Fa. BELQEROK VIN ROD; Woonhuizen en Kantoren. w ü®e dhugurgcuijg 1920 ZATERDAG 3 APRIL, GEMEENTEBESTUUR PAASCHOEZANG. BINNENLAND Stads- e« Provinclenieuws ï-WKvB wwiiiwwwww*»'» VUSS1NGSCHE COURANT csttBH*:. ;sV.vuvsnsauMSKSM WEGENS HET PAASCKFEEST ZAL MAANDAG 5 APRIL DE „VLISSING- SCHE COURANT" NIET VERSCHIJ- NEN. ADVERTENTIE-PRIJS: Van 14 regels 1.voor iedere regel meer 24 centbij abonnement spe ciale prijzen. Reclames 48 cent per regel Dienstaanbiedingen en dienstaanvragen van 1—5 regels 50 centiedere regel meer 12 cent, bij contante betaling. Familieberichten van 1—6 regels ƒ1.55, iedere regel meer 24 cent. ABONNEMENTS PRIJS Voor Vlissingen en gemeenten op Wal cheren 2.per drie maanden. Franco door het geheele rijk ƒ2.30. Week-abon- nementen 15 cent. Afzonderlijke nummers 4 cent. FONDS VOOR HET GEMEENTE ZIEKENHUIS. Ontvangen b ij dragen: Vorige opgave 15439.39 Saldo kas eener ontbonden ver- eeniging alhier 6.30 A. B.. te 's-Hertogenbosch 25. li en B., te Amsterdam 15. Totaal ƒ15485.69 ZOMERTIJD. De Burgemeester van Vlissingen brengt ter openbare kennis dat van 5 April 1920 af tot 27 September 1920 de wettelijke rijd met één. uur wordt vervroegd. De overgang geschiedt in dezer voege, dat, wanneer de middelbare zonnetijd van Amsterdam twee uur aanwijst in den nacht van 4 April op 5 April 1920, het wordt ge acht drie uur in den nacht te zijn. Mitsdien moeten alle klokken om 2 uur in den nacht van 4 April op 5 April 1920 (of wanneer men zich op 4 April 1920 des avonds ter ruste begeeft) een uur vooruit gezet worden. Vlissingen, 1 April 1920. De Burgemeester voornoemd, VAN WOELDEREN. UITREIKING BROODKAARTEN. Burg. en Weth. van Vlissingen bren gen ter algemeene kennis dat de brood kaarten voor de 34e broodkaartperiode zul len worden uitgereikt in het Distributiege bouw, WHheïminastraat. N.B. De broodkaarten worden uitge- mkt zonder aanvullingsbroodkaarten, wel ke afzonderlijk zullen verkrijgbaar zijn op 13, 14 en 15 April, voor hen, die deze voor de 33ste periode ook ontvangen hebben. Op Woensdag 7 April aan de domicilie- nummers no. 1 tot 150 van 8 tot 9 uur no. 151 tot 300 van 9 tot 10 uur no. 301 tot 450 van 10 tot 11 uur no. 451 tot 600 van 11 tot 12 uur no. 601 tot 750 van 2 tot 3 uur no. 751 tot 900 van 3 tot 4 uur no. 901 tot 1050 van 4 tot 5 uur no. 1051 tot 1200 van 5 tot 6 uur. Op Donderdag 8 Aprilno. 1201 tot 1350 van 8 tot 9 uur no. 1351 tot 1500 van 9 tot 10 uur no. 1501 tot 1650 van 10 tot 11 uur no. 1651 tot 1800 van 11 tot 12 uur no. 1801 tot 1950 van 2 tot 3 uur no. 1951 tot 2100 van 3 tot 4 uur no. 2101 tot 2250 van 4 tot 5 uur no. 2251 tot 2400 van 5 tot 6 uur. Op Vrijdag 9 April no. 2401 tot 2550 van 8 tot 9 uur no. 2551 tot 2700 van 9 tot 10 uur no. 2701 tot 2850 van 10 tot 11 uur no. 2851 tot 3000 van 11 tot 12 uur uo. 3001 tot 3150 van 2 tot 3 uur no. 3151 tot 3300 van 3 tot 4 uur no. 3301 tot 3450 van 4 tot 5- uur no. 3451 tot 3600 van 5 tot 6 uur Op Zaterdag 10 April no. 3601 tot 3750 van 8 tot 9 uur no. 3751 tot 3900 van 9 tot 10 uur no. 3901 tot 4050 van 10 tot 11 uur; no. 4051 tot 4200 van 11 tot 12 uur. Op Maandag 12 April no. 4201 tot 4350 van 8 tot 9 uur no. 4351 tot 4500 van 9 tot 10 uur no. 4501 tot 4650 van 10 tot 11 uurno. 4651 tot 4800 van 11 tot 12 uur uo. 4801 tot 4950 van 2 tot 3 uur no. 4951 tot 5100 van 3 tot 4 uur no. 5101 tot 5250 van 4 tot 5 uur 110. 5251 tot 5400 van 5 tot 6 uur. UITREIKING AANVULLINGS BROODKAARTEN. Op Dinsdag 13 April van 9 tot 12 uur no. 1—2000. Op Woensdag 14 April van 9 tot 12 uur no. 2001—4000. Op Donderdag 15 April van 9 tot 12.uur no. 4001 en hooger. Dat de broodkaarten uitsluitend op bo vengenoemde dagen verkrijgbaar zijn, en de broodkaarten welke niet op'tijd worden afgehaald eerst verkrijgbaar zijn óp Vrijdag 16 April a.s. Dat in het lokaal gelegenheid bestaat het aantal broodkaarten te controleeren, en dat op reclames welke ingebracht worden, na dat men het lokaal heeft verlaten, geen acht meer kan worden geslagen. Dat men verplicht is de domiciliekaart mede te brejigen. Dat men de Broodkaarten als gewoon Kan ontvangen, en men bruine kaarten te- pn witte kan omruilen en men verzocht wordt een enveloppe mede te brengen, orn aat de broodkaarten niet in enveloppen borden uitgereikt. Vlissingen, 3 April 1920. Burg. en Weth. voornoemd, VAN WOELDEREN. De Secretaris, F. BISSCHOP. PERSONEELE BELASTING, ondiging van het kohier der Personeele Belasting no. 6, dienst 1919. bekp ?1,rSemeester van Vlissingen maakt dat pp hedén bij hem ontvangen en aan den Rijksontvanger is gezonden het executoir verklaarde kohier wegens de Personeele Belasting no. 6, dienst 1919 de daarop voorkomende belastingschul digen worden uitgenoodigd om hunne aan slagen op den bepaalden tijd aan te zuive ren, ook ter voorkoming van vervolgingen dat de bezwaarschriften binnen zes we ken na heden behooren te worden inge diend, terwijl de aangiften ter bekoming van ontheffing, ingeval van verhuizing, moeten worden gedaan bij den directeur der directe belastingen, in wiens directie de aanslag is vastgesteld, binnen zes we ken, na het verlaten van het perceel. En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort, den 3en April 1920. De Burgemeester voornoemd, M. LAERNOES l.B HINDERWET. Kennisgeving. Burg. en Weth. van Vlissingen, gezien de artikelen 6 en 7 der Hinderwet, geven bij deze kennis, dat bij hen is ingekomen een verzoek van P. SAMAN, alhier, om vergunning tot het uitbreiden van zijne smederij, tevens koperslagerij, door plaat sing van een electro-motor van 1 P.K., in het perceel kadastraal bekend gemeente Vlissingen, sectie A no. 2184 aan de Ver- kuyl Quakkelaarstraat, alhier dat dit verzoek met de bijlagen, te be ginnen met Dinsdag den 6en April 1920 op de gemeente-secretarie, 3e afdeeling, ter visie zal gelegd worden en dat den veer tienden dag na dien, zijnde den 20en April 1920 ten Raadhuize, des namiddag^ ten 3 ure, gelegenheid zal gegeven worden om bezwaren tegen het uitbreiden dier inrich ting in te brengen, zullende zij, die niet overeenkomstig Art. 7 der Hinderwet voor het gemeentebestuur of een of meer zijner leden zijn verschenen, teneinde hunne be zwaren mondeling toe te lichten, niet tot beroep gerechtigd zijn, terwijl gedurende drie dagen vóór dat tijdstip, ter gemeente secretarie, 3e afdeeling, van de ter zake ingekomen schrifturen kennis kan geno men worden. Vlissingen, den 3en April 1920. Burg. en Weth. voornoemd, M. LAERNOES, L.B. De Secretaris, F. BISSCHOP. De vroege lente heeft zich heerlijk in gezet, het voorjaarsfeest der uit haren winterslaap ontwaakte natuur heeft aarde, lucht en wateren tot een her nieuwd jong leven-opgeroepen en het juicht alom rondom ons van een op staan, van een herboren worden. Nog mist de prille lentetijd het vaste en zekere kenmerk, dat het latere jaargetij meebrengt. De jeugd, ook in de natuur, is nog zoo ongestadig en de zonnedag van heden wordt wellicht morgen reeds door koude regenvlagen, ja wellicht nog door sneeuwbuien, op de vlucht ge dreven. „Roert Maart zijn staat", gelijk het ervaren woord het zegt, „April doet nog wat hij wil". En ongestadig zijn beide maanden als.om strijd. Maar niettemin juichen wij dankbaar, voor hetgeen reeds nu tot dankbaarheid stemt. Ziet, daar zijn er onder bns, die door de dagelijksche beslommeringen ■maar ai te zeer verleerd hebben, oog en hart open te houden voor wat er waarlijk om hen henen te genieten valt. Er zijn er, die het genot op wegen zoe ken, die hen allerminst voor het hoogere vatbaar doen blijven. Er zijn er, die zich te veel door de zorgen laten beïn vloeden en het geluk vergallen, dat er toch in ieders leven, zoo men het maar zoeken en vinden wil, ruimschoots voorhanden is. Aan die allen gaat zoo veel heerlijks onbegrepen en ongensten in hun leven voorbij, en zij staan aan het einde met dorre handen, leeg aan dierbare herinneringen. Zoovelen, die het waarlijke geluk óf niet óf ook te ver zoeken. En toch lag het zoo menigwerf vlak voor hunne voeten, zij hadden er maar de handen naar uit te strekken om het tot een dierbaar bezit te maken. Ze lieten het na om der wille van den een of anderen genot- of hebzucht, om te voldoen meestijds aan lagere drijf- veeren en begeerten. Maar dat zij, zoo levende, zich zelf in alle opzichten dat onthielden, wat het leven juist de hoog ste waarde verleent, vatbaar te zijn en [vatbaar te blijven voor de reine, hart en ziel verheffende gevoelens en ge waarwordingen, helaas, dat ging aan hun innerlijke bewustheid voorbij. Prijzen wij daarom allen gelukkig, die in dezen tijd van grooten socialen nood, van sombere vooruitzichten, van onontwarbare problemen, van vraag stukken moeilijker te overzien en op te lossen, dan welke de samenleving er nog ooit aan de orde heeft gesteld, prijzen wij gelukkig, die in de kleine en oogensehijnlijk onbeteekenende dingen des levens nog de weerspiegeling zien van zijn grootheid. Het is Paschen, de gansche Christen heid herdenkt het feest der Verrijzenis, waarvan de diepe beteekenis thans meer dan ooit aan de lijdende mensch- heid, aan de uit duizend wonden bloe dende maatschappij niet mag ontgaan. Hoe wacht ook zij op een weder-op- staan uit haar ten doode toe afgemar teld bestaan, op een herleving, na die lange, eindeloos lange jaren van ver woesting en van rouw. Het wachten echter nam nog geen einde, integendeel schijnt het in deze dagen opnieuw en duidelijker dan tevoren, dat aan een spoedig herstel van het wereldleed niet te denken valt Allerwege schrijnen de naweëen van den rampzaligen krijg nog diepe voren in het leven der volken en opnieuw zijn de jongste tijden getuigen geweest van liet laaien der menscheiijke hartstoch ten, van het uitbreken van woelingen en burgerkrijg. Het wroeten en wrijven in de lagen der maatschappij belet haar tot de zoo hoog noodige rust en kalmte weder te keeren. En toch is het alleen de orde en de rust, die de doodzieke wereld het noodige herstel kunnen bij brengen en is glke verstoring een schrede terug op den weg naar de ein- delijke verlossing der volken uit hunnen hoogsten nood. Aanzien wij slechts de feiten, dan is het begrijpelijk, hoe soms wanhoop ons bekruipen gaat, of nog ooit ,wel het uüi der verblijding zal slaan. Doch schouwen wij dieper in de verschijnselen dezes tijds, dan doemen nog andere perspectieven dan enkel sombere aan ons geestesoog op. Want dan moet het voor een ieder, die niet uitsluitend den blik gericht houdt op de zich aan de oppervlakte vertoonende verschijnselen der woelige maatschap pelijke baren, wei duidelijk worden, dat zich diep-in, verstoken in de ziel der volken, een eindeloos verlangen komt baanbreken naar rust en berusting, naar zoo mogelijk vergeten en zoo het kan vergeven, van veel leed en zonden. Wat we nu nog aanschouwen, dient als de stuiptrekkende, allengs afnemende reactie van al het' ondergane te wor den aangemerkt, dgn dat we er een voortleven van de door den krijg opge roepen kwade instinkten in kunnen zien. Er is een leed, dat neerslaat en vernie tigt, maar er is pen leed, dat lou tert en opheft. En, daaraan valt niet te twijfelen, het is dit laatste soort leed, hetwelk het groote volkengezin door leefde. Uit dit leed zal de samenleving, hoe ook nu nog bloedend en verscheurd, eenmaal gelouterd en herboren te voor schijn treden. Gaan wij met dit besef en in dit ge loof het Paaschfeest tegemoet. Dra is het Paasehmorgen, en luiden over ste den en landen de klokken haar vredig- noodend gezang. De maatschappelijke arbeid blijft een korte pooze onderbro ken en uren van ontspanning, van rust en vreugde worden ons toegemeten. Laat ons deze aanvaarden als een blij- makend en vredig stemmend geschenk, ons in deze tijden van schaars toebe deelde vreugde verleend. Uit de thans geboden ontspanning kunnen wij de krachten garen voor de inspanning, die ons weer spoedig wacht, voor den ar beid, dien elke nieuwe dag, van ons eischen komt. Wanneer straks het Paaschgezang zijn blijde tonen doet weergalmen, als daarbuiten de herlevende natuur haar juichend voorjaarslied verheft, -'laat dan ook in onze harten een vreugde toon weergalmen, een toon van blijmoe dige erkentelijkheid om al hetgeen waarvoor ons kleine land, in weerwil van zoovele rampen, waarvan de we reld getuige was, gespaard bleef. Nederland en België. De „Libre Belgique" verneemt uit Parijs, dat het geschil waarom de on- derteekening van het Belgisch-Neder- landsch verdrag is uitgesteld, de toe passing geldt van het economisch ver drag inzake het nieuwe Schel de-regime en wel in het bijzonder de quaestie van de Wielingen. Het blad betoogt dan, dat Nederland het volle souvereiniteitsrecht opeischt van het zeegat De Wielingen, op grond van oude historische precedenten. Deze, meent het blad, hebben echter thans geen waarde meer, omdat zij zijn in strijd met het moderne internationale recht. Tegen deze opvatting komt de Belgische regeering krachtig op, omdat de Hollandsche aanspraken ten gevolge hebben, dat Zeebrugge voor militaire operaties niet gebruikt zou kunnen worden. Want indien Hollands aan spraken werden erkend, zou er voor Zeebrugge. in oorlogstijd een neutrale waterweg bestaan, waarin mijnen zou den kunnen worden gelegd, zoodat de eenige maritieme oorlogsbasis, waar over België beschikt, niet over de noo dige bewegingsruimte zou beschikken en zelfs bezwaarlijk van zee uit bereikt zou kunnen worden. Een Engelsche vloot, die België te hulp zou komen, zott dus Zeebrugge niet veilig kunnen bereiken. Dit zou beteekenen, dat Bel- gië's verdediging langs de zee volko men Onmogelijk zou zijn ten bate van de Hollandsche scheepvaart en de Hol landsche neutraliteit en dat België in de praktijk geen gebruik zou kunnen ma ken van zijne rechten ais maritieme na tie. Het economisch verdrag nu voor ziet, dat de Schelde door de beide lan den zal worden gebruikt binnen de grenzen van elks souvereiniteits-rech- iten. Dit heeft aanleiding gegeven tot de vraag, tot hoever die rechten zich uit strekken. Moeilijkheid levert die vraag niet op, wijl Nederland de beide oevers bezit. Doch, gaat het blad voort, de Hol landers hebben de bedoeling juridisch de monding van de rivier, met opzijde- zetting van de kustrechten van België, door te trekken tof waar de vaargeul (de zeebodem, door de rivier uitge hold) zich verliest in open zee. Deze be doeling staat gelijk met aan den stroom de zeegebieden toe te voegen, die er heen leiden en waarvan de voornaam ste, de engte van Wielingen, zich uit strekt tusschen Zeebrugge en Oosten de. De kust van België zou zoodoende inplaats van zijn rechten te kunnen doen gelden op de geheele strook ter ritoriale wateren (3 mijlen), slechts over een gedeelte kunnen beschikken en, in stede van daarbuiten dan nog slechts de vrije zee te weten, zou het zich omringd zien door Nederlandsche wateren, die, neutraal blijvend in tijden van conflict, voor ons en onzq bondge- nooten een onoverkomelijke hinderpaal zou blijken. Een rechtstreeksch en duidelijk ver zoek om opheldering werd reeds eenige maanden geleden aan de Nederland sche regeering gedaan door de Belgi sche regeering, wie het, tenminste in deze aangelegenheid, niet aan 'waak zaamheid heeft ontbroken. Dit verzoek is totnogtoe nooit beant woord op bevredigende wijze, terwijl daarentegen de onderhandelingen over het economische en politieke verdrag tusschen België en Nederland werden voortgezet. Op het moment dat dit ver drag geteekend zou worden, was het geschil over dit voorname punt nog al tijd niet opgelost. Het vraagstuk bleef open. De ernst ervan had eenige leden van de' Belgische commissie van bui- lenlandsche zaken getroffen en de Bel gische regeering had hen geantwoord, dat zij in ieder geval vast besloten was de rechten van België te handhaven. Hoe heeft zij zich gedacht, deze vol doening op te stellen en te eischen 't Is ons nog niet mogelijk geweest het te weten te komen. In ieder geval moest de Raad van Veertien te Parijs onvermij delijk op de hoogte gebracht worden van het bestaan van dit verschilpunt. Dit is ook inderdaad geschied, toen de onderhandelaars van België en Ne derland verleden week voor den Raad verschenen. De Raad van Veertien trachtte nog de beide standpunten tot elkaar te brengen, maar tevergeefs. De Belgische afgevaardigden bleken on vermurwbaar. Daar van dat oogenblik af beide partijen vast op hun stand punt bleven staan, kon de onderteeke- ning van het Betgisch-Hoitandsche ver drag niet anders dan uitgesteld wor den. Een ernstige waarschuwing. Het is in den laafstën tijd voorgeko men, dat in ons land, in het bijzonder in gemeenten die aan de Duitschc grens gelegen zijn, handel gedreven wordt in oude militaire kieedingstukken van vreemde herkomst en dat deze op de publieke markt te koop worden aange boden. Aangezien het niet aan te nemen is, dat deza kieedingstukken ontsmet zijn, acht de Centrale Gezondheidsraad het noodig, met klem tegen het gebruik ervan ie waarschuwen. Zij zijn als ge vaarlijk te beschouwen, omdat zij voor het meerendeei onrein zullen zijn en ongedierte kunnen bevatten en daar door den drager en zijn omgeving kun nen besmetten. Vooral geldt dit voor vlektyphus, een ziekte die, gelijk be kend is, door luizen wordt overge bracht. Men zij dus op zijn hoede 1 De Grondwetsherziening. De Nederlandsche Unie voor Vrou- wenbelangen zond ondestaand tele gram aan den Minister van Binnenland- sche Zaken „Het Bestuur van de Nederlandsche Unie voor Vrouwenbelangen, gevestigd te Amsterdam, verzoekt Uwe Excellen tie dringend, om, nu zich daartoe de ge legenheid, door het overlijden van mr. Kappeijne van de Cappello. opendoet een vrouw als lid van de Staatscom missie voor de Grondwetsherziening te benoemen." MIDDELBURG. - COMPLETE MtUBlLEERING - VAN J ties. Het comité van Zeven bracht ver slag uit van den stand van zaken. De voorzitter van het comité memoreerde de in de laatste weken gevoerde actie en gaf een uitgebreid verslag van het onderhoud dat het comité Woensdag ochtend met den minister van water staat en den directeur-generaal had. De vergadering sprak zich met algemeene stemmen uit om alsnog onmiddellijk een audiëntie aan te vragen met den direc teur-generaal, teneinde nader diens be doeling te vernemen. Naar den uitslag van dit onderhoud zal worden bepaald op welke wijze de actie zal worden voortgezet. Wederom verhooging der briefport Men weet aan de „Maasbode" mede te deelen, dat door de regeering op nieuw wordt overwogen, voorstellen te doen tot verhooging van het briefport tarief, alsmede van andere posttarieven. RotterdamAntwerpen. Gedurende de maand Maart zijn te Antwerpen aangekomen 691 schepen, waarvan 581 stoomschepen en 110 zeil schepen, totaal 838.257 netto tons. Ver trokken zijn 490 schepen met lading en 203 in ballast. Wij laten hieronder een vergelijken den staat volgen van de havenbeweging van Rotterdam en Antwerpen 1920 schepen. N.ton. schepen. N.ton. Rotterdam Antwerpen lanuari 423 538.246 570 721.221 'Februari 296 432.972 613 698.236 Maart 155 237.934 691 838.257 Totaal 874 1.209.152 1874 2.257.714 De voor Antwerpen opgegeven cij fers der netto tonnenmaat zijn die vol gens Belgische berekening. Om deze gelijk, te maken met de iiis*.. gebruikelijke berekening, moeten deze cijfers met 15 pet. worden verminderd. Kermis of Volksfeest De gemeenteraad van Dordrecht be sloot tot het instellen eener commissie van vijf leden, tot het onderzoeken der vraag of een volksfeest ter vervanging van de afgeschafte kermis, door de burgerij gewenscht wordt, en zoo ja, op welke wijze dan een neutraal feest zou moeten worden georganiseerd. VLISSINGEN, 3 APRIL. Salarisactie personeel der posterijen en telegrafie. Donderdag vergaderden de besturen der samenwerkende postale organisa- AGENDA VAN HET DISTRIBUTIE BEDRIJF DINSDAG 6 APRIL De saikerdisfributie blijft. Op vragen van den heer Abr. Staal man betreffende handhaving der sui kerdistributie heeft minister Van IJssel- steijn geantwoord, dat hij voornemens is ook in het komende campagne-jaar een rantsoen suiker, overeenkomende met een verbruik van 0.25 K.G. per hoofd en per week, beneden den kosten- den prijs beschikbaar ie stellen en daar nevens de gelegenheid tot het verkrij gen van verdere hoeveelheden suiker tegen hoogeren prijs te handhaven. De prijs voor de gerantsoneerde sui ker zal worden bepaald op 70 cent per K.G. bij het vaststellen van dezen prijs is rekening gehouden met een eenigs- zins verhoogde winstmarge voor den tusschen- en kleinhandel. De prijs voor de niet gerantsoeneerde suiker zal gelijk zijn aan dien van de wereldmarkt, verminderd met een be drag, gelijkstaande met een in geval, van uitvoer door de N. U. M. te heffen gedeelte der overwinst, welk gedeelte hooger wordt al naar gelang de prijs van de wereldmarkt den kostprijs meer Overschrijdt. Deze kostprijs is dezerzijds geraamd op ƒ73 per 100 K.G. te zullen bedragen. Zou aan de bevolking suiker uitsluitend tegen kostenden prijs worden verstrekt, dan zou in den kleinhandel een, prijs van 0.82 a 0.84 per K.G. berekend worden bij levering tegen den prijs van de wereldmarkt zou de suiker ver moedelijk 1.10 a 1.20 moeten kosten. Aangezien tot dusver de gerantsoeneer de suiker slechts ƒ0.60 per K.G. gold, zou levering tegen den kostprijs of den prijs van de wereldmarkt neerkomen op een zeer aanzienlijke prijsstijging, die door onderscheidene groepen der be volking als te bezwarend zou worden gevoeld. Het is uit dezen hoofde, dat de minister besloten heeft, in het ko mende campagnejaar, bij wijze van overgang voor de gerantsoeneerde sui ker, een prijs vast te stellen, die onge veer net midden houdt van den tegen-

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1920 | | pagina 1