strie tbode EEN NATUURKIND. ONG tn jSTER MAKER JFFROUW EISJE Haalssbappij m vaart No» Ï98 57e Jaargang 1919 ZATERDAG 33 AUGUSTUS. Oorlogsnasleep, FEUILLETON BINNENLAND Steencnbeer. éplaatst worden een een ON GEN 3ur. „Vliss Crt.u lenrber rette iezaak. i> „Vliss. Crf.* Hendrikstr. 40 7 tot 12 en Vrij dag een 16 jaar. Aanniel- n 7 uur's avonds veg 62. n 1 Sept. of later rijf uur. Adres Middelburg erdam. kin Augustus v.Mickï 7.- 7— 7.— 7— wordt fles mor en. bekomen V. Transport en i. Erven G. VOS 3. EENHOORN) DOSTERHOUTi iebrs. BUITEN- RSELEIN, MERK. 3LANDIA". Hendrikstr. 44 Artikelen, Galanterieën. IJ IN PAPIER. )ERSE. ïcurreerende prij- n en Pakpapieren IN CHOCOLA iR WERKEN. ■R'LEEUW. traat'29. watta-artikelen En Detail. -ARTIKELEN. 4DRIESSE. iflev. - Tel. 127. sche- uitrustingen, men. ASTIEK EN AGE. BEMMEL. Telefoon 161 Behandeling. JUWELIERS. -SUM ZONEN. Telefoon 251. Juwelier. Tel. 287. /cren Werken. aratie-Inrichting. 'ER. ÏRMAN. iark-.37. Toilet-Artikelen VLISSINGSCHE COURANT iü lm CoufEnÜeiionrt eenjiiypepel. Welk een die.p teleurstellend beeld vertoont in dezen tijd de maatschappij. Welk een ontreddering allerwege, en welk een tooneel van eindeiooze ver warring e.n. bange zorg. Het schijnt wel of de mensdhelijke samenleving uit dui zend wonden bloedt en hare kwalen vele zijn. Want de volkeren die niet op de eene of andere wijze gebukt en ge plaagd gaan. onder hef leed, uit den nasleep dezer wereldworsteling voort gekomen, men zou er slechts een paar, maar niet in Europa, kunnen noemen. De naaste toekomst baart dan ook ont zaggelijk zorg, en men vraagt zich, te vergeefs op antwoord wachtende, af waar voert ons dat alles heen Indien wij om ons henen schouwen, dan ont waren we overal een groote mate van ontevredenheid met den bestaanden toestand, en zijn ontzaggelijke duurte, onheilspellende woelingen, dreigende stakingen, eindeiooze I-oonopdrijvingen en enorme stijging der belastingen. Bovendien gaat alle§ gepaard met een steeds meer nijpend wordend wereld tekort aan de meest noodige grondsto-f- Sen. Voorwaar het is geen aanlokkelijk beeld, hetwelk staat en maatschappij heden ten dage onis te aanschouwen- geven. De grondoorzaken dezer kwalen zij zijn waarlijk niet verre te zoeken. Ge durende ettelijke jaren heeft de wereld feitelijk met alle macht en kracht naar zelfvernietiging gestreefd, met zulk een felheid en verblinding, dat het te verwonderen is, dat er nog betrekke lijk zooveel van is overgebleven, en dat niet alles in den chaos der vernieling en verdelging is ten onder gegaan. De groote wereldstrijd is geëindigd met de totale uitputting der verliezende partij, doch wel beschouwd, zijn ooik de over winnaars achteraf gebleken dichter bij hef einde hunner militaire, firaancieele en vooral economische krachten te zijn gekomen-, -dan zij voorgawen te zijn, en zeer zeker de volken zelf ook niet wis ten. Dat alles is eerst sedert den wa- penstilsftan-d, gevolgd door een vrede die niemand kon bevredigen, aan het licht getreden^ en voor allen- die ge hoopt en verwacht hadden, dat nu weldra de maatschappij haar vorigen staat van orde en rust en vlijt herne men zon, is deze uitkomst een diepe teleurstelling en, een droevige ontgoo cheling geweest. En thans zijn we zoo ver door den on-heilbrengenden golf stroom der zelfvernietiging medege- sleurd, dat de toekomst, vooral nu het koudere jaargetijde zich niet lang meer zal laten wachten, nog in verschillend opzicht met grooter bekommering tege moet moet worden gezien, dan zelfs ooit tijdens de oorlogsjaren het geval is geweest. Want. hoe d.an ook, heeft men zich toen, terend op de groote oude voorra den nog vermogen te redden. Die voor raden toch, die overal aanzienlijker wa ren dan men vermoed had, aan allerlei Uit het mijnwerkersleven van Noord-Alaska. Naar R. B. 3) „De Canadeesohe -bereden politie joeg de slechtste sujetten stroomaf waarts en onze soldaten, worden over de Aimerilkaan-sche kampen verspreid tot onze bescherming. Ik vind het mooi." „Waar heb je dit alles geleerd „Luitenant Burrell heeft het mij ver leid", antwoordde zij waarop haar vader haar onderzoekend aanzag. Zij kon den vreemden blik in zijn oo-gen niet zien en wend-de zich ook niet om, foen hij een oogenlbl-ik later op veran derden toon voortging „Ik denk, dat Poleon je wel iets moois zal meebrengen- van Da-wson, hé „Hij heeft >me altijd nog cadeaux meegebracht, waar hij ook vandaan kwam. Die 'beste oude Poleon Zij glimlachte feeder. „Herinnert je je dien Bersten dag, toen hij zingende ginds de "ocht omkwam. Hij was van Chandelar naar hier komen pagaaien zonder iets re eten honger en vermoeienis maalc- ien hem slechts te opgewekter en hoe nauwer hij zijn gordel moest aanhalen, J?. 'uider zong hij." „'Hij was op weg naar zijn „Nieuwe Vaderland productiemiddelen, zij bestaan thans niet meer en kunnen derhalve niet meer in den uitersten nood worden aange sproken. Integendeel is de uitputting thans grooter geworden da-n- zij ooit was, met het vooruitzicht, dat da lrin vooreerst geen verandering te wachten is. Want instede van dat in de geheele wereld de hand met kracht aan den ploeg geslagen wordt, ter opbouw van het vernielde en ter herstel van het ver loren gegane, is allerwege zul'k een ontevredenheid, ja afkeer nopens den toestand ontstaan, dat geheele catego- riën van burgers, of zich aan den plicht om mede te werken tot veribeterin-g ge heel onttrekken, ofiwel elke verbetering met -ruwe hand tegenwerken en de maatschappij op het hellend vlak der zelfvernietiging voortstuwen. iHoezeer de nood dreigt te nijpen is ons uit tal van berichten van den laat- sten tijd bekend geiworden. De verschil lende oorlogsmaatregelen, waaronder de blokkade, de duiikbootbedreigin-g en tal van andere hebben den geregelden toevoer zoowel van levensmiddelen als grondstoffen, van veevoeder als kunst mest, van steenkolen als anderszins be let, en hoewel eenigenmate de aanvoer is begonnen, toen de grensbarrières zich minder muurvast om de landen slo ten, toch is overal nog groote behoefte aan de meest dringende benoodigdhe- den. Een der oorzaken, die elke verbete ring al van te voren belemmeren, is het feit dat in alle landen de arbeider-s on der den drang der steeds toenemende duurte telkens en telkens een hooger ioonstandaard afdwingen, welke I-oons- verhooging op haar beurt de duurte weder van alle artikelen doet toenemen. Aldus draait het economisch leven in een noodlottigen kring rond, met het resultaat dat het einde van duurte en schaarschte niet te voorzien blijft. Om slechts een enkel voorbeeld te noe men, dreigt de gelheele wereld dezen aanikamenden winter grootendeels van kolen verstoken te blijven, omdat de mijnwerkers behalve hooger loonen bij minder werk, bovendien telkenmale den artbeld nu een-s om deze dan weer om gene reden -neerleggen. De stakingsma- niet heeft ïiöh bovendien niet slechts tot de arbeiders bepaald maar ook de ondernemers, kleine kapitalisten, bezit ters van productiewaren en dergelijken aangetast. Het heeft er den schijn van of een ieder wien dit of dat heden ten dage niet naar den -zin uitkomt, zich aanstonds op de maatschappij gaat wreken door -haar zijn kracht en mede werking te onthouden. Tot welk een algemeene ellende deze allerverderfe- lij-kst-e nasleep van den oorlog nood wendig leiden moet en zal, ligt voor de hand en behoeft waarlijk nog niet in het -bijzonder betoogd te worden. Gm tegenover al deze naderende on heilen front te maken, is dunkt ons slechts één afdoend -middel aangewe zen. Dit -middel is reeds door den wak keren burgemeester van Neerlands tweede koopstad in weinig woorden aangeduid. Waarop thans niet alleen wij imaar ook alle andere volken aan -moeten sturen, is, te komen tot Een voud, Arbeid en- Organisatie. Deze drie moeten- de wereld van den rand des afgrond's afhouden en de toekomst der menschheid op veilige -banen leiden. De eenvoud 'in al onze levensbehoeften moet er toe leiden het grootst -mogelijke resultaat ra_et de minst mogelijke midde len te bereiken, de verhoogde arbeid moet ons de totaal uitgeputte of uiterst schaarsche voorraden weder doen -aan vullen, de organisatie -moet ons er toe brengen- geen onnuttig of onnoodig werk te verrichten, maar moet ons iee- ren -zoo te arbeiden, dat elk naar de mate zijner krachten en -positie het uiterste geeft en kan geven, waarop de m-aatscha-ppij recht heeft. Slechts dan, maar alleen ook dan zal des oorlogs nasleep met zijn ontreddering allerwe ge, met -zijn verslapping van plichtsge voel, -met zij-n afgrijselijke verminking van -alles -wat eens der -wereld hoogste heil en goed uitmaakte, -niet verder om zich heen grijpen, en zullen de toeko mende tijden niet nog angstwekkender, n-iet nog zorgvoller worde-n -dan de laatste jaren waren, waaraan de herin nering voorzeker elk weldenkend mensch niet anders dan met afkeer vervullen -moet. „Ja. Hij wist niet- waar het lag, maar de lust tot reizen was in he-m en zoo liet hij zidh drijven en zong, zooals hij al drijvende en zingende van Lake Le Bor-ge was gekoimen." „Dat wa-s vier weken geleden", zei Gale peinzend, „en hij heeft zijn „Nieu we Vaderland" nooit gevonden, wel?" „Neen. Wij hebben hem hier vast gehouden en het hem wel uit het hoofd gepraat." N-e-cia lachfe. „Die beste, grappige oude Poleon hij heeft me lief als een broeder." De man opende zijn lippen en sloot ze weer. alsof hij zich bedacht. Toen stond hij op, want hij zag van de ba rakken een slanke figuur in de blauwe unifonm op 'hen af-ko-men. Een oogen- bli-k keek hij nog naar den naderenden officier, toen kreeg zijn gelaat een harde uitdrukking en hij verdween in zijn magazijn. „Wel, wij hebben onze vlag geplant", zei de luitenant, terwijl hij op de on derste trede van de trap ging zitten. „Het is, of we ons geïnstalleerd hebben, om huishoudinkje te spelen." „Zijt gij lui „fik geloof het wel", zoo gaf hij toe. „Ik heb nooit tijd- gehad, om er over na te denken. Waarom „Gaat gij over onze menschen hier den baas spelen?" ging zij voort met een heel ernstig gezichtje. „Nee-n. Niet zoolang zij zich goed ge_ dragen. Eigenlijk weet ik niet goed, wat ik doen moet. Misschien kun-t u het mii zeggen." Zijn glimlach was bizond-er open en innemend. „Ziet ge, het is mijn eerste commando en mijn instructies Nederland en België. Men seint uit Brussel aan „de Maas bode" Naar aanleiding van de laatste ver klaringen van den Ned-erlan-dscihen ge delegeerde de Marees van Swindere-n in de Parijsche Conferentie, laat de „Nation Beige" zich uit Parijs melden, dat de onderhandelingen -op het d-oode punt zijn gekomen en men zioh er niet over'zou moete verwonderen indien de Belgische delegatie de onderhandelin gen afbreekt en een beroep doet op d-e Belgische en geallieerde openbare meen-lng. Anderzijds -meldt het blad in een hoofdartikel dat Holland bereid zou zij-n zich met België te ver-staain over een gébruiksreoht dat het alleenlijk in vredestijd op dcSchel-de zou mogen uit oefenen en dat Nederland, wat Limburg aan-gaat, met België bereid zou zijn te onderhandelen over een militair ver bond -dat ten laste der beide landen de verdediging van den rechteroever van de Maas ten noorden van Visé zou stellen. Het blad zegt, dat zulke voorstellen diepe verontwaardiging in België zullen wekken. Indien Holland zoo wei-nig ver zoenende neigingen toont, blijft onzen gevolmachtigden nog over om door energieke houding de eer en waardig heid van België te redden, hetgeen ook de eeni-ge wijze' zal zijn om zijne be langen te -verdedigen. De „Etoic" ver-neemt uit Parijs dat j Nederland in principe aanvaardt een i directe bespreking met België aangaan- de de verbeteringen, ia de com/mercieele 1 stelsels van de rivierwegen aam te bren- j gen, doch alle verzoeken verwerpt, welke de verdediging van België be- j oogen te verzekeren. j De Parijsche correspondent vam het „Hlbd." seint d.d. 21 Augustus i De correspondent van de „Temps" S tc Brussel beschrijft als volgt de -hou- zij-n nog ai vaag. Men verwacht van mij, dat ik de rechten der mijnwerkers bescherm en alle msdadigers gevangen nce-m, die wel zoo vriendelijk zijn, zich tc laten arresteeren en de zaken te re gelen. die voor de mijnwerkers zelf te moeilijk zijn." „Maar, dan zijt ge een politieman 1" zei Necia, waarop hij een leelijk gezicht trok. „Het gouvernement, in zijn wijsheid, wil, dat ik, een nieuweling, die dingen in orde maak, die te ingewikkeld zijn voor de man-ncn, die hun geheele leven hier aan de grens hebben doorge bracht." „Ik geloof niet, dat ge heel populair zult zijn bij onz-e menschen", zei Necia nadenkend. „Neen. Dat kan i-k al zien. Men heeft mij niet met muziek ingehaald en ik heb ook geen cadeaux gekregen- van de inwoners van Flambeau. Er blijft dus niets over dan de vrouwen, om een beetje van mij te houden en daar u d-e eeni-ge is in het kamp, zult u heel veel van me moeten houden, om de tekort komingen der anderen goed te maken." Zij zag hem goedkeurend aan. Zij hield vsji zijn jeugd, zoo zuiver en irisch en vreemd' in dit land, waar veel oude mannen zijn en de jonge oud zijn door vermoeienis en onf-berin-g, en ern- siig door de stilte der heuvels. Haar geheeie leven had ze doorgebracht on der mannen, die veel ouder waren dan zij, en, ofschoon zij hen geregeerd had ais een verwende Koningin, wist zij even weinig van hun sekse, als zij van de hare. Onbewust had het sterke jon- ding van Nederland De heftigheid der perscampagne in Nederland tegen Bel gië gevoerd, -heeft natuurlijk een krach tige repliek van Belgische zijde uitge lokt. Men is er te Brussel in het bijzon der verontwaardigd o-ver, dat sommige Nederland-sc.he bladen, met na-me de „H-aa-gsche Post", aan België het be staansrecht -betwisten en openlijk een verdeeling van het Land bepleiten. Men verbaast er zioh over, dat openbare lichamen in Nederland offi-cieele amb ten toevertrouwen aan activistische flaminganten, die n-aar Nederlandsch gebied heibben moeten vluchten. De correspondent spreekt verder van een pro-Belgische beweging in Limburg en wijst op het optreden van het Kamerlid Van Groenenciael. Vervolgens maakt hij gewag van de uittreksels uit de vertrouwelijke nota, in som-mige Nederlandsc'he bladen ge publiceerd met de on-derteekening van den Belgischen -minister van buiten- land-sohe zaken. De correspondent meent te weten, dat het bewuste stuk in een zin, waarop het aankiwarn en die bij de publicatie in Nederland is weggelaten, doelde op een noodzake lijke reactie tegen de uitwerking van Duitsche propaganda in Limburg. -Ik stel de vraag (aldus de berichtge ver van het ,,-Hlfod.") of het oogenblik niet gekomen is om een duidelijke uit eenzetting van 't Nederland-sohe stand punt te geven in de voornaamste Pa rijsche bladen, zoo n-oo-dig als betaalde advertentie voor het geval men wei gert het als communiqué op te nemen. In de huidige omstandigheden kan de publieke opinie in Frankrijk, partijdig ingelicht, niet anders doen dan zich tegen ons k-eeren. De typografen-actie. De hoofdbesturen van de drie werk geversorganisatie in de typografie 'heb ben gisterenmiddag aan het hoofdbe stuur van den Alge-me&nen Nederlamd- schen Typografenbond voorgesteld, de gerezen moeilijkheden te onderwerpen aan het beslissende -oordeel van een commissie .vain arbitrage. De commis sie zou worden samengesteld ais volgt: Drie leden, te benoemen door >de be sturen van de werkgeversorganisatie, waarvan twee werkgevers uit het typo grafisch bedrijf en drie leden, te benoe men door het hoofdbestuur van den A. N. T. B., waaronder twee werkne mers uit het typografisch bedrijf. Deze zes kiezen een zevende lid uit het typo grafisch bedrijf, die als voorzitter met stem fungeert. Aan deze commissie zou onder meer de vraag worden- voorgelegd, of de re denen, die vele gezellen, georganiseer- de-n in den A. N. T. B. meenden te heb ben om in „wilde" staking te gaan, zijn te billijken en of de werkgevers n-iet re delijk en billijk hebben gelhandeid. Een buitengewone raadsverkiezing. Zooals bekend heeft de regeering door een noodwet het mogelijk moeten maken dat de ge-meente Leeuwardera- d-eel ook een gemeenteraad kreeg. De uitslag der verkiezingen is nu ge weest dat gekozen zij-n 6 sociaai-demo- craten, 4 vrijzinnigen, 3 ant-i-r-evoluti- onairen, 1 ohrist.-ihistorisoh en 1 ka- tholiek. j Dat er -aan -het -nieuwe kiesstelsel nog vele gebreken kleven kan weer hieruit blijken, dat de vrijzinnigen met 748 i stemmen 4 zetels krijgen en -de recht- i sclie partijen -niet in het geheel 704 i stemmen 5 zetels, i ge leven in haar verlangd naar kame raadschap, en dit was het, waardoor zij zich aangetrokken voelde tot Poleon Doret die altijd een jongen zou blij- - ven en dit was 'het ook, wat haar i aantrok in- den jongen Ken-tuckiër dit, en iets anders in hem, wat d-e anderen I misfen. „Nu i-k er goed over denk", ging hij voort, „ik heb liever, dat u van me houdt, dan de mannen." „Natuurlijk", zei zij. „Zij doen alles, wat ik ze vraag allen, behalve va der, en ,,Dat is het niet", viel hij li-aar haas- tig i.n de rede. „Het is, o-mdat u d-e ee nige vrouw is in de plaats, omdat u zulk een verrassing is. Te denken, dqt ik midden in deze woestenij een meisje i zou vingen als als u, als de meisjes, j die ik thuis ken." „Ben ik ais andere meisjes vroeg zij gretig. ,,-Daar he.b ik zoo dikwijls over nagedacht." „Ja en n-een. U is verbazend 'conven- tioneel voor deze omgeving en ook ver rassend voor elke plaats. Wie i-s u W-aar is u vandaan gekomen Hoe is u hier gekomen „Ik ben precies wat ge ziet. Ik ben van de Staten gekomen, toen ik nog gedragen werd. Dat is alles, wat ik me kan herinneren." „Dus u hebt hier niet altijd ge woond „O, heere, neen Wij zijn hier geko men, toen ik nog heel klei-n was, maar den laatsten tijd ben ik weg geweest, op sciio-ol." „Een kostschool, zeker?" JAARVERSLAG KAMER VAN KOOP HANDEL. (Vervolg en slot.) Binnenlandsche handel. Over het centraalbureau van het plaatselijk telefoonnet der Algemeene Telefoon-Maatschappij, voorheen Rib- bink van Bork Co. alhier, werden 488.237 gesprekken gevoerd, tegen 644.814 gesprekken gedurende 1917. Het getal aangesloten perceelen be droeg op het einde van het jaar 293 te gen 290 op 31 December 1917. Uit de medegedeelde cijfers blijkt, dat het correspondentschop le klasse der Nederlandsche Bank zeer nuttig werkt. In het boekjaar 1918 werd een som van ƒ8.016.125 bankpapier in spe cie verwisseld, tegen 6.766.505 in 1.917 en werden 407 stuks assignaliën behan deld tot een bedrag van 1.450.069.75, tegen 572 stuks assignatiën tqt een be drag van 1.462.304.35 in 19lT,w" Van het verwisselde bedrag werd aan specie en zilverbons afgegeven ƒ909.660 en ontvangen 1.009.430, tegen resp. ƒ731.430 en 762.070 in het vorige jaar. Omtrent de electrische tram wordt gemeld De opbrengst van het personenver voer was 153.473.175, tegen in 1917 126.122.651/2 die van het goederen vervoer ƒ4.768.675 tegen 3.264.42'/2 in het voorgaande jaar. Opbrengst per dagkilometer ƒ40.58, tegen 33.15 in 1917. Omtrent het vervoer door de maat schappij tot exploitatie van Staats spoorwegen, ontleenen wij het navol gende aan het verslag over 1918 Vertrokken reizigers over het station Vlissingen met gewone kaarten bin- nenlandsch verkeer le klasse 3.820, 2e kl. 20.451, 3e kl. 60.944 idem recht- streeksch verkeer le kl. 3, 2e kl. 37, 3e kl. 127 met retourkaarten B.V. 3e kl. 43. Totaal binnenlandsch verkeer 85.258 rechtstreeksch verkeer 167. Aangekomen reizigers te Vlissingen met gewone kaarten binnenlandsch ver keer le kl. 4.115, 2e kl. 19.266, 3e kl. 102.443 rechtstreeksch verkeer le kl. 1, 2e kl. 6, 3e kl. 98 met retourkaarten B.V. 3e kl. 352. Totaal binnenlandsch verkeer 126.176 rechtstreeksch ver keer 105. Aan de werkplaats der maatschappij alhier waren gemiddeld 80 ambachts lieden verbonden. Dagelijks waren 13 locomotieven in dienst, terwijl 442 rij tuigen en 1344 wagens werden hersteld. Het verwerkte bedrag aan onderhoud van locomotieven bedroeg 16.508.24 aan voertuigen en wagens ^29863.45*/2 tegen 76.798.31 in 1917. Buitenlandsche handel. Ook dit jaar werd de toestand bij het gemeentelijk havenbedrijf geheel be- heerscht door den oorlog. Slechts enkele maanden vóór het uit breken van den oorlog nam de gemeen te het havenbedrijf over van de Kon. maatschappij „de Schelde" 't gemeen telijk havenbedrijf heeft dientengevolge nog niet anders als oorlogsjaren ge kend. Van dat standpunt gezien was de toestand van het bedrijf gedurende het afgeloopen jaar niet onbevredigend. Kaai- en liggelden werden geheven van 30 zeeschepen, metende te samen 96.088 M3. (in 1917 50 schepen meten de 132.743 M3.), van '181 binnensche pen metende 196.729 M3. (1065 meten- ■'Mxanvse&r&yW «wiwwt «L*<Eb - T. Hierop lachïe zij luid. „Neen, dat niet. Ik ben n-aar de Missie geweest. Vader Barnum heeft mii vijf jaar les gegeven. Een dag vóór u ben ik weer thuis ge komen." Zij deed hem geen vragen, want reeds den vnri-gen dag had zij alles van he-m gehoord, wat zij weten wilde door een ouden korporaal, die graag praatte. Zij had géhoord van een familie Bur rell. wier naaim door het-geheele Zuiden bekend was en dat Meade Bu'rrei van den Frankfort-tak afst-aimde, den tak, die soldaten had geleverd. Zijn vader h d met Lee gevochten en een ooim was nu i.n dienst te Washington. Van moe ders zijde waren er ook velen bij het ieger, maar de Meades had-den de zee gezocht. De oude soldaat had haar veel meer verteld, waar-van zij weirijg be greep had haar verteld van de zuster ?an -den jongen man, die den geheelen weg van Kentucky was gekomen, om afscheid te nemen van haar broeder, toen hij van San Fransisco vertrok hij had haar verteld van de vele vrienden van den luitenant in Washington en van zijn- familienaam en familie-eer. Meade Burrell was ongetwijfeld een pracht van een jo-nigmgensch in de oogen- van zijn korporaal en voorbestemd om tot hoo- ge eer te geraken, zoo-ais de andere Burrells vóór hcim gedaan hadden. De oude soldaat had haar verder zoo on derzoekend aangezien en er bijgevoegd dat de Bu-rreils beken-d waren „als ge vaarlijk voor de Vrou-wen." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1919 | | pagina 1