EVELIJ ML
ZATERDAG 29 NOVEMBER.
Pil nammer bestaat uit 2 bladen
Eerste Blad.
Gem@e_ntersêd.
Rechtsbedeeling.
De Invaliditeitswet.
FEUILLETON
No. as3 JlesLr^aisi^ ^.-g^u
VUSSINGSCHE COURANT
ADVERTENTIE-PRIJS
Van 1—4 regels: ƒ0.80; voor iedere
regel meer 20 centbij abonnement spe
ciale prijzen. Reclames 40 cent per regel.
Dienstaanbiedingen en dienstaanvragen 10
cent per regel, bij contante betaling.
Familieberichten van 16 regels 1.30,
iedere regel meer 20 cent.
ABONNEMENTSPRIJS.
Voor Gissingen en gemeenten op Wal
cheren 1.85 per drie maanden. Franco
door het geheele rijk: ƒ2.20. Week-abon-
nementen :14 cent. Afzonderlijke nummers
3 cent.
Een der bedroevendste verschijnse
len van dezen tijd is het in schier aUc
landen aan den dag tredend afnemen 1
ontzag voor recht en wet. Wij staan
hier, helaas, voor een der veie ont
wrichtingen van het zedelijk peil dei-
maatschappelijke samenleving, in en
door de langdurige oorlogsperiode ont
staan en bevorderd. Waar de staten
en hun regeeringen vóórgingen met liet
vertrappen van wat totdusverrc als het
hoogste had gegolden, daar is het niet
te verwonderen, dat breede groepen der
bevolkingen, het rechte spoor verlieten
en den scheidsmuur tusschen goed en
kwaad eigenmachtig omver wierpen.
De scheidslijn tusschen het mijn en het
dijn, tusschen recht en onrecht, tus
schen eerlijk en oneerlijk werd, op voor
beeld der machtigen dezer aarde, door
de geringeren maar al te spoedig en al
te veel uit liet oog verloren. Deze mo-
reele verwildering bereikte in sommige
tijdstippen van den oorlog en daarna
een zoo verbijsterende hoogte, dat de
besten onzer er aan begonnen te wan
hopen, dat er ooit een herstel meer mo
gelijk zou zijn. Het „moed verloren, al
verloren", is hier echter meer dan ooit
van toepassing gebleken, want door het
zich zoo standvastig mogelijk sehrap-
zetten der overheid tegen het kwaad
dier aangroeiende verbastering dei-
meest elementaire rechtsbegrippen, valt
gelukkig op een zekere kentering in den
deplorabelen toestand te wijzen. Al
gaat liet uiterst langzaam en dan nog
geenszins geleidelijk, toch valt een te
rugkeer tot meer normale toestanden
in het maatschappelijk leven te bespeu
ren, die naar wij mogen verwachten,
nog verderen voortgang zal maken,
wanneer na de algemeene ratificatie
van het vredesverdrag, de oorlog met
terdaad geheel en al tot het verleden
zal gaan behooren. Aan den wederop
bouw der tot in haar diepste funda
menten geschokte maatschappij moeten
wij allen, naar de mate onzer krachten,
zoo volkomen mogelijk deelnemen,
want eerst dan zal met recht 'en rede
kunnen worden verwacht, dat liet her-
steilingsproces zoo ongestoord en snel
mogelijk plaats zal kunnen vinden. Met
het oude, dat ondeugdelijk gebleken is,
moet ten eeneninalc gebroken worden
en het pad dient geëffend voor wat zich
ais.beter aanmelden komt op het onaf
zienbaar gebied van het maatschappe
lijk levensplan. Daartoe behoort onge
twijfeld in. de eerste plaats liet herstel
van het zoo diep geschokte ontzag
voor wet en recht, en liet mag als een
verheugend feit worden aangemerkt,
dat onze regeering daaraan haar voort
durende zorg blijft wijden.
Een euvel, hetwelk aan onze rechis-
pleging kleeft (aan de onze echter vol
strekt niet alleen) is, dat tusschen ver
grijp en berechting gewoonlijk een zeer
groot aantal, althans veel te ruim tijds
verloop ligt. Dit euvel, deze misstand
deed en doet zich zoowel in burgerlijke
als in strafzaken voor, en heeft dan ook
al sedert lange jaren een reehtmatigen
drang naar korter en sneller rechtsbe
deeling in alie klassen onzer samenle
ving tot uiting doen. komen. Er zijn on
getwijfeld niet velen onzer medeburgers
aan te wijzen, die zich bij een recht
matig opgezette procedure niet te be
klagen hebben gehad, over den uiterst
tragen gang van het recht in burgerlijke
zaken, en menige eischer was reeds ge
storven, vooraleer het eindvonnis in zijn
zaak, in laatste instantie geveld werd
0111 van de inmiddels enorm toegefio-
men kosten maar te zwijgen, in de be
rechting van strafzaken is het al niet
veel anders daar beloopt de duur dei-
procedure dikwerf grooter tijdsafstand
dan de strafmaat bedraagt, zoodat
menige veroordeelde, na aftrek van zijn
„preventief" aanstonds in vrijheid ge
steld moet worden. De groote nadeeien
van zoodanige rechtspleging springen
te zeer in het oog, en zijn ten allen tijde
te zéér gevoeld om er nog een betoog
aan te moéten wijden. Indien het aan
de regeering zou. kunnen gelukken
daarin een verandering ten goede ia
brengen, zij zou gewis den dank van
het land inoogsten.
Inmiddels, en dit is reeds erkentelijk
heid ten voile waard, wordt getracht
naar verbetering, en wel met name wat
de berechting van betrekkelijk kleine
misdrijven betreft. Vooral daarbij is
een trage behandeling der zaak zoo
noodlottig, omdat het veelal jeugdige
personen zijn, die zich aan baldadig
heden of kleine misdrijven schuldig
maken. Wanneer eerst na maanden en
maanden de beklaagde aan het ge
pleegd misdrijf door het proces wordt
herinnerd, dan is de delinquent vaak
zoo ongevoelig voor het gepleegde feit
geworden, heeft hij zich zoo eiger ge
maakt met hetgeen hem mogelijk te
wachten staat, dat hiermede noch de
eerbied voor de wet. noch liet ontzag
voor liet recht, noch zijn eigen of an-
derer belang gediend kan worden. Men
vefgete daarbij niet, dat het dikwijls
zaken van zeer geringe beteeken is
geldt, die vaak in jeugdige of dwaze
opgewondenheid bedreven zijn. en
waarbij de vergrijper met een aantal
wettelijke formaliteiten er, stapels pape
rassen kennis maakt, onevenredig aan
den omvang en de draagwijdte cier
zaak. Hierdoor verkrijgt de behande
ling in de oogen van den delinquent iets
belachelijks en beneemt hem het restje
van het ontzag, hetwelk bij hem voor
recht en wet nog mocht zijn overgeble
ven. Aldus werkt de behandeling zijner
zaak juist het tegenovergestelde uit,
wat er feitelijk mede bedoeld werd, na
melijk hem moreel te versterken cn van
herhaling afkeerig ie maken.
De zoo nuttig werkende Tuelitunie
heeft dan ook sedert tal van jaren op
snellere berechting van geringe vergrij
pen aangedrongen, terwijl bovendien
de wenschelijkheid op den voorgrond
werd gebracht om liet laten komen voor
de rechtbank van jeugdige personen,
die voor hun handelingen nog niet ten
volle verantwoordelijk te stellen zijn,
achterwege te laren. Gewezen werd
daarbij op het Engelsche voorbeeld, dat
zoogennaamde politie-rechters kent, die
de strafbare feiten zoo mogelijk nog op
den dag zelf van liet gebeurde berech
ten. Thans zal ook te onzent, zij het
ook eenigszins anders, in die richting
kunnen worden gewerkt.
Dezer dagen is namelijk het,rapport
der desbetreffende staatscommissie
verschenen, waarin net vooruitzicht ge
opend wordt, op de totstandkoming van
een soortgelijk berechtingsinstituut ais
liet Engelsche volk voor vergrijpen van
betrekkelijk lichten aard kent. Deze po
litie-rechters, mannen van diepgaand
rechtsbegrip en, waar het vooral op
aankomt, van groote rechtschapenheid
en warm hart, zullen tot taak hebben de
vergrijpen, weiker aard zich daartoe
leent, aanstonds ter berechting ter hand
te nemen, zonder dat deze gepaard
gaat met al die plechtigheidsvertoo-
ning en ontslag, waaraan men thans
gewoon is. Ons dunkt, dat zulk een in
stelling en behandeling van straf of
berisping vereischende feiten, een groo
te verbetering is te noemen, waarvan
heel veel goeds is te verwachten. Een
vaderlijke vermaning en ernstig waar
schuwend woord, op het juiste oogen-
blik geuit, moet op het jeugdig gemoed
meer indruk maken en kan meer ten
goede konten dan de tot dusver gevoig-
de wijze van behandeling.
Indien, hetgeen nit?Ti fnag vertrouwen,
thans een aanvang is gemaakt met het
breken met een verouderd stelsel van
rechtsspraak, en ook op ander terrein
onzer rechtsbedeeling de mogelijkheid
wordt geopend tot het verkrijgen van
korter, sneller recht, dan mag ons volk
zich tetgcht daarmede gelukwenschen.
in dit laatste artikel over de Invalidi-
teiswet zuilen de diveise geschillen, die
zich kunnen voordoen, gememoreerd
worden.
Allereerst dan de geschillen
Van de hierna volgende punten 1 lot
en met 1 i staat beroep open bij Jen
Raad van Arbeid
1. Ais de arbeide." vóór het opmaken
van de ie rentekaart van oordeel is
aat geen rentekaart moet worden op
gemaakt, omdat hij niet verzekeririgs-
piichtig is
2. Als de arbeider verklaart, dat een
rentekaart moet worden opgemaakt ei;
de Raad van Arbeid oordeelt hein niet
verzekeiingspliehtig
Magnus bij barones Kammelsberg. Des
te grooter was haar angst, dat Mag
nus het tenslotte zelf zou uitbrengen.
Hij moest haar toch herkennen, wan
neer hij h'aar zag.
Intussohen vreesde zij tevergeefs.
Men vertelde Magnus van haar en ver
ontschuldigde liiaar lang wegblijven.
Bmmy liaalde tem slotte Moderta's
portret.
Dan hebt u tenminste eenig idee
van onze jongste, zeide zij.
Hij zag verrast naar het portret,
kreeg zelfs een kleur, doch verried
door geen woord, dat hij Moderta
reeds kende.
Waarom was hem zelf -niet recht
duidelijk.
Het kan Eveiijn niet aangenaam
zijn, praatte hij zichzelf voor, want
daar zij mij niet vertellen, welk beroep
zij -uitoefent, willen ze het blijkbaar
voor mij verborgen houden.
Een innig medelijden met den trots
verzwegen jammer van dit stilletjes
moeten wenken voor het dagelij.ksc.il
brood kwam over hem. Dat moest
anders worden, nam hij zich voor. Zij
zullen allen zonder zorgen leven, voor
al deze kleine, teere Moderta zal niet
meer behoeven te werken
Over hef „hoe" brak hij zich voor-
loopig het hoofd niet.
1 Toen kwam Lotlia niet Bertie. Deze
beviel Magnus direct zeer en hij vond,
dat Bertie, trots zijn gladgeschoren
gezicht, met de enengieke trekken en
de uitdrukking van taaie wilskracht ini
zijn blik er zeer mannelijk uitzag. Een
oordeel, dat hein Lotha direct voor
3. Als de werkgever bij de aanmel
ding Verklaart, dat de arbeider niet
verzekeiingspliehtig is
4. Als de werkgever verklaart geen
premie te moeten betalen
5. Als de werkgever geen loon uit
betaalt omdat geen rentekaart of een
kaart met te weinig open zegelviakken
wordt overgelegd, terwijl hij niet ver-
zekeringsplichtig is, of de werkgever
geen premie meent te moeten betalen
6. Als de' arbeider verklaart dat een
te lage premie wordt betaald
7. Als de arbeider binnen 14 dagen
na lóonbetaling verklaart dat premie of
een deel daarvan van liet loon is inge
houden
8. Als de arbeider verklaart dat op
de rentekaart een verkeerde dag van
aanvang of einde van den geldigheids
duur is vermeld
9. In het algemeen als geschil be
staat over het bedrag der premie, de
verplichting om premie te betaien, op
maken van rentekaarten, betaling in
zegels
10. Bij geschil over invaliditeit; Je
arbeider kan dan een geneeskundig
onderzoek verlangen de Raad van
Arbeid wijst een geneeskundige aar-
Van dit onderzoek is nog een onder
zoek door een commissie van 3 genees
kundigen en 3 loonkundgen mogelijk,
waarvan de arbeider 1 genees- en 1
ioonkundige en de Raad van Arbeid de
anderen aanwijst
15. Als de werkgever niet instemt
met navordering van premiën.
De Raad van Arbeid kan nl. t.; vu
rig betaalde pirmiën of prer-i'in be
taald in een te lage loonklasse navor-
u'."i n.
Over deze g:s:i illen geeft de Raad
van Arbeid een met redenen omkleede
beslissing zii moeten bij de:r Raad
van Arbeid aanhief ig gemaakt worden
d< or den per om wiens rechten of
plichten er bij betrekken zijn. De be
slissing is bindend voor ieder die ge-
h i id is.
Van de hierna volgende geschillen
is beroep open op den Raad van Be
roep en den Centralen Raad van Be
roep van de beslissingen.
12. over de punten 1, 2, 3, 4, 8, 10
en 11
13. waarbij vrijstelling van verzeke
ringsplicht wordt geweigerd voor den
arbeider, die binnenkort meer dan
2000 zal en blijven verdienen
14. Waarbij vrijstelling wordt gewei
gerd aan den arbeider, die op 5 Mei
19'1 recht op pensioen of rente voor
geheel zijn leven had, recht op uitkee-
ring van een bedrag om een rente te
koopen, of de. vrije beschikking had
over een bedrag om zich een rente van
104.per jaar te koopen (zie vorig
artikel in de overgangsbepalingen).
15. Waarbij de ontheffing van pre
miebetaling wordt geweigerd aan den
arbeider, die aantoont dat hij goed
gewaarborgd en voor onbepaalden tijd
e$n rente of pensioen, of renten van
de ongevallenwet van minstens 104.
per jaar geniet
16. Waarbij de arbeider niet gerech
tigd wordt geacht zijn verzekering ver
vallen té verklaren
17. Op een verzoek om rente, ver-
hooging, intrekking of vermindering
van renten
18. Waarbij is bepaald, dat wegens
drankmisbruik de rente in nafura of
aan een ander persoon dan de rente-
trekkende kan worden uitbetaald
19. Waarbij de Ie rentekaart wordt
^'MAwmmwt II II .wanaii lui ■nu m 111
zich deed winnen.
Toen hij eindelijk heenging, zag hij
met heel wat meer kalmte zijn bezoek
aan Rettenegg tegemoet. Hij kon zijn
moeder met een volkomen eerlijk ge
weten. slechts goeds van de Losen-
steins vertellen.
iDen volgenden moqgen reeds wilde
hij de reis aanvangen. Zijm. chef had
hem het gevraagde verlof bereidwillig
gegeven. Een verzoek om verlenging
zou later ingediend worden., wanneer
hij onder de veranderde omstandighe
den niet zijn ontslag m.aim en zich ge
heel met het bestuur van zijn goederen
bezig hield. Daarover wilde hij eerst
met zijn moeder praten,
Eveiij.n. wilde zijn afwezigheid benut
ten, om tante Ada te bezoeken. Zij had
Magnus niets van haar plannen tem.
aanzien van haar uitzet verteld, doch
deze .reis 'doen voorkomen, als een
soort piëteitsigevoel tegenover haar tamc
tc, „die haar opvoeding had bekos
tigd"
Den avond wilde men gemoedelijk in
den familiekring doorbrengen. Wel had
Beate .het jonge paar o.p bezoek ge
vraagd., maar Eveiijn bedankte opval
lend. Magnus, die niet vermoedde, dat
zij slechts voor een ontmoeting met
Gottonb vreesde, verheugde zich daar
over.
je hebt gelijk, schat. Het zal bij
jou thuis veel gemakkelijker zijn dan
bij de M,Miner's, die toch maar verre
familie zijn.
Eveiij.n wierp hem voor de eerste
maal na hun verloving een werkelijk
warmen bJik toe.
nietig verklaard, omdat de verzeke
ringsplicht niet aanwezig was op 3
December 1919
Tegen de weigering
20. Om vast te stellen of een militair
voldoet aan de voorwaarden voor het
verkrijgen van een militair premiecerti-
iicaat (nadere regelen hieromtrent
moeten nog door de Kroon worden
gesteld)
21. Van geheele of gedeeltelijke uit
betaling van premiën, die na de inle
vering van de. rentekaart, niet worden
medegerekend (regels omtrent geldig
heid van zegels)
22. Om de rentekaart na het verstrij
ken van den geldigheidsduur te totali-
seeren en de premiën te doen boeken
voor eventueel later uit te keeren pen
sioen of rente (dit wordt vereffenen
genoemd)
23. Van terugbetaling van geheel of
deels te veel betaalde premiën voor ar
beiders, die zelf hun premie moeten be
talen, of van betaalde premiën in een
te hoogejoonkiasse.
De termijn van beroep is een maand,
ingaande den dag na dien, waarop de
beslissing is genomen beroepstermijn
voor het geschil van punt 22 is 14 da
gen. Het instellen van beroep heeft
geen schorsende werking ten aanzien
van de oorspronkelijke beslissing. Het
beroep wordt ingesteld bij den Raad
van Beroep, binnen wiens ressort hij,
die beroep instelt, zijn woonplaats
heeft, of heeft hij zijn woonplaats bui
ten het rijk bij den Raad van Beroep
te 's-Gravenhage. Nogmaals alle ge
schillen moeten aanhangig gemaakt
worden door de personen wier rechten
of plichten erbij betrokken zijn.
De Raad van Arbeid te Middelburg is
steeds bereid alle gewenschte inlichtin
gen te geven, terwijl tevens wordt her
innerd aan de door de redactie geopen
de vragenbus.
Tot slot een woord van dank aan de
Redactie voor de zeer welwillende wij
ze, waarop zij de reeks artikelen heeft
willen opnemen, waardoor zij een groot
sociaal belang gediend heeft.
De Voorzitter van den Raad van
Arbeid Middelburg
M. J. HARTS.
Zitting van Vrijdag 28 November,
des middags 2 uur.
(Vervolg en slot.)
Nog was ingekomen een adres van
'het bestuur van de afdeeling Vlissingen
van den Bond van Ned. Onderwijzers
om een 3 tal onderwijzers in, de Com
missie van toezicht op het lager on
derwijs toe Je voeger-
De voorzitter stelde voor ook dit
adres te stellen in handen van Burg.
en Weth. om advies.
De heer De Meij meende dat dit ad
vies dan wel lang op zich zal laten
wachten.
De voorzitter zeide op spoed te zul
len aandringen.
Verder een adres van voornoemd be
stuur tot aanvulling van de verorde
ning, regelende de uitbetaling van sa
laris aan onderwijzers met de uitkee-
ring van 3 maanden salaris aan nabe
staanden.
De heeren Hensel en De Meij vonden
het verzoek van de onderwijzers bil
lijk.
I'k vind liet zoo mooi, Magnus,
dat je noch trofsch, noch hooghartig
bent. Zal je moeder er evenzoo over
denken
Ik hooip het. Mama was steeds
groothartig genoeg, de waarde der
menschep naar hun persoonlijke eigen
schappen te bepalen. Bovendien houdt
ze zooveel van mijhoe kan ze dan
nu mijn geluk in den weg staam.
Maar ais ze nu al eens in stilte
een adellijke jonge dame voor je 'heeft
uitgezocht
Hij lachte om hetgeen, hem verliefde
afgunst leek.
Zeker. Het is mogelijk, dat mama
wel eens aan iemand gedacht heeft als
een goede vrouw voor mij, doch zij zal
deze gedachte direct laten varen en mij
niets daarvan, doen blijken.
Ik hoo.p het. Hoe lang zul je bij
haar blijven
Niet lang, daar ik naar jou terug
verlang, lieveling, ik denk, dat wij dan
spoedig samen, naar Rettenegg gaan,
om je aan mama voor te stellen. Hoe
lang blijf je in Neustad't
O, maar een paar dagen. Schrijf
me direct daarheen, wat je moeder over
je verloving zegt, wil je
Natuurlijk.
Moderta moest liet 's avonds ook zoo
jn.rich.ten, dat zij Magnus niet trof. Zij
hielp h.aar moeder bij alle voorbereid
selen, dekte de tafel eenvoudig, doch
met alle zorg en verklaarde dan zulk
een hoofdpijn" te hebben, dat zij direct
maar naar bed ging.
(Wordt vervolgd.)
Oorspronkelijke Roman.
10)
X.
Magnus' moeder, gravin Rena San-
derfeld, had dikwijls "half in scherts,
half in ernst met hem gesproken over
haar, die eens meesteres op Rettenegg
zou zijn.
Ze behoeft wiet de knapste en
nog minder de rijkste te zijn, maar be
slist de beste wat haar karaktereigen
schappen betreft. Plichtsgetrouw, groot
van hart en ze moet ie boven alles, op
recht lief hebben. Dat ze daarbij van
goede familie moet zijn, spreekt varn-
zeif.
Zoo ongeveer luidden de eisclhen dei-
gravin. Magnus was overtuigd, dat
alles, voor zoover het Eveiijn betrof,
in Orde#wais. Alleen haar familie lag
hem zwaar en niet zonder geheimen
angst beklom hij de vier trappen, om
zijp opwachting bij juffrouw Losen-
stein te maken.
Hij werd aangenaam verrast.
Gelukkig dat waren andere lieden,
ails hij in stilte gevreesd had.
Men ontving hem noch met gemaakt
heid, noch met onderworpenheid, maar
met natuurlijke hartelijkheid, die hem
veel larger deed blijven, dan eigenlijk
z'jn plan was geweest.
Vooral Lotha's frissche manier van
spreken bande alle stijfheid. Zij vertel
de den „nieuwen broer" natuurlijk di
rect van hem, die heur hart geheel ver
vulde, ani stond er op, Bertie, den „bes
ten man ter wereld" in allerijl te halen,
opdat Magnus daarmee terstond ken
nis kon maken.
Wees toch niet zoo dwaas, Lotha,
zei Evelijin. Magnus zal jou wonder
man wel later leeren kennen. Hij ziet
er nog geheel uit als een jongen, met
zijn baardloos gezicht.
Lotte wierp haar een boozani blik
toe.
Daarom is hij innerlijk des te man
nelijker. En nu haal ik hem juist, opdat
Magnus zich overtuigen kan. Het is
vlak bij en Bertie zal niu wel thuis zijn.
Als een wervelwind snelde zij heen.
Moderta had zich niet laten zien. Zij
had een boodschap voorgewend en was
al om zevera uur heengegaan. Men be
greep niet, dat ze al lang niet weer
thuis was.
Zij zat bij haar vriendin Hilda Sutt-
ler en luisterde aan den muur of Mag
nus nog niet wegging, want eerder wil
de zij niet naar huis. Zij was doodsbang
hem te ontmoeten, wa.nt hij' zou haar
natuurlijk herkennen als de „taFeldek-
sier" en verachtelijk op hem neerzien.
Eveiijn had haar 's morgens nog eens
duidelijk gemaakt |e hèbt ons al
lemaal te schande gemaakt. Een geluk
nog, dat de barones Kammeisberg je
naam niet weet en het dus niet aan
Magnus verraden kan. Hij zou liet je
nooit vergeven.
.Daarom had Moderta het heelemaal
niet gewaagd, haar vertoornde zuster
te spreken over haar ontmoeting met