ZATERDAG 20 SEPTEMBER.
EEN NATUURKIND.
De ernst der tijden.
BINNENLAND
No. 223
57e Jaargang
1919™
ISSINGSCHE COURANT
lij (jeze Cspranl Mwrt een Bijvaegsel
ADVERTENTIE-PRIJS
Van i4 regels 0.80 voor iedere
vel ">eer 20 cen' bÖ abonnement spe-
riale prijzen. Reclames 40 cent per regel,
nienstaanbiedingen en dienstaanvragen 10
cent per regel, bij contante betaling.
Familieberichten van I--6 regels 1.30,
Iedere regel meer 20 cent
ABONNEMENTS-PRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal-
-heren 1-85 per drie maanden. Franco
door het geheele rijk 2.20. Week-abon-
ncmenten 14 cent Afzonderlijke nummers:
3 cent.
Van alle staatsstukken, die in den
loop des jaars verschijnen en wier be
langrijkheid door niemand wordt ont
kend, maakt het staatsstuk der Troon
rede wel het meest belangrijke Uit. Het
eene jaar iets grooter van omvang dan
liet andere, vordert de nauwkeurige le
zing van het stuk nimmer veel tijd, ech-
ler is de inhoud steeds van het grootste
gewicht, en vandaar dat telkenmale de
verschijning in den lande met groote
belangstelling wordt tegemoet gezien.
De troonrede toch duidt in haar veelal
korte welsprekendheid de basis aan,
zoowel van ons politiek-economisch
beden, als van onze nationale naaste
toekomst. Minder nog om hetgeen zij
aan woorden bevat, dan wel om hetgeen
zij aan dieperen zin behelst omtrent de
geaardheid, de stemming en de bedoe
ling, welke bij de regeering voorzit,
vormt dit jaarlijksche staatsstuk een
landshistorisch document van hooge
waarde. Indien men zoo duidelijk mo
gelijk en zoo beknopt mogelijk een
overzicht zou moeten geven van de ge
schiedenis van ons gemeenebest in
laleren tijd, men zou niet beter kunnen
óoen dan zich de troonreden voor te
leggen, welke In den loop der jaren
zijn verschenen. Elk harer is als de dui
delijke afschaduwing te beschouwen
van het kort begrip van ons nationaal
Aven, en in elk harer weerspiegelt zich
het tijdsoogenblik.
Ook de jongste troonrede draagt dit
kenmerk ten volie, en zulks te meer,
waar zij de eerste is nadat de groote
wereldoorlog werd beëindigd. Deze pu
blicatie toch is de eerste na vijf andere,
waarin de weerklank van het volkeren-
conflict al het andere van den inhoud
moest overstemmen, de eerste na zulk
cen langen tijd, waarbij den donder der
kanonnen aan alle horizonten rondom
ons kleine vaderland het zwijgen is op
gelegd, de eerste waarbij het vader-
landsch gemoed na volle vijf jaren zich
mag ontheven gevoelen van het ijzing
wekkend beeld van volkerenwee en we-
reldvcrdelging. Een andere toon, een
ander geluid moest dan ook, wil zij der
traditie getrouw blijven, in deze troon
rede doorklinken, en inderdaad is dit
dan ook geschied. Maar helaas, het is
en kan niet zijn, de blijde jubeltoon, de
vreugdevolle feestklank van het van
zorg ontslagen gemoed, hetgeen wij in
dit staatsstuk vernemen. De vredes-
jubet, welke wij zoo gaarne uit de
woorden hadden hooien klinken, waar-
FEUILL6T0N
mede onze Koningin In de plechtige ver-
eenigde zitting der Staten-Generaal de
aanwezigen geboeid hield, en welke
men gehoopt had, vijf jaar lang, dat
de grondtoon der eerste vredestroonre-
de zou kunnen uitmaken, die jubeltoon
hebben vorm noch inhoud mogen aan
slaan. O zeker, de vrede is er, het moor
den op groote schaal heeft opgehouden,
maar zoo de zorgen en moeilijkheden
veranderden, zij zijn er ongetwijfeld niet
minder op geworden, nu het vrede heet.
Immers met de afkondiging van dien
lanjgverbeiden vrede is allerminst aan
den rampspoed, welke óver de wereld is
uitgestort, een eind gekomen, noch ook
is in eenig land ter wereld de rust en
het geluk teruggekeerd. Integendeel
stapelen zich de moeilijkste problemen
van allerlei aard als met den dag opeen,
en elk weldenkende vraagt zich ernstig
af, waarop dat alles eindigen zal.
Het is van dien ernst der tijden, dat
paar geest en inhoud de jongste troon
rede gewaagt. Ernstig is haar toon,
maar tevens spreekt zij van een vastbe
raden wil, om aan de huidige en de
toekomende moeilijkheden een koel
hoofd en een vaste hand te bieden. In
zonderheid zullen ons deze beide te
stade komen, in onze houding tegen
over de intrigeerende machinaties on
der een deel van ons Zuidelijk nabuur
volk, en de vastberaden toon, in de
troonrede te dien opzichte aangeslagen,
vindt zeer zeker weerklank in het ge
moed onzer gansche natie. Vastbeslo- j
ten, vastberaden, zóó klinkt het konink- j
lijk woord, zóó is de houding der re-
geering, zóó en niet anders de stem- 1
ming van alle partijen in en buiten het
parlement, zóó ook luidt het parool
voor alle kringen van het Nederland-
sche volk.
Een dankbare erkentelijkheid jegens
de tallooze burgers, die door de ver
vuiling van hun plicht in dienst van het
vaderland in leger en vloot zich van een
veelal moeilijke taak kweten, ook daar
van gewaagt dit staatsstuk en ongetwij
feld stemt de geheele overige natie met
die woorden van erkentelijkheid en dank
ten volle in.
Ook de andere verschillende gedeel
ten uit de troonrede, welke aan onze
lezers bekend zijn, kunnen op de in
stemming van ons volk in de breede la
gen van zijn samenstelling rekenen.
Zeer zeker, naar mate men zich op een
verschillend staatkundig standpunt
plaatst, verschilt ook het inzicht en de
beoordeeling van het huidig regeerings-
beleid. Doch wel niemand zal aan den
goeden wil en aan het besef der groote
verantwoordelijkheid twijfelen, waar
mede onze hoogste bewindsmannen hun
in dit tijdsbestek zoo hoogst moeilijke
taak trachten te volbrengen. Van den
ernst dezer tijden, dit blijkt ten over
vloede, is men zich ter plaatse van het
hoog gezag zoo volkomen bewust, dat
ook de felste tegenstanders van het
huidige ministerie zulks volmondig
moeten toegeven. Dit bewustzijn bij de
genen, die geroepen zijn om naar de
mate hunner krachten en bekwaamhe
den het schip van staat door de woetige
branding der, na den oorlog in veel
sterker mate dan ooit kon verwacht
worden, nog toegenomen wereldwoelin
gen in veilige haven te doen belanden,
mag der natie tot een zekere geruststel
ling dienen, dat hare hoogste belangen
inderdaad zoover als menschenkrachten
vermogen te reiken, behartigd en be
zorgd worden.
De goede wil is er ter regeering on
getwijfeld, en ook de goede voorne
mens, doch daarmede wil nog niet vast
staan, dat het inderdaad ook goede
uitkomsten zullen zijn, welke het aan
staand parlementaire jaar ons brengen
zal. Veel toch, ontzaggelijk veel zelfs,
zal daarbij van ons zelf, van het volk
in zijn gehee! afhangen. Dit toch heeft
het in zijn macht om door medewerking
het land zoo spoedig mogelijk uit de
moeilijkheden te doen geraken, evenals
het door tegenwerking deze nog groo-
telijks kan verzwaren. En nu wi! het
ons voorkomen, dat niet overal geheel
wordt ingezien, hoe slechts door krach
tige en eendrachtige samenwerking van
allen de rampen welke over de wereld
zijn uitgestort, en waarvan ook ons land
helaas zijn deel heeft gekregen, te boven
te komen zijn. De groote schokken en
beroeringen waaraan de menschelijke
samenleving in de laatste jaren ten
prooi is geweest, hebben bij velen maar
ai te zeer het zoo noódige verantwoor
delijkheidsbesef in verbijsterende mate
doen afnemen, zeker tot schade van hen
zeiven, maar ook niet minder tot nadeel
van het algemeen. Het is waar, dat het
schandelijke voorbeeld ten deze door
de verschillende regeeringen en vele
staatslieden gegeven, veel verklaart,
maar toch niet alles verschoont. En
daarom kunnen of willen nog zoovelen,
ook in ons land, zich er niet van door
dringen, dat, hoezeer; de oorlog geluk
kig tot het verleden behoort, de ernst
der tijden er geenszins minder op ge
worden is. De toeneming van de meest
onredelijke en overdreven eischen van
gansche categoriën van burgers, de
aangroeiende ontevredenheid, die zelfs
tot tegenwerking en verzet komt van
geheele groepen onzer bevolking tegen
maatregelen, die de toestanden maar
niet eensklaps verbeteren kunnen, wijst
er ten duidelijkste on, dat dezulken er
zich niet, of slechts ieer te-n deeie, be
wust van zijn, dat het hachelijk tijdstip
waarin de geheele wereld en dus ook
ons land zich bevindt, dat de ernst van
den tijd, voor alles tot omzichtigheid,
tot nadenken noopt, en dat wij alleen
met overleg en gezonden gemeen
schapszin uit dezen zorgvollen tijd,
naar een beteren kunnen komen. Mogen
zij, die dat nog niet ten volle beseffen,
uit den toon en den geest der jongste
troonrede zulks leeren en er zich naar
gedragen.
De aanbieding van het huldeblijk der
burgerij aan de Koningin.
H. M. de Koningin heeft gisterenmid
dag ten j>aleize in het Noordeinde te
's-Graver.bage de heeren H. O. van
Limburg Stiruin, voorzitter. F. Fokkens,
oud-resident van Madoera, ondervoor
zitter, A. C. de Kanter, lid van de firma
de Bas en Co., penningmeester, A.
Kloosterman, onderwijzer te Scheve-
ningerj, tid van het bestuur en. W. baron
i Snouckaert van Schauburg, secretaris
j te zamen uitmakende het bestuur van
I het comité tot aanbieding van een hul-
i deblijk aa.ni de Koningin., ter herinnering
aan 18 November 1918, ontvangen.
Bij monde van den heer Van Limburg
Stirum, werd H. M. namens de Haag-
j sche burgerij een schilderij aangeboden.,
1 vervaardigd door den bekenden schil
der J. Hoynk van Papendrecht, en voor
stellende e:n der mooiste momenten uit
de huldebetooging in de Maliebaan1,
toen. de Koningin, in haar rijtuig, voort
getrokken door soldaten, geestdriftig
en warm werd toegejuicht door de
'Haagsche burgerij om te manifesteeren
tegen de revolutie en voor Oranje
De voorzitter liet rn zijn toespraak
tot H. M. duidelijk uitkomen, dat de
burgerij behoefte had gevoeld haar aan
hankelijkheid en liefde voor het vor
stenhuis ht een stoffelijk blijk te uiten.
Deze toespraak werd door H. M. ter
stond in de hartelijkste en warmste be
woordingen beantwoord. H. M. gevoel
de zich blijkbaar zeer getroffen door dit
bewijs van1 hulde en trouw der Haag
sche burgerij en gaf uiting aam. haar
innig gevoelde dankbaarheid jegens de
.Haagsche burgerij van alle rangen en
standen, voor haar medewerking aan
de totstandkoming van dit huldeblijk.
Zij verzocht het comité speciaal haar
hartelijken denk daarvoor aan allen, die
tot het huldeblijk hebben bijgedragen,
i te willen overbrengen..
Ook was ,H. M. zeer erkentelijk voor
de gedachte welke bij hef bestuur was
opgekomen om speciaal deze gebeur
tenis in een schilderij vast te leggen.
Het schilderij viel zeer i-n haar smaak,
zooals zij bij herhaling te kennen gaf.
H. M. zou er een best plaatsje voor uit-
zoeken in haar huis.
i Vooral trof het H. M., dat het schiL
j derij gemaakt is naar een film. en dus
e:.n historisch moment vormt in den
I waren ziw.
j Bij de aanbieding waren tegenwoor-
i dig de Prins em Prinses lutiana.
Het schilderij zal binnenkort, op spe
ciaal verlangen van H. M„ voor de
burgerij tentoongesteld worden.
De heer Van Vollenhoven.
Havas meldt uit Brussel
De koning ontving den vertrekkenden
minister-resident Vam Vollenhoven in
afscheids-audiën.tie. .Deze overhandigde
zijn torugroepingsbrief, waarbij de ko
ning uiting gaf van zijn leedwezen, dat
Van Vollenhoven's vertrek hem ver
oorzaakte. Hij bedankte hem nogmaals
hartelijk voor de diensten, aam. de Bei
gen tijdens de bezetting gbewezen.
Steenkolen uit België.
Naar „de Mcasbode" uit Brussel ver
neemt zijn deze week de onderhande
lingen. begonnen over de levering van
Belgische steenkolen aan Nederland.
.De Belgische regeerimg heeft te ken
nen gegeven, dat zij maandelijks 10.000
ton koten wil leveren tegen de gestelde
voorwaarden. Men verwacht dat er
spoedig een overeenkomst zal gesloten
zijn.
De rijksmiddelen.
De rijksmiddelen hebben, in Augustus
opgebracht 29.488.230.99J4, tegen
over 19.696.190.40 J4 irn. Augustus
1918. Sedert 1 Januari is ontvangen een
bedrag van 199.664.778.77 tegenover
166.441.361.98 in hetzelfde tijdvak van
1918, dus thans 33.223.416.74 meer.
I Toezicht op de kwaliteit van brood.
j Naar aanleiding van opmerkingen over
Uit het mijnwerkersleven van Noord-Alaska.
Naar R. B.
27)
'n de dagen, voorafgaande aan de
vestiging van rechtbanken en. het aan
nemen van wetten voor Alaska, werd
het geheele land op die wijze gere-
Kwd, zelfs de crimineele zaken. Het
was de primitieve regeling, die in elk
hieuw Jand gemaakt wordt en later
werden door de gerechtelijke macht die
wettej, erkend en goedgekeurd, zelfs al
waren zij in elk district verschillend en
al waren, deze statuien dikwijls grotesk
eh belachelijk.
Be wet staat toe. dat zes of meer
personen eew mijndistrict organ,iseeren
en artikels aannemen van zetfregeering,
dus dit was heel gewoon en correct.
Lee had weinig geleerd en hij schreef
als een schooljongen, die zij» letters be
studeert onder 't schrijven en de op- en
heerhalen volgf met overeenkomende
bewegingen wan de tong, vaindaar dat
®^JcrKadering slechts langzaam vor-
Het was een. wonderlijk gevoel voor
ëcia, deel uit te maken van zulke be-
Uhgrijke zaken, en zij was er trotsch
bp. in elke kwestie mee te stemmen
maar Burrell, die alles vam een onzijdig
EPuut bekeek, kom het idéé niet van
zich afzetten, dat er iets niet in den
haak was. Alles liep te vlot van stapel.
Het was alsof er een repetitie geweest
was. Poleon en de koopman echter
schenen het riet te merken en. Lee was
te zeer verdiept in zijn eigen zorgen,
dus de io-nge man hield de oogen open
en wachtte.
De verrassing kwam, toen zij bijna
klaar waren. Het was zoo brutaal op
gezet en: zoo maief in de uitwerking, dat
het den soldaat bijna belachelijk scheen,
tot hij zag, dat die mannen rn. d'oode-
lijken ernst waren én bezield door de
wreedste der motieven- Bovendien, het
toonde de eerste glimp vam Stark's an
tipathie tegen den koopman', dien de
luitenant reeds geraden had.
Runnion deed het voorstel tot aanne
ming van een artikel, dat aam. geen
vrouw zou toegestaan worden claims in
eigendom te hebben en een der vreem
delingen ondersteunde het.
„Wat is dat vroeg Lee, terwijl hij
opzag van het boek, waarin hij schreef.
„Het is mief goed, vrouwen bij man
nenwerk In tc halen", zei Runni-on.
.Dat is mijn idéé ook", zeide de
tweede.
,.lk veronderstel, dat dit gemunt is op
mijmi meisje", zet Gale opspringend. „Ik
had kumren weten, dat jullie kwaad in
't zin hadden"
Poleon stond ook op en schaarde zich
aan de zijde van den koopman.
„Bij den hemel Ik duld het wiet",
zei hij opgewonden. „Je wilt ie meester
maken vain Necia's claims, hé
„Zoolang ais ik voorzifter bem, zul-
len we geen ruwheid hebben", ver
klaarde Stark, terwijl hij hen loerend
aanzag. „Als jullie beiden herrie wilt,
kun je het hebben, maar of je het doet
of niet, de meerderheid zal regeeren en
wii zullen de wetten maken, die we
willen."
Hij gaf zich nu geen moeite, zijn an
tipathie tegen Gale te verbergen, die op
zijn vastberaden manier naar hem toe
schoof. Necia, die hen gadesloeg, haast
te zich aan haar vaders zijde, want
dat, wat zij voelde in de houding van
beide mannen, verdreef geheel haar
verontwaardiging over dit complot te
gen haar zelf.
„Neera. neen, maak geen. ruzie",
smeekte zij, terwijl zij zich aan den.
koopman vastklemde. „Om mijnentwil,
vadertje, ga zitten." Toen fluisterde zij
opgewonden hem in 't oor „Kun je
niet zien., dat hij u aan 't vechten wil
krijgen? Zij zijm. met hun vijven. Wacht,
«vacht I"
Burrell wilde spreken, maar Stark, die
voorzitter was, keerde zich woest tot
hem
„Dezen keer althans kun ie er je niet
mee bemoeien, blauwjas. Dit is onze
zaak. Is dat duidelijk
De luitenant begreep, dat hij zich in
deze discussie .niet mocht mengen, en
toch was hum. handelwijze zoo infaam,
dat hij zich met moeite kon inhouden.
Een oogenblik later zag hij, hoe nutte
loos zijn tusschenkomst zou zijn, toen
Stark voortging, den koopman, aanspre
kend
„Dit doelt m.iet op u in 't bizonder,
Gale, noch op uw dochter en een motie
om het haar te ontnemen is niet noo-
dig. Zij is niet oud genoeg, om eigen
dommen te hebber, in mijnen.
„Zij is achttien", zei de koopman.
„Niet volgens haar verhaal."
„Nu, ik kan haar claims voor haar
houden, tot zij meerderjarig is."
„Wij hebben juist vastgesteld, dat je
dat niet kunt", zei Runnion grinnikend.
„Niemand kan meer dan één claim heb
ben aan één Creek. Daar hebt u zelf
vóór gestemd."
Te laat zag Gale den strik, die hem
gespannen was, om zijn eigen dochter
te bestelen. Als hij en zijn twee vrien
den geweigerd hadden, deel uit te ma
ken van deze vergadering, konden de
anderen haar niet gehouden hebben en
de Creek zou van het ééne einde tot het
andere in eigendom zijn genomen door
eerlijke mannen, die tot zooiets niet in
staat zouden zijm.'.
„No Creek" Lee had den naam van
een man, langzaam in het spreke" en
het hamdelen, maar die zich woedend
kon maken rui was het duidelijk, dat
hij overkookte, want hij stamelde en
vieVover zijn e:gen woorden.
„Jullie zijn een troep schurken, alle
maal, dat je een arm meisje wiit be-
rooven en haar grond afnemer.maar
in de eerste plaats, wie heeft ie hier
heen gebracht Wie heeft dit goud ge
vonden Je denkt, omdat er genoeg
van jullie zijn, om dat voorstel er door
te krijgen, dat het daardoor wettig
wordt, maar er komt 'niets van, omdat
ik het .niet im het boek schrijf. Jullie
de kwaliteit van het brood, heeft de
minister van landbouw de instelling van
een inspectiedienst bevolen, welke uit
sluitend belast wordt met het tot op
heden onder meer aan het Station voor
Maalderij en Bakkerij te Wageningen
opgedragen toezicht op de kwaliteit en
de 'behandeling der voor de broodvoor
ziening verstrekte regeeringsgremdstof-
fen. Tot dat doel zal het land in 28 dis
tricten verdeeld worden, in elk waar
van een inspecteur belast zal zijn met
de zorg voor de nakoming der betrek
kelijke voorschriften
Dit toezicht zal plaats hebben in de
eerste plaats bij de molenaars, teneinde
de zekerheid te verkrijgen dat hunne
maalinrichtingen in een behoorlijken,
toestand van reinheid verkeeren, dat de
regeeringsgrondstoffen op een voldoen
de wijze zijn. opgeslagen en d.3f niet ge
handeld wordt in strijd met het verbod
om in die inrichtingen^ waarin de regee-
ringsgrondstoffen vermalen worden, of
in eenige andere binnen 1 K.M. afstand
daarvan, andere dan door de reo-eerlng
verstrekte grondstoffen voorradig te
hebben.
In de tweede plaats zullcru deze in
specteurs tot taak hebben zch ervan, te
vergewissen, dat de bakkers geen an
dere grondstoffen gebruiken dan hun
toegewezen worden, dat de bakkerijen
steeds zindelijk zijn en dat speciaal te
gen leng die maatregelen genomen
worden, die de bakkers te» dienste
staan.
Met betrekking tot het laatste ver
schijn»..! zij hieraa» nog toegevoegd dat
er, hoe juist het ook zijn imoge, dat dit
verschijnsel zich rn. den laatsten tijd veel
heeft voorgedam, .niettemin geen aan
leiding bestaat de oorzaak daarvan al
leen aan de door de regeering verstrek
te grondstoffen toe te schrijven. Voor
at bij hooge temperatuur nl. was en is
terg nimmer geheel te Vermijden. Vak
kundige bakkers echter kunnen er tegen
waken door aan het deeg een zeker
percentage azijnzuur toe te voegen, cm
verder hetgeen blijkens opgedane
ervaring niet altijd geschiedt de
grootste ziudelijkbeld in de bakkerij te
betrachten. De bovenbedoelde inspectie
zal in het bijzonder er op hebben toe
te ziera, dat de maalderijen en bakke
rijen. aan alle eischen van vakkennis en
reinheid voldoen, welke redelijkerwijze
aan hun bedrijf gesteld mogen worden.
Congres Christ Middenstandsbond.
De Christ. Middenstandsbond hoopt
23, 24 en 25 Sept. lm den. Dierentuin te
's-Gravenbage zijn. Ie congres te hou
den.
Na een ontmoetingsavond op 23 Sep
tember en een huishoudelijke vergade
ring op den morgen van. 24 September,
heeft des middags vatm dien dag de
openingsrede plaats en de behandeling
van het prae-advies van prof. mr. P. A.
Diepenhorst, van Amsterdam, over
„Coöperatie en Middenstandsbond."
Verder vindt de officieele ontvangst
plaats door Burg. en Weth. en des
avonds een feestelijke bijeenkomst,,
waarin o.m. minister de Visser hoopt te
spreken en door declamatie, zang en
gymnastische standen, een en ander zal
afgewisseld worden.
Dkn laatster., dag, 25 September,
komt het prae-advies van mr. P. S.
Gerbrandy, te Sneek, over .(De Collec
tieve Arbeidsovereenkomst' voor den
Middenstand" aan de orde, benevens
het voorstel im zake het wetsontwerp
betreffende vermogónsaawwas.
SMSSMNU MJRflGMHIUISamMM*
jullie Hij zag hen woedend aan
en zocht naar een bijnaam, die vol
doende zijn minachting te kennen gaf
eirn toen hij het gevonden had. spuwde
hij het letterlijk uit „kleermakers" I
Dus hiervoor waren Stark en Runnion
de Creek opgegaan, met de drie nieuwe
mannen, dacht Burrell. Ongetwijfeld
hadden zij de geheele zaak met voor
bedachten rade zoo geschikt, dat de
nieuwelingen, onmiddellijk elk één van.
Necia's claims in beslag konden nemen
zeker de waardevolste grond van
Lee's ontdekking en dat Stark zou
deelen in den roof. Hij of Ruminion. of
beiden, hadden, hun belofte van geheim
houding geschonden, zelfs vóór zij het
kamp verlieten, dit verklaarde de te
genwoordigheid van deze boeven era
idu, terwijl hij alles nog eens in. gedach
ten nam, kreeg de luitenant een plotse-
lingen inval. Poleo-ni was begonnen te
spreken en aan zijin. uiterlijk was het
wel te zien, dat hij het niet bij woorden-'
zou laten bovendien, zij luisterden al
len maar dsn opgewonden Framschmarï
en hadden geen. oogen voor den luite
nant. Voorzichtig om den hoek der hut
sluipend, en het huis houdend tusschen
hem en de anderecie begon Burrell hard
te loopen, zooveel mogelijk haast ma
kend uit vrees, dat zij hem zouden, mis
sen en zijn voornemen raden, of erger
rog, hun discussie zouden eindigen en
er bij zijn, vóór hij zijn taak kon. vol
eindigen.
(Wordt vervolgd.)