SALET
red Set
Ijleveldt
De Huwelijksdag
MAANDAG 3 MËL
Gezinsleven.
Scheei-Salons vai
or Haarwasschen.
werken.
Toilet-Artikelen.
iALET,
SMIT,
104
«SaArgcuiiË
1920
:üums,
EB- en
SEY8,
LEGEN-
zOUSES
TjIDEN tegen over-
Jen f0 90.
1 KRUIDEN f 0 90.
IeN tegen maag-
en f 0.50.
lerkrijgbaar bij
„SANÏTAS"
i- en landziekte-
tfgBfd Zondausbli^
TEMËE^rEBËSTUim
"FEUILLETON
BINNENLAND
an de strengste
Ar.ti-Septische
landeting
:e prijzen.
•efd aanbevelend
90.
evert
(KELAARSTRAAT1Q
;en maandelijksche
IRENCOST'JUMS
annemelijke voor-
nadere inlichtingen
zich eiken werk-
aan bovenstaand
mszlekte,
lambeien
ng op eiken leef-
:nz.) Volkomen en
plantenextracten
d voor elke ziekte,
aan bij den Heer
inuwkeu-
te.
BV®»*
Middelburg
in
de seizoen-
I
locmdeKruidervan
lïETERS.
lersonen zijn gene-
jrruik dezer kruiden
pSCHE THEE
kte f 1.20.
DEN tegen zwaar
In f 0.60.
1st. Jacobstraat
le H 50 Middelburg
Ite Oost-Souburg
1 voor Tandheel'
hdige ziekten iede-
J uur, en Dinsdag-
■dags 3—5 uur.
VLISSINGSCHE COURANT
ADVERTENTIE-PRIJS
Van 14 regels ƒ1.voor iedere
regel meer 24 centbij abonnement spe
ciale prijzen. Reclames 48 cent per regel
Dienstaanbiedingen en dienstaanvragen
van 1—5 regels 50 centiedere regel meer
12 cent, bij contante betaling.
Familieberichten van 1—6 regels 1.55,
Iedere regel meer 24 cent.
ABONNEMENTS PRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal
cheren 2.per drie maanden. Franco
door het geheele rijk ƒ2.30. Week-abon-
nementen 15 cent. Afzonderlijke nummers
4 cent
VORDERINGEN TEN LASTE DER
GEMEENTE OVER 1919.
Burg. en Weth. van Vlissingen brengen
bij dezen in herinnering, dat de declara
tion van alle vorderingen ten laste der ge
meente over het dienstjaar 1919, die nog
niet ter vereffening aangeboden zijn, als
nog ten spoedigste ingeleverd behooren te
worden en dat alle vorderingen over ge
noemd jaar, welke na den 30 Juni 1920
worden ingediend, voor verjaard en ver
nietigd moeten worden gehouden, inge
volge de wet van 8 November 1815, StbL
no. 51.
Vlissingen. 3 Mei 1920.
Burg. en Weth. voornoemd.
VAN WOELDEREN.
'De Secretaris,
F. BISSCHOP.
Indien wij op het gebied der arbeids
wetgeving de tijden van thans eens zou
den vergelijken gaan met die van nog
geen kwart eeuw geleden, dan zouden
we een zoo grooten vooruitgang kun
nen constafeeren als men in het tijds
verloop van 25 jaren nauwelijks voor
mogelijk zou houden. Op allerlei terrein
van het zoo uitgestrekte veld van den
maatschappeliiken arbeid zijn met en j
door de wetgeving diepdoordringende -j
en veel omvattende denkbeelden tot da- a
den gerijpt en in voorschriften en re
gelingen vastgelegd. Inzonderheid is de
fabrieksarbeid een voorwerp van voort
durende en nauwgezette studie der wet
gevers geweest en zijn in den loop der
jaren gansch andere en aanzienlijk
verbeterde toestanden ingetreden. De
voorschriften en verbodsbepalingen zijn
legio en de nauwkeurige opvolging
daarvan geeft den werkgevers vaak
hoofdbrekens genoeg, doch er zullen
daaronder wel geen te vinden zijn, die
redelijkerwijze gesproken, bij al de
moeite en beslommeringen en onkosten
die de wetgeving op arbeidsgebied
voor hen medebrengt, daarvan de groo-
te voordeelen en het goede voor de
maatschappelijke orde en de burgers,
zullen ontkennen. Dat niettegenstaande
dit alles ook hierbij overdrijving en het
voorbijschieten van het beoogde doel
lang niet uitgesloten is, bewijst de
voorgenomen indiening van een wette
lijk verbod van fabrieksarbeid voor de
gehuwde vrouw.
Het onderwerp, hetwelk hierbij wordt
behandeld en de consequenties waartoe
het leidt, zijn zoovele en zoo velerlei,
dat we ons bij de bespreking van een
en ander moeten bepalen tot het belich
ten van enkele, zij liet dan de voor
naamste zijden. Voorop worde gesteld,
dat het gezinsleven ais het hechtste
(Naar het Engelsch)
Door M. HELLEMA.
24)
Het licht was laag gedraaid, maar
zij kon Janet aan de tafel zien zitten,
een boek dicht bij de door een groene
kap beschaduwde lamp houdend. Zij
kon ook het bed zien, waarop George
lig te slapen.
Drie amateurs-verplegers waren aan
gesteld door dokter Mac Donald
Angus, de lakei, een schrandere jonge
ling met rustige manieren Michie, de
knecht van Lord Gorme en Janet, een
meid van middelbaren leeftijd. Annira
mocht 's morgens een uur in de zieken
kamer komen weer een uur in den
namiddag en 's avonds vóór bedtijd
mocht zij nog even komen zien. 's Mor
gens en 's avonds, zoo al niet vaker,
kwam de dokter om instructies te geven
en de verplegers bij te staan. Dit was
j!e best mogelijke regeling, daar Mac
"onald begreep, dat er in deze eigen
aardige omstandigheden geen sprake
kon zijn van geschoolde verpleegsters.
clukkig was er geen werk voor een
sch 'e doen, dat een handig en
ander amateur-verpleger ook niet
non leeren.
J???.*" d'e Angus' plaats innam, ter-
I' "ij zijn avondmaal gebruikte, keek
fundament moet worden beschouwd,
waarop een gezonde en haar leden tot
geluk en welvaart brengende maat
schappij gegrondvest is. Elke aanran
ding, elke ruwe inmenging nopens de
voorwaarden die het gezinsleven zou
den in gevaar kunnen brengen, moet
derhalve met alle kracht en macht door
allé weidenkenden worden bestreden.
Het middelpunt van zulk een leven zij en
blijve de vrouw en moeder van haar
moet en kan 't meest de zorg die noodig
is, gevraagd en verkregen worden, van
haar zal voor alles de innige warmte
en liefderijkheid te verwachten zijn,
zonder welke man noch kroost tn het
eigen tehuis de krachten tonnen verga
ten om zich te bekwamen en aan te
gorden tot den moeilijken levensstrijd
daarbuiten in de groote maatschappij.
Wanneer dus de mogelijkheid bestaat
om de Vrouw en moeder uitsluitend
vos r haar gezin te laten leven, dan
dient die mogelijkheid met a?ie midde
len te worden ondersteund en tot wer
kelijkheid te worden gemaakt. En in die
richting voortgaande zou derhalve een
wettelijke verbodsbepaling van fa
brieksarbeid voor de gehuwde vrouw
alle toejuiching verdienen moéten. Dit
ïs eciiter niet zoo.
Indien het in de foekemst wellicht
nietuitgesloten is, dat de vrouw moreei
en materieel in staat zal zijn haar ge
zinstaak zoo te volbrengen dat elk ge
zin ook een gelukkig gezin is, op dit
oogeiiblik zijn wij daar nog verre van
af. Ontelbaar vele vrouwen, die aan het
fabrieksleven gewend en thans daaraan
worden onttrokken, zuilen, zoo zij a!
den gëheelen dag aan haar gezin gaven,,
daar nog geenszins dat weldadig geluk
kunnen brengen, dat verwacht wordt.
Uitstekende huismoeders worden maar
niet zoo in een ommezien geschapen.
'Daarvoor is behalve toewijding ook
kennis en ervaring hoogelijk noodig.
Bovendien, hoevele gezinnen zijn er
niet, die metterdaad de inkomsten, door
de vrouw verdiend, gevoegelijk niet
missen kunnen. De noodzaak toch dreef
haar er toe om buitenshuis zoodanig
werk te vinden, dat de inkomsten er
merkbaar door vermeerderen zouden.
'Wanneer dus de arbeid 'in de fabriek
■voor dezulken verboden wordt, dan
zullen zij noodgedrongen zoeken, elders
die inkomsten te vinden, welke zij niet
meer in fabrieksarbeid erlangen mo
gen. En dan is het zeer de vraag of die
•verschuiving van arbeid niet gepaard
gaat met een vermindering aan ont
vangsten en dus met .een afname van
de materieele krachten, om het gezin
het leven mogelijk te maken. Om bij
voorbeeld het loon van .den man naar
evenredigheid der door de vrouw ge
derfde inkomsten te vergrooten, brengt
zeer ingewikkelde gevolgen met zich.
Behalve toch dat de algemeene 'loon-
stanciaard er geheel en al door zou
ontwricht kunnen worden, blijft het
zeer te bezien of de mannelijke kost
winner, van wien dan uitsluitend alle
inkomsten moeten komen, zijn verplich
tingen tegenover zijn gezin wel immer
na zaf komen, waarbij wij de nog altijd
belangrijke categorie van drinklusfigen -
en werktragen in bijzondere mate op
het oog hebben. Wij weten wel dat, ge
lukkig, de goede huisvaders niet zeld
zaam zijn, doch juist, waar het hier
gaat over een zaak, die zoo innig' sa
menhangt met de individueele eigen
schappen en de bijzondere toestanden
van personen, dient de wetgever dubbel
huiverig te zijn, om allen onder een
dwingend voorschrift te leggen. Het
staat dan te vreezen, dat ïnstede van
het gezinsgeluk, doel en oogmerk der
onderhavige wetsbepaling, te bevorde
ren, dit integendeeltot ongunstiger
verhoudingen wordt gebracht. Al te
veel maakt het da;: ook den indruk, dat
de wetgever door eenvoudig maar te
decreteeren, zich in bet geheel niet be
kommerd heeft over de ellende die voor
velen liet gevolg van zijn bepalingen
kan zijn. Wanneer de wetgever de
vrouw tilt de fabriek verjaagt en niet
tevens de voorwaarden schept waar
door de gezinsinkomsten een equiva
lent vinden voor hetgeen de fabriek
■uitbetaalt, dan verplaatst hij óf de
vrouw noodzakelijkerwijze naar ander
arbeidsterrein, ais werkvrouw of
schoonmaakster of iets dergelijks, ofwel
bij dwingt het gezin tot mindere wel
vaart. "Verbod van fabrieksarbeid van
de gehuwde vrouw, zonder meer, is dan
ook als het spannen van 'het paard ach
ter den wagen te beschouwen.
Ind'ren de bedoeling des wetgevers is.
om het gezinsleven te verbeteren en
voor gunstiger verhoudingen ontvanke
lijk te maken dan ligt daartoe nog in
andere richting de mogelijkheid open.
Zorg voor de opvoeding, zorg voor
liuishoudonderrieht, zorg voor betere
gezondhéidsvoorwaarden, dat alles en
nog veel meer zij de opbouwende taak
der overheid. In tijden als deze, waarin
als het ware overal ijverig gezocht
wordt naar uitingen van democratische
gezindheid, is liet gevaar rilet gering
te achten, dat deze gezindheid in de
wetgeving tot overdrijving leidt. Daar
tegen te waken is plicht van allen, die
vooruitgang door geleidelijke verbete
ring der misstanden nastreven.
op, toen de deur openging maqr Dau-
ra kwam voorzichtig binnen, met den
vinger op de lippen. Toen zij dicht bij
de meid was, fluisterde zij haar foe, een
fleschje eau de Cologne uit haar eigen
kamer te halen en bood aan, zoo lang
haar plaats in te nemen. De meid snel
de weg, en voor de eerste maal, sedert
zij George gedwongen had haar het
groenlederen juweelkistje te geven, was
Daura alleen met hem.
Eens, na dat oogenblik van schrik en
ras besluit, was zij aan dc deur geko
men met Robert Troy. Het was laat in
den namiddag geweest, een tijd, dien
zij gekozen had, omdat dokter Mac Do
nald er dan was. Het meisje had .rustig,
ofschoon met een kloppend hart, op
den achtergrond gestaan terwijl Troy
naar hef bed ging en naar George keek.
De zieke had heel rustig gelegen, zeer
bleek, met gesloten oogen, en had geen
teeken gegeven, dat hij zich bewust
was van Troy's tegenwoordigheid, of
schoon zij opzettelijk den naam zoo
luid had uitgesproken dat Conway dien
moest hooren, als hij slechts veinsde te
slapen. Het meisje was dankbaar ge
weest, dat George zoo onbeweeglijk
bleef liggen, zonder dat een ooglid tril
de of een spier vertrok. Maar zij was
niet zeker geweest, of het verdoovende
middel door dokter John beloofd, deze
marmeren rust had teruggebracht, of
dat George wakker was, en zich buiten
gewoon goed beheerschte.
Nu zou zij de waarheid weten. Ze
boog zich over het bed en fluisterde
De broodkaarten Wijven vooralsnog.
Wij vernemen ran het rijksbureau
voor distributie van graan en meel, dat,
hoewel aanvankelijk het piar. bestond
de wittebroadfkaart op te heffen, gelijk
de minister van landbouw ook in de
Memorie van Antwoord op het Voor-
loopig Verslag betreffende het wets
ontwerp tot beschikbaarstelling van
levensmiddelen heeft medegedeeld, de
regeerlng als gevolg van de groote
stijging van den tarweprijs, op dit
voornemen is teruggekomen.
De wereldprijs voor tarwe toch is
thans aanzienlijk hooger dan cte prijs,
waarvoor de regeering haar tarw'e-
voorraden heeft gekocht.
De regeering is daardoor in staat re-
geeringsbioem ter beschikking te stel
len tegen een prijs, die belangrijk lager
is dan de prijs, welke thans in den vrij
en handel bloem van overeenkomstige
kwaliteit is te verkrijgen.
Wordt de wittebroodkaart gehand
haafd, zoo hoopt de regeering daarme
de te bereiken dat haar tarwtwoorradaa
voor de eerstvolgende maanden vol
doende zijn om aan ieder een rantsoen
wittebrood tegen den tegenwoordigen
prijs te waarborgen. Het moge duide
lijk zijn, dat, indien thans de witte-
Georges' naam met een zachte, heldere,
doordringende stem. „Ik ben het, Dau
ra", voegde zij er bij. „Ik ben hier al
leen. Spreek tot mij, als je kunt."
HOOFDSTUK XI.
George's gelaat veranderde niet. Hij
zag er juist zoo uit als in den morgen
toen hij bewusteloos aan den kant van
den weg neerviel, behalve dat de uït-
durkking van zijn gezicht nu vreedza
mer was. Hij scheen gelukkig in slaap
te zijn, m.aar Daura vond iets onrust-
wekkends in zijn roerlooze kalmte. Zij
Was het, die dokter Mac Donald bijna
had gedwongen, George een verdoo-
vend middel te geven, omdat zulks het
eenige was, dat hem van den onder
gang kon redden maar hef was onna
tuurlijk en vreeselijk hem daar te zien
liggen, alsof hij betooverd was.
„George fluisterde zij weer. „Er is
een man gekomen die Emmons heet.
Hoor je Emmons Zegt die naam je
jets
Blijkbaar deed hij dat niet. Het meis
je kon even goed een marmeren stand
beeld hebben geraadpleegd. Haar hart
kromp ineen bij het zien van haar werk;
en toen Janet terug was gekomen met
het met zilver gemonteerde eau de
Colognefleschje, bleef Daura nog juist
lang genoeg, om een zakdoek met eau
de Cologne te bevochtigen en op Geor
ge's kussen te leggen. Dit deed ze
slechts, om zich een houding te geven
tegenover Janeten toen ging het
meisje terug naar Annira, nog niet we-
broodkaart en daarmede de rantsoe
neering van wittebrood en van regee-
ringsbloem werd opgeheven, een groot
gedeelte van die bloem, welke tegen
36 per 100 K.G. wordt geleverd, voor
nevendoeleinden zou worden gebruikt.
De rijstprijs.
Naar liet „Weekblad voor den Han
del in Kruideniers-, Grutters- en Kolo-
nale Waren" verneemt, is de rijstprijs
door de pellers wederom belangrijk
verhoogd en thans gebracht op 95,
een prijs, die dus hooger is dan ze ooit
tijdens den oorlog was.
Gedane bestellingen tot dezen prijs
worden zelfs niet ten volle afgeleverd.
De ex-keizer.
In verband met de voorgenomen ves
tiging van het verblijf van den exrkei-
zer van Dulfschiand te Doorn, heeft
Vrijdag de secretaris-generaal in alge-
meenen dienst, mr. j. B. Kan in den
Huize Doorn eenige besprekingen ge
houden behalve met den ex-keizer en
de heeren van diens omgeving, ook
met den burgemeester van Doorn en
den kapitein der maréchaussèes, belast
met de bewakingsmaatregelen bij over
brenging van het verblijf aldaar.
Invoer van Argentijnsch vleesch.
Gisteren is de officieele commissie,
belast met het onderzoek naar de hoe
danigheid van Argentijnsch vleesch,
door de regeering indertijd ingesteld,
naar Buenos Ayres vertrokken. Indien
het onderzoek uitwijst, dat de keuring
in Buenos' Ayres goed is, dan zal de
invoer van Argentijnsch vleesch naar
Nederland aanmerkelijk vermeerderd
worden.
Leerling-kantoorbediende.
De directeur-generaal der posterijen
en telegrafie maakt bekend, dat in het
laatst van de maand juli a.s. de gele
genheid wordt opengesteld tot het af
leggen van het examen voor leerling-
kantoorbediende.
De candidaten moeten vóór 1 Sep
tember 1920 den leeftijd van 17 jaar
hebben bereikt, zij mogen op dien da
tum nog niet 23 jaar oud zijn.
Voor verdere bijzonderheden venvij
zen wij naar Staatscourant no. 84.
De boycot der Nederlandsehe schepen
opgeheven.
Reuter meldt uit Londen, dat de In
ternationale transporf-arbeidersfede-
ratiè heeft bekend gemaakt, dat de
boycot van de Nederlandsehe scheep
vaart onmiddellijk zal worden opgehe
ven.
Scheepvaartbeweging.
Gedurende April 1920 kwamen den
Nieuwen Waterweg binnen 209 sche
pen, metende 340,790. neto reg. ton,
waarvan 6 zeilschepen, met. 636 netto
reg. ton en 6 zeelichters, met. 3664
netto reg. ton.
Voor Rotterdam met inbegrip van
Hoek van Holland, waren hiervan be
stemd 181 schepen, met. 325.560 netto
reg. ton, voor Vlaardingcn 4, Keulen 9,
Delft 2, Dordrecht 5, Papendrecht 1,
Bolnes 1, Gorinchem 1, Schiedam 1,
Maassluis 1, Krimpen a/d Lek 2 en
Hendrik-!do-Amb.acht 1.
In April 1919 kwamen den Nieuwen
Waterweg binnen 385 schepen, nieten
de 395,393 netto reg. ton, waarvan 14
zeilschepen, metende 1165 netto reg
ton en 3 zeelichters, metende 1150 netto
reg. ton.
Voor Rotterdam waren hiervan, met
inbegrip van Hoek van Holland be
stemd 381 schepen, met. 395,077 netto
reg. ton, voor Vlaardingen 3, Schiedam
1 en Raamsdonkerveer 1.
Sedert 1 Januari zijn aangekomen
Schepen N. R. T.
N. Waterweg 1920 113S 1.586.363
1919 1125 1.296.274
Nu 13 290.089
Tegen vorig jaar 813 -j- 1.016.695
Rotterdam 1920 1 055 1.534.712
1919 1107 1.293.386
tend, welk antwoord te geven omtrent
Emmons.
Eén ding was zeker haar vader zou
niet toestemmen de juweelen in de bank
te Portree te plaatsen. Slechts eenige
dagen geleden had de directeur hem
een brief gezonden met het bericht, dat
hij reeds honderd pond te veel had ge
trokken, en Lord Gorme had goedge
vonden dit als een beleediging te be
schouwen. Hij had Annira en Daura ge
zegd, dat het gezin van den directeur,
waarmee het kasteel op een vviend-
schappelijken voet omging, niet mocht
worden uitgenoodigd voor de bruiloft.
Het noodlot bespaarde Daura de
moeite een besluit te nemen. Toen de
deur openging, riep Nira, dat zij nu
wist, wat ze moest doen.
„De detective moet komen, lieve. Ik
heb nog iets gehoord, nadat je weg
was, dat mij dwingt, wat je ook moogt
zeggen, hem in huis te nemen."
„Wat heb je gehoord vroeg Daura
haastig.
„Ik kan het jou zelfs niet zeggen. Het
betreft George."
„En Conal weet het toch", drong
'Daura aan. „De tijding moet je door
hem bereikt hebben."
„Doch hij weet het niet Hij bracht
mij een brief, dien hij mij alleen geven
moest, als ik in twijfel verkeerde, wat te
doen."
„Een brie! van George, of van den
detective
„Van George. Lang geleden geschre
ven in Londen Je bent niet boos, lieve,
Nu 52 241.326
Tegen vorig jaar 4- 812 1.012.311
Hieronder volgen de vergelijkende
cijfers over de vorige 6 jaren voor den
Nieuwen Waterweg
Schepen N. R. T.
Aprit 1920 209 340.790
„1919 385 395.398
1918 84 70.249
1917 106 104.156
1916 219 239.277
1915 291 392.048
1914 948 1.172.786
en gedurende het tijdvak Jan.-April
April 1920 1138 1.586.363
1919 1125 1.296.274
1918 312 282.579
1917 496 463.398
1916 950 1.029.249
1915 1321 1.584.618
1914 3490 4.298.036
Scheepvaartbeweging.
Gedurende de afgeloopen week zijn
den Nieuwen Waterweg ingekomen 83
schepen, 23 Engelsche, 17 Duitsche, 14
Nederlandsehe, 9 Fransche, 9 Ameri-
kaansche, 5 Noorsche, 2 Zweedsche, 1
Japanneesch, 1 Finsch en 1 Deensch,
waarvan 2 zeilschepen en 1 zeelichter,
2 vreemde sleepbooten, 5 bijleggers,
die te Rotterdam hebben gebunkerd.
Hiervan waren bestemd voor Rotter
dam 63, voor Delft 1, voor Vlaardingen
5, voor Maassluis 4, voor Poortersha
ven 2 en voor Hoek van Holland 7.
In hetzelfde tijdperk van 1919 kwa
men binnen 98 schepen, waarvan 2 zeil
schepen, 5 bijleggers en 1 marinevaar
tuig, die te Rotterdam hebben gebun
kerd.
Hiervan waren bestemd voor Rotter
dam 95, voor Vlaardingen 1, voor
Maassluis 1 en voor Hoek v. Holland 1.
RotterdamAntwerpen.
Gedurende de maand April zijn te
Antwerpen aangekomen 648 schepen,
waarvan 579 stoomschepen en 69 zeil
schepen totaal 899.744 netto tons. Ver
trokken zijn 178 schepen met lading en
313 in ballast.
Wij laten hieronder een vergelijken
den staat volgen van de havenbewe
ging van Rotterdam en Antwerpen
Rotterdam Antwerpen
1920 schepen N. T. schepen N. T.
Jan. 423 538.246 570 721.221
Febr. 296 432.972 613 698.236
Maart 155 237.934 691 838.257
April 181 325.560 648 899.744
Tot. 1055 1.534.712 2522 3.157.458
De voor Antwerpen opgegeven cij
fers der netto tonnenmaat zijn die "vol
gens Belgische berekening.
Om deze gelijk te maken met de hier
gebruikelijke berekening moeten deze
cijfers met 15 worden vermindred.
Uit de bouwvakken.
Het Verbond van Pafroonsvereeni-
gingen in de bouwvakken heeft, na een
te Utrecht gehouden vergadering van
het hoofdbestuur met afgevaardigden
der verschillende afdeelingen, besloten
het oorspronkelijk aanbod aan de ar-
dat ik je dien brief niet Iaat lezen Het
is George's geheim, niet het mijne. Wij
moeten dien man in huis nemen."
„Dan zal hij een der dienstbodenka
mers moeten betrekken. Er is geen an
dere plaats", zeide Daura.
„Daar zal hij niet om geven", stelde
Conal haar gerust.
Daura zag hem verbaasd aan. Zijn
gezicht drukte een groote verlichting
uit, en zij vroeg zich af, wat reden Co
nal kon hebben, zich te verheugen, dat
die man, die gewaande detective, in
huis zou worden toegelaten. Had die
hem omgekocht? Dat ken zij echter
niet gelooven. Conal Mac Fingon was
te trotsch om zich te laten omkoopen.
Welke reden hij ook had, hij was
zeker verheugd over Nira''s besluit en
nu dit eindelijk genomen was, liet hij
de zusters alleen, om de zaken onder
elkaar te regelen. Emmons zou op liet
kasteel gebracht en voorgesteld worden
als een klerk van George Conway's
zaakwaarnemer, die dien dag in Porlree
was gekomen en zich naar Dunulm had
gespoed op het hooren van het ongeluk.
„Als hij ons bewaken moet, moeten
wij trachten hem te bewaken", zeide
Daura „in elk geval tot George kan
spreken."
„George heeft gesproken", antwoord
de Nira, „in zijn brief aan mij."
„Die kan wel nagemaakt zijn."
(Wordt vervolgd.)