S ON GEN mis 1919 TELLING RELD Qiensthade 3© JULI. Het geheim van de voorstad toneel" uur uur e f 0.25 TseI. (biedingen aanvragen. ie de irfist Arbeid en Herstel. FEUILLETON BINNENLAND ER. Mag edrlj ven op trée 40 ct. ivolen. 130 bureau „Viiss. I. V. v./b. Qebr. IP, Donkersteeg raagt voor haar en half Augustus nnende koken en luigen voorzien, enz, schriftelijk nader overeen te rden. Maafssiiappii w nvsart Middelburg terdam. rtrekin Juli y.Midd j 7. Koti 7-1 - 7~i 2*~ wordt des mor ren. bekomen •V. Transport en h. Erven G. VOS B. EENHOORN OOSTERHOUT, ■Gebrs. BUITEN- VLISSIMGSCHE lij Ézs Sayrsnt behoort een Bipspei. ADVERTENTIE-PRIJS. Van 14 regels ƒ0.80 voor iede*s regel meer 20 centbij abonnement speciaie prijs. Reclames 40 cent per regei. Dienstaanbiedingen en dienst- aanvragen 10 cent per regel, bij con tante b dating. Familieberichten van 16 regels f 1.30, iedere regel meer 20 cent. ABONNEMENTS-PRIjS Voor Viissingcn en gemeenten op Walcheren 1.85 per drie maanden. Franco door het geheele rijk 2.20. VVeek-abonnementen 14 cent. Afzon derlijke nummers 3 cent. indien wij de teekenen des tijds niet misduiden, dan is de wereld haar sta dium van genezing ingetreden. Nog wel aarzelend en zwak, gelijk een na zware ziekte herstellende, doch niettemin is het herstel begonnen. Inderdaad, het is een zware ziekte, welke gansch de we reld thans achter den rug heeft, een ziekteproces van jaren en waarvan het aantal doorgeworstelde dagen en ban ge nachten niet te tellen is geweest. Lij dende aan verschillende kwalen, heeft de rampspoed de wereld op velerlei wijze dermate bezocht en gekweld, dat men nog de handen in verbazing mag ineenslaan, over het feit, dat de onder gang niet geheel en al, de vernietiging niet volkomen is geweest. Meermalen heeft de menschheid zich in deze jaren op den rand van een afgrond bevonden en mogen wij ons zeiven gelukkig prij zen, dat in de branding der ontketende volkshartstochten en in de felle koorts hitte van volkerenhaat en verdelgings- lusten, nog ten slotte is overgebleven, wat wij rondom ons in de wereld aan schouwen. Thans echter is dat groote ziektepro ces doorstaan, en onmiskenbaar heeft bet tijdperk van herstel, van genezing en, mag het zijn van terugkeerende weivaart, een aanvang genomen. Naar mate evenwel de wonden dieper in het lichaam der maatschappij zijn gesla gen, naarmate het groote leed der vol ken schrijnend was en de rouw van mill'ioenen en millioenen groot, naar diezelfde mate zal ook het herstel en de genezing moeilijk en van langen duur zijn. Dat zij met ontzaggelijke moeilijkheden gepaard gaat, dat erva ren wij reeds thans in hooge mate. Die moeilijkheden zijn zoo groot, dat voor ons onzijdig geblevenen, het oppervlak kig beschouwd nog niet zooveel onder scheid uitmaakt, of wij al dan niet een toestand van oorlog of vrede om ons heen aanschouwen. De onfzaggetijke duurte van de voor ons levensonder houd meest onontbeerlijke waren, is na een kortstondige periode van prijs- tèruggang opnieuw in een stadium van prijsstijging, althans niet van merk baar belangrijke daling gekomen. Bo vendien nemen de belastingen eer, zoo ontzaggelijke vlucht, dat men zich ter nauwernood kan voorstellen, dat zij in oorlogstijd anders zouden zijn. Het blijkt thans meer en meer, dat door OTTO EESTER 20> Op dit oogemblik vloog de hon:d met een woedend geblaf op Van der Jong aan, die verschrikt achteruit stoof en het dier met zijn wandelstokje van zich af trachtte te honden. Maar de hond werd daardoor slechts te woedender met een lieesch, huilend geblaf vloog hij om Va'n der Jiong heen, ontweek vlug de stokslagen en hapte naar de beenen van den verschrikten man. Roep den hond terug, meneer schreeuwde hij Paul toe. Deze riep en floot, maar Bello hoor de niet en thans deed hij een sprong en sloeg zijn scherpe tanden in het onder been van Van der Jong,zoodat deze luid gilde van pijn. Met geweld trachtte hij zich van het dier vrij te maken maar de hond was als raizenri telkens op nieuw wierp hij zich o.p zijn tegenstan der, verscheurde hem de kleeren en beet telkens in zij,n been, totdat Paul hem aan den halsband had gepakt en hem vain den half bewustelooze los rukte. Dat is een infaam beest, stamelde Van der Jong, die doodsbleek was en uit verse li eiide ii bijt- en krabwonden bloedde. r de wereld aanzienlijker verarmd is dan aanvankelijk verondersteld werd en dat om tot een meer gferegelden gang van zaken te komen, niet alleen een lange tijd noodig is, maar dat ook in dien tijd met inspanning van alle krachten zal moeten worden gearbeid. En wel gearbeid niet alleen door enkele cate- goriën onder de staatsburgers, rnaar door allen, geen enkele uitgezonderd. Arbeid en nogmaals arbeid, dat moet het parool zijn der komende tijden. De wederopbouw van liet wereldgebouw van welvaart en geluk eischt ons aller medewerking van hoofd en handen. Nu, doet zich sedert eenigen tijd het be treurenswaardige verschijnsel voor, dat een groeiende tegenzin in het dage- lijksch werk bij zeer velen overheer- schend begint te worden. Meer loon bij minder arbeid, wordt door dezulken niet slechts als een bereikbaar ideaal nagestreefd, maar hetgeen zij doen, verrichten zij met een dermate geringe energie en arbeidslust, dat hetgeen zij produceeren in alle opzichten minder is, dan het kon zijn. Dit gebrek aan energie doodt alle opgewektheid tot arbeiden en doet aan de productie aan zienlijke schade. Op zichzelf mag dit reeds te betreuren zijn, het valt dubbel te bejammeren, nu juist een groote productiviteit voor het wereldherstel allernoodzakelijkst is. Het is waar, dat velen in en door den oorlog rijk geworden, geen fraai voor beeld geven. Zij meenen nu op hunne snel verdiende lauweren kalm te kun nen rusten, het aan anderen overlatend om het herstellingsproces tot stand te brengen. Wie niet werkt, aldus is altijd geleerd, zal niet eten. Hun doen en la ten schijnt echter daarmede in volko men tegenspraak te kunnen en te mo gen i^jn. Dit is verkeerd. Want werken is plicht. Vooral in deze 'tijden moet de bevoorrechte tot het inzicht komen, dat van zijn geld te leven, en nog tot ernstigen arbeid in staat te zijn, al heel weinig eervol is. Niemand, wien het aan de noodige lichaams- en geesXes- krachten ontbreekt, mag zich aan den duren plicht der gemeenschap onttrek ken. Zoo .hij als meer ontwikkelde kan arbeiden, dan vindt hij daartoe op ruime schaal volop gelegenheid. De wereld heeft thans evenzeer behoefte aan werkers met den geest, als aan ar beiders met de hand. De eene categorie is haar even welkom als de andere, en arbeid is thans hoogste plicht zoo goed voor de niet-, als voor de wèi met stof felijke goederen bedeelden. Wanneer derhalve ook de bevoor rechten onzer medemenschen met volle kracht aan het genezingsproces mede werken, dan kan het niet anders of daarvan moet een gunstige invloed uit gaan op de kringen der energie-loozen en zullen ook dezen zich tot meer pro ductieven arbeid voelen aangespoord. Het droevige verschijnsel der onophou delijke werkstakingen, is almede een onderdeel van het aan ziektekiemen nog maar al te rijke liqjiaam der men- schelijke samenleving. Ook hierin moet, wil het genezingsproces voorspoedig duurzaam zijn, een algeheele wijziging komen. Voorzeker is de arbeider zijn loon waard, doch niettemin is het een Hoe zal ik mij toch verontschul digen De honid doet anders niemand kwaad. U zult er voor moeten boeten, meneer 1 riep Van der Jong toornig, Ecnlge passanten waren intusschen biijiven staan en een politie-agent trad nader. Wat is er gebeurd? vroeg hij. De hond van dezen heor heeft mij aangevallen, zei Van der Jong, nóg al tijd bevend. U ziet, hoe ik toegetakeld ben ik eisah, dat ge dien heer arres teert. Misschien is de hond dol. lik moet naar de kliniek voor hondendollheid ik maak dien heer voor alles aanspra kelijk voor alle schade, die er kan ontstaan. Ik bid u, méneer Van der jong, nam Paul het woord, Mc zal u alles vergoeden iik bapirijp zelf niet hoe het mogelijk is de hond Heeft een voortraffelijken neus, bracht doctor Vogler er tussohen in. Misschien heibt u den hond eens mis handeld, meneer Aljeimaal orezin Ik ken den rak ker heetónaal. niet. Agent, doe uw plicht Nu ja willen de heeren mij maar naar het bureau volgen, opdAt we procesverbaal van het gebeulde kun nen opmatten vroeg de agent beleefd. Ilk beihoef toch zeker niet mee te gaan vroeg van der Jong. In mijn toestand Ik moet u toch verzoeken wel mee te gaan. Hef is immers ook niet ver. onafwijsbare eisch, dat het bedrijf ook het loon kan opbrengen. Geschiedt dit niet, en reeds tal van groote en kleine- industrieele ondernemingen in Duitsch- iand en elders zien zich daartoe niet bij machte meer, dan is het èn met de werkgevers èn met de werknemers ge daan. Dit mogen vooral zij bedenken, die meenen dat aan de opvoering tot in het oneindige van den ioonstandaard paal noch perk behoeft te worden ge steld. l'fet grootste gevaar toch, hetwelk het economisch herstel van het zoo zwaar geteisterde Duitschland in den weg treedt, is juist daarin gelegen. Het is een eisch voor alle.weldenken- den en strevers naar een geordende maatschappij, om als één man front te maken tegen het nog immer uit het Oosten dreigende Bolsjewisme met zijn ziekelijke en tevens wreedaardige ken merken. Niet met opnieuw haat te zaai en en vernietiging te beoogen wordt het hersteliingsproces der wereld ge diend, doch met eendrachtig arbeiden en met het betoonen van een goeden wil. Niet met geweld te plegen maakt men zich dienstig aan het ziekbed van een uit zware krankheid langzaam be terende, maar door met liefde en om zichtigheid op 1e treden. Zoo gaat het aan de sponde onzer dierbaren, zoo gaat liet eveneens aan de legerstede van de zich moeizaam, maar toch, naar wij hopen en verwachten mogen, uit ernstige en langdurige krankheid zich liersteilende maatschappij. Dienstvoorwaarden spoorwegpersoneel. Bij Kon. besluit van 17 Juli 1919 is een staatscommissie ingesteld wleke zal onderzoeken welke wijzigingen (het re glement bevattende de dienstvoorwaar- den voor (het spoorwegpersoneel, met uitzondering van de loonregeling, be hoort te ondergaan en den minister van waterstaat daaromtrent van advies zal dienen. In die commissie zijn benoemd tot lid en voorzitter, mr. M. W. F. Treufo, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, te 's-Graverehage tot lid en ondervoorzitter mr. J. B. Peyirot, lid van den Raad van Toezicht op de spoorwegdiensten, te 's-Gravenhage tot lid en secretaris L. Slagter, referen daris bij het departement van water staat, te 's-Gravenhage tot leden J. Augusteyn, hoofdcon ducteur te Zwolle J. G. 'Batkcstein, agent Oip de stations, te Utrecht mr. dr. K. 'H. 'Brijen, secretaris der Maat schappij tot Exploitatie van Staats spoorwegen, te de Bilt mr. Oh. F. P. Bodemeijer, referendaris "bij den alg. nen dienst (e Utrecht E. C. W. van Dijk, hoofdingenieur, adjunct-chef van den dienst van weg en wenken, te Bift- hoven P. de Haan, commies centrale controle, te Utrecht D. A. van der Laan, afdeelingschef iste klasse, te .Amsterdam mr. H. van Mianen, secre taris der iHo.llandsch.ee IJzeren Spoor wegmaatschappij, te Amsterdam P. Moltmaker, voorzifter van de "Neder- landsche vereenig'mg van spoor- en tramwegpersoneel, te Utrecht en J. J. P. Nivard, commies stationsdienst, te 's-Rertogenbosch eei»en .ander onder bepaling, dat van de 'bovengenoemden zij, die in dienst van de spoorwegmaat schappijen of van een vakvereeniging Daar bij de poort is het bureau de afstand bedraagt geen driehonderd sohreden. Nu, voorwaarts dan. Men begaf zich op weg. Ook dr. Vogler ging mee om als getuige te dienen.. Paul had moeite den hond vast te houden deze bromde en liet de tanden zien en zou, als zijn meester hem niet bij den halsband had vastgehouden, zioh weer op zijn vijand hebben ge worpen. Zoo kwam snen op het bureau en werd voor den commissaris gebracht, 't Was een heer van middelbaren leef tijd met een zwaren knevel en verstan dige scherpe oogen. Van der jong wilde dadelijk met zijn aanklacht beginnen. Pardon, meneer viel de commis saris hem in de rede. I'k moet eerst de personalia opnemen. De beide heeren uit deze stad ken ik meneer Bran- des, architect, en advocaat dr. Vogler, nietwaar Beiden bogen toestemmend. Mag ik nu uiw naam weten, me neer wendde de bcamibtc zich tot Van der Jong. Een oogcnbllk draaide deze met het antwoord, maar toen richtte hij zich fier op-en zei Jan van der Jong uit Amsterdam. Schijnbaar verrast keek de commis saris oft. Vervolgens haalde hij een brief uit een vak o.p zijn schrijfbureau en logde dien voor zioh, doch bedekte zijn, van rechtswege ophouden lid der commissie te zijn, zoodra zij niet meer in dienst der maatschappijen of vak verenigingen mochten zijn. De minister voornse.md, is gemach tigd, naar gelang van belioefie, een of meer adjunct-secretarissen aan de com missie toe te voegen Bepaald is a. dat de oitlmissie, wanneer dit voor het volbrengen van haar opdracht noo dig is, zich kan verdeelen in sutb-com- missiën Ib. dat de commissie en de uttjiaar midden gevormde sub-commissiën de vrijheid ihebben oim de voor liet vol brengen van haar taak noodige inlich tingen in te winnen, In. het bijzonder bij de directiën -der spoorwegmaat schappijen, bij de hoofden der verschil lende takken van spoorwegdienst, bij allien, die verder spoorwegdienst ver richten en bij de door deze gevormde vakvereenigi regen, alsmede om belang- hebbenden uit ihet personeel te hooren, j en dat aan bedoelde vakvereenigingen i gelegenheid zal worden gegeven om j aan de commissie van haar wenschen j te doen blijken c. dat de commissie haar uit te bren gen rapport zal vaststellen bij meerder heid van stemmen, met dien verstande, dat ieder lid het recht heeft zijn gevoe len, indien het van dat der meerderheid afwijkt, voor zoover 'het niet kortelijk in het rapport kan woirden opgenomen, in een afzonderlijk raipport kenbaar te maken. Overwerk van ambtenaren. Bij Kon. besluit is ingesteld een commissie aan welke wordt opgedra- j gen te beoordeelen of er termen be- staan tot Ihet betalen van overwerk j aan ambtenaren en eventueel den maat- i staf voor berekening van het overwerk j aan te geven. De vervolging van den ex-keizer. Naar aanleiding van het debat in het Hoogerhuis over den ex-keizer, schrijft de „Daily News" Lord Curzon's rede heeft de klacht van het proces tegen den keizer weer een bedrijf verder ge bracht. Wij maken uit de rede op, dat al moet de keizer terechtstaan en wil terechtstaan in Engeland, deze plech tigheid toch niet in Londen zal plaats hebben omdat dit 'n verstoring van ons openbaar leven na zich zou slepen en aanleiding zou kunnen geven tot ru moerige uitingen van een of andere zijde. Men wil de zaak rustig afdoen in een of anderen achterhoek, zonder dat den beschuldigde gelegenheid zal worden gegeven onaangename toonee- len te veroorzaken. Waarschijnlijk zal het volgende, dat we te 'hooren krijgen, nu wel zijn, dat de keizer bij verstek zal terechtstaan. De opperste raad der geallieerden heeft thans besloten, dat Beflhman Holl- weg niet in de plaats van den gewezen keizer terecht kan staan. tigen niet verlof zijn gezonden, zonder echter gerechtigd te zijn, deze militaire Weeding tijdens hun verlof te dragen. Een uitzondering maken hierop hét paar militaire schoenen en het stel on- derldeeiding, dat aan de na II Novem ber met onbepaald (klein) verlof ge zondenen in eigendom is gegeven. In verband hiermede heeft eerstge noemde minister aanleiding gevonden de betrekkelijke Legerorder aan te vul len in dien zin, dat de in die order be doelde militairen niet alleen gestraft kunnen worden, maar ook voor eenigen tijd extra onder de wapenen kunnen ge roepen worden. De minister van binnenlandsche za ken heeft, door tussdientomst van de Commissarissen der Koningin namens hem de burgemeesters doen uitnoodi- gen hun medewerking te verleenen, opdat door de gemeentepolitie op de naleving toezicht worde uitgeoefend. Dit toezicht zal kunnen betreffen liet dragen van de lakensche bovenikteeding (overjassen, jekkers, mantels, veldjai- sen, pantalons en c.q. beemwindsels). Aangezien militaire schoenen, zijn ge distribueerd en bovendien een stol on dergoed aan de met onbepaald verlof vertrekkende militairen zijn geschon ken, zal toezicht op het dragen daar van niet doenlijk zijn. Eveneens is dit 'het geval m-et werk- kleedireg, dat na buitendienststelling in het openbaar verkocht is geworden. Volgens de zienswijze van den waarne mend opperbevelhebber vare land- en zeemacht ware, ter bereiking van het beoogde doet, aan de gemeentepolitie op te dragen om alle personen, die, of schoon kennelijk geen militair in gewo nen dienst zijnde, een of meer der be doelde militaire kleedingsfukken dragen aan te houden. De aangehoudenen zou den vervolgens voor de politte-autori- teit zijn te geleiden, ten einde zich om trent de herkomst van die Weeding te verantwoorden. Afgescheiden van het fesultaat van dit onderzoek, kan de zooeven omschreven maatregel door zijn preventieve wenking er toe bijdra gen, dat het door burgers dragen van militaire Meeding spoedig een einde zal nemen. Wanneer de aangehoudenen militairen zijn, ware zulks door de po litie mede te deelen aan de betrokken konpscommamdanten. Dragen van burgerkleeren door militairen. De minister van oorlog heeft zijn ambtgenoot van binnenlandsche zaken medegedeeld dat het dragen van mili taire kieedingstukikeri door personen, die hiertoe niet gerechtigd zijn, een groote omvang heeft aangenomen.Voor een belangrijk deel zijn deze Weeding- stukken door militairen in dienst ont vreemd of verduisterd (z.g. zoekge raakt), voor een ander deel zijn het kteediregstukken waarmede dienstplich hem met de hand, Hebt u een legitimatie vroeg hij. j Ik ben niet gewoon, mijn papieren j altijd en overal mee te steppen, ant- wo.ordde Van der Jong brutaal. Ik ben j gast van baron von Kasselbrink me j dunkt, dat is voldoerede om mii te !e- git-imeeren. Misschien, meneer, zei de commis saris met een oremankbaar lachje, dat in zijn knevel verloren ging. Maar wil len de heeren nu vertellen, wat er ge beurd is? Begin u maar, meneer Van der Jong. - ik deed mijn morgenwandeling, toen dit beest, zonder dat ik hem op eenjgerlei wijze geplaagd had, op mij aanvloog en mij in den toestand bracht waarin u mij ziet. Merkwaardig inderdaad. U kent den hond niet Neen. U hebt hem misschien eens gesla gen, Zoo iets vergeet een verstandige hond niet. Ik heb het beest nooit gezien. Hm aan wien behoort de -hond? Aan mij, meneer de commissaris, antwoordde Paul. ik kan niet anders doen dan mijn diep leedwezen over het gebeurde uitspreken en verklaar mij tot elke schadeloosstelling bereid. Goed. goed. Was de hond anders ook gevaarlijk. Neen. Ilk zou gaarne even willen opmer ken, zei dr. Vogler, dat d'e hond vroe ger aan de vermoorde juffrouw Kien- Geen rijst. De Nederiaredsche Kruidemersbond heeft den minister van landbouw tele grafisch een protest gezonden tegen den inihoud van het officieele bericht, waarin wondit beweerd, dat het pulbliek bij winkeliers geen rijst kan bekomen, niettegenstaande de vereereiging van rijstpelters geregeld rijst aan grossiers en winkeliers aflevert. De Bond zegt, dat de winkeliers nog geen rijst hebben ontvangen en wijst er voorts op, dat bijv. de grossierden) de Nederlandsc.he Kruidenier met nieer dan twee duizend leden, 25 baal rijst is toegewezen. De Bond verzekert dat den winkeliers dus niet de minste blaam treft. De nieuwe Zegelwet De verhoogmg van het kwitantie zegel tot 10 cent voor de bedragen bo ven 10 gulden gaat reeds 1 Augustus a.s. in. Wij maken onzen lezers nog maals attent op het gevaar dat men loopt bij niet nakoming van dit voor schrift. Zij, die nog plakzegets van 5 cent in voorraad hebben, kunnen daar van twee exemplaren gebruiken, ter wijl op de gestempelde kiwifantiën een meier toebehoorde. Hm zei de commissaris. Maar dat is interessant. Dr. Vogler wendde zijn oog naar Van der Jong, die daar trotsch en bru taal stond. Maar zijn gelaat was bleek en tusschen zijn wenkbrauwen ver toonde zich een don/kere plooi. De moordenaar der vrouw, ver volgde Vogler, terwijl hij Van der Jong stijf bleef aanzien, heeft den hond toen een ernstige wonde toegebracht en een oog uitgeslagen misschien is de hond daardoor zoo bijtachtig gewor den. Dat is heel goed mogelijk, zei de commissaris. Welnu, we zullen het dier in bewaring houden en het door den districtsveearts op zijn gezondheids toestand laten onderzoeken. En nu zou rk van het voorgevallene procesver baal willen opmaken, wanneer de hee ren tenminste de zaak niet in der minne willen schikken. ik ben daartoe bereid, zei Van der Jong plotseling. Paul haalde verlicht adem. lik dank u, meneer Vhn der Jong, en verklaar mij ooik gaafree tot een schikking bereid. Toch zou ik gaarne nog eerst een proces-verbaal laten opnemen, nam dr. Vogler het woord. Er kunnen later uit dit geval verwikkelingen voortkomen, die men thans nog niet alle overzien kan. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1919 | | pagina 1