MAANDAG 25 AUGUSTUS.
ÏSïs fiin f. VU SI VELOI K Kliin Rukt 58, ïlissiigin. Telefoon latin. IB Verschijnt Ms. oittutmlird op Zondas n ilisesiurM Christelijke teestdasen
Brieven uit de Hofstad
EEN NATUURKIND.
BINNENLAND
No i99 h--57e Jaargang1919
VLISSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingeri en de gemeenten op Walcheren 1 85 ADVERTENTIEPRIJSVan 1—4 regels ƒ0.80: voor iedere regel meer 20 c\
per drie maanden. Franco door het geheele rijk ƒ2 20. Voor België 3 50 Familieberichten van 1—6 regels ƒ130. Bij abonnement speciale prijs
Voor overige landen der Post-Unie 4 50. - Afzonderlijke nummers 3 cent S0TÊJjf® V Reclames 40 ct. per regel. Dienstaanbiedingen en -aanvragen 10 ct. per regel
pHterm?». in t bezit eener «ffc tf| tffo gulden bij levens- rs f* fk gulden bij dood f| f| jT| gulden bij verlies J 1* gulden by verlies 4f|ffe gulden bij verlies gulden bij verlies
ooli", zijn QRAT1S verze- lij 181 lange ongeschikt- II door |g I van een hand, *"||I van llggi vaneen *1 van eiken
kttdtcgen ongelukken voorheid tot werken f UU een ongeluk OUtJ voet of oog 1CPU een duim 1.1^ *LP wijsvinger &4W anderen vinger
pent pUkeerlsjé» «sorde» VERDUBBELD Iftdten M «erzekerdan, «oorzien »an geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trein, boot ol trem. De ultkeerlng wordt gewaarborgd door de „Moll. Alg. Verzek. Bank" te Schiedam
Belastingen. De Zeestang.
Onder in den zak vindt men de reke
ning. Onze voorvaderen wisten het wel
vaak te zeggen de waarheid van dit
spreekwoord ervaren wij maar al te
goed, nu men bezig is de rekening van
de crisisjaren op te maken. Er is in die
jaren gefinanceerd op een wijze, die
hen, die op de hoogte zijn van de finan
ciën, met den grootsten schrik moest
slaan. Voor alles was er onmiddellijk
geld. De inkomsten der schatkist ver
minderden en toch ging men voort op
alles wat maar noociig was, geld toe te
leggen. Talloos waren de bureaux die
gesticht werden reeksen ambtenaren
werden aangesteld en het geld stroom
de weg naar alle zijden.
Thans is het oogenblik gekomen,
waarop men begint het overzicht sa
men te stellen en natuurlijk blijkt nu,
welke enorme sommen zijn uitgege
ven. Nu gaat Sijmen betalen. De inkom
stenbelasting zal voor 1920 vrijwel het
dubbele bedragen van 1018. Dan heeft
men zijn toevlucht genomen tot de meest
onsympathieke belasting die er bestaat,
een straatbelasting en vervolgens wor
den allerlei heffingen verhoogd. Alleen
op die wijze wordt het mogelijk de be
grooting voor 1920 sluitend te krijgen.
Onder in den zak vinden wij dus de
rekening. Het zal natuurlijk onvermijde
lijk zijn tot deze verhoogingen over te
gaan. Het geld moet er zijn en gedane
zaken nemen geen keer. Wie ooit de
illusie had dat het mogelijk zou zijn op
een staats- of gemeente-huishouding te
bezuinigen, is al lang gedesillussion-
neerd. Het heet onmogelijk te zijn om te
bezuinigen. Iedere bezuiniging heeft
noodlottige gevolgen. Nu eens zou de
bevordering van een of ander maat
schappelijk doel er door kwijnen, dan
weer zou een goed en nuttig werkende
sociale maatregel er door te niet gaan.
In den aanvang van den oorlog is
men er op bedacht geweest om alles
wat crisis-uitgaaf moest heeten, afzon
derlijk te houden. Het was dan de be
doeling voor de bestrijding daarvan af
zonderlijke bronnen van inkomsten te
zoeken. De lange duur van den oorlogs
toestand heeft dit stelsel onmogelijk ge
maakt. Ten slotte was iedere maatregel
een crisismaatregel. Wij behoeven niet
te zeggen dat deze belastingverhoogin-
gen allesbehalve aangenaam zijn. Voor
al de straatbelasting wekt weerzin. Zij
is ten slotte een belasting op de wo-
ninghuur en er is niets dat op dit
oogenblik zóó in de war is ais de
huur-bcpaling. Deze grondslag is de
meest ondeugdelijke die genomen kan
worden. De belasting werd gelegd op
de verhuurders en deze zullen ze na
tuurlijk onmiddellijk afwentelen op de
huurders. Welke zekerheid is er dat dit
op billijke wijze geschiedt Alle indi
recte belastingen zijn thans uit den
booze. Zij worden onmiddellijk afge-
FEU1LLET0N
Uit het mijnwerkersleven van Noord-Alaska.
Naar R. B.
o
ij
Zoo zittende op de trappen voor het
magazijn van den ouden Gale, babbel
den de twee, tot zij gestoord werden
door het geluid van naderende schelle
stemmetjes, waarop de man opkeek.
Longs het pad van de stad naderde een
Indiaansche vrouw, met twee kinderen.
Toen zij Necia zagen, juichten de kin- I
deren vroolijlk, vlogen op haar toe en
klommen en klauterden op haar schoot
als jonge hondjes. Het waren een jon
gen en een meisje, beiden bruin als een
hazelnoot, met oogen als zwarte kralen,
en haar, zoo glad en grof en zwart als
echt Iinidianemhaar. Met één oogopslag
2ag Burrell, dat het kleurlingen waren
en zij- babbelden, gorgelden, stamelden
en kuchten in huin Indiaansche taal, ter
wijl Necia op dezelfde wijze antwoord
de.
'°'P een woord van haar keerden zij
zidh onn en zagen hem toen, verlegen
door de vreemde schittering van zijn
dn'fonm, werden ze stil en drukten zich
dicht tegen haar aan. De squaw scheen
dok zijn tegenwoordigheid te voelen,
want zij trok haar doek dichter oim
'et hoofd, verliet het voetpad en ver
dween om den hoök van het magazijn,
ffurrell zag op naar het fijnbesneden,
wenteld en feitelijk is dus niet meer uit
te maken wie ze betaalt. Natuurlijk is
er ten slotte weer een groep die niets
betaalt en de huizenverhuurders zullen
wel trachten er nog een voordeeltje uit
te halen.
De wedloop duurt nog steeds voort.
Het was een raak motief, dat één der
geïllustreerde bladen gaf de prijsop
drijving en de loonsverhooging houden
een wedloop en er komt nog steeds geen
eind aan. Nu mengt de overheid zich er
in met haar belasting-vermeerdering,
die zoo belangrijk is, dat zij een motief
zal zijn voor verhooging van salarissen,
die opnieuw schatten uit de schatkist
vragen. Wanneer tusschcn deze drie het
evenwicht hersteld zal zijn, is nog een
zeer kwestieus punt het laat zich aan
zien dat dit voorloopig nog niet het ge
val is.
Het is natuurlijk ook weer de belas
ting op de publieke vermakelijkheden
die verhoogd zal worden. Nu eenmaal
deze slechte soort belasting er is, gaat
het zoo gemakkelijk om er wat op te
doen. Wij achten dit een slecht, soort
belasting, omdat het een belasting is
op een bepaalde bestedingswijze van
het inkomen en als men eerst het inko
men belast en daarna nog weer een ge
deelte daarvan, begaat men altijd een
onbillijkheid, die daarin bestaat, dat
men den éénen bestedingsvorm wel, den
anderen niet treft.
Laten wij van de sombere belastin
gen afstappen. Het is in iedere gemeen
te hetzelfde liedje. Alleen is het eens
goed te weten, dat het nu de groote
steden zijn die het het hardst te ver
antwoorden hebben.
Het aantal publieke vermakelijkheden
is verleden week met één vermeerderd,
nl. de huwelijksvoltrekking van Rubini.
De pers is zoo goedig geweest om zich
dadelijk voor deze interne aangelegen
heid van 's mans leven te laten gebrui
ken als reclame-instituut. Het is nog
niet recht duidelijk welke overweging
van publiek belang de kranten heeft
gebracht tot deze dwaze vertooning.
Was het de komkommertijd en deszelfs
kopie-gebrek of was de warmte van
den dag de heeren in den bol geslagen.
Een feit is het, dat de bladen uitvoerig
hebben meegedeeld hoe het er op de re
ceptie is toegegaan en wat er al zoo is
gebeurd ten stadhuize, toen Jan Publiek
er een „lolletje" van maakte.
Het heeft ons respect voor Rubini
niet vergroot. Beteekent zijn kunst iets
voor de wereld, dan moet hij in andere
richting steun zoeken dan door open
bare reclame. Is hij slechts een variété-
artist, die capriolen ten beste geeft, dan
ware het beter dat daaraan niet een
schijn van bijzonderheid werd gegeven.
Het aantal volgelingen groeit Rubi
ni, Morini, Jansini, Bellini en wie weet
hoeveel stille ini's er nog zijn. Zou het
niet beter zijn wanneer de pers haar
aandacht aan belangrijker zaken be
steedde, dan aan dit geval Vooral
zoolang de ware beteekenis daarvan
mooie gezicht van het meisje, naar de
door zon en wind gebruinde wangen,
omlijst door de blauw-ziwarte lange
vlechten, toen naar haar warme, don
kere oogen, waarin een glimp was van
het gouden licht der namiddagzon. Hij
zag de slanke lijnen van haar lichaam
en de kleine, stevige, 'bruine handen,
beschermend geslagen om de schouders
van haar kleine kameraadjes, die van
hun schuilplaats verlegen naar he,m
gluurden.
Het bittere, oproerige gevoel, dat in
hem gebrand had bij het vooruitzicht
van een langdurige verbanning in dit
onherbergzaam oord verdween plotse
ling. Wat eén schilderij Zij zag er uit
zoo frisch als een bloem, en toch hoe
verstandig was zeHij sprak met ver
rukte oogen
,,'Itk ben blij, dat u hier is, miss Necia.
Ik was blij, zoodra ik u zag, en ik ben
steeds gelukkiger geworden, want ik
kon me niet voorstellen, dat er in deze
plaats iets anders zou zijn dan man
nen en- squaws mannen, die de wet
haten en squaws, die rondsluipenals
dat."
iHij knikte in de richting, waar de
Indiaansche vrouw verdwenen was.
„Alleen dat, of op zij.n best, eenige
kleurlingen als deze kleine apen."
Zij zag hem plotsèllng aan.
;,iNu welik verschil zou dat maken?"
„Toch 1 Squaws en kleurlingen!" Zijn
toon was vol verachting.
De tengere handen, van den jongen
en liet meisje gleden in de hare, toen
zij opstond. Een zonderling verschrikte
blik lag in haar oogen en een vragende
niet boven allen twijfel is verheven. f
Rubini heeft ditmaal de functie van
den beroemden zeeslang vervuld, die in
komkommerdagen placht te verschij
nen^EIBER.
De vertrouwelijke nota v,an Hijmans.
(Officieel.) Naar aanleiding van
het tot de Belgische regeermg gerichte
verzoek om in,lichtingen heeft de Bel
gische irriinister van Ibuitellandsche za
ken aan het Nederlandsche gezant
schap te Brussel den volledigon au-
Ihentieken tekst doen toekomen van
de vertrouwelijke van liet departement
van buitenlandsche zaken aan het Bel
gisch groot algemeen hoofdkwartier
uitgegane dienstorder (note de service)
waarvan door de dagbladen een groot
gedeelte werd overgenomen.
Het stuk draagt de dagteekening,
niet van 3 Juli. maar van 20 Mei jl.
Nederland en België.
In een bericht uit Parijs aan de „iDai-
Iv Telegraph" wordt gezinspeeld op de
mogelijkheid eener afbreking der on
derhandelingen over de herziening der
tractaten van 1839, zullks i n verb end
met de onverzoenlijke houding van Ne
derland. iDe hoop wordt uitgesproken,
dat de geallieerde mogendheden tus-
schenbeide zullen komen en Nederland
tot een redelijker standpunt zullen
brengen,
iMen zal verstandig doen, zegt „de
Tel.", dit bericht niet au serieux te ne
men en vertrouwen te blijven koesteren
in de beslissing van den Raad van Vier
van 4 Juni, die de integriteit van het
Nederla-ndiseh grondgebied waarborgt.
Deze beslissing blijft voor de Neder
landsche delegatie bindend en geeft
haar volkomen het recht het Nederland
sche standpunt met .kracht te handha
ven, waarbij van een „onverzoenlijke"
houding jegens België getuige de
economische concessies, waartoe wij
ons bij monde van j'hr. de Marees van
Sw-inderen bereid verklaard (hebben -
geen sprake kan zijn.
De ,^Libre Belgique" meldt, dat een
koerier die uit Parijs fe Brussell is aan
gekomen meedeelt, dat de commissie
voor de herziening der verdragen van
1839 besloten heeft ide beraadslagingen
voort te zetten en de Belgische e„ Hol-
landsdhe afgevaardigden eerst over vij.f
of zes dagen weer uit te noodigen om
aan de beraadslagingen deel te nemen.
Jhr. de Marees van Swinderen is naar
den Haag vertrokken.
,,-Le People" publiceert een hoofdar
tikel, geteekend de Brouckère, aan
gaande de Nederland'sch-Belgische be
trekkingen, welke, zegt de schrijver,
niet door onhandige politiek bedorven
dient te worden. De schrijver kee.r.t zich
tegen het optrede,, van de ambtenaren
aan het (ministerie van buitenlandsche
zaken, die, naar uit de geheime missive
rimpel verschee„ tusschen. haar wenk
brauwen.
„Jk geloof niet, dat u het begrijpt",
zei zij. „Luitenant Burreli, dit is mijn
zuster, Molly Gale, en dit is mijn broer
tje John." De twee rondoogige elfen
maakten een grappige buiging en zagen
nu lachend den soldaat aan, die verbluft
opstond, terwijl een donkere blos lang
zaam zijn gelaat overdekte.
Van achter uit het magazijn kwam
nu de stom van een Indiaansche vrouw,
die riep
„Necia Necia
„Ik kom dadelijk", riep het meisje
terug toen wendde zij zich tot den
jongen officier en zei kalm „Aioeder
heeft me nu noodig. Goeden dag
II.
(Het huis van den koopman stond
achter het magazijn, veel verder tegen
den heuvel. Het was een groot, slaperig
huis, dat daar lag tegen den zonnigen
kant der helling, alsof het de wanmte
van den Zuidkant had gezocht en op
ee,n warmen achtermiddag was inge
slapen en nog niet uit zijn sluimering
ontwaakt was.
Het was een groot, vierkant, houten
huis, zoo stevig gebouwd en zoo droog,
dat kou, nocih hitte er in kon door
dringen.
Menig architect had er aan gewerkt,
naairniate het grooter werd, kamer voor
kamer en elk had het kenmerk zijner in
dividualiteit achter gelaten. Het werd
jaar op jaar wat uitgebreid, want de
familie van den koopman was groot ge.
blijkt, annexionistische propaganda
hebben (gemankt. De annexatie van
Limburg zou slechts het resultaat .kun
nen zijn van ikrachtsmisfbrmk. Geen en
kel ernstig mensch kan ernstig staande
houden, dat de Lintburgers van vader
land wensdhen te veranderen. Wij moe- j.
ten krachtig protesteeren tegen dé han-
delingen van een ministerieel departe-
ment, dat ons in een annexionistische
politiek wilde wikkelen, ten spijt van
onze belangen en van den nationalen j
wil.
Wij hopen, zegt de schrijver, dat men
parlement en openbare imeening uitleg- i
gingen zal doen toekomen, die ze zullen
kunnen bevredigen. Indien het anders
moest .zijn dan kunnen wij hun, die van
veroveringen droomen, voorspellen, dat
wij oitze imperialisten niet irnet de lank
moedigheid van Duitsche meerder heids-
sociaiisten hun gang zullen laten gaan.
De regeering en de duurte.
..De Tijd" heeft een onderhoud met
minister Van IJsselsteijn gehad over de
vraag, wat de regeering kan doen tegen
de duurte.
In den loop van dit interview ver
klaarde de minister dat de melk dezen
winter niet te duur zal wonden.
Daartoe zal hij den melkboeren goed
koop veevoeder doen verschaffen, dat
door de reeders tegen een zeer matig
tarief wordt aangevoerd.
De bedoeling der regeering is, voor
ce producten van Nederlandschen bo
dem een matigen uitvoer toe te staan,
ook c»m de buitenlandsche markten, die
we in de toekomst noodig hebben, niet
te verlaten.
De minister deelde op een vraag naai
de plannen der regeering omtrent de
aardappelvoorziening mede, dat hier
omtrent een bijzondere regeling zal
Worden getroffen. Het voornemen be
staat, om aan coöperaties en verbruiks-
vereëmgingen van arbeiders en kleine
ambtenaren tegen goedkooper prijzen
aardappelen besahikibaar te stellen.
Vleesch is inderdaad hoog in prijs,
gaf de minister toe. Elke uitvoer is
echter stopgezet. Ook levende dieren
wonden in zeer geringen getale geëx
porteerd.
Te voorzien is een daling der vieesch-
..prijzen in het najaar. Dan is er vee!
slachtrijp vee en. wegens het kostbaar
staivoeder hebben de boeren reden te
verkoopen. Ook dan zal een strenge
uitvoerpolïfiek waken tegen opdrijving
van prijzen.
Ten aartzien van de kleerenvoorzie-
ning zei de minister dat maatregelen
voorbereid worden, welke tegen een te»
groote prijsverhoogimg zullen waken.
Maar ook hier kan men door te forseh
ingrijpen van overheidswege slechts
andere kwalen verwachten, weinig min
der dan wellicht de duurte.
Te slotte deelde de minister nog me
de, dat de regeering voornemens is, een
commissie in het leven te roepen, ten
einde het duurtevraagstuk te bestudee-
ren. Deze insteHiinig zal echter aller
minst een kaïpstok worden de minister
neemt de noodige en nuttige maatrege
len, doch stelt het op prijs zich te doen
voorlichten.
De nood der gepensioneerden.
Het hoofdbestuur van den Nederland
schen Bond van gepensioneerden heeft
zich op 22 dezer opnieuw tot den mi
nister van financiën gewend, teneinde
vooral ook door mondelinge besprekin
gen den ernstigen nood e.n den moree-
len grond voor een betere 'hulp dam tof
dusverre aan de gepensioneerden ver
leend werd, in het licht te stellen.
Aiet veel nadruk werd voorgehouden,
dat de appreciatie van de levens- en
krachtstoewijding in. den ambtelijken
dienst hier 'het geëischte gewicht in da
wettelijke schaal behoort te leggen. De
zaak is echter nog in overweging en
bepaalde toezeggingen konden nog niet
worden gedaan.
Trouwens de minister heeftop 11 Juli
JL in de Eerste Kamer verklaard „op
dracht gegeven te hebben om een wets
ontwerp te maken waardoor de pensi
oenen blijvend zullen worden ver
hoogd." Het resultaat van diep arbeid
moet alsnog worden afgewacht. Het
Bond'sbestuur heeft thans de 'billijkheid
betoogd van venhooging der pensioe
nen met 50 omdat er door de blij
vende waardevermindering van het
geld dam toch nog meer dan 30 scha
de geleden wordt door de gepenision-
neerden zelve, vergeleken met de ver
houding van inkomsten e.n uitgaven der
gepensioneerden vóór den oorlogstoe
stand.
Tegen de woekerprijzen.
De middenstands crisis-commissie,
gevonmd uit de drie te 's-Gravenhage
bestaande middensta.ndsvereenigmgen,
nl. de R. kath. vereenigimg „de Hanze",
Christ, middenstandsvereeniging en de
's Gravelhaagsche winkeliersvereeniging
heeft overwogen welke maatregelen
kunnen worden getroffen, waar door de
consumenten hun bezwaren over de
aflevering en den prijs van. eenig ver-
bruiksartikel o.p deskundige en onpar
tijdige wijze kunnen onderzocht krijgen.
Vooropstellende dat het duurtepro-
bleem door internationale moeilijkhe
den op handels- en arbeidsterrein be-
invloed wordt, acht de commissie het
gewenscht om misbruiken van den toe
stand met kracht te bestrijden. De or
ganisatie van belanghebbenden^ die
steeds in den kring van haar leden de
goede trouw in den handel eischt,
wemsöht zich daarvoor te verzekeren
van de hulp van ertkele mannen en
vrouwen, die lust gevoelen haar in de
bestrijid'ijig van misbruiken in den han
del bij te staan.
Niet den winkelstand treft blaam,
maar den winkelier, die woekerprijzen
neemt.
Blijikt een klacht, na onderzoek door
de commissie, gegrond, dan moet de
weest in vroeger dagen, toen jagers en
mijnwerkers daar aankwamen, om han
del te drijven, en bij het vuur virhalen
op te disschen. In de winterdagen, als
de wilde buffels in het Noorden war„n
en de levensmiddelen schaarsch wer
den, kwamen 'gehele families van in
boorlingen daar kampeeren, want Al-
luna, zijnTndiaansche vrouw, voelde
zich aangetrokken tot haar eigen bloed
en z:i reiken ten hef zich tot een recht
te eten ven een overvloed van hem, die
hen regeerde als hun heer en meester
inaar als de eerste ganizen en de zal-
mer zich vertoonden, verdwenen zij, de
een na den ander en het huis was veer
leeg en stil er er b t.ef niemand ever
dan Alluna en de 1: n peren. Tot vergoe
ding brachten deze menschen hem veie
huiden en versch vleesch, waarvoor hij
niets betaalde en zalm, die gedroogd
werd en waarvoor de reizigers veel
over hadden.
(Er zijn mannen, wier verstand hel
der en vlug is, en wier spieren zoo ge
traind en gehard zijn door jarenlange
oefening, dat zij zijn als die van een
wild dier. Zoo was John Gale maar
met al zijn verstand was hij zeer lang
zaam in het lezen, vandaar dat hij zijn
avonden liever doorbracht met zijn pijp
en zijn gedachten, dan met een boek,
zooals eenzame mannen gewoonlijk
doen. Hij kon met weinig slaap toe en
menigen avond bleef hij opzitten tot
midden in den nacht, wanneer Alluna
en Necia wakker werden door zijn zwa-
ren stap, als hij eindelijk naar bed ging.
Dat hij een man was, die werkelijk don_
ken kon en dat zijn gedachten Item
geheel bezighielden, daaraan twijfelde
niemand, die ham zoo zag zitten, want
uur op uur bewoog er geen spier van-
zijn gelaat en alleen zijn oogen schenen
te leven.. Dezen avond zat hij weer als
'befooverd en hij zat rechtop in zijn.
stoel, hard en onbeweeglijk.
Door de open deur van de kamer er
naast kon ihij Necia en. de kleintjes boo
ten. Zij bracht hen naar bed en vertelde
bun het verhaal va.n den sneeuwvogel.
(En hij hoorde haar stam als een zil
veren klokje.
„En toen al de andere vogels het
tevergeefs hadden beproefd", hoorde
hij haar zeggen, „Vroeg de kleine
sneeuwvogel cjm een kans, het te pro-
beeren. Hij vloog en vloog en Juist vóór
hij aan het einde der wereld kiwam,
waair de twee oude vuurvrouwe.it
woonden, plukte hij al zijn veeren uit.
Toen hij nu bij haar kwam, zei hij
„lik ben zeer koud. Mag ik mij bij uw
vuur warmen
„Zij zagen, hoe klein en naakt hij was
en hoe hij rilde, dus gooiden zij hem
niet imet stokken, maar stonden, hem
toe, dicht bij het vuur te kruipen. Hij
wachtte zijn kans af en toen zij niet
keken, nam hij een gloeiend roode kool
in zijn bek en vloog ermee terug naar
huis, zoo vlug hij kon en zoo kiwam
het vuur tot het Indiaansche volk.
„Natuurlijk was de kool heet, en het
brandde hem de borst, tot er een drup
pel bloed door kiwam, en sinds dien tYd
heeft de sneeuwvogel een roode plek
op zijn borst gehad."
(Wordt vervolgd.)