ZATERDAG 20 SEPTEMBER. EEN NATUURKIND. De ernst der tijden. BINNENLAND No. 223 57e Jaargang 1919™ ISSINGSCHE COURANT lij (jeze Cspranl Mwrt een Bijvaegsel ADVERTENTIE-PRIJS Van i4 regels 0.80 voor iedere vel ">eer 20 cen' bÖ abonnement spe- riale prijzen. Reclames 40 cent per regel, nienstaanbiedingen en dienstaanvragen 10 cent per regel, bij contante betaling. Familieberichten van I--6 regels 1.30, Iedere regel meer 20 cent ABONNEMENTS-PRIJS Voor Vlissingen en gemeenten op Wal- -heren 1-85 per drie maanden. Franco door het geheele rijk 2.20. Week-abon- ncmenten 14 cent Afzonderlijke nummers: 3 cent. Van alle staatsstukken, die in den loop des jaars verschijnen en wier be langrijkheid door niemand wordt ont kend, maakt het staatsstuk der Troon rede wel het meest belangrijke Uit. Het eene jaar iets grooter van omvang dan liet andere, vordert de nauwkeurige le zing van het stuk nimmer veel tijd, ech- ler is de inhoud steeds van het grootste gewicht, en vandaar dat telkenmale de verschijning in den lande met groote belangstelling wordt tegemoet gezien. De troonrede toch duidt in haar veelal korte welsprekendheid de basis aan, zoowel van ons politiek-economisch beden, als van onze nationale naaste toekomst. Minder nog om hetgeen zij aan woorden bevat, dan wel om hetgeen zij aan dieperen zin behelst omtrent de geaardheid, de stemming en de bedoe ling, welke bij de regeering voorzit, vormt dit jaarlijksche staatsstuk een landshistorisch document van hooge waarde. Indien men zoo duidelijk mo gelijk en zoo beknopt mogelijk een overzicht zou moeten geven van de ge schiedenis van ons gemeenebest in laleren tijd, men zou niet beter kunnen óoen dan zich de troonreden voor te leggen, welke In den loop der jaren zijn verschenen. Elk harer is als de dui delijke afschaduwing te beschouwen van het kort begrip van ons nationaal Aven, en in elk harer weerspiegelt zich het tijdsoogenblik. Ook de jongste troonrede draagt dit kenmerk ten volie, en zulks te meer, waar zij de eerste is nadat de groote wereldoorlog werd beëindigd. Deze pu blicatie toch is de eerste na vijf andere, waarin de weerklank van het volkeren- conflict al het andere van den inhoud moest overstemmen, de eerste na zulk cen langen tijd, waarbij den donder der kanonnen aan alle horizonten rondom ons kleine vaderland het zwijgen is op gelegd, de eerste waarbij het vader- landsch gemoed na volle vijf jaren zich mag ontheven gevoelen van het ijzing wekkend beeld van volkerenwee en we- reldvcrdelging. Een andere toon, een ander geluid moest dan ook, wil zij der traditie getrouw blijven, in deze troon rede doorklinken, en inderdaad is dit dan ook geschied. Maar helaas, het is en kan niet zijn, de blijde jubeltoon, de vreugdevolle feestklank van het van zorg ontslagen gemoed, hetgeen wij in dit staatsstuk vernemen. De vredes- jubet, welke wij zoo gaarne uit de woorden hadden hooien klinken, waar- FEUILL6T0N mede onze Koningin In de plechtige ver- eenigde zitting der Staten-Generaal de aanwezigen geboeid hield, en welke men gehoopt had, vijf jaar lang, dat de grondtoon der eerste vredestroonre- de zou kunnen uitmaken, die jubeltoon hebben vorm noch inhoud mogen aan slaan. O zeker, de vrede is er, het moor den op groote schaal heeft opgehouden, maar zoo de zorgen en moeilijkheden veranderden, zij zijn er ongetwijfeld niet minder op geworden, nu het vrede heet. Immers met de afkondiging van dien lanjgverbeiden vrede is allerminst aan den rampspoed, welke óver de wereld is uitgestort, een eind gekomen, noch ook is in eenig land ter wereld de rust en het geluk teruggekeerd. Integendeel stapelen zich de moeilijkste problemen van allerlei aard als met den dag opeen, en elk weldenkende vraagt zich ernstig af, waarop dat alles eindigen zal. Het is van dien ernst der tijden, dat paar geest en inhoud de jongste troon rede gewaagt. Ernstig is haar toon, maar tevens spreekt zij van een vastbe raden wil, om aan de huidige en de toekomende moeilijkheden een koel hoofd en een vaste hand te bieden. In zonderheid zullen ons deze beide te stade komen, in onze houding tegen over de intrigeerende machinaties on der een deel van ons Zuidelijk nabuur volk, en de vastberaden toon, in de troonrede te dien opzichte aangeslagen, vindt zeer zeker weerklank in het ge moed onzer gansche natie. Vastbeslo- j ten, vastberaden, zóó klinkt het konink- j lijk woord, zóó is de houding der re- geering, zóó en niet anders de stem- 1 ming van alle partijen in en buiten het parlement, zóó ook luidt het parool voor alle kringen van het Nederland- sche volk. Een dankbare erkentelijkheid jegens de tallooze burgers, die door de ver vuiling van hun plicht in dienst van het vaderland in leger en vloot zich van een veelal moeilijke taak kweten, ook daar van gewaagt dit staatsstuk en ongetwij feld stemt de geheele overige natie met die woorden van erkentelijkheid en dank ten volle in. Ook de andere verschillende gedeel ten uit de troonrede, welke aan onze lezers bekend zijn, kunnen op de in stemming van ons volk in de breede la gen van zijn samenstelling rekenen. Zeer zeker, naar mate men zich op een verschillend staatkundig standpunt plaatst, verschilt ook het inzicht en de beoordeeling van het huidig regeerings- beleid. Doch wel niemand zal aan den goeden wil en aan het besef der groote verantwoordelijkheid twijfelen, waar mede onze hoogste bewindsmannen hun in dit tijdsbestek zoo hoogst moeilijke taak trachten te volbrengen. Van den ernst dezer tijden, dit blijkt ten over vloede, is men zich ter plaatse van het hoog gezag zoo volkomen bewust, dat ook de felste tegenstanders van het huidige ministerie zulks volmondig moeten toegeven. Dit bewustzijn bij de genen, die geroepen zijn om naar de mate hunner krachten en bekwaamhe den het schip van staat door de woetige branding der, na den oorlog in veel sterker mate dan ooit kon verwacht worden, nog toegenomen wereldwoelin gen in veilige haven te doen belanden, mag der natie tot een zekere geruststel ling dienen, dat hare hoogste belangen inderdaad zoover als menschenkrachten vermogen te reiken, behartigd en be zorgd worden. De goede wil is er ter regeering on getwijfeld, en ook de goede voorne mens, doch daarmede wil nog niet vast staan, dat het inderdaad ook goede uitkomsten zullen zijn, welke het aan staand parlementaire jaar ons brengen zal. Veel toch, ontzaggelijk veel zelfs, zal daarbij van ons zelf, van het volk in zijn gehee! afhangen. Dit toch heeft het in zijn macht om door medewerking het land zoo spoedig mogelijk uit de moeilijkheden te doen geraken, evenals het door tegenwerking deze nog groo- telijks kan verzwaren. En nu wi! het ons voorkomen, dat niet overal geheel wordt ingezien, hoe slechts door krach tige en eendrachtige samenwerking van allen de rampen welke over de wereld zijn uitgestort, en waarvan ook ons land helaas zijn deel heeft gekregen, te boven te komen zijn. De groote schokken en beroeringen waaraan de menschelijke samenleving in de laatste jaren ten prooi is geweest, hebben bij velen maar ai te zeer het zoo noódige verantwoor delijkheidsbesef in verbijsterende mate doen afnemen, zeker tot schade van hen zeiven, maar ook niet minder tot nadeel van het algemeen. Het is waar, dat het schandelijke voorbeeld ten deze door de verschillende regeeringen en vele staatslieden gegeven, veel verklaart, maar toch niet alles verschoont. En daarom kunnen of willen nog zoovelen, ook in ons land, zich er niet van door dringen, dat, hoezeer; de oorlog geluk kig tot het verleden behoort, de ernst der tijden er geenszins minder op ge worden is. De toeneming van de meest onredelijke en overdreven eischen van gansche categoriën van burgers, de aangroeiende ontevredenheid, die zelfs tot tegenwerking en verzet komt van geheele groepen onzer bevolking tegen maatregelen, die de toestanden maar niet eensklaps verbeteren kunnen, wijst er ten duidelijkste on, dat dezulken er zich niet, of slechts ieer te-n deeie, be wust van zijn, dat het hachelijk tijdstip waarin de geheele wereld en dus ook ons land zich bevindt, dat de ernst van den tijd, voor alles tot omzichtigheid, tot nadenken noopt, en dat wij alleen met overleg en gezonden gemeen schapszin uit dezen zorgvollen tijd, naar een beteren kunnen komen. Mogen zij, die dat nog niet ten volle beseffen, uit den toon en den geest der jongste troonrede zulks leeren en er zich naar gedragen. De aanbieding van het huldeblijk der burgerij aan de Koningin. H. M. de Koningin heeft gisterenmid dag ten j>aleize in het Noordeinde te 's-Graver.bage de heeren H. O. van Limburg Stiruin, voorzitter. F. Fokkens, oud-resident van Madoera, ondervoor zitter, A. C. de Kanter, lid van de firma de Bas en Co., penningmeester, A. Kloosterman, onderwijzer te Scheve- ningerj, tid van het bestuur en. W. baron i Snouckaert van Schauburg, secretaris j te zamen uitmakende het bestuur van I het comité tot aanbieding van een hul- i deblijk aa.ni de Koningin., ter herinnering aan 18 November 1918, ontvangen. Bij monde van den heer Van Limburg Stirum, werd H. M. namens de Haag- j sche burgerij een schilderij aangeboden., 1 vervaardigd door den bekenden schil der J. Hoynk van Papendrecht, en voor stellende e:n der mooiste momenten uit de huldebetooging in de Maliebaan1, toen. de Koningin, in haar rijtuig, voort getrokken door soldaten, geestdriftig en warm werd toegejuicht door de 'Haagsche burgerij om te manifesteeren tegen de revolutie en voor Oranje De voorzitter liet rn zijn toespraak tot H. M. duidelijk uitkomen, dat de burgerij behoefte had gevoeld haar aan hankelijkheid en liefde voor het vor stenhuis ht een stoffelijk blijk te uiten. Deze toespraak werd door H. M. ter stond in de hartelijkste en warmste be woordingen beantwoord. H. M. gevoel de zich blijkbaar zeer getroffen door dit bewijs van1 hulde en trouw der Haag sche burgerij en gaf uiting aam. haar innig gevoelde dankbaarheid jegens de .Haagsche burgerij van alle rangen en standen, voor haar medewerking aan de totstandkoming van dit huldeblijk. Zij verzocht het comité speciaal haar hartelijken denk daarvoor aan allen, die tot het huldeblijk hebben bijgedragen, i te willen overbrengen.. Ook was ,H. M. zeer erkentelijk voor de gedachte welke bij hef bestuur was opgekomen om speciaal deze gebeur tenis in een schilderij vast te leggen. Het schilderij viel zeer i-n haar smaak, zooals zij bij herhaling te kennen gaf. H. M. zou er een best plaatsje voor uit- zoeken in haar huis. i Vooral trof het H. M., dat het schiL j derij gemaakt is naar een film. en dus e:.n historisch moment vormt in den I waren ziw. j Bij de aanbieding waren tegenwoor- i dig de Prins em Prinses lutiana. Het schilderij zal binnenkort, op spe ciaal verlangen van H. M„ voor de burgerij tentoongesteld worden. De heer Van Vollenhoven. Havas meldt uit Brussel De koning ontving den vertrekkenden minister-resident Vam Vollenhoven in afscheids-audiën.tie. .Deze overhandigde zijn torugroepingsbrief, waarbij de ko ning uiting gaf van zijn leedwezen, dat Van Vollenhoven's vertrek hem ver oorzaakte. Hij bedankte hem nogmaals hartelijk voor de diensten, aam. de Bei gen tijdens de bezetting gbewezen. Steenkolen uit België. Naar „de Mcasbode" uit Brussel ver neemt zijn deze week de onderhande lingen. begonnen over de levering van Belgische steenkolen aan Nederland. .De Belgische regeerimg heeft te ken nen gegeven, dat zij maandelijks 10.000 ton koten wil leveren tegen de gestelde voorwaarden. Men verwacht dat er spoedig een overeenkomst zal gesloten zijn. De rijksmiddelen. De rijksmiddelen hebben, in Augustus opgebracht 29.488.230.99J4, tegen over 19.696.190.40 J4 irn. Augustus 1918. Sedert 1 Januari is ontvangen een bedrag van 199.664.778.77 tegenover 166.441.361.98 in hetzelfde tijdvak van 1918, dus thans 33.223.416.74 meer. I Toezicht op de kwaliteit van brood. j Naar aanleiding van opmerkingen over Uit het mijnwerkersleven van Noord-Alaska. Naar R. B. 27) 'n de dagen, voorafgaande aan de vestiging van rechtbanken en. het aan nemen van wetten voor Alaska, werd het geheele land op die wijze gere- Kwd, zelfs de crimineele zaken. Het was de primitieve regeling, die in elk hieuw Jand gemaakt wordt en later werden door de gerechtelijke macht die wettej, erkend en goedgekeurd, zelfs al waren zij in elk district verschillend en al waren, deze statuien dikwijls grotesk eh belachelijk. Be wet staat toe. dat zes of meer personen eew mijndistrict organ,iseeren en artikels aannemen van zetfregeering, dus dit was heel gewoon en correct. Lee had weinig geleerd en hij schreef als een schooljongen, die zij» letters be studeert onder 't schrijven en de op- en heerhalen volgf met overeenkomende bewegingen wan de tong, vaindaar dat ®^JcrKadering slechts langzaam vor- Het was een. wonderlijk gevoel voor ëcia, deel uit te maken van zulke be- Uhgrijke zaken, en zij was er trotsch bp. in elke kwestie mee te stemmen maar Burrell, die alles vam een onzijdig EPuut bekeek, kom het idéé niet van zich afzetten, dat er iets niet in den haak was. Alles liep te vlot van stapel. Het was alsof er een repetitie geweest was. Poleon en de koopman echter schenen het riet te merken en. Lee was te zeer verdiept in zijn eigen zorgen, dus de io-nge man hield de oogen open en wachtte. De verrassing kwam, toen zij bijna klaar waren. Het was zoo brutaal op gezet en: zoo maief in de uitwerking, dat het den soldaat bijna belachelijk scheen, tot hij zag, dat die mannen rn. d'oode- lijken ernst waren én bezield door de wreedste der motieven- Bovendien, het toonde de eerste glimp vam Stark's an tipathie tegen den koopman', dien de luitenant reeds geraden had. Runnion deed het voorstel tot aanne ming van een artikel, dat aam. geen vrouw zou toegestaan worden claims in eigendom te hebben en een der vreem delingen ondersteunde het. „Wat is dat vroeg Lee, terwijl hij opzag van het boek, waarin hij schreef. „Het is mief goed, vrouwen bij man nenwerk In tc halen", zei Runni-on. .Dat is mijn idéé ook", zeide de tweede. ,.lk veronderstel, dat dit gemunt is op mijmi meisje", zet Gale opspringend. „Ik had kumren weten, dat jullie kwaad in 't zin hadden" Poleon stond ook op en schaarde zich aan de zijde van den koopman. „Bij den hemel Ik duld het wiet", zei hij opgewonden. „Je wilt ie meester maken vain Necia's claims, hé „Zoolang ais ik voorzifter bem, zul- len we geen ruwheid hebben", ver klaarde Stark, terwijl hij hen loerend aanzag. „Als jullie beiden herrie wilt, kun je het hebben, maar of je het doet of niet, de meerderheid zal regeeren en wii zullen de wetten maken, die we willen." Hij gaf zich nu geen moeite, zijn an tipathie tegen Gale te verbergen, die op zijn vastberaden manier naar hem toe schoof. Necia, die hen gadesloeg, haast te zich aan haar vaders zijde, want dat, wat zij voelde in de houding van beide mannen, verdreef geheel haar verontwaardiging over dit complot te gen haar zelf. „Neera. neen, maak geen. ruzie", smeekte zij, terwijl zij zich aan den. koopman vastklemde. „Om mijnentwil, vadertje, ga zitten." Toen fluisterde zij opgewonden hem in 't oor „Kun je niet zien., dat hij u aan 't vechten wil krijgen? Zij zijm. met hun vijven. Wacht, «vacht I" Burrell wilde spreken, maar Stark, die voorzitter was, keerde zich woest tot hem „Dezen keer althans kun ie er je niet mee bemoeien, blauwjas. Dit is onze zaak. Is dat duidelijk De luitenant begreep, dat hij zich in deze discussie .niet mocht mengen, en toch was hum. handelwijze zoo infaam, dat hij zich met moeite kon inhouden. Een oogenblik later zag hij, hoe nutte loos zijn tusschenkomst zou zijn, toen Stark voortging, den koopman, aanspre kend „Dit doelt m.iet op u in 't bizonder, Gale, noch op uw dochter en een motie om het haar te ontnemen is niet noo- dig. Zij is niet oud genoeg, om eigen dommen te hebber, in mijnen. „Zij is achttien", zei de koopman. „Niet volgens haar verhaal." „Nu, ik kan haar claims voor haar houden, tot zij meerderjarig is." „Wij hebben juist vastgesteld, dat je dat niet kunt", zei Runnion grinnikend. „Niemand kan meer dan één claim heb ben aan één Creek. Daar hebt u zelf vóór gestemd." Te laat zag Gale den strik, die hem gespannen was, om zijn eigen dochter te bestelen. Als hij en zijn twee vrien den geweigerd hadden, deel uit te ma ken van deze vergadering, konden de anderen haar niet gehouden hebben en de Creek zou van het ééne einde tot het andere in eigendom zijn genomen door eerlijke mannen, die tot zooiets niet in staat zouden zijm.'. „No Creek" Lee had den naam van een man, langzaam in het spreke" en het hamdelen, maar die zich woedend kon maken rui was het duidelijk, dat hij overkookte, want hij stamelde en vieVover zijn e:gen woorden. „Jullie zijn een troep schurken, alle maal, dat je een arm meisje wiit be- rooven en haar grond afnemer.maar in de eerste plaats, wie heeft ie hier heen gebracht Wie heeft dit goud ge vonden Je denkt, omdat er genoeg van jullie zijn, om dat voorstel er door te krijgen, dat het daardoor wettig wordt, maar er komt 'niets van, omdat ik het .niet im het boek schrijf. Jullie de kwaliteit van het brood, heeft de minister van landbouw de instelling van een inspectiedienst bevolen, welke uit sluitend belast wordt met het tot op heden onder meer aan het Station voor Maalderij en Bakkerij te Wageningen opgedragen toezicht op de kwaliteit en de 'behandeling der voor de broodvoor ziening verstrekte regeeringsgremdstof- fen. Tot dat doel zal het land in 28 dis tricten verdeeld worden, in elk waar van een inspecteur belast zal zijn met de zorg voor de nakoming der betrek kelijke voorschriften Dit toezicht zal plaats hebben in de eerste plaats bij de molenaars, teneinde de zekerheid te verkrijgen dat hunne maalinrichtingen in een behoorlijken, toestand van reinheid verkeeren, dat de regeeringsgrondstoffen op een voldoen de wijze zijn. opgeslagen en d.3f niet ge handeld wordt in strijd met het verbod om in die inrichtingen^ waarin de regee- ringsgrondstoffen vermalen worden, of in eenige andere binnen 1 K.M. afstand daarvan, andere dan door de reo-eerlng verstrekte grondstoffen voorradig te hebben. In de tweede plaats zullcru deze in specteurs tot taak hebben zch ervan, te vergewissen, dat de bakkers geen an dere grondstoffen gebruiken dan hun toegewezen worden, dat de bakkerijen steeds zindelijk zijn en dat speciaal te gen leng die maatregelen genomen worden, die de bakkers te» dienste staan. Met betrekking tot het laatste ver schijn»..! zij hieraa» nog toegevoegd dat er, hoe juist het ook zijn imoge, dat dit verschijnsel zich rn. den laatsten tijd veel heeft voorgedam, .niettemin geen aan leiding bestaat de oorzaak daarvan al leen aan de door de regeering verstrek te grondstoffen toe te schrijven. Voor at bij hooge temperatuur nl. was en is terg nimmer geheel te Vermijden. Vak kundige bakkers echter kunnen er tegen waken door aan het deeg een zeker percentage azijnzuur toe te voegen, cm verder hetgeen blijkens opgedane ervaring niet altijd geschiedt de grootste ziudelijkbeld in de bakkerij te betrachten. De bovenbedoelde inspectie zal in het bijzonder er op hebben toe te ziera, dat de maalderijen en bakke rijen. aan alle eischen van vakkennis en reinheid voldoen, welke redelijkerwijze aan hun bedrijf gesteld mogen worden. Congres Christ Middenstandsbond. De Christ. Middenstandsbond hoopt 23, 24 en 25 Sept. lm den. Dierentuin te 's-Gravenbage zijn. Ie congres te hou den. Na een ontmoetingsavond op 23 Sep tember en een huishoudelijke vergade ring op den morgen van. 24 September, heeft des middags vatm dien dag de openingsrede plaats en de behandeling van het prae-advies van prof. mr. P. A. Diepenhorst, van Amsterdam, over „Coöperatie en Middenstandsbond." Verder vindt de officieele ontvangst plaats door Burg. en Weth. en des avonds een feestelijke bijeenkomst,, waarin o.m. minister de Visser hoopt te spreken en door declamatie, zang en gymnastische standen, een en ander zal afgewisseld worden. Dkn laatster., dag, 25 September, komt het prae-advies van mr. P. S. Gerbrandy, te Sneek, over .(De Collec tieve Arbeidsovereenkomst' voor den Middenstand" aan de orde, benevens het voorstel im zake het wetsontwerp betreffende vermogónsaawwas. SMSSMNU MJRflGMHIUISamMM* jullie Hij zag hen woedend aan en zocht naar een bijnaam, die vol doende zijn minachting te kennen gaf eirn toen hij het gevonden had. spuwde hij het letterlijk uit „kleermakers" I Dus hiervoor waren Stark en Runnion de Creek opgegaan, met de drie nieuwe mannen, dacht Burrell. Ongetwijfeld hadden zij de geheele zaak met voor bedachten rade zoo geschikt, dat de nieuwelingen, onmiddellijk elk één van. Necia's claims in beslag konden nemen zeker de waardevolste grond van Lee's ontdekking en dat Stark zou deelen in den roof. Hij of Ruminion. of beiden, hadden, hun belofte van geheim houding geschonden, zelfs vóór zij het kamp verlieten, dit verklaarde de te genwoordigheid van deze boeven era idu, terwijl hij alles nog eens in. gedach ten nam, kreeg de luitenant een plotse- lingen inval. Poleo-ni was begonnen te spreken en aan zijin. uiterlijk was het wel te zien, dat hij het niet bij woorden-' zou laten bovendien, zij luisterden al len maar dsn opgewonden Framschmarï en hadden geen. oogen voor den luite nant. Voorzichtig om den hoek der hut sluipend, en het huis houdend tusschen hem en de anderecie begon Burrell hard te loopen, zooveel mogelijk haast ma kend uit vrees, dat zij hem zouden, mis sen en zijn voornemen raden, of erger rog, hun discussie zouden eindigen en er bij zijn, vóór hij zijn taak kon. vol eindigen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1919 | | pagina 1