flit nummer hestaai uit 2 bladen ZATERDAG 8 NOVEMBER. Eerste Blad. Menschlievendheid. FEUILLETON EEN NATUURKIND. De invaliditeitswet. I^O» -ji---11 fC^fC^ VLISS1NGSCHE COURANT ,0v(«-ff.irSid»®NtiS«»!» Mi ÉMU Mi l'iïïife^atót**^^ ADVERTENTIE-PRIJS Van 14 regels 0.80 voor iedere regel meer 20 centbij abonnement spe ciale' prijzen. Reclames 40 cent per regel. Dienstaanbiedingen en dienstaanvragen 10 cent per regel, bij contante betaling. Familieberichten van 16 regels ƒ1.30, iedere regel meer 20 cent ABONNEMENTSPRIJS. Voor Vlissingen en gemeenten op Wal cheren 1.85 per drie maanden. Franco door het geheele rijk 2.20. Week-abon nementen :14 cent. Afzonderlijke nummers 3 cent. indien men de vraag zou stelten, wat of aam de men-sohlheid grooter leed be rokkend tneeft, de oorlog of wel zijn nasleep, de beantwoording daarvan zou zeer mioeiilijik te geven zijn. Hoe lang reed® behoort het eigenlijke wa pengeweld tot itvet verleden, en hoevale maanden. reeds ds de groote oorlog „uit" En. toch, zou iemand durven, beweren, dat si-nidsdien de versohrik- kiiïgen van1 den krijg, in zijm nasleep, worde™ g.emlist en dat de wereld eindelijk de banden van knellend leed en droefenis heeft kunnen slaken Het tegendeel is wiaar, en. deze waarheid wordt ons nu reeds al dien tijd sedert op de geveChitsf-rontan de duizende vuurmonden tot zwijgen- werden, ge bracht, schier dagelijks maar al te zeer door de feiten duidelijk gemaakt. Implaatis tocht dat in al die maanden een zekere rust, earn zekere verminde ring der ondragelijke zorgen, intrad, is de wereld tot nog diepere ellende, tot nog zwaardere lasten gevoerd gewor den. Het blijkt helaas met steeds groo- ter wordende duidelijkheid, dat de vreeseüjke wonden door het bloedig wereldconflict dar menschlheid toege bracht, zoo diep, zoo fel en; zo-o ern stig zijn, dat aan ea-ni binnen afatentoa- rern tijid te verwachten, herstel, zeer zeker nog niet kan. worden gedacht. En aldus zijn wij er getuigen van, hoe ontzaggelijk groot de naweeën van de valkereniworsf-eMnig Ihun zwarte schaduwen over de landen, uitspreiden. Want wel alle voitkelni ondergaan in meer of mindere mate den droev.igen inwloed dier oorlogsmawerking, al zijn het uiteraard de aan den; krijg deel genomen hebbende volken, die daarvan in de eerste plaats de uitwerking ondergaan, Natuurlijk, de landen; die de zwaarste nederlaag, welke ooit era de geschied- boeketn zijn opgeteekenid, te torsen heb ben, zijn. er het engste aan toe, doch ook i.n de tarnden; der ovenwinnaars is van een wederopleving tot monmale levensverhoudingen vooralsnog wei nig of geen- sprake. De Centrale staten, zijn' er inderdaad in elk opzicht slecht aan toe, öm hoe wel zich nu en dan verschijnselen voordoe®, die. er op schijnen te wijzen, dat een kentering wellicht aanstaande Uit het mijnwerkereleven van Noord-Aiaska Naar R. B. 69) „Wel, jik kan deze boot niet tegen den stroom iini roeien, du® wij moeten doorgaan, tot iik mijn; cano en. mijn buis vind, dam zullen we wel een stoomboot tegenkomendie oins mee naar huis neemt." Vijf mijlen stroomafwaarts ontdekte tijn geoefend oog zijn kleine boot half vei water onder een.ige overhangende lakken.door een zeldzaam geluk was K niet in de snelle sitroomiing omge slagen en- gezonken. ;Hij, sleepte het lichte vaartuig maar dj" naaste zand bank, waar hij zijn. bjils uitwrong en droogde. Toen schepje hij het water uit de kleine boot, maakte haar vast aan. zij.n cano en begaf zich weer in de stroo- ming. Tegera den middag zagen zij- in 1 de verte een kleine schroefstoomboot die pufte en. zich dapper wenkte togen den snellen stroom, ïm, dg riffeni en zandbanken, vermijdend en slechts langzaam vooruitkomend. „Het is de Missie-boot 1" riep Necia. „Het is de Missieboof Vadier Banmun «laan boord zijn 1" Zij zwaaide wild met haar armen en voegde haar stem bij die vaira Poleon t°t een gedaante in het zwart naast is, maakt' de rauwe wertoe)ijkhetd aan stonds wel een einde aam elke hoop op een spoedige verbetering. Wartt de werkelijke toedracht der zaken in de landdn, der Mididen-Eunopeesohe rijken spot eenvoudig met eike voorstelling, daar zij inderdaad nog veel ellendiger 'rs, dan op eenig tijdstip tijdens den oorlog. Ongeveer een jaar geleden- werd het zwaard- des krijgs in de scheede gestoken', idoch tögölijik^.rtijd werd een arder nog scherper zwaard te voorschijn, gébracht, dat van de toenemende armoede en gebrek aan de meest noodiige teve-nts-miiddelen, 't vlijm scherpe zwaard van den honger. Ge- heele streken in- de eertijds bloeiende centrale landen zijir dermate- tot een; totale uitputting igekomei», dat men, deze streken, doorreizend, wanen kan door een vallei- des doods te trekken. Vooral in de landen der voormalige Oosten.rijiksch-Hongaarsche monarchie is de uitputting tot het toppunt van etterde gestegen, terwijl ook geheel Oost- en Zuidoost-Europa door het spook van den honger warden be dreigd. Is het te verwonderen dat bij zoo veel treurigheid ginds, ons het har: van .medelijden, wordt bevangen? Geenszins, en zulks te meer daar wij in zoovele opzichten; nog reden tot dankbaarheid moeten koesteren, voor het feit, dat ons land en- zijn bewoners voor "l allerverschrikkelijkste der oor- logsiwoelinigen' mochten gespaard olij ven. Legt dit ons reeds een- plicht der dankbaarheid op, daar komt nog bij, dat ons kleine land eeini grooten. naam i.n de wereld heeft op te houden, den naam dus dat haar bevolking tot de milddadigste in de wereld' mag wor den; geréke.nd.En die® naam, -wij achten; hem zeer zeker het hooghouden waard. Daarom vindt in* de harten van zoo- veleni de oproep weerklank om, hoe wel ook hier te lande het geenszins aa-n groote zorgen en beslommeringen ontbreekt, hulp en steun te verleenen;, waar beide wenischelijk, meen noodig ja zelfs onontbeerlijk zijn. Laat ons daarom riet vragen of degenen waar voor onze hulp wordt ingeroepen ook soms tot een. landaard behooren,waar mede wij al dan niet veel -sy.mpathie- saere.n. Imimers, .het geldt hier geen nationaliteit, het gaat hier riet om politiek of baatzucht, neen bet is hier de lijdende memschiheid die tot een deel, hetwelk ï<ni ontegenzeggelijk be tere omstandigheden verkeert, de smeekbede richt „laat ons niet, en laat vooral niet onze onschuldige kin deren in honger en; ellende ontkomen:." Want inderdaad is het volgers ontwe- derlagbare getuigenissen, zóóver in DiMtsch-Oostemrijk en «n Hongarije gekomen, dat zonder hulp v,an- buiten;, in dezen naderenden wintertijd dui zenden en duizenden aan den- ijselij-k- siten hongerdood moeten -worden prijs gegeven. -Hoever het reeds i.n sommige steden., en in de eertijds zoo schoon-e en rijke stad Weenen gekomen is, weet men; thans. In de gaarkeukens m-oeten zaagsel, tooutkruirem e.n kolen gruis bij het zoogenaamde TOedsci ge mengd worden om aan de menschen, den stuurstoel verscheen. „Vader Barnifm t" riep zij en hij herkende haar en- wuifde haar teruig. Spoedig waren, zij-inoast de boot en, een -paar dekkrachten tilden- Necia aan .boord Do.ret volgde haar met het touw van de grootste cano tusschen zijp tanden;. Hij trok beide canto's uit den. kokenden; stroom en legde ze .om gekeerd op het voordek. Toen beklom hij de sm-alle trap en ,vond Necia in de arme/n vaint eeir grijsaard' nret -csn zachi gelaat, den meest geliefden man aan de Yukon, die va-n; het meisje naar den Franschma-n ging, zijm; vriendelijk ge zicht een eni al- verbazing. „Wat is dit alles, -wat i'k hoor Langzaam, Doret, langzaam Mijn kleine 'meisje- spréékt te haastig die arme, oude hersenen kunnen haar niet volgen. Ik kaïn- het niet begrijpen ik ben verwonderd. Wat béteekenlt dit verhaal Samen vertelden zij hem nu, terwijl zijln. blauwe ooigen nu eens wijd open waren; van- verwondering, d-an weer zacht van- medelijden, of fonkelend van, verontwaardig,iing. Toen- zij- klaar wa ren legide Sij zijn. hand op Dorefs schouder. „Mijn zoom Ik danik den hemel voor je sterke lichaam en je reine hart. Je hebt onze Necia gered en; ie zult be- loonjd wo-nten. Wat betreft deze dezt man;, R-unoi-on, wij. moeten, hem vinden, en hij moet uit het land ver wijderd worden;dit nieuwe, mooie land vaim ons is geen- plaats voor zul ke» als h.iji Je zuilt onze stuurman, zijn, Poteon, en ons naar de plaats bren- nog eenig gevoel van vulling voor de leege magen' bij te brengen, e» rijpt het denkbeeld in; de hoofde» van de zestigjani-gen- dra ouderen oim door aan het. eigen leven- een- einde te maken, voor de jongeren de kans op eenig ■voedsel te vergrooteni. Zou men, nog stechts eivkefe jaren teruig, zulk een denkbeeld toot mogelijk hebben »e- houden Welk een ontzettend ver schrikkelijk beeld van .wanihOop en. vertwijfeling roepit dit alles voor oogen: Daarom mag niet gewacht, worden met zoo spoed i-g ep zoo krachtig mo- gelij.k 'hulp en. bijstand te verloeren, daar waar een deel onzer medeme.n- schen zoo na aan deni rand' van. het verderf zijn, gebracht. Reeds zijn in tal van plaatse.-^ irn orts land, ooik hier ter stede, groepen van- personen- gevormd om torachtigen steun, itn; den vorm van geld en levensmiddelen, te verleunen tn te trachten, h-et allerergste nog te voorkomen. Reeds kwamen omvang rijke giften in, doch meer nog is noo dig, za-i er iels bereikt kunne» worden. Men! bedenke, dat 'het hiiar niet gaat om een plaatselijke» nood, maar om den hongerdood' af fe wenden, van de bevolking j-, vereohi."erde streken, v eel is dus noodig a» spoed is daarbij evénzeer een noodzakelijk element. Wje spoedig geeft, geeft daarom dubbel. Het mag als ee» verblijdend ver- sehijl'.sél 'bij al die ellende diie over de v ere lel is uitgestort, worden aarige- m-erkt, dat niet aiilean. m de neutraal gebleven landen de oproep tot bij-stand weerklank vindt, maar dat ook uit an dere lardem, en m-at name uit Amerika stetun is toegezegd en deze toezegging zich reeds in. daden omzet. Daarom voorzeker mogen, noch zul le» wij hier achterblijven, waar het geldt te toornen, dat wij te geven we- tei.n, zonder aanzien des persoon® ert zonder door een»a.nder motief te wor den geteid, dan dat van medelijden; met de i.n, diepe ellende verkeerende on- gelukikigen, dan; dat van- een rechtscha pen gevoel van mensohelijkheid. Ook r.u weder, daaraan -behoeft niet te worden gewijzigd, zal Nederland voor aan willen staan- in» dé rij der volken, wier nationale deugd een reeds sedert eeuwen betoonde butpverleeriimg en groote milddadigheid is geweest. Voor zeker, wij hebhe» .niet altijd den. dank uaar-voor geoogst, d-i-e redelijkerwijze vrwactrt mooht worden. En zékere ge voelens bij; een- deef van het volk, dat wij in zijn; uitersten nood hier met open armen en warme harten ontvin gen, laafden, en) het leed der balling schap zoovee! mogelijk trachtten te doem vergeten, hebben er ons i.n de laatste maanden aa-n herinnerd, dat er kentelijkheid en dankbaarheid nog niet elk volk tot sieraad verstrekken. Maar tveramim; als het ons destijds om dien. la te ren dan ik te doen is geweest, event- min zullen en mogen; wrij ons' thans laten weerhouden opnieuw de hel pende handen- uit, te strekken naar hen, die m nooddruft ter nederliggen en ak ter, dus ook óree hulp. van- noode heb ben. Daartoe naar de mate onzet kra-chten motie te wérkfra, zal hen die vW«n«Nfflr»*a5ii» gen." Er was eenjge pressie noodig om den F-ransohima-ni te overtuigen- maar eind-élijk stemde hij toe en toen de zon -daalde, nadieide de kleine stoom boot het punt van- den oever, waar Kurani-on dien mopgen zijn. vuur had gestookt en eari lang, schril gefluit nep hem van het punt daarboven ™t, ™et verscheen, nam de geesfeh|ike Poleon. en nog twee man- ren. vam de boot mee en ging aan wal maar zij vonden geen- spoor van den gewonden; man, slechts enkele lompen, e^' P®.3' ite*ra.pt pad aan dein. kant Het f0,11!' cn dat was alles. «vCvrv^rJcr3ft|ttge ,mos toonde geen spoor hef duiklloe struikgewas gaf geen antwoord; op hiun geroep, ofschoon zij .doo,*ra^«en met zoeken en te-lkeus Weer de stoomfluit deden kün- Kien'. „Hij tradht zeker naar het kamp 1e- toopCT,", zei Doret. „Misschien is hi| toch- niet zoo zwaar gewond," „Je moet gelijk hebben", zei vader Banru-m. „Wij zullen de boot dicht Dij den oever houden, zoodat hij ons kan roepen, als wij hem mliaten. En zoo hervatten zij hun. moeitevoile reis maar mijl. nu mijl. lieten zij achter zich en; nog kwam er geen. stern uit de bosschen, was er gee-n gedaante, Jie han wenkte. Doret leunde zwijgend en somber tegen den- stuurstoel en. rookte tawooze siigaretteni die hij. va-n. cou- raufenpapier rolde. Zijn heldere oo-aen Ihun Tf00 6lken VOef Iaind® varl •X/I uffza'mfn weK maar toen ein delijk de nacht viel en de oever uit het lijden tot lafenis, ons, die mogen ge ven, tot vöfdoeniinig strakke». Want zoowel voor .den enkeling als voor een geheel volk, is menSchliervenidiheid te betrachten, een vireugidevoJle pfticht aa-n welks vollbrem-gimg niemand zich vermag te onttrekken zonder aan het beste eb edelste in zijn gemoed ern stige schade toe te brengen. De preventieve werking, die i.n; de invaliditeitswet is vastgesteld, zal in de toekomst blijken van. buitengewoon veel belang te zijn. 1. Indien er ;nlk gevaar bestaat dat een verzekerde, aan wien geen iuvaii- dii-teifsnente is toegakenid, blijvend in valide zal worden en dat dit gevaar afgewend kan wonden door doelmatige beUiandelinig of verpleging, .kan- de Raad van Arbeid aan dm,e Rijksverze- kerinigsbaink voorstellen op kosten der Banic, dien- verzekerde genees- of heel kundige ibeihamdeli-nig te verleenen of hem in. een inrichting te doen opne men-. Moctht d« Rijksverzekeringsbank het voorstel goedkeuren, dan wordt het natuurlijk alleen dan uitgevoerd, wan neer de verzekerde zijn medewerking wil. verte one-n, TI. De tweede belangrijke factor is dat de Rijksverzekeringsbank aan in richtingen en vereenigiingan tot verple ging van zieken en herstellenden- of op andere wijze i.n het belang der votbs- gezoindffei-d werkzaam, toelage,n, kam verleenen. Het bedrag der toelagen, de duur waarvoor en de voorwaarden, waaronder de toelage wordt verleend, moeten door de Knooj,..: worden goed gekeurd. Het onder I gestelde m-oet iets wor den uitgesponnen.. Onder 1 wordt vermeld, dat alleen „niet rente ge'nietende" in aamimerking bomen voor een: behandeling als daar genoemd. Oogen-schijnilijik lijkt ..dit een ombrillijikheki, doch waraneer we art. 71 lezen, da,n, staat daarin De verzekerde, die invalide is, heeft recht op invaliditeitsrente le. indien e,r geen- vooruitzicht be- Ktaat op zoodanige toeneming zijnea- ahbeidskraoht, dat hij ophoudt invalide te zij» (blijveaiide invaliditeit). 2e. indien de invaliditeit onafgebro ken een half jaar heeft geduurd (tijde lijke invaliditeit) Personen onder le vallende, krijgen relate toeneming van, arbeidskracht is hierbij- uitgesloten gedacht, ook door ten speciale behandeling. Personen ondier 2e ressorteerende, krijgen ma een half jaar de iiwalidi- -.eitsrente toeneming van arbeids kracht is door een speciale behande ling mogelijk. Het le halfjaar val-ten deze arbeiders onder de Ziektewet en krijgen ziekengeld, hetgeen i» de Ziek tewet vam den oudnmBniister Tahna was vastgelegd én welke bepaling bij de herziening van deze wet door mi nister Aallberse natuurlijk weder zal worden o-pgeeomen. De behandeling in een speciale inrichting moet dus voorgesteld worden in het le halfjaar van de ziekte of daarvóór, wanneer de oorzalkani, die tot invaliditeit kunne» tei-dien, met hef meeste kans op succes bestreden kunnen worden. En- alhoewel voor de toekenning van ziekengeld eön geneeskundige zijn oordeel zal moete-n uitspreken en hem daarbij voor gezicht verdween, wierp hij zijn laatste eimdvje sigaret over boord, glimlachte raadselachtig in de duisternis en ging naar beneden. XVIi. ,,Nc, Creek" Lee kwam den volgen den mo-rgen in, het magazijn en vond Gale daa,r. om den winkel te badie- ■nem, alsof er niets bijzonders gebeurd was. „Zog Wat .is dit 'ïnej jou en- Stark Ik hoor, dat je vreeselijik gevochten hebt, en dat je ham leetijlk hiébt toege takeld;." ..Ja, wij hebben gevochten,", stemde de koopman toe. „Het was een- oude veete en gisteren is Ihet tot een uit barsting gekomen," „Goede ihemel Eni dalhi te denken, dat Ben Stark zoo; >p zijl» kop heeft ge had 1 Wel, 'het geheele (kaïpp spreekt er over 1 Zij; zegge», dat hij. tweemaal zij» revolver op je afschoot, maar je niet kon; raken e»; dat je je naam in zijm lichaam gekerfd hebt, of hij een boom was. Zeg, Joihin-, hij zat er wel van- doorgaan, hé „Bedoel je, dat hij er aan stenven zal „O, neen Hij zal er wet boven op kouten, naar wat ik hoor onkruid vergaat niet. Niemand mag, bij hem kramen; behalve de oude Doe, maar hij heeft een. gevecht verloren; en dat is slim voor hem. Weet je dat nieit? Er zij» mannen; geweest, die de- .laat ste twintig jaar o-p hem geloerd- heb ben, v.a;n flier tot de Rio Grande, en; ieder, dien hii. ooit genegerd heeft, zal öe uitvoering van deze kwestie een- zeer dankbare taak wordt opgelegd, zal toch de steun, van zeer vele andere personen en vereeni gingen (tobercu- lose-v-eneen.iigingen o.-a.) onontbeerlijk zijn, wil dit instituut miet illusoir worden. In aansluiting met het vorenstaande dienen de voordeëlen vermeld te wor den, wélke de» arbeider in de invalidi teitswet worden geboden, waarbij al lereerst de definitie van „invalide" voorafga. Art. 72 zegt Drwaiide Is hij, die ten gevolge wan- ziekte of gebreken buiten staat is orn met arbeid, die voor ziin kraChtön. en bckÜFaamiheid is berekend en die met het oog op zijm opleiding en vroegere beroep hem in billijkheid kan wordejni opgedragen, ter plaatse waar hij arbeid verriaht of het laatst verricht heeft of op een naburige soortgelijke plaatis een derde kan verdienen, van hetgeen 'lichamelijk en geestelijk ge zonde personen- van dezelfde soort om van soortgelijke opleiding, op zooda nige pfaats met arbeid gewoonlijk ver dienen. A. leder verzekerde heeft recht op invalidifei-tsreinite ingeval vair» invalidi teit, wanneer 150 premiën voor hem betaald zijn B. Ouderdomsrente na het bereiken- van den 65-jarigen leeftijd C. Wettige of natuurlijke, wettigljjik erkende kinderen beneden 13 jaar van a. een- verzekerden- vader b. een ver zekerde moeder, m-ite de kinderen va derloos zijn o-f de moeder de kost winner was, hebben bij overlijden va» respectievelijk den vader en de moe der -recht op weez&n-ren.te;,:mits de vader of de moeder in 't bezit van een rente was of 40 premiian in rekening kan doen brengen, (Kinderen, .die gedurende het jaar aan Ih-eit overlijden voorafgaande op -kosten vaj,, den verzekerde in diens gezin werden, opgevoed, e,n na het overlijden van den verzekerde geen kostwinner hebben, worden met wet tige kinderen gelijkgesteld.) D. Wettige ikindaren benoden 13 jaar hebben na het overlijden vam den vadef (indien hij niet verzekerd was) recht op weezen-remte, wanneer de móeder verzekerd rs en 40 premiën in rekening kan brengen. Is de moeder echter in het genot van inwaliditeits- rorjte, dan krijgen dé kinderen niets. (Weezenrente wordt onverminderd uitgekeerd, tot alle kinderen 13 jaar oud zijin.) E. Aan wettige of natuurlijke, wet- tiglijk erkentde kinderen (ooik kinderen op kosten van de» verzekerde in diens gezin opgevoed) vam een verzekerde, die in een inrichting is opgomomen (zie 1) en. 150 premiën i» rekening kan' brengen', kan de Rijksve-rzekeringsbank gedurende het verblijf in die mr-i-Ch- tiing kindergeld uitkeeren. Krijgt deze verzekerde tijdens het verblijf in een imrichtiing imivaliditeits- rante, dan kan met de verpl-ichitii-ng doorgegaan worden, De uitkeening van kindergeld houdt datu echter dadelijk o;p. F. Weduwenrente, waaromtrent nog een wetswijziging in voorbereiding is. Geen recht op invaliditei+srente heeft de verzekerde, die zich opzettelijk in valide maakt, of ate de oorzaak in venband staat met het plegen van of deelnemen aan een misdrijf of poging daartoe. Ad, A. an B. Itwalid'i.teLtsrente- of ouderdomsrente grondsalg ver- hiervan hooren en- als hij hem ontmoet, hom in het gelaat spuiwen, al'tee»; om raam te niahe-n voor zichizetf. Neen Hij is verloren. Hij. moet al zin gevech ten- v/eer overdoen, en dezen keer zal de ander beginnen, O, ik heb het meer zien gebeuren. Je hebt hem gisteren avond gedood, zoo goed a.tsof je zijn karkas te drogen had .gdh-angen, en, hij weet het." „Mc ben- een vreedzaam man" zei Gale, zi-öh verdedigend. „Ik moest het doen". ,,'lk weet ihetIk 'Weet 9ie!tEr waren getuigen; die kleermaker van h-e.t font hoeft hiet gezien, zooalls tic hoor." De ander knikte toestemmend. „Wel 1 Wel 1 Be» Stark zoo toege takeld 1 Ik kan het niet vergeten. Je moet wel; een macWtiige reden gehad hebben, om het te doen, |olhn." Mieter pp den man af durfde de mijn werker niet te vragen, ofschoon hij. brandde van. nieuwsgierigheid en even als de gelheele stad zocht hij naar de redoni, d,ie achter deze middernachte lijke o-ntm-oetirng lag, waaronlfcraiif de meest overdreven geruchten 'd© rondte deden. Deze verhaten werden, grooter en belachelijker, naarmate de waarheid langer verborgen bleef, want Startc blééf onzichtbaar en Gale noch Bun- rail wilden, spraken, AWes, wat de mfensch-eni wisten was, dat de een d'oodetijik geiwomid achter de zwijgende, muremi van zijn hut lag en dat de ander hem zoo-vet gebi-acht had, (Wortd veitvoUgdi)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1919 | | pagina 1