WOENSDAG ÏO MAART. 3)oor eigen kracM. 1920 FEUILLETON U No* 59 gevraagd voor ge kir, d ill! 30 gulden. Brieven M B bur. „Vliss, 11 S C H E TRAM, ngenMiddelburg, lingen naar Mid-del- j}0*A, 5.40*A. 5.45*A |7.10, 7.500, 8.20' 110.30G, 11.10, 11.50G 1.10G, 1.50, 2.30G, 14.30, 5.10, 5.50, 6.30, 130. 9.10, 9.50, 10.30, Iclburg naar Vlissin- l0*A, 6.10*A, 6.13*A. 8.30G, 9.10, 9.50G 11.50 nni. 12.30G 2.30, 3.10G 3.50, 15.50, 6.30, 7.10, 7.50. 1.50, 10.30, 11,10C. Idag tot en met Vrij- I not. van de remise Ikmanstram. feijn wer-kmanstreinen pen op werkdagen. I en B vertrekken van rijden niet verder vervoeren goederen Irkdagen. fcemerkt met rijden len feestdagen. Imburg in de richting plrn. 15 minuten later |ngen. Vertrek Sou- richting Vlissingen linuten later als uit iDuur van den rif on- Inuten. Irdag, Zon- en feest- lentueele,drukte ver- tatieve extra-treinen li kan dus niet gere- 1) Van Vlissingen J2.10, 2.50, 3.30, 4.10, IlOC en 6.50C. lelburg 1.30, 2.10, 10, 4.50. 5.30 en 6.10. 1 StadStation. StadBellamypark i.15, 6.50, 7.30, 8.25, li 1.50R*, n.m. 12.10, 1.40, 3.20, 4.—, 4.50, 1.55, 7.50, 8.50, 9.40, ationStationsplein: f.25, 7.10, 7.50, 9.10, n.m. 12.05*, 12.30, 3.40, 4.30, 5.10, EO, 9,15; 10.15, 10.50, let rijden niet op pdagen. et rijden alléén op Itdagen. et R rijden van de re- fOMBOOTBlENST. vanaf 25 Januari. Ier k dagen, pgcn naar Breskens 11.50, n.m. 1.43a, ens naar Vlissingen 1.55, n.m. i2.20, 3.25, o n d a g e n. igen naar Breskens 30, n.m. 1.43a, 410. ns naar Vlissingen •■55, nm. 3.25, 4.40. aging van trein 1.33 t naar Breskens 15 'htcn. e 1 ij k s. ingen naar Neuzen ii. 1.43b. n naar Vlissingen n. 2.30. aging van trein 1.33 naar Neuzen 30 mi- n. en leggen de booten r een half uur na het Vlissingen of van uit Walcheren en ui' id bewesten het ka- via Viake-Hansweert hereiken, wanneer zij ken van den trein. uit Vlissingen oit ourg 9.05, Goes 9.42 de te Viake om 10.01 /a>n de treinen, ver uit Vlissingen 4.20, 4.33, Goes 5.12 en ■te Vlake 5.31. VLISSINGSCHE COURANT he hhtschappij w töomvsar! eh, Middelburg [otterdam. 1. üidil. ,r >.8i. sin 'r !2 Hit 1 i j_ 12 sar 1- - FONDS VOOR HET GEMEENTE ZIEKENHUIS. Ontvangen b ij dragen: Vorige opgaal ƒ11496.04 Oud-beambte ziekenhuis Mid delburg 1 C. M. B„ alhier 7.50 Totaal ƒ11504.54 TWEEDE KAMER. Vergadering van Dinsdag. Om haar werkzaamheden te regelen had de Kamer een uur noodig. Het slot was, dat het wetboek van strafvorde ring en de Lager Onderwijswet op de agenda werden geplaatst. Van de laat ste komt vóór Pasclien natuurlijk niets, hetgeen trouwens naar veler zin is. Na eenig gekibbel over den dag waarop de interpellatie-Marchant over de ha ven-staking zal gehouden worden, werd de beslissing daarover tot morgen aan gehouden. Verworpen werd nog een verzoek van den heer van Ravesteijn, om zijn interpellatie over de herstelling der verhouding met Rusland vóór Pa sclien te behandelen. -Waarschijnlijk is de interpellatie van mr. Marchant reeds Donderdag. De interpellatie-Koltiiek, .over de gestie van liet vet-bureau, was een her haling van het rapport der crisis-en quête-commissie. Een knoeiboel en een janboel is liet aan dit bureau geweest en liet -heeft duizenden en duizenden guldens gekost. Het gaat echter weer grootendeels buiten dezen minister om: hij heeft slechts de liquidatie geregeld. Overigens vergoelijkte hij veel, zelfs het willekeurig afboeken van tekorten, al wist men dat dit foutief was. De minis ter vond dit geen halsmisdaad. Het ont slag aan de drie personen, Ross, Ebell en van der Hoeven, waarover ook zoo veel te doen is geweest, was verleend op grond van het feit, dat deze lieeren dienst geweigerd hadden. De heer Kolthek diende twee moties in, één om afkeuring uit te spreken over de zwakke houding van de regeering en waarin straf voor de schuldigen werd gevraagd en één om het ontslag aan de drie personen in te trekken, door hun drie maanden salaris uit te keeren. Verschillende leden waren van Oor deel, dat de minister de zaken te veel vergoelijkte en dat werd hem o.a. door den lieer van Ravesteijn kwalijk geno men. Deze becijferde, dat wij steeds 20 cent per kilo vet te veel hebbeirbetaald, alleen als O.W. voor de vet-smelters. De lieer Kleerekoper vroeg, wat de mi nister nu gaat doen, nu hij het rapport heeft van de enquête-commissie. De ontslagen ambtenaren kunnen niet ach terhaald worden. Het eenlge wat de mi nister kan doen, Is herstel van onrecht voor hen, die benadeeld zijn. Hij ver klaarde zich bereid, op verzoek van den lieer Dresselhuijs, liet geval van de drie ontslagen ambtenaren nogeens te on derzoeken. Dit voorstel werd aangenomen, zffo- dat de zaak blijft Slangen. BINNENLAND De uitlevering van den ex-keizer. De Parijsehe correspondent van bet „Hbld." seint Ik meen te weten, dat de Conferentie -op de tweede nota van Nederland in de uitleveringskwesitie za! antwoorden met een nieuwe nota, waarin met klem zal worden aangedrongen dat Wilhelm niet zal toegestaan worden zoo dicht bij de Duitsche grens te blijven wonen, maar dat de ex-keizer zal moeten wor den overgebracht naar een der Neder- landsche koloniën. De tekst dezer nota, die weldra zal kunnen verzonden wor den, wordt gereedgemaakt. Eevenals den vorigen keer heeft ook nu Engeland de leiding bij dit ant woord. De correspondent van de Matin" te 's-Gravenhage verneemt uit.goede bron dat het antwoord van Nederland op de tweede nota der geallieerden inzake den ex-keizer een document is. dat eerst na een gewijzigde formuleering verzonden is. De oorspronkelijke tekst was veel meer afgemeten en beslister van toon. Hij is later gewijzigd door een officiee- len stap, door de vertegenwoordigers der Entente-regeeringen bij de regee ring in Den Haag en van den anderen kant door tusschenkomst van politieke mannen als mgr. Nolens, den leider van de Katholieke partij, die door de Ne- derlandsche regeering werd geraad pleegd, alvorens het antwoord verzon den werd. De „Petit Parisien" meent te weten, dat het zeer waarschijnlijk is, dat de geallieerden geen geschreven antwoord meer op de Nederlandsche nota zullen zenden. Duu rtebestrijding. De regeering heeft een erediet van 5 millioen gulden ter beschikking ge steld van de Coöperatieve Groothan- delsvefeeniging „De Handeiskamer" te Rotterdam met de bedoeling de duurte te bestrijden. Naar de directie van de „Handels- kamer" mededeelde, moet men dit erediet beschouwen ais een voorschot, dat de „Handelskamer" in staat zai stel len zich op een gebied te bewegen, dat nog niet door deze vereeniging betre den was. Behalve consumptie-artikelen zal men thans ook niet alleen ten be hoeve der leden, maar voor alle gega digden kieeren, manufacturen en schoe nen importeeren tegen de laagst moge lijke prijzen. Men hoopt, uat onder den invloed dezer lagere prijzen de winkeliers met een lagere winstmarge genoegen zullen nemen, ten einde met de „Handeiska mer" te concurreeren. De „Handelskamer" moet aan een groote reeks verplichtingen vo.'doen, ten einde het erediet te ontvangen. Tegen een tabaksbelasting. Door de Rotterdamsche Kamer van Arbeid is een adres aan den minister van financiën gericht, waarin de te leurstelling wordt uitgesproken, dat noch zij, noch eenige andere Kamer van Arbeid in Nederland, waaronder de tabaksindustrie ressorteert, werd ge kend of advies gevraagd inzake de -plannen tot heffing van belasting op tabak. Nu dit niet is geschied, sluit de Kamer zich geheel aan bij liet rapport uitgebracht door de minderheid der staatscommissie te dezer zake en be tuigt haar volle adhaesie aan het daar over aan den minister gezonden schrij ven van de Kamer van Arbeid voor de Tabaksindustrie te Kampen, alzoo het standpunt innemend, dat zij eiken vorm van belasting -op tabak onder den hui- digen toestand in de tabaskindustrie verwerpelijk .ariht en siechts in de uiterste noodzakelijkheid het heffen van invoerrechten op tabak en sigaren uitvoerbaar zou denken, als het minst n te bekomen: tN V Transpori en rn.v.h.Ervenó VOS; rg: B EFNHOORN, i'ANOnsrERHOUT; t: Gebrs. BUITEN- Romas van 0. ABT. Ook nu liep ze niet haastig, maar het was den achterblijvende, Alsof zich met eiken stap, dien zc- deed, werelddeelen tussehen hem en K&fhe Ei-tert schoven. Welnu dat had hij immers ook gewild.. .Hij keerde zich om en riep een ledige auto aan, die hem tegemoet kwam. Zoo snel mogelijk eerst nog naar Schóne- berg terug om den ontbrekenden hoo- gen hoed te halen. Er is een stadsbrief gekomen, toen meneer nog maar pas weg was, zei de oude huishoudster, toen hij de deur in kwam. Hij knikte, trad de kamer binnen, zag den bedoelden brief op de tafel liggen, en toen hij een blik op het adres wierp, deinsde hij even achteruit 't was van de hand van mevrouw von Röirritz: Wilde men hem nogmaals aan het gezellig theeuurtje herinneren, of had nten na rijpelijke overweging besloten hem maar af-te zeggen? Een glimlach Vertrok zijn gezicht en er kwam een hoosaardige glans in zijn oogen. Hij het zich niet meer afzeggen. hans, nu hij den prijs ervoor had be taald, stond hij op zijn recht. Hij scheurde het couvert stuk, begon lezen, maakte een beweging van ver 'bazing, las verder en lachte eensklaps inide ets schril. Neen.-.men schroef niet, dat men riem niet kon verwachten, integendeel Er kwam sier hts nog e<en kleinigheidje bij Koe h'ait oom jobst jnet zijn groote menschenkt nnis vroeger ook eens ge zegd Waar ze jttuwsgeüjken hoog stens voor vio! aanzien, als 't op geldiassien aankomt. Nu, tmevroitw von Röhritz zag hem voor vetijian om haar twaalf duizend mark te betalen binnen vierentwintig uur na heden. :Dnt was de prijs, waar voor freule Army te krijgen was. Mocht die nu eigenlijk laag heeten, of was de koopwaat het niet waard Hij nam den brief, dien hij op de tafel had geslingerd, weer ter hand. Bijzonder lang was hij niet. Wat ze te zeggen had, was kort en bondig ge zegd. Zeer geëerde heer Mullenhof Een opeenhooping van ongelukkige omstandigheden dwingt mij tot 'n stap, die mij zeer moeilijk valt en mij bijna onzinnig schijnt en waarin ik tóch'de i eenige kans zie om het vreeselijke af te wenden, dat anders niet kan uitblij ven. ik heb binnen vierentwintig uur na heden twaalf duizend mark noodig. Ik moet ze hebben, ik heb ze noodig, zoo als de niensch lucht noodig heeft om adem te halen, ik kan thans niet dui delijker worden, maar dat zou immers ook geen doel hebben. Natuurlijk heb ik wel bloedverwanten en goede vrien den, die gemakkelijk in. staat zouden beiemmerend voor de industrie en praetisch het meest economisch voor de sehatkist. De Vredeszegel. De minister van waterstaat heeft, zooals men weet, goedgevonden, dat tussehen 10 en 23 Maart aan de post kantoren de Vredeszegei wordt ver kocht (die echter niet de plaats van den gewonen frankeerzegel mag innemen) en waarvan de opbrengst zai dienen om de kathedraal van Reims te doen restau- reeren. Hij herinnerde er aan, dat het initiatief van dit plan is uitgegaan van prinses Marguerite van Denemarken, en het eere-comité voor Nederland bestaat uit de heeren van de Wetering, aarts bisschop van Utrecht, Charles Benoist, gezant van Frankrijk in Nederland, en O. Krag, gezant van Denemarken in Nederland, en dat het secretariaat wordt waargenomen door den heer H. de Sauvage Nolting, te Dordrecht. Waar onze belastingpenningen blijven. Naar aanleiding van wat het „Han delsblad" mededeelde omtrent het ge- val-Rink te Tiel, merkt men aan het blad van deskundige zijde op, dat se dert 1916, op aar.dfang van het mini sterie van financiën, als regel gesteld is, dat aankoopen van onroerende goe deren voor de verschillende departe menten geschieden door de ontvangers van de registratie, althans dat het ad vies dezer ambtenaren wordt ingewon nen. Wat is eigenlijk logischer, dan dat het rijk gebruik maakt voor dergelijke transacties van zijn eigen deskundige dienaren, die bovendien over een schat van gegevens beschikken, zooals geen enkele makelaar of huizen-speculant bezit. Immers, de archieven dezef ont vangers kunnen inlichtingen verschaf fen omtrent alle overdrachten van on roerend goed, alle taxaties bij succes sie enz., van 1812 af. De betrouwbaar heid dezer archieven is, gezien het recht den ontvangers gegeven, om in geval ze een opgave wantrouwen, zich door eigen taxateurs een nieuwe schatting te laten voorleggen, boven allen twij fel verheven. Hoe het rijk in 1916 tot het stellen van dezen regel kwam, is ons niet be kend. Misschien, dat men toen in Den Haag begon in te zien, dat het tijd werd paal en perk te stellen, aan de .roeke loosheid der crisisbureaux. Een'feit is het echter, dat men de geldverspilling dezer kantoren goeddeels toeschrijft aan het verzuim om de ontvangers der registratie voorlichting te vragen bij 't aankoopen van de gebouwen, waarin ze zich vestigden. Als men in de residentie eenmaal zoo'n lofwaardigen maatregel heeft ge nomen, schijnt men echter het maken van uitzonderingen niet te kunnen na laten. „Arbeid" of liever het onder dat departement ressorteerende bedrijf der Invaliditeitsverzekering trekt er zich niets van aan. Het geval Rink is ten minste in dit opzicht, dat het rijk zijn deskundige ambtenaren er buiten laat niet eenig in zijn soort. We ver nemen bijvoorbeeld, dat het gebouw, dat het vorig jaar door den Raad van Arbeid te Rotterdam in huur werd ge nomen. en -dat gelegen is aan de Boompjes 44, ook laten we maar zeggen achter den rug van de ontvan gers van registratie om rijkseigen dom, of liever eigendom van 't „staats bedrijf" der invaliditeitsverzekering is geworden. In hoeverre hier met de gel den van hen, die de verzekeringspre- miën betalen van „belastingpennin- zijn mij te 'helpen en dat ook gaarne zouden doen, maar het ongeluk wil, dat geen hunner voor mij zoo spoedig te bereiken valt sis noodzakelijk is. Mijn totale onervarenheid in zaken doen maakt, dat ik niet weei, hoe ik het zou moeten aanleggen om elders stappen te doen. die tot het doei konden leiden. Toen dacht ik in,den angst mijns harten aan u, geachte meneer Mtillenhof. Of schoon onze kennismaking nog van zoo jongen dptum is, dat ik den -naam vriendschap daarvupr nauwelijks .durf gebruiken, geeft mij uw ridderlijke ge zindheid, welke mij dadelijk zoo sym pathiek was, mij den moed om thar.-s van u een vriendschapsdienst te vragen, dien ik nooit, nooit zou vergeten en waarvoor ik gaarne tot eiken weder dienst bereid zou zijn, welken ik bij machte was te bewijzen. Natuurlijk be treft het hier slechts een tijdelijke hulp en even natuurlijk zou ik met alles, wat ik bezit, borg Staan voor de terugbeta ling, Mag ik mij in mijn wanhopige positie vast klemmen aan de hoop, dat ik niet tevergeefs bij u aanklop Mag ik het? En ik voeg er nog een ander verzoek aan toe, dat u u wel zult kunnen ver klaren. Mijn dochter, die in blijde stemming het met u afgesproken be zoek tegemoet ziet, heeft er geen flauw vermoeden van, in welk een ernstige zaak ik mij tot u gewend heb, en hoe uw besluit ook moge uitvallen, ze mag in geen geval ooit vernemen, wat ik deed. Laat mij mij echter aan het ver troostend denkbeeld mogen vastklem- gen" spreken is in dit verband minder juist gespeeld is, welen we niet. Maar als het zoo ware, zou het een wonder zijn Wie anders dan het rijk zou op den inval komen het knopen van groote voor kantoren geschikte panden in een groote stad, en dat in een tijd voor speculatie zoo gunstig als deze, op te dragen aan een oud-zeeofficier Dat „Arbeid" maling er aan heeft om zich aan den logisehen regel te houden, behoeft alweer niet te verbazen. Finan ciën zelf doet het ook. We weten bijv. positief, dat in een onzer groote steden nog maar kort geleden een complex is verkocht aan den dienst der belastingen zonder dat de minister van financiën zijn eigen daarvoor aangewezen ambte naren raadpleegde, waaraan men den speculant-eigenaar, die het nog maar kort in handen had, op een bedrag van nog geen ton, maar even 40.000 gulden liet verdienen. Als verontschuldiging gold, dat er zoo'n haast bij was. Men mocht den koop maar twee dagen in beraad hou den. En in die .twee dagen kon het ad vies van den Getrokken ontvanger niet worden ingewonnen. Alsof er geen te lefoon en geen regeeringsgesprekkerr bestaan Wat nu den verkoop van het huis van mr. Rink aangaat, welk feit sedert Augustus in heel Tiel bekend is, de schatting moet daar gemaakt zijn door taxateurs die uit een groote stad kwa men en die, zeer wel mogelijk, geheel te goedej trouw kunnen zijn geweest. Bedoeld huis toch heeft een buitenge wone frontbreedte, het telt links en rechts van den ingang niet minder dan vier en zes ramen. Waarschijnlijk heeft dat de schatters tot het noemen van het hooge bedrag, althans van een groote som bewogen. Ze hebben dan echter over het hoofd gezien, dat het maar één kamer diep is DE „ZEELAND". De belangwekkende beschouwingen, welke mr. E. Fokker in het „Hbld." heeft geplaatst, teneinde de noodzake lijkheid van het behoud der „Zeeland" voor Vlissingen te bepleiten, hebben 't „Hbld." aanleiding gegeven, enkele voorname punten naar voren te bren gen, waaromtrent het blad een afwij kende meening heeft en het Amster- damscfie blad acht het goed ook daar aan uiting te geven. Wij zullen de beschouwing van het „Hbld." in-haar geheel overnemen. Het schrijft Dat het behoud van de tegenwoordige ,,Zeeiand"-route voor Vlissingen en geheel Zeeland, Noord-Brabant en Limburg een belang is, staat wel vast in het bijzonder voor Walcheren en Zuid-Beveland. En als daarvoor dan een offer gebracht moet worden, dan staat het aan de regeering uit te maken of het belang groot genoeg is om dat offer te wettigen en of alleen het rijk, dan wel ook de betrokken gewesten, zoo als gewoonlijk gebruikelijk is, aan de kos ten van den verkeersweg moeten bijbetalen. Maar dan moet de zaak zóó ook vierkant en duidelijk gesteld worden. Er is geen en kele aanleiding van bijkans noodlijdende spoorwegmaatschappijen, die voortdurend van het publiek hoogere vervoert;:rieven eischen, te vragen een bedekt subsidie aan de „Zeeland"-route te geven, door haar spoorwegnet niet zoo economisch mogelijk te exploiteeren en haar te dwingen oru, ten behoeve van de „Zeeland"-lijn alleen, snel treinverbindingen te onderhouden, die, uit een economisch en spoorwegverkeersoog- punt beschouwd, geen bestaansrecht heb ben. Ook die kosten moeten dan duidelijk blijken, opdat goed overwogen worde, welk offer aan het goede doel van een Vlissin- men, dat ik mij in 't vervolg mag noe men U altijd dankbare en u hoog achtende Franziska, barones Röhritz. Met den brief in de handr dien hij nu nogmaals langzaam, woord voor woord had gelezen, stond Rudolf Müllenhof daar en op zijn gelaat lag een uitdruk king, die zoo ongeveer te kennen gaf 't Komt niet in mijn hoofd op En plotseling klonk weer zijn spot tende lach zijn ridderlijke gezind heid en dat tol eiken wederdienst bereid dat was het spek, waarmee hij gelokt zou worden, zooals mevrouw Röhritz vol vertrouwen aannam. Maar ze had hem verkeerd beoordeeld. In die val kwam hij niet. Hij liep een paar maai in de kamer op en neer daarna bleef hij weer staan. 'Wat nu te doen Want nu maar zoo eenvoudig weg zeggen, dat het hem erg speet, dat ging niet. Niet om de hoog achting van de generaalsweduwe om zichzelven kon hij het niet doen. Zou ze ook wel de Waarheid geschre ven hebben en vermoedde haar dochter niemendal van dit verzoek om geld Ja, op dit punt geloofde hij haar, en zoover meende hij Armgard von Rühritz toch wel te kennen, dat ze zich met zoo'n onverbloemden ruilhandel niet zou inlaten, hoe dringend de aanleiding er toe ook mocht zijn. En dringend scheen de zaak wel te wezen, want mevrouw, die altijd voor naam gereserveerd placht te zijn, hacl genLonden stoombootdienst gebracht wordt. De zaak wordt verward, door te zeggen dat wij het passagiersvervoer uit een na tionaal oogpunt over ons land moeten trek ken. Ons land heeft van die vreemdelingen, die in sneltreinen des nachts door ons land heenstormen, geen ander dan een geldelijk voordeel. En als dat voordeel niet bestaat als de spoorwegmaatschappij meer aan de menschen verliest dan de stoomboot er aan verdient is er geen landsbelang aan het doortrekken van die vreemdelingen ver bonden. Nog een opmerking over de oplossing, door den heer Fokker gewenschtgeen snelverbindingen des nachts over den Hoek van Holland (dat het monopolie voor een namiddag-verbinding met middernachtelijke aankomst in Londen krijgt), maar een mo nopolie voor de nachtverbinding met Lon den over Vlissingen. Daartegen moeten wij ernstig bezwaar maken. Zooals de heer Fokker terecht opmerkt, geeft van de Nederlanders de voorkeur aan de Harwich- route. Inderdaad is de lange reis over Roo sendaal naar Vlissingen voor de bewoners van Holland en Utrecht een zéér overwe gend bezwaar tegen die route. Maar nu wil de heer Fokker die reizigers een ver kapt subsidie aan Walcheren en Zuid-Be- veiand laten geven. Ten einde de verbin ding tussehen Vlissingen en Londen te handhaven zouden de Nederlanders ge dwongen worden een duurdere, een lang duriger en onaangenamer reis te maken. Ten slotte nteenen wij, dat het bestaan van de havenwerken te Vlissingen geen gewicht in de schaal mag werpen. De ha venwerken zijn er om de stoombooten de stoombooten zijn er niet om de haven werken. Als die havenwerken geen reden van bestaan hebben, krijgen zij die reden niet door er een stoomvaartlijn te doen blijven, die beter op een andere haven zou varen. Wij zeggen niet, dat de „Zeeland"- lijn beter op een andere haven zou varen. Wij meenen alleen, dat zij niet in Vlissingen moet blijven, omdat de havenwerken er zijn. Indien er een offer noodig is om de „Zeeland" voor Vlissingen te behouden, moet juist en duidelijk worden uitgemaakt hoe groot dat offer moet zijn, opdat men na kan gaan of men het brengen kan en wie het 'qjengen moet. Het „Hbld." bekijkt deze belangrijke kwestie voornamelijk van het zuiver egoïstisch standpunt van het spoorweg- beiang en als men dezen bril opzet, dan heeft, oppervlakkig beschouwd, het blad volkomen gelijk. Er is echter nog een heel ander be lang aan deze zaak verbonden en wel dit dat de spoorwegen zoo maar niet 'willekeurig de welvaart van een gehee- le streek aan haar belangen mogen op offeren. De maatschappij „Zeeland" vervoerde voor den oorlog de laatste jaren ongeveer 200.000 passagiers per jaar en nu kan voorloopig dit aantal natuurlijk niet bereikt worden. Echter is het zeer goed mogelijk dat ten minste als er behoorlijke verbindingen bestaan het normale verkeer zich geleidelijk weer zal gaan herstellen en nu weten wij heel goed, dat dit geleide lijk in deze beteekenis moet worden genomen, dat hiervoor vijf, misschien wel tien jaren moeten gerekend wor den. Is het verkeer eenmaal hersteld, dan kan, zooals vroeger het geval was, de „Zeeland" blijven bestaan naast den Hoek-var,-Holland-dienst. Dat de spoorwegmaatschappijen tij delijk nadeel zullen ondervinden, geven wij gaarne toe, doch dit nadeel weegt ruimschoots op tegen het blijvend voordeel voor een geheele streek. Even goed als een tram-maatschappij c.p be paalde trajecten geld toelegt, moet een spoorweg-maatschappij zich dit ge troosten, als er groote, algemeene be langen mede op het spei staan. anders niet de gewoonte, om zulke overdreven uitdrukkingen te gebruiken. En niet anders dan overdreven vond hij in haar brief de verzekering, dat ze het geld maar voor heel korten tijd noodig had. Hij ging naar 't venster en trom melde op de ruiten, draaide zich weer om en keek op zijn horloge. Al over zessen 1 Nu zon'men aan (ie Prager Platz beginnen met te luisteren, of hij niet haast aan de bel trok. Wat toch te doen Alleen vond hij geen weg en hij kon ook niemand om raad vra gen. Kon hij dat werkelijk niet Haastig was hij van 'f venster weer naar de tafel gevlogen hij nam den brief, stopte dien in zijn zak, nam zijn hoed, zette dien op -- het was weer de stijve vilten en niet de glimmende hooge vloog het huis uit, sprong in de auto, die voor het.hek wachtte, en stond twintig minuten later voor oom Jobst. Ben jrjhet Jou had ik niet zoo spoedig verwacht weer te zien, zei dé ze en stond langzaam uit zijn stoel op. Dat fteet ik, antwoordde zijn neef. ik weet trouwens nu zoo veel, wat mij gisteren bij uw vertrek nog niet zoo duidelijk was, maar daarom gaat het op 't oogenbiik eerst in de tweede plaats. Ik ben hij u gekomen, omdat ik raad noodig heb, dezen keer werke lijk en in allen ernst een raad want met deze zaak kom ik alleen niet klaar. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1920 | | pagina 1