ZATERDAG 1 MES, Gemeenteraad. lÖCCe meik t*o.. !03 £8®® •JtMnrtitifeunjf ,©20 VLISS1NGSCHE COURANT Bij deze Ooiwnt bshooit een Bijvoegsel FONDS VOOR HET GEMEENTE ZIEKENHUIS, Ontvangen b ij dragen: Vorige opgave 18363.61 Kon. fabriek N. V. U Co., Amsterdam 100. Door tusschenkomst van den lieer L. Nierse j. H., Groningen 5. Totaal 18468.61 Zitting van Vrijdag 30 April, des middags 2 uur. (Vervolg en slot). Inzake de heffing van een plaatselijke directe belasting naar het inkomen, is van Ged. Staten een schrijven ontvan gen, dat de minister van binnenland- sche zaken heeft gemeld, dat een even- tueele nadere wijziging van de desbe treffende verordening, met inachtne ming van het ter zake door Ged. Staten uit te brengen verslag, zal beoordeeld worden volgens den maatstaf, die naar den aftrek wegens noodzakelijk levens onderhoud is aan te leggen. De heer Staverman meent te moeten terugkomen op het oorspronkelijke voorstel van den raad, dat de ongelimi teerde kinderaftrek moet blijven ge handhaafd. Op dit voorstel moet dan weder de goedkeuring van de Kroon worden gevraagd. De heer Tichelman meende dat een nieuwe verordening niet zai worden goedgekeurd. Het zal bovendien onmo gelijk zijn dan dit kohier voor dit jaar op tijd vast te stellen. De heer Staverman zeide dat de groote gezinnen met deze verordening er nog slechter aan toe zijn dan bij de oude verordening. Dit wilde hij er niet op wagen, vandaar dat hij dit voorste! deed. Bij de toch reeds hooge belastin gen zai het voor velen onmogelijk zijn de belasting te betalen, als de aftrèk niet beter geregeld wordt. De heer Van Niftrik wees er op dat het drie of vier maanden zal duren, al vorens de beslissing van de Kroon zal zijn gevallen. Om het kohier nu toch te kunnen opmaken, zouden de gezinnen die gedupeerd worden, van het kohier kunnen worden afgevoerd en dan later desnoods op een suppletoir kohier kun nen worden geplaatst. Dan kan intus- sehen de geldmachine geregeld door werken. De heer De Meij is het met den heer Staverman eens dat deze verordening niet op de groote gezinnen kan worden toegepast en hij toonde nog nader de onmogelijkheid daarvan aan. De weg, dien de heer Van Niftrik aangeeft is onmogelijk, want dan zouden wij twee verordeningen in een jaar krijgen, en dat gaat toch niet aan. Hij wilde een beslissing nemen in den geest door den heer Staverman aan gegeven en thans de verordening wijzi gen en daarop de goedkeuring van de Kroon afwachten. Wij hebben met Ged. Staten niets te maken deze adviseeren maar, doch de minister beslist ten slotte. De heer Van Niftrik meende dat de oplossing door hem aan de hand ge daan wettelijk wel toelaatbaar is, Hij meende dat het daarom het beste is op de door hem voorgestelde wijze te han delen. De heer Merckens wilde de onge- huwden iels meer laten betalen. Hel verschil tusschen wat ongehuwaen en gehuwden mogen aftrekken, is eigen lijk belachelijk. De heer De Meij wees er op dat hier door de progressie in gevaar wordt gebracht. De heer Staverman gaf in overwe ging het advies van den controleur in te winnen over het voorstel door den heer Van Niftrik voorgesteld. De heer Van Niftrik meende dat de oplossing door hem aan de hand ge daan, toch aanbeveling verdient. Op deze wijze kan intusschen de invorde ring der belasting plaats hebben. Wij kunnen niet op geld wachten. De heer Tichelman zeide dat het kohier afgewerkt moet worden, omdat wij geld noodig hebben. De lieer Van Oorschot noemde het zeer onbillijk dat Ged. Staten de veror dening niet hebben goedgekeurd. Het komt hem het beste voor, dat de veror dening wordt uitgevoerd op de wijze als door den raad is vastgesteld. De heer Van Hal stelde voor de ver ordening ongewijzigd te handhaven en dan kunnen Burg. en Weth. trachten het geld zoo spoedig mogelijk ie zien binnen te krijgen. Dit voorstel werd zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Door D. Schrier alhier is het verzoek gedaan om van 22 tot en met 29 Mei zijn zweefmolen op een terrein bij de Wilhelminastraat (Zeilmarkt) te mogen opslaan. De voorzitter stelde voor op het ver zoek afwijzend te beschikken. Dit werd goedgevonden. Wegens zijn benoeming tot ingenieur, afdeelings-chef bij den gemeentelijken woningdienst te Rotterdam, verzoekt de heer jhr. M. J. 1. de Jonge van Elle- meet, directeur van gemeentewerken, met ingang van 1 Juli eervol ontslag ais zoodanig. Dit verzoek werd eervol toegestaan De voorzitter noemde het een groot verlies voor de gemeente dat de heer De Jonge van Ellemeet heengaat en hij is overtuigd dat de raad instemt met zijn waardeering voor den heer De Jonge van EUemect. (De leden gaven blijken van instemming.) Door M. J. Kole, slager, wonende in de Paiingstraat, was een adres inge zonden, waarin hij er op wijst, dat hem door de Kon. Maatsch. „de Schel de" de huur is opgezegd en dat hij nu het plan had een winkel te vestigen in de Hobcinstraat, hoek Giacisstraat. De door hem aan Burg. en Weth. ge vraagde vergunning om het daar staand pand te verbouwen, is hem evenwel ge weigerd, op grond dat daardoor een deei van het perceel aan de bewoning wordt onttrokken. Adressant meent, dat het pand door deze verbouwing, zoowel boven als beneden, beter be woonbaar zat worden. Hij roept thans den steun van den raad in, om te voorkomen, dat hij broo deloos wordt. De heer Van de Putte kan het niet begrijpen, dat het verzoek niet wordt ingewilligd ais er geen woning wordt onttrokken. De heer Van Niftrik zeide dat wel degelijk een woning onttrokken wordt. Burg. en Weth. willen Kole juist hand haven in" zijn tegenwoordige woning, wat kan gebeuren in verband met de huur-comniissiewet. De heer Merckens zeide dat er ge vaar dreigt, dar er een woning onttrok ken wordt. Dit gevaar dreigt thans van de zijde der „Schelde" en hij wees er op, welke gevolgen daarvoor voor den bewoner kunnen ontstaan als er repa raties aan het huis moeten gebeuren. De huur-commissie zal nu wel eenigen tijd uitstel geven. Als wij evenwel geen kans zien een gewenschte oplossing te vinden, dan moeten wij Kole helpen en dus aan zijn verzoek voldoen. De heer Huson zeide dat Kole er voor gebruikt wordt dat „de Schelde" geen huis onbewoond Iaat staan. Kole heeft een woning gevonden en nu vraagt hij, wat Burg. en Weth. gedaan hebben om de andere woningen in de Palingstraat, eveneens van „de Schel de", niet aan de bewoning te onttrek ken. Hij wees er op, «dat het niet in het belang van Kole is als zijn verzoek niet wordt ingewilligd. De heer Tichelman wees er op, dat er een rijkswet zal komen, waarin de woningen niet onbewoond mogen staan eij daarom kan Kole later allicht gelegenheid krijgen een beroep daarop uit te oefenen. De heer Lindeijer wiide op het adres niet afwijzend beschikken, doch de zaak nog eenigen tijd aanhouden, in dien tusschentijd komt allicht de rijks wet aan de orde. De heer Van Niftrik wees er op dat de heeren Merckens en Huson alleen op het belang van Kole hebben gewe zen. Hij wil evenwel rekening houden met het gemeentebelang. Hij kon gaarne medegaan met- het idee van den heer Lindeijer om de zaak nog aan te houden. De heer Van de Putte meende, dat als men den weg inslaat door den heer Van Niftrik aangegeven, het koopen van huizen in Vlissingen geheel onmo gelijk wordt gemaakt. Als Kole het huis nog eenige maanden in voorkoop kan houden, dan kan de beslissing worden uitgesteld, doch anders moet Kole ge holpen worden. De heer Van Niftrik wees er op, dat de raad alleen rekening te houden heeft met de toepassing van de verordening tot het niet onttrekken van woningge legenheden. De heer Huson kan zich niet met de houding van Burg. en Weth. vereeni gen. Zij stellen zich tusschen den huur der en verhuurder en dat is verkeerd. De heer Van Niftrik zeide, dat Burg. cn Weth. niets anders doen dan de ver ordening uitvoeren zooals deze door den raad is vastgesteld. Over het voorstel om de zaak uit te stellen staakten de stemmen. Tegen uitstel stemden de heeren Hil- linga, Staverman, Vermaas, Sorel, Hu son, Haast, Merckens en Van de Putte. Aan den heer W. J. Frijling werd, op verzoek, met ingang van 1 September a.s. eervol ontslag verleend als hoofd van school E. Dit verslag werd verleend onder dankbetuiging voor de veeljarige be wezen diensten. Door Buig. en Weth. werd voorge steld aan de Tweede Kamer een adres te richten, waarin, naar aanleiding van een desbetreffend verzoek van de orga nisaties der onderwijzers, wordt aange drongen op een betere regeiing der jaarwedden van het onderwijzend per soneel, dan wordt voorgesteld in het thans aanhangig wetsvoorstel. De commissie voor de financiën, ge hoord de mededeeling van den voorzit ter, dat na het opmaken van dit voor stel, de minister van onderwijs de rege ling der salarissen heeft gelicht uit het wetsontwerp tot wijziging der lager on derwijswet, stelt voor het bedoelde adres te richten aan den genoemden minister. De heer Van Hal stelde voor, het adres toch te richten aan de Tweede Kamer. De heer Hensel had enkele bezwaren tegen het adres, vooral waar gesproken wordt over de opleiding van commies der posterijen. De heer Staverman noemde het de reinste comedie, dit adres te verzen den,vooral als wij nagaan wat wij zelf betalen aan de leeraren aan de Han delsschool en wat thans in een adres voor de onderwijzers wordt gevraagd. De heer De Meij zeide, dat de onder wijzers zeker te slecht worden betaald en daarom kan het toch geen kwaad ais wij het adres verzenden. Na nog eenige duscissie werd liet voorstel 'zonder hoofdelijke stemming aangenomen, hoewel de heer Merckens verklaarde er tegen te zijn. Ter tafel kwam hierna het voorstel om adhaesie te betuigen aan een door liet gemeentebestuur van 's-Hertogen- boseh aan den minister van arbeid ge- gericht adres, betreffende de kosten voor de gemeenten krachtens de werk- loosheidsverzekeri ngs-noodwet 1919. De commissie voor de financiën ad viseert tot aanneming van het voorstel. De heer Lindeijer is voor het voorstel van Burg. en Weth., doch hij is er tegen het adres van 's-Hertogenbosch te steu nen. De werkloosheidsverzekering wordt "er voor de arbeiders door ver slechterd. Hij wil dus een zelfstandig adres aan den minister richten. De heer Tichelman wilde het aanvul len, dat ook de werkgevers een bijdrage moeten betalen. Hierna werd het voorstel-Lindeijer, om een zelfstandig adres te verzenden, aangenomen. In verband met den toestand der ge- meente-financiën werd door Burg. en Weth. voorgesteld om niet in te gaan op het verzoek van het algemeen be stuur van de Tucht-Unie, inzake de op richting van speciale scholen of klassen voor bandelooze leerlingen. De heer Van Oorschot wilde de hee ren van de Tucht-Unie doen opmerken, dat'de bandeloosheid niet alleen wordt gevonden op de lagere scholen, doch eveneens op inrichtingen van middel baar en hooger onderwijs. Hij geloofde overigens niet, dat een dergelijke school zal voldoen aan dat gene wat er van verwacht wordt. Men moet dus naar andere middelen zoe ken. Er dient aangedrongen te worden op het verminderen van het aantal leerlingen per klas. Verder zouden speelplaatsen goed in deze richting kunnen werken. Met kleinere klassen zou de paedagogische waarde van het onderwijs veel verbeteren. .Ook een be tere opleiding van onderwijzers is noo dig. Het instituut van de strenge school is parasiteeren op de tegenwoordige maatschappelijke toestanden. Hij is dus voor het voorstel van Burg. en Weth., doch met de motieven kan hij zich niet vereenigen. De heer De Meij wilde niet nader in gaan op hetgeen de heer Van Oorschot gezegd heeft, hoewel daartoe alle aan leiding bestond. De agenda is evenwel te lang en daarom zal er allicht later gelegenheid zijn op de vele onjuisthe den, door de heer Van Oorschot aan gevoerd, terug te komen. Hierna was aan de orde de benoe ming van twee leden in de commissie van toezicht op het lager onderwijs, waarvoor werden aanbevolen voor een vertegenwoordiger der S. D. A. P. de heeren D. E. Praag en J. van der Peijl en voor een Vertegenwoordiger der S. P. de heeren L. P. van Oorschot en J. Post. De heeren Praag en Van Oorschot werden benoemd. Tevens werd in verband hiermede een aanvulling der betrekkelijke veror dening vastgesteld. Het volgende voorstel was dat tot het vèrleenen van 'n bijdrage van 500.000 in de kosten van uitbreiding der buiten haven. Aan het rijk zal een renteloos voorschot 'tot dit bedrag worden ge vraagd, dat in jaarlijksche termijnen kan worden afgelost. De heer Staverman wilde de uitdruk kelijke voorwaarde er aan verbinden, dat het renteloos voorschot dat ver leend wordt, af te lossen is in een ter mijn van 100 jaar. De voorzitter zeide, dat Burg. en Weth. deze uitdrukkelijke reserve aan vaarden. Hierna werd hel voorstel goedge keurd. Door Burg. en Weth. werd voorge steld tot den bouw van een bergplaats voor de gereedschappen van het haven bedrijf en tevens van een smederij en schaft- en waschlokaal op het haventer rein. Alzoo werd besloten. Overeenkomstig het voorstel van Burg. en Weth. werd besloten tot liet verleenen van een toelage van 100 aan de wed. C. de Wijze, wier echtgenoot in gemeentedienst was. Door Burg. en Weth. werd een nader voorstel gedaan tot het toekennen van een bijslag op de te verleenen pensioe nen van vier werklieden van den ge- meentereinigingsdienst. Volgens dit voorstel zal aan P. Krij ger, J. Jacobse, A. Alewiinse. en W. So- hier een bijslag op hun pensioen wor den verleend van resp. ƒ61, 108, ƒ68 en 30. De heer De Meij zeide dat het resul taat hem was tegengevallen. Als de betrokken personen 40 op hun pen sioen hadden gekregen, waren, zij mis schien nog beter af geweest. De heer Van Niftrik wees er op dat de 40 f0 toeslag is gegeven op de oude pensioenen, doch wij kunnen dit niet op deze pensioenen toepassen. Wij hebben alles gedaan om het lot van deze menschen te verbeteren. De heer Van Oorschot kon zich ook niet met het voorstel vereenigen. Het pensioen is te laag, zooals hij reeds in de vorige vergadering heeft aange toond. Hij zou gaarne zien, dat de heer De Meij een voorstel deed in den geest zooals door hem is aangetoond. De heer Van Niftrik waarschuwde een dergelijk voorstel niet te doen. Wij moeten ons aan de pensioen-regeling houden en hebben verder de voile maat aan de betrokken personen gegeven. Wij vonden dat bovendien onbillijk te genover anderen. De heer Van Oorschot handhaafde zijn voorstel om den gewonen pen sioengrondslag toe te kennen met 40 pet. verhooging. Dit voorstel werd in stemming ge bracht en aangenomen met 9 tegen 5 -stemmen. Vóór stemden de heeren Van Oor schot, Haast, Van Hal, Van de Putte, Hensel, Hillinga, de Meij, Sorel en Lin deijer. Aan H. C. Beijerman werden eenige perceelen weiland, gelegen achter de Kon. Stoomwasscherij „de Volharding" aan den Singelweg, in pacht ioegestaan en wel voor een som van 100. Aan J. Sohier werden eenige perceelen weiland, gelegen aan den Oostelijken Berntweg in pacht afgestaan voor een som van 225. Nog werd voorgesteld tot het onder hands verhuren van eenige perceelen grond aan den Singelweg, hoek Koop mansvoetpad, nabij de Electro-tinfa- briek en aan het Koopmansvoetpad en wel \oor de eerstgenoemde complexen tegen een pachtsom van 150 en voor laatstgenoemd complex van 450. EEN TAPVERBOD. Hierna kwam ter tatel het voorstel van Burg. en Weth. om niet aan te ne men het voorstel van de heeren Hensel, Haast, de Meij cn Van Oorschot, om gedurende de kermisdagen den verkoop van sterken drank in het klein te ver bieden. De voorzitter verzocht dringend aan de leden, zich zooveel mogelijk te be perken. De heer Van Oorschot kreeg het eerst het woord. Hij zeide, dat over de ze quaestie heel wat is gezegd, -wat niet door den beugel kan. Hij wilde nogeens duidelijk definieeren wat wij willen. Als grondslag staat, dat wij het drank kwaad willen bestrijden. Hij wees op de motieven door Burg. en Weth. het vorig jaar aangevoerd, om de kermis af te schaffen. Wij treden niet in de individueele vrijheid, doch alleen om de onbehoorlij ke begeerten van de menschen tegen te gaan. Ook met het oog op den zedelijken maatstaf, die de overheid moet aanleg gen, verdedigde hij het voorstel. Wij leven ook in een tijd van beroe ringen en daarom vooral moeten wij de jeneverflesch maar stuk slaan en dit voorstel is de eerste stap op dezen weg. Ook met het oog op de volksontwikke ling zegt hij, dat de alcohol verdwijnen moet. Het is wel opvallend, dat iedereen, die vooraan staat in de sociale vakbe weging, ook vooraan staat in de drank bestrijding, omdat dat zegenrijk is. Met gerustheid verdedigde hij daarom het voorstel. Hij is niet voor afschaffing van de kermis, zoolang er geen ander feest voor in de plaats is gesteld, doch dan dient ze veredeld te worden, door het drankgebruik zooveel mogelijk te beperken. INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN. 5èefwdLotT>'4 -teep Ook de arbeidersvrouwen zuilen ze ker voor 99 dezen' maatregel goedkeu ren. De heer Hensel meende, dat de bad gasten zeker niet zullen wegblijven als de .kermis droog gelegd wordt. De roetplaag het vorig jaar was veel na- deeliger voor de badplaats. De badgasten zullen het zeker waar- deeren, dat gedurende de kermis niet getapt mag worden. Dat er niet genoeg politie zou zijn, om den maatregel te handhaven, ont kende hij. Hij wees op het rapport van den commissaris van politie te Nijmegen, waar de kermis droog gelegd wordt. Met klem drong hij aan op aanne ming van het voorstel en hij zeide nog, dat er alleen in de Ned. Herv. Kerk 250 predikanten voor de drankbestrij ding zijn. De heer De Meij had niet veel meer aan te voeren. Hij heeft het voorstel onderteekend, omdat hij een voorstan der van de kermis is. Hij wil de kermis nu verbeteren en dat kan door aanne ming van het voorstel. Hij wilde mede helpen om de kermis te veredelen. De heer Staverman is tegen het voor stel van de heeren Hensel c.s. Hij vindt den thans ingeslagen weg doelloos en daarom wil hij op dezen weg niet me degaan. Hij vindt het iaf van de voorstanders dat zij niet principieel hun eerste voor stel hebben gehandhaafd en tof den verkoop van aile aleoholhoudenden drank hebben uitgebreid, zooals zij eerst hebben gedaan. Hij waarschuwde voor deze soort drankbestrijding, omdat deze eerste stap gevolgd zal worden door andere, bijv. het tapverbod" op Zon- en feest dagen. Verder wees hij er op, dat het ver bod niet geldt voor sociëteiten. Op deze wijze zouden het volgend jaar allicht meerdere sociëteiten worden opgericht. Hij heeft nog andere bezwaren. Spre ker is zelf 10 jaar actief geheel-onthou der geweest, doch hij is daarvan terug gekomen en hij heeft nooit gezien dat een dronkaard bekeerd is geworden, ten minste niet blijvend. De thans gepropageerde drankbe strijding heeft nog geen succes gehad. Aan de mooie drankbestrijding geeft spreker verre de voorkeur. Het drankmisbruik in onze gemeente is zoo miniem, dat het thans voorge stelde verbod geheel overbodig is. De heer Hillinga haalde enkele wette lijke bezwaren aan tegen het thans ge dane voorstel. Hij noemde het tapver bod geheel overbodig. In Nijmegen is het drankgebruik ge durende de kermis veel grooter ge weest en vooral het naburige dorp Lent heeft van die drooglegging de nadeeli- ge gevolgen ondervonden. Bij een drooglegging zal het gebruik op straat uit kruiken en flesschen toe nemen. Nog meer uitvoerig zette hij zijn be zwaren tegen het voorstel-Hensel uit een. De politie zal onmogelijk kunnen controleeren of het verbod wordt over treden, vooral waar thans reeds zoo heel veel clandestien wordt verkocht. In Souburg zag hij reeds tal van twee-deciliter fleschjes welke voor de Vlissingsche kermis bestemd zijn. De lieer Van Niftrik wees er den lieer Van Oorschot op, dat het voorstel door Burg. en Weth. het vorig jaar in gediend, tot afschaffing der kermis, was gedaan in verband met de pogin gen tot oprichting van een Zeeuwsche Jaarbeurs. Naar zijn meening wordt de drank alleen bestreden door verbeterde hy giënische en arbeidstoestanden en in groote mate door de sport. Echter niet door het optreden van drankbestrijders- vereenigingen. Met tractaatjes enz. bereikt men niets. Hij heeft, evenals de heer Staverman, op dat gebied treurige ervaringen opgedaan. Trouwens, waar gaan wij heen, als wij eenmaal op dezen weg gaan. Men' moet wel voor de gevolgen oppassen.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1920 | | pagina 1