flit nummer hestaai uit 2 bladen
ZATERDAG 8 NOVEMBER.
Eerste Blad.
Menschlievendheid.
FEUILLETON
EEN NATUURKIND.
De invaliditeitswet.
I^O» -ji---11 fC^fC^
VLISS1NGSCHE COURANT
,0v(«-ff.irSid»®NtiS«»!» Mi ÉMU Mi l'iïïife^atót**^^
ADVERTENTIE-PRIJS
Van 14 regels 0.80 voor iedere
regel meer 20 centbij abonnement spe
ciale' prijzen. Reclames 40 cent per regel.
Dienstaanbiedingen en dienstaanvragen 10
cent per regel, bij contante betaling.
Familieberichten van 16 regels ƒ1.30,
iedere regel meer 20 cent
ABONNEMENTSPRIJS.
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal
cheren 1.85 per drie maanden. Franco
door het geheele rijk 2.20. Week-abon
nementen :14 cent. Afzonderlijke nummers
3 cent.
indien men de vraag zou stelten, wat
of aam de men-sohlheid grooter leed be
rokkend tneeft, de oorlog of wel zijn
nasleep, de beantwoording daarvan
zou zeer mioeiilijik te geven zijn. Hoe
lang reed® behoort het eigenlijke wa
pengeweld tot itvet verleden, en hoevale
maanden. reeds ds de groote oorlog
„uit" En. toch, zou iemand durven,
beweren, dat si-nidsdien de versohrik-
kiiïgen van1 den krijg, in zijm nasleep,
worde™ g.emlist en dat de wereld
eindelijk de banden van knellend leed
en droefenis heeft kunnen slaken Het
tegendeel is wiaar, en. deze waarheid
wordt ons nu reeds al dien tijd sedert
op de geveChitsf-rontan de duizende
vuurmonden tot zwijgen- werden, ge
bracht, schier dagelijks maar al te zeer
door de feiten duidelijk gemaakt.
Implaatis tocht dat in al die maanden
een zekere rust, earn zekere verminde
ring der ondragelijke zorgen, intrad, is
de wereld tot nog diepere ellende, tot
nog zwaardere lasten gevoerd gewor
den. Het blijkt helaas met steeds groo-
ter wordende duidelijkheid, dat de
vreeseüjke wonden door het bloedig
wereldconflict dar menschlheid toege
bracht, zoo diep, zoo fel en; zo-o ern
stig zijn, dat aan ea-ni binnen afatentoa-
rern tijid te verwachten, herstel, zeer
zeker nog niet kan. worden gedacht.
En aldus zijn wij er getuigen van, hoe
ontzaggelijk groot de naweeën van
de valkereniworsf-eMnig Ihun zwarte
schaduwen over de landen, uitspreiden.
Want wel alle voitkelni ondergaan in
meer of mindere mate den droev.igen
inwloed dier oorlogsmawerking, al zijn
het uiteraard de aan den; krijg deel
genomen hebbende volken, die daarvan
in de eerste plaats de uitwerking
ondergaan,
Natuurlijk, de landen; die de zwaarste
nederlaag, welke ooit era de geschied-
boeketn zijn opgeteekenid, te torsen heb
ben, zijn. er het engste aan toe, doch
ook i.n de tarnden; der ovenwinnaars is
van een wederopleving tot monmale
levensverhoudingen vooralsnog wei
nig of geen- sprake.
De Centrale staten, zijn' er inderdaad
in elk opzicht slecht aan toe, öm hoe
wel zich nu en dan verschijnselen
voordoe®, die. er op schijnen te wijzen,
dat een kentering wellicht aanstaande
Uit het mijnwerkereleven van Noord-Aiaska
Naar R. B.
69)
„Wel, jik kan deze boot niet tegen
den stroom iini roeien, du® wij moeten
doorgaan, tot iik mijn; cano en. mijn
buis vind, dam zullen we wel een
stoomboot tegenkomendie oins mee
naar huis neemt."
Vijf mijlen stroomafwaarts ontdekte
tijn geoefend oog zijn kleine boot half
vei water onder een.ige overhangende
lakken.door een zeldzaam geluk was
K niet in de snelle sitroomiing omge
slagen en- gezonken. ;Hij, sleepte het
lichte vaartuig maar dj" naaste zand
bank, waar hij zijn. bjils uitwrong en
droogde.
Toen schepje hij het water uit de
kleine boot, maakte haar vast aan. zij.n
cano en begaf zich weer in de stroo-
ming. Tegera den middag zagen zij- in 1
de verte een kleine schroefstoomboot
die pufte en. zich dapper wenkte togen
den snellen stroom, ïm, dg riffeni en
zandbanken, vermijdend en slechts
langzaam vooruitkomend.
„Het is de Missie-boot 1" riep Necia.
„Het is de Missieboof Vadier Banmun
«laan boord zijn 1"
Zij zwaaide wild met haar armen
en voegde haar stem bij die vaira Poleon
t°t een gedaante in het zwart naast
is, maakt' de rauwe wertoe)ijkhetd aan
stonds wel een einde aam elke hoop
op een spoedige verbetering. Wartt de
werkelijke toedracht der zaken in de
landdn, der Mididen-Eunopeesohe rijken
spot eenvoudig met eike voorstelling,
daar zij inderdaad nog veel ellendiger
'rs, dan op eenig tijdstip tijdens den
oorlog. Ongeveer een jaar geleden-
werd het zwaard- des krijgs in de
scheede gestoken', idoch tögölijik^.rtijd
werd een arder nog scherper zwaard
te voorschijn, gébracht, dat van de
toenemende armoede en gebrek aan de
meest noodiige teve-nts-miiddelen, 't vlijm
scherpe zwaard van den honger. Ge-
heele streken in- de eertijds bloeiende
centrale landen zijir dermate- tot een;
totale uitputting igekomei», dat men,
deze streken, doorreizend, wanen kan
door een vallei- des doods te trekken.
Vooral in de landen der voormalige
Oosten.rijiksch-Hongaarsche monarchie
is de uitputting tot het toppunt van
etterde gestegen, terwijl ook geheel
Oost- en Zuidoost-Europa door het
spook van den honger warden be
dreigd.
Is het te verwonderen dat bij zoo
veel treurigheid ginds, ons het har:
van .medelijden, wordt bevangen?
Geenszins, en zulks te meer daar wij
in zoovele opzichten; nog reden tot
dankbaarheid moeten koesteren, voor
het feit, dat ons land en- zijn bewoners
voor "l allerverschrikkelijkste der oor-
logsiwoelinigen' mochten gespaard olij
ven. Legt dit ons reeds een- plicht der
dankbaarheid op, daar komt nog bij,
dat ons kleine land eeini grooten. naam
i.n de wereld heeft op te houden, den
naam dus dat haar bevolking tot de
milddadigste in de wereld' mag wor
den; geréke.nd.En die® naam, -wij achten;
hem zeer zeker het hooghouden waard.
Daarom vindt in* de harten van zoo-
veleni de oproep weerklank om, hoe
wel ook hier te lande het geenszins
aa-n groote zorgen en beslommeringen
ontbreekt, hulp en steun te verleenen;,
waar beide wenischelijk, meen noodig
ja zelfs onontbeerlijk zijn. Laat ons
daarom riet vragen of degenen waar
voor onze hulp wordt ingeroepen ook
soms tot een. landaard behooren,waar
mede wij al dan niet veel -sy.mpathie-
saere.n. Imimers, .het geldt hier geen
nationaliteit, het gaat hier riet om
politiek of baatzucht, neen bet is hier
de lijdende memschiheid die tot een
deel, hetwelk ï<ni ontegenzeggelijk be
tere omstandigheden verkeert, de
smeekbede richt „laat ons niet, en
laat vooral niet onze onschuldige kin
deren in honger en; ellende ontkomen:."
Want inderdaad is het volgers ontwe-
derlagbare getuigenissen, zóóver in
DiMtsch-Oostemrijk en «n Hongarije
gekomen, dat zonder hulp v,an- buiten;,
in dezen naderenden wintertijd dui
zenden en duizenden aan den- ijselij-k-
siten hongerdood moeten -worden prijs
gegeven. -Hoever het reeds i.n sommige
steden., en in de eertijds zoo schoon-e
en rijke stad Weenen gekomen is,
weet men; thans. In de gaarkeukens
m-oeten zaagsel, tooutkruirem e.n kolen
gruis bij het zoogenaamde TOedsci ge
mengd worden om aan de menschen,
den stuurstoel verscheen.
„Vader Barnifm t" riep zij en hij
herkende haar en- wuifde haar teruig.
Spoedig waren, zij-inoast de boot en,
een -paar dekkrachten tilden- Necia aan
.boord Do.ret volgde haar met het
touw van de grootste cano tusschen
zijp tanden;. Hij trok beide canto's uit
den. kokenden; stroom en legde ze .om
gekeerd op het voordek. Toen beklom
hij de sm-alle trap en ,vond Necia in de
arme/n vaint eeir grijsaard' nret -csn zachi
gelaat, den meest geliefden man aan
de Yukon, die va-n; het meisje naar den
Franschma-n ging, zijm; vriendelijk ge
zicht een eni al- verbazing.
„Wat is dit alles, -wat i'k hoor
Langzaam, Doret, langzaam Mijn
kleine 'meisje- spréékt te haastig die
arme, oude hersenen kunnen haar niet
volgen. Ik kaïn- het niet begrijpen ik
ben verwonderd. Wat béteekenlt dit
verhaal
Samen vertelden zij hem nu, terwijl
zijln. blauwe ooigen nu eens wijd open
waren; van- verwondering, d-an weer
zacht van- medelijden, of fonkelend van,
verontwaardig,iing. Toen- zij- klaar wa
ren legide Sij zijn. hand op Dorefs
schouder.
„Mijn zoom Ik danik den hemel voor
je sterke lichaam en je reine hart. Je
hebt onze Necia gered en; ie zult be-
loonjd wo-nten. Wat betreft deze
dezt man;, R-unoi-on, wij. moeten, hem
vinden, en hij moet uit het land ver
wijderd worden;dit nieuwe, mooie
land vaim ons is geen- plaats voor zul
ke» als h.iji Je zuilt onze stuurman, zijn,
Poteon, en ons naar de plaats bren-
nog eenig gevoel van vulling voor
de leege magen' bij te brengen, e» rijpt
het denkbeeld in; de hoofde» van de
zestigjani-gen- dra ouderen oim door aan
het. eigen leven- een- einde te maken,
voor de jongeren de kans op eenig
■voedsel te vergrooteni. Zou men, nog
stechts eivkefe jaren teruig, zulk een
denkbeeld toot mogelijk hebben »e-
houden Welk een ontzettend ver
schrikkelijk beeld van .wanihOop en.
vertwijfeling roepit dit alles voor
oogen:
Daarom mag niet gewacht, worden
met zoo spoed i-g ep zoo krachtig mo-
gelij.k 'hulp en. bijstand te verloeren,
daar waar een deel onzer medeme.n-
schen zoo na aan deni rand' van. het
verderf zijn, gebracht. Reeds zijn in tal
van plaatse.-^ irn orts land, ooik hier ter
stede, groepen van- personen- gevormd
om torachtigen steun, itn; den vorm van
geld en levensmiddelen, te verleunen
tn te trachten, h-et allerergste nog te
voorkomen. Reeds kwamen omvang
rijke giften in, doch meer nog is noo
dig, za-i er iels bereikt kunne» worden.
Men! bedenke, dat 'het hiiar niet gaat
om een plaatselijke» nood, maar om
den hongerdood' af fe wenden, van de
bevolking j-, vereohi."erde streken,
v eel is dus noodig a» spoed is daarbij
evénzeer een noodzakelijk element. Wje
spoedig geeft, geeft daarom dubbel.
Het mag als ee» verblijdend ver-
sehijl'.sél 'bij al die ellende diie over de
v ere lel is uitgestort, worden aarige-
m-erkt, dat niet aiilean. m de neutraal
gebleven landen de oproep tot bij-stand
weerklank vindt, maar dat ook uit an
dere lardem, en m-at name uit Amerika
stetun is toegezegd en deze toezegging
zich reeds in. daden omzet.
Daarom voorzeker mogen, noch zul
le» wij hier achterblijven, waar het
geldt te toornen, dat wij te geven we-
tei.n, zonder aanzien des persoon® ert
zonder door een»a.nder motief te wor
den geteid, dan dat van medelijden; met
de i.n, diepe ellende verkeerende on-
gelukikigen, dan; dat van- een rechtscha
pen gevoel van mensohelijkheid. Ook
r.u weder, daaraan -behoeft niet te
worden gewijzigd, zal Nederland voor
aan willen staan- in» dé rij der volken,
wier nationale deugd een reeds sedert
eeuwen betoonde butpverleeriimg en
groote milddadigheid is geweest. Voor
zeker, wij hebhe» .niet altijd den. dank
uaar-voor geoogst, d-i-e redelijkerwijze
vrwactrt mooht worden. En zékere ge
voelens bij; een- deef van het volk, dat
wij in zijn; uitersten nood hier met
open armen en warme harten ontvin
gen, laafden, en) het leed der balling
schap zoovee! mogelijk trachtten te
doem vergeten, hebben er ons i.n de
laatste maanden aa-n herinnerd, dat er
kentelijkheid en dankbaarheid nog niet
elk volk tot sieraad verstrekken. Maar
tveramim; als het ons destijds om dien.
la te ren dan ik te doen is geweest, event-
min zullen en mogen; wrij ons' thans
laten weerhouden opnieuw de hel
pende handen- uit, te strekken naar hen,
die m nooddruft ter nederliggen en ak
ter, dus ook óree hulp. van- noode heb
ben. Daartoe naar de mate onzet
kra-chten motie te wérkfra, zal hen die
vW«n«Nfflr»*a5ii»
gen."
Er was eenjge pressie noodig om
den F-ransohima-ni te overtuigen- maar
eind-élijk stemde hij toe en toen de
zon -daalde, nadieide de kleine stoom
boot het punt van- den oever, waar
Kurani-on dien mopgen zijn. vuur had
gestookt en eari lang, schril gefluit
nep hem van het punt daarboven
™t, ™et verscheen, nam de
geesfeh|ike Poleon. en nog twee man-
ren. vam de boot mee en ging aan wal
maar zij vonden geen- spoor van den
gewonden; man, slechts enkele lompen,
e^' P®.3' ite*ra.pt pad aan dein. kant
Het f0,11!' cn dat was alles.
«vCvrv^rJcr3ft|ttge ,mos toonde geen
spoor hef duiklloe struikgewas gaf geen
antwoord; op hiun geroep, ofschoon zij
.doo,*ra^«en met zoeken en
te-lkeus Weer de stoomfluit deden kün-
Kien'.
„Hij tradht zeker naar het kamp 1e-
toopCT,", zei Doret. „Misschien
is hi| toch- niet zoo zwaar gewond,"
„Je moet gelijk hebben", zei vader
Banru-m. „Wij zullen de boot dicht Dij
den oever houden, zoodat hij ons kan
roepen, als wij hem mliaten.
En zoo hervatten zij hun. moeitevoile
reis maar mijl. nu mijl. lieten zij achter
zich en; nog kwam er geen. stern uit de
bosschen, was er gee-n gedaante, Jie
han wenkte. Doret leunde zwijgend en
somber tegen den- stuurstoel en. rookte
tawooze siigaretteni die hij. va-n. cou-
raufenpapier rolde. Zijn heldere oo-aen
Ihun Tf00 6lken VOef Iaind® varl
•X/I uffza'mfn weK maar toen ein
delijk de nacht viel en de oever uit het
lijden tot lafenis, ons, die mogen ge
ven, tot vöfdoeniinig strakke». Want
zoowel voor .den enkeling als voor
een geheel volk, is menSchliervenidiheid
te betrachten, een vireugidevoJle pfticht
aa-n welks vollbrem-gimg niemand zich
vermag te onttrekken zonder aan het
beste eb edelste in zijn gemoed ern
stige schade toe te brengen.
De preventieve werking, die i.n; de
invaliditeitswet is vastgesteld, zal in
de toekomst blijken van. buitengewoon
veel belang te zijn.
1. Indien er ;nlk gevaar bestaat dat
een verzekerde, aan wien geen iuvaii-
dii-teifsnente is toegakenid, blijvend in
valide zal worden en dat dit gevaar
afgewend kan wonden door doelmatige
beUiandelinig of verpleging, .kan- de
Raad van Arbeid aan dm,e Rijksverze-
kerinigsbaink voorstellen op kosten der
Banic, dien- verzekerde genees- of heel
kundige ibeihamdeli-nig te verleenen of
hem in. een inrichting te doen opne
men-. Moctht d« Rijksverzekeringsbank
het voorstel goedkeuren, dan wordt het
natuurlijk alleen dan uitgevoerd, wan
neer de verzekerde zijn medewerking
wil. verte one-n,
TI. De tweede belangrijke factor is
dat de Rijksverzekeringsbank aan in
richtingen en vereenigiingan tot verple
ging van zieken en herstellenden- of op
andere wijze i.n het belang der votbs-
gezoindffei-d werkzaam, toelage,n, kam
verleenen. Het bedrag der toelagen, de
duur waarvoor en de voorwaarden,
waaronder de toelage wordt verleend,
moeten door de Knooj,..: worden goed
gekeurd.
Het onder I gestelde m-oet iets wor
den uitgesponnen..
Onder 1 wordt vermeld, dat alleen
„niet rente ge'nietende" in aamimerking
bomen voor een: behandeling als daar
genoemd. Oogen-schijnilijik lijkt ..dit een
ombrillijikheki, doch waraneer we art. 71
lezen, da,n, staat daarin
De verzekerde, die invalide is, heeft
recht op invaliditeitsrente
le. indien e,r geen- vooruitzicht be-
Ktaat op zoodanige toeneming zijnea-
ahbeidskraoht, dat hij ophoudt invalide
te zij» (blijveaiide invaliditeit).
2e. indien de invaliditeit onafgebro
ken een half jaar heeft geduurd (tijde
lijke invaliditeit)
Personen onder le vallende, krijgen
relate toeneming van, arbeidskracht
is hierbij- uitgesloten gedacht, ook door
ten speciale behandeling.
Personen ondier 2e ressorteerende,
krijgen ma een half jaar de iiwalidi-
-.eitsrente toeneming van arbeids
kracht is door een speciale behande
ling mogelijk. Het le halfjaar val-ten
deze arbeiders onder de Ziektewet en
krijgen ziekengeld, hetgeen i» de Ziek
tewet vam den oudnmBniister Tahna
was vastgelegd én welke bepaling bij
de herziening van deze wet door mi
nister Aallberse natuurlijk weder zal
worden o-pgeeomen. De behandeling
in een speciale inrichting moet dus
voorgesteld worden in het le halfjaar
van de ziekte of daarvóór, wanneer de
oorzalkani, die tot invaliditeit kunne»
tei-dien, met hef meeste kans op succes
bestreden kunnen worden. En- alhoewel
voor de toekenning van ziekengeld
eön geneeskundige zijn oordeel zal
moete-n uitspreken en hem daarbij voor
gezicht verdween, wierp hij zijn laatste
eimdvje sigaret over boord, glimlachte
raadselachtig in de duisternis en ging
naar beneden.
XVIi.
,,Nc, Creek" Lee kwam den volgen
den mo-rgen in, het magazijn en vond
Gale daa,r. om den winkel te badie-
■nem, alsof er niets bijzonders gebeurd
was.
„Zog Wat .is dit 'ïnej jou en- Stark
Ik hoor, dat je vreeselijik gevochten
hebt, en dat je ham leetijlk hiébt toege
takeld;."
..Ja, wij hebben gevochten,", stemde
de koopman toe. „Het was een- oude
veete en gisteren is Ihet tot een uit
barsting gekomen,"
„Goede ihemel Eni dalhi te denken, dat
Ben Stark zoo; >p zijl» kop heeft ge
had 1 Wel, 'het geheele (kaïpp spreekt
er over 1 Zij; zegge», dat hij. tweemaal
zij» revolver op je afschoot, maar je
niet kon; raken e»; dat je je naam in
zijm lichaam gekerfd hebt, of hij een
boom was. Zeg, Joihin-, hij zat er wel
van- doorgaan, hé
„Bedoel je, dat hij er aan stenven
zal
„O, neen Hij zal er wet boven op
kouten, naar wat ik hoor onkruid
vergaat niet. Niemand mag, bij hem
kramen; behalve de oude Doe, maar hij
heeft een. gevecht verloren; en dat is
slim voor hem. Weet je dat nieit? Er
zij» mannen; geweest, die de- .laat
ste twintig jaar o-p hem geloerd- heb
ben, v.a;n flier tot de Rio Grande, en;
ieder, dien hii. ooit genegerd heeft, zal
öe uitvoering van deze kwestie een-
zeer dankbare taak wordt opgelegd,
zal toch de steun, van zeer vele andere
personen en vereeni gingen (tobercu-
lose-v-eneen.iigingen o.-a.) onontbeerlijk
zijn, wil dit instituut miet illusoir
worden.
In aansluiting met het vorenstaande
dienen de voordeëlen vermeld te wor
den, wélke de» arbeider in de invalidi
teitswet worden geboden, waarbij al
lereerst de definitie van „invalide"
voorafga.
Art. 72 zegt Drwaiide Is hij, die ten
gevolge wan- ziekte of gebreken buiten
staat is orn met arbeid, die voor ziin
kraChtön. en bckÜFaamiheid is berekend
en die met het oog op zijm opleiding en
vroegere beroep hem in billijkheid kan
wordejni opgedragen, ter plaatse waar
hij arbeid verriaht of het laatst verricht
heeft of op een naburige soortgelijke
plaatis een derde kan verdienen, van
hetgeen 'lichamelijk en geestelijk ge
zonde personen- van dezelfde soort om
van soortgelijke opleiding, op zooda
nige pfaats met arbeid gewoonlijk ver
dienen.
A. leder verzekerde heeft recht op
invalidifei-tsreinite ingeval vair» invalidi
teit, wanneer 150 premiën voor hem
betaald zijn
B. Ouderdomsrente na het bereiken-
van den 65-jarigen leeftijd
C. Wettige of natuurlijke, wettigljjik
erkende kinderen beneden 13 jaar van
a. een- verzekerden- vader b. een ver
zekerde moeder, m-ite de kinderen va
derloos zijn o-f de moeder de kost
winner was, hebben bij overlijden va»
respectievelijk den vader en de moe
der -recht op weez&n-ren.te;,:mits de vader
of de moeder in 't bezit van een rente
was of 40 premiian in rekening kan
doen brengen,
(Kinderen, .die gedurende het jaar
aan Ih-eit overlijden voorafgaande op
-kosten vaj,, den verzekerde in diens
gezin werden, opgevoed, e,n na het
overlijden van den verzekerde geen
kostwinner hebben, worden met wet
tige kinderen gelijkgesteld.)
D. Wettige ikindaren benoden 13
jaar hebben na het overlijden vam den
vadef (indien hij niet verzekerd was)
recht op weezen-remte, wanneer de
móeder verzekerd rs en 40 premiën in
rekening kan brengen. Is de moeder
echter in het genot van inwaliditeits-
rorjte, dan krijgen dé kinderen niets.
(Weezenrente wordt onverminderd
uitgekeerd, tot alle kinderen 13 jaar
oud zijin.)
E. Aan wettige of natuurlijke, wet-
tiglijk erkentde kinderen (ooik kinderen
op kosten van de» verzekerde in diens
gezin opgevoed) vam een verzekerde,
die in een inrichting is opgomomen (zie
1) en. 150 premiën i» rekening kan'
brengen', kan de Rijksve-rzekeringsbank
gedurende het verblijf in die mr-i-Ch-
tiing kindergeld uitkeeren.
Krijgt deze verzekerde tijdens het
verblijf in een imrichtiing imivaliditeits-
rante, dan kan met de verpl-ichitii-ng
doorgegaan worden, De uitkeening van
kindergeld houdt datu echter dadelijk
o;p.
F. Weduwenrente, waaromtrent nog
een wetswijziging in voorbereiding is.
Geen recht op invaliditei+srente heeft
de verzekerde, die zich opzettelijk in
valide maakt, of ate de oorzaak in
venband staat met het plegen van of
deelnemen aan een misdrijf of poging
daartoe.
Ad, A. an B. Itwalid'i.teLtsrente- of
ouderdomsrente grondsalg ver-
hiervan hooren en- als hij hem ontmoet,
hom in het gelaat spuiwen, al'tee»; om
raam te niahe-n voor zichizetf. Neen
Hij is verloren. Hij. moet al zin gevech
ten- v/eer overdoen, en dezen keer zal
de ander beginnen, O, ik heb het meer
zien gebeuren. Je hebt hem gisteren
avond gedood, zoo goed a.tsof je zijn
karkas te drogen had .gdh-angen, en,
hij weet het."
„Mc ben- een vreedzaam man" zei
Gale, zi-öh verdedigend. „Ik moest het
doen".
,,'lk weet ihetIk 'Weet 9ie!tEr
waren getuigen; die kleermaker van
h-e.t font hoeft hiet gezien, zooalls tic
hoor."
De ander knikte toestemmend.
„Wel 1 Wel 1 Be» Stark zoo toege
takeld 1 Ik kan het niet vergeten. Je
moet wel; een macWtiige reden gehad
hebben, om het te doen, |olhn."
Mieter pp den man af durfde de mijn
werker niet te vragen, ofschoon hij.
brandde van. nieuwsgierigheid en even
als de gelheele stad zocht hij naar de
redoni, d,ie achter deze middernachte
lijke o-ntm-oetirng lag, waaronlfcraiif de
meest overdreven geruchten 'd© rondte
deden. Deze verhaten werden, grooter
en belachelijker, naarmate de waarheid
langer verborgen bleef, want Startc
blééf onzichtbaar en Gale noch Bun-
rail wilden, spraken, AWes, wat de
mfensch-eni wisten was, dat de een
d'oodetijik geiwomid achter de zwijgende,
muremi van zijn hut lag en dat de ander
hem zoo-vet gebi-acht had,
(Wortd veitvoUgdi)