IliisiBOsetie Courant ÏÏoor eigen kracht BIJVOEGSEL Verzekerden Zitirdsg 21 Februari 1920.- Ho. 44. Brieven uit de Hofstad FEUILLETON INGEZONDEN STUKKEN VAN DE VAN Economische crisis. In de dagen, toen de oorlog nog in al zün verschrikkingen woedde en iedereen van dag tot dag met spanning het wis selen der kansen gadesloeg, was het aantal Kamer-strategen buitengewoon oroot Vóór de bulletins stonden zij steeds in grooten getale en zij gaven hun wijsheid gratis aan ieder, die er naar luisteren wilde. In de trams en in de kapperswinkels hielden deze geleer den iiun ongevraagde redevoeringen en wee dengene die zich verstoutte met jen van meening te verschillen. Het ge- strateeg" heeft thans afgedaan. Eerst hebben wij daarna de diplomaten a la suite gekregen, die ons dagelijks precies wisten te vertellen wat de Entente zou doen, die 's morgens al omstandig uit eenzetten, wat Clemenceau of Lloyd George dien dag zouden doen. Nu de vrede er is, is dit diplomaten-corps ook weer verdwenen en thans hebben wij „ekregen de crisis-sociologen. Vermoe delijk zijn het dezelfde veelzijdig-ont- wikkelde geleerden, die eerst strateeg, toen diplomaat en nu socioloog zijn, mensclien, die jongejannen in wereld wijsheid. Ze zijn er, en dagelijks ver- lellen ze ons thans, dat er een economi sche crisis voor de deur staat anderen beweren, dat we er al midden inzitten. De verhalen over de volgepropte pak huizen, diepzinnige bespiegelingen over de valuta, sombere voorspellingen over i de waarde van den gulden, we krijgen ze thans iederen dag te genieten. Tal van zaken staan aan den rand van den afgrond, heet het, andere ontslaan morgen of overmorgen al hun personeel en zoo gaat het voort. Het aantal ren teniers is in Den Haag bizonder groot en het schijnt een aangenaam vermaak te zijn om gewichtige onderwerpen te behandelen, vooral wanneer de geuite meening daarover ietwat naar het pes simistische neigt. Iemand, die niet tot liet renteniers corps behoort, verzekerde mij dezer da gen, dat de handelaren in luxe-artikelen iiet op dit oogenblik zoo slecht hebben. Het publiek koopt niets. Zelfs de zoo zeer geliefde tea-rooms hebben het thans slapjes. Om dit laatste eens te constateeren, ben ik op stap gegaan en werkelijk, het was er in het drietal van den eersten rang zeer stil op het uur waarop de meeste drukte daar placht te heerschen. Wat echter ontwaarde ik tevens Een kopje thee kost er vijftig cents 1 Een gebakje twintig Waarlijk het wordt daardoor wel duidelijk, waarom het bezoek er is afgenomen. Dit is niet alleen afzetterij, maar men heeft vergeten, dat het met dergelijke 'ijzen niet doenlijk meer is om van deze aangename verpoozingen een ge regeld gebruik te maken. Wanneer mama met haar kinderen gaat winke len, is het een prettige afwisseling, om een kwartiertje uit te rusten in de tea room. Nu echter dat grapje tweemaal zoo duur is geworden en de prijzen, die daar betaald worden, in geen vergelijk meer staan tot de werkelijke waarde van het genotene, denkt men er anders o.ver. Voor hetzelfde bedrag of minder kan men zich thuis, waar een kopje thee slechts een paar centen kost, heel wat meer „vermaken". Zóó dachten vele Haagsche huismoeders, wier oordeel ik vroeg, over dit punt. Het opdrijven van Roman van H. ABT. Toen had hij zichzelven aangegre pen en het kloppen en hameren en het brandend verlangen bedwongen met zichzelven toe te roepen Uit daar mee Geen dwaasheden uithalen Niet alles verspelen, wat hem in zijn eer zuchtige droomen tot dusver wensche- üjk en begeerlijk had geschenen 1 Een zomerdag, een zomerdroom, niets meer Zij moest het ook maar als zoodanig beschouwen. En kwamen er misschien een paar tranen, welnu, die zouden wel weer opdrogen. Maar voor hem zouden de vier weken bij Bröm- melmann in werkelijkheid een keerpunt in zijn leven worden. Wel zag oom iets van hetgeen zijn neef als een verborgen energie de jonge leden scheen te stalen, maar hij zei en hij vroeg niets meer. Hij ver spilde er ook geen woord over. toen er een reeks van dagen verloopen was en de verandering, welke er met den mooien Rudi had plaats gehad, steeds diudelijker zichtbaar werd. Ook zijn ondergeschikten begonnen meer en meer te bespeuren, dat de plotseling ontwaakte belangstelling, welke de chef na zijn terugkonfst van de reis in alles, wat de zaak aanging, toonde, de prijzen heeft een grens, die hier ligt waar de overweging, dat het nu te duur wordt, ze gelegd heeft. Het is zoo ver leidelijk gemakkelijk om prijzen te ver- hoogen, waarvoor het publiek min of meer ongevoelig is geworden. Maar op eens is het echter uit met die ongevoe ligheid, dan reageert het publiek, door onthouding of groote vermindering. Waarschijnlijk geldt dit op dit oogen blik voor heel veel zaken, vooral nu allerwege is aangekondigd, dat er een crisis in aantocht is, waarbij de prijzen zeer zullen vallen. Over het algemeen ben ik niet pessimistisch ten opzichte van die befaamde crisis. Vermoedelijk bestaat die in de eerste plaats hierin, dat de fabrikanten, de tusschenpersonen en de detailhandelaren zullen moeten afzien van de abnormale winsten, die zij eenige jaren hebben gemaakt en weer tevreden zullen moeten zijn met een gewone winst. Dit zal ook verband houden met de valuta. Er moet daarin verbetering komen de verhouding tus- schen mark en gulden zal gunstiger moeten worden voor de eerste en dus ongunstiger voor de laatste. Deze laat ste omstandigheid noemt men.... econo mische crisis. Toen de wapenstilstand werd gesloten, stond de mark ongeveer op 30 cent. Iedereen verwachtte nu, dat deze koers spoedig zou stijgen en in die verwachting is heel wat gekocht, in plaats van stijgen, was het dalen en nog eens dalen. Het kan niet uitblijven of velen hebben daarbij verloren. Nu moet er een oogenblik van stijgen komen en dan zijn er andere die winnen. Alweer economische crisis, hierin bestaande, dat er geld verplaatst wordt. Zoo'n crisis befeekent niet anders, dan dat de hoog-opgestapelde kapitalen in weinig handen weer moeten vervloeien en te- rugkeeren tot hen die verloren hebben. Het is nu alleen de vraag, wie het het langste uithoudt. Die propvolle pakhui zen moeten weer leeg worden, maar het zij met geringe winst, hetzij met verlies, en dit laatste beteekent alleen winst voor anderen. Hier in Den Haag zitten millioenen marken. Men houdt ze vast en velen kunnen dat doen, omdat zij het geld niet onmiddellijk noodig hebben. Een prijsdaling moet er komen en de luxe artikelen zullen het eerst aan de beurt komen. Den Haag is tot op zekere hoogte een luxe-stad en het is daarom te begrijpen, dat men hier op dit oogen blik gereserveerd is. Het publiek is zoo dom niet als de groote handelaren het wel achten. Als het op de duurte op aan komt, is ieder slim. Het publiek mist alleen het orgaan om zich te uiten en het uit zich alleen in zijn daden. Het verwondert mij niets, dat de tearooms klagen zij zullen alleen herteven, als zij hun prijzen weer brengen binnen de perken van behoorlijke betaling. Hel fop-element moet er uit. Een voorbeeld. Dezer dagen werd aangekondigd ee;i „populaire voorstelling" van een too- neelstuk. Prijzen 75200 cent. Eiltcr bleek, dat daar op kwam 20 verma kelijkheidsbelasting, 10 auteursrecht en 20 cent per plaats bespreekgeld. in werkelijkheid waren de prijzen dus 1.25 tot ƒ2.80. Verschillende gegadig den verlieten de queue voor de plaats bespreking, toen zij dit vernamen. Men krijgt nu eenmaal het gevoel, dat men wordt „afgezet". En dit werkt onthou ding in de hand. Als de „plukkers" van de publieke beurs dit gaan inzien, zul len zij wel andere maatregelen nemen. En daarvoor is het thans tijd, want het publiek werkt georganiseerd ai vormt het geen organisatie. Dat merkt men het meest in een stad als Den Haag, waar men beu is van het geplun- der. EIBER. APOTHEEK GEOPEND. Zondag 22 Februari is de apotheek geopend van mevr. wed. A. J. VAN OCKENBURG, Badhuisstraat. niet maar een gril was. In de wijze, waarop hij meer en meer de opperste leiding in eigen hand trachtte te krij gen en een scherpen blik toonde te hebben voor elke kleine nalatigheid, die hij vroeger in 't geheel niet op merkte, of welke hij nief de moeite waard achtte om er over te spreken, lag iets, hetwelk bewees, dat hij een vast doel voor oogen had. Eens kwam zijn oom er juist over toe, dat er in de ververij een hevige scène voorviel. Er was een klacht in gekomen, en Rudi Miillenhoff hield een strafpredikatie tegen den chef van de ververij, wien hij de schuld gaf van de schadej die vergoed moest worden. Toen de man zich verdedigen wilde, snauwde Rudolf hem toe Als 't u hier niet bevalt, hebt ge 't maar te zeggen. Mij bevalt het in elk geval ook niet, wanneer- de goede naam der firma gevaar begint te loopen doordien er slecht werk wordt geleverd. Bravo 1 zei Jobst Müllenhof, toen zijn neef uit de ververij kwam. Het doet me pleizier te hooren, dat de goede naam van de firma ie ter harte gaat en gemoedelijk legde hij zijn arm om de schouders van den jongen man, terwijl ze samen over het bin nenplein gingen. De mooie Rudi streek zich over het verhitte voorhoofd. Hij placht later al tijd een ontevreden gevoel te hebben, wanneer hij zich bewust werd van een uitbarsting van drift, wat hem tegen woordig maar al te vaak overkwam, vooral dan, wanneer in weerwil van Bii'ten rerantwo rdell]khcid der redactie De coBte wo dt niet ternggegevea HET „DROOGLEGGEN" VAN DE KERMIS IN STRIJD MET DE WET. Mijnheer de Redacteur De heer De Baare, secretaris van het Drankweer-comité te uwent, betoogt in uw nummer van 13 Februari jl. dat het „droogleggen" van de kermis niet in strijd zou zijn met de wet. Ik deel zijn meening geenszins, ben integendeel van oordeel dat zulk een besluit in flagran- ten strijd zou zijn zoowel met de Drank wet als met de Gemeentewet, en ben zoo vrij mijn argumenten hiervoor als volgt, zij het eenigszins beknopt, aan te voeren. Krachtens art. 7 der Drankwet kan de gemeenteraad dagen bepalen, waar op wegens omstandigheden, op grond van welke misbruik van sterken drank te vreezen is, de voor het publiek toe gankelijke localiteiten, waarvoor ver gunning is verleend, gesloten moeten zijn, hetzij gedurende den geheelen dag, hetzij gedurende bepaalde uren. Wij cursiveeren hier het woord „ge sloten". De gemeenteraad van Vlissin- gen nl. wil tijdens de kermis de locali teiten niet sluiten, doch deze geopend laten, maar tegelijkertijd den verkoop van sterken drank daarin verbieden. Dit nu is een bepaling, waartoe de ge meente-wetgever niet bevoegd is, om dat zij geacht moet worden in strijd te zijn met art. 150 der Gemeentewet, wijl zij immers treedt in hetgeen van alge meen Rijksbelang is. De Drankwet nl. regelt den verkoop van sterken drank gedurende de uren, dat de localiteiten, waarvoor een vergunning strekt, ge opend mogen zijn. Onderscheidene be palingen der Drankwet leeren ons dit. Zoo kunnen wij al dadelijk wijzen op het bepaalde in art. 10 eerste lid dezer rijkswet, waarin bepaald wordt, dat de Koningin voor zooveel den rijksdienst of den provincialen dienst betreft, of Ged. Staten voor zoover betreft een an deren openbaren dienst, toestemming kan verleenen een vergunningslocaliteit voor den openbaren dfenst te gebruiken onder voorwa..rde, dat tijdens dit ge bruik in die localiteit geen sterke drank in het klein wordt verkocht. Een dergelijke bepaling geeft art. 46 der Drankwet, hetwelk verbiedt sterken drank in het klein te verkoopen, te schenken, toe te dienen of te verstrek ken in een localiteit, waarvoor een ver gunning is verleend, tijdens het hou den daarin van zitdagen voor het pu bliek, door ambtenaren van het rijk en provincie, een gemeente of een water schap, of van openbare verkoopingen, verhuringen of verpachtingen, alsmede gedurende 2 uren voor het begin en 2 iren na den afloop der drie laatstge noemde verrichtingen. Nog sterker aanwijzing geeft art. 20 derde lid der Drankwet, hetwelk be paalt, dat de vergunninghouder met dc betaling van de helft van zijn aanslag in liet vergunningsrecht kan volstaan, actiën hij te kennen geeft (bij de be taling daarvan) geen sterken drank in het klein te zullen verkoopen of schen ken tusschen Zaterdagavond 6 uur en Maandagmorgen 8 uur. Vrij nauwkeurig alzoo heeft de rijks wetgever aangegeven onder welke om standigheden verkoop van sterken drank hetzij vrijwillig, hetzij gedwon gen, zal moeten worden gestaakt tij dens uren, gedurende welke de locali teit geopend mag zijn. Geenszins staat het den gemeente wetgever vrij zich op dit gebied te be geven en nadere voorschriften uit te vaardigen. Het is ons bekend, dat menige inter pretatie in tegenovergestelden zin van den laatsten tijd steunt op den aanhef van art. 7 der Drankwet, luidende, dat de gemeenteraad bij plaatselijke veror- aile verzet de herinnering aan twee goudbruine heldere oogen, aan een kin met een kuiltje en een paar roode lip pen weer bij hem boven kwam. Dan was zoo'n uitbarsting, die soms ook wel zonder grondige reden kwam, de beste afleider, maar later veroor zaakte ze dan toch weer een onbehaag lijk gevoel bij hem. Nu echter ver heugde hij zich over de uitbarsting, want hij gevoelde zeer goed, hoe hij daarmede bij zijn oom in de gunst was gekomen, en plotseling kwam de ge dachte bij hem op nu moet ik van het gunstige oogenblik gebruik maken en eens probeeren gewaar te worden, hoe ver ooms vriendschappelijke gezind heid wei zou kunnen gaan Hij zette weer een donker gezicht en wendde nog steeds een ontevredenheid voor, die reeds lang vervlogen was. De goede naam der firma 't is noodig te zorgen, dat daar geen vlekje op komt, vooral thans, nu de concur renten als paddestoelen uit den grond opschieten en men met het paar heel groote firma's toch al niet in concur rentie kan treden. Ja, als ik de inrich ting kon vergrooten, zooals ik graag zou willen Vergroot ze dan Wat verhin dert je het te doen Wat het mij verhindert? Dat daar. En neef wees naar de muren, die het terrein aan drie kanten insloten. r— Zoo zoo, zei oom heel lang zaam, en zijn arm gleed van den schouder van zijn neef het wordt je hier te benauwd het liefst zou je dening bepalingen, o.m. omtrent de sluiting der vergunningslokaliteilen kan maken, „onverminderd zijn bevoegd heid krachtens art. 135 der Gemeente wet". Om de juiste waarde van deze woorden te leeren kennen, doen wij goed eerst de geschiedenis der Drank wet na te gaan. De Wetgever van 1904 wilde de on zekerheid wegnemen, dat de gemeente wetgever de bevoegdheid zou hebben, behalve voor de localiteiten met ver gunning, ook sluitingsuren vast te stellen voor localiteiten met verlof en dranklokalen zonder vergunning en de minister van binnenlandsche zaken antwoordde den heer Goeman Borge- sius bij de beraadslaging over dit art. o.m. dit „Het derde nummer is in dit art. opgenomen om er tegen te waken, dat, waar deze materie een zaak van rijskbelang was geworden, twijfel zou lijzen aangaande de bevoegdheid der gemeentebesturen, om voor de locali teiten met vergunning een sluitingsuur vast te stellen." In denzelfden geest sprak de heer Talma, de toenmalige voorzitter der commissie van rapporteurs, over het wetsontwerp. Hij zeide o.a. „Voor- mits niet wei te ontkennen valt, dat bepalen van uren, gedurende welke localiteiten met vergunning als zooda nig gesloten moeten zijn, d.w.z. de daar gedreven kleinhandel in sterken drank gestaakt moet worden, is regelen van dien kleinhandel". Het staat dus uit de geschiedenis der Wet vrijwel onomstooteiijk vast, dat art. 135 der Gemeentewet hier niet mag worden toegepast, aangezien dit in strijd zou zijn met art. 150 dezer Wet en de Kroon zulk een verordening volgens recht gedwongen zou zijn te vernietigen. Wij weten wel dat de minister van arbeid hierover thans anders denkt, maar dat beduidt nog geenszins, dat zijn meening de juiste is en alleen door de groote gebrekkigheid onzer admini stratieve rechtspraak kan zulk een on juiste meening zegevieren. Veel te veel heeft in deze zaak de geheelonthouder in plaats van de minister geoordeeld. Kenmerkend is ook, naar wij uit de beste bron weten, dat de meest aan gewezen adviseur van den minister van arbeid over deze vraag anders denkt en heeft geoordeeld dan de mi nister zelf dit is van te grooter be- teekenis, als men bedenkt, dat ook deze adviseur een erkende drankbestrijder is. Een kind trouwens kan nagaan hoe onrechtvaardig de wet gaat werken, als men zich gaat vasthouden aan de interpretatie van minister Aalberse. Krachtens deze zelfde leer kan ook verboden worden, krachtens art. 135 der Gemeentewet, sterken drank te verkoopen in localiteiten met vergun ning, die geopend mogen zijn tusschen Zaterdagavond 6 uur en Maandagmor gen 8 uur. Gesteld nu, wat ongeveer regel is, dat een vergunninghouder in het laatst van April 100 van zijn aanslag in het vergunningsrecht betaalt, maar dat de gemeenteraad omstreeks half Mei een dergelijk tapverbod uitvaardigt, dan heeft de vergunninghouder 100 van zijn aanslag betaald, maar mag toch slechts zijn bedrijf uitoefenen als of hij slechts 50 aan den gemeente ontvanger had afgedragen. Met dit eene voorbeeld kan duidelijk gemaakt worden, hoe een dergelijke verorde ning tegen alie recht en billijkheid in- druischt en dat een diepere studie van de Drankwet en hare geschiedenis niet noodig is om dit duidelijk te maken. Wij hebben hier alleen de juridische zijde van het vraagstuk besproken practisch is het handhaven van een tapverbod tijdens kermisdagen voor inrichtingen, waarin de sterke drank krachtens de wet in voorraad en aan wezig mag zijn, onuitvoerbaar. Waar de politie niet aileen te Viis- singen maar ook overal elders, zelfs misschien den heelen boel hier ver koopen Verkoopen Neef was werkelijk verontwaardigd. Dit hier verkoopen Niet voor een millioen Maar ik zou graag de noodige duiten hebben om een soort inrichting in liet leven te roe pen, zooals mij reeds jaar en dag voor den geest staat. Hm, zei oom, hm, zoo hoog zou je willen vliegen En dat, terwijl tegenwoordig bijna eiken dag zoo'n hoogvlieger naar beneden tuimelt Nu bleef zijn neef dicht voor hem staan en keek hem met zijn jonge, tin telende oogen recht in 't gezicht. Oom Jobst, hebt u in uw leven al eens gezien, dat een Müllenhof naar beneden tuimelde, of er in liep, als hij zich eenmaal iets vast had voorgeno men. Oom keek met zijn scherpe, ver standige oogen lang in die van zijn neef en wiegde het hoofd. Ja, als ik maar eens zeker wist, dat ie een echte Müllenhof was en niet iemand, die alleen maar dien naam draagt. Een echte, oom Jobst, daar kunt li op aan. En daarom zou ik ook niet graag staan willen blijven, maar met mijn tijd willen meegaan. Hm zei oom weer langzaam meegaan met den tijd daar heb ik niets op tegen, maar tot dusver scheen het mij, dat jouw meegaan niet anders was dan een op den loop gaan en ik kan het nog altijd niet recht gelooven, dat die vier weken bij August Bröm- INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. Iedere uitgeputte vrouw diende dit te weten. Zorgen en overwerking veroorzaken de meeste zenuwachtigheid en nier kwalen bij vrouwen. Uitgeput voor de dag begint en te vermoeid om de noodige rust te genie ten na afloop van het werk dat is wat zich iederen dag voordoet, als de nieren aangedaan zijn. Hoofdpijn, duizeligheid, rugpijn, urine-kwalen, bloedarmoede en vreem de pijnen, die komen en gaan, zijn de eerste aanwijzingen van onzuiver bloed en vatbaarheid voor urinezuur, te wij ten aan nierzwakte. Om gezond te worden en de gevaren van rheumatiek, blaassteen,waterzucht, ontstoken nieren en urinezuurvergifti- ging te vermijden, dient gij onmiddel lijk te beginnen met een eenvoudige, goed geregelde voeding, frissche lucht tn rust, en uw zorgen en overwerking ter zijde te zetten. Foster's Rugpijn Nieren Pillen zullen uw herstel bevorderen, want zij wer ken zacht doch rechtstreeks op de nie ren en blaas, alle nier-organen verzach tend en versterkend. Zelfs in gevorder de gevallen van nierziekte hadden Foster's Pillen onmerkelijk succes. Vrouwen zullen haar behulpzaam vin den op alle tijden van nier- of urine- stoornissen. Men dient te onthouden, dat Foster's Pillen hoegenaamd niet op de ingewanden werken, doch uitslui tend op de nier-organen. De handteekening van James Foster op de verpakking waarborgt de echt heid. Foster's Rugpijn Nieren Pillen zijn te Vlissingen verkrijgbaar bij A. C. Beniest, Lepelstraat 13, a 1.75 p. doos of 10.p. zes doozen. 43 bij de krachtige hulpmiddelen, die de Drankwetgever van 1904 haar heeft gegeven, niet bij machte is geweest den clandestienen verkoop te beteuge len, laat staan uit te roeien, daar is het een nog veel meer onbegonnen taak voor het gezag een bepaling te handhaven, als die hier wordt aange vochten, waarop de controle zoo ont zaggelijk vee! moeilijker geworden is. Vergeet daarbij nier, dat de vergun ninghouder nog veel minder eerbied voor zulk een bepaling kan hebben dan de clandestiene verkooper voor de Drankwet, aangezien immers deze be paling reeds voor zijn gevoel zeer on rechtvaardig is. Indien de drankbestrijders niet ai- leen als het ware willen „getuigen", niet alleen willen maken eenige schoo- ne gebaren, maar indien zij, zooals ieder Staatsburger past en vooral hem, die geroepen is mede de wet te helpen maken, willen verhoogen den eerbied voor de wet en het gezag, dan zullen zij zich wel tweemaal bedenken, voor zij helpen tot stand brengen bepalin gen, als die hier zijn afgekeurd. Een beroep op den minister van ar beid kan dezulken hierbij niet helpen, te.meer niet, ais hij bedenkt, dat geen enkele autoriteit op het gebied der Drankwet en hare toepassing diens meening deelt. ABR. STAALMAN. Amsterdam, 17 Februari 1920. Hebt ge uw Polis al eens goed nagelezen Een ieder neme in acht dat, wil men 't recht op een uitkeering niet verbeuren, men gehouden is van een ongeval binnen 48 uren aan den Uitgever dezer Courant kennis te geven - -- -- -- -- Bureau „Vliss. Cour." Kleine Markt SS melmann zoo'n wonder in je hebben gewerkt. Ais 't werkelijk zoo is, zal ik als oom dien man nog wel een visite moeten brengen om hem mijn dank te betuigen. Dat mankeerde er nog maar aan dacht de mooie Rudi, trok de huisdeur open en leidde zijn oom in het woon vertrek. Op de tafel lag nog de cou rant, welke hij na het middagmaal had gelezen, en tie vetgedrukte adverten tie, die hem aanleiding tot zooveel ge peins had gegeven, viel hem weer in 't oog. Een oud landgoed in de onmid dellijke nabijheid van Berlijn werd ten verkoop gepresenteerd. Het zou ook zeer geschikt zijn voor een inrichting van industriëelen aard was er in de advertentie bij gevoegd. Dat zou juist iets zijn, had Ru- dolt' Müllenhof bij zichzelven gedacht, en hij was gaan droomen en plannen gaan maken en daarbij was de aristo cratische gestalte van freule Armgard von Röhritz steeds duidelijker op den voorgrond getreden. Want ter wille van de feudale bezitting, welke hij heel goed te liggen wist, zou ze zeker wel toegeeflijk een oogje dicht doen voor den „verver", wanneer die hier of daar ter zijde van het schoone park en het oude familieslot een „industriëele on derneming in het leven riep, waaraan men geen aanstoot kon geven, wijl ze op zoo'n grooten voet was ingericht. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1920 | | pagina 5