TOORI
IENDEi
njongen
LNER1
De Huwelijksdag
S1SJE
^"binnenland
MG EN
f«»20
DONDERDAG 8 APRIL.
ÏRWAGEN
anbledlngftn
sftaanvracjen,
omende
NGEN
jlENSTBODf
IENSTBODE
MEISJES
FEUILLETON'
che Maatschappij 1»
Stoomvaart
gag® 55*5*
=-«-»-» JS8e JaariffiFig
<a«WK^»WBlo^i^VP?^Sfl: 3®TOBOS«B8E3S3^*KrK«3
onale Crediet- en
van 15 April as.
der dan
l
Oenz ,de kleinste
gen
n. Na toezending
ner van het origi-
cht heeft op den
:0, 3 stuks f 3 40
f 19.—.
oedige dringend
gt fianco na ont-
ectenbank,
ting toegezonden.
VLISS1 (NCSCHE COURANT
en goed onderhouden
lanserve 48.
ADVERTENTIE-PRIJS
Van i_4 regels 1.— voor iedere
„rel meer 24 centbij abonnement spe-
riale prijzen. Reclames 48 cent per regel
Dienstaanbiedingen en dienstaanvragen
i5 regels 50 centiedere regel meer
12 cent, bij contante betaling.
Familieberichten van 1—6 regels: ƒ1.55,
iedere regel meer 24 cent.
ABONNEMENTS-PR1JS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal
cheren 2.per drie maanden. Franco
door liet geheele rijk 2.30. Week-abon-
nementen 15 cent. Afzonderlijke nummers
4 cent
spoedige
ng een
en sclirijf-
loede éetui'-
pjver en gedrag on-
aan te melden,
inder motto „Kan-
het bureau „Vlis-
urant".
tagd
len een
18 jaar. 1
Zeeuwsche Stoom-1
cherij en Ververij
EG".
en nette
JNING, Bellamyparli.
een nette
oentenwagen. Adres:
Zvvanenb.weg 5.
(oor heele of halve
1Mevt. LOUWERSÊ. I
Istraat 93 (boven.)
.oon naar bekwaam
Mej. HUIJBRECHTS,
55.
vraagd voor de TEA-
evard Evertsen
PECKENS, Badhuis-
Centrale Jeugdraad.
Bij Kon. besluit zijn verschillende be
palingen vastgesteld omtrent de instel
ling van een Centralen Jeugdraad en
(ie regeling van zijn samenstelling, wer
king en Bevoegdheid.
Wat de taak van dezen Jeugdraad
betreft, is bepaald dat de Centrale
Jeugdraad wordt ingesteld ter voorlich
ting en tot bijstand van de regeering
terzake van de ontwikkeling der jeug
dige personen van 13 tot 18 jaar, voor
zoover deze ontwikkeling buiten eigen-
tijk schoolonderwijs geschiedt door
I jeugdorganisaties en andere vereenigin-
gen en instellingen.
In het bijzonder adviseert o.a. ook c-le
Centrale Jeugdraad aan de regeering
omtrent de subsidieering van de orga
nisaties en instellingen op het gebied
der vrije jeugdvórming werkzaam.
De Centrale Jeugdraad is gevestigd
te 's-Gravenha/e en bestaat uit ten
minste 10 en ten hoogste 20 leden.
Voorts is bij Kon. besluit bepaald,
dat met ingang van den dag, waarop
de Jeugdraad zal worden geïnstalleerd
dan te ontbinden onder dankbetuiging
aan hare leden, het lid-secretaris en den
adjunct-secretaris van de belangrijke
door hen bewezen diensten de bij
Kon. besluit van i3 Juni 1917 ingestel
de staatscommissie, aan welke was op
gedragen een onderzoek in te stellen en
rapport uit te brengen omtrent hetgeen
'nier te lande reeds geschiedt in het be
lang van de ontwikkeling der jeugdige
personen, 'daaronder tc verstaan de
jongens en meisjes van 13 tot 18 jaar.
Hector Treub. f
i .Omtrent het overlijden van prol. Hee-
fotTveub wordt nog het volgende gê-
I meld
De Nederiandsche geneeskunde ver
liest in Hector Treub een van haar
voortreffelijkste mannen. In 1856 te
Voorschoten geboren, studeerde Treub
te Leiden en promoveerde er in 1878 tot
doctor in de geneeskunde. In 1879 werd
hij benoemd tot assistent bij de heel
kunde, waarop in 1887 zijn benoeming
tot hoogleeraar volgde.
Negen jaar bekleedde hij dit ambt,
tot hij in 1896 beroepen werd naar de
Amsterdamsche hoogeschool om daar
verloskunde en gynaecologie te docee-
ren. In die wetenschap heeft Treub zich
grooten naam verworven. .Min van
groote beteekenis, helder inzicht en
scherpe diagnose heeft 'nij met zijn we
tenschap in wijden kring zegenrijk ge
werkt. Hij deed dit met onvermoeide
toewijding, zijn wetenschap had zijn
Stooiste liefde en zijn patiënten waren
hem alles. Hoevele aan hem geluk, ge
zondheid en leven te danken hebben is
niet te zeggen. Bij velen zal liij in dank
bare herinnering dan ook blijven voort
leven.
Zeker, hij had zijn vijanden, met zijn
(Naar het Engelsch)
Door M. HELLEMA.
een.
ie 18 jaar, als VVIN-
UW in een nctie
ren no. 820, Bureau
ant".
Mlddelbu'8
otterdam.
f.W
(lil
7
e n
R
v, ritss.
(111.
Lis.
(.11. H'
7
12 mr
7
7»
12 uur
Kn te bekomen,
nN.V. Transport^
ern.v.h.ErvenaVO
ïrgB. EENHOORN
vanoosterhM'
it: Gebrs. BUIT-
5)
De auto, die toch zeker wel de schuld
van dit ongeluk droeg als het een
«geluk mocht worden genoemd
'as reeds lang uit het gezicht verdwe
en om een bocht van den weg, waar
fee steil naar het kasteel liep. Het
meisje twijfelde er aan, of de beide
"Linnen hen aan den kant van den weg
""dden opgemerkt. Zeker hadden zij
""der het rijden niet omgekeken en
konden daarom ook niet weten, wat er
Rebeurd was. Op hen viel niet te hopen.
'I zouden niet terugkeeren.
Daura's gedachten richtten zich vol
'"edelijden op Annira. Haar trouwdag
j was nog gelukkig. De waarschu-
plng was dus toch waar De Verloven
"luitspeler ging door de holen en
'Peelde zijn feeënwijsje, als een onge-
'uk het huis bedreigde.
Had zij George toch maar overge
haald met haar naar huis te keeren, ter-
-tond nadat Hamar was weggegaan,
liiu zo". onverklaarbare en vreest-
kin t. uEt z'in S<*eurd. Uit de verte
onk Hamar's muziek, gedragen door
n wind, die uit de zee opstak, in
vat- °°ren> alsof ze een boodschap be-
tr 'jyHet scheen haar toe, dat Hamar
entte de toovermuziek van den Ver-
impulsief kara"kter is dit begrijpelijk,
maar diezelfde impulsiviteit, die hem er
toebracht bij den wereldoorlog op on
gemeen scherpe wijze partij te kiezen
voor de geallieerden, deed hem in de
bres springen tegen het onrecht.
Treub was niet enkel medicus, al
was hij dit ook, ook blijkens zijn ge
schriften, van hart en ziel, neen niets
wat menschelijk was, was hem vreemd.
Voor de maatschappelijke vraagstuk
ken gevoelde hij groote belangstelling
en als hij zijn stem deed hooren, dan
klonk de stem var, een man van over
tuiging, die zonder aanzien des per-
snons zijn meening uitsprak. In de
Maatschappij voor Geneeskunst was hij
een der drijvende krachten en van zijn
liefde voor de kunst heeft hij herhaal
delijk blijk gegeven.
Öns land verliest in Treub een "groot
geneesheer,maar ook een braaf mensch.
Uitvoer van varkensvleesch.
De minister van landbouw heeft u!'
overweging dat het wenschelijk is, dat
de Nederiandsche varkensfokkerij spoe
dig weder haar vroegere uitbreiding
herkrijgt, en dat het Nederiandsche var
kensvleesch hetzij verscli, hetzij gezou
ten, weder op de buitenlandsche
markten wordt gebracht, ter algemeene
kennis gebracht, dat het in zijn voor
nemen ligt eerlang weder gelegenheid
tot uitvoer van varkensvleesch te ge
ren, zoodra de grootte van den var
kensstapel zulks mogelijk zal maken.
Het Algemeen Ned. Werkliedenverbond
Het Algemeen Nederiandsch Werk
liedenverbond heeft gedurende de
Paaschdagen te Amsterdam zijn 49ste
algemeene vergadering gehouden.
In zijn openingswoord deed de voor
zitter, de heer D. Meufenberg, uitkomen
dat het verbond in het afgeloopen jaar
een rifle tal afdeelingen had gesticht,
trots het feit, dat men met vele vooral
financieele moeilijkheden had te kam
pen. Spreker beschouwde de stichting
van nieuwe afdeelingen als een stap in
de goede richting. Hij drong aan op
zakelijke bespreking der te behandelen
punten, waaronder er waren, die voor
het Verbond een nieuw levensvraagstuk
beteekenden.
Het eerst werd behandeld de vraag,
gesteld door het Centraal Bestuur, wel
ken weg het Verbond thans heeft te
bewandelen, nu de fusie met den vrij-
zinnfgrdemocratischen bond is verbro
ken. Het slot van een langdurige en
levendige gedachten wisse! i rug was, dat
men besioot de oude richting te blijven
volgen, die der vrijzinnig-democraten.
Een voorstel der afdeeling Harlingen
0111 centraliseering in het verbgnd te
brengen en een voorstel om het een-
ïraal bestuur op te dragen geen gele
genheid te laten voorbijgaan, om te
getuigen voor den eisch der invoering
van het zuivere staatspensioen voor
aile ouden van dagen, werden eveneens
aangenomen.
In- de vergadering van Tweede
Paaschdag werd met bijna algemeene
stemmen hesloten over te gaan tot het
oprichten van een werkloozen- en
strijdkas, terwijl een door de afdeeling
Haarlem ingediend voorstel, om er bij
de regeering op aar, te dringen ten
spoedigste over te gaan tot algeheele
Staats-exploitatie der kolenmijnen,
eveneens werd aangenomen.
De werkgevers weigeren arbitrage.
Bij schrijven van 6 April hebben de
Scheepvaartvereenigingen Noord en
Zuid aan den minister van arbeid op
loren Fluitspeler na te bootsen. Dat
was een slecht teeken Het was wreed
van Hamar dat te doen
George's pet was afgevallen maar
zijn haar dat mooie, bronskleurige
haar was zelfs niet in de war geraakt,
maar was even glanzig en goed gebor
steld als altijd. Dit deed Daura ontroe
ren. Tranen welden in hare oogen op,
maar vielen niet neer. Elk spoor van
kleur was uit zijn gelaat verdwenen. Hij
zag er nu niet slechts bleek, maar lijk
bleek, grijsbleek uit, meer op steen dan
op marmer gelijkend. De uitdrukking
van ontsteltenis dje er eerst op lag, had
nu plaats gemaakt voor kalmte.
„Help Help riep Daura telkens
weer maar niemand kwam, en wan
hopig vlijde zij zijn hoofd zacht neer
op het vochtige gras.
„Ik moet gaan", zeide zij, tot hem
sprekend, alsof haar stem toch tot zijn
bewuwstzijn zou doordringen. „O het
is vreeselijk je te verlaten maar dat
is het eenige middel. Maar wees gerust,
ik zal spoedig terug komen heel
spoedig, met sterke mannen die je naar
huis zullen dragen."
Zij stond met eenige moeite op uit
haar knielende houding. Dat was nog
het vreeselijksfe, hem naar huis te
brengen naar Annira, haar het treurige
bericht te moeten brengen.
„Annira, schoonste maagd die
woorden van Ossian vlogen haar door
het hoofd, als op de verre muziek der
fluiten. Dikwijls had zij haar zuster zoo
genoemd en uit de verte geroepen,
„Annira, schoonste maagd, waar zijt
diens aanbod van 1 April om 'n confe
rentie bijeen te roepen tusschen de bei
de stakers-organisaties en de werkge
vers, doen weten, dat zij aan zulk een
conferentie niet deel kunnen nemen en
hun bekende standpunt ten opzichte van
bemiddeling met beslistheid handhaven.
Zij verwijzen daarbij naar hun schrij
ven aan den minister van 23 Maart,
waarin zij, onder de opmerking, dat bij
deze staking slechts in engeren zin van
een loonconflict sprake is, verklaarden
slechts aan de regeering zelf de ver
antwoordelijkheid te willen overdragen
voor een arbitrale beslissing en de ge
volgen, welke daaruit in wijderen zin
voor ons land zouden kunnen voort
vloeien zoowel sociaal-economisch
als commercieel, in zulk een geval zou
den naar de meening der werkgevers
echter ook de arbeidersorganisaties af
stand moeten doen van hun vrijheid om
uitsluitend naar eigen inzicht te han
delen.
In den brief van den minister waren
zinsneden aangehaald uit de bereidver
klaringen van de arbeidersorganisaties
om in een gemeenschappelijke conferen
tie een grondslag te zoeken voor de be
ëindiging van het conflict. Deze verkla
ringen voldoen natuurlijk niet aan de
bovengenoemde door de werkgevers
voor eventueele arbitrage gestelde
eischen.
Een nieuw stoomschip voor den
Rotterdamschen Lloyd.
Van de werf der Sun Shipbuilding
Co. te Chester (Ver. Staten) is Zater
dag te water gelaten het voor rekening
van den Rotterdamschen Lloyd in aan
bouw zijnde stoomschip „Saïatiga".
De afmetingen van dit stoomschip
zijn 435' X 576' X 38' met een laadver
mogen van 11,600 tons, bij een water
verplaatsing van ruim 16.000 tons.
Het stoomschip „Salatiga" wordt be
gin Mei opgeleverd, waarna het schip
te New-York zal laden naar Ned.-lndië.
De bedoeling is dat het stoomschip
„Salatiga" wordt geplaatst in de Java-
Pacific Lijn van Ned.-lndië naar San
Francisco.
De „Salatiga" zal worden gevoerd
door kapitein H. M. L. Oudendijk.
ZEEUWSCH GENOOTSCHAP DER
WETENSCHAPPEN.
In de gisterenavond, onder voorzit
terschap van den heer mr. H. j. Dijck-
meester gehouden vergadering van bo
vengenoemd genootschap in zijn ge
bouw te Middelburg, werd door den
secretaris, den heer dr. K. Heeringa, het
jaarverslag uitgebracht, die in zijn
verslag o.a. herinnerde aan de overle
den directeuren en leden en inzonder
heid aan enkelen hunner enkele woor
den wijdde. Betreffende den overleden
directeur, jhr. mr. A. van Reigersberg
Versluijs, het oudste lid van het Ge
nootschap hij werd namelijk in 1864
reeds directeur en vooral als lid van
de in 1874 opgerichte commissie tot het
opsporen, het behoud en het bekend
maken van de overblijfselen van kunst
en oudheid in Zeeland, heeft hij veel
belangrijk werk venicht. Dat een man
van de capaciteiten als het overleden
lid dr. J. C. Bolle, in het Genootschap
zoo weinig op den voorgrond getreden
is, geeft wederom aanleiding om zijn
pretentieuzen naam „Genootschap dei-
Wetenschappen" kritiek te beschou
wen. Spr. stelt de vraag of een reorga
nisatie van de verschillende vereenigin-
gen, die te Middelburg de wetenschap
pen beoefenen ten eerste wenschelijk,
gij En Annira placht dan te antwoor
den, ook uit Ossian's werken, waaruit
haar beider namen waren genomen,
„Hier ben ik, Daura, de beminlijke
Hoe gelukkig waren zij met elkaar
geweest En deze dag had voor Nira
de gelukkigste van alle moeten zijn.
Hoe moest Daura haar roepen, haar
zeggen, wat zij haar te zeggen had
dat het geen trouwdag zou zijn, maar
een dag van rouw Want zelfs als
George spoedig herstelde, wat Daura
hoopte, maar nauwelijks durfde denken
(als zij nriiar zijn lijkbleek gelaat zag),
was het toch bijna zeker, dat het hu
welijk moest worden uitgesteld.
Vól smart keerde zij zich om en wil
de hem verlaten or.i hulp te halen
maar juist toen zij daartoe den moed
had verzameld, kwam een lange ge
daante bij de bocht van den weg van
achter de vooruitspringende rots te
voorschijn. Het was een man in Schot-
sche kleeding en sprekend gelijkend op
de reusachtige gedaante van Hamar
Mac Fignon. behalve, dat hij slanker
jonger en niet .zoo lang was. Dankbaar
herkende Daura hem en riep met haar
heldere stem
„Conal 1 Kom gauw
Het w>5 de zoon van den fluitspeler,
een jongeling van Daura's eigen leef
tijd en haar zoogbroeder "want Lady
Gorme was gestorven veertien dagen
na de geboorte van haar tweede kind,
en Karnar's sterke en knappe jonge
vrouw had het kind verzorgd. Daura
dacht, dat«er niemand was, wiens hulp
zij liever had dan Conal want hij was
ten tweede uitvoerbaar is. Waar spre
ker meent, dat dr. Bolle, die anders
buiten zijn eigenlijk vak genoeg voor
de gemeenschap heeft gedaan, te wei
nig voor de bevordering van het doel
van het Genootschap heeft gedaan, doet
hij een beroep op andere personen, die
evenals dr. Bolle een ouden Zeeuwschen
naam dragen en die niet door drukke
bezigheden worden weerhouden om het
Genootschap met kracht te steunen.
Nog herinnerde spreker speciaal aan
het verleden week overleden lid, jhr.
mr. D. G. van Teijlingen, die van 1876
tot 1878 lid van het bestuur en van 1880
tot 1885 voorzitter van het Genoot
schap was.
Het aantal directrices en directeuren
bedraagt thans 49 en het aantal leden
543, van wie 88 te Middelburg geves-
ttigd zijn volgens het vorige jaarver
slag waren die cijfers 42, 528 en 97.
Herinnerd wordt in het verslag aan
de buitengewone algemeene vergade
ring op 9 Juli ter herdenking van het
150-jarig bestaan van het Genootschap.
Het aantal betalende bezoekers van
de verzamelingen van het Genootschap
bedroeg in het afgeloopen jaar 3961.
van wie 883 tot den werkenden stand
behoorden, tegen onderscheidenlijk
30! I en 955. Dit bezoek heeft dat van
alle voorafgaande jaren overtroffen.
Ook niet-befalende bezoekers, d.w.z. de
leden, waren talrijk. In het bijzonder
dient vermeld, dat het museum werd
bezichtigd door Z. K. H. den Prins der
Nederlanden.
Overgaande tot de bespreking van de
verzamelingen van het Genootschap
zegt de secretaris, dat hij in afwijking
van zijn voorganger geen lijst der in
gekomen werken zal geven, ómdat deze
toch niet volledig kan zijn, voorname
lijk door het samensmelten van de bi
bliotheek van het Genootschap met de
Provinciale Bibliotheek, en hij zich op
het standpunt plaatst geen lijst of een
volledige.
Ook de handschriftenverzameling is
voor het grootste deel ondergebracht
in de Provinciale Bibliotheek en zij is
dit jaar verrijkt met eenige handschrif-
tenj die tot nu toe in het gemeentelijk
archief van Middelburg waren opge
nomen, maar daar minder op hun plaats
waren.
De afdeeling handschriften, die in
het gebouw van het Genootschap zelf
worden bewaard, is verrijkt met een
Haze Bomme uit hei legaat van jhr. mr.
Van Reijgersberg Versluijs.
De leeskamer is dezen winter gedu
rende een paar dagen per week ver
warmd geweest. Dat het bezoek daar
door aanmerkelijk toegenomen is, is
niet gebleken.
De conservator van de „Zelandia 11-
lustrata", de heer dr. W. S. Unger, die
verleden jaar als zoodanig optrad,juicht
het toe, dat zijn voorganger, dr. K.
Heeringa, begonnen is met een grondi
ge reorganisatie der collectie en daar
uit verwijderd de verschillende hand
schriften, min of meer in verband staan
de met de prenten en kaarten en die
deels te voegen bij de overige manus
cripten des Genootschaps, deels voor
zoover zij nl. archiefstukken bleken te
zijn, aan de depots hunner herkomst
werden teruggegeven. De heer dr. Un
ger zette dit werk voort en acht het
werk tot reinigen der Zelandia van die
bestanddeelen, die in een welgeorden-
aen atlas eenmaal niet thuis behooren,
voor uitbreiding vatbaar. Atet name de
talrijke kerkbriefjes, lijsten van predi
kanten, diakenen, magistraten enz., be
hooren z.i.mede uit de verzameling te
aan haar gehecht, en koesterde een ro
mantische vereering voor Annira hij
bezat een poëtische, droomerige natuur.
Op haar roep kwam hij met groote
sprongen aansnellen en in de bewegin
gen van zijn ranke, 'lange gestalte was
de bevalligheid van een hert, maar
Daura was nu niet in een stemming dat
op te merken. Zij liep hem tegemoet
want zij wilde hem naar het kasteel
zenden, daar hij alleen George toch niet
den heuvel kon opdragen. Zij had geen
oog voor zijn bevallige bewegingen,
maar bemerkte, cjat zelfs voor hij kon
raden, f at er gebeurd was, zijn _gelaat
een zonderlinge uitdrukking van vrees
vertoonde, alsof hij een o.lgeluk ver
wachtte te zien.
HOOFDSTUK III.
„Er is een ongeluk gebeurd Meneer
Conwav is bewusteloos geworden
waren Daura's eerste, haastige woor
den tot Conal Mac Fingon.
Het bewegelijke gezicht van den jon
gen man, met zijn wijduitstaande. grijze
oogen verried elke aandoening. Daura,
die zich eerst verlicht had gevoeld bij
zijn komst, zag nu met bevreemding,
dat de uitdrukking van vrees op zijn
gezicht overging in een van genoegen.
Het had Annira en haar zuster gea
museerd, dat Conal op zijn boersche,
dichterlijke wijze een beetje jaloersch
op George was maar nu kwam haar
dit niet langer vermakelijk voor. Ze
vond het ongepast, dat Conal in plaats
van bezorgd, blij scheen te zijn over
Conway's „ongeluk". Maar er was geen
rrjlrnw 11li»
worden gelicht en met de overige ge
drukte stukken des Genootschaps ter
Provinciale Bibliotheek te worden be
waard.
Van meer belang echter was het be
sluit, de kaarten uit de verzameling te
lichten en deze afzonderlijk te bewaren,
De geteekende kaarten werden aan het
rijksarchief in Zeeland in bruikleen ge
geven, terwijl de gedrukte op de Pro
vinciale Bibliotheek werden onderge
bracht.
Naar de meening van dr. Unger had
het de voorkeur verdiend de geheele
collectie, hetzij aan het rijksarchief, het
zij aan de Provinciale Bibliotheek in
eigendom of bruikleen af te staan.
De verzameling laat zich in vier af
deelingen splitsen en wel 1. de kaarten,
2. de topografische prenten en teeke-
ningen, 3. de historieprenten, 4. de por
tretten. Dr. Unger stelt zich voor van
deze afdeelingen catalogi te maken, al
bindt hij zich daarbij niet aan den tijd.
Wat het gebruik der Zelandia betreft,
behalve de bezichtiging van het in de
vitrines tentoongestelde door de bezoe
kers van het museum, werd ook nog
door enkele personen navraag gedaan
naar speciale afbeeldingen, o.a. door
het bestuur der vereeniging „Hendrik
de Keijzer", in verband met het herstel
van de „Steenrots". Blijkens het daar
van gehouden register werd de verza
meling door aankoop en schenking met
33 nummers verrijkt.
De secretaris noemt dr. Unger den
rechten man op de rechte plaats en sluit
zich bij hem aan waar hij dank brengt
voor de steeds van den bibliothecaris
van de Provinciale Bibliotheek onder
vonden medewerking bij zijn arbeid.
Het eonservatorschap van het kabi
net van oud- en zeldzaamheden bleef
vacant sedert het aan den heer J. A.
Frederiks verleende ontslag.
Dat de oudheidkundige commissie
sedert 1895 niet vee! meer van zich
deed hooren, verbindt de secretaris,
voor zoover het den heer Federiks be
treft, dit met 't feit, dat deze toen reeds
nader getreden was tot den heer De
Stuers, en dat hij als diens rechterhand
voor de oude gebouwen in Zeeland is
werkzaam geweest. Van deze werk
zaamheden, die het rijk grootendeels
bekostigde, was een bureau in den
Haag, niet een gewestelijk genootschap
het middelpunt. Men moge zich over
de resultaten verheugen, ofschoon het
•voor den roem van- Zeeland beter ge
weest was, wanneer de Zeeuwen het
zelf hadden weten te klarej].
Spreker vindt in dit verband gelegen
heid te wijzen op het groote nut dat hij
verwacht van een rijksbemoeiing met
het museumwezen, en het opent de mo
gelijkheid van een klein corps geschool
de museumbeheerders, zooals er nu
reeds een klein corps archiefambtena
ren bestaat.
Spreker meent, dat hier één per
soon, die zich daarvoor zou willen ge
ven, een uitzicht geopend vindt, om
voor Zeeland deze zaak reeds te rege
len, waar hij zich niet zou moeten be
palen tot de voorwerpen in het mu
seum, maar zijn aandacht gevestigd
houden op alles wat in Zeeland aan 't
licht komt of zou kunnen komen.
De zoogenaamde „Steenenkamer"
werd verrijkt met een 12-tal fragmenten
van steenen voorwerpen, waaronder
een zeer mooi exemplaar van een met
bladeren en druivenlrossen versierden
„baardman", zoogenaamd Frechensch
aardewerk. Eigenaardig zijn vervolgens
een paar deksels van pannen van grijs
aardewerk, met vingerindrukseis ver-
tijd voor beschuldigingen.
„Loop terug zoo hard als je kuni",
beval zij, „en haai iemand. Maar zorg
er voor geen opschudding te weeg te
brengen Mijn zuster moet het nog niet
weten, Conal. Ik zal je zeggen, wat het
beste is. Ga' regelrecht naar kapitein
Mac Rimmon en zeg hem, wat er ge
beurd is. Spreek er tegen niemand an
ders over. Hij zal nog wel in zijn kamer
zijn, denk ik. Breng hepi mee. Haast je
AAet je beiden kan je meneer Conway
wel dragen en dan.zal ik vooruitloo-
pen en het hek en de deur van het plein
opendoen. Misschien kunnen we hem
ongezien in zijn kamer brengen. Dan
kan je den dokter gaan halen."
„Heel goed", antwoordde Conal,
minder op den toon van een onderhoo-
rige, dan wel op dien van den zoog
broeder en dichter, zich bewust van
zijne waarde en talenten. „Als ik den
kapitein vind, zullen we binnen een
kwartier terug zijn." Hij sprak haast
zonder boersch accent want hij was
jaren weggeweest van Skye.
„Goed zeide Daura. „Maar een
oogenblik nog. Zocht je naar mij, toen
je dezen kant uitkwam Had je me een
slechte tijding te brengen
Conal's gelaat betrok. „Neen, Myla-
dy, dat niet."
„Had je mij niets te zeggen
„Er was niets dat ik u wilde
zeggen."
„Ga dan gauw
(Wordt vervolgd.)