IliisiBOsetie Courant
ÏÏoor eigen kracht
BIJVOEGSEL
Verzekerden
Zitirdsg 21 Februari 1920.- Ho. 44.
Brieven uit de Hofstad
FEUILLETON
INGEZONDEN STUKKEN
VAN DE
VAN
Economische crisis.
In de dagen, toen de oorlog nog in al
zün verschrikkingen woedde en iedereen
van dag tot dag met spanning het wis
selen der kansen gadesloeg, was het
aantal Kamer-strategen buitengewoon
oroot Vóór de bulletins stonden zij
steeds in grooten getale en zij gaven
hun wijsheid gratis aan ieder, die er
naar luisteren wilde. In de trams en in
de kapperswinkels hielden deze geleer
den iiun ongevraagde redevoeringen en
wee dengene die zich verstoutte met
jen van meening te verschillen. Het ge-
strateeg" heeft thans afgedaan. Eerst
hebben wij daarna de diplomaten a la
suite gekregen, die ons dagelijks precies
wisten te vertellen wat de Entente zou
doen, die 's morgens al omstandig uit
eenzetten, wat Clemenceau of Lloyd
George dien dag zouden doen. Nu de
vrede er is, is dit diplomaten-corps ook
weer verdwenen en thans hebben wij
„ekregen de crisis-sociologen. Vermoe
delijk zijn het dezelfde veelzijdig-ont-
wikkelde geleerden, die eerst strateeg,
toen diplomaat en nu socioloog zijn,
mensclien, die jongejannen in wereld
wijsheid. Ze zijn er, en dagelijks ver-
lellen ze ons thans, dat er een economi
sche crisis voor de deur staat anderen
beweren, dat we er al midden inzitten.
De verhalen over de volgepropte pak
huizen, diepzinnige bespiegelingen over
de valuta, sombere voorspellingen over
i de waarde van den gulden, we krijgen
ze thans iederen dag te genieten. Tal
van zaken staan aan den rand van den
afgrond, heet het, andere ontslaan
morgen of overmorgen al hun personeel
en zoo gaat het voort. Het aantal ren
teniers is in Den Haag bizonder groot
en het schijnt een aangenaam vermaak
te zijn om gewichtige onderwerpen te
behandelen, vooral wanneer de geuite
meening daarover ietwat naar het pes
simistische neigt.
Iemand, die niet tot liet renteniers
corps behoort, verzekerde mij dezer da
gen, dat de handelaren in luxe-artikelen
iiet op dit oogenblik zoo slecht hebben.
Het publiek koopt niets. Zelfs de zoo
zeer geliefde tea-rooms hebben het
thans slapjes. Om dit laatste eens te
constateeren, ben ik op stap gegaan en
werkelijk, het was er in het drietal van
den eersten rang zeer stil op het uur
waarop de meeste drukte daar placht
te heerschen. Wat echter ontwaarde ik
tevens Een kopje thee kost er vijftig
cents 1 Een gebakje twintig Waarlijk
het wordt daardoor wel duidelijk,
waarom het bezoek er is afgenomen.
Dit is niet alleen afzetterij, maar men
heeft vergeten, dat het met dergelijke
'ijzen niet doenlijk meer is om van
deze aangename verpoozingen een ge
regeld gebruik te maken. Wanneer
mama met haar kinderen gaat winke
len, is het een prettige afwisseling, om
een kwartiertje uit te rusten in de tea
room. Nu echter dat grapje tweemaal
zoo duur is geworden en de prijzen, die
daar betaald worden, in geen vergelijk
meer staan tot de werkelijke waarde
van het genotene, denkt men er anders
o.ver. Voor hetzelfde bedrag of minder
kan men zich thuis, waar een kopje
thee slechts een paar centen kost, heel
wat meer „vermaken". Zóó dachten vele
Haagsche huismoeders, wier oordeel ik
vroeg, over dit punt. Het opdrijven van
Roman van H. ABT.
Toen had hij zichzelven aangegre
pen en het kloppen en hameren en het
brandend verlangen bedwongen met
zichzelven toe te roepen Uit daar
mee Geen dwaasheden uithalen Niet
alles verspelen, wat hem in zijn eer
zuchtige droomen tot dusver wensche-
üjk en begeerlijk had geschenen 1 Een
zomerdag, een zomerdroom, niets
meer Zij moest het ook maar als
zoodanig beschouwen. En kwamen er
misschien een paar tranen, welnu, die
zouden wel weer opdrogen. Maar voor
hem zouden de vier weken bij Bröm-
melmann in werkelijkheid een keerpunt
in zijn leven worden.
Wel zag oom iets van hetgeen zijn
neef als een verborgen energie de
jonge leden scheen te stalen, maar hij
zei en hij vroeg niets meer. Hij ver
spilde er ook geen woord over. toen er
een reeks van dagen verloopen was en
de verandering, welke er met den
mooien Rudi had plaats gehad, steeds
diudelijker zichtbaar werd. Ook zijn
ondergeschikten begonnen meer en
meer te bespeuren, dat de plotseling
ontwaakte belangstelling, welke de
chef na zijn terugkonfst van de reis in
alles, wat de zaak aanging, toonde,
de prijzen heeft een grens, die hier ligt
waar de overweging, dat het nu te duur
wordt, ze gelegd heeft. Het is zoo ver
leidelijk gemakkelijk om prijzen te ver-
hoogen, waarvoor het publiek min of
meer ongevoelig is geworden. Maar op
eens is het echter uit met die ongevoe
ligheid, dan reageert het publiek, door
onthouding of groote vermindering.
Waarschijnlijk geldt dit op dit oogen
blik voor heel veel zaken, vooral nu
allerwege is aangekondigd, dat er een
crisis in aantocht is, waarbij de prijzen
zeer zullen vallen. Over het algemeen
ben ik niet pessimistisch ten opzichte
van die befaamde crisis. Vermoedelijk
bestaat die in de eerste plaats hierin,
dat de fabrikanten, de tusschenpersonen
en de detailhandelaren zullen moeten
afzien van de abnormale winsten, die
zij eenige jaren hebben gemaakt en
weer tevreden zullen moeten zijn met
een gewone winst. Dit zal ook verband
houden met de valuta. Er moet daarin
verbetering komen de verhouding tus-
schen mark en gulden zal gunstiger
moeten worden voor de eerste en dus
ongunstiger voor de laatste. Deze laat
ste omstandigheid noemt men.... econo
mische crisis. Toen de wapenstilstand
werd gesloten, stond de mark ongeveer
op 30 cent. Iedereen verwachtte nu, dat
deze koers spoedig zou stijgen en in die
verwachting is heel wat gekocht, in
plaats van stijgen, was het dalen en nog
eens dalen. Het kan niet uitblijven of
velen hebben daarbij verloren. Nu moet
er een oogenblik van stijgen komen en
dan zijn er andere die winnen. Alweer
economische crisis, hierin bestaande,
dat er geld verplaatst wordt. Zoo'n
crisis befeekent niet anders, dan dat de
hoog-opgestapelde kapitalen in weinig
handen weer moeten vervloeien en te-
rugkeeren tot hen die verloren hebben.
Het is nu alleen de vraag, wie het het
langste uithoudt. Die propvolle pakhui
zen moeten weer leeg worden, maar het
zij met geringe winst, hetzij met verlies,
en dit laatste beteekent alleen winst
voor anderen.
Hier in Den Haag zitten millioenen
marken. Men houdt ze vast en velen
kunnen dat doen, omdat zij het geld
niet onmiddellijk noodig hebben. Een
prijsdaling moet er komen en de luxe
artikelen zullen het eerst aan de beurt
komen. Den Haag is tot op zekere
hoogte een luxe-stad en het is daarom
te begrijpen, dat men hier op dit oogen
blik gereserveerd is. Het publiek is zoo
dom niet als de groote handelaren het
wel achten. Als het op de duurte op aan
komt, is ieder slim. Het publiek mist
alleen het orgaan om zich te uiten en
het uit zich alleen in zijn daden. Het
verwondert mij niets, dat de tearooms
klagen zij zullen alleen herteven, als
zij hun prijzen weer brengen binnen de
perken van behoorlijke betaling. Hel
fop-element moet er uit. Een voorbeeld.
Dezer dagen werd aangekondigd ee;i
„populaire voorstelling" van een too-
neelstuk. Prijzen 75200 cent. Eiltcr
bleek, dat daar op kwam 20 verma
kelijkheidsbelasting, 10 auteursrecht
en 20 cent per plaats bespreekgeld. in
werkelijkheid waren de prijzen dus
1.25 tot ƒ2.80. Verschillende gegadig
den verlieten de queue voor de plaats
bespreking, toen zij dit vernamen. Men
krijgt nu eenmaal het gevoel, dat men
wordt „afgezet". En dit werkt onthou
ding in de hand. Als de „plukkers" van
de publieke beurs dit gaan inzien, zul
len zij wel andere maatregelen nemen.
En daarvoor is het thans tijd, want
het publiek werkt georganiseerd ai
vormt het geen organisatie. Dat merkt
men het meest in een stad als Den
Haag, waar men beu is van het geplun-
der. EIBER.
APOTHEEK GEOPEND.
Zondag 22 Februari is de apotheek
geopend van mevr. wed. A. J. VAN
OCKENBURG, Badhuisstraat.
niet maar een gril was. In de wijze,
waarop hij meer en meer de opperste
leiding in eigen hand trachtte te krij
gen en een scherpen blik toonde te
hebben voor elke kleine nalatigheid,
die hij vroeger in 't geheel niet op
merkte, of welke hij nief de moeite
waard achtte om er over te spreken,
lag iets, hetwelk bewees, dat hij een
vast doel voor oogen had.
Eens kwam zijn oom er juist over
toe, dat er in de ververij een hevige
scène voorviel. Er was een klacht in
gekomen, en Rudi Miillenhoff hield een
strafpredikatie tegen den chef van de
ververij, wien hij de schuld gaf van de
schadej die vergoed moest worden.
Toen de man zich verdedigen wilde,
snauwde Rudolf hem toe Als 't u
hier niet bevalt, hebt ge 't maar te
zeggen. Mij bevalt het in elk geval ook
niet, wanneer- de goede naam der firma
gevaar begint te loopen doordien er
slecht werk wordt geleverd.
Bravo 1 zei Jobst Müllenhof, toen
zijn neef uit de ververij kwam. Het
doet me pleizier te hooren, dat de
goede naam van de firma ie ter harte
gaat en gemoedelijk legde hij zijn
arm om de schouders van den jongen
man, terwijl ze samen over het bin
nenplein gingen.
De mooie Rudi streek zich over het
verhitte voorhoofd. Hij placht later al
tijd een ontevreden gevoel te hebben,
wanneer hij zich bewust werd van een
uitbarsting van drift, wat hem tegen
woordig maar al te vaak overkwam,
vooral dan, wanneer in weerwil van
Bii'ten rerantwo rdell]khcid der redactie
De coBte wo dt niet ternggegevea
HET „DROOGLEGGEN" VAN DE
KERMIS IN STRIJD MET DE WET.
Mijnheer de Redacteur
De heer De Baare, secretaris van het
Drankweer-comité te uwent, betoogt in
uw nummer van 13 Februari jl. dat het
„droogleggen" van de kermis niet in
strijd zou zijn met de wet. Ik deel zijn
meening geenszins, ben integendeel van
oordeel dat zulk een besluit in flagran-
ten strijd zou zijn zoowel met de Drank
wet als met de Gemeentewet, en ben
zoo vrij mijn argumenten hiervoor als
volgt, zij het eenigszins beknopt, aan
te voeren.
Krachtens art. 7 der Drankwet kan
de gemeenteraad dagen bepalen, waar
op wegens omstandigheden, op grond
van welke misbruik van sterken drank
te vreezen is, de voor het publiek toe
gankelijke localiteiten, waarvoor ver
gunning is verleend, gesloten moeten
zijn, hetzij gedurende den geheelen dag,
hetzij gedurende bepaalde uren.
Wij cursiveeren hier het woord „ge
sloten". De gemeenteraad van Vlissin-
gen nl. wil tijdens de kermis de locali
teiten niet sluiten, doch deze geopend
laten, maar tegelijkertijd den verkoop
van sterken drank daarin verbieden. Dit
nu is een bepaling, waartoe de ge
meente-wetgever niet bevoegd is, om
dat zij geacht moet worden in strijd te
zijn met art. 150 der Gemeentewet, wijl
zij immers treedt in hetgeen van alge
meen Rijksbelang is. De Drankwet nl.
regelt den verkoop van sterken drank
gedurende de uren, dat de localiteiten,
waarvoor een vergunning strekt, ge
opend mogen zijn. Onderscheidene be
palingen der Drankwet leeren ons dit.
Zoo kunnen wij al dadelijk wijzen op
het bepaalde in art. 10 eerste lid dezer
rijkswet, waarin bepaald wordt, dat de
Koningin voor zooveel den rijksdienst
of den provincialen dienst betreft, of
Ged. Staten voor zoover betreft een an
deren openbaren dienst, toestemming
kan verleenen een vergunningslocaliteit
voor den openbaren dfenst te gebruiken
onder voorwa..rde, dat tijdens dit ge
bruik in die localiteit geen sterke
drank in het klein wordt verkocht. Een
dergelijke bepaling geeft art. 46 der
Drankwet, hetwelk verbiedt sterken
drank in het klein te verkoopen, te
schenken, toe te dienen of te verstrek
ken in een localiteit, waarvoor een ver
gunning is verleend, tijdens het hou
den daarin van zitdagen voor het pu
bliek, door ambtenaren van het rijk en
provincie, een gemeente of een water
schap, of van openbare verkoopingen,
verhuringen of verpachtingen, alsmede
gedurende 2 uren voor het begin en 2
iren na den afloop der drie laatstge
noemde verrichtingen.
Nog sterker aanwijzing geeft art. 20
derde lid der Drankwet, hetwelk be
paalt, dat de vergunninghouder met dc
betaling van de helft van zijn aanslag
in liet vergunningsrecht kan volstaan,
actiën hij te kennen geeft (bij de be
taling daarvan) geen sterken drank in
het klein te zullen verkoopen of schen
ken tusschen Zaterdagavond 6 uur en
Maandagmorgen 8 uur.
Vrij nauwkeurig alzoo heeft de rijks
wetgever aangegeven onder welke om
standigheden verkoop van sterken
drank hetzij vrijwillig, hetzij gedwon
gen, zal moeten worden gestaakt tij
dens uren, gedurende welke de locali
teit geopend mag zijn.
Geenszins staat het den gemeente
wetgever vrij zich op dit gebied te be
geven en nadere voorschriften uit te
vaardigen.
Het is ons bekend, dat menige inter
pretatie in tegenovergestelden zin van
den laatsten tijd steunt op den aanhef
van art. 7 der Drankwet, luidende, dat
de gemeenteraad bij plaatselijke veror-
aile verzet de herinnering aan twee
goudbruine heldere oogen, aan een kin
met een kuiltje en een paar roode lip
pen weer bij hem boven kwam.
Dan was zoo'n uitbarsting, die soms
ook wel zonder grondige reden kwam,
de beste afleider, maar later veroor
zaakte ze dan toch weer een onbehaag
lijk gevoel bij hem. Nu echter ver
heugde hij zich over de uitbarsting,
want hij gevoelde zeer goed, hoe hij
daarmede bij zijn oom in de gunst was
gekomen, en plotseling kwam de ge
dachte bij hem op nu moet ik van het
gunstige oogenblik gebruik maken en
eens probeeren gewaar te worden, hoe
ver ooms vriendschappelijke gezind
heid wei zou kunnen gaan Hij zette
weer een donker gezicht en wendde
nog steeds een ontevredenheid voor,
die reeds lang vervlogen was.
De goede naam der firma 't is
noodig te zorgen, dat daar geen vlekje
op komt, vooral thans, nu de concur
renten als paddestoelen uit den grond
opschieten en men met het paar heel
groote firma's toch al niet in concur
rentie kan treden. Ja, als ik de inrich
ting kon vergrooten, zooals ik graag
zou willen
Vergroot ze dan Wat verhin
dert je het te doen
Wat het mij verhindert? Dat daar.
En neef wees naar de muren, die
het terrein aan drie kanten insloten.
r— Zoo zoo, zei oom heel lang
zaam, en zijn arm gleed van den
schouder van zijn neef het wordt je
hier te benauwd het liefst zou je
dening bepalingen, o.m. omtrent de
sluiting der vergunningslokaliteilen kan
maken, „onverminderd zijn bevoegd
heid krachtens art. 135 der Gemeente
wet". Om de juiste waarde van deze
woorden te leeren kennen, doen wij
goed eerst de geschiedenis der Drank
wet na te gaan.
De Wetgever van 1904 wilde de on
zekerheid wegnemen, dat de gemeente
wetgever de bevoegdheid zou hebben,
behalve voor de localiteiten met ver
gunning, ook sluitingsuren vast te
stellen voor localiteiten met verlof en
dranklokalen zonder vergunning en de
minister van binnenlandsche zaken
antwoordde den heer Goeman Borge-
sius bij de beraadslaging over dit art.
o.m. dit „Het derde nummer is in dit
art. opgenomen om er tegen te waken,
dat, waar deze materie een zaak van
rijskbelang was geworden, twijfel zou
lijzen aangaande de bevoegdheid der
gemeentebesturen, om voor de locali
teiten met vergunning een sluitingsuur
vast te stellen."
In denzelfden geest sprak de heer
Talma, de toenmalige voorzitter der
commissie van rapporteurs, over het
wetsontwerp. Hij zeide o.a. „Voor-
mits niet wei te ontkennen valt, dat
bepalen van uren, gedurende welke
localiteiten met vergunning als zooda
nig gesloten moeten zijn, d.w.z. de
daar gedreven kleinhandel in sterken
drank gestaakt moet worden, is regelen
van dien kleinhandel".
Het staat dus uit de geschiedenis
der Wet vrijwel onomstooteiijk vast,
dat art. 135 der Gemeentewet hier niet
mag worden toegepast, aangezien dit
in strijd zou zijn met art. 150 dezer
Wet en de Kroon zulk een verordening
volgens recht gedwongen zou zijn te
vernietigen.
Wij weten wel dat de minister van
arbeid hierover thans anders denkt,
maar dat beduidt nog geenszins, dat
zijn meening de juiste is en alleen door
de groote gebrekkigheid onzer admini
stratieve rechtspraak kan zulk een on
juiste meening zegevieren. Veel te veel
heeft in deze zaak de geheelonthouder
in plaats van de minister geoordeeld.
Kenmerkend is ook, naar wij uit de
beste bron weten, dat de meest aan
gewezen adviseur van den minister
van arbeid over deze vraag anders
denkt en heeft geoordeeld dan de mi
nister zelf dit is van te grooter be-
teekenis, als men bedenkt, dat ook deze
adviseur een erkende drankbestrijder
is.
Een kind trouwens kan nagaan hoe
onrechtvaardig de wet gaat werken,
als men zich gaat vasthouden aan de
interpretatie van minister Aalberse.
Krachtens deze zelfde leer kan ook
verboden worden, krachtens art. 135
der Gemeentewet, sterken drank te
verkoopen in localiteiten met vergun
ning, die geopend mogen zijn tusschen
Zaterdagavond 6 uur en Maandagmor
gen 8 uur.
Gesteld nu, wat ongeveer regel is,
dat een vergunninghouder in het laatst
van April 100 van zijn aanslag in
het vergunningsrecht betaalt, maar dat
de gemeenteraad omstreeks half Mei
een dergelijk tapverbod uitvaardigt,
dan heeft de vergunninghouder 100
van zijn aanslag betaald, maar mag
toch slechts zijn bedrijf uitoefenen als
of hij slechts 50 aan den gemeente
ontvanger had afgedragen. Met dit
eene voorbeeld kan duidelijk gemaakt
worden, hoe een dergelijke verorde
ning tegen alie recht en billijkheid in-
druischt en dat een diepere studie van
de Drankwet en hare geschiedenis niet
noodig is om dit duidelijk te maken.
Wij hebben hier alleen de juridische
zijde van het vraagstuk besproken
practisch is het handhaven van een
tapverbod tijdens kermisdagen voor
inrichtingen, waarin de sterke drank
krachtens de wet in voorraad en aan
wezig mag zijn, onuitvoerbaar.
Waar de politie niet aileen te Viis-
singen maar ook overal elders, zelfs
misschien den heelen boel hier ver
koopen
Verkoopen Neef was werkelijk
verontwaardigd. Dit hier verkoopen
Niet voor een millioen Maar ik zou
graag de noodige duiten hebben om
een soort inrichting in liet leven te roe
pen, zooals mij reeds jaar en dag voor
den geest staat.
Hm, zei oom, hm, zoo hoog
zou je willen vliegen En dat, terwijl
tegenwoordig bijna eiken dag zoo'n
hoogvlieger naar beneden tuimelt
Nu bleef zijn neef dicht voor hem
staan en keek hem met zijn jonge, tin
telende oogen recht in 't gezicht.
Oom Jobst, hebt u in uw leven al
eens gezien, dat een Müllenhof naar
beneden tuimelde, of er in liep, als hij
zich eenmaal iets vast had voorgeno
men.
Oom keek met zijn scherpe, ver
standige oogen lang in die van zijn
neef en wiegde het hoofd.
Ja, als ik maar eens zeker wist,
dat ie een echte Müllenhof was en niet
iemand, die alleen maar dien naam
draagt.
Een echte, oom Jobst, daar kunt
li op aan. En daarom zou ik ook niet
graag staan willen blijven, maar met
mijn tijd willen meegaan.
Hm zei oom weer langzaam
meegaan met den tijd daar heb ik
niets op tegen, maar tot dusver scheen
het mij, dat jouw meegaan niet anders
was dan een op den loop gaan en ik
kan het nog altijd niet recht gelooven,
dat die vier weken bij August Bröm-
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
Iedere uitgeputte vrouw
diende dit te weten.
Zorgen en overwerking veroorzaken
de meeste zenuwachtigheid en nier
kwalen bij vrouwen.
Uitgeput voor de dag begint en te
vermoeid om de noodige rust te genie
ten na afloop van het werk dat is
wat zich iederen dag voordoet, als de
nieren aangedaan zijn.
Hoofdpijn, duizeligheid, rugpijn,
urine-kwalen, bloedarmoede en vreem
de pijnen, die komen en gaan, zijn de
eerste aanwijzingen van onzuiver bloed
en vatbaarheid voor urinezuur, te wij
ten aan nierzwakte.
Om gezond te worden en de gevaren
van rheumatiek, blaassteen,waterzucht,
ontstoken nieren en urinezuurvergifti-
ging te vermijden, dient gij onmiddel
lijk te beginnen met een eenvoudige,
goed geregelde voeding, frissche lucht
tn rust, en uw zorgen en overwerking
ter zijde te zetten.
Foster's Rugpijn Nieren Pillen zullen
uw herstel bevorderen, want zij wer
ken zacht doch rechtstreeks op de nie
ren en blaas, alle nier-organen verzach
tend en versterkend. Zelfs in gevorder
de gevallen van nierziekte hadden
Foster's Pillen onmerkelijk succes.
Vrouwen zullen haar behulpzaam vin
den op alle tijden van nier- of urine-
stoornissen. Men dient te onthouden,
dat Foster's Pillen hoegenaamd niet op
de ingewanden werken, doch uitslui
tend op de nier-organen.
De handteekening van James Foster
op de verpakking waarborgt de echt
heid. Foster's Rugpijn Nieren Pillen zijn
te Vlissingen verkrijgbaar bij A. C.
Beniest, Lepelstraat 13, a 1.75 p. doos
of 10.p. zes doozen. 43
bij de krachtige hulpmiddelen, die de
Drankwetgever van 1904 haar heeft
gegeven, niet bij machte is geweest
den clandestienen verkoop te beteuge
len, laat staan uit te roeien, daar is
het een nog veel meer onbegonnen
taak voor het gezag een bepaling te
handhaven, als die hier wordt aange
vochten, waarop de controle zoo ont
zaggelijk vee! moeilijker geworden is.
Vergeet daarbij nier, dat de vergun
ninghouder nog veel minder eerbied
voor zulk een bepaling kan hebben dan
de clandestiene verkooper voor de
Drankwet, aangezien immers deze be
paling reeds voor zijn gevoel zeer on
rechtvaardig is.
Indien de drankbestrijders niet ai-
leen als het ware willen „getuigen",
niet alleen willen maken eenige schoo-
ne gebaren, maar indien zij, zooals
ieder Staatsburger past en vooral hem,
die geroepen is mede de wet te helpen
maken, willen verhoogen den eerbied
voor de wet en het gezag, dan zullen
zij zich wel tweemaal bedenken, voor
zij helpen tot stand brengen bepalin
gen, als die hier zijn afgekeurd.
Een beroep op den minister van ar
beid kan dezulken hierbij niet helpen,
te.meer niet, ais hij bedenkt, dat geen
enkele autoriteit op het gebied der
Drankwet en hare toepassing diens
meening deelt.
ABR. STAALMAN.
Amsterdam, 17 Februari 1920.
Hebt ge uw Polis al eens goed
nagelezen
Een ieder neme in acht dat, wil
men 't recht op een uitkeering niet
verbeuren, men gehouden is van
een ongeval binnen 48 uren aan
den Uitgever dezer Courant kennis
te geven - -- -- -- --
Bureau „Vliss. Cour."
Kleine Markt SS
melmann zoo'n wonder in je hebben
gewerkt. Ais 't werkelijk zoo is, zal ik
als oom dien man nog wel een visite
moeten brengen om hem mijn dank te
betuigen.
Dat mankeerde er nog maar aan
dacht de mooie Rudi, trok de huisdeur
open en leidde zijn oom in het woon
vertrek. Op de tafel lag nog de cou
rant, welke hij na het middagmaal had
gelezen, en tie vetgedrukte adverten
tie, die hem aanleiding tot zooveel ge
peins had gegeven, viel hem weer in 't
oog. Een oud landgoed in de onmid
dellijke nabijheid van Berlijn werd ten
verkoop gepresenteerd.
Het zou ook zeer geschikt zijn
voor een inrichting van industriëelen
aard was er in de advertentie bij
gevoegd.
Dat zou juist iets zijn, had Ru-
dolt' Müllenhof bij zichzelven gedacht,
en hij was gaan droomen en plannen
gaan maken en daarbij was de aristo
cratische gestalte van freule Armgard
von Röhritz steeds duidelijker op den
voorgrond getreden. Want ter wille
van de feudale bezitting, welke hij heel
goed te liggen wist, zou ze zeker wel
toegeeflijk een oogje dicht doen voor
den „verver", wanneer die hier of daar
ter zijde van het schoone park en het
oude familieslot een „industriëele on
derneming in het leven riep, waaraan
men geen aanstoot kon geven, wijl ze
op zoo'n grooten voet was ingericht.
(Wordt vervolgd.)