelegenheid in de wet worde vastgelegd. De oorlogswinstbelasting en de gemeenten. Naar wij vernemen, is het advies van de Commissie uit de Ged. Staten der verschillende provinciën, onder voor zitterschap van mr. Kolkman, voor de voorbereiding van een tweede uitkee- ring uit de oorlogswinstbelasting aan de gemeenten, thans binnen zeer korten tijd te verwachten, waarna de onver wijlde indiening van een daartoe strek kend wetsontwerp kan worden tege moet gezien. Het belastinggebied der gemeenten. Het bestuur der vereeniging van Ne derlandsche gémeenten heeft zich tot de gemeentebesturen gewend met de ine- dedeeling, dat het naar aanleiding van de ingediende wijzigingen op het ont werp tot wijziging van de gemeente wet, zich voorstelt een nieuwe nota tot de Tweede Kamer te richten om de onderwerpelijke aangelegenheden te bespreken. Het heeft daarom den ge meentebesturen gevraagd mede te dee len, welke de beteekenis van de voor gedragen regeling der afschaffing van Conal dacht een oogenblik na. „Neen, de eenige kelders, waarvan ik weet, zijn onder de keukens. Er is een gevan- genhok onder de groote eetzaal en een ander, kleiner, onder de oude wachtka mer. Het groote werd de .Walvisch- buik' genoemd en het kleine de .Flesch' om zijn smallen ingang. Twee honderd jaar geleden kreeg een Graaf van Gor- me genoeg van zijn vrouw, die een booze tong had, en liet haar opsluiten in de Walvischbuik, met geen ander voedsel dan zout vieesch, terwijl hij en zijn nieuwe vrouw boven haar hóófd een feestmaal hielden in de eetzaal." „Een aardige familie moet liet ge weest zijn, naar wat ik zoo hoor grinnikte de Amerikaansche detective. Conal zag hem boos aan. „Niet erger dan andere, die Schotland groot heb ben gemaakt." „O, ik wil niets tegen hen zeggen en natuurlijk is het nu heel anders en gaan ze met hun tijd mee", veront schuldigde Emmons zich, „hoewel zij nog hunne gasten in spookkamers stop pen, waar de mensehen verdwijnen of 's morgens krankzinnig worden gevon den. Wat is er dan onder die Breton sche kamer, ais cr geen kelder is Niets als rotsgrond „Niets als rotsgrond herhaalde Conal. „En de rotsholen dan Op een der prentbriefkaarten, die ik kocht bij laag tij genomen, denk ik was de ingang van een hol te zien. Er stond op ,de ingang van den Verloren Fluit speler'. ik vond, dat het aardig roman ten eigen inkomstenbelasting en Ver vanging daarvan door opcenten op de rijksinkomsten- en vermogensbelasting voor de financiën der gemeente zal hebben. Voorts wordt gevraagd hoe groot ongeveer het bedrag zal zijn, dat de gemeenten zullen kunnen innen, door verruiming van het belasting gebied. Nederlandsche Unie voor Vrouwenbelangen. Het bestuur van de Nederlandsche Unie voor Vrouwenbelangen heeft een adres gezonden aan de Tweede Kamer naar aanleiding van het bij Koninklijke boodschap van 18 Maart j1. ingediend ontwerp van wet, tot invoering van den kinderechter en van de onder toe- zichtstelling van minderjarigen. Met groote instemming zag het be stuur der Unie, dat in het voorgestelde art. 373 van het Burg. Wetboek wordt gesproken van eèn „gezinshoofd van het mannelijk of vrouwelijk geslacht", waardoor, zooais de Memorie van Toe lichting het uitdrukt, „onomstootelijk vaststaat, dat ook vrouwen tot gezins hoofd benoembaar zijn." Teleurgesteld voelde het bestuur zich, door wat de minister van justitie in de Memorie van Toelichting onder art. 1 te kennen gaf, omtrent de be noembaarheid van vrouwen tot kinder rechter. Dat de bestaande grondwet niet zou toelaten de aanstelling van vrouwen als rechters, is een opvatting, welke steun vindt in geen enkele grond wettelijke bepaling. Het bestuur der Nederl. Unie voor Vrouwenbelangen verzoekt daarom den leden van de Tweede Kamer, het daarheen te leider^ dat ten opzichte van de kinderrechters ook vrouwen daarvoor kunnen worden aangenomen. Een nieuw Amsterdamsch raadhuis. Binnenkort kan het prae-advies van Burg. en Weth. van Amsterdam inzake de nog aanhangige motie-J. N. Hendrix betreffende de Paleis-raadhuiskwestie verschijnen. De heer Hendrix heeft in zijn motie .gevraagd of het niet het meest rationeel was, op het IJsclubterrein een nieuw raadhuis te bouwen. Het prae-advies raadt aan, daarop niet in te gaan, om dat dit terrein te klein wordt geacht. Tevens luidt het advies af te zien van hét denkbeeld, het paleis op den Dam aan zijn oorspronkelijke bestemming terug te geven, wijl het aan de eischen aan een modernen zetel van het ge meentebestuur te stellen, niet kan vol doen. Burg. en Weth. verzoeken den raad in beginsel te besluiten, dat op een daarvoor geschikt terrein een aan alle eischen voldoend stadhuis zal worden gebouwd. Een film over Nederland. Door het bestuur van „Nederland in den Vreemde" is het plan goedgekeurd dat door de Filmcommissie van deze Vereeniging is ontworpen, omtrent het maken van films, die de beteekenis van Nederland op het gebied van kunsten, wetenschappen, nijverheid, architec tuur, landbouw, veeteelt, etc., zuilen weergeven. Dank zij de groote medewerking van de Nederlandsche spoorwegen, door de bemiddeling van het bestuurslid der vereeniging, den heer C. R. T. Baron Krayenhoff, verleend, kunnen vanaf de spoorbanen en uit den trein opnamen daartoe worden gedaan. Zonder tot in historische tijden af te tisch klonk. Weet gij daar iets van 7" Conai wendde de oogen at, want de detective had een akelige gewoonte van de menschen aan te staren, alsof hij bijziende was. „Ik weet evenveel als iedereen. Dat is niet veel." „Zijt gij in het hol geweest?" „Ja." „Ver „Dertig a veertig meter." „Ik vermoed, dat het omhoog loopt, anders zou het bij vloed onder water staan." „Ja, het loopt omhoog." „Het moet wel interessant zijn." „Er is niet veel te zien." „Geen trap in de rots gehakt, of zoo iets „Ik heb nooit zoo iets gevonden of er van gehoord ofschoon ik veel tijd placht door te brengen in de hoien, toen ik een knaap was, eer ik naar Amerika ging. Ik was wat anders dan de men schen hier en het beviel mij thuis niet te'best. Ik placht verzen te maken in de holen. Daar werd ik met rust ge laten." „Dat geloot ik Waarom zegt ge hoien' Is er meer-dan een „Er - zijn vele gangen, die on niets bijzonders uitloopen. Aan 't eind van een er van is een kapel, met een in de rots uitgehouwen altaar. Niemand weet wanneer het gemaakt is maar het ver haal luidt, dat de Verloren Fluitspeler het deed, toen hij met zijn vrouw en kind in het hol woonde." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1920 | | pagina 1