TOORI IENDEi njongen LNER1 De Huwelijksdag S1SJE ^"binnenland MG EN f«»20 DONDERDAG 8 APRIL. ÏRWAGEN anbledlngftn sftaanvracjen, omende NGEN jlENSTBODf IENSTBODE MEISJES FEUILLETON' che Maatschappij 1» Stoomvaart gag® 55*5* =-«-»-» JS8e JaariffiFig <a«WK^»WBlo^i^VP?^Sfl: 3®TOBOS«B8E3S3^*KrK«3 onale Crediet- en van 15 April as. der dan l Oenz ,de kleinste gen n. Na toezending ner van het origi- cht heeft op den :0, 3 stuks f 3 40 f 19.—. oedige dringend gt fianco na ont- ectenbank, ting toegezonden. VLISS1 (NCSCHE COURANT en goed onderhouden lanserve 48. ADVERTENTIE-PRIJS Van i_4 regels 1.— voor iedere „rel meer 24 centbij abonnement spe- riale prijzen. Reclames 48 cent per regel Dienstaanbiedingen en dienstaanvragen i5 regels 50 centiedere regel meer 12 cent, bij contante betaling. Familieberichten van 1—6 regels: ƒ1.55, iedere regel meer 24 cent. ABONNEMENTS-PR1JS Voor Vlissingen en gemeenten op Wal cheren 2.per drie maanden. Franco door liet geheele rijk 2.30. Week-abon- nementen 15 cent. Afzonderlijke nummers 4 cent spoedige ng een en sclirijf- loede éetui'- pjver en gedrag on- aan te melden, inder motto „Kan- het bureau „Vlis- urant". tagd len een 18 jaar. 1 Zeeuwsche Stoom-1 cherij en Ververij EG". en nette JNING, Bellamyparli. een nette oentenwagen. Adres: Zvvanenb.weg 5. (oor heele of halve 1Mevt. LOUWERSÊ. I Istraat 93 (boven.) .oon naar bekwaam Mej. HUIJBRECHTS, 55. vraagd voor de TEA- evard Evertsen PECKENS, Badhuis- Centrale Jeugdraad. Bij Kon. besluit zijn verschillende be palingen vastgesteld omtrent de instel ling van een Centralen Jeugdraad en (ie regeling van zijn samenstelling, wer king en Bevoegdheid. Wat de taak van dezen Jeugdraad betreft, is bepaald dat de Centrale Jeugdraad wordt ingesteld ter voorlich ting en tot bijstand van de regeering terzake van de ontwikkeling der jeug dige personen van 13 tot 18 jaar, voor zoover deze ontwikkeling buiten eigen- tijk schoolonderwijs geschiedt door I jeugdorganisaties en andere vereenigin- gen en instellingen. In het bijzonder adviseert o.a. ook c-le Centrale Jeugdraad aan de regeering omtrent de subsidieering van de orga nisaties en instellingen op het gebied der vrije jeugdvórming werkzaam. De Centrale Jeugdraad is gevestigd te 's-Gravenha/e en bestaat uit ten minste 10 en ten hoogste 20 leden. Voorts is bij Kon. besluit bepaald, dat met ingang van den dag, waarop de Jeugdraad zal worden geïnstalleerd dan te ontbinden onder dankbetuiging aan hare leden, het lid-secretaris en den adjunct-secretaris van de belangrijke door hen bewezen diensten de bij Kon. besluit van i3 Juni 1917 ingestel de staatscommissie, aan welke was op gedragen een onderzoek in te stellen en rapport uit te brengen omtrent hetgeen 'nier te lande reeds geschiedt in het be lang van de ontwikkeling der jeugdige personen, 'daaronder tc verstaan de jongens en meisjes van 13 tot 18 jaar. Hector Treub. f i .Omtrent het overlijden van prol. Hee- fotTveub wordt nog het volgende gê- I meld De Nederiandsche geneeskunde ver liest in Hector Treub een van haar voortreffelijkste mannen. In 1856 te Voorschoten geboren, studeerde Treub te Leiden en promoveerde er in 1878 tot doctor in de geneeskunde. In 1879 werd hij benoemd tot assistent bij de heel kunde, waarop in 1887 zijn benoeming tot hoogleeraar volgde. Negen jaar bekleedde hij dit ambt, tot hij in 1896 beroepen werd naar de Amsterdamsche hoogeschool om daar verloskunde en gynaecologie te docee- ren. In die wetenschap heeft Treub zich grooten naam verworven. .Min van groote beteekenis, helder inzicht en scherpe diagnose heeft 'nij met zijn we tenschap in wijden kring zegenrijk ge werkt. Hij deed dit met onvermoeide toewijding, zijn wetenschap had zijn Stooiste liefde en zijn patiënten waren hem alles. Hoevele aan hem geluk, ge zondheid en leven te danken hebben is niet te zeggen. Bij velen zal liij in dank bare herinnering dan ook blijven voort leven. Zeker, hij had zijn vijanden, met zijn (Naar het Engelsch) Door M. HELLEMA. een. ie 18 jaar, als VVIN- UW in een nctie ren no. 820, Bureau ant". Mlddelbu'8 otterdam. f.W (lil 7 e n R v, ritss. (111. Lis. (.11. H' 7 12 mr 7 7» 12 uur Kn te bekomen, nN.V. Transport^ ern.v.h.ErvenaVO ïrgB. EENHOORN vanoosterhM' it: Gebrs. BUIT- 5) De auto, die toch zeker wel de schuld van dit ongeluk droeg als het een «geluk mocht worden genoemd 'as reeds lang uit het gezicht verdwe en om een bocht van den weg, waar fee steil naar het kasteel liep. Het meisje twijfelde er aan, of de beide "Linnen hen aan den kant van den weg ""dden opgemerkt. Zeker hadden zij ""der het rijden niet omgekeken en konden daarom ook niet weten, wat er Rebeurd was. Op hen viel niet te hopen. 'I zouden niet terugkeeren. Daura's gedachten richtten zich vol '"edelijden op Annira. Haar trouwdag j was nog gelukkig. De waarschu- plng was dus toch waar De Verloven "luitspeler ging door de holen en 'Peelde zijn feeënwijsje, als een onge- 'uk het huis bedreigde. Had zij George toch maar overge haald met haar naar huis te keeren, ter- -tond nadat Hamar was weggegaan, liiu zo". onverklaarbare en vreest- kin t. uEt z'in S<*eurd. Uit de verte onk Hamar's muziek, gedragen door n wind, die uit de zee opstak, in vat- °°ren> alsof ze een boodschap be- tr 'jyHet scheen haar toe, dat Hamar entte de toovermuziek van den Ver- impulsief kara"kter is dit begrijpelijk, maar diezelfde impulsiviteit, die hem er toebracht bij den wereldoorlog op on gemeen scherpe wijze partij te kiezen voor de geallieerden, deed hem in de bres springen tegen het onrecht. Treub was niet enkel medicus, al was hij dit ook, ook blijkens zijn ge schriften, van hart en ziel, neen niets wat menschelijk was, was hem vreemd. Voor de maatschappelijke vraagstuk ken gevoelde hij groote belangstelling en als hij zijn stem deed hooren, dan klonk de stem var, een man van over tuiging, die zonder aanzien des per- snons zijn meening uitsprak. In de Maatschappij voor Geneeskunst was hij een der drijvende krachten en van zijn liefde voor de kunst heeft hij herhaal delijk blijk gegeven. Öns land verliest in Treub een "groot geneesheer,maar ook een braaf mensch. Uitvoer van varkensvleesch. De minister van landbouw heeft u!' overweging dat het wenschelijk is, dat de Nederiandsche varkensfokkerij spoe dig weder haar vroegere uitbreiding herkrijgt, en dat het Nederiandsche var kensvleesch hetzij verscli, hetzij gezou ten, weder op de buitenlandsche markten wordt gebracht, ter algemeene kennis gebracht, dat het in zijn voor nemen ligt eerlang weder gelegenheid tot uitvoer van varkensvleesch te ge ren, zoodra de grootte van den var kensstapel zulks mogelijk zal maken. Het Algemeen Ned. Werkliedenverbond Het Algemeen Nederiandsch Werk liedenverbond heeft gedurende de Paaschdagen te Amsterdam zijn 49ste algemeene vergadering gehouden. In zijn openingswoord deed de voor zitter, de heer D. Meufenberg, uitkomen dat het verbond in het afgeloopen jaar een rifle tal afdeelingen had gesticht, trots het feit, dat men met vele vooral financieele moeilijkheden had te kam pen. Spreker beschouwde de stichting van nieuwe afdeelingen als een stap in de goede richting. Hij drong aan op zakelijke bespreking der te behandelen punten, waaronder er waren, die voor het Verbond een nieuw levensvraagstuk beteekenden. Het eerst werd behandeld de vraag, gesteld door het Centraal Bestuur, wel ken weg het Verbond thans heeft te bewandelen, nu de fusie met den vrij- zinnfgrdemocratischen bond is verbro ken. Het slot van een langdurige en levendige gedachten wisse! i rug was, dat men besioot de oude richting te blijven volgen, die der vrijzinnig-democraten. Een voorstel der afdeeling Harlingen 0111 centraliseering in het verbgnd te brengen en een voorstel om het een- ïraal bestuur op te dragen geen gele genheid te laten voorbijgaan, om te getuigen voor den eisch der invoering van het zuivere staatspensioen voor aile ouden van dagen, werden eveneens aangenomen. In- de vergadering van Tweede Paaschdag werd met bijna algemeene stemmen hesloten over te gaan tot het oprichten van een werkloozen- en strijdkas, terwijl een door de afdeeling Haarlem ingediend voorstel, om er bij de regeering op aar, te dringen ten spoedigste over te gaan tot algeheele Staats-exploitatie der kolenmijnen, eveneens werd aangenomen. De werkgevers weigeren arbitrage. Bij schrijven van 6 April hebben de Scheepvaartvereenigingen Noord en Zuid aan den minister van arbeid op loren Fluitspeler na te bootsen. Dat was een slecht teeken Het was wreed van Hamar dat te doen George's pet was afgevallen maar zijn haar dat mooie, bronskleurige haar was zelfs niet in de war geraakt, maar was even glanzig en goed gebor steld als altijd. Dit deed Daura ontroe ren. Tranen welden in hare oogen op, maar vielen niet neer. Elk spoor van kleur was uit zijn gelaat verdwenen. Hij zag er nu niet slechts bleek, maar lijk bleek, grijsbleek uit, meer op steen dan op marmer gelijkend. De uitdrukking van ontsteltenis dje er eerst op lag, had nu plaats gemaakt voor kalmte. „Help Help riep Daura telkens weer maar niemand kwam, en wan hopig vlijde zij zijn hoofd zacht neer op het vochtige gras. „Ik moet gaan", zeide zij, tot hem sprekend, alsof haar stem toch tot zijn bewuwstzijn zou doordringen. „O het is vreeselijk je te verlaten maar dat is het eenige middel. Maar wees gerust, ik zal spoedig terug komen heel spoedig, met sterke mannen die je naar huis zullen dragen." Zij stond met eenige moeite op uit haar knielende houding. Dat was nog het vreeselijksfe, hem naar huis te brengen naar Annira, haar het treurige bericht te moeten brengen. „Annira, schoonste maagd die woorden van Ossian vlogen haar door het hoofd, als op de verre muziek der fluiten. Dikwijls had zij haar zuster zoo genoemd en uit de verte geroepen, „Annira, schoonste maagd, waar zijt diens aanbod van 1 April om 'n confe rentie bijeen te roepen tusschen de bei de stakers-organisaties en de werkge vers, doen weten, dat zij aan zulk een conferentie niet deel kunnen nemen en hun bekende standpunt ten opzichte van bemiddeling met beslistheid handhaven. Zij verwijzen daarbij naar hun schrij ven aan den minister van 23 Maart, waarin zij, onder de opmerking, dat bij deze staking slechts in engeren zin van een loonconflict sprake is, verklaarden slechts aan de regeering zelf de ver antwoordelijkheid te willen overdragen voor een arbitrale beslissing en de ge volgen, welke daaruit in wijderen zin voor ons land zouden kunnen voort vloeien zoowel sociaal-economisch als commercieel, in zulk een geval zou den naar de meening der werkgevers echter ook de arbeidersorganisaties af stand moeten doen van hun vrijheid om uitsluitend naar eigen inzicht te han delen. In den brief van den minister waren zinsneden aangehaald uit de bereidver klaringen van de arbeidersorganisaties om in een gemeenschappelijke conferen tie een grondslag te zoeken voor de be ëindiging van het conflict. Deze verkla ringen voldoen natuurlijk niet aan de bovengenoemde door de werkgevers voor eventueele arbitrage gestelde eischen. Een nieuw stoomschip voor den Rotterdamschen Lloyd. Van de werf der Sun Shipbuilding Co. te Chester (Ver. Staten) is Zater dag te water gelaten het voor rekening van den Rotterdamschen Lloyd in aan bouw zijnde stoomschip „Saïatiga". De afmetingen van dit stoomschip zijn 435' X 576' X 38' met een laadver mogen van 11,600 tons, bij een water verplaatsing van ruim 16.000 tons. Het stoomschip „Salatiga" wordt be gin Mei opgeleverd, waarna het schip te New-York zal laden naar Ned.-lndië. De bedoeling is dat het stoomschip „Salatiga" wordt geplaatst in de Java- Pacific Lijn van Ned.-lndië naar San Francisco. De „Salatiga" zal worden gevoerd door kapitein H. M. L. Oudendijk. ZEEUWSCH GENOOTSCHAP DER WETENSCHAPPEN. In de gisterenavond, onder voorzit terschap van den heer mr. H. j. Dijck- meester gehouden vergadering van bo vengenoemd genootschap in zijn ge bouw te Middelburg, werd door den secretaris, den heer dr. K. Heeringa, het jaarverslag uitgebracht, die in zijn verslag o.a. herinnerde aan de overle den directeuren en leden en inzonder heid aan enkelen hunner enkele woor den wijdde. Betreffende den overleden directeur, jhr. mr. A. van Reigersberg Versluijs, het oudste lid van het Ge nootschap hij werd namelijk in 1864 reeds directeur en vooral als lid van de in 1874 opgerichte commissie tot het opsporen, het behoud en het bekend maken van de overblijfselen van kunst en oudheid in Zeeland, heeft hij veel belangrijk werk venicht. Dat een man van de capaciteiten als het overleden lid dr. J. C. Bolle, in het Genootschap zoo weinig op den voorgrond getreden is, geeft wederom aanleiding om zijn pretentieuzen naam „Genootschap dei- Wetenschappen" kritiek te beschou wen. Spr. stelt de vraag of een reorga nisatie van de verschillende vereenigin- gen, die te Middelburg de wetenschap pen beoefenen ten eerste wenschelijk, gij En Annira placht dan te antwoor den, ook uit Ossian's werken, waaruit haar beider namen waren genomen, „Hier ben ik, Daura, de beminlijke Hoe gelukkig waren zij met elkaar geweest En deze dag had voor Nira de gelukkigste van alle moeten zijn. Hoe moest Daura haar roepen, haar zeggen, wat zij haar te zeggen had dat het geen trouwdag zou zijn, maar een dag van rouw Want zelfs als George spoedig herstelde, wat Daura hoopte, maar nauwelijks durfde denken (als zij nriiar zijn lijkbleek gelaat zag), was het toch bijna zeker, dat het hu welijk moest worden uitgesteld. Vól smart keerde zij zich om en wil de hem verlaten or.i hulp te halen maar juist toen zij daartoe den moed had verzameld, kwam een lange ge daante bij de bocht van den weg van achter de vooruitspringende rots te voorschijn. Het was een man in Schot- sche kleeding en sprekend gelijkend op de reusachtige gedaante van Hamar Mac Fignon. behalve, dat hij slanker jonger en niet .zoo lang was. Dankbaar herkende Daura hem en riep met haar heldere stem „Conal 1 Kom gauw Het w>5 de zoon van den fluitspeler, een jongeling van Daura's eigen leef tijd en haar zoogbroeder "want Lady Gorme was gestorven veertien dagen na de geboorte van haar tweede kind, en Karnar's sterke en knappe jonge vrouw had het kind verzorgd. Daura dacht, dat«er niemand was, wiens hulp zij liever had dan Conal want hij was ten tweede uitvoerbaar is. Waar spre ker meent, dat dr. Bolle, die anders buiten zijn eigenlijk vak genoeg voor de gemeenschap heeft gedaan, te wei nig voor de bevordering van het doel van het Genootschap heeft gedaan, doet hij een beroep op andere personen, die evenals dr. Bolle een ouden Zeeuwschen naam dragen en die niet door drukke bezigheden worden weerhouden om het Genootschap met kracht te steunen. Nog herinnerde spreker speciaal aan het verleden week overleden lid, jhr. mr. D. G. van Teijlingen, die van 1876 tot 1878 lid van het bestuur en van 1880 tot 1885 voorzitter van het Genoot schap was. Het aantal directrices en directeuren bedraagt thans 49 en het aantal leden 543, van wie 88 te Middelburg geves- ttigd zijn volgens het vorige jaarver slag waren die cijfers 42, 528 en 97. Herinnerd wordt in het verslag aan de buitengewone algemeene vergade ring op 9 Juli ter herdenking van het 150-jarig bestaan van het Genootschap. Het aantal betalende bezoekers van de verzamelingen van het Genootschap bedroeg in het afgeloopen jaar 3961. van wie 883 tot den werkenden stand behoorden, tegen onderscheidenlijk 30! I en 955. Dit bezoek heeft dat van alle voorafgaande jaren overtroffen. Ook niet-befalende bezoekers, d.w.z. de leden, waren talrijk. In het bijzonder dient vermeld, dat het museum werd bezichtigd door Z. K. H. den Prins der Nederlanden. Overgaande tot de bespreking van de verzamelingen van het Genootschap zegt de secretaris, dat hij in afwijking van zijn voorganger geen lijst der in gekomen werken zal geven, ómdat deze toch niet volledig kan zijn, voorname lijk door het samensmelten van de bi bliotheek van het Genootschap met de Provinciale Bibliotheek, en hij zich op het standpunt plaatst geen lijst of een volledige. Ook de handschriftenverzameling is voor het grootste deel ondergebracht in de Provinciale Bibliotheek en zij is dit jaar verrijkt met eenige handschrif- tenj die tot nu toe in het gemeentelijk archief van Middelburg waren opge nomen, maar daar minder op hun plaats waren. De afdeeling handschriften, die in het gebouw van het Genootschap zelf worden bewaard, is verrijkt met een Haze Bomme uit hei legaat van jhr. mr. Van Reijgersberg Versluijs. De leeskamer is dezen winter gedu rende een paar dagen per week ver warmd geweest. Dat het bezoek daar door aanmerkelijk toegenomen is, is niet gebleken. De conservator van de „Zelandia 11- lustrata", de heer dr. W. S. Unger, die verleden jaar als zoodanig optrad,juicht het toe, dat zijn voorganger, dr. K. Heeringa, begonnen is met een grondi ge reorganisatie der collectie en daar uit verwijderd de verschillende hand schriften, min of meer in verband staan de met de prenten en kaarten en die deels te voegen bij de overige manus cripten des Genootschaps, deels voor zoover zij nl. archiefstukken bleken te zijn, aan de depots hunner herkomst werden teruggegeven. De heer dr. Un ger zette dit werk voort en acht het werk tot reinigen der Zelandia van die bestanddeelen, die in een welgeorden- aen atlas eenmaal niet thuis behooren, voor uitbreiding vatbaar. Atet name de talrijke kerkbriefjes, lijsten van predi kanten, diakenen, magistraten enz., be hooren z.i.mede uit de verzameling te aan haar gehecht, en koesterde een ro mantische vereering voor Annira hij bezat een poëtische, droomerige natuur. Op haar roep kwam hij met groote sprongen aansnellen en in de bewegin gen van zijn ranke, 'lange gestalte was de bevalligheid van een hert, maar Daura was nu niet in een stemming dat op te merken. Zij liep hem tegemoet want zij wilde hem naar het kasteel zenden, daar hij alleen George toch niet den heuvel kon opdragen. Zij had geen oog voor zijn bevallige bewegingen, maar bemerkte, cjat zelfs voor hij kon raden, f at er gebeurd was, zijn _gelaat een zonderlinge uitdrukking van vrees vertoonde, alsof hij een o.lgeluk ver wachtte te zien. HOOFDSTUK III. „Er is een ongeluk gebeurd Meneer Conwav is bewusteloos geworden waren Daura's eerste, haastige woor den tot Conal Mac Fingon. Het bewegelijke gezicht van den jon gen man, met zijn wijduitstaande. grijze oogen verried elke aandoening. Daura, die zich eerst verlicht had gevoeld bij zijn komst, zag nu met bevreemding, dat de uitdrukking van vrees op zijn gezicht overging in een van genoegen. Het had Annira en haar zuster gea museerd, dat Conal op zijn boersche, dichterlijke wijze een beetje jaloersch op George was maar nu kwam haar dit niet langer vermakelijk voor. Ze vond het ongepast, dat Conal in plaats van bezorgd, blij scheen te zijn over Conway's „ongeluk". Maar er was geen rrjlrnw 11li» worden gelicht en met de overige ge drukte stukken des Genootschaps ter Provinciale Bibliotheek te worden be waard. Van meer belang echter was het be sluit, de kaarten uit de verzameling te lichten en deze afzonderlijk te bewaren, De geteekende kaarten werden aan het rijksarchief in Zeeland in bruikleen ge geven, terwijl de gedrukte op de Pro vinciale Bibliotheek werden onderge bracht. Naar de meening van dr. Unger had het de voorkeur verdiend de geheele collectie, hetzij aan het rijksarchief, het zij aan de Provinciale Bibliotheek in eigendom of bruikleen af te staan. De verzameling laat zich in vier af deelingen splitsen en wel 1. de kaarten, 2. de topografische prenten en teeke- ningen, 3. de historieprenten, 4. de por tretten. Dr. Unger stelt zich voor van deze afdeelingen catalogi te maken, al bindt hij zich daarbij niet aan den tijd. Wat het gebruik der Zelandia betreft, behalve de bezichtiging van het in de vitrines tentoongestelde door de bezoe kers van het museum, werd ook nog door enkele personen navraag gedaan naar speciale afbeeldingen, o.a. door het bestuur der vereeniging „Hendrik de Keijzer", in verband met het herstel van de „Steenrots". Blijkens het daar van gehouden register werd de verza meling door aankoop en schenking met 33 nummers verrijkt. De secretaris noemt dr. Unger den rechten man op de rechte plaats en sluit zich bij hem aan waar hij dank brengt voor de steeds van den bibliothecaris van de Provinciale Bibliotheek onder vonden medewerking bij zijn arbeid. Het eonservatorschap van het kabi net van oud- en zeldzaamheden bleef vacant sedert het aan den heer J. A. Frederiks verleende ontslag. Dat de oudheidkundige commissie sedert 1895 niet vee! meer van zich deed hooren, verbindt de secretaris, voor zoover het den heer Federiks be treft, dit met 't feit, dat deze toen reeds nader getreden was tot den heer De Stuers, en dat hij als diens rechterhand voor de oude gebouwen in Zeeland is werkzaam geweest. Van deze werk zaamheden, die het rijk grootendeels bekostigde, was een bureau in den Haag, niet een gewestelijk genootschap het middelpunt. Men moge zich over de resultaten verheugen, ofschoon het •voor den roem van- Zeeland beter ge weest was, wanneer de Zeeuwen het zelf hadden weten te klarej]. Spreker vindt in dit verband gelegen heid te wijzen op het groote nut dat hij verwacht van een rijksbemoeiing met het museumwezen, en het opent de mo gelijkheid van een klein corps geschool de museumbeheerders, zooals er nu reeds een klein corps archiefambtena ren bestaat. Spreker meent, dat hier één per soon, die zich daarvoor zou willen ge ven, een uitzicht geopend vindt, om voor Zeeland deze zaak reeds te rege len, waar hij zich niet zou moeten be palen tot de voorwerpen in het mu seum, maar zijn aandacht gevestigd houden op alles wat in Zeeland aan 't licht komt of zou kunnen komen. De zoogenaamde „Steenenkamer" werd verrijkt met een 12-tal fragmenten van steenen voorwerpen, waaronder een zeer mooi exemplaar van een met bladeren en druivenlrossen versierden „baardman", zoogenaamd Frechensch aardewerk. Eigenaardig zijn vervolgens een paar deksels van pannen van grijs aardewerk, met vingerindrukseis ver- tijd voor beschuldigingen. „Loop terug zoo hard als je kuni", beval zij, „en haai iemand. Maar zorg er voor geen opschudding te weeg te brengen Mijn zuster moet het nog niet weten, Conal. Ik zal je zeggen, wat het beste is. Ga' regelrecht naar kapitein Mac Rimmon en zeg hem, wat er ge beurd is. Spreek er tegen niemand an ders over. Hij zal nog wel in zijn kamer zijn, denk ik. Breng hepi mee. Haast je AAet je beiden kan je meneer Conway wel dragen en dan.zal ik vooruitloo- pen en het hek en de deur van het plein opendoen. Misschien kunnen we hem ongezien in zijn kamer brengen. Dan kan je den dokter gaan halen." „Heel goed", antwoordde Conal, minder op den toon van een onderhoo- rige, dan wel op dien van den zoog broeder en dichter, zich bewust van zijne waarde en talenten. „Als ik den kapitein vind, zullen we binnen een kwartier terug zijn." Hij sprak haast zonder boersch accent want hij was jaren weggeweest van Skye. „Goed zeide Daura. „Maar een oogenblik nog. Zocht je naar mij, toen je dezen kant uitkwam Had je me een slechte tijding te brengen Conal's gelaat betrok. „Neen, Myla- dy, dat niet." „Had je mij niets te zeggen „Er was niets dat ik u wilde zeggen." „Ga dan gauw (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1920 | | pagina 1