BINNENLAND
Hoeveel dronkaards zijn er in Vlissin
gen. Misschien hoogstens 50. En nu
moet iedereen voor deze 50 menschen
lijden. Deze dronkaards zullen wel ster
ken drank weten ie verkrijgen, dus
bereikt men met het voorstel niets.
De fieer Van Hal wilde ook het
drankgebruik op Koninginnedag en
Nieuwjaarsdag beperken en dus deze
dagen opnemen in het voorstel.
De heer Hensel zeide, dat het slechts
een eerste stap betreft en later door het
Drankweer-comité nog wel nadere ver
zoeken zullen worden gedaan. Hij nam
bet voorstel van den heer Van Hal ech
ter gaarne over.
Hij zeide, in antwoord op hel betoog
van den heer Staverman nog, dat het
voorstel om de tapkraan te sluiten, is
gedaan, omdat de jenever de meeste
dronkenschap veroorzaakt. Bovendien
is liet eerste voorstel ingetrokken, om
dat dit zeker zou vallen.
Nog nader verdedigde hij met kracht
het voorstel en zeide, dat de matig-
ueiasmenschen de gevaarlijkste men
schen zijn voor de drankbestrijding.
De gunstige werking van de droog
legging in Amerika zal weldra zoo dui
delijk mogelijk aan het licht komen, on
danks alles wat de tegenstanders daar
van thans zeggen.
Dat op de kermis de menschen met
kruikjes jenever zullen loopen, noemde
hij zeer overdreven.
Nog nader zijn voorstel verdedigen
de, zeide hij, dat de heer Van Oorschot
juist heeft gezegd, dat de vrouwen
achter de voorstellers staan.
De voorzitter noemde dwangmidde
len on-Nederlandsch. Pas in de uiterste
noodzakelijkheid moeten wij tot deze
maatregelen overgaan. Het is een lap
middel en het clandestien gebruik zal
er door toenemen. Daarom is hij tegen
het voorstel.
Het kwaad moet bij den wortel wor
den aangegrepen en dat is verbetering
van sociale toestanden, veredeling van
de sport enz.
De heer Van Niftrik wees er op, dat
de heer Hensel gezegd heeft, dat, on
danks het verminderd drankgebruik
de gevangenissen voller worden. Dat
noemde hij zeer gevaarlijk, omdat hij
daarmede te kennen geeft dat door het
verminderd drankgebruik de moraliteit
niet verbetert.
De heer Van Oorschot wees er nog
op, dat op de kermissen niet de ge
woonte-dronkaards worden gevonden,
doch de dronkaards voor één keer.
Hij geeft toe, dat de practische waar
de van het voorstel niet zoo groot zal
zijn. Evenwel heeft hij vooral gewezen
op de liooge zedelijke waarde, doch
daartegen is men niet opgekomen.
Wij zullen eerst moeten ondervinden,
welke practische resultaten verkregen
zullen worden.
Hij is, evenals de voorzitter, tegen
dwang, doch in dit voorstel worden de
heiligste, edelste gevoelens van den
mensch niet aangetast. Hij wees op de
vrijheid die wordt aangetast van
iemand, die tegen zijn heiligste gevoe
lens in soldaat wordt gemaakt en dan
hebben dezelfde personen geen bezwa
ren de vrijheid aan banden te leggen.
De voorzitter wees er op, dat de heer
Van Oorschot zelf toegeeft dat hij niet
veel practisch effect van zijn voorstel
verwacht, doch dan wordt het een soort
plagerij.
De voorzitter vroeg of het dan niet
beter was eerst gedurende de kermis
een proef te nemen en eerst later over
den Koninginnedag en Nieuwjaarsdag
te beslissen.
De heer Hensel zeide nog, dat de
heer Van Niftrik hem gezegd heeft, dat
het drankgebruik hier is toegenomen.
De heer Van Niftrik meende, dat
hiervoor bijzondere redenen aanwezig
zijn.
De heer Huson zeide, dat hij met een
twijfelachtige houding naar den raad is
gekomen. Als het voorstel wordt uit
gebreid tot den Nieuwjaarsdag en Ko
ninginnedag dan zal hij tegen het voor
stel stemmen.
De heer Sorel is er voor het verbod
ook uit te breiden tot den Koninginne
dag en Nieuwjaarsdag.
Het voorstel-Hensel werd daarna in
stemming gebracht en aangenomen met
9 tegen 7 stemmen.
Vóór stemden de heeren Van Hal,
Van de Putte, Hensel, Sorel, Tichelman,
de Meij, Van Oorschot, Haast en Mer-
ckens.
Tegen stemden de heeren Laernoes,
Staverman, Hilinga, Van Niftrik, Ver-
Maas, Huson en Lindeijer.
Naar aanleiding van een desbetref
fend adres van het Vlissing's Drank-
weer Comité, werd door Burg. en Weth.
voorgesteld aan de Koningin het ver
zoek te richten tot verlaging van het
aantal vergunningen van 54 op 50.
De heer Hensel noemde het voorstel
tot beperking van het aantal vergun
ningen zoo miniem mogelijk. Hij wilde
verder gaan en het aantal vergunnin
gen op 40 bepalen. Dit zal dan natuur
lijk zeer geleidelijk moeten gebeuren.
Wat het Vlissing's Drankweer-comité
vraagt is in het algemeen belang van
onze stad.
De heer Hillinga zeide natuurlijk in
het geheel niet met het voorstel mede te
gaan. Hij wees op de gevolgen van het
verminderen van het aantal vergunnin
gen, waarvan de weduwen van de ver
gunninghouders het slachtoffer zullen
worden. De weduwen en weezen wor
den daardoor ongelukkig gemaakt.
Nog nader toonde hij verschillende
bezwaren tegen het voorstel aan.
De voorzitter zeide, dat Burg. en
Weth. uit bemiddelingsoverwegingen
dit voorstel hebben gedaan.
De heer Sorel wilde een tusschen-
voorstel doen en in het vervolg geen
vergunningen meer toestaan.
De heer Staverman stelde uitstel van
behandeling voor, vooral omdat er ver
schillende tegenstanders afwezig zijn.
Als alle leden aanwezig waren zou het
voorstel betreffende het drankverbod
ook niet zijn aangenomen.
De heer Lindeijer had gevraagd wat
geschiedt met de weduwen van de ver
gunningverhuurders. Hij wil niet mede
werken dat een weduwe door het over
lijden van haar echtgenoot hare brood
winning verliest. Dat noemde hij een
onbillijkheid.
De heer Van de Putte noemde het
verkeerd als op het idee van den heer
Staverman werd ingegaan. Op deze
wijze kan in elke zitting wel een voor
stel worden aangehouden, als er geen
meerderheid voor een bepaald voorstel
aanwezig was. Dit noemde hij geen
wijze van werken en daar kwam hij dus
tegen op.
De heer Hensel noemde het drank
gebruik een vloek voor de samenleving
-en daarom wil hij alles doen om het
aantal vergunningen te verminderen.
De heer Van Niftrik heeft echter be
zwaar tegen het voorstel-Sorel, om
geen nieuwe vergunningen meer te ver
leenen. Hij wil wel medewerken om het
aantal vergunningen te verminderen.
De heer Sorel trok daarna zijn voor
stel in.
Over het voorstel-Hensel, om het
aantal vergunningen op 40 te brengen,
staakten de stemmen.
Vóór stemden de heeren Sorel, Van
Oorschot, Haast, Merckens, Van Hal,
Van de Putte en Hensel.
(De heer de Meij was bij deze stem
ming afwezig, omdat hij een toevallige
meerderheid niet over het voorstel wil
de laten beslissen).
Het geheele voorstel werd dus aan
gehouden tot de volgende zitting.
.Vastgesteld werd een staat van ont
heffingen wegens höofdelijken omslag
over den dienst 1919 tot een bedrag van
12707.17.
Nog werden vastgesteld het te sup
pletoir kohier van schoolgelden voor
het lager onderwijs en van het herha-
lings-onderwijs voor jongens.
Rondvraag.
De heer Vermaas heeft een vraag
ingediend om welke redenen Burg. en
Weth. de kindervoeding, welke op ad
vies van den Armenraad onlangs was
stop gezet, weder hebben voortgezet.
De voorziter zeide, dat de bedoeling
is, niet de kindervoeding weer geheel
stop te zetten, doch met 20 gezinnen,
die daarvoor in aanmerking komen,
voort te zetten, wat 50 per dag aan
de gemeente kost.
De heer De Meij wilde de beslissing
uitstellen tot een volgende ziiting. De
zaak van de kindervoeding is voor hem
van zooveel gewicht, dat hij het rap
port nog wel eens nader wil onderzoe
ken.
De heer Laernoes zeide dat van de
kindervoeding bepaald misbruik is ge
maakt.
De heer Tichelman noemde het mis
bruik zelfs schromelijk. Er zijn ge
zinnen bij van 80 tot 115 per week
inkomen. Dit waren maar enkele, doch
van 40 tot 60 per week zijn er
meerdere bij. Hij wilde daarom een
norm vaststellen.
De heer Van Niftrik wees er op, dat
uitstel van deze beslissing weder 1500
per maand beteekent. Dit gaat toch niet
op. Daarom dient heden een beslissing
genomen te worden.
De heer De Meij kon de houding van
Burg. en Weth. ten opzichte van de
kindervoeding niet goedkeuren. Zooals
Burg. en Weth. het zich voorstellen, is
het eigenlijk alleen armenzorg en dit
mag niet. Kindervoeding wordt gegeven
in het belang van het onderwijs.
Bovendien is de norm, die Burg. en
Weth. voorstellen veel te laag.
Hij had ook bezwaar tegen de voe
ding welke verstrekt werd. Deze was
meermalen niet van voldoende samen
stelling.
Als spreker niet was opgekomen te
gen het oorspronkelijk plan van Burg.
en Weth., dan zou de geheele kinder
voeding reeds zijn stop gezet.
De grens door Burg. en Weth. ge
steld, wilde hij verhoogen tot f 22 per
gezin en 3 per kind.
De voorzitter wees er op, dat ook dit
voorstel weder in het teeken van de
financiën staat en dat het daarom on
mogelijk is de grens uit te breiden.
De heer Tichelman wees er op, dat
de onderwijzers als het ware aanmoe
digen om van de kindervoeding gebruik
te maken. In de Christelijke scholen,
waar de ouders een andere opvatting
hebben, wordt bijna geen gebruik ge
maakt van de kindervoeding.
De heer Staverman stelde voor de
beslissing uit te stellen tot een verga
dering de volgende week te houden.
Dit werd goedgevonden.
De heer Haast had de volgende vra
gen gedaan
lo. Is de mogelijkheid niet uitgeslo
ten, dat de gemeente tegen den kosten-
den prijs de rioleering ter hand neemt,
voor die eigenaars van woningen, voor
wien het bezwaar oplevert een zoo
groote. uitgaaf ineens te doen, als voor
Ieen dergelijk werkje vereischt wordt.
Antwoord Voor de verbinding van
woningen aan het gemeenteriool wordt
door ons een uniform toegepast, waar
van met het oog op de gemeente-finan-
ciën niet kan worden afgeweken. Be
doeld tarief vertegenwoordigt den ge
middelden kostenden prijs van aanslui
tingen in verschillende gevallen.
Vraag 2 Naar aanleiding der publi
catie van de prijzen der brandstoffen
voor huisbrand, onder voorbehoud van
eventueele goedkeuring van rijkskolen-
distributie, wat is de oorzaak, dat de
prijzen te Vlissingen en Goes zoo zeer
uit elkaar loopen en derhalve te billij
ken zijn.
Antwoord In beide plaatsen vrij aan
luiis bezorgd Te Vlissingen Ar.thra-
cièt 4.10 per 75 K.G. Eier-brikeften
3.45 per 75 K.G. Kachelkolen 3,45
per 80 K.G. Gascokes 4.50 per een
heid (2 H.L.)
Tc Goes Anthraciet Nootjes 1ill
3.80 per 75 K.G. Anthraciet Nootjes
IV 3.15 per 75 K.G. Eier-briketten
3.15 per 75 K.G. Kachelkolen 2.80
per 80 K.G. Gascokes (geklopt) 4.30
per 2 H. L.
De onkosten zijn te Goes belangrijk
minder, zoowel de rijloonen, werkloo-
nen als administratiekosten.
Vraag 3 Wat zijn de redenen, dat
omstreeks 11 uur de lantaarns in de
Glacisstraat blijven branden, in de Kas
teelstraat gedoofd worden, waardoor
de omgeving van het Roomsch-Katho-
lieke Ziekenhuis in Egyptische duister
nis gehuld wordt.
Antwoord: Uitbreiding van de straat
verlichting is op dit oogenbliik onge-
wenscht met het oog op de begroo
ting.
Door den heer De Meij zijn de vol
gende vragen gedaan
Onder welke motieven hebben Burg.
en Weth. gemeend, afwijzend te moeten
beschikken op het verzoek van de afd.
Vlissingen van den Centralen Nederll.
Ambtenaren Bond om aan de ambtena
ren en werklieden, in dienst der ge
meente, die daartoe den wensch te ken
nen geven, vrijaf te verleenen op 1 Mei.
Het antwoord van Burg. en Weth.
luidt
De 1 Mei-dag behoort niet tot de er
kende Christelijke of nationale feestda
gen. Werd door belanghebbende be
ambten of werklieden verlof gevraagd
voor een bepaald doel op 1 Mei, bijv.
het bijwonen van een meeting, verga
dering of feest, dan 'zouden Burg. en
Weth. zulks hebben kunnen overwegen,
hetgeen niet is geschied.
De heer De Meij wees er op, dat
Burg. en Weth, een besliste afwijzing
op het verzoek hadden gegeven.
Het antwoord dat Burg. en Weth.
thans geven is heel anders dan het
antwoord, dat op het desbetreffend ver
zoek is gegeven.
De heer De Meij had nog de volgen
de vraag gedaan
Is het Burg. en Weth. bekend, dat
van pleegouders van Weensche kinde
ren, die de school bezoeken, schoolgeld
geëischt wordt. Zoo ja, zijn Burg. en
Weth. dan bereid te bevorderen aan
hen, die zulks verzoeken, vrijstelling
hiervan te verleenen.
Burg. en Weth. hebben hierop ge
antwoord
Een tweetal personen hebben een
Weensch kind doen plaatsen op school
D, hoofd de heer De Vries. Deze men
schen moeten dus evenals andere inge
zetenen het schoolgeld volgens de ver
ordening betalen vrijstelling van
schoolgeld werd niet gevraagd.
Wij zijn bereid in dit bijzonder geval
desgewenscht vrijstelling van school
geld te verleenen, indien ons zulks als
nog worde gevraagd.
De heer Van Oorschot had de vol
gende vragen gedaan
Kunnen Burg. en Weth. ook mede-
deelen of de premiën voor pensioen,
gestort door de op 31 December 1.1.
ontslagen werklieden der gemeente J.
C. van der Grijp, J. Beun, I. Venema en
A. Dalebout binnen afzienbaren tijd
alsnog zullen worden terugbetaald
Antwoord van Burg. en Weth.
De voor genoemde werklieden door
de gemeente betaalde pensioensbijdra
gen kan de gemeente niet van het
rijkspensioenfonds terug ontvangen
zulks is volgens de wet aileen mogelijk
bij afkeuring, indien de ambtenaren
nog geen 10 dienstjaren tellen.
Gedurende den tijd, dat de werklie
den in dienst der gemeente zijn ge
weest, zijn zij als het ware verzekerd
geweest. Had een van hen een ongeval
getroffen en werd hij dientengevolge
afgekeurd, dan was hem een vol pen
sioen uitgekeerd geworden. Ook indien
hij aan zijn gezin was komen te ontval
len, zou zijn weduwe een pensioen ge
kregen hebben.
Waar de gemeente in het onderha
vige geval hare pensioensbijdragen
moet derven, bestaat er o. i. eveneens
bezwaar de voor een deel op de werk
lieden verhaalde bijdragen aan hen te
restitueeren.
De heer Van Oorschot vroeg of er
geen middelen gevonden kunnen wor
den dat de pensioens-bijdragen van
deze personen alsnog worden uitbe
taald.
De heer De Meij meende ook dat er
een weg gevonden moet worden om
deze wenschen te helpen. Hij deed dit
uit billijkheidsoogpunt.
Hij wilde dus de pensioensbijdragen
aan de betrokken personen terugbeta
len.
De voorzitter zeide dat Burg. en
Weth. zullen onderzoeken wat de kos
ten van het voorstel zijn en dan kan in
de volgende vergadering een besluit
genomen worden.
Verder was door den heer Van Oor
schot de volgende vraag ingezonden
Aan de brandweerlieden, die bij de
laatst plaats gehad hebbende branden
(houtzagerij en „Prinses Juliana") hun
diensten hebben bewezen is een ver
goeding uitgekeerd van 30 cent per uur.
Zijn Burg. en Weth. bereid alsnog
een zoodanig loon uit te keeren aan dé
brandweerlieden, minstens gelijk staan
de met de uurloonen, die aan de werk
lieden der gemeente worden betaald
Antwoord Burg. en Weth. achten
dit een billijk verzoek en stellen dus
voor bijv. 65 cent per uur uit te betalen.
Vraag Kunnen de gevolgen van het
niet goedkeuren der begrooting door
Ged. Staten van dien aard zijn, dat aan
de ambtenaren, werklieden cn onder
wijzers de salarissen binnen korten tijd
niet meer zullen kunnen worden uitge
keerd (Dit naar aanleiding van in om
loop zijnde geruchten).
Antwoord Volgens de gemeentewet
wordt, zoolang op de gemeentebegroo-
ting de goedkeuring niet is verkregen,
met machtiging van Ged. Staten uitbe
talingen gedaan tot de helft van de pos
ten op de begrooting voorkomende,
waartegen geen bezwaar bij Ged. Sta
ten bestaat.
In verband daarmede mogen tot op
de helft van de bedragen betalingen ge
daan worden voor zoover die uitgaven
op de begrooting voor 1919 voorko
men.
Wij zijn van gevoelen, dat voor 1
Juli a.s. een beslisisng omtrent de be
grooting door de Kroon zal zijn geno
men en vertrouwen dan ook, dat de
uitbetaling aan personeel geen vertra
ging zal ondervinden.
Vraag Zoo ja, zijn Burg. en Weth.
dan bereid alle andere betalingen op te
schorten opdat zoolang mogelijk ioonen
en salarissen uitbetaald kunnen wor
den
Antwoord Is. door het antwoord op
vraag 3 vervallen.
De heer Sorel deed nog enkele vra
gen, waarin hij inlichtingen vraagt of
het juist is, dat ongeveer een 50-tal
werklieden van de gasfabriek zijn ont
slagen, mede in verband staande met
de invoering van den zomertijd.
De voorzitter wees er op, dat deze
vragen eigenlijk niet in den raad thuis
behooren.
De heer Van Niftrik verklaarde zich
evenwel toch bereid in het openbaar
enkele inlichtingen te geven. Hij zeide,
dat aan de gasfabriek 10 a 15 werklie
den zijn ontslagen, omdat er thans
minder werkzaamheden zijn te verrich
ten nu er goede steenkolen zijn ontvan
gen en bovendien door de beperkte
gasverlichting minder fitters noodig
zijn.
De heer Huson bracht nog ter sprake
den overlast dien de bewoners van den
Koningsweg en omgeving hebben ge
had door hèt rumoer den geheelen
nacht van Donderdag op Vrijdag door
het lossen van ijzer uit een schip, be
stemd voor „de Schelde".
De voorziter zeide, dat deze kwestie
zijn aandacht had.
De vergadering werd hierna ten on
geveer 7 uur gesloten.
De verjaardag der Prinses.
Gisterenochtend tegen 12 uur werd
door het Jongelingen-corps „Juliana",
bestaande uit een dertigtal jongens,
vormende de muziek-afdeeling en een
70-tal meisjes, de zangatdeeling uit
makende aan de verjarende Prinses een
aubade gebracht.
Aanvankelijk had deze, wegens het
ongunstige weer, plaats in de achter
vestibule van het Koninklijk Paleis in
het Noordeinde. Daar werden door de
kinderen in tegenwoordigheid van Ko
ningin, Prins en Prinses eenige fraaie
en lieve zangnummers uitgevoerd, en
toen het weer intusschen was opge
klaard, begaf de Koninklijke familie
zich met de kinderen in den tuin, waar
nog eenige muziek- en zangnummers
ten beste werden gegeven.
Tenslotte werd een marsch door den
tuin gemaakt met de muziek aan het
hoofd en waarin Koningin, Prins en
Prinses te midden van de huldigende
kinderen opgewekt deelnamen.
Des namiddags ten half 2 had een
dergelijke hulde plaats aan de Prinses,
thans door den Kinder Oranjebond, be
staande uit 160 kinderen en het mu
ziekkorps „Klein Maar Dapper".
Deze hulde werd door goed weer
begunstigd, zoodat zij geheel in den
tuin kon plaats hebben. Nadat voor het
vorstelijk gezin, waarbij zich thans ook
de Koningin-Moeder had gevoegd, ee
nige zangnummers waren uitgevoerd,
werd ook met dezen kinderstoet een
marsch door den tuin ondernomen,
waaraan de vorstelijke personen weder
deelnamen.
Ten half drie reden Koningin, Prins
en Prinses in open auto door de druk
ste gedeelten van de-stad.
Door honderden en honderden, voor
al kinderen, die reeds van 's morgens
af voor het Koninklijk Paleis gepos
teerd stonden in de hoop het Prinsesje
te zien, werd het Koninklijk Gezin bij
het vertrek van het Paleis uitbundig
toegejuicht.
Tweede Kamer.
Vergadering van Vrijdag.
Donderdag a.s. zal de heer K. Ter
Laan gelegenheid krijgen om tot den
minister van oorlog zijn vraag te stel
len over den steun aan de militieplichti-
gen, die in 1920 den dienst verlaten.
Art. 3 van de Lager Onderwijswet
omschrijft de soorten van onderwijs.
'iMiüji jmw-iiHBiaiaBB»
Het aantal daarop ingediende amende
menten zijn alweer legio. Alle zijn niet
even duidelijk en de tijdens de discussie
aangebrachte wijzigingen maken het
niet gemakkelijk om de kwestie te vol
gen.
Volledige vrijheid om facultatieve
vakken aan de lagere school toe te
voegen, wilde de heer Visser van ljzen-
doorn behouden. Dat is dan speciaal
voor het Fransch. De heer Bulten amen
deerde om precies het tegengestelde te
bepalen hij wilde geen enkel faculta
tief vak toelaten.
Evenzoo stonden tegenover elkaar
wat de heer Otto en wat de heer Os-
sendorp wil. De eerste wil den leerplicht
en het lager onderwijs doen aanvangen
bij het 8e levensjaar. Vóór dien zijn er
drie jaar voorbereidend lager onder
wijs. De leerplicht duurt dan zes jaar.
De heer Ossendorp wil zeven jaar leer
plicht en dan een kopschool, die ook
reeds het 7e leerjaar omvat, en achtste
en een negende. De heer Albarda be
streed het Otto-systeem en de heer Otto
bestreed, de Ossendorpsschool. Zoo
staan de deskundigen tegenover elkaar.
Het Fransch op de lagere school tokte
een feilen strijd uit beide partijen be
riepen zich op het oordeel van deskun
digen. Merkwaardig was de uitlating
van den heer van Ravesteijn, dat het
verzet tegen het Fransch voortkwam uit
een algemeen streven, om het Fransch
tegen te gaan. Dit werd natuurlijk ten
stelligste tegengesproken. Steekhou
dend waren de argumenten niet en al
leen de re.de van den heer Kooien gaf
een eenigszins geargumenteerd betoog.
Mevrouw Groeneweg bestreed het
amendement-Otto. Zij wilde niets weten
van onderwijs voor 5-jarigen. Met den
heer Otto was ze het geheel oneens.
Daar stonden dus de deskundigen weer
tegenover elkaar. Het oud-lioofd der
school Otto tegenover de opstandige
klasse-onderwijzeres Groeneweg. En de
heer Gerhard was het weer niet met
zijn partijgenooten eens. Hij gevoelt wel
wat voor het voorbereidend onderwijs,
omdat zij het noodig acht voor de jon
gere kinderen het onderwijs geheel an
ders te maken.
De minister betoogde, dat het onder
wijs gedenatureerd wordt door het aan-
leeren van het Fransch, dat op de
methode van het onderwijs een verkeer
den invloed heeft.
Met kracht verzette de minister zich
tegen het amendement-Visser van
ijzendoorn, dat volledige vrijheid wil.
Als dat werd aangenomen zou de la
gere school geheel en al gedenatureerd
en een proefschool voor het ulo worden.
Dit amendement werd onaannemelijk
verklaard. Met tal van citaten en ver
klaringen verdedigde de minister zijn
houding tegenover het Fransch. Ook de
andere amendementen ontried de minis
ter. Natuurlijk was de Kamer al zoo
leeg, dat van stemming geen sprake kon
zijn.
RAADSOVERZICHT.
Onze zitting van gisterenmiddag
heeft wel het record geslagen. Wij be
gonnen precies 2 uur met onze werk
zaamheden en het was enkele minuten
voor 7 uur toen wij huiswaarts keer
den. De agenda was niet zoo bijzonder
groot om te kunnen verwachten dat wij
5 uur zouden noodig hebben om deze
door te werken. Het was echter bijna 4
uur alvorens wij ons door de ingeko
men stukken hadden heengeslagen. De
behandeling van deze stukken maakte
ons reeds zoo breedsprakig, dat de
voorzitter voortdurend moest aandrin
gen ons toch wat te matigen. Het ver
zoek om instemming te betuigen met de
plaatselijke keuze opende de rij der
drank-besprekingen, die wij dezen lan
gen middag hebben gehad. De heer
Hensel, die geen gelegenheid laat voor
bijgaan om propaganda te maken voor
de drankbestrijding, hield een krachtig
pleidooi voor de plaatselijke keuze. Zijn
krachtigsten bestrijder vond hij hier wel
in den heer Tichelman, die zeide een
even groot voorstander daarvan te zijn
als de heer Hensel, doch dit aan
de Tweede Kamer wenschte over te la
ten en eerst als ons parlement een be
slissing heeft genomen, deze zaak op
gemeentelijk terrein wil overbrengen.
De heer Laernoes moest heelcmaal niets
van plaatselijke keuze hebben. Hij had
daarvan in Amerika zijn bekomst ge
had. Het debat werd nog eenigen tijd
voortgezet en de voorzitter schaarde
zich onvoorwaardelijk bij de tegenstan
ders. Toen wij tot stemming overgin
gen staakten de stemmen 8 tegen 8.
In de volgende zitting kunnen wij er
nog eens over stemmen.
Een ander punt, dat bij de ingeko
men stukken tot een breedvoerige ge-
dachtcnwisseling aanleiding gaf, was
het verzoek van den heer Kole, slager
in de .Palingstraat, om hem alsnog ver
gunning te verleenen tot verbouw van
een woning in de Hobeinstraat, nu „de
Schelde" hem de huur van zijn woning
in de Palingstraat had opgezegd. Burg.
en Weth. wilden de verordening hand
haven geen woningen onttrekken aan
hun bestemming, dat zij werkelijk voor
woning moeten dienen. De heer Lindeij
er diende een tusschenvoorstel in, om
de zaak uit te stellen, teneinde een na
der onderzoek in te stellen. Wederom
staakten te stemmen.
Het Centraal Genootschap voor Kin-
derherstellings- en Vacantiekoolnies
had ƒ3000 subsidie verzocht. Burg. en
Weth. gevoelen voor het goede doel dei'
vereeniging veel, doch waar moeten wij
de 3000 vandaan halen. De heer Van
Hal merkte op, dat als wij dit stand-