VLISSINGSCHE COURANT 108 25 actie". VMAKERS leisje. VRIJDAG 3 SEPTEMBER. EEN NATUURKIND. >ofdrol. BER a.s., kNS, s N m 2 57e Jaargang gemeentebestuur feuilleton »el in aansche U» A hr BURGERS ond *sn Handsls- aan slis Winkel- at, tot bijwoning otterdam. I- «n Magazijnbe- srgadering te be- Coöparalie's stuur *en «I H w L R biedingen laanvragen, pgtnensch 21 jaar, Handelsschool en onderlegd, zoekt egelijk abriekskantaoi Heeds een paar jaai >t, beschikt over es. Br. fr. onder „Vliss Courant." geplaatst worden, mtlden van 12 tot 6 tot 7 uur Wal- d een net rouw HOFLAND, Ruyter 80. S JE halve en twee iet beneden de 16 rkstraat No. 9. isalsslisppii Middelburg 't t e r d a m. rek In September v.Midd 7— Y.Bott 7Z 7.— en wordt dea mot- varen. te bekomen: N.V. Transport ec v.b. Erven G. VOS l B. EENHOORN I ,N OOSTERHOUT I Gebrs. BUITEN as- NO» 209 1SUQ ABONNEMENTSPRIJSVoor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren 1.85 per drie maanden. Franco door het geheele rijk 2,20. Voor België ƒ3 50 Vnor overige landen der Post-UrJe f4 50. - Afeonderiii ke nummers 3 cent rmi'f. ïil K ÏÜII If, Heine isckt SI, lÉsisp, liliieM tatert. 13 ADVERTENTIEPRIJSVan 4 regels ƒ0.80; voor iedere regel meer 20 ct. Familieberichten van 16 regels ƒ130. Bij abonnement speciale prijs Reclames «Oct, per regel. Dienstaanbiedingen en -aanvragen 10 ct. per regel fasiNrt Épiis, ÉpüïiÉfi gp Mg «3 itamii Ms CfeÉieliiks lessi&gss 15eabonnf»,in '1 bedteener «naft f|f§ guidon by levens-p*g A giaden bij dood fe| gokten b§ veraes •Va» zBn GRATIS verze- lillil lange cmgescfinri- ®"|i 1 door «SIlB varf «en nand, brdtegenongehakte»voor&iWJU beid tot werken f VV een ongeluk VVV voet of oog -y .ji giikecringe» wetdes VEKDUBBELO InÊtea de terzakerden, veerala» van geldlj plucisbewgs, «en ongeluk bekomen op ïrel», koel ai kr»i». Ka omkering wordt gewaarborgd door de „Hall. (tig. Verrek, Bank" tê Schiedam gulden bij verlies van een duim gulden bij verlies van een wijsvinger gulden bij verlies van eiken anderen vinger BINNENLAND REGEERÏNGSGOEDEREN. Burg. en Weth. van Vlissingen brengen ter algemeene kennis, dat ingevolge hunne kennisgeving van 28 Februari 1917, behoo- tende bij de voor hunne gemeente gelden de distributieregeling van regeeringsgoede- ren dd. 12 en 19 Februari 1917 A no. 213, gedurende de week van 6 tot en met 12 September 1919 verkrijgbaar is op bon no. 370 1 ons KALIZEEP a f 0.08 per ons op bon no. 371 3',4 ons SUIKER (di verse soorten) Op kindersuikerbon no. 1 3'/2 ons SUI- ker (diverse soorten) op kindermeelbon no. 8 1 pond KIN DERMEEL. Vlissingen, 5 September 1919. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOÜDEKERKE. De w.n. Secretaris, F. BISSCHOP. ZEEMILITIE. De bijzondere aandacht van belangheb bende ingeschrevenen voor de lichting der militie 1920 wordt gevestigd op de gele genheid tot plaatsing bij de zeemilitie in een der navolgende betrekkingen matroos, stoker, monteur, radiotelegrafist, seiner, vliegtuigmaker, torpedomaker, machinedrij ver, scheerder, ziekenverpleger, schrijver kok. hofmeester. Zij, die een beroep uitoefenen, dat hen voor deze betrekkingen geschikt doet zijn en die zich nog niet bij den Keuringsraad voor de zeemilitie hadden aangemeld, kun nen zich daarvoor alsnog vóór 10 October a.s. opgeven bij den Burgemeester, liefst met overlegging van diploma's, getuig schriften of andere bescheiden, waaruit hunne geschiktheid voor de gewenschte betrekking is af te leiden. Belanghebbenden zullen echter rekening hebben te houden met de mogelijkheid, dat aan hun verzoek om inlijving bij de zee- 'srflitie niet kan worden voldaan of dat zij bij de zeemilitie worden geplaatst in een andere betrekking dan de door hen meest gewenschte. ingelijfden bij de zeemilitie worden voor eerste-oefenjiig ten hoogste 8/2 maand in dienst gehouden, hebben slechts eenmaal eene herhalingsoefening tc volgen en zijn vrij van landweerplicht. Vlissingen, 5 September 1919. De Burgemeester van Vlissingen, VAN DOORN VAN KOÜDEKERKE. HINDERWET. Burg. en Weth. van Vlissingen, gelet op art. 8 der Hinderwet, brengen ter open bare'kennis, dat bij hun besluit van 1 Sep tember jl. aan P. A. FRET, alhier, vergun ning is verleend tot de uitbreiding van zijne timmerfabriek door het plaatsen van 7 electro-motoren, gezamenlijk van 33 P.K., ter vervanging van zijne zuiggas-installa- tie voor het bewerken van hout, in het perceel, kadastraal bekend gemeente Vlis singen Sectie 3 no. 1006, plaatselijk ge merkt Lampsensstraat rio. 19. Vlissingen, 2 September 1919. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOÜDEKERKE. De Secrearis, J. P. v. ROSSUM Jr. Uit het mijnwerkersleven van Noord-Alaska. Naar R. B. Nederland en Beügië. De redacteur van „de Maasbode" te Brussel seint van gisteren De „Soir" publiceert hedenavond een artikel, waaruit blijkt, dat de Belgische regeering een soort ultimatum heelt ge steld aan de Nederlandsche regeering Na een langen aanloop, waarin het blad de reeds tienmaal tegengesproken leugens en laster herhaalt en waaruit duidelijk blijkt, dat het blad zijn stoke rij en ophitserij tegen Nederland wil voortzetten komt de „Soir" tot de kwes tie zelve. Het blad vertelt, dat twee schepen, welke na den wapenstilstand uit België naar Duitschland waren gevlucht door de Belgen naar Antwerpen zouden wor den teruggebracht. Op de Nederland sche grens werden de schepen aange houden. Een der vaartuigen verdween gedurende den nacht. Het andere schip werd naar Hansweert overgebracht en onder embargo geplaatst. In deze zaak werd een beslissing genomen, welke niet kan geduld worden. Het vaartuig werd aan de Duitsche eigenaars terug gegeven. Onze regeering heeft het, zoo besluit het blad, eindelijk noodig ge oordeeld een einde te maken aan de Hollando-boche-aanmatiging. Zij heeft aan de Nederlandsche regeering doen weten, dat indien het vaartuig niet bin nen 48 uur is teruggegeven repressaiiles zullen genomen worden, in dien zin, dat het embargo zal worden gelegd op alle Nederlandsche schepen in het bezette gebied .en in de Belgische wateren. Een verwonderlijke mededeeling ont vangen wij van het Belgische consulaat, zegt het „Hbl.". Elke invoer van Neder land naar België is verboden tenzij ver gezeld van een verklaring omtrent de hoeveelheid van het artikel dat van Duitschen oorsprong is en een verkla ring van den Belgischen consul, die moet zeggen dat de verklaring hem ge loofwaardig voorkomt. Deze maatregel staat wel gelijk met een absolute belemmering van den uit voer van Nederland naar België. Wij wijzen er even op dat natuurlijk van den consul het onmogelijke gevraagd wordt. Hij kan niet verklaren of de duizenden aanvragers al dan niet „ge loofwaardige" verklaringen afleggen. Elke aanvrager, ieder die wil uitvoeren is dus van den willekeur van den cunsul afhankelijk. De oorlog is lang voorbij men doet er goed aan te letten op maatre gelen, in schijn genomen tegen de Sta ten met wie thans vrede gesloten wordt, in werkelijkheid bedoeld tegen elke bui- tenlandsche mededinging. Indien Staten den uitvoer uit Nederland willen ver hinderen, behoort onze regeering toch waarlijk na te gaan of daartegen niets gedaan kan worden. 14) „Is dat uw squaw, mr. Gale 'De oude mam knikte. ^Pah-Ute, nietwaar „Ja. Kent u die taal „Iets ervan. ik heb vroeger in Califor- gewoond." „Waar?" De vraag kwaim als een schot. „O, hier en daar ik ben ook in, Mo ther Lode geweest." „Ik herinner mij den naam niet", zei oe koopman na een oogenbliik. „Mogelijk. Waar is u geweest »'k ben nooit op een plaats lang genoeg gebleven orm het tehuis- te noe men." Het scheen Burrell, dat beide man- «"'«fiatig elkander polsten op een indirecte, onpersoonlijke manier. „Zijn dat uw kleinen, ia vroeg Stark verder. „Ja, en, ik heb er nog een ouder. Een meisje." P-Eneen aardige meid ook", zei „No Eee, vol ijver. „iHet is een Prachtstuk. "Allen kleurlingen vroeg Stark. „4eker. Het antwoord van den, koop- De Belgische nota. De heer C. K. Elout, de bekende hoefijzer-correspondent van het „Hbl.", schrijft in „de Toorts" o.a. het vol- man was kort, en toen de ander geen plan scheen- te hebben, het onderwerp te laten rusten, slemterde hi} weg maar niet zoodra was -hij buiten' het gehoor of Stank zei jHm Zij zijn alien een der." „Wie „Squaw-mannen." „Deze niet", zei Lee. „Hij is anders dan de anderen, nietwaar, luitenant „Dat is hij zeker", zei Burrell. Dit was de eerste kritiek, die hij over Ne cia',s vader gehoord had en ofschoon Stark niets meer zei, was het duidelijk, dat zijn meening dezelfde bleef. De oude man ging door den winkel achteruit en zoc'ht regelrecht Alluna op. Haar met ongewone strengheid in de Pak-Utetaal aansprekend, zei hij „Ik heb je gezegd, nooit je eigen taaf te gebruiken, als er vreemdelingen bij zijn. Die man in den winkel verstaat die taai." „Ik heb alleen, ran suiker gevraagd, om de bessen te koken,", antwoordde zij. „Dat is waar, maar op een anderen keer kon je wel eens meer zeggen, daarotm hoe minder ie spreekt, hoe beter. Hij is van het soort, die veel ziet en weinig spreekt. Spreek mij in het Siiwaslh of Bngelsch aan,, als wij niet alleen zijn." „Ik ihoud niet van dien man", zei de vrouw. „Zijn oogen zijn slecht en hij heeft geen hart." Plotseling liet zij haar werk vallen en kwam dicht bij hem. „Kan, h ii Ijet gende Het is een geluk voor Holland, dat het thans ter Parijsche conferentie ver tegenwoordigd is door mannen als de heeren Van Swinderen en Struycken en dat de eerste, die als woordvoerder op treedt, iemand is die niet met zich laat sollen. Ik wil hiermee zeker niet zeggen dat de heer Van Karnebeek dal wel zou hebben laten doen alleen dit dat de tijd voor zachtzinnig en uitermate lank moedig optreden jegens België nu ein delijk eens voorbij behoort te zijn, dat die van kort en krachtig zeggen waar het op staat, thans behoort te zijn ge komen en dat daarom de heer Van Swinderen, naar hetgeen ik van hem kon waarnemen tijdens zijn minister schap, mij nu bij uitstek de rechte man op de rechte plaats schijnt. Want indien het schandelijke docu ment dat dezer dagen werd gepubli ceerd, geheel of zelfs maar goeddeels echt blijkt, dan behoort onze houding tegenover de huidige Belgische regee ring radicaal te worden gewijzigd. Dan behoort onze regeering te kennen te geven, dat zij, bij zulk een groot gemis van de meest elementaire goede trouw, die bij onderhandelingen tusschen fat soenlijke lieden is vereischt, in de on mogelijkheid is gebracht om de onder handelingen voort te zetten. En dan moeten wij maar rustig wachten, tot er in België weer eens eep regeering komt van menschen, die getm reden 'nebben gegeven om letterlijk elk van hun woor den te wantrouwen. Men vergete toch niet, dat het in 't geniep uitzenden van een document als het bovenbedoelde, niet de eerste heimelijke streek der Bel gische regeering jegens ons zou wezen. En na dan het gekuip van de Belgi sche autoriteiten te hebben geschetst zegt hij Een document als het nu ge signaleerde zou dus eigenlijk geheel in de lijn liggen van de door en door trou- welooze politiek, welke de Belgische regeering, reeds sedert de vlucht naar Havre, jegens ons heeft gevoerd. Of de datum, die nu, volgens de of- ficieele mededeeling, op het document heet te staan, juist is of niet (trouwens wie gelooft zoo maar voetstoots wat de heer Hijmans omtrent een datum be weert doet wel niets ter zake ten aanzien van de goede trouw van Bel gië jegens de „Groote Vijf", maar wel iets ten aanzien van die goede trouw jegens ons. Zou het document inderdaad van 20 Mei zijn en niet van 20 Juni, dan ware het dus antèrieur aan het Parij sche besluit van 4 Juni en dan zouden de Belgen daartegen niet in 't geheim hebben gekuipt. Maar welke datum er ook werkelijk opstond, het stuk zou al tijd bewijzen, dat de Belgische regee ring in ons land tegen ons heeft ge kuipt. En dus zich verraderlijk jegens ons heeft gedragen. De schrijver hoopt dat onze regeering krachtig zal blijven tegenover België. Huldiging generaal Snijders. Gisterenmiddag half vijf had in de zijn „Ik weet niet. Stark is de naam niet, maar hij kan zijn naam veranderd heb ben hij had redenen genoeg." „Wie is deze man, deze Stark?" „Dat weet ik ook niet. Ik heb wel van hem gehoord, toen ik in Britsch Colum bia was." „Maar je nnoet toch weten, of hij dezelfde is zij moet je gezegd heb ben, hoe hij er uitzag anderen moe ten je gezegd hebben Gaie schudde het hoofd. „Zeer weinig. Ik kon het haar niet vragen en anderen kenden hem zon goed, dat zij er niet aan twijfelden, of ik had hem ook gezien maar dit weet ik, hij was donker „Deze man is donker en zijim oogen waren wreed." „Deze man, heeft booze oogen," „Hij was vijf jaar jonger dan ik", zei de koopman. ,Deze mail is veertig jaar. Hij moet het zijn", zei de squaw. Zelfs Necia zou zich verwonderd hebben, als zij deze onthulling van haar vaders leeftijd gehoord had, want zijn haar en wenkbrauwen waren grijs, en zijn gelaat was als van een man van zestig, terwijl alleen zij, die hem goed kenden, zooals Doret, zijn groote kracht gezien hadden en zijn, volhardingsver mogen, zoo geheel in strijd met zijn uiterlijk. „Wij zullen Necia van avond naar de Missie zenden, en zeggeni, dat vader Bariimm tiaar daar houdt, tot deze man groote zaal van het Hotel de Twee Steden te 's-Gravenhage de "huldiging plaats van den oud-opperbevelhebber van land- en zeemacht, generaal Snij ders, waartoe in Januari j.l. een comité govormd uit verschillende personen, het initiatief genomen had. Dit comité had verschillende bijdra gen verzameld om den generaal een huldeblijk aan te bieden, bestaande uit een iborsbeeld van hem zelf en een fraai uitgevoerd album, bevattende de naimen van de leden wan, dit comité en alle deelnemers, welke twee geschenken hem gisterenmiddag overhandigd wer den. Talrijke autoriteiten waren daartoe aanwezig, o.a. de ministers Van Karne beek, De Visser en IJsselsteijin1, de oud- miimisters Cort van der Linden en Ort, de iwaawL opperbevelhebber van land en zeemacht, liiit.Hgeneraal Pop, de Commissaris der Koningin in de pro vincie Zuid-Holland, ,mr. Baron Sweerts de Landas Wyborgh, ide commandant van liet veldleger, luitenant-generaal Burger, de gouverneur der residentie, generaal-majoor Dufour, de comman dant vr n de Stelling Amsterdam, gene raal-majoor Everdirigen, de vice-admi- raal Sjnit, commandant der Monden van Maas e., Schelde, de schout bij nacht Soutendain, commandant van de stel ling den Helder, de schout bij macht Uimlbgrove, chef wan den Marinestaf en verder talrijke hoofd- en opper-officie- ren, w.o. de vorige commandant van het veldleger, gcrenaal-imaipor Van Terwisga, en de gep. vice-admiraais Heckin-g Colenbrander en Tydeman, het Eerste Kamerlid d'Aumale wan Harde,n- j broek, het hoofdbestuur der vereeniging „Onze Vlooi", het bestuur van de ver- eeniging 'ter beoefening var., de Krijgs- wetenschap, enz. Even over half vijf trad 'generaal Snijders, in .het uniform van opperbevel hebber, de groote zaal binnen, waar tlij met een .'hartelijk applaus werd be groet. Jlhr. mr. W. H. de Sawormin Lohman nam het woord, die, ,om de beteekenis va<n deze 'huldiging aan, te gewen, een overzicht gaf var. die jaren van span- i nin,g en strijd, iwelke achter ons liggen, i Onkreukbare trouiw, onverzettelijke wil, vaste gezindheid om ieders per- j soonlijk belang, m de eerste plaats uw I eigen, te doen wijken ,voor de onverbid delijke eischen der 'nationale verdedi ging, imaakten u bekwaam om nnet vas te hand Leger en Vloot te voeren maar het doel, 't welk gij u voor oogen had gesteld. Krijgsman,roem in engeren zin hebt gij niet behaald. ,En toch, wanweer de ro-em van een veldheer niet gelegen is in het bloedige der veldslagen, maar in de zekerheid, waarmede (hij zijn leger doet beantwoorden aan zijn (bestem ming, dan hebt gij u den roem verwor ven, omdat gij nnet een ongeschonden leger hebt ,pal gestaan voor de recihten en de vrijheid van een kleine natie en dan mogen wij, inaasf God, u danken, dat wij als .vrij volk niet zijn, ten gronde gegaan. heengaat", zei de squaw, na eenig over en weer praten. „Neen, zij moet hier blijven", ant woordde Gale beslist. „De man is ge komen', om hier te wonen, het zou dus nergens toe dienen, haar weg te zenden en dan wat zijn moet, zal gebeuren. Maar zij moet nooit meer gezien wor den in het kleed vaim dat meisje, ten minste niet vóór ik meer weet van, dien Stark. Het maakt geem- verschil of dit de man is of niethij zal komen en ik zal hem kennen. Eem jaar lang reeds heb ik gevoeld, dat de tijd naderde en nu weet ik het." „Neen, neen:riep Alluna „wij hebben hier geen vreemdelingen. I,n een geheel jaa,r is er geen blanke man ge komen behalve de soldaten en nu deze. Dit is maar een kleine handelspost." „Dat was het gisteren, maar vandaag niet meer. Lee heeft een: goudader ont dek! zooals George Carmack in, Klondicke. Hij kwam, om het mii en Poleon te vertellen en wij gaan van avond met hem terug, maar je moet niets zeggen of het stroomt er heen." „Zullen er auidere mannen komen veel?" vroeg Alluna angstig, verder geen notitie nemend van het groote nieuws. „Ja. Flambeau zal een ander Daw son worden, als deze vondst is, wat Lee denkt. Ik ben weg gebleven van het Bovenland, omdat ik wist, dat er massa's mannen van de Staten zouden komen en. ik bang was, dat hij er bij zou-zijn; maar het dient nergens toe, Was 'het wonder; dat wij u dan, na het voleindigen van uw taak willen huldigen voor alles wat gij voor ons lac.id hebt gedaan. Wij bieden u daarom u,w beeltenis aan, opdat het nageslacht de trekken •kan aanschouwen van een iman, die voor zijn volk geleden en, gestreden ■hoeft, opdat het zelf zal kunnen zeg gen Hoe verkondigen die trekken die deugden, die hem hébben groot ge maakt en 'het dus ook ons ikunnen doen. Tevens bieden wij u een albunn aan, bevattende al de naime.n van hen, die aan deze huldiging hebben biigedt^igen. Aanvaard dan dit beeld, als een sym bool van onzen dank, omdat gü in p;y voorbeeld ons volk hebt willen geven-, zulk een schoon en onvergankelijk voorbeeld van krijgsmansdeugd, bur gerzin en trouw aan Ihet vaderland. Een vertegenwoordiger van het Elfa- bestuur bood den generaal hierna een' {raaien, krans van bloemen aan. Generaal Snijders nam hierop zelf het woord. Op dezen voor mij zoo onvergetelij- .ken dag, aldus de genera.il, zou ik mijl- gedachten en gevoelens samen kunnen vatten tof deze twee woorden,: Trots en dankbaarheid. Trots, omdat ik er in heb mogen slagen de waardeering vac imijn land genooten te verwerven, innige dank baarheid jegens hen,, die het initiatief namen tot deze huldiging en de uitvoe ring er vara mogelijk ma.-ikfen. Spreker was zich volkomen bewust, dat deze plechtigheid geen alledaagsche gebeurtenis was. Een rationale betoo ging ais deze, valt slechts aan zeer wei nige staatsburgers ten deel en ihij vroeg zich dan ook af, waaraan ihij deze hulde had verdiend. Alleen kan hij .zeggen, dat hij steeds zijn plicht heeft gedaan en dat hij onder plicht beschouwd datgene te doen, waartoe men in staat. is. Het borstbeeld zou spr. met groote dankbaarheid aanvaarden., want het zal een stralend licht (werpen op zijn, ver- dren levensweg en voor zijn kinderen cn kindskinderen zal het steeds een, teeken zijn, dat alteen'vrede en geluk te vinden is op dien eenen weg der plichtsbe trachting. iMet (vreugde zal hij ook het album doorbladeren en, de namen lezen, der talrijke medewerkers aan deze (huldi ging. (Bijzonderen. dank bracht (hij aan het bestuur en, speciaal aan den voorzitter voor zijn schoone en, voor hem zoo ■vvaardeeringswolle rede. Ten slotte bracht hij een woord van dank aan de talentvolle beeldhouwster imej. iRueb en hoopte, dat dit beeld haar evenveel roem zou brengen, als spr. redenen, tot dankbaarheid. Het (borstbeeld van den generaal, 't welk vervaardigd is door de .beeld'hou- weres .mej. G. J. W. iRucb te 's-Graven hage, imponeert onmiddellijk door de sprekende gelijkenis. Mej. Rueb heeft haar kracht gezocht door het martiale, dat de 'houding van generaal Snijders kenmerkt, in, den, kop van het beeld tot of ik mij langer verberg, er is voor mij ons geen andere plaats, om heen te gaan. Ais Lee een mijn heeft, zal ik er een naast hebben, wamt.wij zulten de eersten op den grond zijn. Wat daarna gebeurt, doet er niet veel toe, voor jullie vieren zal gezorgd zijn. Wij moeten over een uur vertrekken, één tegelijk, om opschudding te vermijden,." „Maar waarom bleef deze man hier hield de vrouw vol. „Waarom -bleef hij niet op de stoomboot en ging naar Dawson „Hij is een vriend van Lee. Hij gaat met ons mee." Toen, voegde hij er bij, bijna fluisterend „Vóór wij terugko men,, zal ik het weten." Alluna greep hem bij den arm. „Be loof mij, terug te komen, John Beloof, dat je terug zult komen, zelfs al is dit de man." „ik beloof het. Maak je maar niet be zorgd, kleine vrouw ik ben niog niet klaar voor een afrekening." Hij gaf haar eemiige instructies om trent den winkel en droeg haar in het bijzonder op, de ontdekking streng ge heim te houden o,m zijn en Poleon's kansen, niet te benadeelen. Toen: zij hem had aangehoord en 'hij zich om keerde om heer» te gaan, legde zij haar hand op zijn arm en zei „Als je hem niet kent, zal hij ook jou ■niet kennen. Is het niet zoo „Ja." „,Dan is de rest gemakkelijk." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1919 | | pagina 1