HET PLEEGKIND
m^a 14a
DONDERDAG 19 JUNL
KAMEROVERZICHT.
FEUILLETON
"N
binneIvland"
«3.
VUSSINGSCHE COURANT
ADVERTENTIE-PRIJS
Var, 14 regels 0.80 voor iedere
regel meer 20 centbij abonnement
ipeciale prijs. Reclames 40 cent per
regel. Dienstaanbiedingen en dienst-
aanvragen 10 cent ner regel, bij con
tante betaling.
Familieberichten van 16 regels
f -.30, iedere regel meer 20 cent.
ABONNEMENTS-PR1JS
Voor Vlissimgen en gemeenten op
Walcheren: ƒ1.85 per drie maanden.
Franco door het geheele rijk 2.20.
V/eek-aibonnementen 14 cent. Afzon
derlijke nummers 3 cent.
DE „ZEELAND" BLIJFT
Deze heugelijke tijding bereikte on
gisterenmiddag uft den Haag en hebben
wij nog in een groot gedeelte van onze
oplaag kunnen opnemen, terwijl wij het
tevens door aanplakking aan ons bureau
hebben bekend gemaakt.
De minister van waterstaat heeft het
in de Tweede Kamer medegedeeld en
bij de behandeling van het wetsontwerp
tot de verbetering van onze haven heeft
zelfs geen enkel lid der Kamer aange
drongen op verplaatsing naar den Hoek
van Holland.
Het dreigend gevaar is dus afgewend.
D nk zij vooral de krachtige actie
welke onmiddellijk werd gevoerd nadat
ui gelekt was geworden welke piar.nen
bestonden tot het verplaatsen van
onze nationale lijn, Is de regeering
overtuigd geworden dat van harentwege
nimmer tot deze verplaatsing mag wor
den medegewerkt.
Nadat hier het officieel bericht uit
's-Gravenhage bij het gemeentebestuur
was ontvangen, werden onmiddellijk
van hei stadhuis, St. Jacobstoren en
openbare gebouwen de vlaggen uitge
stoken en het muziekgezelschap „Ons
Genoegen" heeft des avonds een vreugde
demonstratie door de stad gehouden
waarbij duizenden en duizenden tegen
woordig waren.
Nu het gevaar is afgewend pas! het
zeker wel een woord van welverdiende
hulde te brengen aan ons gemeentebe
stuur dat, zoodra bekend werd dat er
booze plannen bestonden ten opzichte
van de „Zeeland", al het mogelijke
heeft gedaan om deze ramp te helpen
voorkomen.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Woensdag.
Vrijdag krijgt de heer Oud de gele
genheid om zich eens met den minister
van marine te onderhouden over het
personeelvraagstuk bij de vloot. Zijn in
terpellatie terzake is dan aan de orde.
Het za belangwekkend zijn te verne
men hoe de jeugdige minister zich
voorstelt het hopelooze vraagstuk op
te lossen.
Vóór dat de gewone agenda werd
voortgezet, waren een zestal ontwerpen
aan de orde. Bij het eerste, het aan-
117)
„-Neen, dokter, ik bezit niemand o,p
de wereld als een dochter en deze kent
mij niet, want zij werd onmiddellijk na
hare geboorte uit mijn armen gerukt.
Gij ziet, doikter Rocke, dat ik alleen en
hulpeloos op de wereld sta, wanneer gij
u mijner niet aantrekt."
„En dat zal ik, mylady ja, de Voor
zienigheid heeft mij niet zonder reden
tot u gevoerd. Ik zal van den heer de
St. Mcry beslist uwe invrijlheidsstellirog
vorderen. Wil hij daaraan geen gevolg
geven, dan zal ik mij tot de justitie
wende en luidde en openlijk verklaren,
dat gij uiw volle verstand hebt en men
zal, men moet u vrijlaten. Ik heb een
goede moeder en een lieve bruid, waar
gij liefdevol zult opgenomen worden.
Tot haar zal ik u brengen en dan zult
gij onze vreedzame woning in de ber
gen van Virginië met ons deelen."
„In de bergen van Virginië her
haalde de dame met blijde verrassing.
„Ach, Virginië is ook mijn vaderland,
zij 't dan ook mijn tweede. Doch luister.
Ik zal u mijn geschiedenis vertellen."
„Mylady", hervatte Traverse, „gij
zult in mij een oplettenden toehoorder
vinden."
„Mijn vader," begon de dame, „be
hoorde tot den Franschen adel en stierf,
toe» ik nog geen dertien jaar oud was
vragen van geld o^a. voor gratificaties
aart enkele ambtenaren, verzette de
heer Beumer zich tegen het n,iet-zuinig
uitdeelen van toelagen. Omdat de sa
larissen voor ambtenaren bij den crisis
dienst hooger zijn dan die aan de de
partementen wordt geld gevraagd om
deze laatsten toelagen te geven zoolang
de crisisdienst bestaat. Erg doorslaand
is dit argument niet en. de heer Beumer
legde zidh er bij neer mits voor het
vogend jaar geen toelagen nveer wor
den gevraagd.
iBij een wijziging van de woningwet
klaagde de heer Hermans zijn nood
over de trage afdoening van aanvragen
voor bouwen. Burg. en Weth. van Am-
ham bijv. laten deze liggen als het geen
mooie knusse woningen zijn en als de
architect geen man van beteekenis is.
Een bepaalde vareeniging had ander
half jaar moeten wachten en daarom
een half millioen meer moeten uitge
ven. Hij vroeg daarom den Minister nu
eens een circulaire uit te vaardigen aan
de gemeentebesturen ten einde deze tot
voortvarendheid aan. te zetten. Het
wetsontwerp strekt om de Commissie
van Bijstand te wijzigen in 'n Woning-
raaid, die al Ihet technisch werk van het
departement zal afdoen Nu zal het
van een slakkengang heusch een hazen-
spoed woonden. Aldus beweert de mi-
nisier en de heeren moesten nu maar
eens even waohten, dan zullen zij wat
zien gebeuren
De verbetering van de Vlissingsche
haven deed den heer De Muralt een
uitvoerig betoog houden over de kwes
tie van de verplaatsing van de maat
schappij „Zeeland". Hij heeft daarover
reeds schriftelijke vragen gesteld en
deze herhaalde hij tihans. Ze waren de
ze zijn de spoorwegdirecties van plan
een andere route dan die over Vlissin-
gen Hebben zij daarover overleg ge
pleegd met de Regeering Bewijst het
aan de orde stellen van dit ontwerp, dat
de Regeering de verplaatsing niet wil
bevorderen Wil het zeggen dat de
verbetering noodig is ook al gaat de
„Zeeland" heen Hij laakte scherp de
houding der spoorwegdirecties die al
leen eigen belang dienen en niet het
algemeen belang. Indien de Minister
geen bevredigende mededeelingen deed,
wenschte hij de Kamer te laten uitspre
ken, dat zij de overplaatsing van de
„Zeeland" niet gewenscht achtte.
Zoover kwam het niet, want wat
reeds bekend was deelde de Minister
van waterstaat mede, dat de Regeering
haar medewerking tot verplaatsing
nooit zal verleenen. Te groot zijn de
nationale en gewestelijke belangen die
daarbij verbonden zijn, dan dat dit zal
geschieden. Met haar subsidie heeft de
Regeering de beslissing in handen.
Met den aanleg van een marinehaven
heeft dit ontwerp niets te maken.
't Is jammer dat deze minister 'haast
onhoorbaar spreekt. Misschien vertelde
hij nog wel meer belangrijks, doch het
is niet te verstaan.
De wering van schadelijk vleesch en
vleeschwaren werd na eenige discussie
goedgekeurd.
Meer discussie lokte de personeeie
belasting-wijziging uit. Het voornaam
ste daaruit is het schrappen van de
grondslagen haardsteden en rijwielen
en het opnemen van de 'pleziervaartui
gen en biljarten. Voorts worden de ta
rieven en tabellen gewijzigd.
Deze belasting is feitelijk niemand
sympathiek. Ieder heeft 'wel eenig be
zwaar tegen één der grondslagen. Zoo
had de heer Dresselhuijs bezwaar tegen
in nooddruftige omstandigheden, want
de revolutie had ons vermogen ver
zwolgen. In hetzelfde jaar had ik ook
nog het ongeluk mijn moeder te verlie
zen en zoo stond ik als wees in de wij
de wereld. Een vroegere bediende van
ons, die ondertussehen portier in een
hotel geworden was, trok zich mijner
aan. Ik woonde bij den 'portier en ging
door als zijn kind. Onider de veie
vreemdelingen, die in 't hotel gehuis
vest waren, bevond zich ook een jong,
rijk Virginiër, die voor zijn genoegen in
Parijs was. Hij heette Eugène Lenoir...
„Lenoir riep Traverse ten hoogste
verrast. „Eugène Lenoir zegt gij
„Ja, die naani schijnt u bekend te
zijn
„Dat is zoo, mylady... doch ga voort,
als ik u verzoeken mag."
„Eugène Lenoir was een man van
uitstekende hoedanigheid. Hij bezat het
edelste hart van de wereld en muntte
uit door fijne vormen. In het voorbij
gaan kwam hij vaak in de kamer van
den portier om naar het kleine meisje
te vragen, waarin hij een bijzonder wel
gevallen had. De jonge Amerikaan had
medelijden met mijn treurig lot en met
goedvinden van mijn pleegouders kreeg
hij een soort voogdij over mij en deed
mij op een der beste kostscholen van
Parijs. Daar bezocht hij mij vaak om
naar mijn vorderingen te vragen. Den
dag, dat hij kwam, beschouwde ik als
de gelukkigste dag van mijn leven,
want ik beminde hem gelijk een kind
zijn ouderen broeder, gelijik een kind
zijn vader. Zoo bleef ik meerdere maan
de belasting op de pleziervaartuigen,
omdat die de zeilsport tegenwerkt de
heer J. Ter Laan wenschte meer pro
gressie in de schalen in de tarieven.
Heel ver zocht de heer Kruijt het. Hij
hield historische beschouwingen over
het belastingwezen in het algemeen en
over deze 'belasting in het bijzonder.
Natuurlijk had hij zeer groote bezwa
ren tegen de personeeie belasting, die
uitgaat van de fictie dat er een ver
houding bestaat fusschen vermogen en
vertering. Nergens elders bestaat er
naast een vermogens- en inkomsten
belasting nog een personeeie belasting.
Minister De Vries ziet in de zeilsport
een groot element van vermaak en
weelde en daarom moet ze maar wat
opbrengen. Een herziening der classi
ficatie achtte de Minister noodig maar
ze moet wachten op .meer normale tij
den.
VERBETERING DER HAVEN TE
VLISSINGEN.
In de gisteren gehouden zitting van
de Tweede Kamer kwam aan de orde
het wetsontwerp tot verbetering van de
haven te Vlissingen. De algemeene be
schouwingen werden geopend.
De heer De Muralt zeide dat de af
voering van dit wetsontwerp te Vlis
singen groote consternatie had gewekt,
omdat men daarin zag de bevestiging
van het gerucht omtrent de verplaatsing
van de stoomvaartmaatschappij „Zee
land". Spr. heeft daaromtrent vragen
gesteld, die echter nog niet zijn beant
woord. Overigens acht Ihij het niet noo
dig dat die maatschappij aanblijft om
de buitenhaven te verbeteren. Spreker
vraagt of het juist is, dat de directie
der H. IJ. S. Al. op yerplaatsing van j
den stoomvaartdienst aanstuurt, of
daarover met den minister overleg is
gepleegd, of de afvoering van het ont
werp daarmede verband hield en- of de
wederplaatsing van ihet ontwerp op de
agenda bewijst, dat de regeering zich
tegen die verplaatsing zal verzetten.
Wel heeft ide minister van landbouw
zich daarover reeds uitgelaten bij de
opening der tentoonstelling te Goes,
doch spr. wenscht een officieeie verkla
ring. Nog vraagt spr. of mag worden
aangenomen, dat ook, al wordt de
dienst verplaatst, >de werken voor de
haven nog noodig zullen zijn. In een
interview van het „Handelsblad" heeft
•de heer Kretschinar van Veen zich
•eenigszins laatdunkend over de Zeeuw-
sche belangen uitgelaten en het doen
voorkomen of de verplaatsing der
„Zeeland" eigenlijk al toeslist was.
Spr. noemt die uitspraak nog al ge
waagd en acht dit een argument voor
■spoedige toehandeling zijner motie over
staatsexploitatie der spoorwegen. Vele
•Kamerleden zijn voorts blijkbaar niet
bekend met 'de venhouding tusschen de
maatschappij „de Schelde" en den
'Staat. Die maatschappij dient geholpen,
juist in Ihet belang der sohatkist. Bij
onvoldoende diepte der haven kan de
maatschappij belangrijke opdrachten
niet uitvoeren. De Kon. iHollandsche
Lloyd, die zoo tevreden was oVer de
„Frisia", bij „de Schelde" gebouwd,
moest een schip van meer diepgang in
een Engelsche haven laten bouwen.
Ook de Rotterdamsche Lloyd zal
schepen van grooteren diepgang elders j
•moeten laten aanbouwen. Zoo zal de
maatschappij ten slotte te gronde gaan.
De maatschappij heeft echter te allen
ti'de het recht alles over te doen aan
den Staat tegen de aankoopwaarde, on
der de nooidige afschrijvingen. De te-
den o,p de kostschool, totdat hij mij op
zekeren dag zei, dat hij afscheid nemen
moest. Hij had een brief gekregen, dat
zijn vader ernstig ziek was de kinder
plicht riep hem naar huis. Ik brak in
tranen los, mii van hem te scheiden
scheen mij orumoigelijlk. Ik viel. hem om
zijn hals en zwoer hem mij niet te ver
laten. „Wanneer gij onverbiddelijk ver
trekken moet", riep ik, ,neam mij dan
mee, want ik kan zonder u niet leven".
Eugène Lenoir, door deze woorden ge
roerd, willigde in op één voorwaarde,
indien ik namelijk zijn vrouw wilde
worden. Met vreugde gaf ik miin ja
woord en eenige dagen later verlieten
we ais een jonggetrouwd paar de kust
van Frankrijk.
Toen we in Amerika aankwamen,
was de vader van mijn echtgenoot
dood. Krachtens Ihet testament trad
Eugène in het bezit van het groote
vermogen, dat de overledene had na
gelaten. Onder de velé goederen van
mijn echtgenoot, verkozen wij het zoo
genaamde „Spookhuis" tot onze woon
plaats. Daar leefden wij afgezonderd
van de wereld, zulk een oneindig ge
luk had ik mij nooit voorgesteld, mijn
echtgenoot was mijn alles, mijn leven
Hij beminde mij met al de teederheid
van zijn edel hart, hij leefde alleen voor
mij, ik alleen voor hem. Daar vernielde
een bliksemstraal bij heideren hemel
ons jeugdig geluk. Eugène was o.p
jacht gegaan, twee uur later bracht
men mij zijn lijk Hij was door een
onbekende hand vermoord, op klaar
lichten dag in zijn eigen boseh, honderd
genwoordige waarde wordt thans op 3
millioen geschat. De Staat zal dan_ech-
ter voor dit bedrag een failliet bedrijf
over te nemen krijgen. Daarom dient
bij de verbetering der haven rekening
gehouden ,met de belangen van „de
Schelde". Dit punt komt niet voldoende
in de stukken uit. Spr. treedt vervolgens
in technische bijzonderheden omtrent
de plannen tot verbetering. Dit plan,
van dr. Lely, is het ei van Columbus,
en 'houdt met alle belangen rekening.
Spr. kan zich daarmede uit technisch
oogpunt volkomen vereenigen.
Spr. wenscht voorts zekerheid, dat
de aanneming van dit ontwerp in geen
enkel opzicht zal vooruitloopen op den
aanleg van een marinehaven. Hij wil
geen cnlkele nieuwe uitgaaf voor de
defensie voteeren, zoolang niet vast
staat, in welke richting zich het defen
siewezen over de gaheele wereld zal
ontwikkelen.
Spr. 'kondigt in tweeden termijn de
indiening aan van een motie, welk'e zal
luiden De Ka/mer, van oordeel, dat het
in venband met gewestelijke en ge
meentelijke belangen niet gewenscht is,
dat de maildienst van de Koninklijke
stoomvaartmaatschappij „Zeeland"
wordt verplaatst van Vlissingen naar
eiders, gaat over tot de orde van den
dag. Door een bevredigend antwoord
op zijn vragen kan de minister echter
indiening van die motie voorkomen.
De heer Heemskerk acht het ge
wenscht, dat vaststa, dat men bij deze
gelegenheid geen sprong in het duister
doet en dat het geld voor verbetering
van deze haven goed is besteed. Tot
dusver werd Vlissingen alleen als door
voerhaven aangemerkt. Tihans echter,
nu het ook 'beschouwd wordt als aan
loophaven, gaat het een goede toe
komst tegemoet. Tot dusver is men te
schriel geweest voor de haven. Zelfs
indien de maatschappij „Zeeland" aan
Vlissingen werd ontnomen, zou spr.
deze plannen toejuichen. Het terrein,
aangegeven voor berg- of marinehaven,
zou spr. zien bestemd voor industrie-
haven. Doch dit is toekomstmuziek.
De heer Bongaerts acht ook, onaf
hankelijk van het lot van de „Zeeland"
en „de Schelde" verbetering der Vlis
singsche haven gewenscht.
Tot nu toe is aan de buitenhaven niet
voldoende aandacht gewijd. Spr. vraagt
of de minister niet met hem van oor
deel is, dat een beslissing over dit
wetsontwerp niet praejudicieert op den
aanleg van een verbindingskamaal met
„de Schelde" en op den aanleg van een
marinehaven. Spr. acht de tihans geko
zen oplossing, om een zelfstandige bui
tenhaven aan te leggen in plaats van de
binnenhaven te maken tot buitenhaven,
volkomen logisch.
De heer Fruytier acht hier een zuiver
rijksbelang aanwezig, waarom het on
gemotiveerd is de gemeente o.m bij
dragen te vragen. Desnoods zou spr.
nog iets gevoelen voor bijdragen, van.
de provincie.
De heer De Monté ver Loren acht het
daarentegen volkomen logisch, dat de
belanghebbende gemeente en de pro
vincie .bijdragen in de kosten van dit
werk. Mocht echter vaststaan, dat de
„Zeeland" haar eindpunt zou verplaat
sen, dan zou spr. op dit oogentoiik de
uitgaven voor dit werk niet gemoti
veerd achten. Want dan kwam vol
doende havenruimte open voor de pro
vinciale en andere booten.
De .minister van waterstaat, de heer
Köniig, zeide dat eenige weken geleden
de directeur van de groote spoorweg-
schreden van zijn eigen huis. Verlang
niet van mij, dokter Rocke, dat ik u
mijn wanhoop schilder, daar vind ik
geen woorden voor en als ik er nu nog
aan denk, begrijp ik niet, hoe ik zulk
een slag overleefde.
Weinige dagen na deze gebeurtenis
kwam mijn zwager, kapitein Lenoir
aan. Volgens den laatsten wil van den
ouden Lenoir ging het geheele vermo
gen op hem over, als mijn echtgenoot
kinderloos kwam te overlijden. Ik was
dus aan zijn genade of ongenade over
geleverd, doch hij toonde zich als een
welmeenend vriend jegens imij. Hij
achtte mij als de weduwe zijns broe
ders en gaf mij geen reden tot klagen,
totdat bijkomende omstandigheden zijn
gedrag jegens mij totaal veranderden,
ik zou moeder worden zoolang moge
lijk had ik mijn geheim met een ge
mengd gevoel van vreugde en smart 'be
waard. Nu overlaadde mij kapitein Le
noir met schandelijke verwijtingen. Hij
wilde zijn broer niet als vader van het
kind erkennen en dreigde mij als een
eerloos wijf door de handen uit het
huis te laten jagen. Een sehaamtelooze
avonturierster, zooals ik, die den naain
Lenoir onieerd had, was niet meer
waard, dan met haar telg ten gronde
te gaan, zei hij. Nu begon voor mij een
leven zoo treurig, dat men het niet
sohilderen kan,"
„Die lage, gemeene scliunk riep
Traverse, de dame in de rede vallend.
„Maar waarom verliet gij niet oogen-
bliikkelijk het huis. Waarom riept gij
niet de hulp der justitie in
maatschappijen hem (kwam spreken
over de mogelijkheid van verplaatsing
van de „Zeeland" naair den Flock van
Holland. Spr. kon uit den aard der zaak
geen toezegging doen, doch zeide na
dere overweging toe als de spoorweg
maatschappijen gemotiveerde voorstel
len zouden doen. Zoolang de mogelijk
heid van verplaatsing bestond, achtte
hij behandeling van dit ontwerp niet
gewenscht, weshalve hij- het ontwerp
tijdelijk deed afvoeren. Intusschen
kwam spr. met zijn ambtgenooten een
stemmig tot het besluit, dat bij een be
houd van de „Zeeland" te Vlissingen
zulke groote nationale en gewestelijke
belangen waren betrokken, dat hij tot
een verplaatsing nimmer zijn medewer
king zou verleenen.
Het postvervoer blijft dus vanuit
Vlissingen geschieden. Verbetering dier
haven is noodig. Zij praejudicieert in
geen enkel opzicht op den, aanleg van
een marinehaven. Spr.'s ambtgenoot
van marine zal eventueel daartoe een
zelfstandig voorstel doen. Ook praeju
dicieert dit ontwerp niet op een ver
plaatsing van „de Schelde" en den aan
leg van een verbindingskanaal met haar
nieuwe werkterreinen. Vlissingen en de
provincie .zullen in de kosten moeten
bijdragen. Immers in de haven komen
ook de veenbooten op Zeeuwsch-Vlaan-
deren te liggen. Die (bijdrage is maar
matig.
De heer De Muralt dankt den minis
ter voor zijn antwoord.
De heer Bongaerts heeft eveneens
met groot genoegen vernomen dat de
„Zeeland" niet zal worden verplaatst.
De algeimeene beschouwingen wer
den gesloten. Het wetsontwerp werd
aangenomen zonder hoofdelijke stem
ming.
De „Zeeland".
Hoewel het gevaar van de verplaat
sing der maatschappij „Zeeland" ge
lukkig is afgewend, willen wij toch nog
een beschouwing opnemen van het
„Hibld." over deze kwestie.
iHet Aimsterdarnsche blad schrijft het
volgende
De mogelijkheid dat de stoomvaart
maatschappij „Zeeland" haar afvaart-
haiven Vlissingen zou vervangen door
Hoek van Holland, (heeft heel viat be
roering gewekt e.n de vraag doen op
werpen of de stoomvaartmaatschappij
„Zeeland" door die verplaatsing van
haar zetel wel het nationale belang
-dient. En met de stoomvaartmaatschap
pij „Zeeland" de Nederlandsche spoor
wegmaatschappijen, die een overwe
genden invloed bij de maatschappij
„Zeeland" Ihetotoen en ten nauwste bij
de verlegging van de route betrokken
zijn.
Terecht voelt ieder dat de spoorweg
maatschappijen nationale instellingen
zijn, die met haar maatregelen niet uit
sluitend op haar financieele 'belangen
mogen letten. Deze groote machtige
lichamen moeten in de eerste plaats 's
lands belang behartigen, zelfs meer dan
eigen belang.
De vraag is slechts heeft inderdaad
ons land, ons volk In zijn geheel over
wegende reden om de voorkeur te ge
ven aan een verbinding met Nderland-
scihe mailschepen van af Vlissingen bo
ven een dergelijke verbinding van Hoek
van Holland. Bij de beantwoording van
die vraag .mag niet slechts gelet wor
den op het heele Zeeuwsc'he, het Wai-
.Omdat kapitein Lenoir dit op-sluwe
wijze wist te verhinderen", hernam de
ongelukkige, „Hij hield mij nu gevan
gen en liet mij bewaken. Onder voor
wendsel mijn schande ter wille van zijn
overleden broer geheim te willen hou-
de, sloot hij mij op in een zolderka
mertje van het „Spookhuis". Een oude
meid, met name Dorkey, moest mij ver
zorgen, en dit oud, leelij.k wijf verbit
terde mijn treurig leven nog meer. Toen
eenige maanden later een dochtertje
geboren werd, ontrukte men mij het
wicht, waaraan heel mijn ziel hing. Dit
was de wreedste slag, die ze mij toe
brachten. Aoh, waarom doodden ze mij
niet liever, dan mij van mijn lieveling
te scheiden Toenmaals meende ik
werkelijk krankzinnig te worden Doch
de Voorzienigheid schonk mij kracht,
ook deze beproeving te doorstaan. Ik
overleefde hef, mijnheer bewonder
mijn sterke natuur ik overleefde dit
niet een of twee jaar, maar achttien
lange jaren, een klein leven In de om
geving had Lenoir 't gerucht verspreid,
dat ik onmiddellijk na den dood van
mijn echtgenoot krankzinnig was ge
worden en daarom in een gesticht te
New-Yonk gebracht was. Alleen dan,
wanneer de kapitein niet thuis was ver
oorloofde mij de verpleegster, die al
lengs eenig medelijden met mij gevoél
de, dagelijks eenige uren in den door
hooge muren omgeven tuin te wandelen
onder haar toezicht."
(Wordt vervolgd.)