BINNENLAND Hoeveel dronkaards zijn er in Vlissin gen. Misschien hoogstens 50. En nu moet iedereen voor deze 50 menschen lijden. Deze dronkaards zullen wel ster ken drank weten ie verkrijgen, dus bereikt men met het voorstel niets. De fieer Van Hal wilde ook het drankgebruik op Koninginnedag en Nieuwjaarsdag beperken en dus deze dagen opnemen in het voorstel. De heer Hensel zeide, dat het slechts een eerste stap betreft en later door het Drankweer-comité nog wel nadere ver zoeken zullen worden gedaan. Hij nam bet voorstel van den heer Van Hal ech ter gaarne over. Hij zeide, in antwoord op hel betoog van den heer Staverman nog, dat het voorstel om de tapkraan te sluiten, is gedaan, omdat de jenever de meeste dronkenschap veroorzaakt. Bovendien is liet eerste voorstel ingetrokken, om dat dit zeker zou vallen. Nog nader verdedigde hij met kracht het voorstel en zeide, dat de matig- ueiasmenschen de gevaarlijkste men schen zijn voor de drankbestrijding. De gunstige werking van de droog legging in Amerika zal weldra zoo dui delijk mogelijk aan het licht komen, on danks alles wat de tegenstanders daar van thans zeggen. Dat op de kermis de menschen met kruikjes jenever zullen loopen, noemde hij zeer overdreven. Nog nader zijn voorstel verdedigen de, zeide hij, dat de heer Van Oorschot juist heeft gezegd, dat de vrouwen achter de voorstellers staan. De voorzitter noemde dwangmidde len on-Nederlandsch. Pas in de uiterste noodzakelijkheid moeten wij tot deze maatregelen overgaan. Het is een lap middel en het clandestien gebruik zal er door toenemen. Daarom is hij tegen het voorstel. Het kwaad moet bij den wortel wor den aangegrepen en dat is verbetering van sociale toestanden, veredeling van de sport enz. De heer Van Niftrik wees er op, dat de heer Hensel gezegd heeft, dat, on danks het verminderd drankgebruik de gevangenissen voller worden. Dat noemde hij zeer gevaarlijk, omdat hij daarmede te kennen geeft dat door het verminderd drankgebruik de moraliteit niet verbetert. De heer Van Oorschot wees er nog op, dat op de kermissen niet de ge woonte-dronkaards worden gevonden, doch de dronkaards voor één keer. Hij geeft toe, dat de practische waar de van het voorstel niet zoo groot zal zijn. Evenwel heeft hij vooral gewezen op de liooge zedelijke waarde, doch daartegen is men niet opgekomen. Wij zullen eerst moeten ondervinden, welke practische resultaten verkregen zullen worden. Hij is, evenals de voorzitter, tegen dwang, doch in dit voorstel worden de heiligste, edelste gevoelens van den mensch niet aangetast. Hij wees op de vrijheid die wordt aangetast van iemand, die tegen zijn heiligste gevoe lens in soldaat wordt gemaakt en dan hebben dezelfde personen geen bezwa ren de vrijheid aan banden te leggen. De voorzitter wees er op, dat de heer Van Oorschot zelf toegeeft dat hij niet veel practisch effect van zijn voorstel verwacht, doch dan wordt het een soort plagerij. De voorzitter vroeg of het dan niet beter was eerst gedurende de kermis een proef te nemen en eerst later over den Koninginnedag en Nieuwjaarsdag te beslissen. De heer Hensel zeide nog, dat de heer Van Niftrik hem gezegd heeft, dat het drankgebruik hier is toegenomen. De heer Van Niftrik meende, dat hiervoor bijzondere redenen aanwezig zijn. De heer Huson zeide, dat hij met een twijfelachtige houding naar den raad is gekomen. Als het voorstel wordt uit gebreid tot den Nieuwjaarsdag en Ko ninginnedag dan zal hij tegen het voor stel stemmen. De heer Sorel is er voor het verbod ook uit te breiden tot den Koninginne dag en Nieuwjaarsdag. Het voorstel-Hensel werd daarna in stemming gebracht en aangenomen met 9 tegen 7 stemmen. Vóór stemden de heeren Van Hal, Van de Putte, Hensel, Sorel, Tichelman, de Meij, Van Oorschot, Haast en Mer- ckens. Tegen stemden de heeren Laernoes, Staverman, Hilinga, Van Niftrik, Ver- Maas, Huson en Lindeijer. Naar aanleiding van een desbetref fend adres van het Vlissing's Drank- weer Comité, werd door Burg. en Weth. voorgesteld aan de Koningin het ver zoek te richten tot verlaging van het aantal vergunningen van 54 op 50. De heer Hensel noemde het voorstel tot beperking van het aantal vergun ningen zoo miniem mogelijk. Hij wilde verder gaan en het aantal vergunnin gen op 40 bepalen. Dit zal dan natuur lijk zeer geleidelijk moeten gebeuren. Wat het Vlissing's Drankweer-comité vraagt is in het algemeen belang van onze stad. De heer Hillinga zeide natuurlijk in het geheel niet met het voorstel mede te gaan. Hij wees op de gevolgen van het verminderen van het aantal vergunnin gen, waarvan de weduwen van de ver gunninghouders het slachtoffer zullen worden. De weduwen en weezen wor den daardoor ongelukkig gemaakt. Nog nader toonde hij verschillende bezwaren tegen het voorstel aan. De voorzitter zeide, dat Burg. en Weth. uit bemiddelingsoverwegingen dit voorstel hebben gedaan. De heer Sorel wilde een tusschen- voorstel doen en in het vervolg geen vergunningen meer toestaan. De heer Staverman stelde uitstel van behandeling voor, vooral omdat er ver schillende tegenstanders afwezig zijn. Als alle leden aanwezig waren zou het voorstel betreffende het drankverbod ook niet zijn aangenomen. De heer Lindeijer had gevraagd wat geschiedt met de weduwen van de ver gunningverhuurders. Hij wil niet mede werken dat een weduwe door het over lijden van haar echtgenoot hare brood winning verliest. Dat noemde hij een onbillijkheid. De heer Van de Putte noemde het verkeerd als op het idee van den heer Staverman werd ingegaan. Op deze wijze kan in elke zitting wel een voor stel worden aangehouden, als er geen meerderheid voor een bepaald voorstel aanwezig was. Dit noemde hij geen wijze van werken en daar kwam hij dus tegen op. De heer Hensel noemde het drank gebruik een vloek voor de samenleving -en daarom wil hij alles doen om het aantal vergunningen te verminderen. De heer Van Niftrik heeft echter be zwaar tegen het voorstel-Sorel, om geen nieuwe vergunningen meer te ver leenen. Hij wil wel medewerken om het aantal vergunningen te verminderen. De heer Sorel trok daarna zijn voor stel in. Over het voorstel-Hensel, om het aantal vergunningen op 40 te brengen, staakten de stemmen. Vóór stemden de heeren Sorel, Van Oorschot, Haast, Merckens, Van Hal, Van de Putte en Hensel. (De heer de Meij was bij deze stem ming afwezig, omdat hij een toevallige meerderheid niet over het voorstel wil de laten beslissen). Het geheele voorstel werd dus aan gehouden tot de volgende zitting. .Vastgesteld werd een staat van ont heffingen wegens höofdelijken omslag over den dienst 1919 tot een bedrag van 12707.17. Nog werden vastgesteld het te sup pletoir kohier van schoolgelden voor het lager onderwijs en van het herha- lings-onderwijs voor jongens. Rondvraag. De heer Vermaas heeft een vraag ingediend om welke redenen Burg. en Weth. de kindervoeding, welke op ad vies van den Armenraad onlangs was stop gezet, weder hebben voortgezet. De voorziter zeide, dat de bedoeling is, niet de kindervoeding weer geheel stop te zetten, doch met 20 gezinnen, die daarvoor in aanmerking komen, voort te zetten, wat 50 per dag aan de gemeente kost. De heer De Meij wilde de beslissing uitstellen tot een volgende ziiting. De zaak van de kindervoeding is voor hem van zooveel gewicht, dat hij het rap port nog wel eens nader wil onderzoe ken. De heer Laernoes zeide dat van de kindervoeding bepaald misbruik is ge maakt. De heer Tichelman noemde het mis bruik zelfs schromelijk. Er zijn ge zinnen bij van 80 tot 115 per week inkomen. Dit waren maar enkele, doch van 40 tot 60 per week zijn er meerdere bij. Hij wilde daarom een norm vaststellen. De heer Van Niftrik wees er op, dat uitstel van deze beslissing weder 1500 per maand beteekent. Dit gaat toch niet op. Daarom dient heden een beslissing genomen te worden. De heer De Meij kon de houding van Burg. en Weth. ten opzichte van de kindervoeding niet goedkeuren. Zooals Burg. en Weth. het zich voorstellen, is het eigenlijk alleen armenzorg en dit mag niet. Kindervoeding wordt gegeven in het belang van het onderwijs. Bovendien is de norm, die Burg. en Weth. voorstellen veel te laag. Hij had ook bezwaar tegen de voe ding welke verstrekt werd. Deze was meermalen niet van voldoende samen stelling. Als spreker niet was opgekomen te gen het oorspronkelijk plan van Burg. en Weth., dan zou de geheele kinder voeding reeds zijn stop gezet. De grens door Burg. en Weth. ge steld, wilde hij verhoogen tot f 22 per gezin en 3 per kind. De voorzitter wees er op, dat ook dit voorstel weder in het teeken van de financiën staat en dat het daarom on mogelijk is de grens uit te breiden. De heer Tichelman wees er op, dat de onderwijzers als het ware aanmoe digen om van de kindervoeding gebruik te maken. In de Christelijke scholen, waar de ouders een andere opvatting hebben, wordt bijna geen gebruik ge maakt van de kindervoeding. De heer Staverman stelde voor de beslissing uit te stellen tot een verga dering de volgende week te houden. Dit werd goedgevonden. De heer Haast had de volgende vra gen gedaan lo. Is de mogelijkheid niet uitgeslo ten, dat de gemeente tegen den kosten- den prijs de rioleering ter hand neemt, voor die eigenaars van woningen, voor wien het bezwaar oplevert een zoo groote. uitgaaf ineens te doen, als voor Ieen dergelijk werkje vereischt wordt. Antwoord Voor de verbinding van woningen aan het gemeenteriool wordt door ons een uniform toegepast, waar van met het oog op de gemeente-finan- ciën niet kan worden afgeweken. Be doeld tarief vertegenwoordigt den ge middelden kostenden prijs van aanslui tingen in verschillende gevallen. Vraag 2 Naar aanleiding der publi catie van de prijzen der brandstoffen voor huisbrand, onder voorbehoud van eventueele goedkeuring van rijkskolen- distributie, wat is de oorzaak, dat de prijzen te Vlissingen en Goes zoo zeer uit elkaar loopen en derhalve te billij ken zijn. Antwoord In beide plaatsen vrij aan luiis bezorgd Te Vlissingen Ar.thra- cièt 4.10 per 75 K.G. Eier-brikeften 3.45 per 75 K.G. Kachelkolen 3,45 per 80 K.G. Gascokes 4.50 per een heid (2 H.L.) Tc Goes Anthraciet Nootjes 1ill 3.80 per 75 K.G. Anthraciet Nootjes IV 3.15 per 75 K.G. Eier-briketten 3.15 per 75 K.G. Kachelkolen 2.80 per 80 K.G. Gascokes (geklopt) 4.30 per 2 H. L. De onkosten zijn te Goes belangrijk minder, zoowel de rijloonen, werkloo- nen als administratiekosten. Vraag 3 Wat zijn de redenen, dat omstreeks 11 uur de lantaarns in de Glacisstraat blijven branden, in de Kas teelstraat gedoofd worden, waardoor de omgeving van het Roomsch-Katho- lieke Ziekenhuis in Egyptische duister nis gehuld wordt. Antwoord: Uitbreiding van de straat verlichting is op dit oogenbliik onge- wenscht met het oog op de begroo ting. Door den heer De Meij zijn de vol gende vragen gedaan Onder welke motieven hebben Burg. en Weth. gemeend, afwijzend te moeten beschikken op het verzoek van de afd. Vlissingen van den Centralen Nederll. Ambtenaren Bond om aan de ambtena ren en werklieden, in dienst der ge meente, die daartoe den wensch te ken nen geven, vrijaf te verleenen op 1 Mei. Het antwoord van Burg. en Weth. luidt De 1 Mei-dag behoort niet tot de er kende Christelijke of nationale feestda gen. Werd door belanghebbende be ambten of werklieden verlof gevraagd voor een bepaald doel op 1 Mei, bijv. het bijwonen van een meeting, verga dering of feest, dan 'zouden Burg. en Weth. zulks hebben kunnen overwegen, hetgeen niet is geschied. De heer De Meij wees er op, dat Burg. en Weth, een besliste afwijzing op het verzoek hadden gegeven. Het antwoord dat Burg. en Weth. thans geven is heel anders dan het antwoord, dat op het desbetreffend ver zoek is gegeven. De heer De Meij had nog de volgen de vraag gedaan Is het Burg. en Weth. bekend, dat van pleegouders van Weensche kinde ren, die de school bezoeken, schoolgeld geëischt wordt. Zoo ja, zijn Burg. en Weth. dan bereid te bevorderen aan hen, die zulks verzoeken, vrijstelling hiervan te verleenen. Burg. en Weth. hebben hierop ge antwoord Een tweetal personen hebben een Weensch kind doen plaatsen op school D, hoofd de heer De Vries. Deze men schen moeten dus evenals andere inge zetenen het schoolgeld volgens de ver ordening betalen vrijstelling van schoolgeld werd niet gevraagd. Wij zijn bereid in dit bijzonder geval desgewenscht vrijstelling van school geld te verleenen, indien ons zulks als nog worde gevraagd. De heer Van Oorschot had de vol gende vragen gedaan Kunnen Burg. en Weth. ook mede- deelen of de premiën voor pensioen, gestort door de op 31 December 1.1. ontslagen werklieden der gemeente J. C. van der Grijp, J. Beun, I. Venema en A. Dalebout binnen afzienbaren tijd alsnog zullen worden terugbetaald Antwoord van Burg. en Weth. De voor genoemde werklieden door de gemeente betaalde pensioensbijdra gen kan de gemeente niet van het rijkspensioenfonds terug ontvangen zulks is volgens de wet aileen mogelijk bij afkeuring, indien de ambtenaren nog geen 10 dienstjaren tellen. Gedurende den tijd, dat de werklie den in dienst der gemeente zijn ge weest, zijn zij als het ware verzekerd geweest. Had een van hen een ongeval getroffen en werd hij dientengevolge afgekeurd, dan was hem een vol pen sioen uitgekeerd geworden. Ook indien hij aan zijn gezin was komen te ontval len, zou zijn weduwe een pensioen ge kregen hebben. Waar de gemeente in het onderha vige geval hare pensioensbijdragen moet derven, bestaat er o. i. eveneens bezwaar de voor een deel op de werk lieden verhaalde bijdragen aan hen te restitueeren. De heer Van Oorschot vroeg of er geen middelen gevonden kunnen wor den dat de pensioens-bijdragen van deze personen alsnog worden uitbe taald. De heer De Meij meende ook dat er een weg gevonden moet worden om deze wenschen te helpen. Hij deed dit uit billijkheidsoogpunt. Hij wilde dus de pensioensbijdragen aan de betrokken personen terugbeta len. De voorzitter zeide dat Burg. en Weth. zullen onderzoeken wat de kos ten van het voorstel zijn en dan kan in de volgende vergadering een besluit genomen worden. Verder was door den heer Van Oor schot de volgende vraag ingezonden Aan de brandweerlieden, die bij de laatst plaats gehad hebbende branden (houtzagerij en „Prinses Juliana") hun diensten hebben bewezen is een ver goeding uitgekeerd van 30 cent per uur. Zijn Burg. en Weth. bereid alsnog een zoodanig loon uit te keeren aan dé brandweerlieden, minstens gelijk staan de met de uurloonen, die aan de werk lieden der gemeente worden betaald Antwoord Burg. en Weth. achten dit een billijk verzoek en stellen dus voor bijv. 65 cent per uur uit te betalen. Vraag Kunnen de gevolgen van het niet goedkeuren der begrooting door Ged. Staten van dien aard zijn, dat aan de ambtenaren, werklieden cn onder wijzers de salarissen binnen korten tijd niet meer zullen kunnen worden uitge keerd (Dit naar aanleiding van in om loop zijnde geruchten). Antwoord Volgens de gemeentewet wordt, zoolang op de gemeentebegroo- ting de goedkeuring niet is verkregen, met machtiging van Ged. Staten uitbe talingen gedaan tot de helft van de pos ten op de begrooting voorkomende, waartegen geen bezwaar bij Ged. Sta ten bestaat. In verband daarmede mogen tot op de helft van de bedragen betalingen ge daan worden voor zoover die uitgaven op de begrooting voor 1919 voorko men. Wij zijn van gevoelen, dat voor 1 Juli a.s. een beslisisng omtrent de be grooting door de Kroon zal zijn geno men en vertrouwen dan ook, dat de uitbetaling aan personeel geen vertra ging zal ondervinden. Vraag Zoo ja, zijn Burg. en Weth. dan bereid alle andere betalingen op te schorten opdat zoolang mogelijk ioonen en salarissen uitbetaald kunnen wor den Antwoord Is. door het antwoord op vraag 3 vervallen. De heer Sorel deed nog enkele vra gen, waarin hij inlichtingen vraagt of het juist is, dat ongeveer een 50-tal werklieden van de gasfabriek zijn ont slagen, mede in verband staande met de invoering van den zomertijd. De voorzitter wees er op, dat deze vragen eigenlijk niet in den raad thuis behooren. De heer Van Niftrik verklaarde zich evenwel toch bereid in het openbaar enkele inlichtingen te geven. Hij zeide, dat aan de gasfabriek 10 a 15 werklie den zijn ontslagen, omdat er thans minder werkzaamheden zijn te verrich ten nu er goede steenkolen zijn ontvan gen en bovendien door de beperkte gasverlichting minder fitters noodig zijn. De heer Huson bracht nog ter sprake den overlast dien de bewoners van den Koningsweg en omgeving hebben ge had door hèt rumoer den geheelen nacht van Donderdag op Vrijdag door het lossen van ijzer uit een schip, be stemd voor „de Schelde". De voorziter zeide, dat deze kwestie zijn aandacht had. De vergadering werd hierna ten on geveer 7 uur gesloten. De verjaardag der Prinses. Gisterenochtend tegen 12 uur werd door het Jongelingen-corps „Juliana", bestaande uit een dertigtal jongens, vormende de muziek-afdeeling en een 70-tal meisjes, de zangatdeeling uit makende aan de verjarende Prinses een aubade gebracht. Aanvankelijk had deze, wegens het ongunstige weer, plaats in de achter vestibule van het Koninklijk Paleis in het Noordeinde. Daar werden door de kinderen in tegenwoordigheid van Ko ningin, Prins en Prinses eenige fraaie en lieve zangnummers uitgevoerd, en toen het weer intusschen was opge klaard, begaf de Koninklijke familie zich met de kinderen in den tuin, waar nog eenige muziek- en zangnummers ten beste werden gegeven. Tenslotte werd een marsch door den tuin gemaakt met de muziek aan het hoofd en waarin Koningin, Prins en Prinses te midden van de huldigende kinderen opgewekt deelnamen. Des namiddags ten half 2 had een dergelijke hulde plaats aan de Prinses, thans door den Kinder Oranjebond, be staande uit 160 kinderen en het mu ziekkorps „Klein Maar Dapper". Deze hulde werd door goed weer begunstigd, zoodat zij geheel in den tuin kon plaats hebben. Nadat voor het vorstelijk gezin, waarbij zich thans ook de Koningin-Moeder had gevoegd, ee nige zangnummers waren uitgevoerd, werd ook met dezen kinderstoet een marsch door den tuin ondernomen, waaraan de vorstelijke personen weder deelnamen. Ten half drie reden Koningin, Prins en Prinses in open auto door de druk ste gedeelten van de-stad. Door honderden en honderden, voor al kinderen, die reeds van 's morgens af voor het Koninklijk Paleis gepos teerd stonden in de hoop het Prinsesje te zien, werd het Koninklijk Gezin bij het vertrek van het Paleis uitbundig toegejuicht. Tweede Kamer. Vergadering van Vrijdag. Donderdag a.s. zal de heer K. Ter Laan gelegenheid krijgen om tot den minister van oorlog zijn vraag te stel len over den steun aan de militieplichti- gen, die in 1920 den dienst verlaten. Art. 3 van de Lager Onderwijswet omschrijft de soorten van onderwijs. 'iMiüji jmw-iiHBiaiaBB» Het aantal daarop ingediende amende menten zijn alweer legio. Alle zijn niet even duidelijk en de tijdens de discussie aangebrachte wijzigingen maken het niet gemakkelijk om de kwestie te vol gen. Volledige vrijheid om facultatieve vakken aan de lagere school toe te voegen, wilde de heer Visser van ljzen- doorn behouden. Dat is dan speciaal voor het Fransch. De heer Bulten amen deerde om precies het tegengestelde te bepalen hij wilde geen enkel faculta tief vak toelaten. Evenzoo stonden tegenover elkaar wat de heer Otto en wat de heer Os- sendorp wil. De eerste wil den leerplicht en het lager onderwijs doen aanvangen bij het 8e levensjaar. Vóór dien zijn er drie jaar voorbereidend lager onder wijs. De leerplicht duurt dan zes jaar. De heer Ossendorp wil zeven jaar leer plicht en dan een kopschool, die ook reeds het 7e leerjaar omvat, en achtste en een negende. De heer Albarda be streed het Otto-systeem en de heer Otto bestreed, de Ossendorpsschool. Zoo staan de deskundigen tegenover elkaar. Het Fransch op de lagere school tokte een feilen strijd uit beide partijen be riepen zich op het oordeel van deskun digen. Merkwaardig was de uitlating van den heer van Ravesteijn, dat het verzet tegen het Fransch voortkwam uit een algemeen streven, om het Fransch tegen te gaan. Dit werd natuurlijk ten stelligste tegengesproken. Steekhou dend waren de argumenten niet en al leen de re.de van den heer Kooien gaf een eenigszins geargumenteerd betoog. Mevrouw Groeneweg bestreed het amendement-Otto. Zij wilde niets weten van onderwijs voor 5-jarigen. Met den heer Otto was ze het geheel oneens. Daar stonden dus de deskundigen weer tegenover elkaar. Het oud-lioofd der school Otto tegenover de opstandige klasse-onderwijzeres Groeneweg. En de heer Gerhard was het weer niet met zijn partijgenooten eens. Hij gevoelt wel wat voor het voorbereidend onderwijs, omdat zij het noodig acht voor de jon gere kinderen het onderwijs geheel an ders te maken. De minister betoogde, dat het onder wijs gedenatureerd wordt door het aan- leeren van het Fransch, dat op de methode van het onderwijs een verkeer den invloed heeft. Met kracht verzette de minister zich tegen het amendement-Visser van ijzendoorn, dat volledige vrijheid wil. Als dat werd aangenomen zou de la gere school geheel en al gedenatureerd en een proefschool voor het ulo worden. Dit amendement werd onaannemelijk verklaard. Met tal van citaten en ver klaringen verdedigde de minister zijn houding tegenover het Fransch. Ook de andere amendementen ontried de minis ter. Natuurlijk was de Kamer al zoo leeg, dat van stemming geen sprake kon zijn. RAADSOVERZICHT. Onze zitting van gisterenmiddag heeft wel het record geslagen. Wij be gonnen precies 2 uur met onze werk zaamheden en het was enkele minuten voor 7 uur toen wij huiswaarts keer den. De agenda was niet zoo bijzonder groot om te kunnen verwachten dat wij 5 uur zouden noodig hebben om deze door te werken. Het was echter bijna 4 uur alvorens wij ons door de ingeko men stukken hadden heengeslagen. De behandeling van deze stukken maakte ons reeds zoo breedsprakig, dat de voorzitter voortdurend moest aandrin gen ons toch wat te matigen. Het ver zoek om instemming te betuigen met de plaatselijke keuze opende de rij der drank-besprekingen, die wij dezen lan gen middag hebben gehad. De heer Hensel, die geen gelegenheid laat voor bijgaan om propaganda te maken voor de drankbestrijding, hield een krachtig pleidooi voor de plaatselijke keuze. Zijn krachtigsten bestrijder vond hij hier wel in den heer Tichelman, die zeide een even groot voorstander daarvan te zijn als de heer Hensel, doch dit aan de Tweede Kamer wenschte over te la ten en eerst als ons parlement een be slissing heeft genomen, deze zaak op gemeentelijk terrein wil overbrengen. De heer Laernoes moest heelcmaal niets van plaatselijke keuze hebben. Hij had daarvan in Amerika zijn bekomst ge had. Het debat werd nog eenigen tijd voortgezet en de voorzitter schaarde zich onvoorwaardelijk bij de tegenstan ders. Toen wij tot stemming overgin gen staakten de stemmen 8 tegen 8. In de volgende zitting kunnen wij er nog eens over stemmen. Een ander punt, dat bij de ingeko men stukken tot een breedvoerige ge- dachtcnwisseling aanleiding gaf, was het verzoek van den heer Kole, slager in de .Palingstraat, om hem alsnog ver gunning te verleenen tot verbouw van een woning in de Hobeinstraat, nu „de Schelde" hem de huur van zijn woning in de Palingstraat had opgezegd. Burg. en Weth. wilden de verordening hand haven geen woningen onttrekken aan hun bestemming, dat zij werkelijk voor woning moeten dienen. De heer Lindeij er diende een tusschenvoorstel in, om de zaak uit te stellen, teneinde een na der onderzoek in te stellen. Wederom staakten te stemmen. Het Centraal Genootschap voor Kin- derherstellings- en Vacantiekoolnies had ƒ3000 subsidie verzocht. Burg. en Weth. gevoelen voor het goede doel dei' vereeniging veel, doch waar moeten wij de 3000 vandaan halen. De heer Van Hal merkte op, dat als wij dit stand-

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1920 | | pagina 2