I.D.
ilvoorHuidziekten
WOENSDAG 34 MAART
Gemeentebestuur
IMMER OVER ZICH
on
Maatschappij van
ivairt
binnenland
43H&© Jaarjg&iig
geneesmiddel
dag, D. D D.
iijk veriichlirg
genezing bij
Zeere beenen,
ïuk en Bran-
beeten, en bij
;n Huiduitslag,
r!asis en alle
ia gebruik van
del begint de
'ds de eerste
leze reinigende
vloeistof bren-
g aan en doen
ijnen.
'an dit nieuwe
schuilt daarin,
ingt in de huid,
eistof en alleen
kan werkelijk
5n doordringen.
:en eenvoudig
■eparaat, dat df|
n de huid doodt
oor tot in de
water in een
ie ziektekiemen
en geneest de
ke dranken om
rerkcn niets uit,
rette zalven aan
ir deze slechts
stoppen en het
inde verergeren,
gt daarentegen
spoelt ze als
toon. Hebt ge
jeukende huid
iet, maar begin
net het gebrui-
D Vraag even-
D. D. zeep er.
3. D. Brochure,
roefflesch f0.75;
ooteflesch, (in
zooveel en dus
ger) f2.15 Ver-
ille apothekers
Waar niet ver
de men zich tot
genwoordigers
eindersma, Den
g e n bijARM
pe'straat; H. J.
Walstraat 59
HEUVEL, Wal-
ROELSE, Schel
Eff
FENHANDEL
iUWERIJ
de Putter
2 N G O E S.
tenhouwerij.
ng tot het ver
en van
e afwerking.
prijzen.
leidingen worden
strekt
STRAAT 14-16
Postbus 11
ibevelend,
'AN RIET
Directeur.
Middelburg
t e r d a m.
Yliss.
in
12 BUI
KIM. jf.Bstl.
Y.ffi, Jiririf.I'i
7
2 aar
<-7 :\i:
bekomen:
LV. Transport er.
t.h. Erven O. VOS;
B. EENHOORN;
OOS TERHOUT
iGebrs. BUITEN-
VL1SS1NGSCHE COURANT
ADVERTENTIE-PRIJS
v„n i4 regels: ff-I voor iedere
„pp] .„eer 24 centbij abonnement spe-
rlile prijzen. Reclames 48 cent per regel
Dienstaanbiedingen en dienstaanvragen
T,n j5 regels 50 centiedere regel meer
12 cent, bij contante betaling.
Familieberichten van 1—6 regels: ƒ1.55,
iedere regel meer 24 cent.
ABONNEMENTS PRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal
keren 2.per drie maanden. Franco
door liet geheele rijk ƒ2.30. Week-abon-
nementen 15 cent. Afzonderlijke nummers
4 cent.
VASTSTELLING KIEZERSLIJST.
Burg. en Weth. van Vlissingen maken
Sekend, dat de kiezerslijst dezer gemeente
ingevolge artikel 10 der Kieswet, voor het
jaar 1920/1921 op 22 Maart jl. door hen
is vastgesteld en van den Z3en Maart tot
en met den 21 en April op de Secretarie (2e
afdeeling) voor een ieder ter inzage is
neergelegd en tegen betaling der kosten,
in afschrift, en stemdistrictsgewijze, in uit
reksel, verkrijgbaar is gesteld. Verder
vestigen zij er de aandacht op, dat tot
en met den 15 April a.s. een ieder bevoegd
is bij het gemeentebestuur verbeteringen
van de kiezerslijst te vragen, op grond, dat
hij zelf of een ander in strijd met de wet,
daarop voorkomt, niet voorkomt of niet
behoorlijk voorkomt.
Vlissingen, 23 Maart 1920.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN WOELDEREN.
De Secretaris.
F. BISSCHOP.
ONVEiLiGHEID VAARWATER.
Schietoefeningen.
De Burgemeester van Vlissingen maakt
aan zeevarenden bekend, dat op 25 Maart
en zoo noodig op 26 Maart r an het fort
„Erfprins" (stelling Den Fielder) en op 23,
24 en 25 Maart a.s. in liet Holiandsch Diep
cn Volkerak, nabij liet fort in den Sabina-
Henricapolder, schietoefeningen zullen
worden gehouden.
De voor de veiligheid te nemen voor
zorgsmaatregelen liggen voor belangheb
benden ter Secretarie dezer gemeente ter
inzage.
Vlissingen, 23 Maart 1920.
De Burgemeester voornoemd,
VAN WOELDEREN.
heer Marehant vertrouwde, dat de Cen
trale Duurteraad zich door deskundi
gen zou laten bijstaan als het over
löon-kwesti'es gaat. Er zat z.i. dus geen
gevaar in om dit amendement te ver
werpen. Men voorkwam bovendien de
eenzijdigheid.
Het amendement werd verworpen
met 52 tegen 22 stemmen.
De eindstemming heeft Vrijdag
plaats.
kt., commandant van den marine lucht
vaart dienst F. A. van Heijst, kapitein-
vlieger bij de landmacht en H. Nieu-
wenhuis, luit. ter zee ie ld.
VOORSTELLEN AAN DEN
GEMEENTERAAD.
Nederland en België.
Havas-Reliter seinl uit Brussel d.d.
23 Maart
Naar aanleiding van het besluit van
den ministerraad om de Nederlandsch-
Belgische overeenkomst, zooals die bij
de onderhandelingen te Parijs is ont
worpen, te teekenen, zegt de „indépen-
dance Beige" het volgende
Onze gevolmachtigden, die het ver
drag teekenden, verklaren dat zij deze
overeenkomst als een begin beschou
wen, zich het recht voorbehoudende,
om de onderhandelingen voort te zet
ten ten einde nog die garanties te Ver
krijgen, welke ze steeds onmisbaar zui
len blijven "achten. Het verdrag toch
bevredigt hen niet, daar het België in
onzekerheid laat v.ërkeeren. Wanneer
de volkenbond zal in werking treden,
zullen wij dezen het gevaar uiteenzet
ten dat de toestand van België, gelijk
.we dien in Parijs hebben verklaard,
biedt voor den vrede van Europa.
Volgens de bladen is nfen in de cou
loirs der Kanier algemeen gunstig ge
stemd over de houding van de minis
ters, die tegen onderteekening van het
verdrag waren.
EERSTE KAMER.
In de gisterenavond gehouden ver-
I gadering van de Eerste Kamer waren
L ingekomen de geloofsbrieven van de
Inieuw-benoemde leden, mevrouw W..O.
I B. PothuisSmit en den heer B. H. C.
Stratra:
I Na beëediging van, de nieuwe leden
I wenschte de voorzitter beiden geluk
I mei hun benoeming hij richtte zich
I daarna in 'net bijzonder tot mevrouw
I Pothuis---Smit. Spreker zegt, dat het
I voor haar een eer en een v oorrecht is,
I als volksvertegenwoo'rdigster in de
I Eerste Kamer te" worden toegelaten. Dat
I mevrouw PothuisSmit de eerste
I vrouw is in de Eerste Kamer, is i#oor
li'em aanleiding een wensch te uiten. Hij
Iwenscht haar toe dat de tijd. weiken zij
I'm de Kamer, zoowe! als daar buiten in
Y* lands belang werkzaam zal zijn, rijpe
I vruchten zal dragen voor haar vruch-
Jten van tevredenheid en vruchten van
[zelfvoldoening. En hij hoopt vooral dat
[die vruchten ook in het belang van het
■ons allen zoo dierbaar vaderland zullen
■zijn.
(Van de gereserveerde tribune, waar
[verscheidene leden van de Haagsche
|soc.-dem. Vrouwenclub hadden plaats
[genomen, klonk eenig applaus.)
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Dinsdag.
Na afhandeling van een serie kleinere
Iwetsontwerpen kwam alweer dc Duur-
Itevet op de proppen. Al dadelijk wer-
l«'en twee, Vrijdag behandelde, arnen-
Pementen-Sannes' verworpen, nl. om te
bepalen, dat in iedere gemeente een
[fluurie-commissie zal worden ingesteld
|on een ander om de commissie niet
iooor Burg. en Weth. maar door den
l'Zïd te laten benoemen. Ook werd ver-
[worpen een amendement-Sannes, dat
J® gemeenten niet alle kosten zullen
I "ragen.
De laatste kwestie, cfic bij deze wet
■aan tie orde kwam, betrof de vraag of
I,e '°°nsbepaling onder deze wet be-
lokken zou kunnen worden. Uitdruk-
ujk wenschte de heer Sannes deze be-
■paling uit te sluiten. De loonsverhoo-
■Mngen waren volgens hem niet oorzaak
l'.ir! van t,e duurte en daarom
lilpr i °t niet aan de loonsbepaling on-
we' ,e brengen. Daartegenover
/e beer Smeenk er op, dat door
liHe ie'-'ng -.van sa,arisseu de wet op
lwnrri ^'ize ontdoken zou kunnen
Ide ad j 'leer van w'.inbergen meen-
l,/e wet een klasse-wetgeving
|.ian„p° als d't amendement werd
leven SS"' De Ileer de Geer daaren-
Ivas i u niets voor dit bezwaar. Hij
Tgec-n et amendement, omdat hij
IHii '^zekerheid wil scheppen.
l'i; vo°r d't amendement gelijk
I" heeft gestemd tegen artikel 3 De
De griffier der Tweede Kamer.
Gisterenmiddag is de griffier van de
Tweede Kamer, ntr. A. R. Arntzenius,
ter gelegenheid van zrjn 70en verjaar
dag, .in een huishoudelijke bijeenkomst
van ministers en Kamerleden, in een
j der zalen van het Tweede Kamerge
bouw gehuldigd.
De voorzitter van de Kamer, mr. D.
Fock, sprak den griffier in hartelijke
woorden toe, waarbij de tijdelijke voor
zitter van den ministerraad, jltr. mr.
'Ruys de Beerenbrouck, zich namens de
regeering aansloot, onder mededeeling,
dat het hem en den anderen ministers
een genoegen was geweest, om ntr.
Arntzenius aan H. A4. de Koningin voor
te dragen ter benoeming tot Staatsraad
in buitengewonen dienst.
Mr. Arntzenius dankte zichtbaar aan
gedaan voor de hem gebracht hulde.
De leden van de Tweede Kamer bo
den bij monde van den voorzitter aan
den heer Arntzenius ais blijvende her
innering twee bundels gravure's van de
j schilderijen van Rembrandt en eer.
bloemstuk aan.
Een ciraadlooze telefonische verbinding.
De firma Arnold Gillissen <S Co. heeft
van den minister van waterstaat toe
stemming gekregen om tusschen haar
kantoren te Amsterdam en Rotterdam
proeven te houden met draadlooze tele
fonie. De installaties zijn dezer dagen
gereed gekomen en de verbinding is
geheel naar wensch tot stand gekomen.
Gisterenmorgen stelde de firma Gillis
sen het „Hbl." in de* gelegenheid de
installatie te zien en even met Rotter
dam te spreken. Het toestel is zeer dui
delijk. Dit is de eerste draadlooze tele
fonische installatie te Amsterdam. Zij is
geleverd door de firma Huth fe Berlijn,
welke een nieuw systeem toepast, dat
scherper werkt, dan dat van Marconi en
Telefunken. Met de installatie is ook
heel duidelijk met Berlijn gesproken.
In zooverre werkt het systeem nog
onvolmaakt, dat de verbinding af en
toe wordt gestoord door de golven van
draadlooze telegrafiestations. Zoo
hoorden we plotseling Seheveningen 'ri
gesprek met Rotterdam verbreken. Naar
vc-rbelering wordt gestreefd.
De firma Gillissen heeft voorts een
draadloos ontvangstation voor telegra
fie met een raam-antenne ingericht. Met
deze installatie kan New-York worden
gehoord.
De ongevallen bij den marine-
vliegdienst.
Naar het Correspondentie-Bureau
verneemt, is thans de door den minis
ter van marine ad interim ingestelde
commissie samengesteld in zake iiet in
stellen van een onderzoek naar de oor
zaken der ongevallen, welke laatstelijk
bij den marine-luchtvaartdienst hebben
plaats gehad en om na te gaan welke
verbeteringen noodig worden geacht
om herhaling dier ongevallen te voor
komen.
Gelijk reeds gemeld is, staat de com
missie onder voorzitterschap van ir. A.
Kapteyn, vice-president van de Kón.
Vereeniging voor de Luchtvaart.
Verder hebben er als leden zitting in
prof. H. Zwaardemaker, hoogleeraar
in de physiologie aan de rijksuniversi
teit te Utrecht dr. E. B. Wolff, direc
teur van den rijksstudiedienst voor de
luchtvaart; D. Vreede, luit. ter zee Ie
Burg. en Weth. hebben nog de vol-
volgende voorstellen aan den gemeente
raad gedaan
In een overgelegd adres verzoekt het
bestuur der afdeeling Vlissingen van
den Algemeenen Bond van Politieper
soneel in Nederland
a. om uitbetaling aan het poiitie-per-
soneei van de gedurende het jaar 1919
door hen te veel verrichte uren dienst
b. een regeling té willen ontwerpen,
inhoudende, dat het politie-personeel
alhier bij het verrichten van overuren
een vergoeding zal :worden toegekend
boven zijn tegenwoordig salaris.
De adresseerende vereeniging spreekt
in het adres sub a ivan „door hen te
veel verrichte uren dienst" het had
aangepamer geklonken indien geschre
ven was „van de door hen verrichte
uren dienst boven den achturigen werk
tijd".
De in 1919 vervulde diensturen zijn
wel degelijk verricht volgens de be
staande regeling van den werktijd.
In de memorie van toelichting geeft
adressante toe; dat de invoering van
den achturigen werktijd gedurende 1919
moest afstuiten op „zeer vele onvoor
ziene omstandigheden, die zich alleen
bij de politie kunnen openbaren, t.w.
benoeming van nieuw personeel, .aan
schaffing van uniformlaken en bewa
pening en nieer factoren, die hun in
vloed hebben doen gelden."
Het poiitie-personeei is zich dus ge
heel bewust van de moeilijkheden, wel
ke de invoering van den' 8-uren dag bij
dezen tak van dienst verhinderden.
Nu met veel moeite en kosten de
burgemeester er in geslaagd is het per
soneel uit te breiden, zoodat de ver
korte werktijd dit jaar is ingevoerd,
gaat het toch niet aan om 'nog over
1919 aan de politie-beambten een uit-
keering in geld te doen, omdat over
dien tijd de bedoelde maatregel niet
verwezenlijkt kon vvofden.
Daar ons de billijkheid van het sub a
gedane verzoek ten eenenmale ontgaat,
stellen wij u voor daarop afwijzend te
beschikken.
Ofschoon wij geen voorstanders zijn
van regelingen waarbij aan „ambtena
ren" uitbetaling geschiedt voor „over
uren" omdat de verhouding van den
ambtenaar tot ae overheid niet op één
lijn is te stellen met de verhouding van
den werkman tot de overheid kun
nen wij ons wél neerleggen bij de op
vatting, dat evenals aan de werklieden
der gemeente ook aan de beambten bij
de politie overuren extra moeten wor
den uitbetaald.
S In verband hiermede hebben wij de
eer uwe vergadering de volgende rege
ling voor te stellen
„Voor overuren, waaronder worden
verstaan uren dienst buiten den roos
ter, wordt aan de beambten bij de ge-
meente-politie extra uitbetaald bij dag
25 7, bij nacht 50 .7 en op Zon- en
feestdagen 100 7 van het uurloon en
voor het gemis van een vrijen dag om
dienstredenen l/365e der jaarwedde.
Deze regeling wordt geacht in wer
king te zijn getreden 1 ianuari 1920."
Door de raadsleden F. L. Hensel, J.
E. C. Haast, L. P. van Oorschot en J.
de Meij is, onder intrekking van hun
voorstel dd. 29 Januari jl., een nieuw
voorsteI ingediend van den volgenden
inhoud
„Het is verboden in een voor het pu
bliek toegankelijke localiteit, waar
voor een vergunning voor den verkoop-
van sterken drank in het klein is ver
leend, sterken drank te verstrekken, toe
te dienen of in een voorwerp, dat min
der dan drie deciliter inhoud heeft, aan
wezig te hebben, vanaf den Zondag,
voorafgaande aan den derden Maandag
in Juli. tot den Maandag .volgende óp
voornoemden Maandag.
Dit verbod geldt niet voor localitei-
ten. waarvoor een vergunning voor den
verkoop in een logement alleen aan lo
geergasten is verleend.
Overtreding van het in het eerste lid
velmelde, wordt gestraft met hechtenis
van ten hoogste zes dagen of geldboete
van ten hoogste vijf en twintig gulden."
De strafrechterlijke sanctie van de
genoemde verbodsbepaling luidde oor
spronkelijk „Overtreding van het in
.het eerste lid vermelde wordt gestraft
met sluiting der zaak tot na afloop der
kermis". Door de voorstellers is zij als
boven reeds is aangegeven, gewijzigd
en in overeenstemming gebracht met
de gemeentewet.
Vooraf zij opgemerkt, dat het voor
stel spreekt van „een voor het publiek
toegankelijke localiteit, waarvooreen
vergunning voor den verkoop van ster
ken drank in het klein is verleend."
Er wordt derhalve geen onderscheid
gemaakt tusschen vergunningen voor
gebruik ter plaatse van verkoop (tap
pen) cn die voor gebruik elders dan ter
plaatse van verkoop (slijten). De slij
ters vallen dus ook onder de regeling.
Op sociëteiten is het verbod niet van
toepassing, daar deze inrichtingen niet
„voor het publiek toegankelijk" zijn.
Ofschoon in 't voorstel wel een tijds
bepaling van het verbod is opgenomen
overeenkomende met die, waarop thans
de kermis wordt gehouden, zou toch
uitdrukkelijk moeten worden vastge
legd, dat het verbod geldt gedurende
de kermis of jaarmarkt.
In de eerste plaats rijst de vraag, of
de raad bevoegd is een dergelijke ver
ordening in- het leven te roepen.
Artikel 7 der Drankwet verklaart den
gemeenteraad competent onvermin
derd zijne bevoegdheid krachtens art.
135 der gemeentewet bij plaatselijke
verordening o.m. uren te bepalen, ge
durende welke voor het publiek toegan
kelijke localiteiten, waarvoor vergun
ning is verleend, gestoten moeten zijn,
met dien verstande, dat voor verschil
lende dagen verschillende uren kunnen
worden bepaald.
Genoemd artikel der Drankwet stelt
vóórop 's raaas wetgevende macht, ge
baseerd op artikel 135 der gemeente
wet. Dit heeft volgens de leer van den
Hoogen Raad ten doel om er tegen te
waken, dat over deze bevoegdheid twij
fel zou kunnen bestaan, niet om een be
voegdheid toe te kennen.
Tot voor korten tijd was men alge
meen van gevoelen, dat de raad alléén
bepalingen kon uitvaardigen omtrent
het sluiten van localiteiten.
De regeering heeft thans een ander
standpunt ingenomen. „Het komt er
hier slechts op aan schrijft de minis
ter van arbeid aan Ged. Staten van
Zuid-Holland of een eyentueele ver
ordening houdende verbod tot het
schenken van sterken drank een gebied
zou betreden, dat door de Drankwet
tot Rijkszaak is gestempeld. De beant
woording dezer laatste vraag hangt af
van het motief dat den wetgever heeft
geleid of hij beoogde de stof in haar
ganschen omvang te regelen, dan wel
van bepaalde zijden, daarbij vrijheid
latende aan den gemeentelijken wetge
ver, aanvullend op te treden ook bui
ten de bepaaldelijk bij de wet voor de
zen aangewezen terreinen. De aanhef
van artikel 7 wijst nu op liet laatste
..De gemeenteraad blijft, mits'zijn rege
ling niet met de rijksregeling in strijd
komt. bevoegd o.m op grond van-arti
kel 135 der Gemeentewet een tapverbod
uit te vaardigen voor bepaaldelijk aan
gewezen dager.. Strijd met de rijksrege
ling is niet te ontdekken, omdat het
verder gaande sluitingsverbod van art.
.der Drankwet ruimte Iaat voor een
minder ver gaand tapverbod."
Zoolang de minister de raadgever
der Kroon de bovenstaande meening
is toegedaan bestaat er o.i. geen kans,
dat verordeningen, het tapverbod rege
lende, op dien grond door de Koningin
zulien worden geschorst of vernietigd.
De rechter heeft ook de bevoegd
heid om 'n verordening, welke z.i. 't ge
bied betreedt van den rijkswetgever,
niet toe te. passen. De rechter is echter
wél bevoegd een verordening onver
bindbaar te verklaren, welke, naar zijn
oordeel, in strijd is met de Rijkswet.
In dat geval zouden later bij de toe
passing van een dergelijke verordening
overtredingen ongestraft blijven, het
geen niet bevorderlijk is aan een goede
handhaving van het recht en het g^zag
van den plaatselijken wetgever.
De bedoeling van de voorstellers is
om door het uitvaardigen van de ver
bodsbepaling gedurende de kermis het
misbruik van sterken drank tegen te
gaan, ten einde de „drank-ellende"
zooveel mogelijk te beperken.
Wij vragen ons af, of de voorstellers
met het gewensehfe „tapverbod" hun
doel zullen bereiken.
Onzes inziens moet deze vraag ont
kennend worden beantwoord.
De enkelen, die misbruik plegen te
maken van sterken drank, zullen in de
kermisdagen wel gelegenheid kunnen
vinden om zich van jenever te voorzien,
en nu zou, met het oog op deze weinige
menschen, gedurende de kermis aan al
ien, die zich afédan in deze gemeente
bevinden, ontzegd moeten worden op
welke wijze dan ook in een voor het
publiek toegankelijke localiteit sterken
drank te gebruiken
Men vergete daarbij niet, dat de ker-
misweek midden in het badseizoen valt,
een tijd, waarop zich hier vee! vreemde
lingen bevinden, voor wie ongetwijfeld
dergelijke maatregelen niet aangenaam
zijn.
Als badplaats is Vlissingen verplicht
daarmede rekening te houden.
Wij zijn dan ook van meening, dat
men met dergelijke dwangmaatregelen,
pis de voorstellers wenschen, niets be
reikt in het wezenlijk belang van de
mensehen.
De vermindering van het aicoholver-
bruik in de laatste tientallen van jaren
mag men o.i. toeschrijven aan de ver
betering van sociale toestanden, be
vordering van de sport, de meerdere
ontwikkeling van de menschheidy den
bloei van het vereenigingsieven en an
dere oorzaken.
Men trachte de menschen op te voeden
in het goede, maar niet door middel van
dwangmaatregelen, die tot verzet prik
kelen
Verder wenschen wij de vraag te stel
len is er thans aanleiding om de be
wuste bepalingen in het leven te roe
pen Allerminst. De kermis, welke het
vorig jaar is gehouden, heeft een or
delijk verloop gehad. Geen vechtpar
tijen of bekeuringen wegens dronken
schap hebben plaats gehad.
Men vergete niet, dat men luidruchti
ge jonge menschen, die op de kermis
pret maken, niet als dronken lui mag
qualificeeren.
Ten sjotte wenschen wij omtrent de
handhaving van een eventueel „tapver
bod" ons oordeel mede te deelen.
De wetgever moet bij het neerschrij
ven van elke ge- of verbodsbepaling
zich afvragen, of de zekerheid bestaat,
dat die bepaling kan worden gehand
haafd en welke gevolgen zij met zich
kan brengen.
Het gezag van den plaatselijken wet
gever eischt, dat zijn voorschriften
worden opgevolgd. Zeker, wanneer de
raad het „tapverbod" gedurende de
kermis uitvaardigt, zal de gemeente
politie hare uiterste best doen om dat
verbod te handhaven.
Maar men vrage zich tevens af, hoe
zulks mogelijk is met het thans aan
wezige aantal politie-beambten. Za!
daarbij de clandestiene verkoop van
sterken drank niet in de hand worden
gewerkt Wij zouden zulks terdege
vreezen.
Op grond van al het bovenstaande
moeten wij den raad ten sterkste ontra
den het voorstel van de heeren Hensel
c.s. aan te nemen.
Wij voegen hieraan 'toe, dat ook de
commissie voor de strafverordeningen
adviseert het voorstel niet aan te ne
men. Eén lid stelde er prijs op, dat bij
dit advies werd aangeteekend, dat hij
aan een tapverbod gedurende de kennis
weinig preventieve waarde, hecht, doch
dat hij zich niet verantwoord zou ach
ten indien hij zich tegen het voorstel
verklaarde, omdat hij dit voorstel be
schouwde als een stap in de richting
n de plaatselijke keuze.
sic
Van Gedep. Staten van Zeeland ont
vingen wij wederom de begrooting van
inkomsten en uitgaven voor 1920 terug.
Na eenige opmerkingen van meer on
dergeschikten aard noodigt genoemd
college ons uit uwe vergadering voor te
stellen, alsnog de door ons noodzakelijk
geachte wijzigingen in de begrooting
aan te brengen, waaraan wordt toe
gevoegd dat, indien niet voldoende ze
kerheid wordt gegeven, dat de hoofde
lijke omslag inderdaad het bedrag zal
opbrengen, waarop dit middel is ge
raamd, Gedep. Staten zich genoodzaakt
zullen zien hunne goedkeuring aan de
begrooting te onthouden, aangezien
alsdan de uitgaven niet voldoende ge
dekt zijn.
Naar aanleiding van het bovenstaan
de hebben wij de eer u voor te stellen
aan Gedep. Staten het volgende te
schrijven
„In antwoord op uw terzijde aange
haalde missive er. onder weder aanbie
ding van de begrooting van inkomsten
en uitgaven voor 1920 hebben wij de
eer u het volgende te berichten
Ofschoon wij de meening van uw
college niet kunnen deelen, dat de bij
het Rijk opgenomen gelden strekten tot
aflossing der tijdelijke crisisleeningen,
waarvoor afzonderlijke raadsbesluiten
waren genomen, welke de aflossing enz.
regelden, bestaat er bij ons geen over
wegend bezwaar den rentepost te wij
zigen.
Omtrent de in IS19 ontvangen subsi
die van het Kon. Nat. Steuncomité voor
den bouw der gemeente-woningen voor
91S deelen wij u mede, dat deze gelden
zijn verwerkt bij de wijziging der ge-
meentebegrooting voor genoemd dienst
jaar dd. 29 December 1919, welke de
goedkeuring van uw college verwierf.
Wat betreft de opmerking nopens de
raming van de distributiekosten en de
dekking daarvan door tijdelijke geld-
ieening, meenen wij te mogen verwijzen
naar onzen brief van 16 Februari jl.,
waarin wij ons standpunt dienaangaan
de uiteenzetten.
Wij wenschen hieraan nog. toe te voe
gen, dat wij gedurende den crisistijd
telken jare voor de crisisuitgaven heb
ben moeten ieenen. De uitgaven over
1914, 1915 en 1916 konden worden af
gelost door de le uitkeering uit de op
brengst der oorlogswinstbelasting.
Wij achten het rationeel, dat ook
voor de crisisuitgaven gedurende 1920
een tijdelijke leening worde gesloten.
Ofschoon deze uitgaven weliicht het
bedrag van f 30.000 niet zullen over
schrijden, kunnen wij thans geen vrij
heid vinden den post van den hoofde-
lij'ken omslag nog daarmede te ver-
hoogen.
Waar ten behoeve van de distribu
tie waarschijnlijk dit jaar voor het
laatst uitgaven zullen worden gedaan,
zou voor liet totaal der crisisuitgaven,
verminderd met de 2e uitkeering uit de
opbrengst der oorlogswinstbelasting,