MAANDAG 22 SEPTEMBER. No. 3S3 57e Jaargang !919 GEMEENTEBESTUUR binni^UAND'"^ FEUILLETON EEN NATUURKIND. INGEZONDEN STUKKEN VL1SSINGSCHE COURANT ADVERTENTIE-PRIJS yan i4 regels 0.80 voor iedere revel meer 20 centbij abonnement spe- riale prijzen. Reclames 40 cent per regel. Dienstaanbiedingen en dienstaanvragen 10 cent per regel, bij contante betaling. Familieberichten van 16 regels ƒ1.30, iedere regel nieer 20 cent ABONNEMENTS-PRIJS Voor Vlissingen en gemeenten op Wal cheren ƒ1.85 per drie maanden. Franco door het geheele rijk: ƒ2.20. Week-abon- nementen 14 cent. Afzonderlijke nummers: 3 cent "plaatselijke directe belasting Afkondiging van het uitvoerbaar verklaarde kohier No. 2 van de plaatselijke directe belasting naar het inkomen over het jaar 1919. Burg. en Weth. van Vlissingen maken bekend dat het kohier no. 2 van de plaat selijke directe belasting naar het inkomen over het jaar 1919, na door Gedeputeerde Staten van Zeeland bij hun besluit van 19 September 1919, no. 32, te -zijn goedge keurd, op heden in afschrift gedurende den tijd van vijf maanden op de Secretarie der gemeente voor een ieder ter lezing is ne- dergelegd. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 22 September 1919. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De w.n. Secretaris, F. BISSCHOP. ONVEILIGHEID VAARWATER. Schietoefeningen. De Burgemeester van Vlissingen maakt aan zeevarenden bekend, dat 23 en 24 Sep tember a.s. op de reede van Texel en op 26 en 27 September a.s. van het fort Pam pus, Zuiderzee, schietoefeningen zullen worden gehouden. De voor de veiligheid te nemen voor zorgsmaatregelen liggen voor belangheb benden ter secretarie dezer gemeente ter inzage. Vlissingen, 22 September 1919. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. Nederland en België. De „Times" bevat een hoofdartikel raar aanleiding van de Nederlandsch- Belgische onderhandelingen Het Lon- densche blad noemt de kwesties betref fende de Schelde, het kanaal van Ter Neuzen en de verdediging van de Oost grenzen kwesties van essentieele betee- kenis. Aangaande de Schelde in vredestijd zegt de „Times" het Nederlandsche standpunt moge juist zijn, dat Neder land nooit een veto uitsprak tegen de verbetering der waterwegen en dat het oponthoud, dat somtijds plaats had, in cidenteel waren, maar met dit al bleef het misnoegen bestaan. Er is reden om te hopen, dat dit misschien uit den weg zal worden geruimd door een verbeter den vorm van gezamenlijk beheer, die, aangezien zij de belangen van beide partijen beschermt, de onbelemmerde ontwikkeling van Antwerpen zal verze keren. Ook kan de beslissing betreffen de de positie van de Schelde in oor logstijd, waarbij de Engelsche belangen in het bijzonder betrokken zijn, niet lang worden uitgesteld. Ten slotte wijst het blad op de ver dediging van Limburg als een andere kwestie van internationaal belang. Het herinnert aan het standpunt van België, dat, zooals Raemakers toegeeft, alleen Uit het mijnwerkersleven van Noord-Alaska. Naar R. B. 28) Hij kon verbazend hard loopen en hij vloog door het woud, geruster wordend hoe verder hij kwam. Eerst bezo-cht hij de Noordelijkste claims, toem maakte hij een verren omweg om de hut en kwam terug bij Necia's zuidelijkste» claim. Hij waggelde als earn dronken man van vermoeienis, zijn iongen barstten o'jna van inspanning. Hij had in die» korten tijd bijna een mijl afgelegd, maar toch lachte hij ze gevierend, toen hij terugwandelde naar de hut, want het was een spel, waard gespeeld te worden en hij was blij, dat hij den koopman en het meisje kon hel pen. loeni de luitenant den blik van triumf °P Runnion's gelaat zag, behoefde hij niet naair Gale of Poieon of Necia te kijken, om te weten, dat de wil der meerderheid had gezegevierd em dat net meisje de dupe geworden was. Zij er ?eer verdrietig uit, als een klein ind, wie men het dierbaarste had ont- omen en den schok van haar eerste aiMtusie nog in de oogew. 7«roUnï'0n sPrak de andere samen zweerders nu aan. „Wel, jongens, er zijn nu drie goede bedoelt, dat een militaire overeenkomst met Nederland de bescherming van de Belgische oostgrenzen zal waarborgen en vermeldt hierbij de Nederlandsche bezwaren. De „Times" besluit als volgt Met het oog op de toegegeven onverdedig baarheid van Limburg door Nederland en het'gebruik dat de Duitschers bij hun terugtocht maakten van het Nederland sche grondgebied, is het niet verwon derlijk, dat België er niet in toestemt, een Nederlandsche verklaring, dat het elke schending van zijn grondgebied als een casus belli zou beschouwen, als een onvoldoenden waarborg aan te nemen. Indien in verloop van tijd Nederland lid van den Volkenbond werd, zouden de omstandigheden veranderen, maar intusschen is de hoop niet uitgesloten, dat een hernieuwde vriendschappelijke vorm der onderhandelingen kan leiden tot de een of andere militaire oplossing tusschen de twee landen, zooals waar schijnlijk ook een overeenkomst betref fende de invoerrechten en kanalen zal ^ot s.tand komen. Een overeenkomst met de Maatschappij „Zeeland". Bij de Tweede Kamer is ingediend een wetsontwerp tot goedkeuring van een overeenkomst met de Stoomvaart- Maatschappij „Zeeland" wegens het uitvoeren van een maildienst tusschen Queenborough, Folkestone of een ande re Engelsche haven. De overeenkomst met de Stoomvaart- Maatschappij „Zeeland", zooals die bij de wet van 11 Januari 1919 is goedge keurd, zal 1 Januari 1920 afloopen. Immers de „Zeeland" heeft, vooral we gens de voor haar zeer bezwarende arbeidsvoorwaarden, van haar recht gebruik gemaakt om zich tegen verlen ging van het contract te verklaren. De regeering meent op het aangaan van een nieuwe overeenkomst met die nationale maatschappij te moeten prijs stellen. De „Zeeland" toch heeft na het uitbreken van den oorlog al het hare gedaan om haar verplichtingen uitne mend na te komen en heeft zich daar bij ongemeen zware verliezen moeten getroosten. Een hoofdpunt bij de onderhandelin gen aangaande de nieuwe overeenkomst was de vraag, naar weiken grondslag en in welke mate de vergoeding zou dienen te zijn, welke aan de „Zeeland" ware uit te keeren. Nu mag worden aangenomen, dat de dienst zich gaandeweg weder in nor male richting zal ontwikkelen, kan wor den teruggekeerd tot het stelsel van vóór den oorlog, dat ieder bevredigde. De vergoeding, toen geldend, bestond hierin, dat werd uitgekeerd a. voor het vervoer der Nederland sche brievenmalen in beide richtingen 50.000 b. voor het vervoer der brievenmalen van en aan buitenlandsche postadmini straties de bij verdrag tusschen de le den der Algemeenc Postvereeniging vastgestelde of vast te stellen betalin gen (transitrechten), met een gegaran deerd minimum van ƒ400.000, terwijl hetgeen de betaling genoemde som van 400.000 mocht te boven gaan, voor de helft aan de Nederlandsche postadmi nistratie ten deel zou vallen c. voor elk postpakket van of voor Nederland of andere landen 0.06. Maar de omstandigheden, als gevolg van veel hoogere loonen, hoogere kos ten van steenkolen en andere benoo- claims open, om in bezit genomen te worden. Het spijt me, dat ik er 'niet ee» van kam nemen." „Zij zullen niet lang open liggen", zei een der schurken, opspringend, om stroomafwaarts te gaan, terwijl zijn twee metgezellen' de tegenovergestelde richting namen. Maar Burrell hield hen tegen. „Te iaat, jongens. Je hebt je spet ver loren'. Nu Nu Windt je maar zoo niet zoo op. Hé Wat heb ik geloopen." Gale keek den jo,ragen man nieuws gierig aan. .„Wat bedoel je?" „Ik heb die claims in bezit genomen." „Jij riep Necia. „Zeker, ik ben va;m gedachte veran derd." „Het is een leugen riep Runniom, waarop Burrell zich bruusk naaT hem toekeerde. „Ik heb hierop gewacht, Runnio» sinds je terug bent. Nu „Ik bedoel, je hebt er geem tijd voor gehad", zet de ander haastig en' ver goelijkend. „O, dat klinkt beter Als je mij niet gelooft, ga dan zelf kijken je zult mijn notitie onder die van miss Gale vinden." Toen ging hij voort tot „No Creek" Lee „Wees zoo goed, ze voor mij te noteeren, dan kan' er geen kwestie meer ziin van recht of onrecht." „Ik wil vervlzijn, als ik het doe", zei de weerspannige secretaris. „Je bent nog erger dan die bedriegers. De grond behoort aan Neciai Gaie." Tot nu toe was Stark blijven zwijgen, zijn onbewegelijk gelaat verried geen digdheden, hoogere bouwkosten van de schepen ter vervanging van de vernie tigde, hoogere kosten van onderhoud enz., zijn dermate gewijzigd, dat daar mede stellig dient rekening te worden gehouden. Bedroegen de exploitatiekos ten in haar geheel per jaar gemiddeld over 1909 t/m. 1913 1.554.225, reeds nu moet aan loonen alleen circa ƒ1.357.000 worden betaald in plaats van ƒ608.000 over 1913, of ƒ649.000 meer dan toenmaals. Waar de huidige loonen die zijn, waarmede, voor zoo ver de onderhandelingen zijn gevorderd, de Ioonraad van werknemers en werk gevers in het scheepvaartbedrijf, be houdens geringe wijzigingen, waar schijnlijk accoord gaat, zal bij den mi nister geen bezwaar tegen goedkeuring behoeven te bestaan. Evenmin tegen de arbeidsvoorwaarden betreffende het kantoor- en ander personeel, waarbij met de eischen der betrokken vakver- eenigingen is rekening gehouden. Met het oog op een en ander zullen vorengenoemde sommen van 50.000, 400,000 en 0.06 over eenig jaar wor den verhoogd met een bedrag, even redig aan hetgeen de exploitatiekosten der maatschappij, zonder rente, af schrijvingen en uitgaven, welke ter be oordeeling van den minister van wa terstaat niet rechtstreeks voor het per sonen-, goederen- en postvervoer die nen, volgens door den minister goedge keurde rekening meer beloopen dan ƒ1.554.255, zijnde dit het gemiddeld jaarlijksch bedrag van de exploitatie kosten over de normale jaren 1909 t/'m. 1913. Be Rijksmiddelen. De vermeerdering der Rijksmiddelen is nog steeds toenemende. De maand Augustus in 1918 leverde slechts ƒ19.696.190.4014 op tégen in de afge- loopen maand Aug. 29.485.230.99)^, een stijging dus van ƒ9.792.040.59. De voornaamste bronnen van inkom sten welke beneden de opbrengst van Augustus 1918 bleven zijn de inkom stenbelasting met ƒ118.000, de suiker accijns met 358.000, de zout-accijns met 85.000, die op het bier met ƒ20.896.11, de domeinen ƒ511.000, en de Staatsloterij met ƒ9000. De overige middelen gaven hooger opbrengsten en wel de grondbelasting ƒ161.000, de perconeele belasting ƒ114.000, de vermogensbelasting 150.000, het acijijns op wijn 7000, op gedistilleerd ƒ2.427.000, op het geslacht ƒ744.000, zegelrechten ƒ1.311.000, re gistratie-rechten 1.450.000, successie rechten 1.270.000, invoer-rechten 1.610.000, belasting op gouden en zil veren werken 8000, statistiekrecht 273.000, jacht- en visch-acten ƒ4000, en de loodsgelden ƒ83.000. Over de eerste acht maanden van 1919 was de opbrengst 199.664.778.77 tegen ƒ166.441.361.38 in gelijk tijdvak van 1918, zoodat de grootere opbrengst in deze acht maanden bedraagt 33.223.416.79. De belastingen in verband met de buitengewone omstandigheden brach ten in Augustus op 17.839.713.981/2 en in de eerste acht maanden van dit jaar 170.815.878.31 /2, terwijl de opcenten van het Leeningsfonds 1914 in Augus tus ƒ4.205.231.57 en in de eerste acht maanden van dit jaar f 30.360.843.33 hebben opgeleverd. („Nieuwe Ct.") De uitlevering van den ex-keizer. Volgens den Parijschen correspon dent van de „Libre Betgique" is de Ne- schaduw van teleurstelling, want hij was een- goed verliezer, maar nu sprak hij. „Wie denkt dat het Amerikaansche leger slaapt, is gek." Toen tot Burrell, „je bent een aardig jongmensch, om je vrienden zoo in de wielen te rijden." „Je beurt 'n vriend van mij", ant woordde Meade. „Ik Wat bedoel je „Ik heb je in de wielen gereden, Stark sn niemand anders." Burrell zag hem aan met een blik, ge lijk aan dien Runmion in zijn gelaat had gezien op dien eersten dag in den win ket van Gale. De gedachte, dat deze vijf mannen' samenspanden, om dit kleine meisje te bestelen, had hem dui zelig gemaakt en zijn hartstocht kreeg de overhand. „Het dient nergens toe, er woorden over vuil te maken", zei hij. „Deze ke rels zijn. je werktuigen en jij hebt ge tracht dien: grond te stelen, omdat hij zeker rijk is." Stark deed een uitroep van woede hooreni, maar de ander liet hem geen tijd, aam het woord te kamen. „Word nu niet grof, want dan begint m ij ir werk, en het zou me zeer aange naam zijn, je als gevamigene mee terug te inenten." Toen wendde hij zich tot Lee en zei „Maak niet, dat ik je dwingen moet mijn ei gendom mem te noteeren. Ik heb die claims opgemeten voor miss Gale en ik zal ze op haar overdragen, als zij achttien is." Poieon Doret riep tot Runnion „Mijnheer Runmion, je herinnert je, wat derlamdsche gezant te Parijs er van ver wittigd, dat in de volgende 14 dagen de vraag voor de uitlevering van. den ex-keizer naar Nederland gezonden zal worden. Blijvende verhooging voor gepension- neerden. De minister van financiën, heeft ver klaard, dat spoedig een wetsontwerp zal ingediend worden om alle gepensi- onneerdem een blijvende verhooging van 20 toe te kennen. Overheidspersoneel. Op initiatief van het hoofdbestuur van het 'Nationaal Verbond van Ge meenteambtenaren' in Nederland heeit een samenspreking plaats gehad tus schen verschillende bestuurders vam or ganisaties van overheidspersoneel op het bondsbureau van het Algemeen Nederlandsch Vakverbond te 's-Gra- vemhage, ten einde te komen tot oprich ting van een comité van neutraal geor ganiseerd overheidspersoneel. De be doeling van de oprichting vara dit co mité is o.m. om te komen tot voorlich ting vain de regeering bij de uitvoering van de wet-Dresselhuys op den rechts toestand van ambtenaren, en mede deel te nemen aan de besprekingen over en het ontwerpen van'verschillende maat regelen van bestuur, die door bedoelde wet worden geëischt. Besloten werd tot de oprichting van dit comité, dat voor- loopig reeds ruim 40.000 leden over heidspersoneel vertegenwoordigt, ter wijl van andere organisaties telegra fisch sympathie-betuigingen inkwamen. Het comité heet Comité v-aira Neutraal Overheidspersoneel (verkort C. N. O. P.) het is gevestigd te 's-Gravenhage, Regentesseplein 20. Het voorloopig be stuur is H. Freen, voorzitter en F. C. van Ingemi Schenau, secretaris. Bniten verantwo rdelijfebeld der redactie De cople woidt niet ternggegeven DE BELASTINGSCHROEF TE VLIS SINGEN WORDT EXTRA AANGEZET Mijnheer de Redacteur, Met belangstelling heb ik kennis ge nomen van het voorstel van Burg. en Weth. tot wijziging van de verordening op de heffing eener belasting naar het inkomen. Straks zal dit voorstel in den gemeenteraad behandeld worden en voordat iemand er aan denkt, zal het ook daar wel worden aangenomen. Onze vroede mannen kijken nu een maal niet op een dubbeltje. We hebben het gezien bij de ontijdige invoering van den achturigen arbeidsdag, voordat deze nog wet is, bij de gemoedelijke in williging van alle verzoeken om loons- verhooging en niet te vergeten bij het voorstel tot huizenbouw op de Nieuwe Markt. De meest-onschuldigen onder de raadsleden hebben toen nog den moed gehad, het woord „strop" op de lippen te nemen, maar tegen beter weten in toch vóór gestemd. De nuchtere werkelijkheid van het belastingvoorstel, zal helaas eerst door iedereen begrepen worden, wanneer men in 1920 het aanslagbiljet thuis krijgt. En daarom kan ik niet nalaten er de aandacht op te vestigen, wetende, dat de aanneming tot grove klachten za! leiden, wanneer het telaat is. In Vlissingen dan waar ntillionairs en misschien ook half-millionairs schit ik je gisteren gezegd heb Ik begin te denken, dat j ij het zult zijn." De man verbleekte in zijn woede, maar zei niets. Necia klapte vrooiijk in de handen. Toen hij zag, dat hij het spel verlo ren had, bedwong Stark spoedig zijn gevoelens en haalde de schouders op, terwijl hij zich omkeerde. „U hebt ongelijk, luitenant", zei hij, „maar ik wil geen ruzie. U hebt de wet op uw hand." Toen zei hij tot Runnion en de anderen „Nu, ik ben klaar voor den terugtocht." Toen zij hun pakken weer op de schouders hadden geladen en verdwe nen. waren in de vallei, stak Gaie den officier de hancf toe. „Jongmensch, ik geloof, dat jij en ik vrienden zullen zijn." „Dank u", zei Burrel, het aanbod van vriendschap aannemend, wat hij wist, dat oprecht gemeend was. „Ik ga er in mee 1" zei „No Creek'" Lee „je hebt je kranig gehouden Poieon had Stark en zijn gezelschap zoo lang nagezien, tot zij uit het ge zicht verdwenen waren, maar nu keerde hij zich om en sprak den jongen soldaat aan. „Je hebt vandaag vijanden gemaakt, mijnheer." „Dat is zoo", stemde Lee toe. „Ben Stark zal het u nooit vergeven." „iHeei goed, dat is zijini zaak." „U weet niet, wat het beteekent, hem tot vijand te hebben", hield Lee vol. „Hij zaïl alles regelen naar zijn eigen voordeel' en dan ruzie met u zoeken. Hij zat nooit opera spel spelen, maar u teren door afwezigheid moet 1.000.000 worden gevonden, wegens vermindering van het belastbaar inko men, tengevolge van de verhooging van den aftrek tot 600 plus 100 voor de echtgenoote en 50 voor ieder kind. Dat millioen wordt gerekend tegen 5000 aanslagen en moet dus, om een zelfde opbrengst aan belasting te ver krijgen, het vermenigvuldigingscijfer worden verhoogd. Burg. en Weth. toonen even hun me delijden, waar ik lees „Alhoewel de verdeeling groote moeilijkheden ople vert, daar reeds nu een klem aantal personen het leeuwendeel der belasting moet opbrengen," maar dadelijk gevoe len ze weer hun gewicht als overheid, door te vervolgen, „moet toch met het feit rekening worden gehouden, daar het totaal der belasting moet worden opgebracht, zoodat, door vermindering van de een, de belastingdruk voor den ander verzwaard wordt." Gegoeden onder ons, houdt uw porte- monnaie maar heel wijd open. Waar inkomens beneden de 1600 niet zwaar der mogen worden belast, heel lief, zullen dus hoogere inkomens in even redigheid zwaarder worden getroffen. Een ieder neme zijn biljet 1919 voor zich en ga eens na, welke cijfers biljet 1920 te zien zal geven. In de ontwor pen progressie is het percentage der toeneming opgevoerd tot 7 en het vermenigvuldigingscijfer 2.25 zal de op brengst ongeveer gelijk doen zijn aan die van het kohier over 1918, naar het welk een opbrengst verkregen wordt van 266.685 terwijl op de begrooting voor 1920 een aanmerkelijk hooger be drag moet worden uitgetrokken. Dit verschil zal moeten worden gevonden uit de toeneming van het totaal van het belastbaar inkomen, dat grooter zal zijn dan in 1918. Op welk feit is dat gebaseerd, op den voorspellenden en optimistischen blik van Burg. en Weth. soms en op welk bedrag raamt men het Hoeveel bedroeg het belastbaar inko men over 1913, (het jaar vóór den oor log) en met hoeveel is het toegenomen sedert 1913 tot en met 1918? Met welke som moet dat stijgen, om uit den nood te zijn Men wist mij te zeggen, dat het ver menigvuldigingscijfer nog hooger moet worden en leek als ik ben, kom ik tot een becijfering, dat de meer gegoeden in deze stad 15 a 20 of meer zul len hebben op te brengen. En alsof dit nog niet voldoende zal zijn, komt de bittere pil achteraan, dat, „bij goedkeuring der ontwerp-verorde- ning het volgend jaar de belasting naar het inkomen over 1919 berekend zal worden en het eerstvolgend belasting jaar loopen van 1 Januari 192030 April 1921." De heffing zal dus over 16 maanden geschieden. Dit beteekent, over dat zoo zwaar drukkend belastingjaar een nog hooge re belasting met een derde gedeelte. En onwillekeurig vraagt men zich af: „Wat hebben Burg. en Weth. daar nu weer mee voor Wanneer het belas tingjaar moet loopen van 1 Mei tot 30 April, overeenkomende met de wet op de Rijksinkomstenbelasting, waarom kan dat hier dan niet terugwerkend ge schieden van 1 Mei 1919 tot 30 April 1920 Dat is toch veel billijker, dan dat men, over het inkomen van 1919, in 1920 gaat belasten tot 30'April 1921. Het behoort niet tot de liefhebberijen dood-plagen met kleinigheden, tot u op vliegt en hem uitdaagt, en dan zal hij u dooden. Zoo heeft hij ook den goud commissaris in Britsch-Columbia ge dood." Necia had tot n.u toe weinig gezegd, maar de blik in haar oogan beloonde den officier voor zijn optreden ten ha ren' behoeve en voor alle kwaad, dat er uit voort mocht komen. Zij trad vooruit en legde haar handen op de zijne. „Beloof me, dat je geetni ruzie met hem zult maken", smeekte zij angstig, „want het is alles mijn schuld, en ik ik zou het mezelf nooit vergeven, als je eenig kwaad overkwam. Beloof het me Wil je „Maak je niet bezorgd, meisje", stel de Gale haar gerust. „Er is mets, wat Stark kan doen era wat er ook gebeurt, wij zijn op de hand van den luitenant. Hij is va» ons soort." Burrell hield van dezen oude met de altijd waakzame oogera en was nu blij, dat hij zijn hand kon aannemen zonder schuld op zij» geweten. Doret was nu klaar met het opvou wen van hu», dekens en het pakken van hun bagage, en de vier mannen- begaven zich op weg naar de stad, maar inplaats van de anderera te volgen, namen zij Necia aa» als gids era kozen het pad over Black Bear Creek. Zij waren nog niet ver gevorderd, of zij vond gelegen heid, met Burrell wat achter te blijven. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1919 | | pagina 1