f rouw
iet geieia «en ie vsorstad
stbode
WOENSDAG
AUGUSTUS,
ssiere.
jkster
ENSTBÖDE
NS t MEISJE
Maatschappij m
Qsmwaart
Jij,
[burg
1919-
BINNENLAND
FEUILLETON
189
:mg schrijfmachine en
irwèrkzaamheddn
ïder No. 25, bureau
ant".
e v r a a g d een net
als Cassière te wor-
j.
zijn: gotde hand
en goed kunnende
nco brieven letter C.,
Courant".
scheri} „TRIO", Ketk-
vraagt zoo spoedig
flinke
lonlijk te vervoegen
n 12 en 2 en 6'j uur.
VAN LEEUWEN,
87, vraagt tegen 1
s. ec-ne flinke
Ie meiden 's avonds
Mej. VERHAGE,
24.
gevraagd om den
behulpzaam te zijn.
in" Vlissingen—'Ter-
r. f 4.— per week.
deiburg,Gra-.enftiaat
bellen).
n, Middelburg
otterdam,
irtrek in Augustus
V. Kotl
1 ""l""
7—
t
7.-
V. Midd.
7-
7.-
7.'-
7-
gen wordt des mot-
tvaren.
te bekomen
N.V. Transport en
l v.h. Erven G. VOS t
B. EENHOORN
IOOSTERHOUT:
Gebrs. BUITEN-
ISCHER1J.
rhe Stoom Cheni.
jrij en Ververij
lolhardïng".
lBEYERMAN.
Telefoon 50.
IRLEIDING.
■WATERLEIDING
■SCHAPPIJ,
lt 2. Telefoon 64
laratie van binnen-
Sanitaire Artikelen.
iNDELAREN.
1 AARTSEN.
lenstraaf 62.
d. Eist Bueno,
Itill. Likeuren. Lim.
fl.Vi MERMAN,
aat 8. Tel. Int. 46.
loor zuivere Bor-
|jnen en Advocaat
dj,
IARDENTUIG ERIJ.
jlHMELZER.
It 9.
|Rcis-, School- en
Reparatie-inr
lEEPSTUlGERlJ.
PB ENS ZONEN
Tel. 290.
en Aannemers-
lerialen.
CHUIT- EN
\NKETBAKKERIJ-
JRWAARDER
laat A 50, Souburg,
voor Banket, Bitter-
Frou en allerhande
lime sort Bonbons.
pOLONIALE
COMESTIBLES.
AOND Lzn.
fctraat A 83.
I, annex Meiksaloro
afé-Biljard.
ADVERTENTIE PRIJS
Van i4 regels 0.80 voor iedere
regel meer 20 cent bij abonnement spe
ciale prijzen. Reclames 40 cent per regel.
Dienstaanbiedingen en dienstaanvragen 10
cent per regel, bij contante betaling.
Familieberichten van 1—6 regels 1.30,
iedere regel meer 20 cent.
ABONNEMENTS PRIJS
Voor Vlissingen en gemeenten op Wal
cheren 1.85 per drie maanden. Franco
door het geheele rijk ƒ2.20. Week-abon-
nementen 14 cent Afzonderlijke nummers:
3 cent
De souvereiniteit van de Schelde.
Naar aanleiding van het telegram
door den Algemeenen Bond van het
Belgiscih loodswezen alhier gezonden
aan de Belgische afgevaardigden te Pa
rijs zie het desbetreffende bericht in
ons vorig nummer schrijft de „Midd.
Courant" o.a. het volgende
Wij beweren dat de bestaande rege
ling van de scheepvaart op de V/ester
Schelde, (gegrond op het tractaat van
1839 en uitgewerkt in de overeenkomst
van 1842), van toen af, en zeker sedert
den afkoop van den Scheldeiol in 1863,
tot aan de onderwerping van België
door de Dbitschers in 1914, géén be.
lemmering voor de ontwikkeling van
de handelsvaart van België heeft opge
leverd, en dat het volkomen onwaar is,
dat voor die ontwikkeling de Belgische
souvereiniteit over de Schelde en over
het kanaal van Terneuzen „onmisbaar"
is.
Wij beweren, dat de handelsvaart
over deze rivier naar Antwerpen en
Gent, volkomen vrij was, en dat een
Belgische souvereiniteit over die rivier
niets meer aan die vrijheid zou kunnen
toevoegen.
Wij tarten de Belgische loodsen te
Vlissingen om ook maar één feit te
noemen. waardoor, tengevolge der be
staande regeling een handelsschip niet
naar Antwerpen of Gent voer. Voor de
vredesjaren is er niets van dien aard te
noemen en toen de groote oorlog kwam
waarin ook België gesleept werd, is
wel door ons, ter wille van onze eigen
veijigheid, de vredestoebakening ver-
vaiigen door een oorlogSbetonning, al
leen aan Nederiandsche beambten be
kend, zoodat de Belgische loodsen geen
dienst meer konden doen maar toch
is de vaart op Antwerpen en Gent
voortdurend geopend gebleven. De Bel
gische loodsen weten even goed als wij
dat in Augustus en September 1914 ge
regeld handelsschepen naar en van
Antwerpen over de Wester Schelde
voeren. Dat de Duitsühers daarna er
niet hetzelfde gebruik van maakten, lag
louter aan de heerschappij der Entente
op zee en niet aan de regeling op de
Schelde.
Eén ding is waar wanneer Neder
land in oorlog komen mocht, dan kan
het de heele scheepvaart op de Schelde
afsluiten. Het zal echter van de om
standigheden afhangen 'of het dat doen
zal.
Ataar behalve dat geldt dat niet
voor ieder achterland Geldt dat ook
niet voor Duitschland ten opzichte van
de uitwegen die langs de groote rivie
ren door ons land loepen En denkt
iemand er aan daarom de Duitsche
souvereiniteit over die rivieren te vra
gen Nog sterker geldt dat ook niet
voor de scheepvaart oo de Schelde voor
zoover die ook op Enansch gebied be-
door OTTO ELS fKR
vaarbaar is, voor 't geval België in oor
log komt Geldt dat niet voor alle
achtergelegen staten aan een rivier
aan de Elbe, aan de Donau, aan de
Congo, aan de Plata-rivier, enzoovoorts
zoodra een vóór gelegen staat in oorlog
komt
Nergens ter wereld heeft men alleen
voor dit eene mogelijke geval een vol
komen souvereiniteit van de achterge
legen staten over den heeien stroom ge-
eisoht.
En nu we die andere voorbeelden
noemen, zij nog dit gezegd
Nergens ter wereld bij dergelijke ri
vieren die door meer dan een land
stroomen, heeft men een scheepvaart
regeling, zoo gunstig voor het achter
gelegen land, ais op de Wester-Schelde
het geval is voor België.
Nergens als op'de Schelde heeft men
een gemeenschappelijke commissie voor
de bebaskemng en het onderhoud van
het vaarwater. Nergens zijn de bepa
lingen zoo gunstig voor de vissoherij
op de rivier door onderdanen van het
achtergelegen land, oo,k al wonen zij
niet aan de oevers der Wester Schelde.
Nergens heerscht zoo'n volkomen ge
lijkheid ten opzichte van het loodswe
zen.
Diezelfde Belgische loodsen in Vlis
singen, die nu in Parijs de' Belgische
souvereiniteit over de W. Schelde als
onmisbaar vorderen, bewijzen- door hun
aanwezigheid in Vlissingen, dat er te
hunnen opzichte bepalingen geiden die
men elders niet vindt. We zullen niet
alle verdragen nagaan betreffende de
andere bovengenoemde rivieren, maar
wie dat werk doen wil, zal, dit verze
keren we, tevergeefs zoeken naar een
bepaling, die dezelfde vrijgevigheid
heeft ais art. 1 van het tweede regle
ment van 1842, luidend
Het zal ter keuze staan van elk
schip, hetwelk zich van uit volle zee
naar 'België of Van België naar volle
zee langs de Schelde of het kanaal
van Terneuzen begeeft, om een Ne-
derlandschen of Belgischen loods te
namen en dientengevolge zal het aan
beide landen vrijstaan om langs den
geheelen loop der Schelde en aan
haren mond de loodsdiensten te ves
tigen die voor het verschaffen der
Aoodsen noodzakelijk zullen worden
geoordeeld."
En bovendien is er no's speciaal recht
voor vestiging van een 'Belgische lood-
sen-administratie te Vlissingen.
Durven ide Belgische loodsen te Vlis
singen volhouden dat een Belgische
souvereiniteit op de Wester Schelde
hun méér rechten ten opziohte van hun
dienst zou geven, dan zij nu al heb
ben
En dan ten slotte nog iets, waar
over wij in Nederland misschien anders
denken dan de Belgen, maar dat ons
toch van het hart moet.
Loodsen zijn staatsambtenaren. En
nu zouden wij in Nederland het zeer
onigeiwenscht en zeer ontactvol vinden,
wanneer 'n groep Nederiandsche amb
tenaren in het buitenland gevestigd,
zich openlijk ging mengen in een inter
nationaal. geschil ten nadeele van het
land waar zij gevestigd waren. V/at
zouden de Belgen wel zeggen, wanneer
de Nederiandsche consuls in België een
telegram naar den Haag zonden en in
de pers publiceerden, waarin zij er op
aandrongen, om bijv. de Maas op Bel
gisch gebied onder Nederiandsche sou
vereiniteit te brengen ten. einde de wa-
teraftapping te kunnen regelen rraar óns
believen We gelooven dat er heel
gauw van de Belgische overheid een
waarschuwing aan die ambtenaren zou
komen om hun tot rust te manen, wil-
den ze geen aanleiding geven tot onge-
wenschte wrijving.
Er staat in het Loodsreglement van
1842 een voorschrift, volgens hetwelk
de loodsen van beide natiën „alle
aanleiding tot botsing en alle reden tot
wederzijdsche klachten zorgvuldig be-
hooren te vermijden." Maar laten dan
de Belgische loodsen in Vlissingen zoo
tactvol zijn om niet te gaan. ageeren
oo een wijze die voor hun Nederiand
sche omgeving niet anders dan hinder
lijk móet'zijn.
De algeheele onthouding der Belgi
sche loodsen bij het Naerebout-feest,
dat dan toch in hoofdzaak een loods-
feest was, leek velen kenmerkend voor
de heersohende stemming. Het is te
wenschen, dat de Belgische loodsen
verder alles zullen vermijden, wat die
stemming slechter kan maken.
35
De spoken uit zijn avontuurlijk leven
lieten hem niet met rust ze vervolg
den hem tot in deze idyllische eenzaam
heid ze grijnsden hem aan met spot
tende gezichten ze sloegen hun klau
wen in zijn hart, zoodat hij het soms
wel had willen uitgillen van geheimen
angst. Vooral het bloedige spook der
vermoorde oude vrouw in het eenzame
huis van den Hazenhoek verscheen hem
zoowel in wakenden toestand als wan
neer hij sliep. Het liet hem geen rust,
deed hem in zijn slaap zuchten en steu
nen en de oogen sluiten, wanneer hij
wakker was. Ais hij nog maar iets had
kunnen doen I Als hij maar weer het
avonturiersleven van vroeger had kun
nen leiden Dan zou hij zeker wel heb
ben kunnen vergeten. Maar hij was een
zwakke, ziekelijke man, die niet eens
voor het onderhoud van- zichzelven en
zijn edrtgenoote kon zorgen en> dit aan
zijn vrouw moest overlaten.
Thans kunnen we weer eenigen
tijd onbezorgd leven, zei mevrouw
Wera glimlachend.
En dan begint het gevaarlijke spel
weer van voren af aan, antwoordde de
baron op somberen toon. Jij moet je
opnieuw afbeulen och, het ware be
ter geweest, da! ik maar aan de ziekte
overleden was, dan hadden we beiden
rust.
Spreek zoo niet, Arthur, zei Wera
opgewekt. We hebben tot dusver nog
geen gebrek geleden en zoolang ik ge
zond en sterk blijf, zal het gebrek verre
van. jou blijven.
Je bent een goede vrouw, Wera.
Nog iets, venv.olgde deze, ik heb
groeten aan ie over te brengen, ik ont
moette op de promenade meneer von
Flatau.
Dat was zeer onvoorzichtig van je!
Ik kon hem niet ontwijken. Hij
herkende mij en kwam naar me toe. ik
zei hem onzen aangenomen naam dat
deed hem wel aenigszine verbaasd
staan maar dat hij ons verraden zal,
geloof ik niet. Hij wil je binnen e.nkele
dagen bezoeken:
Neen, neen slechts dat niet Ik
zal hem niet ontvangen. Wat moet ik
hem antwoorden-, als hij vraagt, waar
om wij zoo plotseling verdwenen Ik
wil niemand uit dien tijd weerzien
niemand, hoor je
Ik hoor het wel, maar ik begrijp
niet, waarom je Flatau niet ontvangen
wilt. Hij is onze vriend, hij zal ons niet
verraden.
Wie kan dat weten
De bel bij Het tuinhek weerklonk. De
baron schrikte op.
Daar is hij ai fluisterde hij. Ik
kan hem niet zien. Zeg hem, dat i.k ziek
te bed lig.
Ais ik goed zie, zei de barones
glimlachend, is het slechts een commis
sionair, die het dienstmeisje een brief
overhandigt. Stel je gerust meneer
De besprekingen te Parijs.
De redacteur van „de Maasbode" te
Brussel seint
Een diplomaat heeft aan den Parij-
schen correspondent van de „Nation
Beige" over de besprekingen te Parijs
het volgende medegedeeld
De besprekingen worden op ernstige
en hoffelijken -toon gevoerd. De eerste
Nederiandsche afgevaardigde, de heer
van Swinderen, heeft van het begin af
a an-gepoogd de besprekingen binnen
dejjPenzen van het besluit van Juni te
houden, maar de heer Segers wees er
op, dat het wenschelijk was, dat de
commissie alles zou hooren wat met de
kwesties in verband stond. Alle gedele
geerden hechtten hun goedkeuring aan
de laatste opvatting. Uit de verklarin
gen van Segers, die drie zittingen in
beslag namen, spreekt een indruk, wel
ke ook niet aan de gedelegeerden is
ontgaan, dat België in de economische
kwesties geen voldoening kan krijgen
zonder territoriale oplossingen. De
lieer Orts, die over de politieke en mili
taire kwesties sprak, heeft in dat ver
band ook op territoriale oplossingen
gewezen. Zonder dat zou men halve
maatregelen nemen en wanneer men op
het punt van territoriale oplossingen
zou aarzelen, zou men de kiem voor
moeilijkheden laten.
De commissie heeft op zeer sympa
thieke wijze de uiteenzettingen aange
hoord. De Nederiandsche afgevaardig
den gaven door scherpe gestes of door
gemompel herhaaldelijk hun reserves of
protesten te kennen.
Volgens den correspondent zou het
antwoord der Nederiandsche afgevaar
digden nog deze week volgen.
De correspondent van de „Indepen-
dance" meldt daarentegen dat het nog
wel een dag of tien zal duren, daar de
Nederiandsche afgevaardigden zich
eerst in verbinding moeten stellen met
hunne regeering.
De gunstige indruk voor België,
waarvan ik reeds vroeger sprak zoo
zegt de correspondent heeft zich na
de politieke uiteenzettingen van den
heer Orts, waarbij ook de zand- en
grintkwestie en het doorlaten der Duit
sche troepen door Limburg ter sprake
kwamen, nog versterkt.
Bij de uiteenzettingen van den heer
Orts waren de Nederiandsche afge
vaardigden minder opgewonden dan
tijdens de verklaringen van Segers, zoo
zegt de correspondent, die ook verno-
-BgTÜPJ 1 .'IT—I..—
von Flatau zal niet komen- zonder voor
af bericht te zenden. Wel, Marge-
rifha, wendde ze zich nu tot'het Itali
aan sc h e dienstmeisje, wat was er
Het meisje gaf de barones een brief.
Een. commissionair heeft hom daar
pas gebracht, signora, antwoordde het
meisje. Antwoord was niet noo-dig.
't is goed.
Het dienstmeisje verwijderde zich.
Mevrouw Wera maakte het couvert
open, doch nauwelijks had ze een blik
op het schrijven geworpen, of er ont
snapte een zachte kreet van schrik aan
haar lippen en ze werd bleek.
Wat is er vroeg de baron onge
rust.
Ziedaar lees zelf de brief
komt van meneer von Flatau.
De baron las haastig de weinige re
gels, die Flatau geschreven- had.
Zie je wel, zei hij daarna met een
van ontroering bevende stem, dat je
onvoorzichtig was, toen je je door Fla
tau liet herkennen Nu kunnen we on
zen reisstaf weer opnemen.
Het is verschrikkelijk Zullen we
dan nooit rust vinden
Op deze aarde niet meer, ant
woordde de baron op doffen toon.
Hij verzonk in somber gepeins, ter
wijl de barones zenuwachtig heen en
weer liep.
We moeten weg riep ze eindelijk.
Maar waarheen Waarheen
Laten we voorloopig naar Genua
gaan, besliste de ba-ron. Dan moeten
we verder zien: Misschien- heeft men
ook daar reeds de politie op de hoogte
gebra-aht -en men ontvangst ons met
men heeft, dat de onderhandelingen nog
minstens twee maanden zullen duren.
Nederland en België.
Mr. W. J. L. van Es schrijft in „de
Toorts"
„Dat Engeland en Frankrijk eenige
ver-mindering hunner bewapeningen
hebben aangekondigd is meer schijn
dan wezen. De Duitsche vloot bestaat
niet meer, du-s kan En-geland gerust
zijn, het Duitsdhe leger wordt tot 100
5 duizend man gereduceerd. Niettemin
zal Engeland den dienstplicht voorloo
pig aanhouden en keert Frankrijk terug
tot een tweejarigen dienstplicht die tot
1913 voldoende werd geacht om het
Duitsche leger van toen te weerstaan.
Verre van de bewapeningen te ver
minderen, heeft men in Engeland dus
grooter bewa,pening dan vóór den oor-
log en behoudt Frankrijk hetzelfde leger
op oorlogsvoet, al wordt om zijn funes
te economische gevolgen de vredesvoet
verminderd door de lichtingen niet drie,
maar slechts twee jaar onder de wa
penen te houden
En wat zien wij in België Verre van
te verminderen, wordt een geweldig le
ger voorbereid. De contingenten wor
den we! is waar op vredesvoet terug
gebracht, maar tot het vastgestelde ma
ximum per lichting, terwijl dit jaar de
lichtingen- 1914, 1915 en 1916 worden
opgeroepen, dus 300.000 man onder de
wapenen zullen staan, terwijl in 1920,
5 1921 en 1922 aanhoudend 200.000 man
j op de been zulle-n zijn.
Men zal dit motiveeren ais door de
medewerking aan de bezetting van den
linker Rijnoever geboden, doch neemt
het niet weg, dat daarin geen spoor te
bekennen is van de verwachting dat
men den Volkenbond au sérieux neemt.
Terwijl Duitschland 100.000 man
troepen mag hebben en kanonnen,
vliegtuigen enz. moet uitleveren, zal
België 300.000 man op de bee„ houden,
afgezien van de milloenen zijner bon-d-
genooten. Als verdediging te-gen
Duitschland is een dergelijke millioe-
nen-troepenmacht onzin.
Het zijn deze troepen, die Holland tot
zijn vernedering zullen brengen, en die
aan de onderhandelingen te Parijs
kra-cht moeten bijzetten en die het Bel
gisch annexionisime aan zijn zijde heeft.
Dit alles was ons bespaard, indien
wij 't ontstaan van den Volkenbond als
voorwaarde had-den gesteld voor het
aangaan van minnelijke besprekingen.
Van minnelijke onderhandelingen is
geen sprake, zooiang wij niet vrij terug
kunnen treden. Wij onderhandelen met
mill-ioenen bajonetten tegen ons, die
onzen wil zullen verlammen:"
De ex-keizer.
In het Engelsche Lagerhuis heeft Bo-
nar Law, in antwoord op een vraag be
treffende de berechting van den gewe
zen keizer, in hef bijzonder of er stap
pen waren gedaan bij de Nederiand
sche regeering in verband met zijn uit
levering, verklaard, dat er niets kon
worden toegevoegd aan hetgeen reeds
vroeger van regeeringszijde was ge
zegd. Het antwoord op het laatste ge
deelte van de vraag (omtrent stappen
tot uitlevering) was ontkennend.
De Parijsche „Temps" meldt dat een
j berichtgever van hef persbureau Havas
j naar Amerongen geweest is, die heeft
kunnen doordringen tot het verblijf van
den ex-keizer. De berichtgever heeft de
j zekerheid gekregen dat de vroegere
monarch nog niet is geïnterviewd.
open armen, voegde hij er ironisch
laahend bij. We zijn- nu eenmaal ge
zochte lieden.
Scherts niet zoo wreed, Arthur.
Maar je hebt gelijk, hier kunnen we op
den duur toch niet blijven. O, hemel,
waarheen moeten we ons toch wenden?
We zuilen in Genua wel- een
stoomboot vinden, die ons naar het
Oosten brengt. In- de straten van Kon-
stantinopel zal men ons spoor wel ver
liezen.
Ja, dat zal het juiste zijn. ik ga
nu heen om onze ba-gage te bezorgen
cn kaarten voor den trein te nemen.
Doe dat maar blijf niet te lan-g
weg. Het is zoo vreeselijk, hier hulpe
loos en- alleen te zitten.
Ik kom spoedig terugZe
haastte zich in huis. De baron bleef al
leen achter. Hij speelde met het geld,
dat nog voor hem op de tafel lag
eindelijk streek hij het bij elkaar en
verborg het in- den binnenzak van zijn
jas, dien hij zorgvuldig dichtknoopte.
Nu verzonk hij weer in zijn somber
gepeins Jiij sloot -de oogen, die hom
piin deden en dommelde wat voort. Hij
kon ongeveer een uur zoo gezeten heb
ben, toen hij plotseling uit zijn lichte
sluimering opschrikte, 't Was hem, als
of een zwarte gestalte hem naderde, die
on zijn borst ging zitten en hem dreigde
te doen stikken. Met geweld trachtte
hij zich vrij te maken en opende de
oogen. Stijf van schrik bleven ze ge
richt op den eenvoudig in donker cos-
tuum gekleeden inan, die voor hem
st-ond, en glimlachend een buiging
maakte.
Alle in de pers gecirculeerd hebbende
berichten over uitlatingen, na het slui
ten van den wapenstilstand den ex-kei
zer in den mond gelegd, kunnen dan
ook aldus zegt genoemde corres
pondent als zuiver verzonnen wor
den beschouwd, omdat, als de keizer
een of andere geautoriseerde verkla
ring zou hebben afgelegd, hij niet meer
in Amerongen zou zijn, nog ergens an
ders in Nederland. Ik kan namelijk ver
zekeren, dat een van de belangrijkste
voorwaarden, waaronder de gastvrij
heid aan Wilhelm li werd toegestaan,
deze was, dat hij zich gedurende zijn
verblijf in Nederland zou onthouden
van eenige openlijke communicatie met
de buitenwereld. Én ik kan er, op grond
van de stelligste verzekeringen, aan
toevoegen, dat de ex-keizer dit consig
ne nog niet overtreden heeft. Et volgen
dan eenige bijzonderheden omtrent de
dagindeeiing van den vroegeren
„Kriegsherr"
's Morgens halfacht staat Wilhelm II
op en gaat dadelijk na het ontbijt hout
hakken. Dit duurt tot den middag. Van
twee tot vier wandeling door het park.
Daarna geeft een kamerheer hem een
overzicht van de bladen en uittreksels
uit de correspondentie, die, naar het
schijnt, onder censuur staat van den
Commissaris der Koningin in die pro
vincie. Na het diner wordt er geconver
seerd en soms kamermuziek gemaakt.
Om elf uur gaat de ex-keizer te bed.
De geruchten, die in het buitenland
omtrent zijn gezondheid de ronde doen,
zijn absoluut verzonnen. Het is bijv.
niet waar, dat de ex-keizer neurasthe-
nicus is. Hij ziet er oud uit, maar dat
komt in hoofdzaak door den baard,
dien hij lang heeft iaten groeien hij
heeft zich sedert 7 December niet meer
laten scheren en die wit als sneeuw
is. Hij geeft den indruk van een stil
mensch zonder ongerustheid. Inderdaad
is hij overtuigd, dat niet alleen geen
uitlevering zal plaats hebben, maar dat
die ook niet zal aangevraagd worden.
Dat is ten overvloede ook de mee
ning van alle Nederlanders, nl. dat uit
levering niet zal plaats hebben. Zij ver
klaren eerstens, dat de geallieerden de
aanvraag daartoe niet zullen kunnen
doen voordat het vredesverdrag is ge
ratificeerd, maar zij gelooven ook, dat
zelfs dan nog de geallieerden niets zul
len wagen. De publieke meening in Ne
derland zal zich, voor het overgroote
deel, verzetten tegen de uitvoering van
dezen maatregel en dat niet zoozeer uit
sympathie voor den schuldige dan wel
uit nationalen trots en onafhankelijk-
heidsgevoel.
De ex-kroonprins.
Zondag jl. woonde de voormalige
Duitsche kroonprins met een adjudant,
alsmede de burgemeester van Wierin-
gen en zijn gezin, de godsdienstoefe
ning bij in het Evangelisatie-lokaal
„Rehoboth".
De heer Stavinga, voorganger van
„Rehoboth", sprak naar aanleiding van
Matth. 22 vers 21 b „Geef den Keizer
wat des keizers is en Gode wat Gods
is."
Een voor Wieringen groote schare
was bij de godsdienstoefening tegen
woordig.
Rijst
In verband met de klachten over on
toereikende voorziening in de bejjoefte
aan rijst welke hem in den laatsten tijd
ter oore kwamen, heeft de minister van
landbouw enz. aan de gemeentebestu-
Wat wilt u Wie bent u
De vreemde glimlachte weer vrien
delijk.
Ik heb immers de eer, zei hij,
meneer von Harting voor mij te zien
Dat is mijn ncuam.
Of zou ik mij vergissen, vervolg
de de vreemde glimlachend, en baron
von Kesseltorink voor mij hebben
Meneer
De hand van den baron tastte naar
de bel, die naast hem op tafel stond en-
waarmee hij zijn vrouiw of de bedienden
bij zicth placht te doen komen. De
vreemde echter iegde de hand op zijn
arm.
- Laat voorioopig de bel rusten,
meneer de baron, zei hij thans ernstig.
Me dun'kt, het is beter, dat we onze
aangelegenheden hier eerst eens alleen
bespreken.
Ik heb met u niets te bespreken.
Ga heen
Het spijt mij, dat ik aan uw uit-
n odiging niet voldoen kan. Maar hier
hebt u mijn kaartje -
(Hij legde het kaartje op de tafel en
de baron las met ontzetting den naam
van den politic-commissaris Madeiung.
Weet u nu, welke aangelegenheid
mij tot u voert, meneer de baron
vroeg deze.
Ik weet inderdaad niet... stamel
de de baron. Ik sta onder bescherming
der Fransche wet
(Wordt vervolgd.)