Fa. BELQEROK VIN ROD;
Woonhuizen en Kantoren.
w ü®e dhugurgcuijg
1920
ZATERDAG 3 APRIL,
GEMEENTEBESTUUR
PAASCHOEZANG.
BINNENLAND
Stads- e« Provinclenieuws
ï-WKvB wwiiiwwwww*»'»
VUSS1NGSCHE COURANT
csttBH*:. ;sV.vuvsnsauMSKSM
WEGENS HET PAASCKFEEST ZAL
MAANDAG 5 APRIL DE „VLISSING-
SCHE COURANT" NIET VERSCHIJ-
NEN.
ADVERTENTIE-PRIJS:
Van 14 regels 1.voor iedere
regel meer 24 centbij abonnement spe
ciale prijzen. Reclames 48 cent per regel
Dienstaanbiedingen en dienstaanvragen
van 1—5 regels 50 centiedere regel meer
12 cent, bij contante betaling.
Familieberichten van 1—6 regels ƒ1.55,
iedere regel meer 24 cent.
ABONNEMENTS PRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal
cheren 2.per drie maanden. Franco
door het geheele rijk ƒ2.30. Week-abon-
nementen 15 cent. Afzonderlijke nummers
4 cent.
FONDS VOOR HET GEMEENTE
ZIEKENHUIS.
Ontvangen b ij dragen:
Vorige opgave 15439.39
Saldo kas eener ontbonden ver-
eeniging alhier 6.30
A. B.. te 's-Hertogenbosch 25.
li en B., te Amsterdam 15.
Totaal ƒ15485.69
ZOMERTIJD.
De Burgemeester van Vlissingen brengt
ter openbare kennis dat van 5 April 1920
af tot 27 September 1920 de wettelijke
rijd met één. uur wordt vervroegd.
De overgang geschiedt in dezer voege,
dat, wanneer de middelbare zonnetijd van
Amsterdam twee uur aanwijst in den nacht
van 4 April op 5 April 1920, het wordt ge
acht drie uur in den nacht te zijn.
Mitsdien moeten alle klokken om 2 uur in
den nacht van 4 April op 5 April 1920 (of
wanneer men zich op 4 April 1920 des
avonds ter ruste begeeft) een uur vooruit
gezet worden.
Vlissingen, 1 April 1920.
De Burgemeester voornoemd,
VAN WOELDEREN.
UITREIKING BROODKAARTEN.
Burg. en Weth. van Vlissingen bren
gen ter algemeene kennis dat de brood
kaarten voor de 34e broodkaartperiode zul
len worden uitgereikt in het Distributiege
bouw, WHheïminastraat.
N.B. De broodkaarten worden uitge-
mkt zonder aanvullingsbroodkaarten, wel
ke afzonderlijk zullen verkrijgbaar zijn op
13, 14 en 15 April, voor hen, die deze voor
de 33ste periode ook ontvangen hebben.
Op Woensdag 7 April aan de domicilie-
nummers no. 1 tot 150 van 8 tot 9 uur
no. 151 tot 300 van 9 tot 10 uur no. 301
tot 450 van 10 tot 11 uur no. 451 tot 600
van 11 tot 12 uur no. 601 tot 750 van 2 tot
3 uur no. 751 tot 900 van 3 tot 4 uur
no. 901 tot 1050 van 4 tot 5 uur no. 1051
tot 1200 van 5 tot 6 uur.
Op Donderdag 8 Aprilno. 1201 tot 1350
van 8 tot 9 uur no. 1351 tot 1500 van 9
tot 10 uur no. 1501 tot 1650 van 10 tot 11
uur no. 1651 tot 1800 van 11 tot 12 uur
no. 1801 tot 1950 van 2 tot 3 uur no. 1951
tot 2100 van 3 tot 4 uur no. 2101 tot 2250
van 4 tot 5 uur no. 2251 tot 2400 van 5
tot 6 uur.
Op Vrijdag 9 April no. 2401 tot 2550
van 8 tot 9 uur no. 2551 tot 2700 van 9
tot 10 uur no. 2701 tot 2850 van 10 tot 11
uur no. 2851 tot 3000 van 11 tot 12 uur
uo. 3001 tot 3150 van 2 tot 3 uur no. 3151
tot 3300 van 3 tot 4 uur no. 3301 tot 3450
van 4 tot 5- uur no. 3451 tot 3600 van 5
tot 6 uur
Op Zaterdag 10 April no. 3601 tot 3750
van 8 tot 9 uur no. 3751 tot 3900 van 9
tot 10 uur no. 3901 tot 4050 van 10 tot 11
uur; no. 4051 tot 4200 van 11 tot 12 uur.
Op Maandag 12 April no. 4201 tot 4350
van 8 tot 9 uur no. 4351 tot 4500 van 9
tot 10 uur no. 4501 tot 4650 van 10 tot 11
uurno. 4651 tot 4800 van 11 tot 12 uur
uo. 4801 tot 4950 van 2 tot 3 uur no. 4951
tot 5100 van 3 tot 4 uur no. 5101 tot 5250
van 4 tot 5 uur 110. 5251 tot 5400 van 5
tot 6 uur.
UITREIKING AANVULLINGS
BROODKAARTEN.
Op Dinsdag 13 April van 9 tot 12 uur
no. 1—2000.
Op Woensdag 14 April van 9 tot 12 uur
no. 2001—4000.
Op Donderdag 15 April van 9 tot 12.uur
no. 4001 en hooger.
Dat de broodkaarten uitsluitend op bo
vengenoemde dagen verkrijgbaar zijn, en
de broodkaarten welke niet op'tijd worden
afgehaald eerst verkrijgbaar zijn óp Vrijdag
16 April a.s.
Dat in het lokaal gelegenheid bestaat het
aantal broodkaarten te controleeren, en dat
op reclames welke ingebracht worden, na
dat men het lokaal heeft verlaten, geen
acht meer kan worden geslagen.
Dat men verplicht is de domiciliekaart
mede te brejigen.
Dat men de Broodkaarten als gewoon
Kan ontvangen, en men bruine kaarten te-
pn witte kan omruilen en men verzocht
wordt een enveloppe mede te brengen, orn
aat de broodkaarten niet in enveloppen
borden uitgereikt.
Vlissingen, 3 April 1920.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN WOELDEREN.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
PERSONEELE BELASTING,
ondiging van het kohier der Personeele
Belasting no. 6, dienst 1919.
bekp ?1,rSemeester van Vlissingen maakt
dat pp hedén bij hem ontvangen
en aan den Rijksontvanger is gezonden het
executoir verklaarde kohier wegens de
Personeele Belasting no. 6, dienst 1919
de daarop voorkomende belastingschul
digen worden uitgenoodigd om hunne aan
slagen op den bepaalden tijd aan te zuive
ren, ook ter voorkoming van vervolgingen
dat de bezwaarschriften binnen zes we
ken na heden behooren te worden inge
diend, terwijl de aangiften ter bekoming
van ontheffing, ingeval van verhuizing,
moeten worden gedaan bij den directeur
der directe belastingen, in wiens directie
de aanslag is vastgesteld, binnen zes we
ken, na het verlaten van het perceel.
En is hiervan afkondiging geschied
waar het behoort, den 3en April 1920.
De Burgemeester voornoemd,
M. LAERNOES l.B
HINDERWET.
Kennisgeving.
Burg. en Weth. van Vlissingen, gezien
de artikelen 6 en 7 der Hinderwet, geven
bij deze kennis, dat bij hen is ingekomen
een verzoek van P. SAMAN, alhier, om
vergunning tot het uitbreiden van zijne
smederij, tevens koperslagerij, door plaat
sing van een electro-motor van 1 P.K., in
het perceel kadastraal bekend gemeente
Vlissingen, sectie A no. 2184 aan de Ver-
kuyl Quakkelaarstraat, alhier
dat dit verzoek met de bijlagen, te be
ginnen met Dinsdag den 6en April 1920 op
de gemeente-secretarie, 3e afdeeling, ter
visie zal gelegd worden en dat den veer
tienden dag na dien, zijnde den 20en April
1920 ten Raadhuize, des namiddag^ ten 3
ure, gelegenheid zal gegeven worden om
bezwaren tegen het uitbreiden dier inrich
ting in te brengen, zullende zij, die niet
overeenkomstig Art. 7 der Hinderwet voor
het gemeentebestuur of een of meer zijner
leden zijn verschenen, teneinde hunne be
zwaren mondeling toe te lichten, niet tot
beroep gerechtigd zijn, terwijl gedurende
drie dagen vóór dat tijdstip, ter gemeente
secretarie, 3e afdeeling, van de ter zake
ingekomen schrifturen kennis kan geno
men worden.
Vlissingen, den 3en April 1920.
Burg. en Weth. voornoemd,
M. LAERNOES, L.B.
De Secretaris,
F. BISSCHOP.
De vroege lente heeft zich heerlijk in
gezet, het voorjaarsfeest der uit haren
winterslaap ontwaakte natuur heeft
aarde, lucht en wateren tot een her
nieuwd jong leven-opgeroepen en het
juicht alom rondom ons van een op
staan, van een herboren worden. Nog
mist de prille lentetijd het vaste en
zekere kenmerk, dat het latere jaargetij
meebrengt. De jeugd, ook in de natuur,
is nog zoo ongestadig en de zonnedag
van heden wordt wellicht morgen reeds
door koude regenvlagen, ja wellicht
nog door sneeuwbuien, op de vlucht ge
dreven. „Roert Maart zijn staat", gelijk
het ervaren woord het zegt, „April
doet nog wat hij wil". En ongestadig
zijn beide maanden als.om strijd. Maar
niettemin juichen wij dankbaar, voor
hetgeen reeds nu tot dankbaarheid
stemt.
Ziet, daar zijn er onder bns, die
door de dagelijksche beslommeringen
■maar ai te zeer verleerd hebben, oog
en hart open te houden voor wat er
waarlijk om hen henen te genieten valt.
Er zijn er, die het genot op wegen zoe
ken, die hen allerminst voor het hoogere
vatbaar doen blijven. Er zijn er, die
zich te veel door de zorgen laten beïn
vloeden en het geluk vergallen, dat er
toch in ieders leven, zoo men het maar
zoeken en vinden wil, ruimschoots
voorhanden is. Aan die allen gaat zoo
veel heerlijks onbegrepen en ongensten
in hun leven voorbij, en zij staan aan
het einde met dorre handen, leeg aan
dierbare herinneringen. Zoovelen, die
het waarlijke geluk óf niet óf ook te ver
zoeken. En toch lag het zoo menigwerf
vlak voor hunne voeten, zij hadden er
maar de handen naar uit te strekken
om het tot een dierbaar bezit te maken.
Ze lieten het na om der wille van den
een of anderen genot- of hebzucht, om
te voldoen meestijds aan lagere drijf-
veeren en begeerten. Maar dat zij, zoo
levende, zich zelf in alle opzichten dat
onthielden, wat het leven juist de hoog
ste waarde verleent, vatbaar te zijn en
[vatbaar te blijven voor de reine, hart
en ziel verheffende gevoelens en ge
waarwordingen, helaas, dat ging aan
hun innerlijke bewustheid voorbij.
Prijzen wij daarom allen gelukkig,
die in dezen tijd van grooten socialen
nood, van sombere vooruitzichten, van
onontwarbare problemen, van vraag
stukken moeilijker te overzien en op te
lossen, dan welke de samenleving er
nog ooit aan de orde heeft gesteld,
prijzen wij gelukkig, die in de kleine en
oogensehijnlijk onbeteekenende dingen
des levens nog de weerspiegeling zien
van zijn grootheid.
Het is Paschen, de gansche Christen
heid herdenkt het feest der Verrijzenis,
waarvan de diepe beteekenis thans
meer dan ooit aan de lijdende mensch-
heid, aan de uit duizend wonden bloe
dende maatschappij niet mag ontgaan.
Hoe wacht ook zij op een weder-op-
staan uit haar ten doode toe afgemar
teld bestaan, op een herleving, na die
lange, eindeloos lange jaren van ver
woesting en van rouw. Het wachten
echter nam nog geen einde, integendeel
schijnt het in deze dagen opnieuw en
duidelijker dan tevoren, dat aan een
spoedig herstel van het wereldleed niet
te denken valt
Allerwege schrijnen de naweëen van
den rampzaligen krijg nog diepe voren
in het leven der volken en opnieuw zijn
de jongste tijden getuigen geweest van
liet laaien der menscheiijke hartstoch
ten, van het uitbreken van woelingen en
burgerkrijg. Het wroeten en wrijven in
de lagen der maatschappij belet haar
tot de zoo hoog noodige rust en kalmte
weder te keeren. En toch is het alleen
de orde en de rust, die de doodzieke
wereld het noodige herstel kunnen bij
brengen en is glke verstoring een
schrede terug op den weg naar de ein-
delijke verlossing der volken uit hunnen
hoogsten nood. Aanzien wij slechts de
feiten, dan is het begrijpelijk, hoe soms
wanhoop ons bekruipen gaat, of nog
ooit ,wel het uüi der verblijding zal
slaan. Doch schouwen wij dieper in de
verschijnselen dezes tijds, dan doemen
nog andere perspectieven dan enkel
sombere aan ons geestesoog op. Want
dan moet het voor een ieder, die niet
uitsluitend den blik gericht houdt op
de zich aan de oppervlakte vertoonende
verschijnselen der woelige maatschap
pelijke baren, wei duidelijk worden, dat
zich diep-in, verstoken in de ziel der
volken, een eindeloos verlangen komt
baanbreken naar rust en berusting,
naar zoo mogelijk vergeten en zoo het
kan vergeven, van veel leed en zonden.
Wat we nu nog aanschouwen, dient als
de stuiptrekkende, allengs afnemende
reactie van al het' ondergane te wor
den aangemerkt, dgn dat we er een
voortleven van de door den krijg opge
roepen kwade instinkten in kunnen zien.
Er is een leed, dat neerslaat en vernie
tigt, maar er is pen leed, dat lou
tert en opheft. En, daaraan valt niet te
twijfelen, het is dit laatste soort leed,
hetwelk het groote volkengezin door
leefde. Uit dit leed zal de samenleving,
hoe ook nu nog bloedend en verscheurd,
eenmaal gelouterd en herboren te voor
schijn treden.
Gaan wij met dit besef en in dit ge
loof het Paaschfeest tegemoet. Dra is
het Paasehmorgen, en luiden over ste
den en landen de klokken haar vredig-
noodend gezang. De maatschappelijke
arbeid blijft een korte pooze onderbro
ken en uren van ontspanning, van rust
en vreugde worden ons toegemeten.
Laat ons deze aanvaarden als een blij-
makend en vredig stemmend geschenk,
ons in deze tijden van schaars toebe
deelde vreugde verleend. Uit de thans
geboden ontspanning kunnen wij de
krachten garen voor de inspanning, die
ons weer spoedig wacht, voor den ar
beid, dien elke nieuwe dag, van ons
eischen komt.
Wanneer straks het Paaschgezang
zijn blijde tonen doet weergalmen, als
daarbuiten de herlevende natuur haar
juichend voorjaarslied verheft, -'laat
dan ook in onze harten een vreugde
toon weergalmen, een toon van blijmoe
dige erkentelijkheid om al hetgeen
waarvoor ons kleine land, in weerwil
van zoovele rampen, waarvan de we
reld getuige was, gespaard bleef.
Nederland en België.
De „Libre Belgique" verneemt uit
Parijs, dat het geschil waarom de on-
derteekening van het Belgisch-Neder-
landsch verdrag is uitgesteld, de toe
passing geldt van het economisch ver
drag inzake het nieuwe Schel de-regime
en wel in het bijzonder de quaestie van
de Wielingen.
Het blad betoogt dan, dat Nederland
het volle souvereiniteitsrecht opeischt
van het zeegat De Wielingen, op grond
van oude historische precedenten. Deze,
meent het blad, hebben echter thans
geen waarde meer, omdat zij zijn in
strijd met het moderne internationale
recht. Tegen deze opvatting komt de
Belgische regeering krachtig op, omdat
de Hollandsche aanspraken ten gevolge
hebben, dat Zeebrugge voor militaire
operaties niet gebruikt zou kunnen
worden. Want indien Hollands aan
spraken werden erkend, zou er voor
Zeebrugge. in oorlogstijd een neutrale
waterweg bestaan, waarin mijnen zou
den kunnen worden gelegd, zoodat de
eenige maritieme oorlogsbasis, waar
over België beschikt, niet over de noo
dige bewegingsruimte zou beschikken
en zelfs bezwaarlijk van zee uit bereikt
zou kunnen worden. Een Engelsche
vloot, die België te hulp zou komen,
zott dus Zeebrugge niet veilig kunnen
bereiken. Dit zou beteekenen, dat Bel-
gië's verdediging langs de zee volko
men Onmogelijk zou zijn ten bate van
de Hollandsche scheepvaart en de Hol
landsche neutraliteit en dat België in de
praktijk geen gebruik zou kunnen ma
ken van zijne rechten ais maritieme na
tie. Het economisch verdrag nu voor
ziet, dat de Schelde door de beide lan
den zal worden gebruikt binnen de
grenzen van elks souvereiniteits-rech-
iten. Dit heeft aanleiding gegeven tot de
vraag, tot hoever die rechten zich uit
strekken. Moeilijkheid levert die vraag
niet op, wijl Nederland de beide oevers
bezit.
Doch, gaat het blad voort, de Hol
landers hebben de bedoeling juridisch
de monding van de rivier, met opzijde-
zetting van de kustrechten van België,
door te trekken tof waar de vaargeul
(de zeebodem, door de rivier uitge
hold) zich verliest in open zee. Deze be
doeling staat gelijk met aan den stroom
de zeegebieden toe te voegen, die er
heen leiden en waarvan de voornaam
ste, de engte van Wielingen, zich uit
strekt tusschen Zeebrugge en Oosten
de. De kust van België zou zoodoende
inplaats van zijn rechten te kunnen
doen gelden op de geheele strook ter
ritoriale wateren (3 mijlen), slechts
over een gedeelte kunnen beschikken
en, in stede van daarbuiten dan nog
slechts de vrije zee te weten, zou het
zich omringd zien door Nederlandsche
wateren, die, neutraal blijvend in tijden
van conflict, voor ons en onzq bondge-
nooten een onoverkomelijke hinderpaal
zou blijken.
Een rechtstreeksch en duidelijk ver
zoek om opheldering werd reeds eenige
maanden geleden aan de Nederland
sche regeering gedaan door de Belgi
sche regeering, wie het, tenminste in
deze aangelegenheid, niet aan 'waak
zaamheid heeft ontbroken.
Dit verzoek is totnogtoe nooit beant
woord op bevredigende wijze, terwijl
daarentegen de onderhandelingen over
het economische en politieke verdrag
tusschen België en Nederland werden
voortgezet. Op het moment dat dit ver
drag geteekend zou worden, was het
geschil over dit voorname punt nog al
tijd niet opgelost. Het vraagstuk bleef
open. De ernst ervan had eenige leden
van de' Belgische commissie van bui-
lenlandsche zaken getroffen en de Bel
gische regeering had hen geantwoord,
dat zij in ieder geval vast besloten was
de rechten van België te handhaven.
Hoe heeft zij zich gedacht, deze vol
doening op te stellen en te eischen 't Is
ons nog niet mogelijk geweest het te
weten te komen. In ieder geval moest de
Raad van Veertien te Parijs onvermij
delijk op de hoogte gebracht worden
van het bestaan van dit verschilpunt.
Dit is ook inderdaad geschied, toen de
onderhandelaars van België en Ne
derland verleden week voor den Raad
verschenen. De Raad van Veertien
trachtte nog de beide standpunten tot
elkaar te brengen, maar tevergeefs. De
Belgische afgevaardigden bleken on
vermurwbaar. Daar van dat oogenblik
af beide partijen vast op hun stand
punt bleven staan, kon de onderteeke-
ning van het Betgisch-Hoitandsche ver
drag niet anders dan uitgesteld wor
den.
Een ernstige waarschuwing.
Het is in den laafstën tijd voorgeko
men, dat in ons land, in het bijzonder
in gemeenten die aan de Duitschc grens
gelegen zijn, handel gedreven wordt in
oude militaire kieedingstukken van
vreemde herkomst en dat deze op de
publieke markt te koop worden aange
boden.
Aangezien het niet aan te nemen is,
dat deza kieedingstukken ontsmet zijn,
acht de Centrale Gezondheidsraad het
noodig, met klem tegen het gebruik
ervan ie waarschuwen. Zij zijn als ge
vaarlijk te beschouwen, omdat zij voor
het meerendeei onrein zullen zijn en
ongedierte kunnen bevatten en daar
door den drager en zijn omgeving kun
nen besmetten. Vooral geldt dit voor
vlektyphus, een ziekte die, gelijk be
kend is, door luizen wordt overge
bracht.
Men zij dus op zijn hoede 1
De Grondwetsherziening.
De Nederlandsche Unie voor Vrou-
wenbelangen zond ondestaand tele
gram aan den Minister van Binnenland-
sche Zaken
„Het Bestuur van de Nederlandsche
Unie voor Vrouwenbelangen, gevestigd
te Amsterdam, verzoekt Uwe Excellen
tie dringend, om, nu zich daartoe de ge
legenheid, door het overlijden van mr.
Kappeijne van de Cappello. opendoet
een vrouw als lid van de Staatscom
missie voor de Grondwetsherziening te
benoemen."
MIDDELBURG.
- COMPLETE MtUBlLEERING -
VAN J
ties. Het comité van Zeven bracht ver
slag uit van den stand van zaken. De
voorzitter van het comité memoreerde
de in de laatste weken gevoerde actie
en gaf een uitgebreid verslag van het
onderhoud dat het comité Woensdag
ochtend met den minister van water
staat en den directeur-generaal had. De
vergadering sprak zich met algemeene
stemmen uit om alsnog onmiddellijk een
audiëntie aan te vragen met den direc
teur-generaal, teneinde nader diens be
doeling te vernemen. Naar den uitslag
van dit onderhoud zal worden bepaald
op welke wijze de actie zal worden
voortgezet.
Wederom verhooging der briefport
Men weet aan de „Maasbode" mede
te deelen, dat door de regeering op
nieuw wordt overwogen, voorstellen te
doen tot verhooging van het briefport
tarief, alsmede van andere posttarieven.
RotterdamAntwerpen.
Gedurende de maand Maart zijn te
Antwerpen aangekomen 691 schepen,
waarvan 581 stoomschepen en 110 zeil
schepen, totaal 838.257 netto tons. Ver
trokken zijn 490 schepen met lading en
203 in ballast.
Wij laten hieronder een vergelijken
den staat volgen van de havenbeweging
van Rotterdam en Antwerpen
1920 schepen. N.ton. schepen. N.ton.
Rotterdam Antwerpen
lanuari 423 538.246 570 721.221
'Februari 296 432.972 613 698.236
Maart 155 237.934 691 838.257
Totaal 874 1.209.152 1874 2.257.714
De voor Antwerpen opgegeven cij
fers der netto tonnenmaat zijn die vol
gens Belgische berekening.
Om deze gelijk, te maken met de iiis*..
gebruikelijke berekening, moeten deze
cijfers met 15 pet. worden verminderd.
Kermis of Volksfeest
De gemeenteraad van Dordrecht be
sloot tot het instellen eener commissie
van vijf leden, tot het onderzoeken der
vraag of een volksfeest ter vervanging
van de afgeschafte kermis, door de
burgerij gewenscht wordt, en zoo ja,
op welke wijze dan een neutraal feest
zou moeten worden georganiseerd.
VLISSINGEN, 3 APRIL.
Salarisactie personeel der posterijen en
telegrafie.
Donderdag vergaderden de besturen
der samenwerkende postale organisa-
AGENDA VAN HET DISTRIBUTIE
BEDRIJF
DINSDAG 6 APRIL
De saikerdisfributie blijft.
Op vragen van den heer Abr. Staal
man betreffende handhaving der sui
kerdistributie heeft minister Van IJssel-
steijn geantwoord, dat hij voornemens
is ook in het komende campagne-jaar
een rantsoen suiker, overeenkomende
met een verbruik van 0.25 K.G. per
hoofd en per week, beneden den kosten-
den prijs beschikbaar ie stellen en daar
nevens de gelegenheid tot het verkrij
gen van verdere hoeveelheden suiker
tegen hoogeren prijs te handhaven.
De prijs voor de gerantsoneerde sui
ker zal worden bepaald op 70 cent per
K.G. bij het vaststellen van dezen prijs
is rekening gehouden met een eenigs-
zins verhoogde winstmarge voor den
tusschen- en kleinhandel.
De prijs voor de niet gerantsoeneerde
suiker zal gelijk zijn aan dien van de
wereldmarkt, verminderd met een be
drag, gelijkstaande met een in geval,
van uitvoer door de N. U. M. te heffen
gedeelte der overwinst, welk gedeelte
hooger wordt al naar gelang de prijs
van de wereldmarkt den kostprijs meer
Overschrijdt.
Deze kostprijs is dezerzijds geraamd
op ƒ73 per 100 K.G. te zullen bedragen.
Zou aan de bevolking suiker uitsluitend
tegen kostenden prijs worden verstrekt,
dan zou in den kleinhandel een, prijs
van 0.82 a 0.84 per K.G. berekend
worden bij levering tegen den prijs
van de wereldmarkt zou de suiker ver
moedelijk 1.10 a 1.20 moeten kosten.
Aangezien tot dusver de gerantsoeneer
de suiker slechts ƒ0.60 per K.G. gold,
zou levering tegen den kostprijs of den
prijs van de wereldmarkt neerkomen op
een zeer aanzienlijke prijsstijging, die
door onderscheidene groepen der be
volking als te bezwarend zou worden
gevoeld. Het is uit dezen hoofde, dat
de minister besloten heeft, in het ko
mende campagnejaar, bij wijze van
overgang voor de gerantsoeneerde sui
ker, een prijs vast te stellen, die onge
veer net midden houdt van den tegen-