HET PLEEGKIND m^a 14a DONDERDAG 19 JUNL KAMEROVERZICHT. FEUILLETON "N binneIvland" «3. VUSSINGSCHE COURANT ADVERTENTIE-PRIJS Var, 14 regels 0.80 voor iedere regel meer 20 centbij abonnement ipeciale prijs. Reclames 40 cent per regel. Dienstaanbiedingen en dienst- aanvragen 10 cent ner regel, bij con tante betaling. Familieberichten van 16 regels f -.30, iedere regel meer 20 cent. ABONNEMENTS-PR1JS Voor Vlissimgen en gemeenten op Walcheren: ƒ1.85 per drie maanden. Franco door het geheele rijk 2.20. V/eek-aibonnementen 14 cent. Afzon derlijke nummers 3 cent. DE „ZEELAND" BLIJFT Deze heugelijke tijding bereikte on gisterenmiddag uft den Haag en hebben wij nog in een groot gedeelte van onze oplaag kunnen opnemen, terwijl wij het tevens door aanplakking aan ons bureau hebben bekend gemaakt. De minister van waterstaat heeft het in de Tweede Kamer medegedeeld en bij de behandeling van het wetsontwerp tot de verbetering van onze haven heeft zelfs geen enkel lid der Kamer aange drongen op verplaatsing naar den Hoek van Holland. Het dreigend gevaar is dus afgewend. D nk zij vooral de krachtige actie welke onmiddellijk werd gevoerd nadat ui gelekt was geworden welke piar.nen bestonden tot het verplaatsen van onze nationale lijn, Is de regeering overtuigd geworden dat van harentwege nimmer tot deze verplaatsing mag wor den medegewerkt. Nadat hier het officieel bericht uit 's-Gravenhage bij het gemeentebestuur was ontvangen, werden onmiddellijk van hei stadhuis, St. Jacobstoren en openbare gebouwen de vlaggen uitge stoken en het muziekgezelschap „Ons Genoegen" heeft des avonds een vreugde demonstratie door de stad gehouden waarbij duizenden en duizenden tegen woordig waren. Nu het gevaar is afgewend pas! het zeker wel een woord van welverdiende hulde te brengen aan ons gemeentebe stuur dat, zoodra bekend werd dat er booze plannen bestonden ten opzichte van de „Zeeland", al het mogelijke heeft gedaan om deze ramp te helpen voorkomen. TWEEDE KAMER. Vergadering van Woensdag. Vrijdag krijgt de heer Oud de gele genheid om zich eens met den minister van marine te onderhouden over het personeelvraagstuk bij de vloot. Zijn in terpellatie terzake is dan aan de orde. Het za belangwekkend zijn te verne men hoe de jeugdige minister zich voorstelt het hopelooze vraagstuk op te lossen. Vóór dat de gewone agenda werd voortgezet, waren een zestal ontwerpen aan de orde. Bij het eerste, het aan- 117) „-Neen, dokter, ik bezit niemand o,p de wereld als een dochter en deze kent mij niet, want zij werd onmiddellijk na hare geboorte uit mijn armen gerukt. Gij ziet, doikter Rocke, dat ik alleen en hulpeloos op de wereld sta, wanneer gij u mijner niet aantrekt." „En dat zal ik, mylady ja, de Voor zienigheid heeft mij niet zonder reden tot u gevoerd. Ik zal van den heer de St. Mcry beslist uwe invrijlheidsstellirog vorderen. Wil hij daaraan geen gevolg geven, dan zal ik mij tot de justitie wende en luidde en openlijk verklaren, dat gij uiw volle verstand hebt en men zal, men moet u vrijlaten. Ik heb een goede moeder en een lieve bruid, waar gij liefdevol zult opgenomen worden. Tot haar zal ik u brengen en dan zult gij onze vreedzame woning in de ber gen van Virginië met ons deelen." „In de bergen van Virginië her haalde de dame met blijde verrassing. „Ach, Virginië is ook mijn vaderland, zij 't dan ook mijn tweede. Doch luister. Ik zal u mijn geschiedenis vertellen." „Mylady", hervatte Traverse, „gij zult in mij een oplettenden toehoorder vinden." „Mijn vader," begon de dame, „be hoorde tot den Franschen adel en stierf, toe» ik nog geen dertien jaar oud was vragen van geld o^a. voor gratificaties aart enkele ambtenaren, verzette de heer Beumer zich tegen het n,iet-zuinig uitdeelen van toelagen. Omdat de sa larissen voor ambtenaren bij den crisis dienst hooger zijn dan die aan de de partementen wordt geld gevraagd om deze laatsten toelagen te geven zoolang de crisisdienst bestaat. Erg doorslaand is dit argument niet en. de heer Beumer legde zidh er bij neer mits voor het vogend jaar geen toelagen nveer wor den gevraagd. iBij een wijziging van de woningwet klaagde de heer Hermans zijn nood over de trage afdoening van aanvragen voor bouwen. Burg. en Weth. van Am- ham bijv. laten deze liggen als het geen mooie knusse woningen zijn en als de architect geen man van beteekenis is. Een bepaalde vareeniging had ander half jaar moeten wachten en daarom een half millioen meer moeten uitge ven. Hij vroeg daarom den Minister nu eens een circulaire uit te vaardigen aan de gemeentebesturen ten einde deze tot voortvarendheid aan. te zetten. Het wetsontwerp strekt om de Commissie van Bijstand te wijzigen in 'n Woning- raaid, die al Ihet technisch werk van het departement zal afdoen Nu zal het van een slakkengang heusch een hazen- spoed woonden. Aldus beweert de mi- nisier en de heeren moesten nu maar eens even waohten, dan zullen zij wat zien gebeuren De verbetering van de Vlissingsche haven deed den heer De Muralt een uitvoerig betoog houden over de kwes tie van de verplaatsing van de maat schappij „Zeeland". Hij heeft daarover reeds schriftelijke vragen gesteld en deze herhaalde hij tihans. Ze waren de ze zijn de spoorwegdirecties van plan een andere route dan die over Vlissin- gen Hebben zij daarover overleg ge pleegd met de Regeering Bewijst het aan de orde stellen van dit ontwerp, dat de Regeering de verplaatsing niet wil bevorderen Wil het zeggen dat de verbetering noodig is ook al gaat de „Zeeland" heen Hij laakte scherp de houding der spoorwegdirecties die al leen eigen belang dienen en niet het algemeen belang. Indien de Minister geen bevredigende mededeelingen deed, wenschte hij de Kamer te laten uitspre ken, dat zij de overplaatsing van de „Zeeland" niet gewenscht achtte. Zoover kwam het niet, want wat reeds bekend was deelde de Minister van waterstaat mede, dat de Regeering haar medewerking tot verplaatsing nooit zal verleenen. Te groot zijn de nationale en gewestelijke belangen die daarbij verbonden zijn, dan dat dit zal geschieden. Met haar subsidie heeft de Regeering de beslissing in handen. Met den aanleg van een marinehaven heeft dit ontwerp niets te maken. 't Is jammer dat deze minister 'haast onhoorbaar spreekt. Misschien vertelde hij nog wel meer belangrijks, doch het is niet te verstaan. De wering van schadelijk vleesch en vleeschwaren werd na eenige discussie goedgekeurd. Meer discussie lokte de personeeie belasting-wijziging uit. Het voornaam ste daaruit is het schrappen van de grondslagen haardsteden en rijwielen en het opnemen van de 'pleziervaartui gen en biljarten. Voorts worden de ta rieven en tabellen gewijzigd. Deze belasting is feitelijk niemand sympathiek. Ieder heeft 'wel eenig be zwaar tegen één der grondslagen. Zoo had de heer Dresselhuijs bezwaar tegen in nooddruftige omstandigheden, want de revolutie had ons vermogen ver zwolgen. In hetzelfde jaar had ik ook nog het ongeluk mijn moeder te verlie zen en zoo stond ik als wees in de wij de wereld. Een vroegere bediende van ons, die ondertussehen portier in een hotel geworden was, trok zich mijner aan. Ik woonde bij den 'portier en ging door als zijn kind. Onider de veie vreemdelingen, die in 't hotel gehuis vest waren, bevond zich ook een jong, rijk Virginiër, die voor zijn genoegen in Parijs was. Hij heette Eugène Lenoir... „Lenoir riep Traverse ten hoogste verrast. „Eugène Lenoir zegt gij „Ja, die naani schijnt u bekend te zijn „Dat is zoo, mylady... doch ga voort, als ik u verzoeken mag." „Eugène Lenoir was een man van uitstekende hoedanigheid. Hij bezat het edelste hart van de wereld en muntte uit door fijne vormen. In het voorbij gaan kwam hij vaak in de kamer van den portier om naar het kleine meisje te vragen, waarin hij een bijzonder wel gevallen had. De jonge Amerikaan had medelijden met mijn treurig lot en met goedvinden van mijn pleegouders kreeg hij een soort voogdij over mij en deed mij op een der beste kostscholen van Parijs. Daar bezocht hij mij vaak om naar mijn vorderingen te vragen. Den dag, dat hij kwam, beschouwde ik als de gelukkigste dag van mijn leven, want ik beminde hem gelijk een kind zijn ouderen broeder, gelijik een kind zijn vader. Zoo bleef ik meerdere maan de belasting op de pleziervaartuigen, omdat die de zeilsport tegenwerkt de heer J. Ter Laan wenschte meer pro gressie in de schalen in de tarieven. Heel ver zocht de heer Kruijt het. Hij hield historische beschouwingen over het belastingwezen in het algemeen en over deze 'belasting in het bijzonder. Natuurlijk had hij zeer groote bezwa ren tegen de personeeie belasting, die uitgaat van de fictie dat er een ver houding bestaat fusschen vermogen en vertering. Nergens elders bestaat er naast een vermogens- en inkomsten belasting nog een personeeie belasting. Minister De Vries ziet in de zeilsport een groot element van vermaak en weelde en daarom moet ze maar wat opbrengen. Een herziening der classi ficatie achtte de Minister noodig maar ze moet wachten op .meer normale tij den. VERBETERING DER HAVEN TE VLISSINGEN. In de gisteren gehouden zitting van de Tweede Kamer kwam aan de orde het wetsontwerp tot verbetering van de haven te Vlissingen. De algemeene be schouwingen werden geopend. De heer De Muralt zeide dat de af voering van dit wetsontwerp te Vlis singen groote consternatie had gewekt, omdat men daarin zag de bevestiging van het gerucht omtrent de verplaatsing van de stoomvaartmaatschappij „Zee land". Spr. heeft daaromtrent vragen gesteld, die echter nog niet zijn beant woord. Overigens acht Ihij het niet noo dig dat die maatschappij aanblijft om de buitenhaven te verbeteren. Spreker vraagt of het juist is, dat de directie der H. IJ. S. Al. op yerplaatsing van j den stoomvaartdienst aanstuurt, of daarover met den minister overleg is gepleegd, of de afvoering van het ont werp daarmede verband hield en- of de wederplaatsing van ihet ontwerp op de agenda bewijst, dat de regeering zich tegen die verplaatsing zal verzetten. Wel heeft ide minister van landbouw zich daarover reeds uitgelaten bij de opening der tentoonstelling te Goes, doch spr. wenscht een officieeie verkla ring. Nog vraagt spr. of mag worden aangenomen, dat ook, al wordt de dienst verplaatst, >de werken voor de haven nog noodig zullen zijn. In een interview van het „Handelsblad" heeft •de heer Kretschinar van Veen zich •eenigszins laatdunkend over de Zeeuw- sche belangen uitgelaten en het doen voorkomen of de verplaatsing der „Zeeland" eigenlijk al toeslist was. Spr. noemt die uitspraak nog al ge waagd en acht dit een argument voor ■spoedige toehandeling zijner motie over staatsexploitatie der spoorwegen. Vele •Kamerleden zijn voorts blijkbaar niet bekend met 'de venhouding tusschen de maatschappij „de Schelde" en den 'Staat. Die maatschappij dient geholpen, juist in Ihet belang der sohatkist. Bij onvoldoende diepte der haven kan de maatschappij belangrijke opdrachten niet uitvoeren. De Kon. iHollandsche Lloyd, die zoo tevreden was oVer de „Frisia", bij „de Schelde" gebouwd, moest een schip van meer diepgang in een Engelsche haven laten bouwen. Ook de Rotterdamsche Lloyd zal schepen van grooteren diepgang elders j •moeten laten aanbouwen. Zoo zal de maatschappij ten slotte te gronde gaan. De maatschappij heeft echter te allen ti'de het recht alles over te doen aan den Staat tegen de aankoopwaarde, on der de nooidige afschrijvingen. De te- den o,p de kostschool, totdat hij mij op zekeren dag zei, dat hij afscheid nemen moest. Hij had een brief gekregen, dat zijn vader ernstig ziek was de kinder plicht riep hem naar huis. Ik brak in tranen los, mii van hem te scheiden scheen mij orumoigelijlk. Ik viel. hem om zijn hals en zwoer hem mij niet te ver laten. „Wanneer gij onverbiddelijk ver trekken moet", riep ik, ,neam mij dan mee, want ik kan zonder u niet leven". Eugène Lenoir, door deze woorden ge roerd, willigde in op één voorwaarde, indien ik namelijk zijn vrouw wilde worden. Met vreugde gaf ik miin ja woord en eenige dagen later verlieten we ais een jonggetrouwd paar de kust van Frankrijk. Toen we in Amerika aankwamen, was de vader van mijn echtgenoot dood. Krachtens Ihet testament trad Eugène in het bezit van het groote vermogen, dat de overledene had na gelaten. Onder de velé goederen van mijn echtgenoot, verkozen wij het zoo genaamde „Spookhuis" tot onze woon plaats. Daar leefden wij afgezonderd van de wereld, zulk een oneindig ge luk had ik mij nooit voorgesteld, mijn echtgenoot was mijn alles, mijn leven Hij beminde mij met al de teederheid van zijn edel hart, hij leefde alleen voor mij, ik alleen voor hem. Daar vernielde een bliksemstraal bij heideren hemel ons jeugdig geluk. Eugène was o.p jacht gegaan, twee uur later bracht men mij zijn lijk Hij was door een onbekende hand vermoord, op klaar lichten dag in zijn eigen boseh, honderd genwoordige waarde wordt thans op 3 millioen geschat. De Staat zal dan_ech- ter voor dit bedrag een failliet bedrijf over te nemen krijgen. Daarom dient bij de verbetering der haven rekening gehouden ,met de belangen van „de Schelde". Dit punt komt niet voldoende in de stukken uit. Spr. treedt vervolgens in technische bijzonderheden omtrent de plannen tot verbetering. Dit plan, van dr. Lely, is het ei van Columbus, en 'houdt met alle belangen rekening. Spr. kan zich daarmede uit technisch oogpunt volkomen vereenigen. Spr. wenscht voorts zekerheid, dat de aanneming van dit ontwerp in geen enkel opzicht zal vooruitloopen op den aanleg van een marinehaven. Hij wil geen cnlkele nieuwe uitgaaf voor de defensie voteeren, zoolang niet vast staat, in welke richting zich het defen siewezen over de gaheele wereld zal ontwikkelen. Spr. 'kondigt in tweeden termijn de indiening aan van een motie, welk'e zal luiden De Ka/mer, van oordeel, dat het in venband met gewestelijke en ge meentelijke belangen niet gewenscht is, dat de maildienst van de Koninklijke stoomvaartmaatschappij „Zeeland" wordt verplaatst van Vlissingen naar eiders, gaat over tot de orde van den dag. Door een bevredigend antwoord op zijn vragen kan de minister echter indiening van die motie voorkomen. De heer Heemskerk acht het ge wenscht, dat vaststa, dat men bij deze gelegenheid geen sprong in het duister doet en dat het geld voor verbetering van deze haven goed is besteed. Tot dusver werd Vlissingen alleen als door voerhaven aangemerkt. Tihans echter, nu het ook 'beschouwd wordt als aan loophaven, gaat het een goede toe komst tegemoet. Tot dusver is men te schriel geweest voor de haven. Zelfs indien de maatschappij „Zeeland" aan Vlissingen werd ontnomen, zou spr. deze plannen toejuichen. Het terrein, aangegeven voor berg- of marinehaven, zou spr. zien bestemd voor industrie- haven. Doch dit is toekomstmuziek. De heer Bongaerts acht ook, onaf hankelijk van het lot van de „Zeeland" en „de Schelde" verbetering der Vlis singsche haven gewenscht. Tot nu toe is aan de buitenhaven niet voldoende aandacht gewijd. Spr. vraagt of de minister niet met hem van oor deel is, dat een beslissing over dit wetsontwerp niet praejudicieert op den aanleg van een verbindingskamaal met „de Schelde" en op den aanleg van een marinehaven. Spr. acht de tihans geko zen oplossing, om een zelfstandige bui tenhaven aan te leggen in plaats van de binnenhaven te maken tot buitenhaven, volkomen logisch. De heer Fruytier acht hier een zuiver rijksbelang aanwezig, waarom het on gemotiveerd is de gemeente o.m bij dragen te vragen. Desnoods zou spr. nog iets gevoelen voor bijdragen, van. de provincie. De heer De Monté ver Loren acht het daarentegen volkomen logisch, dat de belanghebbende gemeente en de pro vincie .bijdragen in de kosten van dit werk. Mocht echter vaststaan, dat de „Zeeland" haar eindpunt zou verplaat sen, dan zou spr. op dit oogentoiik de uitgaven voor dit werk niet gemoti veerd achten. Want dan kwam vol doende havenruimte open voor de pro vinciale en andere booten. De .minister van waterstaat, de heer Köniig, zeide dat eenige weken geleden de directeur van de groote spoorweg- schreden van zijn eigen huis. Verlang niet van mij, dokter Rocke, dat ik u mijn wanhoop schilder, daar vind ik geen woorden voor en als ik er nu nog aan denk, begrijp ik niet, hoe ik zulk een slag overleefde. Weinige dagen na deze gebeurtenis kwam mijn zwager, kapitein Lenoir aan. Volgens den laatsten wil van den ouden Lenoir ging het geheele vermo gen op hem over, als mijn echtgenoot kinderloos kwam te overlijden. Ik was dus aan zijn genade of ongenade over geleverd, doch hij toonde zich als een welmeenend vriend jegens imij. Hij achtte mij als de weduwe zijns broe ders en gaf mij geen reden tot klagen, totdat bijkomende omstandigheden zijn gedrag jegens mij totaal veranderden, ik zou moeder worden zoolang moge lijk had ik mijn geheim met een ge mengd gevoel van vreugde en smart 'be waard. Nu overlaadde mij kapitein Le noir met schandelijke verwijtingen. Hij wilde zijn broer niet als vader van het kind erkennen en dreigde mij als een eerloos wijf door de handen uit het huis te laten jagen. Een sehaamtelooze avonturierster, zooals ik, die den naain Lenoir onieerd had, was niet meer waard, dan met haar telg ten gronde te gaan, zei hij. Nu begon voor mij een leven zoo treurig, dat men het niet sohilderen kan," „Die lage, gemeene scliunk riep Traverse, de dame in de rede vallend. „Maar waarom verliet gij niet oogen- bliikkelijk het huis. Waarom riept gij niet de hulp der justitie in maatschappijen hem (kwam spreken over de mogelijkheid van verplaatsing van de „Zeeland" naair den Flock van Holland. Spr. kon uit den aard der zaak geen toezegging doen, doch zeide na dere overweging toe als de spoorweg maatschappijen gemotiveerde voorstel len zouden doen. Zoolang de mogelijk heid van verplaatsing bestond, achtte hij behandeling van dit ontwerp niet gewenscht, weshalve hij- het ontwerp tijdelijk deed afvoeren. Intusschen kwam spr. met zijn ambtgenooten een stemmig tot het besluit, dat bij een be houd van de „Zeeland" te Vlissingen zulke groote nationale en gewestelijke belangen waren betrokken, dat hij tot een verplaatsing nimmer zijn medewer king zou verleenen. Het postvervoer blijft dus vanuit Vlissingen geschieden. Verbetering dier haven is noodig. Zij praejudicieert in geen enkel opzicht op den, aanleg van een marinehaven. Spr.'s ambtgenoot van marine zal eventueel daartoe een zelfstandig voorstel doen. Ook praeju dicieert dit ontwerp niet op een ver plaatsing van „de Schelde" en den aan leg van een verbindingskanaal met haar nieuwe werkterreinen. Vlissingen en de provincie .zullen in de kosten moeten bijdragen. Immers in de haven komen ook de veenbooten op Zeeuwsch-Vlaan- deren te liggen. Die (bijdrage is maar matig. De heer De Muralt dankt den minis ter voor zijn antwoord. De heer Bongaerts heeft eveneens met groot genoegen vernomen dat de „Zeeland" niet zal worden verplaatst. De algeimeene beschouwingen wer den gesloten. Het wetsontwerp werd aangenomen zonder hoofdelijke stem ming. De „Zeeland". Hoewel het gevaar van de verplaat sing der maatschappij „Zeeland" ge lukkig is afgewend, willen wij toch nog een beschouwing opnemen van het „Hibld." over deze kwestie. iHet Aimsterdarnsche blad schrijft het volgende De mogelijkheid dat de stoomvaart maatschappij „Zeeland" haar afvaart- haiven Vlissingen zou vervangen door Hoek van Holland, (heeft heel viat be roering gewekt e.n de vraag doen op werpen of de stoomvaartmaatschappij „Zeeland" door die verplaatsing van haar zetel wel het nationale belang -dient. En met de stoomvaartmaatschap pij „Zeeland" de Nederlandsche spoor wegmaatschappijen, die een overwe genden invloed bij de maatschappij „Zeeland" Ihetotoen en ten nauwste bij de verlegging van de route betrokken zijn. Terecht voelt ieder dat de spoorweg maatschappijen nationale instellingen zijn, die met haar maatregelen niet uit sluitend op haar financieele 'belangen mogen letten. Deze groote machtige lichamen moeten in de eerste plaats 's lands belang behartigen, zelfs meer dan eigen belang. De vraag is slechts heeft inderdaad ons land, ons volk In zijn geheel over wegende reden om de voorkeur te ge ven aan een verbinding met Nderland- scihe mailschepen van af Vlissingen bo ven een dergelijke verbinding van Hoek van Holland. Bij de beantwoording van die vraag .mag niet slechts gelet wor den op het heele Zeeuwsc'he, het Wai- .Omdat kapitein Lenoir dit op-sluwe wijze wist te verhinderen", hernam de ongelukkige, „Hij hield mij nu gevan gen en liet mij bewaken. Onder voor wendsel mijn schande ter wille van zijn overleden broer geheim te willen hou- de, sloot hij mij op in een zolderka mertje van het „Spookhuis". Een oude meid, met name Dorkey, moest mij ver zorgen, en dit oud, leelij.k wijf verbit terde mijn treurig leven nog meer. Toen eenige maanden later een dochtertje geboren werd, ontrukte men mij het wicht, waaraan heel mijn ziel hing. Dit was de wreedste slag, die ze mij toe brachten. Aoh, waarom doodden ze mij niet liever, dan mij van mijn lieveling te scheiden Toenmaals meende ik werkelijk krankzinnig te worden Doch de Voorzienigheid schonk mij kracht, ook deze beproeving te doorstaan. Ik overleefde hef, mijnheer bewonder mijn sterke natuur ik overleefde dit niet een of twee jaar, maar achttien lange jaren, een klein leven In de om geving had Lenoir 't gerucht verspreid, dat ik onmiddellijk na den dood van mijn echtgenoot krankzinnig was ge worden en daarom in een gesticht te New-Yonk gebracht was. Alleen dan, wanneer de kapitein niet thuis was ver oorloofde mij de verpleegster, die al lengs eenig medelijden met mij gevoél de, dagelijks eenige uren in den door hooge muren omgeven tuin te wandelen onder haar toezicht." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1919 | | pagina 1