VLISSINGSCHE COURANT
108
25
actie".
VMAKERS
leisje.
VRIJDAG
3 SEPTEMBER.
EEN NATUURKIND.
>ofdrol.
BER a.s.,
kNS,
s
N
m
2
57e Jaargang
gemeentebestuur
feuilleton
»el in
aansche
U» A
hr BURGERS
ond *sn Handsls-
aan slis Winkel-
at, tot bijwoning
otterdam.
I- «n Magazijnbe-
srgadering te be-
Coöparalie's
stuur
*en
«I
H
w
L
R biedingen
laanvragen,
pgtnensch 21 jaar,
Handelsschool en
onderlegd, zoekt
egelijk
abriekskantaoi
Heeds een paar jaai
>t, beschikt over
es. Br. fr. onder
„Vliss Courant."
geplaatst worden,
mtlden van 12 tot
6 tot 7 uur Wal-
d een net
rouw HOFLAND,
Ruyter 80.
S JE
halve en twee
iet beneden de 16
rkstraat No. 9.
isalsslisppii
Middelburg
't t e r d a m.
rek In September
v.Midd
7—
Y.Bott
7Z
7.—
en wordt dea mot-
varen.
te bekomen:
N.V. Transport ec
v.b. Erven G. VOS l
B. EENHOORN I
,N OOSTERHOUT I
Gebrs. BUITEN
as- NO» 209
1SUQ
ABONNEMENTSPRIJSVoor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren 1.85
per drie maanden. Franco door het geheele rijk 2,20. Voor België ƒ3 50
Vnor overige landen der Post-UrJe f4 50. - Afeonderiii ke nummers 3 cent
rmi'f. ïil K ÏÜII If, Heine isckt SI, lÉsisp, liliieM tatert. 13
ADVERTENTIEPRIJSVan 4 regels ƒ0.80; voor iedere regel meer 20 ct.
Familieberichten van 16 regels ƒ130. Bij abonnement speciale prijs
Reclames «Oct, per regel. Dienstaanbiedingen en -aanvragen 10 ct. per regel
fasiNrt Épiis, ÉpüïiÉfi gp Mg «3 itamii Ms CfeÉieliiks lessi&gss
15eabonnf»,in '1 bedteener «naft f|f§ guidon by levens-p*g A giaden bij dood fe| gokten b§ veraes
•Va» zBn GRATIS verze- lillil lange cmgescfinri- ®"|i 1 door «SIlB varf «en nand,
brdtegenongehakte»voor&iWJU beid tot werken f VV een ongeluk VVV voet of oog
-y .ji giikecringe» wetdes VEKDUBBELO InÊtea de terzakerden, veerala» van geldlj plucisbewgs, «en ongeluk bekomen op ïrel», koel ai kr»i». Ka omkering wordt gewaarborgd door de „Hall. (tig. Verrek, Bank" tê Schiedam
gulden bij verlies
van
een duim
gulden bij verlies
van een
wijsvinger
gulden bij verlies
van eiken
anderen vinger
BINNENLAND
REGEERÏNGSGOEDEREN.
Burg. en Weth. van Vlissingen brengen
ter algemeene kennis, dat ingevolge hunne
kennisgeving van 28 Februari 1917, behoo-
tende bij de voor hunne gemeente gelden
de distributieregeling van regeeringsgoede-
ren dd. 12 en 19 Februari 1917 A no. 213,
gedurende de week van 6 tot en met 12
September 1919 verkrijgbaar is
op bon no. 370 1 ons KALIZEEP a
f 0.08 per ons
op bon no. 371 3',4 ons SUIKER (di
verse soorten)
Op kindersuikerbon no. 1 3'/2 ons SUI-
ker (diverse soorten)
op kindermeelbon no. 8 1 pond KIN
DERMEEL.
Vlissingen, 5 September 1919.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOÜDEKERKE.
De w.n. Secretaris,
F. BISSCHOP.
ZEEMILITIE.
De bijzondere aandacht van belangheb
bende ingeschrevenen voor de lichting der
militie 1920 wordt gevestigd op de gele
genheid tot plaatsing bij de zeemilitie in
een der navolgende betrekkingen matroos,
stoker, monteur, radiotelegrafist, seiner,
vliegtuigmaker, torpedomaker, machinedrij
ver, scheerder, ziekenverpleger, schrijver
kok. hofmeester.
Zij, die een beroep uitoefenen, dat hen
voor deze betrekkingen geschikt doet zijn
en die zich nog niet bij den Keuringsraad
voor de zeemilitie hadden aangemeld, kun
nen zich daarvoor alsnog vóór 10 October
a.s. opgeven bij den Burgemeester, liefst
met overlegging van diploma's, getuig
schriften of andere bescheiden, waaruit
hunne geschiktheid voor de gewenschte
betrekking is af te leiden.
Belanghebbenden zullen echter rekening
hebben te houden met de mogelijkheid, dat
aan hun verzoek om inlijving bij de zee-
'srflitie niet kan worden voldaan of dat zij
bij de zeemilitie worden geplaatst in een
andere betrekking dan de door hen meest
gewenschte.
ingelijfden bij de zeemilitie worden voor
eerste-oefenjiig ten hoogste 8/2 maand in
dienst gehouden, hebben slechts eenmaal
eene herhalingsoefening tc volgen en zijn
vrij van landweerplicht.
Vlissingen, 5 September 1919.
De Burgemeester van Vlissingen,
VAN DOORN VAN KOÜDEKERKE.
HINDERWET.
Burg. en Weth. van Vlissingen, gelet op
art. 8 der Hinderwet, brengen ter open
bare'kennis, dat bij hun besluit van 1 Sep
tember jl. aan P. A. FRET, alhier, vergun
ning is verleend tot de uitbreiding van
zijne timmerfabriek door het plaatsen van
7 electro-motoren, gezamenlijk van 33 P.K.,
ter vervanging van zijne zuiggas-installa-
tie voor het bewerken van hout, in het
perceel, kadastraal bekend gemeente Vlis
singen Sectie 3 no. 1006, plaatselijk ge
merkt Lampsensstraat rio. 19.
Vlissingen, 2 September 1919.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOÜDEKERKE.
De Secrearis,
J. P. v. ROSSUM Jr.
Uit het mijnwerkersleven van Noord-Alaska.
Naar R. B.
Nederland en Beügië.
De redacteur van „de Maasbode" te
Brussel seint van gisteren
De „Soir" publiceert hedenavond een
artikel, waaruit blijkt, dat de Belgische
regeering een soort ultimatum heelt ge
steld aan de Nederlandsche regeering
Na een langen aanloop, waarin het
blad de reeds tienmaal tegengesproken
leugens en laster herhaalt en waaruit
duidelijk blijkt, dat het blad zijn stoke
rij en ophitserij tegen Nederland wil
voortzetten komt de „Soir" tot de kwes
tie zelve.
Het blad vertelt, dat twee schepen,
welke na den wapenstilstand uit België
naar Duitschland waren gevlucht door
de Belgen naar Antwerpen zouden wor
den teruggebracht. Op de Nederland
sche grens werden de schepen aange
houden. Een der vaartuigen verdween
gedurende den nacht. Het andere schip
werd naar Hansweert overgebracht en
onder embargo geplaatst. In deze zaak
werd een beslissing genomen, welke
niet kan geduld worden. Het vaartuig
werd aan de Duitsche eigenaars terug
gegeven. Onze regeering heeft het, zoo
besluit het blad, eindelijk noodig ge
oordeeld een einde te maken aan de
Hollando-boche-aanmatiging. Zij heeft
aan de Nederlandsche regeering doen
weten, dat indien het vaartuig niet bin
nen 48 uur is teruggegeven repressaiiles
zullen genomen worden, in dien zin, dat
het embargo zal worden gelegd op alle
Nederlandsche schepen in het bezette
gebied .en in de Belgische wateren.
Een verwonderlijke mededeeling ont
vangen wij van het Belgische consulaat,
zegt het „Hbl.". Elke invoer van Neder
land naar België is verboden tenzij ver
gezeld van een verklaring omtrent de
hoeveelheid van het artikel dat van
Duitschen oorsprong is en een verkla
ring van den Belgischen consul, die
moet zeggen dat de verklaring hem ge
loofwaardig voorkomt.
Deze maatregel staat wel gelijk met
een absolute belemmering van den uit
voer van Nederland naar België. Wij
wijzen er even op dat natuurlijk van
den consul het onmogelijke gevraagd
wordt. Hij kan niet verklaren of de
duizenden aanvragers al dan niet „ge
loofwaardige" verklaringen afleggen.
Elke aanvrager, ieder die wil uitvoeren
is dus van den willekeur van den cunsul
afhankelijk.
De oorlog is lang voorbij men
doet er goed aan te letten op maatre
gelen, in schijn genomen tegen de Sta
ten met wie thans vrede gesloten wordt,
in werkelijkheid bedoeld tegen elke bui-
tenlandsche mededinging. Indien Staten
den uitvoer uit Nederland willen ver
hinderen, behoort onze regeering toch
waarlijk na te gaan of daartegen niets
gedaan kan worden.
14)
„Is dat uw squaw, mr. Gale
'De oude mam knikte.
^Pah-Ute, nietwaar
„Ja. Kent u die taal
„Iets ervan. ik heb vroeger in Califor-
gewoond."
„Waar?" De vraag kwaim als een
schot.
„O, hier en daar ik ben ook in, Mo
ther Lode geweest."
„Ik herinner mij den naam niet", zei
oe koopman na een oogenbliik.
„Mogelijk. Waar is u geweest
»'k ben nooit op een plaats lang
genoeg gebleven orm het tehuis- te noe
men."
Het scheen Burrell, dat beide man-
«"'«fiatig elkander polsten op een
indirecte, onpersoonlijke manier.
„Zijn dat uw kleinen, ia vroeg
Stark verder.
„Ja, en, ik heb er nog een ouder. Een
meisje."
P-Eneen aardige meid ook", zei „No
Eee, vol ijver. „iHet is een
Prachtstuk.
"Allen kleurlingen vroeg Stark.
„4eker. Het antwoord van den, koop-
De Belgische nota.
De heer C. K. Elout, de bekende
hoefijzer-correspondent van het „Hbl.",
schrijft in „de Toorts" o.a. het vol-
man was kort, en toen de ander geen
plan scheen- te hebben, het onderwerp
te laten rusten, slemterde hi} weg maar
niet zoodra was -hij buiten' het gehoor
of Stank zei jHm Zij zijn alien een
der."
„Wie
„Squaw-mannen."
„Deze niet", zei Lee. „Hij is anders
dan de anderen, nietwaar, luitenant
„Dat is hij zeker", zei Burrell. Dit
was de eerste kritiek, die hij over Ne
cia',s vader gehoord had en ofschoon
Stark niets meer zei, was het duidelijk,
dat zijn meening dezelfde bleef.
De oude man ging door den winkel
achteruit en zoc'ht regelrecht Alluna op.
Haar met ongewone strengheid in de
Pak-Utetaal aansprekend, zei hij
„Ik heb je gezegd, nooit je eigen taaf
te gebruiken, als er vreemdelingen bij
zijn. Die man in den winkel verstaat
die taai."
„Ik heb alleen, ran suiker gevraagd,
om de bessen te koken,", antwoordde
zij.
„Dat is waar, maar op een anderen
keer kon je wel eens meer zeggen,
daarotm hoe minder ie spreekt, hoe
beter. Hij is van het soort, die veel ziet
en weinig spreekt. Spreek mij in het
Siiwaslh of Bngelsch aan,, als wij niet
alleen zijn."
„Ik ihoud niet van dien man", zei de
vrouw. „Zijn oogen zijn slecht en hij
heeft geen hart."
Plotseling liet zij haar werk vallen
en kwam dicht bij hem. „Kan, h ii Ijet
gende
Het is een geluk voor Holland, dat
het thans ter Parijsche conferentie ver
tegenwoordigd is door mannen als de
heeren Van Swinderen en Struycken en
dat de eerste, die als woordvoerder op
treedt, iemand is die niet met zich laat
sollen. Ik wil hiermee zeker niet zeggen
dat de heer Van Karnebeek dal wel zou
hebben laten doen alleen dit dat de
tijd voor zachtzinnig en uitermate lank
moedig optreden jegens België nu ein
delijk eens voorbij behoort te zijn, dat
die van kort en krachtig zeggen waar
het op staat, thans behoort te zijn ge
komen en dat daarom de heer Van
Swinderen, naar hetgeen ik van hem
kon waarnemen tijdens zijn minister
schap, mij nu bij uitstek de rechte man
op de rechte plaats schijnt.
Want indien het schandelijke docu
ment dat dezer dagen werd gepubli
ceerd, geheel of zelfs maar goeddeels
echt blijkt, dan behoort onze houding
tegenover de huidige Belgische regee
ring radicaal te worden gewijzigd. Dan
behoort onze regeering te kennen te
geven, dat zij, bij zulk een groot gemis
van de meest elementaire goede trouw,
die bij onderhandelingen tusschen fat
soenlijke lieden is vereischt, in de on
mogelijkheid is gebracht om de onder
handelingen voort te zetten. En dan
moeten wij maar rustig wachten, tot er
in België weer eens eep regeering komt
van menschen, die getm reden 'nebben
gegeven om letterlijk elk van hun woor
den te wantrouwen. Men vergete toch
niet, dat het in 't geniep uitzenden van
een document als het bovenbedoelde,
niet de eerste heimelijke streek der Bel
gische regeering jegens ons zou wezen.
En na dan het gekuip van de Belgi
sche autoriteiten te hebben geschetst
zegt hij Een document als het nu ge
signaleerde zou dus eigenlijk geheel in
de lijn liggen van de door en door trou-
welooze politiek, welke de Belgische
regeering, reeds sedert de vlucht naar
Havre, jegens ons heeft gevoerd.
Of de datum, die nu, volgens de of-
ficieele mededeeling, op het document
heet te staan, juist is of niet (trouwens
wie gelooft zoo maar voetstoots wat
de heer Hijmans omtrent een datum be
weert doet wel niets ter zake ten
aanzien van de goede trouw van Bel
gië jegens de „Groote Vijf", maar wel
iets ten aanzien van die goede trouw
jegens ons.
Zou het document inderdaad van
20 Mei zijn en niet van 20 Juni, dan
ware het dus antèrieur aan het Parij
sche besluit van 4 Juni en dan zouden
de Belgen daartegen niet in 't geheim
hebben gekuipt. Maar welke datum er
ook werkelijk opstond, het stuk zou al
tijd bewijzen, dat de Belgische regee
ring in ons land tegen ons heeft ge
kuipt. En dus zich verraderlijk jegens
ons heeft gedragen.
De schrijver hoopt dat onze regeering
krachtig zal blijven tegenover België.
Huldiging generaal Snijders.
Gisterenmiddag half vijf had in de
zijn
„Ik weet niet. Stark is de naam niet,
maar hij kan zijn naam veranderd heb
ben hij had redenen genoeg."
„Wie is deze man, deze Stark?"
„Dat weet ik ook niet. Ik heb wel van
hem gehoord, toen ik in Britsch Colum
bia was."
„Maar je nnoet toch weten, of hij
dezelfde is zij moet je gezegd heb
ben, hoe hij er uitzag anderen moe
ten je gezegd hebben
Gaie schudde het hoofd.
„Zeer weinig. Ik kon het haar niet
vragen en anderen kenden hem zon
goed, dat zij er niet aan twijfelden, of
ik had hem ook gezien maar dit weet
ik, hij was donker
„Deze man is donker
en zijim oogen waren wreed."
„Deze man, heeft booze oogen,"
„Hij was vijf jaar jonger dan ik", zei
de koopman.
,Deze mail is veertig jaar. Hij moet
het zijn", zei de squaw.
Zelfs Necia zou zich verwonderd
hebben, als zij deze onthulling van haar
vaders leeftijd gehoord had, want zijn
haar en wenkbrauwen waren grijs, en
zijn gelaat was als van een man van
zestig, terwijl alleen zij, die hem goed
kenden, zooals Doret, zijn groote kracht
gezien hadden en zijn, volhardingsver
mogen, zoo geheel in strijd met zijn
uiterlijk.
„Wij zullen Necia van avond naar de
Missie zenden, en zeggeni, dat vader
Bariimm tiaar daar houdt, tot deze man
groote zaal van het Hotel de Twee
Steden te 's-Gravenhage de "huldiging
plaats van den oud-opperbevelhebber
van land- en zeemacht, generaal Snij
ders, waartoe in Januari j.l. een comité
govormd uit verschillende personen, het
initiatief genomen had.
Dit comité had verschillende bijdra
gen verzameld om den generaal een
huldeblijk aan te bieden, bestaande uit
een iborsbeeld van hem zelf en een fraai
uitgevoerd album, bevattende de naimen
van de leden wan, dit comité en alle
deelnemers, welke twee geschenken
hem gisterenmiddag overhandigd wer
den.
Talrijke autoriteiten waren daartoe
aanwezig, o.a. de ministers Van Karne
beek, De Visser en IJsselsteijin1, de oud-
miimisters Cort van der Linden en Ort,
de iwaawL opperbevelhebber van land
en zeemacht, liiit.Hgeneraal Pop, de
Commissaris der Koningin in de pro
vincie Zuid-Holland, ,mr. Baron Sweerts
de Landas Wyborgh, ide commandant
van liet veldleger, luitenant-generaal
Burger, de gouverneur der residentie,
generaal-majoor Dufour, de comman
dant vr n de Stelling Amsterdam, gene
raal-majoor Everdirigen, de vice-admi-
raal Sjnit, commandant der Monden van
Maas e., Schelde, de schout bij nacht
Soutendain, commandant van de stel
ling den Helder, de schout bij macht
Uimlbgrove, chef wan den Marinestaf en
verder talrijke hoofd- en opper-officie-
ren, w.o. de vorige commandant van
het veldleger, gcrenaal-imaipor Van
Terwisga, en de gep. vice-admiraais
Heckin-g Colenbrander en Tydeman, het
Eerste Kamerlid d'Aumale wan Harde,n-
j broek, het hoofdbestuur der vereeniging
„Onze Vlooi", het bestuur van de ver-
eeniging 'ter beoefening var., de Krijgs-
wetenschap, enz.
Even over half vijf trad 'generaal
Snijders, in .het uniform van opperbevel
hebber, de groote zaal binnen, waar tlij
met een .'hartelijk applaus werd be
groet.
Jlhr. mr. W. H. de Sawormin Lohman
nam het woord, die, ,om de beteekenis
va<n deze 'huldiging aan, te gewen, een
overzicht gaf var. die jaren van span-
i nin,g en strijd, iwelke achter ons liggen,
i Onkreukbare trouiw, onverzettelijke
wil, vaste gezindheid om ieders per-
j soonlijk belang, m de eerste plaats uw
I eigen, te doen wijken ,voor de onverbid
delijke eischen der 'nationale verdedi
ging, imaakten u bekwaam om nnet vas
te hand Leger en Vloot te voeren maar
het doel, 't welk gij u voor oogen had
gesteld.
Krijgsman,roem in engeren zin hebt
gij niet behaald. ,En toch, wanweer de
ro-em van een veldheer niet gelegen is
in het bloedige der veldslagen, maar in
de zekerheid, waarmede (hij zijn leger
doet beantwoorden aan zijn (bestem
ming, dan hebt gij u den roem verwor
ven, omdat gij nnet een ongeschonden
leger hebt ,pal gestaan voor de recihten
en de vrijheid van een kleine natie en
dan mogen wij, inaasf God, u danken,
dat wij als .vrij volk niet zijn, ten gronde
gegaan.
heengaat", zei de squaw, na eenig over
en weer praten.
„Neen, zij moet hier blijven", ant
woordde Gale beslist. „De man is ge
komen', om hier te wonen, het zou dus
nergens toe dienen, haar weg te zenden
en dan wat zijn moet, zal gebeuren.
Maar zij moet nooit meer gezien wor
den in het kleed vaim dat meisje, ten
minste niet vóór ik meer weet van, dien
Stark. Het maakt geem- verschil of dit
de man is of niethij zal komen en ik
zal hem kennen. Eem jaar lang reeds
heb ik gevoeld, dat de tijd naderde en
nu weet ik het."
„Neen, neen:riep Alluna „wij
hebben hier geen vreemdelingen. I,n een
geheel jaa,r is er geen blanke man ge
komen behalve de soldaten en nu deze.
Dit is maar een kleine handelspost."
„Dat was het gisteren, maar vandaag
niet meer. Lee heeft een: goudader ont
dek! zooals George Carmack in,
Klondicke. Hij kwam, om het mii en
Poleon te vertellen en wij gaan van
avond met hem terug, maar je moet
niets zeggen of het stroomt er heen."
„Zullen er auidere mannen komen
veel?" vroeg Alluna angstig, verder
geen notitie nemend van het groote
nieuws.
„Ja. Flambeau zal een ander Daw
son worden, als deze vondst is, wat
Lee denkt. Ik ben weg gebleven van
het Bovenland, omdat ik wist, dat er
massa's mannen van de Staten zouden
komen en. ik bang was, dat hij er bij
zou-zijn; maar het dient nergens toe,
Was 'het wonder; dat wij u dan, na
het voleindigen van uw taak willen
huldigen voor alles wat gij voor ons
lac.id hebt gedaan.
Wij bieden u daarom u,w beeltenis
aan, opdat het nageslacht de trekken
•kan aanschouwen van een iman, die
voor zijn volk geleden en, gestreden
■hoeft, opdat het zelf zal kunnen zeg
gen Hoe verkondigen die trekken die
deugden, die hem hébben groot ge
maakt en 'het dus ook ons ikunnen doen.
Tevens bieden wij u een albunn aan,
bevattende al de naime.n van hen, die
aan deze huldiging hebben biigedt^igen.
Aanvaard dan dit beeld, als een sym
bool van onzen dank, omdat gü in p;y
voorbeeld ons volk hebt willen geven-,
zulk een schoon en onvergankelijk
voorbeeld van krijgsmansdeugd, bur
gerzin en trouw aan Ihet vaderland.
Een vertegenwoordiger van het Elfa-
bestuur bood den generaal hierna een'
{raaien, krans van bloemen aan.
Generaal Snijders nam hierop zelf het
woord.
Op dezen voor mij zoo onvergetelij-
.ken dag, aldus de genera.il, zou ik mijl-
gedachten en gevoelens samen kunnen
vatten tof deze twee woorden,: Trots en
dankbaarheid.
Trots, omdat ik er in heb mogen
slagen de waardeering vac imijn land
genooten te verwerven, innige dank
baarheid jegens hen,, die het initiatief
namen tot deze huldiging en de uitvoe
ring er vara mogelijk ma.-ikfen.
Spreker was zich volkomen bewust,
dat deze plechtigheid geen alledaagsche
gebeurtenis was. Een rationale betoo
ging ais deze, valt slechts aan zeer wei
nige staatsburgers ten deel en ihij vroeg
zich dan ook af, waaraan ihij deze hulde
had verdiend.
Alleen kan hij .zeggen, dat hij steeds
zijn plicht heeft gedaan en dat hij onder
plicht beschouwd datgene te doen,
waartoe men in staat. is.
Het borstbeeld zou spr. met groote
dankbaarheid aanvaarden., want het zal
een stralend licht (werpen op zijn, ver-
dren levensweg en voor zijn kinderen cn
kindskinderen zal het steeds een, teeken
zijn, dat alteen'vrede en geluk te vinden
is op dien eenen weg der plichtsbe
trachting.
iMet (vreugde zal hij ook het album
doorbladeren en, de namen lezen, der
talrijke medewerkers aan deze (huldi
ging.
(Bijzonderen. dank bracht (hij aan het
bestuur en, speciaal aan den voorzitter
voor zijn schoone en, voor hem zoo
■vvaardeeringswolle rede.
Ten slotte bracht hij een woord van
dank aan de talentvolle beeldhouwster
imej. iRueb en hoopte, dat dit beeld haar
evenveel roem zou brengen, als spr.
redenen, tot dankbaarheid.
Het (borstbeeld van den generaal, 't
welk vervaardigd is door de .beeld'hou-
weres .mej. G. J. W. iRucb te 's-Graven
hage, imponeert onmiddellijk door de
sprekende gelijkenis. Mej. Rueb heeft
haar kracht gezocht door het martiale,
dat de 'houding van generaal Snijders
kenmerkt, in, den, kop van het beeld tot
of ik mij langer verberg, er is voor mij
ons geen andere plaats, om heen te
gaan. Ais Lee een mijn heeft, zal ik er
een naast hebben, wamt.wij zulten de
eersten op den grond zijn. Wat daarna
gebeurt, doet er niet veel toe, voor jullie
vieren zal gezorgd zijn. Wij moeten
over een uur vertrekken, één tegelijk,
om opschudding te vermijden,."
„Maar waarom bleef deze man hier
hield de vrouw vol. „Waarom -bleef hij
niet op de stoomboot en ging naar
Dawson
„Hij is een vriend van Lee. Hij gaat
met ons mee." Toen, voegde hij er bij,
bijna fluisterend „Vóór wij terugko
men,, zal ik het weten."
Alluna greep hem bij den arm. „Be
loof mij, terug te komen, John Beloof,
dat je terug zult komen, zelfs al is dit
de man."
„ik beloof het. Maak je maar niet be
zorgd, kleine vrouw ik ben niog niet
klaar voor een afrekening."
Hij gaf haar eemiige instructies om
trent den winkel en droeg haar in het
bijzonder op, de ontdekking streng ge
heim te houden o,m zijn en Poleon's
kansen, niet te benadeelen. Toen: zij
hem had aangehoord en 'hij zich om
keerde om heer» te gaan, legde zij haar
hand op zijn arm en zei
„Als je hem niet kent, zal hij ook jou
■niet kennen. Is het niet zoo
„Ja."
„,Dan is de rest gemakkelijk."
(Wordt vervolgd.)