strie
tbode
EEN NATUURKIND.
ONG tn
jSTER
MAKER
JFFROUW
EISJE
Haalssbappij m
vaart
No» Ï98
57e Jaargang
1919
ZATERDAG 33 AUGUSTUS.
Oorlogsnasleep,
FEUILLETON
BINNENLAND
Steencnbeer.
éplaatst worden
een
een
ON GEN
3ur. „Vliss Crt.u
lenrber rette
iezaak.
i> „Vliss. Crf.*
Hendrikstr. 40
7 tot 12 en Vrij
dag een
16 jaar. Aanniel-
n 7 uur's avonds
veg 62.
n 1 Sept. of later
rijf uur. Adres
Middelburg
erdam.
kin Augustus
v.Mickï
7.-
7—
7.—
7—
wordt fles mor
en.
bekomen
V. Transport en
i. Erven G. VOS
3. EENHOORN)
DOSTERHOUTi
iebrs. BUITEN-
RSELEIN,
MERK.
3LANDIA".
Hendrikstr. 44
Artikelen,
Galanterieën.
IJ IN PAPIER.
)ERSE.
ïcurreerende prij-
n en Pakpapieren
IN CHOCOLA
iR WERKEN.
■R'LEEUW.
traat'29.
watta-artikelen
En Detail.
-ARTIKELEN.
4DRIESSE.
iflev. - Tel. 127.
sche- uitrustingen,
men.
ASTIEK EN
AGE.
BEMMEL.
Telefoon 161
Behandeling.
JUWELIERS.
-SUM ZONEN.
Telefoon 251.
Juwelier.
Tel. 287.
/cren Werken.
aratie-Inrichting.
'ER.
ÏRMAN.
iark-.37.
Toilet-Artikelen
VLISSINGSCHE COURANT
iü lm CoufEnÜeiionrt eenjiiypepel.
Welk een die.p teleurstellend beeld
vertoont in dezen tijd de maatschappij.
Welk een ontreddering allerwege, en
welk een tooneel van eindeiooze ver
warring e.n. bange zorg. Het schijnt wel
of de mensdhelijke samenleving uit dui
zend wonden bloedt en hare kwalen
vele zijn. Want de volkeren die niet op
de eene of andere wijze gebukt en ge
plaagd gaan. onder hef leed, uit den
nasleep dezer wereldworsteling voort
gekomen, men zou er slechts een paar,
maar niet in Europa, kunnen noemen.
De naaste toekomst baart dan ook ont
zaggelijk zorg, en men vraagt zich, te
vergeefs op antwoord wachtende, af
waar voert ons dat alles heen Indien
wij om ons henen schouwen, dan ont
waren we overal een groote mate van
ontevredenheid met den bestaanden
toestand, en zijn ontzaggelijke duurte,
onheilspellende woelingen, dreigende
stakingen, eindeiooze I-oonopdrijvingen
en enorme stijging der belastingen.
Bovendien gaat alle§ gepaard met een
steeds meer nijpend wordend wereld
tekort aan de meest noodige grondsto-f-
Sen. Voorwaar het is geen aanlokkelijk
beeld, hetwelk staat en maatschappij
heden ten dage onis te aanschouwen-
geven.
De grondoorzaken dezer kwalen zij
zijn waarlijk niet verre te zoeken. Ge
durende ettelijke jaren heeft de wereld
feitelijk met alle macht en kracht naar
zelfvernietiging gestreefd, met zulk
een felheid en verblinding, dat het te
verwonderen is, dat er nog betrekke
lijk zooveel van is overgebleven, en dat
niet alles in den chaos der vernieling en
verdelging is ten onder gegaan. De
groote wereldstrijd is geëindigd met de
totale uitputting der verliezende partij,
doch wel beschouwd, zijn ooik de over
winnaars achteraf gebleken dichter bij
hef einde hunner militaire, firaancieele
en vooral economische krachten te zijn
gekomen-, -dan zij voorgawen te zijn, en
zeer zeker de volken zelf ook niet wis
ten. Dat alles is eerst sedert den wa-
penstilsftan-d, gevolgd door een vrede
die niemand kon bevredigen, aan het
licht getreden^ en voor allen- die ge
hoopt en verwacht hadden, dat nu
weldra de maatschappij haar vorigen
staat van orde en rust en vlijt herne
men zon, is deze uitkomst een diepe
teleurstelling en, een droevige ontgoo
cheling geweest. En thans zijn we zoo
ver door den on-heilbrengenden golf
stroom der zelfvernietiging medege-
sleurd, dat de toekomst, vooral nu het
koudere jaargetijde zich niet lang meer
zal laten wachten, nog in verschillend
opzicht met grooter bekommering tege
moet moet worden gezien, dan zelfs
ooit tijdens de oorlogsjaren het geval
is geweest.
Want. hoe d.an ook, heeft men zich
toen, terend op de groote oude voorra
den nog vermogen te redden. Die voor
raden toch, die overal aanzienlijker wa
ren dan men vermoed had, aan allerlei
Uit het mijnwerkersleven van Noord-Alaska.
Naar R. B.
3)
„De Canadeesohe -bereden politie
joeg de slechtste sujetten stroomaf
waarts en onze soldaten, worden over
de Aimerilkaan-sche kampen verspreid
tot onze bescherming. Ik vind het
mooi."
„Waar heb je dit alles geleerd
„Luitenant Burrell heeft het mij ver
leid", antwoordde zij waarop haar
vader haar onderzoekend aanzag. Zij
kon den vreemden blik in zijn oo-gen
niet zien en wend-de zich ook niet om,
foen hij een oogenlbl-ik later op veran
derden toon voortging
„Ik denk, dat Poleon je wel iets
moois zal meebrengen- van Da-wson,
hé
„Hij heeft >me altijd nog cadeaux
meegebracht, waar hij ook vandaan
kwam. Die 'beste oude Poleon Zij
glimlachte feeder. „Herinnert je je dien
Bersten dag, toen hij zingende ginds de
"ocht omkwam. Hij was van Chandelar
naar hier komen pagaaien zonder iets
re eten honger en vermoeienis maalc-
ien hem slechts te opgewekter en hoe
nauwer hij zijn gordel moest aanhalen,
J?. 'uider zong hij."
„'Hij was op weg naar zijn „Nieuwe
Vaderland
productiemiddelen, zij bestaan thans
niet meer en kunnen derhalve niet meer
in den uitersten nood worden aange
sproken. Integendeel is de uitputting
thans grooter geworden da-n- zij ooit
was, met het vooruitzicht, dat da lrin
vooreerst geen verandering te wachten
is. Want instede van dat in de geheele
wereld de hand met kracht aan den
ploeg geslagen wordt, ter opbouw van
het vernielde en ter herstel van het ver
loren gegane, is allerwege zul'k een
ontevredenheid, ja afkeer nopens den
toestand ontstaan, dat geheele catego-
riën van burgers, of zich aan den plicht
om mede te werken tot veribeterin-g ge
heel onttrekken, ofiwel elke verbetering
met -ruwe hand tegenwerken en de
maatschappij op het hellend vlak der
zelfvernietiging voortstuwen.
iHoezeer de nood dreigt te nijpen is
ons uit tal van berichten van den laat-
sten tijd bekend geiworden. De verschil
lende oorlogsmaatregelen, waaronder
de blokkade, de duiikbootbedreigin-g en
tal van andere hebben den geregelden
toevoer zoowel van levensmiddelen als
grondstoffen, van veevoeder als kunst
mest, van steenkolen als anderszins be
let, en hoewel eenigenmate de aanvoer
is begonnen, toen de grensbarrières
zich minder muurvast om de landen slo
ten, toch is overal nog groote behoefte
aan de meest dringende benoodigdhe-
den.
Een der oorzaken, die elke verbete
ring al van te voren belemmeren, is het
feit dat in alle landen de arbeider-s on
der den drang der steeds toenemende
duurte telkens en telkens een hooger
ioonstandaard afdwingen, welke I-oons-
verhooging op haar beurt de duurte
weder van alle artikelen doet toenemen.
Aldus draait het economisch leven
in een noodlottigen kring rond, met
het resultaat dat het einde van duurte
en schaarschte niet te voorzien blijft.
Om slechts een enkel voorbeeld te noe
men, dreigt de gelheele wereld dezen
aanikamenden winter grootendeels van
kolen verstoken te blijven, omdat de
mijnwerkers behalve hooger loonen bij
minder werk, bovendien telkenmale den
artbeld nu een-s om deze dan weer om
gene reden -neerleggen. De stakingsma-
niet heeft ïiöh bovendien niet slechts
tot de arbeiders bepaald maar ook de
ondernemers, kleine kapitalisten, bezit
ters van productiewaren en dergelijken
aangetast. Het heeft er den schijn van
of een ieder wien dit of dat heden ten
dage niet naar den -zin uitkomt, zich
aanstonds op de maatschappij gaat
wreken door -haar zijn kracht en mede
werking te onthouden. Tot welk een
algemeene ellende deze allerverderfe-
lij-kst-e nasleep van den oorlog nood
wendig leiden moet en zal, ligt voor de
hand en behoeft waarlijk nog niet in het
-bijzonder betoogd te worden.
Gm tegenover al deze naderende on
heilen front te maken, is dunkt ons
slechts één afdoend -middel aangewe
zen. Dit -middel is reeds door den wak
keren burgemeester van Neerlands
tweede koopstad in weinig woorden
aangeduid. Waarop thans niet alleen
wij imaar ook alle andere volken aan
-moeten sturen, is, te komen tot Een
voud, Arbeid en- Organisatie. Deze drie
moeten- de wereld van den rand des
afgrond's afhouden en de toekomst der
menschheid op veilige -banen leiden. De
eenvoud 'in al onze levensbehoeften
moet er toe leiden het grootst -mogelijke
resultaat ra_et de minst mogelijke midde
len te bereiken, de verhoogde arbeid
moet ons de totaal uitgeputte of uiterst
schaarsche voorraden weder doen -aan
vullen, de organisatie -moet ons er toe
brengen- geen onnuttig of onnoodig
werk te verrichten, maar moet ons iee-
ren -zoo te arbeiden, dat elk naar de
mate zijner krachten en -positie het
uiterste geeft en kan geven, waarop de
m-aatscha-ppij recht heeft. Slechts dan,
maar alleen ook dan zal des oorlogs
nasleep met zijn ontreddering allerwe
ge, met -zijn verslapping van plichtsge
voel, -met zij-n afgrijselijke verminking
van -alles -wat eens der -wereld hoogste
heil en goed uitmaakte, -niet verder om
zich heen grijpen, en zullen de toeko
mende tijden niet nog angstwekkender,
n-iet nog zorgvoller worde-n -dan de
laatste jaren waren, waaraan de herin
nering voorzeker elk weldenkend
mensch niet anders dan met afkeer
vervullen -moet.
„Ja. Hij wist niet- waar het lag, maar
de lust tot reizen was in he-m en zoo
liet hij zidh drijven en zong, zooals hij
al drijvende en zingende van Lake Le
Bor-ge was gekoimen."
„Dat wa-s vier weken geleden", zei
Gale peinzend, „en hij heeft zijn „Nieu
we Vaderland" nooit gevonden, wel?"
„Neen. Wij hebben hem hier vast
gehouden en het hem wel uit het hoofd
gepraat." N-e-cia lachfe. „Die beste,
grappige oude Poleon hij heeft me
lief als een broeder."
De man opende zijn lippen en sloot
ze weer. alsof hij zich bedacht. Toen
stond hij op, want hij zag van de ba
rakken een slanke figuur in de blauwe
unifonm op 'hen af-ko-men. Een oogen-
bli-k keek hij nog naar den naderenden
officier, toen kreeg zijn gelaat een
harde uitdrukking en hij verdween in
zijn magazijn.
„Wel, wij hebben onze vlag geplant",
zei de luitenant, terwijl hij op de on
derste trede van de trap ging zitten.
„Het is, of we ons geïnstalleerd hebben,
om huishoudinkje te spelen."
„Zijt gij lui
„fik geloof het wel", zoo gaf hij toe.
„Ik heb nooit tijd- gehad, om er over na
te denken. Waarom
„Gaat gij over onze menschen hier
den baas spelen?" ging zij voort met
een heel ernstig gezichtje.
„Nee-n. Niet zoolang zij zich goed ge_
dragen. Eigenlijk weet ik niet goed, wat
ik doen moet. Misschien kun-t u het mii
zeggen." Zijn glimlach was bizond-er
open en innemend. „Ziet ge, het is mijn
eerste commando en mijn instructies
Nederland en België.
Men seint uit Brussel aan „de Maas
bode"
Naar aanleiding van de laatste ver
klaringen van den Ned-erlan-dscihen ge
delegeerde de Marees van Swindere-n
in de Parijsche Conferentie, laat de
„Nation Beige" zich uit Parijs melden,
dat de onderhandelingen -op het d-oode
punt zijn gekomen en men zioh er niet
over'zou moete verwonderen indien de
Belgische delegatie de onderhandelin
gen afbreekt en een beroep doet op d-e
Belgische en geallieerde openbare
meen-lng.
Anderzijds -meldt het blad in een
hoofdartikel dat Holland bereid zou
zij-n zich met België te ver-staain over
een gébruiksreoht dat het alleenlijk in
vredestijd op dcSchel-de zou mogen uit
oefenen en dat Nederland, wat Limburg
aan-gaat, met België bereid zou zijn te
onderhandelen over een militair ver
bond -dat ten laste der beide landen de
verdediging van den rechteroever van
de Maas ten noorden van Visé zou
stellen.
Het blad zegt, dat zulke voorstellen
diepe verontwaardiging in België zullen
wekken. Indien Holland zoo wei-nig ver
zoenende neigingen toont, blijft onzen
gevolmachtigden nog over om door
energieke houding de eer en waardig
heid van België te redden, hetgeen ook
de eeni-ge wijze' zal zijn om zijne be
langen te -verdedigen.
De „Etoic" ver-neemt uit Parijs dat
j Nederland in principe aanvaardt een
i directe bespreking met België aangaan-
de de verbeteringen, ia de com/mercieele
1 stelsels van de rivierwegen aam te bren-
j gen, doch alle verzoeken verwerpt,
welke de verdediging van België be-
j oogen te verzekeren.
j De Parijsche correspondent vam het
„Hlbd." seint d.d. 21 Augustus
i De correspondent van de „Temps"
S tc Brussel beschrijft als volgt de -hou-
zij-n nog ai vaag. Men verwacht van
mij, dat ik de rechten der mijnwerkers
bescherm en alle msdadigers gevangen
nce-m, die wel zoo vriendelijk zijn, zich
tc laten arresteeren en de zaken te re
gelen. die voor de mijnwerkers zelf te
moeilijk zijn."
„Maar, dan zijt ge een politieman 1"
zei Necia, waarop hij een leelijk gezicht
trok.
„Het gouvernement, in zijn wijsheid,
wil, dat ik, een nieuweling, die dingen
in orde maak, die te ingewikkeld zijn
voor de man-ncn, die hun geheele leven
hier aan de grens hebben doorge
bracht."
„Ik geloof niet, dat ge heel populair
zult zijn bij onz-e menschen", zei Necia
nadenkend.
„Neen. Dat kan i-k al zien. Men heeft
mij niet met muziek ingehaald en ik heb
ook geen cadeaux gekregen- van de
inwoners van Flambeau. Er blijft dus
niets over dan de vrouwen, om een
beetje van mij te houden en daar u d-e
eeni-ge is in het kamp, zult u heel veel
van me moeten houden, om de tekort
komingen der anderen goed te maken."
Zij zag hem goedkeurend aan. Zij
hield vsji zijn jeugd, zoo zuiver en
irisch en vreemd' in dit land, waar veel
oude mannen zijn en de jonge oud zijn
door vermoeienis en onf-berin-g, en ern-
siig door de stilte der heuvels. Haar
geheeie leven had ze doorgebracht on
der mannen, die veel ouder waren dan
zij, en, ofschoon zij hen geregeerd had
ais een verwende Koningin, wist zij
even weinig van hun sekse, als zij van
de hare. Onbewust had het sterke jon-
ding van Nederland De heftigheid der
perscampagne in Nederland tegen Bel
gië gevoerd, -heeft natuurlijk een krach
tige repliek van Belgische zijde uitge
lokt. Men is er te Brussel in het bijzon
der verontwaardigd o-ver, dat sommige
Nederland-sc.he bladen, met na-me de
„H-aa-gsche Post", aan België het be
staansrecht -betwisten en openlijk een
verdeeling van het Land bepleiten. Men
verbaast er zioh over, dat openbare
lichamen in Nederland offi-cieele amb
ten toevertrouwen aan activistische
flaminganten, die n-aar Nederlandsch
gebied heibben moeten vluchten. De
correspondent spreekt verder van een
pro-Belgische beweging in Limburg en
wijst op het optreden van het Kamerlid
Van Groenenciael.
Vervolgens maakt hij gewag van de
uittreksels uit de vertrouwelijke nota,
in som-mige Nederlandsc'he bladen ge
publiceerd met de on-derteekening van
den Belgischen -minister van buiten-
land-sohe zaken. De correspondent
meent te weten, dat het bewuste stuk
in een zin, waarop het aankiwarn en
die bij de publicatie in Nederland is
weggelaten, doelde op een noodzake
lijke reactie tegen de uitwerking van
Duitsche propaganda in Limburg.
-Ik stel de vraag (aldus de berichtge
ver van het ,,-Hlfod.") of het oogenblik
niet gekomen is om een duidelijke uit
eenzetting van 't Nederland-sohe stand
punt te geven in de voornaamste Pa
rijsche bladen, zoo n-oo-dig als betaalde
advertentie voor het geval men wei
gert het als communiqué op te nemen.
In de huidige omstandigheden kan de
publieke opinie in Frankrijk, partijdig
ingelicht, niet anders doen dan zich
tegen ons k-eeren.
De typografen-actie.
De hoofdbesturen van de drie werk
geversorganisatie in de typografie 'heb
ben gisterenmiddag aan het hoofdbe
stuur van den Alge-me&nen Nederlamd-
schen Typografenbond voorgesteld, de
gerezen moeilijkheden te onderwerpen
aan het beslissende -oordeel van een
commissie .vain arbitrage. De commis
sie zou worden samengesteld ais volgt:
Drie leden, te benoemen door >de be
sturen van de werkgeversorganisatie,
waarvan twee werkgevers uit het typo
grafisch bedrijf en drie leden, te benoe
men door het hoofdbestuur van den
A. N. T. B., waaronder twee werkne
mers uit het typografisch bedrijf. Deze
zes kiezen een zevende lid uit het typo
grafisch bedrijf, die als voorzitter met
stem fungeert.
Aan deze commissie zou onder meer
de vraag worden- voorgelegd, of de re
denen, die vele gezellen, georganiseer-
de-n in den A. N. T. B. meenden te heb
ben om in „wilde" staking te gaan, zijn
te billijken en of de werkgevers n-iet re
delijk en billijk hebben gelhandeid.
Een buitengewone raadsverkiezing.
Zooals bekend heeft de regeering
door een noodwet het mogelijk moeten
maken dat de ge-meente Leeuwardera-
d-eel ook een gemeenteraad kreeg.
De uitslag der verkiezingen is nu ge
weest dat gekozen zij-n 6 sociaai-demo-
craten, 4 vrijzinnigen, 3 ant-i-r-evoluti-
onairen, 1 ohrist.-ihistorisoh en 1 ka-
tholiek.
j Dat er -aan -het -nieuwe kiesstelsel nog
vele gebreken kleven kan weer hieruit
blijken, dat de vrijzinnigen met 748
i stemmen 4 zetels krijgen en -de recht-
i sclie partijen -niet in het geheel 704
i stemmen 5 zetels,
i
ge leven in haar verlangd naar kame
raadschap, en dit was het, waardoor
zij zich aangetrokken voelde tot Poleon
Doret die altijd een jongen zou blij-
- ven en dit was 'het ook, wat haar
i aantrok in- den jongen Ken-tuckiër dit,
en iets anders in hem, wat d-e anderen
I misfen.
„Nu i-k er goed over denk", ging hij
voort, „ik heb liever, dat u van me
houdt, dan de mannen."
„Natuurlijk", zei zij. „Zij doen alles,
wat ik ze vraag allen, behalve va
der, en
,,Dat is het niet", viel hij li-aar haas-
tig i.n de rede. „Het is, o-mdat u d-e ee
nige vrouw is in de plaats, omdat u
zulk een verrassing is. Te denken, dqt
ik midden in deze woestenij een meisje
i zou vingen als als u, als de meisjes,
j die ik thuis ken."
„Ben ik ais andere meisjes vroeg
zij gretig. ,,-Daar he.b ik zoo dikwijls
over nagedacht."
„Ja en n-een. U is verbazend 'conven-
tioneel voor deze omgeving en ook ver
rassend voor elke plaats. Wie i-s u
W-aar is u vandaan gekomen Hoe is
u hier gekomen
„Ik ben precies wat ge ziet. Ik ben
van de Staten gekomen, toen ik nog
gedragen werd. Dat is alles, wat ik me
kan herinneren."
„Dus u hebt hier niet altijd ge
woond
„O, heere, neen Wij zijn hier geko
men, toen ik nog heel klei-n was, maar
den laatsten tijd ben ik weg geweest,
op sciio-ol."
„Een kostschool, zeker?"
JAARVERSLAG KAMER VAN KOOP
HANDEL.
(Vervolg en slot.)
Binnenlandsche handel.
Over het centraalbureau van het
plaatselijk telefoonnet der Algemeene
Telefoon-Maatschappij, voorheen Rib-
bink van Bork Co. alhier, werden
488.237 gesprekken gevoerd, tegen
644.814 gesprekken gedurende 1917.
Het getal aangesloten perceelen be
droeg op het einde van het jaar 293 te
gen 290 op 31 December 1917.
Uit de medegedeelde cijfers blijkt,
dat het correspondentschop le klasse
der Nederlandsche Bank zeer nuttig
werkt. In het boekjaar 1918 werd een
som van ƒ8.016.125 bankpapier in spe
cie verwisseld, tegen 6.766.505 in 1.917
en werden 407 stuks assignaliën behan
deld tot een bedrag van 1.450.069.75,
tegen 572 stuks assignatiën tqt een be
drag van 1.462.304.35 in 19lT,w"
Van het verwisselde bedrag werd aan
specie en zilverbons afgegeven ƒ909.660
en ontvangen 1.009.430, tegen resp.
ƒ731.430 en 762.070 in het vorige
jaar.
Omtrent de electrische tram wordt
gemeld
De opbrengst van het personenver
voer was 153.473.175, tegen in 1917
126.122.651/2 die van het goederen
vervoer ƒ4.768.675 tegen 3.264.42'/2
in het voorgaande jaar. Opbrengst per
dagkilometer ƒ40.58, tegen 33.15 in
1917.
Omtrent het vervoer door de maat
schappij tot exploitatie van Staats
spoorwegen, ontleenen wij het navol
gende aan het verslag over 1918
Vertrokken reizigers over het station
Vlissingen met gewone kaarten bin-
nenlandsch verkeer le klasse 3.820, 2e
kl. 20.451, 3e kl. 60.944 idem recht-
streeksch verkeer le kl. 3, 2e kl. 37, 3e
kl. 127 met retourkaarten B.V. 3e kl.
43. Totaal binnenlandsch verkeer
85.258 rechtstreeksch verkeer 167.
Aangekomen reizigers te Vlissingen
met gewone kaarten binnenlandsch ver
keer le kl. 4.115, 2e kl. 19.266, 3e kl.
102.443 rechtstreeksch verkeer le kl. 1,
2e kl. 6, 3e kl. 98 met retourkaarten
B.V. 3e kl. 352. Totaal binnenlandsch
verkeer 126.176 rechtstreeksch ver
keer 105.
Aan de werkplaats der maatschappij
alhier waren gemiddeld 80 ambachts
lieden verbonden. Dagelijks waren 13
locomotieven in dienst, terwijl 442 rij
tuigen en 1344 wagens werden hersteld.
Het verwerkte bedrag aan onderhoud
van locomotieven bedroeg 16.508.24
aan voertuigen en wagens ^29863.45*/2
tegen 76.798.31 in 1917.
Buitenlandsche handel.
Ook dit jaar werd de toestand bij het
gemeentelijk havenbedrijf geheel be-
heerscht door den oorlog.
Slechts enkele maanden vóór het uit
breken van den oorlog nam de gemeen
te het havenbedrijf over van de Kon.
maatschappij „de Schelde" 't gemeen
telijk havenbedrijf heeft dientengevolge
nog niet anders als oorlogsjaren ge
kend.
Van dat standpunt gezien was de
toestand van het bedrijf gedurende het
afgeloopen jaar niet onbevredigend.
Kaai- en liggelden werden geheven
van 30 zeeschepen, metende te samen
96.088 M3. (in 1917 50 schepen meten
de 132.743 M3.), van '181 binnensche
pen metende 196.729 M3. (1065 meten-
■'Mxanvse&r&yW «wiwwt «L*<Eb - T.
Hierop lachïe zij luid. „Neen, dat niet.
Ik ben n-aar de Missie geweest. Vader
Barnum heeft mii vijf jaar les gegeven.
Een dag vóór u ben ik weer thuis ge
komen."
Zij deed hem geen vragen, want
reeds den vnri-gen dag had zij alles van
he-m gehoord, wat zij weten wilde door
een ouden korporaal, die graag praatte.
Zij had géhoord van een familie Bur
rell. wier naaim door het-geheele Zuiden
bekend was en dat Meade Bu'rrei van
den Frankfort-tak afst-aimde, den tak,
die soldaten had geleverd. Zijn vader
h d met Lee gevochten en een ooim was
nu i.n dienst te Washington. Van moe
ders zijde waren er ook velen bij het
ieger, maar de Meades had-den de zee
gezocht. De oude soldaat had haar veel
meer verteld, waar-van zij weirijg be
greep had haar verteld van de zuster
?an -den jongen man, die den geheelen
weg van Kentucky was gekomen, om
afscheid te nemen van haar broeder,
toen hij van San Fransisco vertrok hij
had haar verteld van de vele vrienden
van den luitenant in Washington en van
zijn- familienaam en familie-eer. Meade
Burrell was ongetwijfeld een pracht van
een jo-nigmgensch in de oogen- van zijn
korporaal en voorbestemd om tot hoo-
ge eer te geraken, zoo-ais de andere
Burrells vóór hcim gedaan hadden. De
oude soldaat had haar verder zoo on
derzoekend aangezien en er bijgevoegd
dat de Bu-rreils beken-d waren „als ge
vaarlijk voor de Vrou-wen."
(Wordt vervolgd.)