MAANDAG 13 SEPTEMBER.
No.
57e Jaargang
1919
"gemeentebestuur
binnenland
feuilleton
HU NATUURKIND.
BtoTOKKawawa
VL1SSINGSCHE COURANT
ADVERTEKT1E-PR1JS
v.n i4 regels Ü.80 voor iedere
-eel meer 20 cent bij abonnement spe-
Sie prijzen. Reclames 40 cent per regel.
dienstaanbiedingen en dienstaanvrugen 10
-nt ner regel, bij contante betaling.
Familieberichten van 1—6 regels 1.80,
Egere regel meer 20 cent.
ABONNEMENTS PRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal-
1.85 per drie maanden. Franco
dooi het geheele rijk ƒ2.20. Week-abon-
nementen 14 cent. Afzonderlijke nummers:
3 cent.
BEKENDMAKING.
Aangifte voor leerlingen voor de Herha
lingscursussen voor jongens en meisjes.
Burg. en Weth. van Vlissingen brengen
ter kennis van belanghebbenden, ouders of
voogden, die hunne kinderen of pupillen
wenschen toegelaten te zien tot een der
beide herfialings-cursussen in deze ge
meente, dat tot het in ontvangst nemen
van aangiften van leerlingen voor die cur
sussen zitting zal worden gehouden
Voor jongens
door het hoofd van den herhalingscur
sus voor jongens, den heer J. E. VAN DER
Sl.lKKE op school E (Joost de'Moorstraat)
op Dinsdag 16, Woensdag 17, Donderdag
18, Vrijdag 19 en Zaterdag 20 September
a.s., des namiddags van 12 tot 2 uren en
des avonds van 6 tot 8 uren.
Voor meisjes
door het hoofd van den herhalingscur
sus voor meisjes, mejuffrouw M. S.
SCHUURKAMP te haren huize (St. Jacob-
straat 21) op Dinsdag 16, Woensdag 17,
Donderdag 18 en Vrijdag 19 September e.k.
des avonds van zeven tot acht uren en Za
terdagmiddag 20 September van drie tot
vijf uren
dat ingeschreven kunnen worden zij, die
bet gewoon lager onderwijs hebben geno
ten
en dat de cursussen zullen aanvangen
den len October a.s.
Het onderwijs zal worden gegeven
a. aan den cursus voor jongens op Maan
dag, Dinsdag, Donderdag en Vrijdag, des
avonds van 6 tot 8]/> uur in de volgende
vakken lezen, schrijven, Nederlandsch, re
kenen, kennis der natuur, aardrijkskunde
en vaderlandsche geschiedenis b. aan den
cursus voor meisjes op Woensdag en Za-
fernamiddag van 2 tot 5 uur in de volgende
vakken Nederlandsch, rekenen, kennis der
natuur, nuttige handwerken en koken.
N.B. Zij, die in het bezit van een trouw
boekje zijn, worden verzocht dit bij de aan
gifte mede te brengen.
Vlissingen, 13 September 1919.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De w.n. Secretaris,
F. BISSCHOP.
Sluiting Staten-Generaal.
Op de voorgeschreven plechtstatige
wijze begaf zich Zaterdagmiddag 2
uur de minister van, binnenlandsche za
ken jhr. m.r. Ruys de Beerenbrouck. ge
kleed in aniibtscostuum, en gereden in
een gala-hofkoets, welke werd vooraf
gegaan era gevolgd door afdeeliragen
cavalerie, van liet koninklijk paleis in
het Noordeinde naar het gebouw der
Tweede Kamer, ter sluiting, in naam
van de Koningin, van het afgeloopen
zittingjaar.
De minister werd ten paleize uitge
leide gedaan en later bij zijm terug
komst, weder ontvangen, door Hr. Ms.
hofmaarschalk, jhr. V. Boreel, die even
eens ambtsgewaad droeg.
Bij aankomst arm het gebouw der
Uit het inijnwerkersteven van Noord-Alaska.
Naar R. B.
22)
Hij stond op era stapelde meer hout
op het vuur. Wat bezielde het meisje 2
Het was, of zij elk zwak punt van zijn
wapenrusting kende, alsof zij haar ge
vaar begon te beseffen en .nu zijn, gewe
ten wilde doen ontwaken, vastberaden1,
met een voorzichtige wijsheid boven
haar jaren. Hoe dan ook, zij had het
Redaan cm; hij vloekte in zich zelf.
oen werd hij zachter gestemd, zooais
,'J Baar daar zag zitten in de scherne-
rinK. eik zijner bewegingen volgend
'iet haar ziel in de oogen en een tee-
deren glimlach op de lippen. Het was
J3ar reine ziel on: haar vrouwenliefde,
"'e gesproken hadden.
- oe.n zij zag, dat hij haar zat aan te
staren, hield zij haar kopje op ais ee'ra
vogeltje.
Kamer werden den minister de gebrui
kelijke militaire eerbewijzen gebracht.
De plechtigheid ira de Kamer werd,
behalve door de leden der commissie
van ontvangst en uitgeleide, bijge
woond door de Eerste Kamerleden van
Embden, van Wichan, van den Berg,
Polak, de Boer en Vliegen, en1 de Twee
de Kamerleden Heemskerk, Oud>. Nie-
meyer, van Schaik, Dresseibuis en
Teenstra.
De voorlezing, tijdens welke alle le
den, behalve de heer Vliegen, zich van
hun zetels vertiieven, duurde minder
dan een minuut.
uit
'2' 'oe' Wa; zie je er opeens woest
hot was of de dansende vlammen
in 'hel kampvuur haar glimlach nog
oetooverender maakten.
i gi'ttig vlug naar haan toe en kniel
de
naast haar neer.
7-n wowdervol meisje", zei hij, „ik
znLT mj'n ,uiterste best voor doen, te
geit, dat je nooit verandert en dat je
11 zooals je bent. Je kunt niet be
Een protestbetooging tegen het
annexionisme.
In den Dierentuin te 's-Gravenhage
had Zaterdagmiddag in de openlucht
een groote protestmeeting plaats, waar-
lin nogmaals instemming werd betuigd_
met de wijze, waarop Zuid-Limburg eri'
Zeeuwsch-Vlaanderen in verzet kwa
men tegen de van Belgische' zijde ge
uite verlangens.
De ingang van den Dierentuin was
in een eerepoort herschapen. In het
midden prijkte het Hollandsche wapen,
geflankeerd door de wapens van Zee
land en Limburg, terwijl boven de wa
pens in groote letters de namen Hol
land, Zeeland en Lumburg prijkten. De
drie wapens waren door het Nederland-
sche dundoek verbonden. Ook de tuin
zelf was met de Nederlandsche kleuren
feestelijk versierd.
Om de muziektent hadden duizenden
toeschouwers zich verzameld, waaron
der talrijke civiele en militaire autori
teiten, Kamerleden enz.
De muziek van het Ille regimen hu
zaren opende met een vaderlandsch iied
de bijeenkomst, waarna de ond-eemsier
prof. Treub het openingswoord sprak.
Spr. drukte er zijn vreugde over uit,
dat zoovelen waren opgekomen om hier
uiting te geven aan hun vasten wil, dat
niet aan Nederlandsch grondgebied ge
raakt zal worden. (Applaus).
Het comité heeft dezer dagen uit alie
standen en uit alle richtingen en partij
en bewijzen van sympathie ontvangen,
waaruit duidelijk is gebleken, dat wan
neer iemand ons grondgebied zou wil
len schenden, het geheele Nederland
sche volk als één man ons grondgebied
zal verdedigen.
Het comité heeft slechts twee uitnoo-
digingen gericht en wel tot den voor
zitter van het anti-annexatie-comité te
Maastricht, den heer Jansen en tot den
voorzitter van het anti-annexatic-comi-
té te Zeeuwsch-Vlaanderen den heer
Pattist, om hier tegenwoordig te zijn.
De heer Jansen was aanwezig en zal
ook een enkei woord spreken, terwijl
de heer Pattist verhinderd was. Deze
had een schrijven gezonden, waarin hij
namens Zeeuwsch-Vlaanderen dank
bracht aan Holland, dat zich geheel één
verklaarde met de zaak van Zeeuwsch-
Vlaanderen en bereid was met
Zeeuwsch-Vlaanderen voor de on
schendbaarheid van ons land te strij
den. (Applaus.)
Hierna was het woord aan het Twee
de Kamerlid den heer Albarda, die er
op wees, dat zij, die hier tegenwoo'rdig
waren om te protesteeren, tegen de an-
nexionistische verlangens van België,
welke door minister Hijmans op zoo'n
onsympathieke wijze zijn naar voren ge
bracht, verdeeld zijn in politieke partij
en en sympathieën, maar één zijn en
aaneengesloten naast elkaar staan te
genover de eischen en verlangens,
grijpen, wat dit voor mij beteekerat,
want ik ook, was verblind, maar de
duisternis van den macht heeft mij het
gezicht teruggegeven. Nu moet je gaan
slapen de uren zijn kort en wij moeten
vroeg weg."
Hij maalde haar een peluw van kleine
zachte takken, waaromheen hij zijm jas
vouwde toen deed' hij haar hooge
rijglaarzen uit, en nam haar kleine voet
jes in de palm van' zijn hand, boog er
het hoofd, over en kuste ze met een
overstelpend gevoel van haar reinheid
en zijn eigen onwaardigheid. Hij spreid
de een der groote, grijze dekens over
haar heen en stopte haar in, terwijl zij
zuchtte van heerlijke moeheid' era aldoor
tot hem opzag.
,.Ik ga hier een poosje naast je zit
ten", zei hij. „Ik wil nog wat rooken."
£n er gleed eeira tengere, bruine hand
van. onder de deken in de zijne en hij
leunde voorover en sloot haar de
oogen met zijne lippen. .Haar groote
vermoeidheid' was duidelijk, want zij
viel bijna onmiddellijk in slaap, haar
vimigers met vaster greep de zijine om
vattend.
Soms kwam er een groot verlangen
over hem, haar in zijn: armen te voelen
en de eenzaamheid' van den nacht
scheen hem te bespotten. Hij was een
sterk man era in zijn aderen stroomde
het bloed zijner voorvaders, het bloed
van levendige, Zuidelijke vrouwen, die
volgens Kentucky-geruchten, niet altijd
wijs, maar slechts al te veel hadden
liefgehad. Toch, het waren, eerlijke
mannen en vrouwen era zij haddew hem
een erfenis nagelaten van ridderlijkheid
waarvan de Belgische regeering blijk
heeft gegeven.
Sommige verlangens kunnen worden
beschouwd als te zijn verlangens van
het geheele Belgische volk, nl. die be
treffende zijn economisch herstel, ver
langens, die ingewilligd moeten wor
den, wil dit land in staat zijn zich op
te heffen uit de ellende, waarin het
oude Pruisische militairisme het heeft
gestort. Die verlangens wil het geheele
Nederlandsche volk gaarne inwilligen
en in deze omstandigheden willen wij
dezelfde broederhand toereiken als wij
in 1914 hebben gedaan. (Applaus.)
Daarna werd liet woord gevoerd
door het Tweede Kamerlid, den heer
Ch. v. d. Bilt, die er op wees, dat thans
het Nederlandsche volk duidelijk heeft
getoond, dat liet volk van Zeeuwsch-
Vlaanderen en Limburg op het geheele
Nederlandsche volk kan rekenen bij de
handhaving van zijn rechten op eigen
grond.
Met een kort inleidend woord gaf
prof. Trcub het woord dan ook prof.
P. J. Blok, den bekenden historicus uit
Leiden.
Spr. beantwoordde de vraag Waar-
j om is deze betooging nog noodig, nu
j de Limburgers en Zeeuwen zelf zich
j zoo goed geweerd hebben.
Hij zou daarop willen antwoorden
met het oude Hollandsche spreekwoord
„De liefde kan niet van één kant ko
men" en wij willen vandaag getuigen,
dat de Limburgers en Zeeuwen ons even
lief zijn als de andere Nederlanders.
Spr. geert een historisch overzicht der
Limburgsche sympathie. In 1839 was
Limburg niet echt Hollandsch gezind,
in 1848 was Limburg Duitsch gezind,
maar sinds de laatste 30 jaren heeft
Limburg Holland gevonden tot geluk
van beiden en nu dezer dagen heeft het
Limburgsche volk duidelijk getoond,
dat het niet meer van Holland geschei
den wil worden.
Van een scheiding tusschen Hollan
ders en Zeeuwsch-Vlaanderen is nooit
sprake geweest.
Tot de regcering zeggen wij, aldus
spr., willigt rechtmatige Belgische
eischen in, maar zorgt voor de ongerep
te handhaving der Nederlandsche rech
ten.
Met een Leve het Vaderland, door al
le aanwezigen herhaald, sloot spr. zijn
lang toegejuichte rede.
Nadat de Koniifidijke Nationale
Zangschool „Holland^ Glorie" had ge
zongen was het woord aan ds. Janssen,
veldprediker in algeineenen dienst,
wiens rede evenzeer werd toegejuicht
als de daarop volgende redevoeringen
van den luitenant-generaal Van Terwis-
ga en mr. F. Janssen, welke laatste als
Limburger woorden van dank aan de
Hollanders bracht voor hun steun aan
de sympathie voor Limburg,
j Namens de Limburgers kan spr. ver-
klaren, dat zij trouw aan Nederland
zullen blijven, trouw tot in den dood.
Ten slotte sprak de heer Treub een
woord van dank aan allen, zoowel
sprekers als toehoorders. Uit de talrijke
sympathiebetuigingen lichtte hij slechts
een tweetal, nl. van generaal Snijders
en van mannen en vrouwen uit Zee
land, die bij de opening van -de groote
tentoonstelling te Sluis aanwezig wa
ren.
Spr. las daarna de volgende motie
voor
„De Nederlandsche mannen en vrou
wen van allerlei geloof, richting en in
ternationale sympathieën, uit alle lagen
en een hoog gevoel van eer en moed.
Het was vreemd, maar deze kleine, eew-
voudige kleurlinge had zijn eer en zijn
moed doen herleven, zelfs toen hij ze
geheel bed willen opgeven. Als haar
liefde slechts was als haar bloed, had
hij zooveel gewetensbezwaar niet be
hoeven te hebben of als haar bloed
even zuiver was als haar liefde zelfs
dan zou het gemakkelijker zijmimaai
zooals het was, moest hij haar nu, en
voor altijd opgeven. Haar liefde had
een slagboom tusschen' hen geplaatst,
grooter en onoverkomelijker dam haar
bloed.
Hij zal lang zoo, terwijl het flikke
rend vlammen-schijnsel om hem speel
de, zich verwonderende over de macht,
die deze boschnimf over hem verkregen
had, zich verwonderende hoe het kwam
dat zij zich irt zijn hart en hoofd had
genesteld, dat zij zich zoo volkomen
va<n hem had meester gemaakt. Het zou
geen gemakkelijke taak zijn, haar uit
zijn gedachten te verbannen. En: zij
Hij trok zacht haar vingers uit de
zijne en aan den and'erem kant van het
vuur zocht hij zijn legerstede,dekte zich
toe en viel in: slaap.
'Het was nog zeer vroeg in den
morgen, toen Necia naar hem toekwam.
„Ik droomde, dat je weggegaan was"
zei zij, rillend van1 de ochtendkoelte. „O,
het was een tvreeselijk ontwaken
„Jk was te vermoeid om te diroo-
men", zei hij.
„Dus moest ik gauw gaan zie,ra, of je
j er werkelijk nog was", voegde zij er bij.
5 Hij maakte vlug het vuur weer aan
1 en zij ontbeten haastig. Vóór de stralen
der bevolking saam gekomen te 's-Gra
venhage op 13 September 1919, om
mede namens de overgroote meerder
heid hunner iandgenooten te getui
gen van den onverzettelijken wil van
liet Nederlandsche volk, dat zijne rech-
leii en landsgrenzen ongerept blijven;
overtuigd van den wensch van de Ne
derlandsche Natie ont, op den grond
slag van eenbiediging onzer souverei-
niteitsrechten, overleg te plegen met het i
Belgische volk, teneinde met elkander j
in vrede en vriendschap te blijven leven;
diep verontwaardigd over de pogin
gen der Belgische annexionisten om uit
eigen daad de thans oppermachtige
volken te bewegen tot schending van
Nederlands rechten en grenzen
verzekeren den belaagden Limbur
gers en Zeeuwen van den steun van het
gansche land
en spreken het vertrouwen uit dat de
Nederlandsche regeering elke schen
ding van 's lands rechten en grenzen
met beslistheid zal blijven afwijzen."
Onder langdurig gejuich en hoera
geroep nam de bijeenkomst deze motie
aan.
De heer Treub deelde daarna mede,
dat ze ter kennis van de Nederlandsche-
en van de Belgische regeering zal wor
den gebracht. Zij zal worden aangebo
den aan den president van de commis
sie voor de herziening van de tractaten
van 1839, aan den president van den
Raad te Parijs, Clemenceau, en aan
den Franschen minister van buiteniand-
sche zaken, S. Pichon. Zij wordt ge
zonden aan de Commissarissen van de
Koningin in Limburg en Zeeland, met
het verzoek haar ter kennis van de be
volking dier provinciën te willen bren
gen.
Tot slot van den welgeslaagden mid
dag zong men staande het „Wien Neer-
lands Bloed", later gevolgd door het
„Wilhelmus", wat voor de talrijke so
cialisten, die zoo dapper hadden mede-
betoogd voor de eenheid van ons va
derland, wel even een pijnlijk oogen-
blik moet zijn geweest.
Geen antwoord aan minister Kymans.
De nadere mededeellrag van minister
Hyrnans Irazake de geheime nota wordt
niet beamtwoord.
De nieuwe Nederlandsche gezant in
België.
Thans is aan jhr. imr. H. van Weede
eervol ontslag verleend als buitenge
woon' gezant en gevolmachtigd minister
van H. M. de Koningin te Brussel, onder
dankbetuiging voor de bewezen dien
sten en is benoemd tot buitengewoon'
gezant en gevolmachtigd minister te
Brussel jhr. dr. C. G. W. F. van V.re-
denfburch, thans Nederlamidsch gezant te
Stockholm.
Toenadering tusschen Nederland en
België.
Onder het opschrift Voor het Vrije
Noordzee-Strand, geen verwijdering
maar wel toenadering tusschen de lage
landen, bevat het Brusselsche „Laatste
Nieuws" een hoofdartikel van Julius
Hoste Jr.
Na er eerst op gewezen te hebben,
dat het den Duitschers steeds om het
beheerschen der Noordzeekust te doen
is geweest en dat dit Duitsche gevaar
nog niet geweken is, schrijft Hoste
Er is voor België en Nederland
men ga slechts even de landkaart na
geen middenwegvoogdij vanwege
groote mogendheden en tweespalt of
van de opgaande zon de koude lucht
'rog verwarmden, hadden zij den berg
rug beklommen en -daar laig het won
dervolle landschap voor hen, de heuvels
verlicht door de .morgenstralen', de da
len nevelachtig en geheimzinnig. Zij
vorderden goed op den top de grond
was rotsachtig, hier en daar met kort
mos begroeid, terwijl er ge err spoor van
insecten was, om hen te hinderen.
Vroolijk gingen zij voorwaarts toch,
naarmate zij hun bestemming nader
den, bekroo.p den jongen mam. een ver
killend voorgevoel van naderend onheil
en hij vroeg zich af, of hij niet dwaas
was geweest, om deze ondoordachte
onderneming ie beginnen.
„Ik wou, dat Stark niet van de partij
was", zei hij opeens. „Hij kon ons sa
menzijn verkeerd beoordeelen."
„Maar als hij hoort, dat wij elkaar
liefhebben', verklaart dat alles."
.Darar ben ik niet zoo zeker van. Hij
kerf je wiet, zoo als Lee en Poleer en
je vader je kennen. Ik geloof, dar het
beter is, dat wij nieimand' iets zeggen
van jou en mij niemand."
„Maar waarom vroeg 'het metsie,
terwiil zij plotseling .bleef staan. „Zij
zullen het toch weten, als zij ons zieni
Ik kan het niet verbergen."
,.!k ben htor'n verstandiger dan jij",
hie'a Burreïl vol, „eg wij moeten niet
deen, of we elkander liefhebber,!ver
trouw me hierin."
„O, ik wil niet veinzen riep Necia
pruilend. „Als dit alles moet eindigen,
als wij bij Lee's hut komen, dan moeten
we maar dadelijk voor goed hier blij
ven."
volkomen vrijheid en toenadering.
De wereldvrede kan slechts door de
tweede oplossing gediend worden.
Terwijl het tendenz-werk en het mis
dadig gestook van Belgische zijde aan
den gang waren, hebben de bladen no
ta's ontvangen van het „Bureau d'ln-
formation Beige", waarin broksgewijze
de uiteenzettingen van de heeren Segers
en Orts te Parijs, werden samengevat.
Die methode was slechts van aard om
verwarring te stichten en alle dubbel
zinnigheden aan te moedigen dan
schenen de eischen aanmatigend en bui
tensporig, zooals vanwege een markt
vrouw, die haar klanten overvraagt
dan leken de eischen gematigd en wel
willend in een volgende nota werd het
annexionisme verschoond en opgezet
in een ander stuk was er daarvan geen
spraak meer. Waarom niet alles in eens
medegedeeld Die warboel is slechts
een gunstige gelegenheid geweest voor
de annexionisten om den schijn op te
wekken, dat zij de regeering op hun
hand hadden
Eindelijk ontvangen wij een nota met
de conclusies van het betoog oer Belgi
sche afgevaardigden, en wat stellen wij
vast Dat wij hier een stuk hebben over
een uiteenzetting, waarmee men had
moeten aanvangen, en dat een oplos
sing in dien zin slechts mogelijk wordt,
wanneer onze regeering aan üe Neder
landsche regeering volle vertrouwen
heeft weten in te spreken, terwijl heel
wat feiten en drijverijen juist liet tegen
deel hebben uitgewerkt.
Deze slotnota, waarin de heer Orts
handelt over de veiligheid van België,
laat aan de beteekenis van den Staten
bond volle recht wedervaren, zonder
aan overdreven optimisme mee te doen
en er blindelings alle heil van te ver
wachten.
Hij gaat dan de conclusies van Orts
na, de voorgestelde militaire samenwer
king tusschen Nederland en België in
geval van een Duitschen aanval en
zegt
Vertrouwen was dus de beslissende
factor om zulke oplossingen in de hand
te werken. Het ziet er lief uit niet de
omstandigheden, waarin die onderhan
delingen van Belgische zijde werden
gevoerd
En toch is en blijft hoofdzaak het
volgende probleem, dat door de aard
rijkskundige ligging zelve van Neder
land en België opgeworpen wordt hoe
vervullen beide landen hun roi ais leden
van den Statenbond, indien Nederland
en België dan wel beiden tegelijk tegen
een onrechtvaardigen aanval hebben
front te maken
Na zijn voile instemming betuigd te
hebben met hetgeen prof. Colenbrander
in het Juli-nummer van „Neerlandia"
heeft geschreven, besluit Hoste
Indien eenige drijvers bij voorbaat
het vertrouwen niet ondermijnd hadden,
waarmee de onderhandelingen dienden
geleid, dan hadden wij sinds lang uit
zicht gekregen op een oplossing, die
zoowel aan beide partijen als aan den
wereldvrede zou gunstig zijn. Maar
voor een dergelijke oplossing kan het
nooit te laat worden, want de belangen,
die er mee gemoeid zijn, hebben een al
te grooten weerslag.
Geen verwijdering maar wei toenade
ring, ziedaar wat de lage landen aan
zee moeten nastreven. Zoo niet helpen
zij zelf het Noordzeestrand in gevaar
brengen, waarmee hun vrijheid zoo in
nig verbonden is.
yrtt^Kgy.^'.!TM:|<any1-.rrffT J,'iMUH
Hij was zelf 'niet zeker van al de
logica, die hij gebruikte, om haar te
overtuigen, maar zij gaf eindelijk toe
en zei
„Nu, je zult het we', het best weten
en in elk geval, de kleinen moeten altijd
doen, wat de grooten willend'
Vele uren achtereen liepen zij voort,
tot zij Lee's hut vonden i'ra een smalle
vallei. Klaarblijkelijk had de mijnwerker
eert punt aan de hoofdkreek uitgezocht
juist, waar de andere, kleinere stroo-
men bij eiicaair kwamen en Burrei was
nieuwsgierig, welke van deze kleinere
riviertjes het goud zouden bevatten.
,Er is niemand hier", zei Necia vroo
lijk. Wij zij,ra hen voor, wij zijn hen
voor
Sedert het aanbreken van den dag
hadden zij flink geloopen, en, ofschoon
BurrclI's horloge op twee stond, wei
gerde zij te rusten voor hun lunch, zeg
gende, dat de anderen elk oogeniblik
konden komen. Zij daalden, dus tof het
lagere gedeelte van „No Creek" Lee's
domein, waar Burrei! 'n boomstam ge
deeltelijk glad; schuurde en, er op
schreef, wat Necia hem dicteerde. Toen
hij gedaan had, teekerade zij haar naam
en hij zette er dew zijnen bij, daarop
ging zij een stuk grond uitmeten; van
440 voet. Aan het eind daarvan schreef
zij op een anderen boom „Zuidelijke
grens van „claim" No. 1."
Door opmeting de rechthebbende
Necia Gale."
(Wordt vervolgd.)