COLE. 56 I920 Maart svorr voor l «nf 62 cl. ai s voor S. som! prima ïaskwérksrs aapkamer NSTBOD" telschappij n* mvaarl L'.ïi; ZATERDAG MAART Dij deze Courant behoort een Bijvoegsel. Van kwaad tot erger. <AMEROVERZiCHL BINNENLAND «üMsyeHta log te ver- SCHER en n zullen wij ierden prijs door kennis wij leveren per-oneei t sluitend T. NGEN. alles per pond TBEEF f0 90 -0 90 en VET - 0.80 WORST - 0.35 aanbevelend UWSCHVLAJM- j MAATSCHAPPIJ, en terstond ge- bekwame •k en t-gsn waamheid met afschrift «art werden >nga- warkmesstsr der e Axel. jevraagd gemeub. 3rieven te richten JSSAINT, Noord- ende dame wordt lette s: Mevrouw VAN enen beer 1 UYViS Badhui s- 't een Middelburg 11 e r d a m V.'■■ii.lv. (Ut. 1 m Y.a. j«' 12 tuit v 12 uin i :e bekomen NV Transporten .v.h.Erven G.VOS; B EENHOORN; N OOS TERHOUT Gebrs BUITEN- VLISSINGSCHE COURANT Indien de oorlog, hetgeen velen be weren, het gevolg van kapitalistische drijverijen zou zijn, dan hebben de be werkers al uiterst weinig voordeel van hun drijven gehad. Want aan beide zij den zijn de materieeie verliezen, in de ineenstorting van de economische wel vaart zoo volkomen en groot, dat er seen sprake van kan zijn, dat de aan stichters voordeelig met hun werk zijn uitgekomen. Echter, het kapitalisme, als zoodanig verantwoordelijk te willen stellen voor het ontstaan van den we- reldkrijg, is, zoo men nog aan deze fictie zou willen vasthouden, ten eenen- male in strijd gebleken met de sedert kort geopenbaarde feiten. Deze feiten, blootgelegd en duidelijk gemaakt in verschillende publicaties, toonen toch unomstootelijk aan, dat de drijtveeren sedert tal van jaren in een diep-worte- lenden rassenhaat tusschen de verschil lende volken te zoeken zijn, en dat door de gestadige ophooping van licht-ont- viambare stoffen, als grootheidswaan zin bij de machthebbers en imperialis tische politiek bij de regecringen, slechts een aanleiding noodig is ge weest, om den brand in vollen omvang Ie doen uitslaan. Daarbij heeit een vuige, intrigeerende diplomatie al het hare gedaan, om ten bate van eigen gewin de meest afkeurenswaardige middelen aan te wenden, ten einde haar doeleinden na te streven, ongeacht of deze al dan niet in lijnrechten strijd waren met het ware geluk der volken. Veeleer zijn het dan ook de nationalis tische beweegredenen, en geen kapita listische geweest, die aan de voorbe reiding, de uitbreking en de rampen van den oorlog schuldig staan. Het is van groot belang dit in het licht te stellen en voor oogen te hou den, nu van de zijde van hen, die niet schromen om revolutionaire tenden; zen baan te doen breken onder dé hreede lagen der bevolking, er de na druk op wordt gelegd, dat zoo maar het kapitalisme, en wat zij daarvoor houden de kop worde ingedrukt, ook alle gevaar voor een herleving van een wereldoorlog te niet wordt gedaan. Gebruikmakend van een zeker scepti cisme tegenover den Volkerenbond, heerschende bij velen, die aan een vreedzamen invloed daarvan eventueel uitgaande, weinig of geen geloof hech ten, wordt den volken voorgehouden, dat door de kapitalistische maatschap pij te verdelgen en de wereldrevolutie uit te roepen, de zaak des eindelijken vredes het meest en het best gediend wordt. Alsof een wereldrevolutie niet nog grooter onheilen zou stichten, dan een wereldoorlog, en alsof het kapita lisme, dat juist aan vrede en liefst on afgebroken vrede het meest behoefte heeft, de grootste drijfveer naar verdel ging van den vrede zou zijn Indien er onder de kapitalisten in de verschil lende landen hetgeen men echter niet verwarre met het kapitalisme nog mochten zijn, die door de ontzag- geijke ervaringen in den oorlog opge daan, niet geleerd hebben om pacifist te zijn, dan zullen zij nochtans maar een kleine minderheid uitmaken. Want uitgezonderd de ooriogswinstmakers en de oorlogsleveranciers, kan geen enkel wezen met redelijk denkvermo gen begaafd, voorstander zijn of blijven van een toestand als vóór den oorlog in de internationale diplomatieke ver houdingen bestond, en die tot de groot ste catastrophe heeft geleid, welke men ooit aanschouwde. Bovendien vindt de stelling, dat het alleen kapitalistisch- ingerichte landen zijn, die een voortdu rend gevaar voor oorlog uitmaken, 'ie duidelijkste tegenspraak in de om standigheid, dat het thans waarlijk niet-kapitalistisch geregeerde Rusland, rechtsreeks en middellijk aanstuurt op oen toestand van wereldrevolutie, er- Kor en in zijn gevolgen nog verdelgen- dor, dan de grootste oorlog ooit kan zijn. Het woord van Napoleon, dat de oorlog eigenlijk een natuurlijken staat van zaken bij de menschen uitmaakt, moge voor zijn tijd en voor zijn doel einde i een schijn van waarheid hebben gehad, thans, heeft de wereld slechts baat te zoeken ën te vinden in een toestand vdn wereldvrede. Daaraan hebben kapitalisten zoo goed als anti- apitalisten vóór alles de grootste be- °ofte daarin moet de herwinning van o welvaart der volken worden ge zocht daarvan hangt voor het huidige geslacht en voor een reeks van volgen de generation het heil en het geluk ge heel en al af. Niet dus wat ons in maatschappelijke groepeeringen scheidt en verdeelt, moet in de eerste plaats in het oog gevat worden, maar wat ons in de menschelijke samenle ving vereent en bindt, dient bij het groote herstellingswerk vóórop te staan. Helaas wordt dit door eindeloos ve len, in alle landen, niet begrepen. Ter- wille van afzonderlijke belangen, ter- wille vaak ook van particulier gewin aan macht of bezit, wordt thans maar ai te zeer haat gepredikt, waar onder ling en wederkeerig begrijpen en waardeeren het allereerste streven be hoorde te zijn. Niet een verdere instor ting der wereld-orde kan ons baat brengen, maar slechts een door allen volijverig aan den arbeid gaan voor den wederopbouw der geteisterde we reld, vermag nog te redden wat te redden is, vermag nog te behoeden voor grootere onheilen dan de reeds doorleefde. Of moet de wereld na het geleden kwaad, tot nog erger verval len Wie durft daarvan ooit de ver antwoordelijkheid op zich nemen La ten dan die allen dit toch bedenken en overwegen, dat zij, door zich blind te. staren op tijdelijk voordeel voor enkele groepen, het blijvend nadeel en het. grooter leed voor het geheel der sa menleving gansch en al uit het oog verliezen. EERSTE KAMER. Vergadering van Vrijdag. De Eerste Kamer wil niet voor haar zuster, die aan de overzijde van het Binnenhof woont, onderdoen. Nu die, behalve de aanneming van den Vol kenbond, ook hare wenschen heeft uit gesproken voor de wijze waarop die Bond zich zal ontwikkelen, heeft ook de Eerste Kamer willen zeggen wat zij ervan denkt. En zij denkt er precies over als haar zuster. De heeren van Embden, Polak, van der Hoeve en van der Does de Willebois, vertegenwoordi gers van vier zeer uiteenloopende groe pen, hebben een motie voorgesteld, die volkomen gelijkhoudend is aan die, wel ke de Tweede Kamer op voorstel van den heer Dresselhuijs heeft aangeno men. Men herinnert zich, dat daarin werd gevraagd, dat de Bond zich zoo spoedig mogelijk zal ontwikkelen in de richting van een op het recht gebouwde samenleving en dat daarbij op den voorgrond moeten staan drie eischen, nl. de instelling van een permanent hof van internationale justitie, de verminde ring van bewapening krachtens inter nationale regeling, de toelating tot den Volkenbond van alle beschaafde staten, die dit wenschen. Voorts werd in die motie nog het vertrouwen uitgesproken, dat bij de toepassing van de bepalin gen van het verdrag, met name van die welke betrekking hebben op den door tocht van troepen, het recht van mede zeggenschap zal worden geëerbiedigd. Feitelijk zijn dit de condities waaron der Nederland toetreedt. Weliswaar is niet de gelegenheid gelaten om voor waardelijk toe te treden, maar wel be staat de gelegenheid om den Bond te verlaten. En de gezaghebbers van dien Bond weten in welke richting Neder land wil gaan. Geschiedt dat niet, dan is het uur van scheiden spoedig geko men. Prof. Bavinck zette zijn standpunt tegenover het volkenbondsverdrag uit een, waarbij hij tot deze conclusie kwam, dat het niet aanging alle vóór- en nadeeien van toetreding af te wegen, maar dat het onze zedelijke plicht was, ons aan te sluiten, omdat 'deze Bond een middel biedt om de oorlogen te be perken en een reëele basis vormt voor samenwerking van alle staten. Twee lichtpunten waren er z.i. in het verdrag, nl. de stichting van het Permanente Hof van Arbitrage en de arbeidsorga nisatie, waarvan de conferentie te Washington reeds het begin was. Tus schen die twee belangrijke hoofdstuk ken in het verdrag zal de rest ten slofte worden platgedrukt. De Centrale rijken zullen worden toegelaten tot den Bond, het vredestractaat zal verzacht worden en langzaam-aan zal liet gaan naar de verzoening en bevrediging, die alleen de redding van de Westersche cultuur kan brengen. De heer van Embden verdedigde de gedachte, dat dc vertegenwoordigers van ons land naar den Volkenbond ge kozen moeten worden door de Tweede Kamer. Dat achtte hij een democrati seering, die onafwijsbaar is. Uiterst pessimistisch was de heer Fokker, die in de toetreding het gevaar ziet, dat Nederland aan den eerstvol- genden oorlog zal moeten deelnemen. En dat gevaar wil hij afweren. Precies hef tegenovergestelde van hetgeen de heer Vliegen betoogde, die alleen winst zag in deze internationale organisatie, die z.i. voorkomt, dat alleen de over winnaars een alliantie gaan vormen, die de baas speelt en alle anderen uit sluit. Een wild speechje van den lieer Staal kunnen we laten rusten. Hij theoretiseerde er op los en had alleen maar oog voor de militaire punten, waarvoor hij dadelijk var den minister geducht den wind van voren kreeg. De minister bleef betoogen dat, wie verder tracht te gaan dan practisch mo gelijk is, gevaar loopt niets te bereiken. De rede van den minister ging geheel parallel aan die in de Tweede Kamer gehouden. Nieuwe gezichtspunten wa ren niet geopend. Van een benoeming der vertegenwoordigers door de Ka mer, wilde de minister niet weten, om dat het hier geen volksvertegenwoordi gers zijn en de Bond geen parlement van parlementen is. Het ontwerp werd goedgekeurd. Te gen stemden de heeren Reekers en Fok ker, terwijl er 31 leden voorstemden. TWEEDE KAMER. Vergadering van Vrijdag. De Tweede Kamer prutste nog wat voort aan de termijn-bepalingen in de Onteigeningswet en nam de amende menten van de Commissie van Rappor teurs, die dc termijnen weer wat ver lengden, alle aan. Vervolgens kwam de kwestie van de veevoeder-fabriek systeeem van Calcor aan de orde. Men kent deze treurige geschiedenis, die geëindigd is met een tekort van 7/2 millioen, die de Regeering nu aan vraagt. Er is allerlei ongerechtigs ge beurd maar het fijne van de zaak weet niemand. Verschillende leden hebben het optreden van den Minister ernstig gelaakt. De kritiek trof echter meer mi nister Posthuma dan den tegenwoordi- gen bewindsman. De heeren Weitkamp, Teenstra, Wa termans, Van, Ravesteijn, Schaper en Beumer hebben alle hun toorn geuit. Lichtvaardige handelwijze, algeheel ge brek aan beleid wordt den Minister ver weten, die geen behoorlijk toezicht ge houden heeft op de boekhouding der- proef-insfallatie. Dit alles treft echter den vroegeren Minister, den heer Pos thuma. Er is echter niets aan te doen de contracten zijn bindend en de Staat moet betalen. Woensdag voortzetting van deze discussie. De opvoering van Prinses Juliana. Bij het nederleggen harer functie ontving Hr. Ms. Dame du Palais Hono raire, belast met de opvoeding van Prinses Juliana, Jonkvrouwe L. P. v. d. Poll, als blijk van de hooge waardee ring en erkentelijkheid van het konink lijk ouderpaar uit de handen van de Koningin het versiersel van Eeredame in de Huisorde van Oranje. Hare Majesteit heeft, met ingang van 1 Maart, jonkvrouwe L. G. baronesse Sloet van Marxveld benoemd tot Eerste Hofdame, belast met de opvoeding van Prinses Juliana. Tevens aanvaardde op dezen zelfden datum mejuffrouw A. E. Oosterlce hare functie van gouvernante van de Prinses. Mejuffrouw Oosterlee zal zich tevens belasten met het onderwijs in de Fran- sche taai aan de Prinses. Zij studeerde aan de Rijksuniversiteit te Groningen bij prof. Salverda de Grave, waar zij in December jl. met goed gevolg haar examen aflegde voor de akte middel baar Fransch B. Mej. Oosterlee is de dochter van den directeur van de Christelijke Normaal school op den Klokkenberg te Nijme gen. Zij studeerde ook langen tijd aan de Universiteit te Lausanne. De kotendistributie. Binnenkort zal een nieuwe regeling der kolendisiributie worden gepubli ceerd, welke op i April a.s. in werking treedt. In hoofdzaak kamt deze rege ling overeen met die, welke voor het loopende jaar (1 April 11919 tot 31 Maart 1920) geldt. Uit het bovenstaande kan men aflei den, dat wij het volgend jaar nog aan de kolendistributie vastzitten, hetgeen met het oog op de nog steeds moeilijke wereldkolenpositie geen verwondering behoeft te wekken. Bezwaren tegen de Invaliditeitswet, j Op het platteland wordt nog druk geteekend op het bekende adres aan den minister van arbeid, waarin door de werkgevers, met erkenning van de noodzakelijkheid dat volgens wettelij ke regelen voor oude en invaliede ar beiders wordt gezorgd, de groote be zwaren worden opgesomd die de bij de Invaliditeitswet getroffen regeling- medebrengen. Dezer dagen werden de eerste tien duizend handteekeningen aan den mi nister toegezonden. Het Tweede Kamerlid Nierstrasz. Bij het Centraal Stembureau is thans ingekomen een verklaring van den heer B. Nierstrasz te Amsterdam, dat hij zijn benoeming tot lid van de Tweede Ka mer der Staten-Generaal, in de vacature ontstaan door het bedanken van den heer J. W. Niemeijer, aanneemt. Bezuiniging in den gemeentedienst. Bij de verschillende diensten der ge meente Rotterdam, is een kennisgeving aangeplakt, waarin krachtens opdracht van Burg. en Weth. de hoofden van dienst onder de aandacht van het per soneel moeten brengen, dat de uiterst moeilijke financieeie omstandigheden, waarin de gemeente verkeert, er toe no pen met den meesten ernst naar bezui niging en vereenvoudiging in liet be heer der verschillende onderdeelen en bedrijven te streven. De hoofden van dienst houden zich gaarne aanbevolen voor het vernemen van wenken of vindingen van het per soneel, die tot bezuiniging of vereen voudiging-kunnen strekken en noodigen een ieder van het personeel nadrukke lijk uit, om, indien hij opmerkingen van dien aard heeft, de mededeeling daar van niet achterwege te laten. Groote voorraden en dure prijzen. In een te Tilburg gehouden verga dering is de R. Kath. vereeniging van Nederlandsche lederfabrikanten defini tief opgericht. Besloten werd de bestu ren van den Nederl. Bond van leder fabrikanten, van den Schoenwinkeliers- bond en van de arbeidersorganisaties in hef bedrijf telegrafisch uit te noodi gen tot een conferentie, met het doel, gezamenlijk den minister van land bouw, nijverheid en handel te verzoe ken een verbod van invoer van leer uit te vaardigen. Meegedeeld werd, dat de voorraad leer in ons land groot genoeg is voor de behoeften van vijf jaar. Toch blijven de schoenen drie, vier maal te duur. We lazen juist dezer da gen over de winsten van schoenfabri kanten 30, 40 en meer e in 1918 en 1919. Ook zij klaagden nu over groote voorraden. Zouden de heeren, aldus vraatg „de Residentiebode", in plaats van zulke verzoeken en klachten naar den minister te sturen, eens niet be ginnen met de prijzen te verlagen Dat was toch veel eenvoudiger en de reu- zenwinsten laten het best toe. We denken zoo, dat de minister, in plaats van invoer te verbieden, zal ver wijzen naar den Duurteraad met zijn dwangmaatregelen. Als men zelf maat regelen neemt, is dat altijd veel plei- zieriger. Plaatselijke keuze. Weder betuigden eenige gemeente raden adhaesie aan het wetsvoorstel Rutgers e.s, tot invoering van plaatse- lijijke keuze, n.l. die van Beerta, Bor ger, Giethoorn, Markeloo, Usquert en IJ'st. Waar onze belastingpenningen blijven Onder bovenstaand opschrift ontving het „Hbld." van betrouwbare zijde een schrijven, waarin een zaak behan deld wordt, belangrijk genoeg ont ons er ernstig mede bezig te houden. Het blad heeft dit dan ook gedaan, zooals men verder zien zal. Maar eerst het schrijven. Iedereen zal zich nog herinneren de onthullingen over de geidwegsmijterij bij de verschillende crisisbureaux. De zer dagen lazen we in het Orgaan van den bond van Nederlandsche Belasting betalers, dat. wat voorgevallen is bij bovengenoemde bureaux, zich thans herhaalt bij de Raden van Arbeid. Toen ons dan ook ter oore kwam, dat naar aanleiding van een klacht van een amb tenaar een onderzoek is ingesteld op last van den minister door den verze keringsraad të Arnhem, waarvan voor zitter is jhr. mr. P. J. A. A. M. van Nis pen tot Sevenaar, naar de omstandig heden waaronder een pand is aange kocht voor een van de Raden van Ar beid en wel te Tiel, hebben we ons met dien ambtenaar in verbinding gesteld. Deze ambtenaar deeif ons mede, dat in 't voorjaar van 1919 aan den in Tiel woonachtigen agent van de Rijksverze keringsbank was opgedragen, naar een pand om te zien voor den aldaar te vestigen Raad van Arbeid, daar er nog geen voorzitter was benoemd. Toen dan eenigen tijd later mr. S. Rink be noemd werd tot voorzitter van dien Raad, werd hem door bovengenoemden agent medegedeeld, dat een pand met grooten tuin, alleszins (zonder vertim mering) voor het doel geschikt en 1 Nov. 1919 te aanvaarden, voor 17.000 verkrijgbaar was. De heer Rink stelde zich met den eigenaar in verbinding, met het resultaat, dat Woensdag 28 Mei, dus den dag voor Hemelvaartsdag, een voorloopig koopcontract werd op gemaakt, waarin stond, dat behoudens goedkeuring van hoogerhand, het huis was verkocht. De Staat zou eigenaar worden van het pand, van welks groo ten tuin aangrenzende eigenaren gaarne voor hoogen prijs gedeelten hadden gekocht. Wat gebeurt echter Den dag na Hemelvaartsdag zegt de heer Rink tot den eigenaar, dat „de heeren" van den koop hebben afgezien en dat het contract dus verscheurd kon worden en de daad bij het woord voegende, ver scheurde hij dit voor de oogen van den verkooper. Ook is den heer Rink nog aangeboden een zeer groot pand, met 19 kamers voor 40.000, maar dit was volgens ZEd. te klein en een zoo exor bitant hooge prijs zou door den Staat nooit worden besteed. (Voor dit pand was echter in 't voorjaar 1918 26.000 reeds geboden.) Wat rui gebeurt, grenst bijna aan het ongelooflijke de heer Rink verkoopt zijn eigen huis aan den Staat voor 40.000, terwijl het veel kleiner is dan bovengenoemde twee panden en het in 1917 door hem voor ƒ8500 is aange kocht. Het huis is totaal ongeschikt, moet geheel worden verbouwd, terwijl de Raad van Arbeid zoolang elders is ondergebracht de verbouwing is van dien aard, dat o.m. zich twee groote ramen bevinden op pl.m. 10 c.M. van een hoogen tuinmuur en komt daarbij den Staat straks op pl.m. een ton. Daarbij blijft de heer Rink zelf in het huis wonen en heeft hij centrale ver warming laten aanbrengen. Commen taar dus overbodig. Dat echter in deze tijden het nog mogelijk is dat een nieuw aangesteld ambtenaar zoo met onze belastingpen ningen kan omspringen en dat een dus danig ambtenaar niet terstond ge schorst is, is ons onbegrijpelijk. Merkwaardig is nog dat even na den verkoop van bovenbedoeld pand, de vader van den heer Rink, mr. P. Rink, in de Tweede Kamer bij den minister op bezuiniging aandringt, waarom de „Controleur" dan in een artikel ook spottend zegt „papa Rink is een wijs man, maar zoon Rink is een handig man." Het „Hbld." heeft het bovenstaande niet willen opnemen zonder nog eens goed te onderzoeken of het ailes juist was. En daarbij heeft liet blad van vrij wel alles een bevestiging ontvangen, plus eenige nieuwe bijzonderheden. Herstellingsoord voor kantoor bedienden. De Nederlandsche Vereeniging tot het oprichten en instandhouden van Herstellingsoorden voor Kantoorbe dienden en Handelsreizigers is door aankoop in het bezit gekomen van het te Ossendrecht (N.B.) gelegen Herstel lingsoord „Dennenheuvel", met den daarbij behoorenden ruim 10 H. A. boschgrond. Na het aanbrengen van eenige nood zakelijke herstellingen en gewenscht geoordeelde verbeteringen zal bedoeld Herstellingsoord zoo spoedig mogelijk geopend worden. De opgeheven staking bij de R. T. M. in een onderhoud met de directie der R. T. M. deelde deze mede, dat de sta king door het bestuur der Ned. Vereen, van Spoor- en Tramwegpersoneel is opgeheven zonder dat de ieden geraad pleegd werden of met de directie der R. T. M. een conferentie piaats had. Het ligt in het voornemen der directie zoo veel mogelijk ieden van het ontslagen personeel terug te nemen, voor zoover dit met het oog op den beperkten dienst en het tijdens de staking aangenomen personeei mogelijk is. Er zullen onge veer 60 slachtoffers vallen. De sterfte in 1918. Blijkens een bespreking van de sterf- testatistiek in 1918 door dr. Munten dam in het ,.T. v. G.", is het sterfte cijfer door de griep in 1918 hooger geweest, dan in de laatste 16 jaren is voorgekomen, nl. 17.10. Na 1901, toen 't 17.20 was, is het geleidelijk gedaald tot 12.30 in 1913. waarna het langzaam steeg tot 13.12 in 1917. Merkwaardig is, dat de daling der sterftecijfers, die omstreeks 1870 -begon, meer aan de mannen dan aan de vrouwen ten goede kwam tot in 1913 daarna werd de sterfte onder de vrouwen kleiner dan die onder de mannen. De groote verschillen der sterfte naar den leeftijd in 1918 komen geheel voor rekening van de griep en haar gevolgen. De sterfte aan deze ziekte is het geringst geweest in Utrecht, Noord-Holland en Zuid-Hoiland in deze provincies lig gen nl. de groote steden en, evenals het algemeene sterftecijfer is ook het sterftecijfer voor de griep in de groote steden het geringste geweest. De sterfte aan longtuberculose is in 1917, en vooral in 1918, enorm geste gen aan deze ziekte stierven veel meer vrouwen dan mannen. Onder de doods oorzaken speelt helaas de kanker nog steeds een voorname rol (en, gelijk men weet, telken jare een grootere rol het is nog niet opgehelderd, of dii een werkelijke toeneming is, dan wel een schijnbare, door dè verbeterde diagno stiek). 70 van de sterfte aan dit treu rige lijden komt voor rekening van maag en lever. Wat de suikerziekte betreft was 19l8J een gunstig jaar voor beide geslachten.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1920 | | pagina 1