2)oor eigen kracht
DONDERDAG 5 FEBRUARI.
GEMEENTEBESTUUR
KAMEROVERZICHT.
FEUILLETON
BINNENLAND
VUSSI1NCSCHE COURANT
ADVËRTENTÏE-PRIJS
Van 14 regels 1.voor iedere
fegel meer 24 centbij abonnement spe
ciale prijzen. Reclames 48 cent per regel
Dienstaanbiedingen en dienstaanvragen
van i5 regels 50 centiedere regel meer
12 cent, bij contante betaling.
Familieberichten van 16 regels ƒ1.55,
iedere regel meer 24 cent.
ASONNEMENTS-PRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal
cheren 2.per drie maanden. Franco
door het geheele rijk ƒ2.30. Week-abon-
nementen 15 cent. Afzonderlijke nummers
4 cent.
COMMISSIE VAN TOEZICHT OP HET
LAGER ONDERWIJS TE VLISSINGEN.
De Commissie maakt bekend, dat open
bare /essen zullen gehouden worden op
School A op Dinsdag 10 Februari, van
24 uur n.m.
School B op Donderdag 12 Februari, van
24 uiir 'h.m.
en een ouderavond op school F op 7
Februari, van 34.30 uur n.m.
De Commissie noodigt ouders, voogden
en verdere belangstellenden uit tot bij
woning dezer lessen.
De Commissie voornoemd,
JOS VAN RAALTE, Voorzitter.
Dr. A. VAN MAANÉN, Secretaris.
EERSTE KAMER.
Vergadering van Woensdag.
Een der jeugdige leden der Kamer,
de heer Diepen, is onverwacht overle
den. De voorzitter en minister Ruijs
wijdden woorden van hulde aan zijn na
gedachtenis.
De algemeene beschouwingen werden
vandaag geopend door den heer van
Nierop, die natuurlijk de financieele
kwestie behandelde. 'Tegenover de on
rustbarende stijging van de uitgaven,
aldus was het uitgangspunt van zijn
rede, staat een zeer onzekere gang van
de inkomsten. Vóór alles blijft dus zui
nigheid noodig, maar in dit opzicht
heeft het kabinet zich niet verdienstelijk
gemaakt. Het paleis voor den minister
van buitenlandsche zaken, de vacatie
gelden voor de leden der staatscommis
sie en nog andere nieuwigheden be
wezen gemis aan zuinigheid. Twee
nieuwe departementen brengen heel
veel uitgaven met zich, o.a. voor sub
sidies. Met zuinigheid alleen komen we
er echter niet. Hoe we er wel moeten
komen, daarover ontstak de heer van
Nierop ook geen licht. Hij drong er op
aan, dat de regeering het denkbeeld
van mr. Vissering zal volgen en zal
trachten het valuta-vraagstuk op te
lossen.
Een interessant speechje hield de
heer Geertsema over de positie van den
landbouw te midden van de crisistoe
standen. De landbouw wordt altijd de
dupe van een toestand ais thans be
staat. Na iederen oorlog ontstaat een
inzinking, die ten slotte zich het meest
doet gevoelen in den landbouw. Dit
toonde hij met vele voorbeelden aan.
Zijn conclusie was deze, dat hij den
minister van landbouw adviseerde voor
zichtig te zijn met zijn maatregelen
voor den landbouw en den minister
van financiën, om vooral bij zijn be
lastingplannen te overwegen, dat de
landbouw een zeer slechte toekomst te-,
gemoet gaat.
De sarcastische rede van den heer de
Vos van Steenwijk vond natuurlijk bij
den heer Vliegen een antwoord. De
Roman van H. ABT.
13)
Wat verdrietig riep ze en keek
den mooien Rudi aan, alsof ze hem
verantwoordelijk wilde stellen voor dat
ongelukje.
Ja, stemde hij haar toe, de vol
gende wagen komt pas over tien mi
nuten. Veel meer tijd heeft men ook
niet noodig om te voet naar de Prager
Platz te gaan. Natuurlijk za! ik de
freule mijn geleide niet met geweid
opdringen.
Och, ik kan u natuurlijk niet be
letten, denzelfden weg te gaan als ik,
zei ze en begon vlug op te stappen.
Hij stelde zich eveneens in bewe
ging en boog zich onder 't loopen een
weinig naar haar toe.
Een mensch met tact zou na uw
woorden zijn hoed hebben afgenomen
en met een „uw dienaar" heen zijn ge
gaan, nier waar, 'freule
->Ik zie geen reden om u tegen te
spreken, antwoordde ze. En overigens
wanneer u aan waardeering van mijn
kant zooveel gelegen ligt, wil ik u wel
ze8gen, dat ik uw volharding bewonder.
Mijn dikke huid, wilt u zeggen.
Maar dan beoordeelt u mijn natuurlijke
socialisatie werd verdedigd als een be
hoefte, die bij een breede groep bestaat
om niet weer het kapitalistische stelsel
op de been te brengen. Vóór den oorlog
had dit stelsel zijn hoogtepunt bereikt
het is doof den oorlog inéén gestort en
de arbeiders willen het nu niet weer op
helpen. Men mag niet naar Duitschland
en Oostenrijk zien, waar de toestand
nog steeds te ontredderd is om geschikt
te zijn voor diepgaande hervormingen.
De Arnhemsche eenheids-resolutie werd
eveneens verdedigd als een compromis,
dat in elk geval de democratische rich
ting vasthoudt. Natuurlijk bleef het
antwoord even vaag als de aanva! van
den heer de Vos was.
Overigens hield de heer Vliegen een
pleidooi voor meer financieelen steun
aan de, gemeenten. Hij vergeleek eens
Amsterdam met de provincie N.-Bra
bant. waaruit bleek, dat de groote stad
enorme sommen uitgeeft voor politie,
brandweer en middelbaar onderwijs,
waarvoor de provincie öf haast niets
betaalt öf geheei en al op den Staat
steunt. De verhouding tusschen Rijk er,
gemeenten achtte hij zeer verouderd, zij
diende spoedig en grondig herzien te
worden.
Volgens den beer Stork is de nood
der gemeenten het gevolg van het slech
te financieele beheer, dat gevoerd wordt
door partij-propagandisten, die er geen
verstand van hebben. Het moet ver
plichtend zijn, dat geen uitgaven zullen
wprden gevoteerd, dan die gedekt zijn
door de inkomsten. Hij ried de regee
ring aan, schrap te staan tegenover de
actie der ambtenaren, die nu alweer
niet tevreden zijn met het bezoldigings
besluit. De regeering was z.i. al ver ge
noeg gegaan in dat besluit.
Of het we! noodig was, dat de kwes
tie van de weigering van de uitlevering
van den ex-keizer nogeens werd uitge
rafeld, betwijfelen we evenals we be
twijfelen, of de heer van Embden wel
de aangewezen man is om dat te doen.
Zelf scheen hij dat in te zien, toen hij
even met het vraagstuk bezig was. Hij
liet het toen weer rusten en meende dat
het niet gewenscht was de houding der
regeering, die hij goedkeurde, te accen-
tueeren. Het asylrecht alleen was geen'
voldoende argument, meende hij de
regeering had niet genoeg getoond, dat
zij den dieperen zin van het verlangen
naar uitlevering begreep.
Morgen zet hij zijn rede voort.
Toetreding tot den Volkenbond.
Blijkens het voorloopig verslag van
het afdeelingsonderzoek der Tweede
Kamer over het wetsontwerp tot toe
treding tot het Volkenbondsverdrag
betoogden sommige leden, dat door de
indiening van het wetsontwerp na de
inwerkingtreding van het Volkenbonds
verdrag voor behoorlijke behandeling
van dit gewichtige wetsontwerp geen
voldoende tijd is overgebleven. Zij be
treurden dat de regeering de Staten-
Generaal niet eerder in staat heeft ge
steld van haar gevoelen te doen blijken.
Van verschillende andere zijden is de
regeering hulde gebracht voor de toe
lichting van het wetsontwerp.
Gevraagd werd of de regeering over
de toetreding overleg gepleegd heeft
met de regeeringen van neutrale staten,
met name van Denemarken, Noorwe
gen, Zweden en Zwitserland. Zoo ja,
dan zou men met de resultaten van
dat overleg gaarne in kennis gesteld
worden. Heeft zoodanig overleg niet
plaats gehad, dan betreurden verschei-
gesteldheid toch verkeerd. Het is alleen
maar dit, dat speldeprikken en zelfs
zweepslagen nog geen zaligheid kun
nen zijn, als ze door een bepaalde hand
worden toegediend.
Plotseling was ze blijven staan.
Meneer Miillenhof, weet u eigen
lijk wei, dat ik een broer heb.
Een broer, die ieder, welke het
zijn zuster lastig maakte, behoorlijk op
zijn plaats zou zetten.
De mooie Rudi twijfelde er geen
oogenblik aan, of hij moest haar woor
den aidus opvatten. Hij sloeg de hielen
tegen eikaar.
De kennismaking met uw broer
za! mij zeer aangenaam zijn. En daar
hij natuurlijk officier is, zal hij ook we
ten, dat in den strijd elk middel geoor
loofd is. als het maar helpt om zich
een positie te veroveren.
En terwijl hij plotseling zijn hoed
afnam, keek hij haar met zijn spreken
de oogen aan, alsof hij door berouw
werd verteerd.
Wees genadig, freule, en vergeef
mij, dat ik zei, wat ik misschien zoo
niet had mogen zeggen. Ik ben met
woorden zoo onhandig
Onhandig barstte ze uit. Nu, mij
dunkt, dat uw vaardigheid met de tong
niets te wenschen overlaat. Ziezoo
daar hebt u prijsje numero drie. Me
dunkt, voor één dag is dat wel voldoen
de. En daar komt mijn electrisehe nu
ook weer aan. Vaarwel, meneer Miil
lenhof, en mijn besten dank, dat u ons
dene leden dit. Onderlinge besprekin
gen van de regeeringen der kleine sta
ten zouden het wellicht mogelijk ge
maakt hebben te verkrijgen, dat door
de groote mogendheden werd afgezien
van den eisch. dat de toetreding tot den
bond zonder voorbehoud moet geschie
den. Deze leden achtten het stellen van
voorwaarden hoogst gewenscht.
Benige leden vroegen, of het alsnog
mogelijk was zulke besprekingen te
houden, anderen waren van oordeel,
dat het toetreden onder eenig belang
rijk voorbehoud het instituut van den
Volkenbond zeer zou kunnen ver
zwakken.
Het verdrag is, zoo betoogden vele
leden, niet de vrucht van een samen
werken van de regeeringen der be
schaafde volken, beoogende aan allen
gelijke rechten te verzekeren, het is
daarentegen een onderdeel van een
door overwinnaars aan overwonnenen
opgelegd vredesverdrag. Blijkens de
bepalingen van het statuut geeft het
verdrag niet de zekerheid, dat de bond
er naar zal streven, recht boven macht
te stellen. Het staat evenmin vast, dat
de stichting van dezen bond zal leiden
tot aanmerkelijke vermindering van
bewapening. Ons land zal door de toe
treding een deel van zijn aloude vrij
heid opofferen. Benige leden beschouw
den het als een belangrijk bezwaar, dat
wij ons door de toetreding verplichten
méde te werken tot uitvoering van een
krachtens art. 10 van het verdrag ge
nomen beslissing, welke nnaar onze
meening met het recht in strijd is.
Het gewicht der bezwaren, welke
toetreding met zich brengt, erkennende,
waren intusschen zeer vele leden van
meening, dat weigering van toetreding
nog grootere bezwaren met zich zou
brengen. Deze weigering zou ons land
brengen in een staat van isolement en
ons buiten de samenleving der staten
stellen, hetgeen ons wellicht zou dwin
gen tot een allerminst gewenschte zeer
sterke opvoering van onze weermacht.
Bovendien zouden wij dan in geval van
een geschil met een anderen staat bloot
gesteld zijn aan de in art. 17 van het
verdrag bedoelde actie van den bond.
Voorts werd betoogd, dat tegenover de
geopperde bezwaren ook op belang
rijke lichtzijden is te wijzen en ook uit
een ideëel, oogpunt toetreding aanbe
veling verdient.
De bezwaren tegen het verdrag wor
den getemperd door hef feit, dat voor
de beslissing van de vergadering en
van den Raad in de meeste gevallen
eenstemmigheid wordt vereischt. Dit is
voor de kleine staten een groot voor
deel.
Tegenover de bezwaren van verlies
van onze neutraliteit staat, dat wij in
een komenden oorlog waarschijnlijk
economisch noch militair toch niet meer
neutraal zouden kunnen blijven. De
vorming van den bond is bovendien
een eerste stap, waarmede een nieuw
beginsel in het verkeer der volken ge
bracht wordt. Wij zullen het onze kun
nen doen om deelneming van de voors
hands uitgesloten mogendheden te
bevorderen.
Enkele leden verklaarden niet tot
toetreding te kunnen medewerken. Zij
meenden, dat de bezwaren, bepaaldelijk
ten aanzien der neutraliteit, reeds toe
treding ongewenscht maken. Zij oor
deelden dat deze door imperialistische
mogendheden met vfitsluiting van een
groot deel van Europa en Azië ge
vormde bond de kiem van nieuwe oot-
logen bevat en geenerlei waarborgen
geeft voor het voorkomen daarvan.
Vele leden constateerden dat van
verzet tegen de toetreding bij de groote
hebt willen helpen.
Ze zei dat met eenigszins spottende
beleefdheid, alsof ze hiermee herstelde,
wat ze straks op het tennisveld had
verzuimd.
Ik ben het, die te danken heb,
antwoordde hij op denzelfdén toon. En
als ik mocht hopen, dat de freule zich
bii gelegenheid nog eens weer zou
willen verwaardigen om van mij ais
noodhulp gebruik te maken
Voorloopig in geen geval, want
we gaan eerstdaags op reis. Ze snelde
nu naar de halte en sprong op haar
electrisehe.
Gelukkige reis 1 riep de mooie
Rudi haar achterna en zwaaide met
zijn hoed, tot de wagen uit zicht was.
Toen vervolgde hij zijn weg met een
houding van een triomfator. Daar had
hij nu werkelijk een stap met de zeven
mijlslaarzen gedaan, en of ze wilde of
niet, freule von Röhritz zou niet kun
nen nalaten zich nu en dan te herinne
ren, dat er iemand op de wereld was,
die Rudolf Miillenhof heette. Hoe ze
aan hem dacht, daarop kwam het voor
loopig minder aan, hoofdzaak was, dat
ze het deed.
En ook aan hef riddergoed der toe
komst zou ze denken.
Drommels hij was niet slecht op
getreden. Doch het was toch maar
goed, dat er voorloopig geen weerzien
was te wachten, want er moest toch
nog het een en ander gebeuren eer dat
het met het riddergoed wat anders
massa geen sprake is. Eenige leden
zouden gaarne van de regeering de
verklaring ontvangen, dat wij ons door
toetreding in geen enkel opzicht verant
woordelijk stellen voor de vredes
voorwaarden.
Nederland en België.
De Libre Belgique" deelt mede, dat
de Nederlandsch-Belgische onderhande
lingen te Parijs zijn afgeloopen en datq
de afgevaardigden van beide landen
naar hun land zijn teruggekeerd. Men
verwacht dat de onderteekening van
het tractaat binnen twee of drie weken
zal geschieden. Het blad meent te we
ten ten opzichte van het kanaiennet bij
Luik, dat de directe verbinding verze
kerd zou zijn door bevaarbare kanalen
voor schepen van 2ÓOO ton naar Lim
burg en Antwerpen aan den eenen kant
en den Rijn aan den anderen kant.
Wat de Schelde aangaat, deze zal
tot aan zijn monding steeds moeten be
antwoorden aan den toènemenden groei
van de scheepvaart. In beginsel kwam
men tot overeenstemming omtrent een
politiek tractaat, dat echter nog op en
kele punten gepreciseerd moet worden.
De rijkskolendistributie.
Toen wij, zoo schrijft het „Hbld." in
groote lijnen den inhoud van de
Duitsch-Nederlandsche ontwerp-over-
eenkomst aangaven, hebben wij ter
loops reeds de aandacht gevestigd op
de noodzakelijkheid tot handhaving der
rijkskolendistributie. De overheidsbe
moeiing met de onontbeeriijkste ailer
grondstoffen is zonder eenige restrictie
aanbevelenswaardig, ofschoon de con
solidatie van een tijdens den oorlog als
geheel voorloopig, met het einde van
den strijd stellig verdwijnende organi
satie langzamerhand steeds krachtiger
verzet begint te ontmoeten. Niet slechts
van de zijde van belanghebbenden, die
steeds de gulden vrijheid verkiezen,
wanneer er iets mee te verdienen valt,
maar ook van anderen. Die van de
handhaving der rijkskolendistributie
politieke gevaren duchtenwie de
brandstof beheerscht, beheerscht de
nijverheid 1
Niet alleen gedurende het „brandstof
jaar" 19201921 zal de kolendistribu-
iie gehandhaafd moeten blijven, maar
waarschijnlijk nog jaren lang. De ko
mende winter zal ons vermoedelijk in
heel wat benarder positie brengen dan
wij thans verkeeren. Feitelijk heeft de
zeer aanzienlijke levering van Belgische
kolen en de transportcrisis in Duitsch
land (deze in geringer mate) ons „in
den brand" geholpen. Het is onwaar
schijnlijk, dat de zoo gunstige samen
loop van omstandigheden zich herhalen
zal.
Maar ook wanneer in den a.s. winter
en daarna de kolen wat ruimer kunnen
komen dan thans mag -verwacht wor
den, blijft de handhaving der verreke
ning, en dus van de distributie nood
zakelijk. Is nu door de nijpende
schaaFSchte het beginsel van de gelijk
matige en evenredige verdeeling de pri
maire grond voor het voorfbestaan van
het systeem, wanneer de aanvoer gun
stiger wordt, komt het prijzenvraagstuk
op het eerste plan.
De Nederlandsehe mijnen zullen in
192C tegen 27 leveren (dat is al 3
duurder dan in 19! 9) maar de kolen
van overzee en de Duitsche kolen zul
len omstreeks 55 kosten. Voor de
eerste zes maanden van 1920 geldt deze
prijs wij geiooven niet, dat zij daarna
een sterke daling zal vertoonen. Men
dient niet uit het oog te verliezen dat
hij relatief nog vrij laag is voor wat
betreft de kolen van overzee. Want de
werd dan -een stoute zet op het
schaakbord.
Drie weken later zat in Berlijn Z.O.,
heel ver buiten de Schlesische poort, in
het kantoor van de groote meel- en
korenexportzaak van August Brömmei-
man de nieuwe correspondent voor
zijn lessenaar er. keek vol belangstel
ling het tooneei van zijn toekomstige
werkzaamheid rond. Hij was zoo ge
heel in deze bezigheid verdiept, dat hij
niet vernam, hoe aan de andere les
senaars plotseling een letterlijk koorts
achtige ijver werd gehoord, de korte,
stevige stappen, die steeds dichter bij
de kantoordeuren kwamen, hoorde hij
niet. Toen werd hem uit bruine meis-
jesoogen snel een blik toegeworpen en
een waarschuwende stein fluisterde
De chef komt 1
Dadelijk werden de bruine oogen
weer op de schrijfmachine gericht de
nieuwe correspondent echter had de
pen bliksemsnel achter 't oor wegge
nomen en over den lessenaar buigend
legde hij met een druk gebaar een
groot vel papier met den naam der
firma er opgedrukt terecht, waarop hij
ongeveer tien minuten geleden bij het
begin van zijn dagtaak had geschre
ven „Den heer Oskar Weyendonk,
Hamburg, Grosze Bleichen".
Waar op het papier de zwarte punt
glom, die achter dit opschrift stond,
plaatste hij het volgende oogenblik
weer de pen, toen de deur openging en
gemiddelde prijs van die aanvoeren
wordt gedrukt door de omstandigheid,
dat een zeer aanzienlijk quantum wordt
vervoerd met goedkooper (regeerlngs)
scheepsruimte. Men weet dat de Duit
sche kolenprijs in overeenstemming met
den gemiddelden c.i.f.-prijs der over-
zeesche kolen wordt bepaald.
Maar zelfs aangenomen dat langza
merhand, door de uitbreiding der pro
ductie de overzeesehe en Duitsche prij
zen gaan dalen, dan zal voorloopig de
marge van 100 tusschen dien prijs
en de Nederlandsehe slechts slinken.
Verdwijnen doet zij niet daarvoor is
het verschil te aanzienlijk. Opheffing
van de distributie zou ten gevolge heb
ben, dat de Nederlandsehe productie
onmiddellijk steeg tot het prijsniveau
der buitenlandsche kolen. De gevolgen
daarvan laten zich denken. Dat prijs
niveau zou bij opheffing der regeerings-
bemoeiing uiteraard tevens plotseling
stijgen, omdat dan van aanvoer met
ogedkoope scheepsruimte ook geen
sprake meer zou kunnen zijn. Het lijkt
onder deze omstandigheden niet on
waarschijnlijk, dat wij nog jaren zuilen-
zijn gebonden aan de rijkskolendistribu
tie. En dat wpllicht de grootste moei
lijkheden niet achter den rug zijn maar
nog in het verschiet liggen. Een strem
ming in den Duitschen aanvoer, ten
gevolge van productie-stoornissen bij
voorbeeld, zou zeer noodlottig kunnen
worden.
Dr. A. Kuyper.
De toestand van dr. A. Kuyper was
gisterennamiddag zeer bevredigend. De
patiënt gaat gestadig vooruit.
Het dreigend conflict in de
transportbedrijven.
Naar het persbureau Vaz Dias ver
neemt heeft het dagelijksch bestuur
van den Nederlandschen bond van
Christelijke fabrieks-, haven- en trans
portarbeiders, gisteren een vergadering
gehouden, ter bespreking van den uit
slag der stemming onder de haven
arbeiders. Besloten is binnen den kortst
mogelijken tijd een ledenvergadering te
beleggen, teneinde de houding welke de
Christelijke havenarbeiders tegenover
het conflict in het havenbedrijf zuilen
aannemen, te bepalen. Is het bureau
welingelicht, dan ligt het in het voor
nemen van het dagelijksch bestuur zijn
leden te adviseeren bij een eventueele
staking wel aan den arbeid te blijven,
zulks in verband met het feit, dat de
groote meerderheid der leden zich te
gen de staking verklaard heeft.
Het Bossche carnaval.
De gemeenteraad te 's Hertogen
bosch is met 12 tegen 10 stemmen te
ruggekomen op zijn besluit om geen
carnaval meer toe te staan. Met 13 te
gen 9 stemmen werd evenwel besloten
dat het narnaval „droog" moet zijn en
de verkoop van alcoholhoudende dran
ken gedurende de carnavalsdagen niet
zal worden toegestaan. Ook is het ver
boden zich gemaskerd op straat te
vertoonen.
VOLKSWEERBAARHEID.
De strijd der ideeën, dien wij als
gevolg van de veranderde tijdsomstan
digheden rondom ons legervraagstuk
zien afspelen, is nog lang niet geëindigd
en het is wel interessant, dien strijd
van wat meer nabij gade te slaan, dan
de doorsnee-Nederlander dat over het
algemeen doei.
Het is een moeilijk te loochenen feit,
dat het Nederlandsehe volk, dat in het
begin der mobilisatiejaren toonde mede
de chef der zaak, meneer Brömmelmann,
het kantoor betrad. Op den drempel
staande liet hij zijn kogelronde, eenigs
zins uitpuilende oogen in alle richtingen
door het kantoor gaan daarna kwam
hij langzaam nader op zijn korte, dikke
beentjes, terwijl hij de voeten met een
eigenaardig slingerende beweging bui
tenwaarts zette. Plotseling schoot hij
vooruit en bleef bij den lessenaar, die
't dichtst bij hem was, staan.
-T- Wel, Miillenhof
Tot uw dienst, meneer Brömmel
mann, luidde het militaire antwoord.
De chef sloeg er geen acht op, maar
boog zich over den pas begonnen brief
en streek met den vleezigen duim over
de punt, waarvan geen spoor van voch
tigheid meer was op te merken, even
min als aan de pen, welke hij aan een
zelfde proef onderwierp. Hij stak zijn
hoofd vooruit als den kop van een
roofvogel.
U schrijft zeker met drogen inkt.
hé
Toch niet, meneer Brömmelmann
ik overlegde maar een oogenblikje.
U overlegde maar wa4 dan
U moest een ontvangbewijs aan Oskar
Weyendonk afzenden, geen minnebrief.
Of was u niet op de hoogte
Ik heb den jongen man alle mo
gelijke aanwijzingen gedaan, zei op
giftigen toon de oude boekhouder, die
in eiken nieuweling een persoonlijken
vijand zag.
(Wordt vervolgd.)