MAANDAG 22 SEPTEMBER.
No. 3S3
57e Jaargang
!919
GEMEENTEBESTUUR
binni^UAND'"^
FEUILLETON
EEN NATUURKIND.
INGEZONDEN STUKKEN
VL1SSINGSCHE COURANT
ADVERTENTIE-PRIJS
yan i4 regels 0.80 voor iedere
revel meer 20 centbij abonnement spe-
riale prijzen. Reclames 40 cent per regel.
Dienstaanbiedingen en dienstaanvragen 10
cent per regel, bij contante betaling.
Familieberichten van 16 regels ƒ1.30,
iedere regel nieer 20 cent
ABONNEMENTS-PRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal
cheren ƒ1.85 per drie maanden. Franco
door het geheele rijk: ƒ2.20. Week-abon-
nementen 14 cent. Afzonderlijke nummers:
3 cent
"plaatselijke directe belasting
Afkondiging van het uitvoerbaar verklaarde
kohier No. 2 van de plaatselijke directe
belasting naar het inkomen over
het jaar 1919.
Burg. en Weth. van Vlissingen maken
bekend dat het kohier no. 2 van de plaat
selijke directe belasting naar het inkomen
over het jaar 1919, na door Gedeputeerde
Staten van Zeeland bij hun besluit van 19
September 1919, no. 32, te -zijn goedge
keurd, op heden in afschrift gedurende den
tijd van vijf maanden op de Secretarie der
gemeente voor een ieder ter lezing is ne-
dergelegd.
En is hiervan afkondiging geschied, waar
het behoort, den 22 September 1919.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De w.n. Secretaris,
F. BISSCHOP.
ONVEILIGHEID VAARWATER.
Schietoefeningen.
De Burgemeester van Vlissingen maakt
aan zeevarenden bekend, dat 23 en 24 Sep
tember a.s. op de reede van Texel en op
26 en 27 September a.s. van het fort Pam
pus, Zuiderzee, schietoefeningen zullen
worden gehouden.
De voor de veiligheid te nemen voor
zorgsmaatregelen liggen voor belangheb
benden ter secretarie dezer gemeente ter
inzage.
Vlissingen, 22 September 1919.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
Nederland en België.
De „Times" bevat een hoofdartikel
raar aanleiding van de Nederlandsch-
Belgische onderhandelingen Het Lon-
densche blad noemt de kwesties betref
fende de Schelde, het kanaal van Ter
Neuzen en de verdediging van de Oost
grenzen kwesties van essentieele betee-
kenis.
Aangaande de Schelde in vredestijd
zegt de „Times" het Nederlandsche
standpunt moge juist zijn, dat Neder
land nooit een veto uitsprak tegen de
verbetering der waterwegen en dat het
oponthoud, dat somtijds plaats had, in
cidenteel waren, maar met dit al bleef
het misnoegen bestaan. Er is reden om
te hopen, dat dit misschien uit den weg
zal worden geruimd door een verbeter
den vorm van gezamenlijk beheer, die,
aangezien zij de belangen van beide
partijen beschermt, de onbelemmerde
ontwikkeling van Antwerpen zal verze
keren. Ook kan de beslissing betreffen
de de positie van de Schelde in oor
logstijd, waarbij de Engelsche belangen
in het bijzonder betrokken zijn, niet
lang worden uitgesteld.
Ten slotte wijst het blad op de ver
dediging van Limburg als een andere
kwestie van internationaal belang. Het
herinnert aan het standpunt van België,
dat, zooals Raemakers toegeeft, alleen
Uit het mijnwerkersleven van Noord-Alaska.
Naar R. B.
28)
Hij kon verbazend hard loopen en hij
vloog door het woud, geruster wordend
hoe verder hij kwam. Eerst bezo-cht hij
de Noordelijkste claims, toem maakte
hij een verren omweg om de hut en
kwam terug bij Necia's zuidelijkste»
claim.
Hij waggelde als earn dronken man
van vermoeienis, zijn iongen barstten
o'jna van inspanning.
Hij had in die» korten tijd bijna een
mijl afgelegd, maar toch lachte hij ze
gevierend, toen hij terugwandelde naar
de hut, want het was een spel, waard
gespeeld te worden en hij was blij, dat
hij den koopman en het meisje kon hel
pen.
loeni de luitenant den blik van triumf
°P Runnion's gelaat zag, behoefde hij
niet naair Gale of Poieon of Necia te
kijken, om te weten, dat de wil der
meerderheid had gezegevierd em dat
net meisje de dupe geworden was. Zij
er ?eer verdrietig uit, als een klein
ind, wie men het dierbaarste had ont-
omen en den schok van haar eerste
aiMtusie nog in de oogew.
7«roUnï'0n sPrak de andere samen
zweerders nu aan.
„Wel,
jongens, er zijn nu drie goede
bedoelt, dat een militaire overeenkomst
met Nederland de bescherming van de
Belgische oostgrenzen zal waarborgen
en vermeldt hierbij de Nederlandsche
bezwaren.
De „Times" besluit als volgt Met
het oog op de toegegeven onverdedig
baarheid van Limburg door Nederland
en het'gebruik dat de Duitschers bij hun
terugtocht maakten van het Nederland
sche grondgebied, is het niet verwon
derlijk, dat België er niet in toestemt,
een Nederlandsche verklaring, dat het
elke schending van zijn grondgebied als
een casus belli zou beschouwen, als een
onvoldoenden waarborg aan te nemen.
Indien in verloop van tijd Nederland
lid van den Volkenbond werd, zouden
de omstandigheden veranderen, maar
intusschen is de hoop niet uitgesloten,
dat een hernieuwde vriendschappelijke
vorm der onderhandelingen kan leiden
tot de een of andere militaire oplossing
tusschen de twee landen, zooals waar
schijnlijk ook een overeenkomst betref
fende de invoerrechten en kanalen zal
^ot s.tand komen.
Een overeenkomst met de Maatschappij
„Zeeland".
Bij de Tweede Kamer is ingediend
een wetsontwerp tot goedkeuring van
een overeenkomst met de Stoomvaart-
Maatschappij „Zeeland" wegens het
uitvoeren van een maildienst tusschen
Queenborough, Folkestone of een ande
re Engelsche haven.
De overeenkomst met de Stoomvaart-
Maatschappij „Zeeland", zooals die bij
de wet van 11 Januari 1919 is goedge
keurd, zal 1 Januari 1920 afloopen.
Immers de „Zeeland" heeft, vooral we
gens de voor haar zeer bezwarende
arbeidsvoorwaarden, van haar recht
gebruik gemaakt om zich tegen verlen
ging van het contract te verklaren.
De regeering meent op het aangaan
van een nieuwe overeenkomst met die
nationale maatschappij te moeten prijs
stellen. De „Zeeland" toch heeft na het
uitbreken van den oorlog al het hare
gedaan om haar verplichtingen uitne
mend na te komen en heeft zich daar
bij ongemeen zware verliezen moeten
getroosten.
Een hoofdpunt bij de onderhandelin
gen aangaande de nieuwe overeenkomst
was de vraag, naar weiken grondslag
en in welke mate de vergoeding zou
dienen te zijn, welke aan de „Zeeland"
ware uit te keeren.
Nu mag worden aangenomen, dat de
dienst zich gaandeweg weder in nor
male richting zal ontwikkelen, kan wor
den teruggekeerd tot het stelsel van
vóór den oorlog, dat ieder bevredigde.
De vergoeding, toen geldend, bestond
hierin, dat werd uitgekeerd
a. voor het vervoer der Nederland
sche brievenmalen in beide richtingen
50.000
b. voor het vervoer der brievenmalen
van en aan buitenlandsche postadmini
straties de bij verdrag tusschen de le
den der Algemeenc Postvereeniging
vastgestelde of vast te stellen betalin
gen (transitrechten), met een gegaran
deerd minimum van ƒ400.000, terwijl
hetgeen de betaling genoemde som van
400.000 mocht te boven gaan, voor de
helft aan de Nederlandsche postadmi
nistratie ten deel zou vallen
c. voor elk postpakket van of voor
Nederland of andere landen 0.06.
Maar de omstandigheden, als gevolg
van veel hoogere loonen, hoogere kos
ten van steenkolen en andere benoo-
claims open, om in bezit genomen te
worden. Het spijt me, dat ik er 'niet ee»
van kam nemen."
„Zij zullen niet lang open liggen",
zei een der schurken, opspringend, om
stroomafwaarts te gaan, terwijl zijn
twee metgezellen' de tegenovergestelde
richting namen. Maar Burrell hield hen
tegen.
„Te iaat, jongens. Je hebt je spet ver
loren'. Nu Nu Windt je maar zoo
niet zoo op. Hé Wat heb ik geloopen."
Gale keek den jo,ragen man nieuws
gierig aan.
.„Wat bedoel je?"
„Ik heb die claims in bezit genomen."
„Jij riep Necia.
„Zeker, ik ben va;m gedachte veran
derd."
„Het is een leugen riep Runniom,
waarop Burrell zich bruusk naaT hem
toekeerde.
„Ik heb hierop gewacht, Runnio»
sinds je terug bent. Nu
„Ik bedoel, je hebt er geem tijd voor
gehad", zet de ander haastig en' ver
goelijkend.
„O, dat klinkt beter Als je mij niet
gelooft, ga dan zelf kijken je zult mijn
notitie onder die van miss Gale vinden."
Toen ging hij voort tot „No Creek"
Lee „Wees zoo goed, ze voor mij te
noteeren, dan kan' er geen kwestie meer
ziin van recht of onrecht."
„Ik wil vervlzijn, als ik het doe",
zei de weerspannige secretaris. „Je bent
nog erger dan die bedriegers. De grond
behoort aan Neciai Gaie."
Tot nu toe was Stark blijven zwijgen,
zijn onbewegelijk gelaat verried geen
digdheden, hoogere bouwkosten van de
schepen ter vervanging van de vernie
tigde, hoogere kosten van onderhoud
enz., zijn dermate gewijzigd, dat daar
mede stellig dient rekening te worden
gehouden. Bedroegen de exploitatiekos
ten in haar geheel per jaar gemiddeld
over 1909 t/m. 1913 1.554.225, reeds
nu moet aan loonen alleen circa
ƒ1.357.000 worden betaald in plaats
van ƒ608.000 over 1913, of ƒ649.000
meer dan toenmaals. Waar de huidige
loonen die zijn, waarmede, voor zoo
ver de onderhandelingen zijn gevorderd,
de Ioonraad van werknemers en werk
gevers in het scheepvaartbedrijf, be
houdens geringe wijzigingen, waar
schijnlijk accoord gaat, zal bij den mi
nister geen bezwaar tegen goedkeuring
behoeven te bestaan. Evenmin tegen de
arbeidsvoorwaarden betreffende het
kantoor- en ander personeel, waarbij
met de eischen der betrokken vakver-
eenigingen is rekening gehouden.
Met het oog op een en ander zullen
vorengenoemde sommen van 50.000,
400,000 en 0.06 over eenig jaar wor
den verhoogd met een bedrag, even
redig aan hetgeen de exploitatiekosten
der maatschappij, zonder rente, af
schrijvingen en uitgaven, welke ter be
oordeeling van den minister van wa
terstaat niet rechtstreeks voor het per
sonen-, goederen- en postvervoer die
nen, volgens door den minister goedge
keurde rekening meer beloopen dan
ƒ1.554.255, zijnde dit het gemiddeld
jaarlijksch bedrag van de exploitatie
kosten over de normale jaren 1909 t/'m.
1913.
Be Rijksmiddelen.
De vermeerdering der Rijksmiddelen
is nog steeds toenemende. De maand
Augustus in 1918 leverde slechts
ƒ19.696.190.4014 op tégen in de afge-
loopen maand Aug. 29.485.230.99)^,
een stijging dus van ƒ9.792.040.59.
De voornaamste bronnen van inkom
sten welke beneden de opbrengst van
Augustus 1918 bleven zijn de inkom
stenbelasting met ƒ118.000, de suiker
accijns met 358.000, de zout-accijns
met 85.000, die op het bier met
ƒ20.896.11, de domeinen ƒ511.000, en
de Staatsloterij met ƒ9000.
De overige middelen gaven hooger
opbrengsten en wel de grondbelasting
ƒ161.000, de perconeele belasting
ƒ114.000, de vermogensbelasting
150.000, het acijijns op wijn 7000, op
gedistilleerd ƒ2.427.000, op het geslacht
ƒ744.000, zegelrechten ƒ1.311.000, re
gistratie-rechten 1.450.000, successie
rechten 1.270.000, invoer-rechten
1.610.000, belasting op gouden en zil
veren werken 8000, statistiekrecht
273.000, jacht- en visch-acten ƒ4000,
en de loodsgelden ƒ83.000.
Over de eerste acht maanden van
1919 was de opbrengst 199.664.778.77
tegen ƒ166.441.361.38 in gelijk tijdvak
van 1918, zoodat de grootere opbrengst
in deze acht maanden bedraagt
33.223.416.79.
De belastingen in verband met de
buitengewone omstandigheden brach
ten in Augustus op 17.839.713.981/2 en
in de eerste acht maanden van dit jaar
170.815.878.31 /2, terwijl de opcenten
van het Leeningsfonds 1914 in Augus
tus ƒ4.205.231.57 en in de eerste acht
maanden van dit jaar f 30.360.843.33
hebben opgeleverd. („Nieuwe Ct.")
De uitlevering van den ex-keizer.
Volgens den Parijschen correspon
dent van de „Libre Betgique" is de Ne-
schaduw van teleurstelling, want hij
was een- goed verliezer, maar nu sprak
hij.
„Wie denkt dat het Amerikaansche
leger slaapt, is gek." Toen tot Burrell,
„je bent een aardig jongmensch, om je
vrienden zoo in de wielen te rijden."
„Je beurt 'n vriend van mij", ant
woordde Meade.
„Ik Wat bedoel je
„Ik heb je in de wielen gereden, Stark
sn niemand anders."
Burrell zag hem aan met een blik, ge
lijk aan dien Runmion in zijn gelaat had
gezien op dien eersten dag in den win
ket van Gale. De gedachte, dat deze
vijf mannen' samenspanden, om dit
kleine meisje te bestelen, had hem dui
zelig gemaakt en zijn hartstocht kreeg
de overhand.
„Het dient nergens toe, er woorden
over vuil te maken", zei hij. „Deze ke
rels zijn. je werktuigen en jij hebt ge
tracht dien: grond te stelen, omdat hij
zeker rijk is."
Stark deed een uitroep van woede
hooreni, maar de ander liet hem geen
tijd, aam het woord te kamen.
„Word nu niet grof, want dan begint
m ij ir werk, en het zou me zeer aange
naam zijn, je als gevamigene mee terug
te inenten."
Toen wendde hij zich tot Lee en zei
„Maak niet, dat ik je dwingen moet
mijn ei gendom mem te noteeren. Ik heb
die claims opgemeten voor miss Gale
en ik zal ze op haar overdragen, als zij
achttien is."
Poieon Doret riep tot Runnion
„Mijnheer Runmion, je herinnert je, wat
derlamdsche gezant te Parijs er van ver
wittigd, dat in de volgende 14 dagen
de vraag voor de uitlevering van. den
ex-keizer naar Nederland gezonden zal
worden.
Blijvende verhooging voor gepension-
neerden.
De minister van financiën, heeft ver
klaard, dat spoedig een wetsontwerp
zal ingediend worden om alle gepensi-
onneerdem een blijvende verhooging
van 20 toe te kennen.
Overheidspersoneel.
Op initiatief van het hoofdbestuur
van het 'Nationaal Verbond van Ge
meenteambtenaren' in Nederland heeit
een samenspreking plaats gehad tus
schen verschillende bestuurders vam or
ganisaties van overheidspersoneel op
het bondsbureau van het Algemeen
Nederlandsch Vakverbond te 's-Gra-
vemhage, ten einde te komen tot oprich
ting van een comité van neutraal geor
ganiseerd overheidspersoneel. De be
doeling van de oprichting vara dit co
mité is o.m. om te komen tot voorlich
ting vain de regeering bij de uitvoering
van de wet-Dresselhuys op den rechts
toestand van ambtenaren, en mede deel
te nemen aan de besprekingen over en
het ontwerpen van'verschillende maat
regelen van bestuur, die door bedoelde
wet worden geëischt. Besloten werd tot
de oprichting van dit comité, dat voor-
loopig reeds ruim 40.000 leden over
heidspersoneel vertegenwoordigt, ter
wijl van andere organisaties telegra
fisch sympathie-betuigingen inkwamen.
Het comité heet Comité v-aira Neutraal
Overheidspersoneel (verkort C. N. O.
P.) het is gevestigd te 's-Gravenhage,
Regentesseplein 20. Het voorloopig be
stuur is H. Freen, voorzitter en F. C.
van Ingemi Schenau, secretaris.
Bniten verantwo rdelijfebeld der redactie
De cople woidt niet ternggegeven
DE BELASTINGSCHROEF TE VLIS
SINGEN WORDT EXTRA AANGEZET
Mijnheer de Redacteur,
Met belangstelling heb ik kennis ge
nomen van het voorstel van Burg. en
Weth. tot wijziging van de verordening
op de heffing eener belasting naar het
inkomen. Straks zal dit voorstel in den
gemeenteraad behandeld worden en
voordat iemand er aan denkt, zal het
ook daar wel worden aangenomen.
Onze vroede mannen kijken nu een
maal niet op een dubbeltje. We hebben
het gezien bij de ontijdige invoering
van den achturigen arbeidsdag, voordat
deze nog wet is, bij de gemoedelijke in
williging van alle verzoeken om loons-
verhooging en niet te vergeten bij het
voorstel tot huizenbouw op de Nieuwe
Markt. De meest-onschuldigen onder de
raadsleden hebben toen nog den moed
gehad, het woord „strop" op de lippen
te nemen, maar tegen beter weten in
toch vóór gestemd.
De nuchtere werkelijkheid van het
belastingvoorstel, zal helaas eerst door
iedereen begrepen worden, wanneer
men in 1920 het aanslagbiljet thuis
krijgt.
En daarom kan ik niet nalaten er de
aandacht op te vestigen, wetende, dat
de aanneming tot grove klachten za!
leiden, wanneer het telaat is.
In Vlissingen dan waar ntillionairs
en misschien ook half-millionairs schit
ik je gisteren gezegd heb Ik begin te
denken, dat j ij het zult zijn."
De man verbleekte in zijn woede,
maar zei niets. Necia klapte vrooiijk in
de handen.
Toen hij zag, dat hij het spel verlo
ren had, bedwong Stark spoedig zijn
gevoelens en haalde de schouders op,
terwijl hij zich omkeerde.
„U hebt ongelijk, luitenant", zei hij,
„maar ik wil geen ruzie. U hebt de wet
op uw hand." Toen zei hij tot Runnion
en de anderen „Nu, ik ben klaar voor
den terugtocht."
Toen zij hun pakken weer op de
schouders hadden geladen en verdwe
nen. waren in de vallei, stak Gaie den
officier de hancf toe. „Jongmensch, ik
geloof, dat jij en ik vrienden zullen
zijn."
„Dank u", zei Burrel, het aanbod van
vriendschap aannemend, wat hij wist,
dat oprecht gemeend was.
„Ik ga er in mee 1" zei „No Creek'"
Lee „je hebt je kranig gehouden
Poieon had Stark en zijn gezelschap
zoo lang nagezien, tot zij uit het ge
zicht verdwenen waren, maar nu keerde
hij zich om en sprak den jongen soldaat
aan.
„Je hebt vandaag vijanden gemaakt,
mijnheer."
„Dat is zoo", stemde Lee toe. „Ben
Stark zal het u nooit vergeven."
„iHeei goed, dat is zijini zaak."
„U weet niet, wat het beteekent, hem
tot vijand te hebben", hield Lee vol.
„Hij zaïl alles regelen naar zijn eigen
voordeel' en dan ruzie met u zoeken. Hij
zat nooit opera spel spelen, maar u
teren door afwezigheid moet
1.000.000 worden gevonden, wegens
vermindering van het belastbaar inko
men, tengevolge van de verhooging van
den aftrek tot 600 plus 100 voor de
echtgenoote en 50 voor ieder kind.
Dat millioen wordt gerekend tegen
5000 aanslagen en moet dus, om een
zelfde opbrengst aan belasting te ver
krijgen, het vermenigvuldigingscijfer
worden verhoogd.
Burg. en Weth. toonen even hun me
delijden, waar ik lees „Alhoewel de
verdeeling groote moeilijkheden ople
vert, daar reeds nu een klem aantal
personen het leeuwendeel der belasting
moet opbrengen," maar dadelijk gevoe
len ze weer hun gewicht als overheid,
door te vervolgen, „moet toch met het
feit rekening worden gehouden, daar
het totaal der belasting moet worden
opgebracht, zoodat, door vermindering
van de een, de belastingdruk voor den
ander verzwaard wordt."
Gegoeden onder ons, houdt uw porte-
monnaie maar heel wijd open. Waar
inkomens beneden de 1600 niet zwaar
der mogen worden belast, heel lief,
zullen dus hoogere inkomens in even
redigheid zwaarder worden getroffen.
Een ieder neme zijn biljet 1919 voor
zich en ga eens na, welke cijfers biljet
1920 te zien zal geven. In de ontwor
pen progressie is het percentage der
toeneming opgevoerd tot 7 en het
vermenigvuldigingscijfer 2.25 zal de op
brengst ongeveer gelijk doen zijn aan
die van het kohier over 1918, naar het
welk een opbrengst verkregen wordt
van 266.685 terwijl op de begrooting
voor 1920 een aanmerkelijk hooger be
drag moet worden uitgetrokken. Dit
verschil zal moeten worden gevonden
uit de toeneming van het totaal van het
belastbaar inkomen, dat grooter zal zijn
dan in 1918.
Op welk feit is dat gebaseerd, op den
voorspellenden en optimistischen blik
van Burg. en Weth. soms en op welk
bedrag raamt men het
Hoeveel bedroeg het belastbaar inko
men over 1913, (het jaar vóór den oor
log) en met hoeveel is het toegenomen
sedert 1913 tot en met 1918?
Met welke som moet dat stijgen, om
uit den nood te zijn
Men wist mij te zeggen, dat het ver
menigvuldigingscijfer nog hooger moet
worden en leek als ik ben, kom ik tot
een becijfering, dat de meer gegoeden
in deze stad 15 a 20 of meer zul
len hebben op te brengen.
En alsof dit nog niet voldoende zal
zijn, komt de bittere pil achteraan, dat,
„bij goedkeuring der ontwerp-verorde-
ning het volgend jaar de belasting naar
het inkomen over 1919 berekend zal
worden en het eerstvolgend belasting
jaar loopen van 1 Januari 192030
April 1921."
De heffing zal dus over 16 maanden
geschieden.
Dit beteekent, over dat zoo zwaar
drukkend belastingjaar een nog hooge
re belasting met een derde gedeelte.
En onwillekeurig vraagt men zich af:
„Wat hebben Burg. en Weth. daar nu
weer mee voor Wanneer het belas
tingjaar moet loopen van 1 Mei tot 30
April, overeenkomende met de wet op
de Rijksinkomstenbelasting, waarom
kan dat hier dan niet terugwerkend ge
schieden van 1 Mei 1919 tot 30 April
1920 Dat is toch veel billijker, dan dat
men, over het inkomen van 1919, in
1920 gaat belasten tot 30'April 1921.
Het behoort niet tot de liefhebberijen
dood-plagen met kleinigheden, tot u op
vliegt en hem uitdaagt, en dan zal hij
u dooden. Zoo heeft hij ook den goud
commissaris in Britsch-Columbia ge
dood."
Necia had tot n.u toe weinig gezegd,
maar de blik in haar oogan beloonde
den officier voor zijn optreden ten ha
ren' behoeve en voor alle kwaad, dat
er uit voort mocht komen. Zij trad
vooruit en legde haar handen op de
zijne.
„Beloof me, dat je geetni ruzie met
hem zult maken", smeekte zij angstig,
„want het is alles mijn schuld, en ik
ik zou het mezelf nooit vergeven, als
je eenig kwaad overkwam. Beloof het
me Wil je
„Maak je niet bezorgd, meisje", stel
de Gale haar gerust. „Er is mets, wat
Stark kan doen era wat er ook gebeurt,
wij zijn op de hand van den luitenant.
Hij is va» ons soort."
Burrell hield van dezen oude met de
altijd waakzame oogera en was nu blij,
dat hij zijn hand kon aannemen zonder
schuld op zij» geweten.
Doret was nu klaar met het opvou
wen van hu», dekens en het pakken van
hun bagage, en de vier mannen- begaven
zich op weg naar de stad, maar inplaats
van de anderera te volgen, namen zij
Necia aa» als gids era kozen het pad
over Black Bear Creek. Zij waren nog
niet ver gevorderd, of zij vond gelegen
heid, met Burrell wat achter te blijven.
(Wordt vervolgd.)